DE TRIESTE STAD ROTTERDAM (VJaafc Madrn, ouehy RENTE OR RENTE DONDERDAG 9 'JANUARI 1936 DERDE BLAD PAG. 9' Ontelbare leege huizen Kwijnende middenstand 53.417 werkzoekenden en 25V2 millioen steun Geen uitzicht voor de jongeren Duitsche autarkie en Belgische devaluatie knauwden de haven „Al mogen eenige schaarsche tee kenen op internationaal gebied er op wijzen, dat aan een verren horizon de donkere wolken langzaam, heel langzaam optrekken, in Nederland mochten wij die teekenen nog niet waarnemen. Toch mag men aan no men dat, als de opleving op interna tionaal getbied van blijvehdein aard is, Rotterdam als internationaal scheep vaartcentrum, die opleving op den duur wel zal volgen, al moge ae weg opwaarts nog lang en moeilijk zijn." Deze woorden, door den Robterdam- schen burgemeester :n zijn Nieuw jaarsrede in den aanvang geuit, wa ren ook de eenige lichtstralen op een schilderij van barre donkerheid, waar mee Mr. Drooglecver Fortuyn in de daarop volgende groepeering der cijfens het tegenwoordige beeld van do Maasstad moest schetsen. „De ontelbaar vele lodige winkelhuizen, kantoren, ateliers, geven een triest aanzien aan onze stad, die eertijds op een bloedend middenstanclsbodrijf kon hogen", zoo moest de burgemeester constateoreji. „De verschuivingen in de verschillende klassen dor bevolking hadden tot gevolg, dat de betere zaken klant-en moesten afstaan aan de volkszaken. Over het algemeen hebben ook te Rotterdam de moeilijkheden in 1935 die in 1934 nog overtroffen en voor het thans aangebroken jaar durft men geen [verwachtingen uitspreken." En dan volgen in sombere reeks de cij fers: het - aantal werkloozen, aan wie uit- keeringen werden verstrekt, lag 4000 hooger dan vorig jaar, het afintal werkzoekenden boven de 18 jaar bedroeg 53.417 tegen 49.275 emoe 1934; door Maatschappelijk Hulpbe toon werd 2öy2 millioen gulden uitgekeerd tegen 23 millioen vorig jaar. Duizenden stadgenooten zijn tot de overheid in een af- I hankelijke verhouding gekomen, aan de mogelijkheid waarvan zijzelf nimmer zul len hebben gedacht en ook bij verruiming i van de werkgelegenheid zullen velen niet meer in het voortbrengingsproces kunnen worden opgenomen. Voor vele jongeren gaan de beste jaren voorbij en al zou iti 1935 het laagste punt van de algemeene in- 1 zinking zijn bereikt en al zou een opwaart- sche beweging komende zijn, zoo zullen de zorgen nog vele en de inspanning nog groot zijn gedurende een tijd waarvan de duur moeilijk is te bepalen. De haven De hoofdoorzaak van de trieste inzinking j ïe Rotterdam? I De burgemeester toonde spoedig aan, dat deze gelegen is inw de inzinking van den wereldhandel en den knauw, die de Rot- terdamsche haven vooral het laatste jaar heeft gekregen. Terwijl in 1933 in de continentale Noord zeehavens 1500 zeeschepen meer binnen kwamen dan in het depressiejaar 1932 en in lft3i nog 2500 meer dan in 1933 is in £935 deze vooruitgang tot staan gekomen en kwam er in alle Noordzeehavens tezamen geen schip meer binnen dan in j 1934. Wanneer men hierbij bedenkt, dat desondanks Antwerpen haar positie met 820 schepen en 1*4 millioen ton j wist te verbeteren in hoofdzaak na tie devaluatie van de Belga en Einden een nieuwe winst van 200 schepen en 300.000 ton kon boeken, zoodat voor deze steden de cijfers tot 90 en 170 pCt. van die van 1929 zijn gestegen, terwijl 1 Hamburg, Bremen en Gent zich 1 handhaafden, dan is daarmee tevens het beeld van onze Nederlandsche zee havens geteekend. Te Rotterdam kwa men 350, te