DE TRIESTE STAD ROTTERDAM
(VJaafc Madrn, ouehy
RENTE OR RENTE
DONDERDAG 9 'JANUARI 1936
DERDE BLAD PAG. 9'
Ontelbare leege huizen Kwijnende middenstand
53.417 werkzoekenden en 25V2 millioen steun Geen
uitzicht voor de jongeren
Duitsche autarkie en Belgische
devaluatie knauwden
de haven
„Al mogen eenige schaarsche tee
kenen op internationaal gebied er op
wijzen, dat aan een verren horizon
de donkere wolken langzaam, heel
langzaam optrekken, in Nederland
mochten wij die teekenen nog niet
waarnemen. Toch mag men aan no
men dat, als de opleving op interna
tionaal getbied van blijvehdein aard is,
Rotterdam als internationaal scheep
vaartcentrum, die opleving op den
duur wel zal volgen, al moge ae weg
opwaarts nog lang en moeilijk zijn."
Deze woorden, door den Robterdam-
schen burgemeester :n zijn Nieuw
jaarsrede in den aanvang geuit, wa
ren ook de eenige lichtstralen op een
schilderij van barre donkerheid, waar
mee Mr. Drooglecver Fortuyn
in de daarop volgende groepeering der
cijfens het tegenwoordige beeld van do
Maasstad moest schetsen.
„De ontelbaar vele lodige winkelhuizen,
kantoren, ateliers, geven een triest aanzien
aan onze stad, die eertijds op een bloedend
middenstanclsbodrijf kon hogen", zoo moest
de burgemeester constateoreji.
„De verschuivingen in de verschillende
klassen dor bevolking hadden tot gevolg, dat
de betere zaken klant-en moesten afstaan aan
de volkszaken. Over het algemeen hebben
ook te Rotterdam de moeilijkheden in 1935
die in 1934 nog overtroffen en voor het
thans aangebroken jaar durft men geen
[verwachtingen uitspreken."
En dan volgen in sombere reeks de cij
fers: het - aantal werkloozen, aan wie uit-
keeringen werden verstrekt, lag 4000 hooger
dan vorig jaar, het afintal werkzoekenden
boven de 18 jaar bedroeg 53.417 tegen 49.275
emoe 1934; door Maatschappelijk Hulpbe
toon werd 2öy2 millioen gulden uitgekeerd
tegen 23 millioen vorig jaar. Duizenden
stadgenooten zijn tot de overheid in een af-
I hankelijke verhouding gekomen, aan de
mogelijkheid waarvan zijzelf nimmer zul
len hebben gedacht en ook bij verruiming
i van de werkgelegenheid zullen velen niet
meer in het voortbrengingsproces kunnen
worden opgenomen. Voor vele jongeren
gaan de beste jaren voorbij en al zou iti
1935 het laagste punt van de algemeene in-
1 zinking zijn bereikt en al zou een opwaart-
sche beweging komende zijn, zoo zullen de
zorgen nog vele en de inspanning nog groot
zijn gedurende een tijd waarvan de duur
moeilijk is te bepalen.
De haven
De hoofdoorzaak van de trieste inzinking
j ïe Rotterdam?
I De burgemeester toonde spoedig aan, dat
deze gelegen is inw de inzinking van den
wereldhandel en den knauw, die de Rot-
terdamsche haven vooral het laatste jaar
heeft gekregen.
Terwijl in 1933 in de continentale Noord
zeehavens 1500 zeeschepen meer binnen
kwamen dan in het depressiejaar 1932 en
in lft3i nog 2500 meer dan in 1933 is in £935
deze vooruitgang tot staan gekomen en
kwam er in alle Noordzeehavens tezamen
geen schip meer binnen dan in
j 1934.
Wanneer men hierbij bedenkt, dat
desondanks Antwerpen haar positie
met 820 schepen en 1*4 millioen ton
j wist te verbeteren in hoofdzaak na tie
devaluatie van de Belga en Einden
een nieuwe winst van 200 schepen en
300.000 ton kon boeken, zoodat voor
deze steden de cijfers tot 90 en 170 pCt.
van die van 1929 zijn gestegen, terwijl
1 Hamburg, Bremen en Gent zich
1 handhaafden, dan is daarmee tevens
het beeld van onze Nederlandsche zee
havens geteekend. Te Rotterdam kwa
men 350, te Amsterdam 320 zeesche-
pen minder binnen dan In 1934, Niet
tegenstaande de groote ertsaanvoeren
in het eerste kwartaal en de gunsti
ger tonnagecijfers in November en De
cember bleef Rotterdam met 200.000
ton ten achter bij 1931, evenals Am-
I sterdam.
