PROV. COMITÉ
NOORD-HOLLAND
JAARVERGADERING
STATENSECTIE DELFT
DE VREK
MAANDAG 9 DECEMBER 1935
ALGEMEEN STAAT
KUNDIG PROGRAM
Van de Roomsch-Katholieke
Staatspartij
Medio Juni van dit jaar hebben wij een
uitvoerig overzicht gegeven van het ont-
werp-algeraoen Staatkundig program der
Roomsch-Katholieke Staatspartij, dat is sa
mengesteld door een commissie welke daar
toe opdracht kreeg van het Partijbestuur.
Inmiddels is op dit ontwerp een uitvoe
rige toelichting verschenen en heeft het
Partijbestuur besloten het ontwerp der com
missie ongewijzigd over te nemen en als
zijn voorstel in te dienen bij de Partijraad
der Partij, die dit voorstel in zijn jaarver
gadering van 29 Februari 1936 zal behan
delen.
Een exemplaar van ontwerp-program èn
toelichting werd ons ter publicatie toege
zonden en wij namen er met belangstelling
kennis van.
Voldoende reden om nogmaals tot publi
ceering zonder meer over te gaan, bestaat
er o.i. niet Beter en profijtelijker lijkt ons
eenige beschouwende aandacht te schenken
aan dit nieuwe program der grootste poli
tieke partij in ons land. Dit lag reeds in
onze bedoeling bij de verschijning van het
eerste ontwerp, maar toen vroegen andere
aangelegenheden alle belangstelling en
haast was er in dat stadium van behande
ling ook niet.
Ditmaal volstaan we met een paar alge-
meene opmerkingen.
De eerste is deze, dat het bestuur der
R.K.S.P. een zeer goed werk deed door in
deze crisistijd de aandacht zijner leden en
vrienden te vragen voor de beginselen
waarop de partij rust en het doel, dat zij
nastreeft Men is geneigd te zeggen: juis*
nü moet de grondslag van onze staatkun
dige actie nauwkeurig onderzocht wordeu:
wij moeten de bodem kennen, waarop ons
politieke huis rust.
Men mag het in zekere zin als een
klacht beschouwen, dat in de inleiding ge
zegd wordt: in het geheele tijdvak van Dr.
Schaepmans Proeve tot 1929 is op het fun-
damenteele werk van onzen grooten voor
trekker geteerd.
Men zou kunnen antwoorden, dat zulks
met andere partijen ook zoo gegaan is en
dat zij juist' daarom zoo sterk staan tegen
over nieuwe bewegingen, welke óf onbedui
dende leiders hebben, óf de geestelijke basis
geheel verwaarloozen en het louter in nega
tivisme en woordenpraal zoeken.
En men kan er ook op wijzen, dat die
Voortrekkers ten aanzien van de Christe
lijke partijen denkt men onmiddellijk aan
Groen,, Kuyper, Lohman en Schaepman
hun volgelingen dan toch wel heel wat teer
kost meegegeven hebben op de weg des
politieken levens.
Maar deze dankbaarheid voor het een en
ander is niet voldoende. Beperken we ons
tot de groote Protestantsch-Christelijke groe
pen, dan erkent iedereen: de beginselen
waarin wij door Kuyper en Lohman zijn op
gevoed, blijven we met volle overtuiging be
lijden; maar al waren zij in menig opzicht
ook met een profetenmantel omhangen, wat
ons heden wedervaart, was hun vaak
.vreemd en wat de toepassing betreft vraagt
ons program dus telkens herziening, aan
vulling en nadere oriënteering.
Bij de R.K.S.P. staat het niet anders. Het
beginsel van Dr. Schaepman verdroeg zich
niet met dictatuur en staatsvergoding, maar
deze staatkundige dwalingen behoefden in
zijn tijd niet zóó met de vinger aangewe
zen te worden als nu in de algemeeue richt
lijnen geschiedt.
Daarmee alleen is reeds voldoende bewe
zen hoe noodzakelijk het is ons juist nii te
bezinnen over de consekwenties, welke de
beginselen, bij toepassing op de praktijk
des levens, ons voorleggen.
In dagen, dat de geestelijke worsteling
zich aan ons opdringt, grijpen we als van
zelf naar de principes terug; in crisistijd
daarentegen is het gevaar zoo groot, dat de
fundamenten losraken zonder dat wij hei
merken.