Amsterdam 320 zeesche- pen minder binnen dan In 1934, Niet tegenstaande de groote ertsaanvoeren in het eerste kwartaal en de gunsti ger tonnagecijfers in November en De cember bleef Rotterdam met 200.000 ton ten achter bij 1931, evenals Am- I sterdam. Het is de vaart op Azië, die te Rotterdam Eet sterkst is getroffen, en te Antwerpen de gunstigste cijfers aanwees. De dalende cij- fers zijn het gevolg van verminderden in voer voor hét N. W. Europeesc-he achter land. Na de stijging, die vooral de aanvoe ren van grondstoffen in de voorafgaande 2 jaren vertoonden, is er thans een achter uitgang ingetreden; de totale goederenaan- voer ter zee was er in 1935 iy2 millioen ion kleiner dan in 1934. Alleen Antwer pen bleef vooruitgang boeken, Emden handhaafde zich, Hamburg en Bre men liepen iets achteruit, maar het groo te verlies in de aanvoeren kwam ten laste van Rotterdam en Am sterdam, elk met ongeveer mil lioen ton. Hot stukgoed waaraan het mees te werk en verdienste zit liep te Rotterdam met 600.000 ton achteruit en de opgesomde goederen soorten ge ven aan, dat de beschermende maat regelen ten behoeve van landbouw en veeteelt, nationaal zoowel als inter nationaal genomen de oorzaak waren van dien teruggang. Ook de ertsaf vloeiing van Rotterdam naar Antwer pen trok de aandacht. Na de devalua tie in België werd de verhouding der ertstransporten over Antwerpen-Gent en Rotterdam van 1 3, terwijl die ver houding in 1934 bedroeg 17% en in 1929 cn vóór den oorlog 1 19. De Bel gische premiepolitiek op het Rijnver- voer is hieraan niet vreemd. De graan- aanvocr bedraagt nog slechts 2 milli oen tegen meer dan 4 millioen ton vóór de crisis De kolen- en houttransporten vertoonen al evenzeer teruggang en alleen de groep minerale oliën geeft wat. het vervoer be treft reden tot tevredenheid, zoodat de grootsche installaties, die Rotterdam rond om de nieuwe petroleumhaven heeft zien verrijzen thans nuttig worden. Terwijl el ders geklaagd wordt over gebrek aan be drijvigheid zien we bij de Bataafsche 1200 arbeiders bezig met den bouw van een groot industrieel bedrijf. Als een der belangrijkste feiten stelt de burgemeester in zijn nieuwjaars rede vast, dat Rotterdams dominee- rende positie als massagoedhaven ernstig ls bedreigd. Voorzieningen ter vrijwaring van wat nog behouden kan blijven en herwonnen zou kun nen worden dienen onverwijld te wor den getroffen, wil het afbrokkelings proces niet verder voortgang vinden. Hetzelfde moet met allen nadruk wor den bepleit voor het uitgaande ver keer van stukgoed en massaal stuk goed. Dit steeg sedert 1934 te Ham burg met 200.000 ton, to Bremen met 250.000, te Amsterdam met 100.000 en te Anwerpen met 500.000 ton en te Rotterdam met nauwelijks 40.000 ton, terwijl Rotterdam in 1933 in tegenstel ling met andere havens ook al geen winst had geboekt. Terwijl Antwer pen sedert 1933 met 1.000.000 ton voor uitging bleven de havens aan den Nieuwen Waterweg nog 20.000 tons per jaar ten achter. Het is de doorvoer naar overzee van stukgoed uit Rotterdam's internationale achterland, die instede van zich te herstel len, zooals in de andere Noordzeehavens, verder afbrokkelt De invloed van de uitzon- deringstarieven van ae Deutsche Reichs- bajhm en van de Belgische Rijnvaartpre mies voor het afgaande verkeer zullen dus nog meer dan voorheen het onderwerp van onze bekommernissen vormen. Daar waar dit mogelijk zal blijken, zal, zonder verder uitstel, actief moeten worden opgetreden, om een einde te maken aan kunstmatige