Het is de vaart op Azië, die te Rotterdam
Eet sterkst is getroffen, en te Antwerpen de
gunstigste cijfers aanwees. De dalende cij-
fers zijn het gevolg van verminderden in
voer voor hét N. W. Europeesc-he achter
land. Na de stijging, die vooral de aanvoe
ren van grondstoffen in de voorafgaande 2
jaren vertoonden, is er thans een achter
uitgang ingetreden; de totale goederenaan-
voer ter zee was er in 1935 iy2 millioen ion
kleiner dan in 1934. Alleen Antwer
pen bleef vooruitgang boeken,
Emden handhaafde zich, Hamburg en Bre
men liepen iets achteruit, maar het groo
te verlies in de aanvoeren kwam
ten laste van Rotterdam en Am
sterdam, elk met ongeveer mil
lioen ton.
Hot stukgoed waaraan het mees
te werk en verdienste zit liep te
Rotterdam met 600.000 ton achteruit
en de opgesomde goederen soorten ge
ven aan, dat de beschermende maat
regelen ten behoeve van landbouw en
veeteelt, nationaal zoowel als inter
nationaal genomen de oorzaak waren
van dien teruggang. Ook de ertsaf
vloeiing van Rotterdam naar Antwer
pen trok de aandacht. Na de devalua
tie in België werd de verhouding der
ertstransporten over Antwerpen-Gent
en Rotterdam van 1 3, terwijl die ver
houding in 1934 bedroeg 17% en in
1929 cn vóór den oorlog 1 19. De Bel
gische premiepolitiek op het Rijnver-
voer is hieraan niet vreemd. De graan-
aanvocr bedraagt nog slechts 2 milli
oen tegen meer dan 4 millioen ton
vóór de crisis
De kolen- en houttransporten vertoonen
al evenzeer teruggang en alleen de groep
minerale oliën geeft wat. het vervoer be
treft reden tot tevredenheid, zoodat de
grootsche installaties, die Rotterdam rond
om de nieuwe petroleumhaven heeft zien
verrijzen thans nuttig worden. Terwijl el
ders geklaagd wordt over gebrek aan be
drijvigheid zien we bij de Bataafsche 1200
arbeiders bezig met den bouw van een groot
industrieel bedrijf.
Als een der belangrijkste feiten stelt
de burgemeester in zijn nieuwjaars
rede vast, dat Rotterdams dominee-
rende positie als massagoedhaven
ernstig ls bedreigd. Voorzieningen ter
vrijwaring van wat nog behouden
kan blijven en herwonnen zou kun
nen worden dienen onverwijld te wor
den getroffen, wil het afbrokkelings
proces niet verder voortgang vinden.
Hetzelfde moet met allen nadruk wor
den bepleit voor het uitgaande ver
keer van stukgoed en massaal stuk
goed. Dit steeg sedert 1934 te Ham
burg met 200.000 ton, to Bremen met
250.000, te Amsterdam met 100.000 en
te Anwerpen met 500.000 ton en te
Rotterdam met nauwelijks 40.000 ton,
terwijl Rotterdam in 1933 in tegenstel
ling met andere havens ook al geen
winst had geboekt. Terwijl Antwer
pen sedert 1933 met 1.000.000 ton voor
uitging bleven de havens aan den
Nieuwen Waterweg nog 20.000 tons
per jaar ten achter.
Het is de doorvoer naar overzee van
stukgoed uit Rotterdam's internationale
achterland, die instede van zich te herstel
len, zooals in de andere Noordzeehavens,
verder afbrokkelt De invloed van de uitzon-
deringstarieven van ae Deutsche Reichs-
bajhm en van de Belgische Rijnvaartpre
mies voor het afgaande verkeer zullen dus
nog meer dan voorheen het onderwerp van
onze bekommernissen vormen. Daar waar
dit mogelijk zal blijken, zal, zonder verder
uitstel, actief moeten worden opgetreden,
om een einde te maken aan kunstmatige
verkeersaftappingen, die uiteindelijk slechts
alle betrokken partijen kunnen schaden.
