Met de ambulance naar Abessynië DONDERDAG 9 JANUARI 1936 TWEEDE BLAD PAG. 5 De op het dek verzamelde bemanning van het nieuwe pantser schip der Duitsche marine„Admiral Graf Speë"'luistert naar In het békende Schager Rietbosch is het riet snij den weer in vollen gang. Het gesneden riet wordt veel de toespraak van den kapitein* vuldig gébruikt als dakbedekking voor villa's en De minister van sociale zaken, mr. Slingenherg, bracht een bezoek aan de Philipsbedrijven te Eindhoven. Tijdens het bezoek: v. l.n. r. minister Slingenberg, dr. A. F. Philips en ir. F. J. Philips De begrooting van Gelderland Oöen belastingverhooglng In 1936 De Prov. Staten van Gelderland heb ben de provinciale begrooting voor 1936 goedgekeurd, welke sluit met een be drag van f 12.150.000 aan inkomsten en uitgaven. In 1936 zullen dezelfde belas tingen geheven worden als in het voor afgaande jaar, n.1. 20 opcenten op de grondbelasting (ongebouwd en ge bouwd), 27 opcenten op de rijksinkom stenbelasting en 27 opcenten op de ver mogensbelasting. Ged. Staten werden ge machtigd een geldleening aan te gaan, giroot ,f 750.000 ten behoeve van de drinkwatervoorziening Oost-Gelder land, in het bijzonder voor den aanleg van drinkwaterleidingen in de gemeen ten Doetincliem en Gendringen. HET BOEK VAN BELLAMY Hoe komen we er uit? Het is onze lezers bekend, dat er in de laatste maanden ontzaglijk veel propaganda gedreven wordt met de boeken van Edward Bellamy. Een voor- en leidsman in deze beweging is mr. P. IJssel de Schepper, die thans bij de Uitgevers-Mij. De Tijdstroom te Lochem een brochure deed verschijnen, waarin de opvattingen van den fantastischen schrijver gepopulariseerd worden. Het is onze lezers uit artikelen en onder schriften bekend, hoe wij principieel tegenover deze beweging staan. Dat geldt na tuur lijk ook tegenover deze brochure, welke het beginsel vraagstuk zooveel mogelijk onbe sproken laat en over het godsdienstig leven si edits enkele algemeenheden in oud-vrij zinnig-liberale trant zegt; b.v. deze: „De godsdiensten zullen op veel hooger peil komen en in volle glorie gaan stralen". Want: „ieder zal in werkelijkheid op gees- te lijk, religieus, godsdienstig gebied vrij zijn om zijn zieleheil daar te vinden, waar Gods wil hem stuwt". Wat de praktische mogelijkheid betreft, stuit men natuurlijk bij den schrijver op de zelfde oppervlakkigheid als bij Bellamy. Terwijl men ©enerzijds erkent, dat gebrek aan koopkracht de crisis veroorzaakt en dat spaarzaamheid en kapitaalvorming nood zakelijk zijn; betoogt men anderzijds met ongewone lichtvaardigheid, dat alles bij tooverslag verandert, wanneer het winst systeem is vervallen; dan is er plotseling overvloed voor ieder en de meest fantas tische uitgaven zijn mogelijk. Ook met het buitenland speelt men het in een ommezien klaar. „Trouwens in de an dere landen, die dezelfde crisis doormaken als Nederland, zullen de inwoners ae oogen open gaan, zoo gauw zij zien, hoe de crisis hier in welvaart veranderd is, en zij zullen het Nederlandsche voorbeeld volgen en eveneens hot Bellamy-systeem aanvaarden" Hoe doodeenvoudig gaat alles, niet waar? Ja, iets ontbreekt nog: het is de brug van ROFFELRIJMEN. WIE 'T KLEINE NIET EERT Nederlandsche reizigers gaven In 1934 ln het buitenland 34 miljoen gulden uit, terwijl buitenlanders in Nederland slechts 4 miljoen yer- Minister Gélissen, een man vol moed en kracht, Heeft weer een welvaartsplan op het tapijt gebracht: Hij heeft met cijfers scherp het feit gememoreerd Dat Nederland veel geld in 't buitenland verteert, Terwijl de vreemdeling, als hij bij ons logeert Zijn centen zevenmaal maal zeven malen keert. De vreemdeling verteert in Neerland vier miljoen. Gélukkig kunnen wij het nog wat beter doen: Wij gunnen 't buitenland