verkeersaftappingen, die uiteindelijk slechts alle betrokken partijen kunnen schaden. Men lette wel Rotterdam wenscht niet ten koste van auderen en ter bevordering van eigen belangen de Instelling van be schermende maatregelen. Rotterdam wenscht alleen, dat het verkeer worde geleid langs de moest economische wegen èn in het be lang van den vervoerder èn in dat van ver zender en ontvanger. Men kan niet ver wachten dat Rotterdam blijvend zal toezien dat transporten die èn van nature èn nit een oogpnnt van ver keer scconomie over de Rotterdamsche haveninrichtingen dienen te worden geleid, kunstmatig daaraan worden onttrokken. Het dienstbodenvraagstuk De heer Th. van Lier, referendaris bij de afdeeling Werk looshei dsverzeliéring en Ar beidsbemiddeling, heeft in het „Tijdschrift van .de Ned. Werklooslleidsraad" opnieuw eenige beschouwingen aan bovengenoemd vraagstuk gewijd. Hij deelt o.a. mee, dat er thans ruim 40.000 buitenlandsche dienst boden in ons land werkzaam zijn, van wie 30.000 Duitsche, 5000 Oostenrijksche en 5000 Duitsch sprekende Tsjecho-Slowaaksche, Poolsche, Hongaarsche cn Joego-Slavische. De meesten zijn in Den Haag te vinden. In vier jaar tijd verdubbelde daar het aan tal van 7000 op U.OOO. Wanneer men in de toekomst ertoe zal overgaan, om buitenlandsche dienstboden te weren, dan zal men dit in het begin wel licht alleen ten plattelande en in de kleine steden kunnen doen. Maar dc heer Van Lier laat verslaan, dat vóór dit gebeurt, eerst gezorgd moet worden voor een behoorlijk aantal afgerichte Nederlandsche dienstbo den, waaraan op dit oogenblik nog een groot gebrek bestaat. En ook hij is van oordeel, dat de kennis van het huishouden beter dient onderwezen en tevens dat de liefde tot huishoudelijke arbeid op breede wijze dient te worden aangewakkerd. Ge noeg huisvrouwen zijn er, aldus de heer Van Lier, om van dienstboden maar te zwij gen, die van huishoüden niets kennen en niets ervoor voelen. In de groote steden groeit het aantal huisvrouwen, dat veel meer verstand heeft van cocktails en siga retten, van bridge-drives en autobesturen, dan van het besturen van een huishouden. Het is inderdaad broodnoodig, dat in Ne derland eens op radicale manier het vraag stuk van de huishoudelijke arbeid wordt aangepakt. Duitsche bezorgdheid De bezorgdheid der Duitsche Regeering voor het heil barer onderdanen is werkelijk roerend, gelijk uit het volgende in „I-Iet. Volksblad", (soa-dem.) verhaalde geval kan blijken: Een Duitsche dienstbode, die in Neder land in betrekking is. had een vriendin in Duitschland, die graag in ons land een be trekking wilde aanvaarden. Het meisje vond voor haar vriendin een betrekking en die vroeg een pas aan,-teneinde naar Neder land te komen. De pos bleef uit en bij na vraag bleek, dat de Duitsche autoriteiten eerst zouden informeeren, of de menschen, waarbij ze in betrekking zou komen, soms Joden waren. Indien dat zoo was, zou het meisje haar pas niet krijgen... Dit geval heeft nog een andere interes sante kant. Dezer dagen vervoegde zich na melijk bij de vrouw, die 't meisje in dienst zou nemen, een Nederlandsche dame om te die onze Regeering aan de scheepvaart, in het bijzonder voor den bouw van den Prin- sendam beeft verleend en de hulp, die werd geboden door het verlagen van de loodsgel den zeide ae burgemeester, dat dit- alles ec-hter de ongelijkheid in de concurrentie voorwaarden nog slechts in één opzicht heeft opgeheven. Hij sprak de hoop uit, dat het inzicht mocht veld winnen, dat