Men lette wel Rotterdam wenscht niet
ten koste van auderen en ter bevordering
van eigen belangen de Instelling van be
schermende maatregelen. Rotterdam wenscht
alleen, dat het verkeer worde geleid langs
de moest economische wegen èn in het be
lang van den vervoerder èn in dat van ver
zender en ontvanger. Men kan niet ver
wachten dat Rotterdam blijvend zal toezien
dat transporten die èn van nature èn nit
een oogpnnt van ver keer scconomie over de
Rotterdamsche haveninrichtingen dienen te
worden geleid, kunstmatig daaraan worden
onttrokken.
Het dienstbodenvraagstuk
De heer Th. van Lier, referendaris bij de
afdeeling Werk looshei dsverzeliéring en Ar
beidsbemiddeling, heeft in het „Tijdschrift
van .de Ned. Werklooslleidsraad" opnieuw
eenige beschouwingen aan bovengenoemd
vraagstuk gewijd. Hij deelt o.a. mee, dat er
thans ruim 40.000 buitenlandsche dienst
boden in ons land werkzaam zijn, van wie
30.000 Duitsche, 5000 Oostenrijksche en 5000
Duitsch sprekende Tsjecho-Slowaaksche,
Poolsche, Hongaarsche cn Joego-Slavische.
De meesten zijn in Den Haag te vinden.
In vier jaar tijd verdubbelde daar het aan
tal van 7000 op U.OOO.
Wanneer men in de toekomst ertoe zal
overgaan, om buitenlandsche dienstboden te
weren, dan zal men dit in het begin wel
licht alleen ten plattelande en in de kleine
steden kunnen doen. Maar dc heer Van Lier
laat verslaan, dat vóór dit gebeurt, eerst
gezorgd moet worden voor een behoorlijk
aantal afgerichte Nederlandsche dienstbo
den, waaraan op dit oogenblik nog een
groot gebrek bestaat. En ook hij is van
oordeel, dat de kennis van het huishouden
beter dient onderwezen en tevens dat de
liefde tot huishoudelijke arbeid op breede
wijze dient te worden aangewakkerd. Ge
noeg huisvrouwen zijn er, aldus de heer
Van Lier, om van dienstboden maar te zwij
gen, die van huishoüden niets kennen en
niets ervoor voelen. In de groote steden
groeit het aantal huisvrouwen, dat veel
meer verstand heeft van cocktails en siga
retten, van bridge-drives en autobesturen,
dan van het besturen van een huishouden.
Het is inderdaad broodnoodig, dat in Ne
derland eens op radicale manier het vraag
stuk van de huishoudelijke arbeid wordt
aangepakt.
Duitsche bezorgdheid
De bezorgdheid der Duitsche Regeering
voor het heil barer onderdanen is werkelijk
roerend, gelijk uit het volgende in „I-Iet.
Volksblad", (soa-dem.) verhaalde geval
kan blijken:
Een Duitsche dienstbode, die in Neder
land in betrekking is. had een vriendin in
Duitschland, die graag in ons land een be
trekking wilde aanvaarden. Het meisje
vond voor haar vriendin een betrekking en
die vroeg een pas aan,-teneinde naar Neder
land te komen. De pos bleef uit en bij na
vraag bleek, dat de Duitsche autoriteiten
eerst zouden informeeren, of de menschen,
waarbij ze in betrekking zou komen, soms
Joden waren. Indien dat zoo was, zou het
meisje haar pas niet krijgen...
Dit geval heeft nog een andere interes
sante kant. Dezer dagen vervoegde zich na
melijk bij de vrouw, die 't meisje in dienst
zou nemen, een Nederlandsche dame om te
die onze Regeering aan de scheepvaart, in
het bijzonder voor den bouw van den Prin-
sendam beeft verleend en de hulp, die werd
geboden door het verlagen van de loodsgel
den zeide ae burgemeester, dat dit- alles
ec-hter de ongelijkheid in de concurrentie
voorwaarden nog slechts in één opzicht heeft
opgeheven. Hij sprak de hoop uit, dat het
inzicht mocht veld winnen, dat bij Regee-
ringsstêun op het gebied van de Rijnvaart
premies nivelleering niet uitsluitend op het
voor concurreerende havens meest ongunsti
ge peil mogelijk is, maar dat deze ook op
een ander nivean kan geschieden, zonder
daarmede tekort te doen aan de rechtmati
ge verlangens van het bedrijfsleven in de
betrokken havensteden en van de belangheb
benden in het achterland.