van ons bescheiden deel bi gangbaar Hollandsch geld haast negenmaal zooveel! Minister Gelissen heeft zeer terecht gezegd Dat op ons landschapsschoon meer nadruk moet gelegd; Het „Welkom Vreemdeling (als gij hier wat verteert)!" Moet door ons prijstanef met kracht gepropageerd. Verlaagt de prijzen in pension en restaurant, Dan wordt èn landgenoot èn vreemdeling uw klant! Ik hoop dat men dat woord met daden onderschrijft, Dat niet ons vaderland een duurte-eiland blijft Dat door het buitenland wordt dood-geconcurreerd Omdat de Hollander het kleine niet en eert. (Nadruk verboden.) LEO LENS. het koude heden naar de zonnige toekomst, „Hoe echter die brug geconstrueerd zal zijn, heeft op het oogenblik nog geen belang om hier uiteen te zetten". In ontwerp zijn ecli- tar reeds verschillende brugRen gereed. Men heeft later maar te kiezen. Het is alles zóó doodeenvoudig, dat men zich grootelijks verbaast, waarom die nieu we maatschappij zóó lang uitblijft Helaas; 't is utopie en iajitasLeiij;" niets Evenals Columbus indertijd onbekende zeeën bevoer met zijn zeilschip, zoo maakte 't zeilschip „Joseph Conradonlangs een avontuurlijke reis van 16 maanden van Engeland naar het verre Australië. DE TOCHT DOOR HET SUEZ-KANAAL WAS WAT EENTONIG [Toch was er heel wat te zien! Het wordt warm Waar de oude en nieuwe wereld elkaar ontmoeten De heer P v. d. Honing schreef ons gis ter over de wederwaardigheden van de leden der ambulance naar Abessynië te Port-Said. Thans beschrijft hij de reis vanaf Port-Said naar Bjiboeti in Fransch Somaliland, jde laatste etappe van de zeereis. 17 December Aan boord van het m.s. j „Kota Radja" j Toen Ik vanmorgen ontwaakte, bevonden We ons met de „Kota Radja" al vrij ver in het Suez-Kanaal. Het uitzicht was trooste- loos. Na het ontbijt zocht ik een gemakke lijke stoel op het dek, omdat de warmte zich al geduaht deed gevoelen. Rechts en links Van het kanaal strekken, zich eindelooze Woestijngebieden uit. Bij Ismai'lia zagen we een hospitaal van de R.K. Missie, dat er keurig verzorgd uit zag doch in deze woestenij vreemd aandeed. Enkele honderden meters verder passeerden i We een kleine .badplaats", waar het strand leven in vollen gang was. Heel in de verte lag Ismailia, dat rond een gedeelte van het groote bittermeer gebouwd is. Na dit meer doorgevaren te zijn bereikten wij het tweede kanaalgedeelte. Ooit hier was niet veel te zien; opvallend was de prachtig geasfal teerde weg langs het kanaal, waarover een (druk verkeer heersoht Het „straatbeeld" is echter anders dan fn Europa. Hier ontmoeten elkaar de oude en de nieuwe wereld! Automobie len en kameelen, men ziet ze langs den weg voorttrekken. Voetgangers zijn zelfs geen uitzondering! Ook muil- i ezels en ezels merkten we op. Maar... de kameel domineert. Zelfs zagen we j een politie-agent, die van „het schip i der woestijn" een dankbaar gebruik maakte. Hier en daar stond' langs de weg een een zame ambtenaarswoning, het eenigste, wat ons aan Europa herinnerde. De woningen Van de Suez-kanaal-maatschappij maakten In deze woestenij wel een comfortabele in- flnik, doch overigens waren het eenzame posten, waarvan de bewoners, verstoken als zij van alles zijn en blootgesteld aan de af mattende hitte, de Europeesohe samenleving wel heel erg zullen missen. Via het kleine bittermeer bereikten we tenslotte het laatste kanaalgedeelte. Uiterst langzaam ging het voort, omdat „volle kracht" het kanaal volkomen zou ruïneeren. Nu en dan bleven we in breede kanaalge deelten vastgemeerd liggen, om schepen van tegenovergestelde richting gelegenheid te ge ven te passeer en. Een ontroerend moment Een bijzonder moment was het, toen de „Bloemfontein" van de Holland— Afrika-lijn passeerde. Het was voor de eerste maal na ons vertrek uit