bij Regee- ringsstêun op het gebied van de Rijnvaart premies nivelleering niet uitsluitend op het voor concurreerende havens meest ongunsti ge peil mogelijk is, maar dat deze ook op een ander nivean kan geschieden, zonder daarmede tekort te doen aan de rechtmati ge verlangens van het bedrijfsleven in de betrokken havensteden en van de belangheb benden in het achterland. „Moge, zoo besloot Rotterdams burgemees ter heden zijn rede in den Raad, de Neaer- landsche Regeering handelen naar de oude waarheid, dat snelle hulp dubbele hulp be- teekent De haven van Rotterdam dient èn om haar nationale beteeken is èn om de ma te, waarin zij getroffen is, snel te worden holpen." GEMENGD NIEUWS Felle brand te Haarlem In een garage en machineherstelplaats Gistermiddag heeft een korte doch felle brand gewoed in de garage en machine herstelplaats van den heer J. Inpijn aan de Houtmarkt te Haarlcm. Het vuur dat vermoedelijk ontstaan is door kortsluiting in een bestelauto, welke gerepareerd werd, greep zeer snel om zich heen en weldra stond de werkplaats In lichterlaaie. Een vrachtauto en een luxe auto konden nog tijdig naar buiten gereden worden. De situatie was aanvankelijk zeer ge vaarlijk door de aanwezigheid van benzine- vaten, vaten carbid en een cylinder met zuurstof. De brandweer, die met zes stralen de vlammenzee bestreed, was echter na een ragen of zij soms 'n Duitsch dienstmeisje bad aangenomen. Zij kwam onderzoeken of de familie Joodsch was. „Do Morgen" (kath.) teekent hierbij aan: Er, zijn dus Nederlanders, die voor liet Duitsche consulaat dergelijke werkjes op knappen. We kunnen ze niet benijden. Vijand van ons land Met Jules Destrce is van de oude garde der socialistische partij in België een der strijdbaarsten en felsten overleden. Ons land zal de weinig erkentelijke herinnering bewaren aan den man, die met zijn geestverwant senator Louis Piérard lid was van liet befaamde Co mité de politique nationale, dat het 11a de wereldoorlog op de inlijving van Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen bij België ha.i gemunt; aldus de Volkskrant. Deze socialisten waren het ook, die, tenvijl hun partijgenooo'en in ons land voor nationale ontwapening ijverden en Nederland weerloos wilden maliën, in Fransche geest en op Frankrijk steunend voor een sterk Belgisch leger pleitten. )>e Fransche Waal Destrée was een vijand van ons land, maar de NederlanJ- sclie socialistische pers zal dit thans liefst vergeten. Critiek is gemakkelijk De r.k. wethouder Kropman van Amster dam schrijft in de „Utrechtsche Crt" het volgende aan het adres van zijn partijge- nooten: „Van critiek alléén kan een B.-K. Staatspartij niet leven! Men kan met recht beweren, dat de R.-K. Staatspartij ook positieve wenschen heeft, doch dat de regeering aan die wenschen slechts zeer ten deele gevolg geeft. Wij erkennen dit: ongetwijfeld heeft de Staatspartij reden tot klagen. Alleen maar: men voorkome niet alleen bij onze kiezers, doch oo'k in het land de indruk, alsof wij alleen klagen en critiseeren kunnen en tot opbouwend werk niet in staat zijn. Want anders ontstaat er in onze gelederen een stemming van naar- geestigheid en criticasterij, welke allicht de onrechtvaardigheid begaat bij de cri tiek over het hoofd te zien, dat deze re geering staat voor enorme moeilijkheden Het schijnt soms, alsof de regeering nu letterlijk niets goeds doet! Persoonlijk zijn wij van meening, dat deze regee gelet op de bijna niet te omvatten moeilijkheden haar taak uitnemend