„Moge, zoo besloot Rotterdams burgemees
ter heden zijn rede in den Raad, de Neaer-
landsche Regeering handelen naar de oude
waarheid, dat snelle hulp dubbele hulp be-
teekent De haven van Rotterdam dient èn
om haar nationale beteeken is èn om de ma
te, waarin zij getroffen is, snel te worden
holpen."
GEMENGD
NIEUWS
Felle brand te Haarlem
In een garage en machineherstelplaats
Gistermiddag heeft een korte doch felle
brand gewoed in de garage en machine
herstelplaats van den heer J. Inpijn aan
de Houtmarkt te Haarlcm. Het vuur dat
vermoedelijk ontstaan is door kortsluiting
in een bestelauto, welke gerepareerd werd,
greep zeer snel om zich heen en weldra
stond de werkplaats In lichterlaaie. Een
vrachtauto en een luxe auto konden nog
tijdig naar buiten gereden worden.
De situatie was aanvankelijk zeer ge
vaarlijk door de aanwezigheid van benzine-
vaten, vaten carbid en een cylinder met
zuurstof. De brandweer, die met zes stralen
de vlammenzee bestreed, was echter na een
ragen of zij soms 'n Duitsch dienstmeisje
bad aangenomen. Zij kwam onderzoeken of
de familie Joodsch was.
„Do Morgen" (kath.) teekent hierbij
aan:
Er, zijn dus Nederlanders, die voor liet
Duitsche consulaat dergelijke werkjes op
knappen. We kunnen ze niet benijden.
Vijand van ons land
Met Jules Destrce is van de oude garde
der socialistische partij in België een
der strijdbaarsten en felsten overleden.
Ons land zal de weinig erkentelijke
herinnering bewaren aan den man,
die met zijn geestverwant senator Louis
Piérard lid was van liet befaamde Co
mité de politique nationale, dat het 11a de
wereldoorlog op de inlijving van Limburg
en Zeeuwsch-Vlaanderen bij België ha.i
gemunt; aldus de Volkskrant.
Deze socialisten waren het ook, die,
tenvijl hun partijgenooo'en in ons land
voor nationale ontwapening ijverden en
Nederland weerloos wilden maliën, in
Fransche geest en op Frankrijk steunend
voor een sterk Belgisch leger pleitten.
)>e Fransche Waal Destrée was een
vijand van ons land, maar de NederlanJ-
sclie socialistische pers zal dit thans
liefst vergeten.
Critiek is gemakkelijk
De r.k. wethouder Kropman van Amster
dam schrijft in de „Utrechtsche Crt" het
volgende aan het adres van zijn partijge-
nooten:
„Van critiek alléén kan een B.-K.
Staatspartij niet leven! Men kan met
recht beweren, dat de R.-K. Staatspartij
ook positieve wenschen heeft, doch dat
de regeering aan die wenschen slechts
zeer ten deele gevolg geeft.
Wij erkennen dit: ongetwijfeld heeft
de Staatspartij reden tot klagen. Alleen
maar: men voorkome niet alleen bij onze
kiezers, doch oo'k in het land de indruk,
alsof wij alleen klagen en critiseeren
kunnen en tot opbouwend werk niet in
staat zijn. Want anders ontstaat er in
onze gelederen een stemming van naar-
geestigheid en criticasterij, welke allicht
de onrechtvaardigheid begaat bij de cri
tiek over het hoofd te zien, dat deze re
geering staat voor enorme moeilijkheden
Het schijnt soms, alsof de regeering
nu letterlijk niets goeds doet! Persoonlijk
zijn wij van meening, dat deze regee
gelet op de bijna niet te omvatten
moeilijkheden haar taak uitnemend
verricht.