Hol land, dat we de Nederlandsche drie kleur op een Nederlandsch schip za- gen wapperen, en het deed ons goed. Dit laatste kanaalgedeelte was gelukkig niet zoo eentonig als de voorafgaande. De natuur ontrolde machtige vergezichten en we zagen uitgestrekte oase's waar armoedige hutten en tenten opgeslagen wajren en ka meelen lui in het zand lagen. Tenslotte be reikten we in de avondschemering Suez. Het was een fantastische aanblik. Tegen den horizon teekende zich een reusachtige DE MAAN TWEEMAAL bergketen af, waarvan de toppen door het VP"D nr TTCTPR n licht der ondergaande zon in gouden glans v u werden gezet Aan de voet van het gebergte -p. was de duisternis ingevallen en daar zagen -L'OOr ae aarde en door we de lichtjes van de stad. Hoog boven de de bewolking huizen uit ontwaarden we plotseling een1 minarettoren, vanwaar de geloovige nioha- medanen opgeroepen worden tot gebed. Na Suez brak de laatste étappe naar Dji- boeti aan, waar we kort voor de Kerstdagen aankwamen. Daarover een volgende maal. (Nadruk verboden Officieele Berichten Van het interessant verschijnsel is vrijwel niets gezien Be leden der Nederlandsche Roode Kruis-Ambulance in Abessynië. V.l.n.r.: P. van de Koning, verpleger.; Br A. Colago Belmonte; G. M. H. Veeneklaas; Jhr Br J N. van der Boes; de leider. Br Ch. W. Winckel; C. Lampe, allen artsen; Ir J. J. W. de Vries, administrateuri W. Hagestein, verpleger, enBr. A. van Schelven, arts. De maansverduistering is een fiasco geworden! Althans voor de aardebewoners, die in letterlijken zin de maan tot twee maal toe zagen verduisteren: door de aarde endoor de bewolking. Tusschen vijf en acht heeft zich het in teressante proces voltrokken. Al degenen, die belangstelling hadden voor het merk waardige natuurverschijnsel hebben zich echter tevreden moeten stellen met de schrale troost, dat het wat de verschillende phases betreft, wel zoo zal zijn gegaan in de krant vooruit was meegedeeld. Te half 5 was in ons land de bewolking gebroken en nevelig. Te Amsterdam heeft men althans op dat tijdstip nog wat geluk gehad, ln de richting van den oostelijken horizon zag men een ietwat wazig schijn sèl, dat de maan moest zijn. Een kwartier later maakte de vorstin van de nacht zich uit de bewolking los en vertoonde zich in vollen glans. Vermoedelijk heeft men in de hoofdstad omstreeks kwart voor vijf, toen de maan in de kemschaduw van de aarde begon te komen, het begin van de verduistering wel gezien, evenalseen latere phase, waarbij van den linkerbovenrand reeds een stuk was verduisterd. Elders en later ook in de hoofdstad heeft men echter heelemaal niets gezien. Want ook te Amsterdam sloot zich al spoedig het grauwe wolkendak en het was volslagen mis. Koude regenvlagen begonnen neer te stroomen en het vervolg van het proces is langs ons heengegaan. De maan gaf „niét thuis" en wij hadden er in te berusten. Plotselinge opklaringen hebben zich voor zoover wij weten niet meer voor- En zoo brak het tijdstip aan 6.41 uui waarop de maan zich uit de aardscha duw weer begon los te maken, zonder dat er ook maar een glimp van te zien viel, evenmin als er in de anderhalf uur, die het slachtoffer daarna nog noodig heeft gehad om zich geheel van de op hem ge worpen smet te bevrijden, iets waar te ne en is geweest Was deze gang van zaken voor velen een teleurstelling, een bepaalde tegenslag was de speurende blik der astronomen. Het lijdt dan ook geen twijfel of zij zullen deze booze bui van de natuur wel met een niet minder booze bui hebben beantwoord. Hetgeen ook al geen steek geholpen heeft Laten we daarom hopen, dat een volgend maal al zal het nog een heel poosje duren voor er weer maansverduistering is het getij gunstiger verlooptl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5