verricht. Men behoeft 't met' dit oordeel niet eens te zijn. Men kan, als men daar lust in heeft, wijzen op tal van gevallen, waarin de regeering heeft gefaald. Maar in deze tijd regeringsverantwoordelijk heid to dragen te durven dragen verdient oen andere bejegening dan al léén critiek. Als wij het zeggen mogen: zélfs erkentelijkheid. En nu gelooven wij, dat het zoowel aan de innerlijke als aan de uiterlijke kracht van onze Partij geen kwaad zou doen, indien wij onze kiezers, zelfs in dezen voor hen harde tijd, leerden niet alleen te critiseeren doch óókte waardeeren!" Bijbellezen in de kazerne Het verzoek van do vereen. „Pro Rege' aan den Minister van Defensie, om de bij bellezing in de kazerne op het diensltableau te willen doen plaatsen, is door minister Go- lijn afgewezen en dit heeft tot heel wat ge schrijf aanleiding gegeven. In ons blad kwa men ingezonden stukken voor. pro en contra. De redactie van Onze Banier, hoewri betreurend, dat Pro Re-ge zonder overleg met andere organisaties het verzoek deed, is het geheel oneens met den inzender in ons blad, die de houding van den Minister verdedigde en wiens artikel met instem ming door de Ned. K r ij g s m a n werd overgenomen en herinnert aan hetgeen wij len generaal-majoor Schoch in 1912 in dat zelfde blad aan het adres van de N.C.O.O.V. schreef: „Met groote belangstelling heb ik in Uw laatste nummer van Uw orgaan hei bericht gelezen van „De Bijbel in da Kazerne". Hetgeen de afdeeling Utrecht in deze heeft gedaan is van groot© be- teekenisDe Bijbel in de Kazerne! en bet daaraan verbonden gemeenscbapoe- lijk biddend lezen en vereenigd gebed tot Hem, Die gezegd heeft: Doe Uw mond wijd open, en Ik zal hem vervuilen", dat is het begin van allen zegen. Zegen voor de leden zelf, maar ook, dat wij geroepen zijn tot voorbidding ook voor het geheele Regiment. O, moge zoo in elk garnizoen een kring van lezers cn bidders ontstaan, dan zal dit werken als „zuurdeesem in 3 maten meels verbor gen" en tot zegen zijn voor ons geheele leger. God schenke U veel genade, om niet alleen te beginnen, maar ook te volhar den in dit Gode gevallig werk. Hij zegene Uw gansche vereeniging en geve, dat de band, die de verschalende vereenigingen verbindt, die tot hetzeldo groote doel, de komst van Gods Ko ninkrijk in Leger en Vloot, medewerken steeds hechter worde. Weest verzekerd, dat ook mijn gebed U in dezen steunt" VRIJDAG 10 JANUARI HILVERSUM I 1875 M. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwij ding VPRO. 10.15 Voordracht. 12.30 Jonny Kroons Ensemble. 2.00 Lezing. 2.30 Pianorecital. 3.00 Gram.pl. 3.20 Lyra- Trio. 4.00 Orgelspel. 5.00 Kinderuurtje. 5.30 De Notenkrakers. 6.15 E. Walls. 7.00 Lezing. 7.20 Accordeonorkest. 8.30 Piano-» recital. 9.00 Lezing. 9.30 Vervolg piano recital. 10.00 Lezing. 10.45 Berichten. HILVERSUM II 301 M. Alg. Programma, verzorgd door den ILR.O. 11.3012.00 Voor zieken en ouden-van-dagen. 12.15 KRO-Orkest. 1.30 Orgelconcert. 3.15 De clamatie. 3.25 Gram.pl. 3.35 KRO-Kamer- orkest, declamatie. 5.15 Gram.pL 6.00 KRO-Boys. 6.50 Gram.pl. en lezingen. 8.00 Berichten. Gram.pl. 8.15 Sted. Orkest Maastricht. 9.15 Zang en piano. 9.30 Pianorecital. 10.00 Marek We'oers orkest. 10.45 Marek Webers orkest. DROITWICH 1500 M. 11.20 OrgelspeL 1.35 Orkestconcert. 2.20 Gram.pl. 2.50 Popu lair concert. 3.50 BBC-Midland-orkesL 6.20 Berichten. 6.50 Pianorecital. 8.2® Dialoog. 8.35 Radiotooneel. 10.40 BBC- Theaterorkest. RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Orkestconcert. 