Men behoeft 't met' dit oordeel niet
eens te zijn. Men kan, als men daar lust
in heeft, wijzen op tal van gevallen,
waarin de regeering heeft gefaald. Maar
in deze tijd regeringsverantwoordelijk
heid to dragen te durven dragen
verdient oen andere bejegening dan al
léén critiek. Als wij het zeggen mogen:
zélfs erkentelijkheid. En nu gelooven
wij, dat het zoowel aan de innerlijke als
aan de uiterlijke kracht van onze Partij
geen kwaad zou doen, indien wij onze
kiezers, zelfs in dezen voor hen harde
tijd, leerden niet alleen te critiseeren
doch óókte waardeeren!"
Bijbellezen in de kazerne
Het verzoek van do vereen. „Pro Rege'
aan den Minister van Defensie, om de bij
bellezing in de kazerne op het diensltableau
te willen doen plaatsen, is door minister Go-
lijn afgewezen en dit heeft tot heel wat ge
schrijf aanleiding gegeven. In ons blad kwa
men ingezonden stukken voor. pro en
contra.
De redactie van Onze Banier, hoewri
betreurend, dat Pro Re-ge zonder overleg
met andere organisaties het verzoek deed,
is het geheel oneens met den inzender in
ons blad, die de houding van den Minister
verdedigde en wiens artikel met instem
ming door de Ned. K r ij g s m a n werd
overgenomen en herinnert aan hetgeen wij
len generaal-majoor Schoch in 1912 in dat
zelfde blad aan het adres van de N.C.O.O.V.
schreef:
„Met groote belangstelling heb ik in
Uw laatste nummer van Uw orgaan hei
bericht gelezen van „De Bijbel in da
Kazerne". Hetgeen de afdeeling Utrecht
in deze heeft gedaan is van groot© be-
teekenisDe Bijbel in de Kazerne! en
bet daaraan verbonden gemeenscbapoe-
lijk biddend lezen en vereenigd gebed tot
Hem, Die gezegd heeft: Doe Uw mond
wijd open, en Ik zal hem vervuilen", dat
is het begin van allen zegen.
Zegen voor de leden zelf, maar ook,
dat wij geroepen zijn tot voorbidding ook
voor het geheele Regiment. O, moge zoo
in elk garnizoen een kring van lezers cn
bidders ontstaan, dan zal dit werken als
„zuurdeesem in 3 maten meels verbor
gen" en tot zegen zijn voor ons geheele
leger.
God schenke U veel genade, om niet
alleen te beginnen, maar ook te volhar
den in dit Gode gevallig werk.
Hij zegene Uw gansche vereeniging en
geve, dat de band, die de verschalende
vereenigingen verbindt, die tot hetzeldo
groote doel, de komst van Gods Ko
ninkrijk in Leger en Vloot, medewerken
steeds hechter worde. Weest verzekerd,
dat ook mijn gebed U in dezen steunt"
VRIJDAG 10 JANUARI
HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00
VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwij
ding VPRO. 10.15 Voordracht. 12.30
Jonny Kroons Ensemble. 2.00 Lezing. 2.30
Pianorecital. 3.00 Gram.pl. 3.20 Lyra-
Trio. 4.00 Orgelspel. 5.00 Kinderuurtje.
5.30 De Notenkrakers. 6.15 E. Walls. 7.00
Lezing. 7.20 Accordeonorkest. 8.30 Piano-»
recital. 9.00 Lezing. 9.30 Vervolg piano
recital. 10.00 Lezing. 10.45 Berichten.
HILVERSUM II 301 M. Alg. Programma,
verzorgd door den ILR.O. 11.3012.00
Voor zieken en ouden-van-dagen. 12.15
KRO-Orkest. 1.30 Orgelconcert. 3.15 De
clamatie. 3.25 Gram.pl. 3.35 KRO-Kamer-
orkest, declamatie. 5.15 Gram.pL 6.00
KRO-Boys. 6.50 Gram.pl. en lezingen.
8.00 Berichten. Gram.pl. 8.15 Sted. Orkest
Maastricht. 9.15 Zang en piano. 9.30
Pianorecital. 10.00 Marek We'oers orkest.
10.45 Marek Webers orkest.
DROITWICH 1500 M. 11.20 OrgelspeL 1.35
Orkestconcert. 2.20 Gram.pl. 2.50 Popu
lair concert. 3.50 BBC-Midland-orkesL
6.20 Berichten. 6.50 Pianorecital. 8.2®
Dialoog. 8.35 Radiotooneel. 10.40 BBC-
Theaterorkest.
RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Orkestconcert.
5.50 Orkestconcert. 8.20 Zang en harp.
9.05 „La timbale d'argent", operette.
KEULEN 456 M. 11.20 Omroepkleinorkesfc.
3.20 Gevar. programma. 5.20 Symphonie-
orkest. 7.30 Radiotooneel. 8.20 Omroep*
kwintet. 9.5011.20 Kamerorkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en
1.302.20 Populair concert. 5.50 Kwartet-
concert 8.20 Zang. 8.35 RadiotooneeL 9.20
Salonorkest.
484 M.: 12.50 Salonorkest. 1.50 Zang. 5.2®
Omroeporkest. 8.20 Voor Oud-strijders.
half uur het vuur meester.
De bestelauto en eenige machines werden
vernield, terwijl de achterzijde van het ge
bouw totaaluitbrandde.
Verzekering dekt de schade.
EEN DRONKEN CHAUFFEUR
.Een chauffeur, die onder invloed van
sterken drank was, reed te Amsterdam
óp het Koningsplein met zijn auto eerst
het trottoir op en kwam daarna in botsing
met een verkeerspaaltje op den vlucht
heuvel, dat scheef gedrukt werd. De politie
haalde den man achter liet stuur vandaan
en bracht hem naar het bureau aan den
GEVAARLIJK GAS
Te Amsterdam roken de bewoners
van het. gebouw „De Geelvinck", Singel 530,
waar de schermzaal van den heer Paoli is
gevestigd, en waar ook het gezin woont,
een sdherpe lacht. Het dochtertje van den
heer Paoli bleek licht bevangen door het
gas.
Onmiddellijk zijn de brandweer en de
Geneeskundige Dienst gewaarschuwd, die
een uitvoerig onderzoek instelden.
De oorzaak bleek gezocht te moeten wor
den in een defect aan de koelinrichtmg,
waardoor het prikkelende gas was ontsnapt
Het dochtertje was weldra geheel hersteld.
Tienduizenden staarden pist er avond naar 'den "donkeren hemel om iets ie zien van 'de
maansverduistering. Maar door de minder gunstige weersomstandigheden was er zoo
goed als niets van waar te nemen.
Auto- en motor-ongelukken
Te Amsterdam is in de Jan Evertsen-'
straat een 50-jarige wielrijder door een'
auto aangereden. De wielrijder stak plotse-?
ldng naar links over, zoodat de automobilist,
die nog poogde een botsing te voorkomen#
tegen hem aanreed. De wielrijder kreeg een
schedelfractuur en is in diep bewusteloos
zen toestand naar het Wilhelmina-Gasthuis
vervoerd.
Te Amsterdam is een vrachtauto,
die slipte, tegen de winkelruit van perceel
Kinkerstraat 372 geredien.
De automobilist raakte op een gegevett
oogenblik zijn stuur kwijt. De wagen reed
het trottoir op, kwam tegen een boom aan,
waartegen twee fietsen stonden, welke ver
nield werden en botste tenslotte tegen do|
ruit van den leegstaanden wxnkeL
Wonder boven wonder hadden geen pern
soonlijke ongelukken plaats. -
DOODELIJK AUTO-ONGELUK
Te Amsterdam is een 50-jarige map,
die in de Jan Evertsenstraat door een auto
is aangereden, aan de gevolgen in het zie
kenhuis overleden.
BALDADIGE JEUGD
De baldadige jeugd in A ms terdaoi-
Noord zoekt en vindt ook steeds
nieuwe voorwerpen om haar lust bot to
vieren. Thans moest een plantsoen in het
Florapark het ontgelden, waar jonge hees
ters en pas geplante struiken uit den grondt
gerukt en mee naar huis genomen werden',
De over-IJsche politie zal strenge maat
regelen treffen tegen de daders, waarna
ijverig gespeurd wordt.
Branden
Te O mm el bij Asten (N'.-Br.) is cTooé
tot nu toe onbekende oorzaak, brand uit
gebroken in de herberg van Verhcyen. Het
vuur greep zóó snel om zioh heen, dat de
brawdweer vrijwel niets kon uitrichten.
De bewoners moesten zich ijlings in veilig
heid stellen.