5.50 Orkestconcert. 8.20 Zang en harp. 9.05 „La timbale d'argent", operette. KEULEN 456 M. 11.20 Omroepkleinorkesfc. 3.20 Gevar. programma. 5.20 Symphonie- orkest. 7.30 Radiotooneel. 8.20 Omroep* kwintet. 9.5011.20 Kamerorkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.302.20 Populair concert. 5.50 Kwartet- concert 8.20 Zang. 8.35 RadiotooneeL 9.20 Salonorkest. 484 M.: 12.50 Salonorkest. 1.50 Zang. 5.2® Omroeporkest. 8.20 Voor Oud-strijders. half uur het vuur meester. De bestelauto en eenige machines werden vernield, terwijl de achterzijde van het ge bouw totaaluitbrandde. Verzekering dekt de schade. EEN DRONKEN CHAUFFEUR .Een chauffeur, die onder invloed van sterken drank was, reed te Amsterdam óp het Koningsplein met zijn auto eerst het trottoir op en kwam daarna in botsing met een verkeerspaaltje op den vlucht heuvel, dat scheef gedrukt werd. De politie haalde den man achter liet stuur vandaan en bracht hem naar het bureau aan den GEVAARLIJK GAS Te Amsterdam roken de bewoners van het. gebouw „De Geelvinck", Singel 530, waar de schermzaal van den heer Paoli is gevestigd, en waar ook het gezin woont, een sdherpe lacht. Het dochtertje van den heer Paoli bleek licht bevangen door het gas. Onmiddellijk zijn de brandweer en de Geneeskundige Dienst gewaarschuwd, die een uitvoerig onderzoek instelden. De oorzaak bleek gezocht te moeten wor den in een defect aan de koelinrichtmg, waardoor het prikkelende gas was ontsnapt Het dochtertje was weldra geheel hersteld. Tienduizenden staarden pist er avond naar 'den "donkeren hemel om iets ie zien van 'de maansverduistering. Maar door de minder gunstige weersomstandigheden was er zoo goed als niets van waar te nemen. Auto- en motor-ongelukken Te Amsterdam is in de Jan Evertsen-' straat een 50-jarige wielrijder door een' auto aangereden. De wielrijder stak plotse-? ldng naar links over, zoodat de automobilist, die nog poogde een botsing te voorkomen# tegen hem aanreed. De wielrijder kreeg een schedelfractuur en is in diep bewusteloos zen toestand naar het Wilhelmina-Gasthuis vervoerd. Te Amsterdam is een vrachtauto, die slipte, tegen de winkelruit van perceel Kinkerstraat 372 geredien. De automobilist raakte op een gegevett oogenblik zijn stuur kwijt. De wagen reed het trottoir op, kwam tegen een boom aan, waartegen twee fietsen stonden, welke ver nield werden en botste tenslotte tegen do| ruit van den leegstaanden wxnkeL Wonder boven wonder hadden geen pern soonlijke ongelukken plaats. - DOODELIJK AUTO-ONGELUK Te Amsterdam is een 50-jarige map, die in de Jan Evertsenstraat door een auto is aangereden, aan de gevolgen in het zie kenhuis overleden. BALDADIGE JEUGD De baldadige jeugd in A ms terdaoi- Noord zoekt en vindt ook steeds nieuwe voorwerpen om haar lust bot to vieren. Thans moest een plantsoen in het Florapark het ontgelden, waar jonge hees ters en pas geplante struiken uit den grondt gerukt en mee naar huis genomen werden', De over-IJsche politie zal strenge maat regelen treffen tegen de daders, waarna ijverig gespeurd wordt. Branden Te O mm el bij Asten (N'.