Verheyen, die ziekelijk is, kon tijdig wor
den gered. Hij kon echter het perceel niet
meer langs den gewonen weg verlaten,
maar moest via een der ramen in veilig
heid worden gesteld.
De herberg, het woonhuis en de stallen,
welke als bergplaats van bouwmaterialen,
dienst deden, brandden geheel af. Alles
was verzekerd.
Te Ede is door onbekende oorzaak brand
uitgebroken in het woonhuis van den kleer
maker E. De vlammen grepen zoo snel om
zich heen dat de bewoners, die zich tep
ruste hadden begeven, slechts met veel
moeite gered konden worden. Van den in
boedel ging ongeveer alles verloren. Zeer
weinig werd nog in veiligheid gebracht. Ver
zekering dekt de schade.
Feuilleton
In
De geschiedenis van een erfenis
(19
door K. Jonkheid
5 Dienstbaar
J 1 Katrijntje is uitgegroeid aan alle kanten. Ze is geen kind
I ineer, een meid van melk en bloed, moedig van aard en vroolijk.
Haar meesterps is p.pn malten-tin-p slnvin vnn wifin7onria
Mijn stoffer is mijn swaert, mijn bessem is mijn wapen,
lek kenne geene rust, ick weete van geen slaepen,
Ik denck aan geen salet, ick denck niet aan mijn keel.
Geen arbeyt mij te swaer, geen zorge mij te veel
Om alles gladdekens cn sonder smet te maecken.
Vooral in de jaarlijksche schoonmaak. Dan gaat alles over-
hoop. Maar de wekelijksche beurt is niet minder vrceselijk.
Hot huis is hoog en deftig. Een steenen bordes met breede
treden geeft toegang tot de huisdeur, een nedergaand trapje
leidt smal en bescheiden naar het deurken van het onderhuis.
De groote kamers en loffelijke zalen worden nooit betreden,
alleen maar schoongemaakt. De heer des huizes durft zijn neus
1 niet in het bovenhuis vertoonen, hij gaat altijd onder in. Het
gezin eet niet in een zaal, niet in een kamer, niet in het onder
huis, niet in de keuken, maar in een bijkeukentje.. I-Iet middag-
fnaal wordt eens of tweemaal per week gekookt en telkens
opgewarmd, om het fornuis niet vuil te maken en de pannen
te sparen.
Zoo 'n smetteloos huis vormt een enorme tegenstelling met
de straat, die morsig en miserabel is, zonder eenig plaveisel,
zonder afvoer of riool. Stank van mest en rottende stoffen
.vervuilt de lucht tot profijt van kerkhof en weeshuizen.
Maar er is een heerlijke tuin met vruchtboomen en groenten
en onbelemmerd zonlicht. Wanneer de kamers gelucht en ge
boend worden, heeft door de hooge ramen de zuivere zomer
lucht vrije toegang.
Dan kan uit Katrijntje's levensblijje ziel de vroolijkheid naar
buiten springen en haar lied schallen door de hooge kamers.
Als de vrouwe maar absent is.
Zoo gaan eenige maanden voorbij en wordt het winter.
De zoon des gezins is niet zoo onderdanig als zijr. vader. En
niet zoo schuchter van levenswandel, want hij is student. I-Iij
heeft voel vrienden.
Met zijn vrienden vedelt hij in de Bierhal.
„Bier in huis en bier dacr buy ten,
Bier in backen, bier in fluyten,
Bier is drank van alle man.
Bier drinkt, dat macr drincken kan.*
Met zijn vrienden loopt hij achter de liefjes, schijnbaar licht
zinnig, maar gevoelig van hart en niet slecht.
Katrijntje werkt.alleen in een holle kamer met- leege haard.
He vensterruiten zijn dik bevroren, een triestige schemering
beschaduwt ieder ding. Ze draagt de gewone huiskleeding der
wpp.zen. Een klein doekje van gekleurde wol heeft ze om hals
en schouders gespeld.
Vlugge stappen klinken gedempt op de bovengang, de deur
gaat open, do jonge heer komt binnen en opent een van de
kasten. Hij roept Katrijntje en vraagt, of het liederboekje daar
niet meer ligt.
Katrijntje's blik gaat zoekend over de planken. Samen staan
ze in het besloten driehoekje van de half open kastdeur.