-Br.) is cTooé tot nu toe onbekende oorzaak, brand uit gebroken in de herberg van Verhcyen. Het vuur greep zóó snel om zioh heen, dat de brawdweer vrijwel niets kon uitrichten. De bewoners moesten zich ijlings in veilig heid stellen. Verheyen, die ziekelijk is, kon tijdig wor den gered. Hij kon echter het perceel niet meer langs den gewonen weg verlaten, maar moest via een der ramen in veilig heid worden gesteld. De herberg, het woonhuis en de stallen, welke als bergplaats van bouwmaterialen, dienst deden, brandden geheel af. Alles was verzekerd. Te Ede is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in het woonhuis van den kleer maker E. De vlammen grepen zoo snel om zich heen dat de bewoners, die zich tep ruste hadden begeven, slechts met veel moeite gered konden worden. Van den in boedel ging ongeveer alles verloren. Zeer weinig werd nog in veiligheid gebracht. Ver zekering dekt de schade. Feuilleton In De geschiedenis van een erfenis (19 door K. Jonkheid 5 Dienstbaar J 1 Katrijntje is uitgegroeid aan alle kanten. Ze is geen kind I ineer, een meid van melk en bloed, moedig van aard en vroolijk. Haar meesterps is p.pn malten-tin-p slnvin vnn wifin7onria Mijn stoffer is mijn swaert, mijn bessem is mijn wapen, lek kenne geene rust, ick weete van geen slaepen, Ik denck aan geen salet, ick denck niet aan mijn keel. Geen arbeyt mij te swaer, geen zorge mij te veel Om alles gladdekens cn sonder smet te maecken. Vooral in de jaarlijksche schoonmaak. Dan gaat alles over- hoop. Maar de wekelijksche beurt is niet minder vrceselijk. Hot huis is hoog en deftig. Een steenen bordes met breede treden geeft toegang tot de huisdeur, een nedergaand trapje leidt smal en bescheiden naar het deurken van het onderhuis. De groote kamers en loffelijke zalen worden nooit betreden, alleen maar schoongemaakt. De heer des huizes durft zijn neus 1 niet in het bovenhuis vertoonen, hij gaat altijd onder in. Het gezin eet niet in een zaal, niet in een kamer, niet in het onder huis, niet in de keuken, maar in een bijkeukentje.. I-Iet middag- fnaal wordt eens of tweemaal per week gekookt en telkens opgewarmd, om het fornuis niet vuil te maken en de pannen te sparen. Zoo 'n smetteloos huis vormt een enorme tegenstelling met de straat, die morsig en miserabel is, zonder eenig plaveisel, zonder afvoer of riool. Stank van mest en rottende stoffen .vervuilt de lucht tot profijt van kerkhof en weeshuizen. Maar er is een heerlijke tuin met vruchtboomen en groenten en onbelemmerd zonlicht. Wanneer de kamers gelucht en ge boend worden, heeft door de hooge ramen de zuivere zomer lucht vrije toegang. Dan kan uit Katrijntje's levensblijje ziel de vroolijkheid naar buiten springen en haar lied schallen door de hooge kamers. Als de vrouwe maar absent is. Zoo gaan eenige maanden voorbij en wordt het winter. De zoon des gezins is niet zoo onderdanig als zijr. vader. En niet zoo schuchter van levenswandel, want hij is student. I-Iij heeft voel vrienden. Met zijn vrienden vedelt hij in de Bierhal. „Bier in huis en bier dacr buy ten, Bier in backen, bier in fluyten, Bier is drank van alle man. Bier drinkt, dat macr drincken kan.* Met zijn vrienden loopt hij achter de liefjes, schijnbaar licht zinnig, maar gevoelig van hart en niet slecht. Katrijntje werkt.alleen in een holle kamer met- leege haard. He vensterruiten zijn dik bevroren, een triestige schemering beschaduwt ieder ding. Ze draagt de gewone huiskleeding der wpp.zen. Een klein doekje van gekleurde wol heeft ze om hals en schouders gespeld. Vlugge stappen klinken gedempt op de bovengang, de deur gaat open, do jonge heer komt binnen en opent een van de kasten. Hij roept Katrijntje en vraagt, of het liederboekje daar niet meer ligt. Katrijntje's blik gaat zoekend over de planken. Samen staan ze in het besloten driehoekje van de half open kastdeur. Argeloos buigt ze naar rechts en naar links, speurend in het donkere kastgat Ongemerkt kijkt hij van terzijde naar haar figuur en het profiel van haar gezicht. Van zoo nabij heeft hij haar nooit gezien. Ze buigt weer in zijn richting, hij ziet haar adem stollen in do vrieslucht, haar voorhoofd wit van kou. „Kind, wat ben je koud" zegt hij plotseling. Teer, als bevangen door meelij, legt hij zijn rrm om haar schoudir, zijn linkerhand omvat haar hoofd, zoo drukt hij haar tegen zich aan als een verkleumd kindje. Katrijntje is niet verbaasd. 1-Iet is haar slecht een vreemde openbaring. Vroeg verweesd, heeft ze de koestering van vader armen nooit gekend en maar weinig ervarqn van moederzorg. Nu voelt ze, wat ze gemist heeft Het is geen jongeling, die haijx in zijn armen sluit, Jict is een vader, lang vermist en eindelijk hervonden. Een zalig gevoel vand kindzijn overweldigt haar, een zucht als een diepe snik voelt hij aan z'jn borst. Ook hij stond een oogenblik buiten de werkelijkheid. Zuiver en passieloos nam hij haar in bescherming, ,met beschroomde eer bied voor haar argelooze zuiverheid, maar nu schrikt hij op. Wat een dwaas figuur. „Je moet je beter kleeden, 't is hier veel te koud", zegt hij, duwt haar zacht rechfop en loopt zonder verdere aandacht de kamer uit. Het heeft niet langer geduurd dan een 'minuut. Ze kan het niet vergeten. Ze denkt aan het vreemde, dat haar onbekendwas. Maar ze verlangt geen herhaling, dat zou teleur stelling worden. Alles blijft bij 't oude. er verandert niets. De winter gaat voorbij, het wordt weer zomer, de bladeren worden geel en gaan spoedig vallen. De jonge heer studeert vlijtig, zijn vrienden zien hem maar zelden. Hun lichtvaardig gezwets gaat hem vervelen, hun dubbelzinnige grappen wekken zijn weerzin, zijn liederboek wordt hem een-vervelend vod. Hij denkt aan zijn zusters. Voor baar zijn hun woorden een be- leediging, is ook het liederboek een bclcediging. En ook voor De eerste moeilijkheid Het gebeurt telkens, dat <Je jonge heer in "een vertrek inoeE zijn, om een boek te halen of om een kleedingstuk of om" wat anders. En altijd is Katrijntje in dat vertrek. Hij zegt haar ni ts, maar kijkt in 't voorbijgaan naar haar figuur. Hij ziet graag mooie dingen, ook een aardig meisjesfiguur. Anders niet. Maar op een morgen moet hij weer in diezelfde kast zijn. Nu maakt hij een praatje. Die oude herinnering! Hij zegt wat banaals en zij antwoordt verlegen. Zoo gaat het telkens. De gesprekken worden langer. En: Katrijnte is niet meer verlegen. Maar dan krijgt hij zware beschuldiging. „Speel niet met dat kind!" roept, zijn geweten. Het is maar spel, hij weet het. Het, zal ook niet anders kunnen. Kort geleden is een jonge man van zijn kennis met verbitterd hart naar „Den Oost" getrokken, omdat hij het meisje van zijn keus niet hebben mocht. Het was een burgermeisje, geen wees- dochter en geen dienstbare zooals Katrijntje. Familietraditie en standshoogheid rijn onverbiddelijk. Hij wil niet naar Den Oost, hot is maar spel, het moet spsï blijven. In zijn. vacantia gaat hij zes weken naar een familielid op het land. Het stille landleven is heel anders, dan een stad. Geen vertier, geen scheepvaart, geen fabriek, ieder aangewezen op, zichzelf, afgesloten van de wereld, ce trekschuit en de diligence zijn de eenige variatie. Maar alles is er zuiver, geen vervuild© straten, geen verpeste lucht. Het achterbaksche leven, dat 00M daar in 't donker wegkruipt, vermoedt hij niet. (Wordt vervolgd)^ ■naiMMlNHSftt.''

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9