Argeloos buigt ze naar rechts en naar links, speurend in het
donkere kastgat Ongemerkt kijkt hij van terzijde naar haar
figuur en het profiel van haar gezicht. Van zoo nabij heeft hij
haar nooit gezien. Ze buigt weer in zijn richting, hij ziet haar
adem stollen in do vrieslucht, haar voorhoofd wit van kou.
„Kind, wat ben je koud" zegt hij plotseling. Teer, als bevangen
door meelij, legt hij zijn rrm om haar schoudir, zijn linkerhand
omvat haar hoofd, zoo drukt hij haar tegen zich aan als een
verkleumd kindje.
Katrijntje is niet verbaasd. 1-Iet is haar slecht een vreemde
openbaring. Vroeg verweesd, heeft ze de koestering van vader
armen nooit gekend en maar weinig ervarqn van moederzorg.
Nu voelt ze, wat ze gemist heeft Het is geen jongeling, die
haijx in zijn armen sluit, Jict is een vader, lang vermist en
eindelijk hervonden. Een zalig gevoel vand kindzijn overweldigt
haar, een zucht als een diepe snik voelt hij aan z'jn borst.
Ook hij stond een oogenblik buiten de werkelijkheid. Zuiver en
passieloos nam hij haar in bescherming, ,met beschroomde eer
bied voor haar argelooze zuiverheid, maar nu schrikt hij op.
Wat een dwaas figuur. „Je moet je beter kleeden, 't is hier veel
te koud", zegt hij, duwt haar zacht rechfop en loopt zonder
verdere aandacht de kamer uit. Het heeft niet langer geduurd
dan een 'minuut.
Ze kan het niet vergeten. Ze denkt aan het vreemde, dat haar
onbekendwas. Maar ze verlangt geen herhaling, dat zou teleur
stelling worden. Alles blijft bij 't oude. er verandert niets.
De winter gaat voorbij, het wordt weer zomer, de bladeren
worden geel en gaan spoedig vallen. De jonge heer studeert
vlijtig, zijn vrienden zien hem maar zelden. Hun lichtvaardig
gezwets gaat hem vervelen, hun dubbelzinnige grappen wekken
zijn weerzin, zijn liederboek wordt hem een-vervelend vod. Hij
denkt aan zijn zusters. Voor baar zijn hun woorden een be-
leediging, is ook het liederboek een bclcediging. En ook voor
De eerste moeilijkheid
Het gebeurt telkens, dat <Je jonge heer in "een vertrek inoeE
zijn, om een boek te halen of om een kleedingstuk of om" wat
anders. En altijd is Katrijntje in dat vertrek. Hij zegt haar
ni ts, maar kijkt in 't voorbijgaan naar haar figuur. Hij ziet
graag mooie dingen, ook een aardig meisjesfiguur. Anders niet.
Maar op een morgen moet hij weer in diezelfde kast zijn. Nu
maakt hij een praatje. Die oude herinnering! Hij zegt wat
banaals en zij antwoordt verlegen.
Zoo gaat het telkens. De gesprekken worden langer. En:
Katrijnte is niet meer verlegen.
Maar dan krijgt hij zware beschuldiging.
„Speel niet met dat kind!" roept, zijn geweten.
Het is maar spel, hij weet het. Het, zal ook niet anders kunnen.
Kort geleden is een jonge man van zijn kennis met verbitterd
hart naar „Den Oost" getrokken, omdat hij het meisje van zijn
keus niet hebben mocht. Het was een burgermeisje, geen wees-
dochter en geen dienstbare zooals Katrijntje. Familietraditie en
standshoogheid rijn onverbiddelijk.
Hij wil niet naar Den Oost, hot is maar spel, het moet spsï
blijven.
In zijn. vacantia gaat hij zes weken naar een familielid op het
land. Het stille landleven is heel anders, dan een stad. Geen
vertier, geen scheepvaart, geen fabriek, ieder aangewezen op,
zichzelf, afgesloten van de wereld, ce trekschuit en de diligence
zijn de eenige variatie. Maar alles is er zuiver, geen vervuild©
straten, geen verpeste lucht. Het achterbaksche leven, dat 00M
daar in 't donker wegkruipt, vermoedt hij niet.
(Wordt vervolgd)^
■naiMMlNHSftt.''