Dit voert ons als vanzelf tot de tweede op
merking.
Het heroïeke drietal, van wie de grootste
Christelijke partijen zich geesteskinderen
weten, stond principieel zeer dicht bij elkaar.
Zij erkenden en beleden dat de grondbegin
selen wortelden in dezelfde bodem van
Gods Openbaring.
Sinds die tijd heeft de linkerzijde zich
naarstig beijverd om ons volk duidelijk ti
maken, dat dit een groote misvatting was
en dat die geestverwantschap, wat diepere
levensovertuiging betreft, mocht ze al aan
wezig zijn, toch geen bindmiddel kon zijn
voor de praktische politiek. En, laat er ons
Uit de AJt. Partij een persoonlijk woord
J'aarvergadering te
Amsterdam
De heer Chr. v. d. Heuvel
over „Overheid en volk"
Het Provinciaal Comité van A. R. Kiesver-
eenigingen in Noordholland heeft Zaterdag
middag te Amsterdam zijn jaarvergadering
gehouden, die zeer goed bezocht was.
In zijn openingsrede heeft de waarnemen
de voorzitter, Mr. A. Br uch van Haarlem,
terugblik geworpen op den afloop van
de Statenverkiezingen in het voorjaar.
Aan de hand van eenige cijfers
toonde spr. aan dat in Noordholland
alleen de A.R. vooruit liepen in stern-
mental, een resultaat, waarvoor wij,
besloot spr. zijn toespraak. God den
Heere mogen dankbaar zijn.
Jaarverslagen
In het jaarverslag, uitgebracht door den
secretaris, den heer H. R. Z ij 1 s t r a, van
Amsterdam, herdacht deze den overleden
heer L. Slingenberg die in de Zaanstreek
met grooten ijver en trouw voor de A.R. be
ginselen is werkzaam geweest als Secretaris
van de Statencentrale Zaandam. Voorts
bracht hii dank aan den afgetreden voorzit
ter, den heer Chr. van den Heuvel, die 12
jaar achtereen dezen belangrijken post heeft
ingenomen en wegens vertrek uit de pro
vincie bedankte.
Het aantal klesvereenigingen bleef
93, hoewel hierbij nog 6 kiesvereeni-
gingen moeten worden geteld, die nog
niet bij een~ Statencentrale zijn aange
sloten. Het aantal is circa 9700. Uit
voerige gegevens bevatte het verslag
over de verkiezingsactie terwijl werd
aangetoond, dat de toestand der orga
nisatie gunstig mag worden genoemd.
Sterk is de vraag van de kiesvereeni-
gingen en Centrales naar propaganda-
lectuur. Aangedrongen is op verster
king der organisatie.
De penningmeester de heer L. Harms
J r., van Zaandam, bracht het financieel ver
slag uit waarna de beide verslagen werden
goedgekeurd..
Tot voorzitter is gekozen Prof. Mr. V. H.
Rutgers, van Amsterdam.
Na het afdoen van de huishoudelijke
werkzaamheden trad als spreker op de heer
Chr. van den Heuvel, lid van de
Tweede Kamer, te 's-Gravenhage, die een
rede- uitsprak over het onderwerp
De Overheidstaak en onze
volksvrijheden en rechten
Spr. ving zijn rede aan met te wijzen op
de vele vrijheden en rechten die wij in ons
land bezitten en welke wij zien als vanzelfs-
heden, hoewel wij ons wel mogen afvragen
of gevaar van verlies of beknotting hiervan
dreigt. Het fascisme toch beschouwt de
volksvrijheden en rechten als hindernissen
op den weg naar het volksgeluk. Voor den
dictator bestaat geen enkele vrijheid zelfs
geen geloofsvrijheid, en nevens hem zijn
geen rechten van anderen.
In de eerste plaats besprak de heer v. d.
Heuvel nu het zitting nemen van revolu
tionaire vertegenwoordigers in de Staten-
Generaal en als bestuurders van provincie en
gemeente. Duizenden burgers stoot dit feit.
waarvan spr. de ernst erkent. Erger is even
wel, dat zoovele kiezers deze personen af
vaardigen.
Releveerende de voorstellen van de
commissie Koolen-Donner, betoogde
spr., dat die niet ver genoeg gaan.
direct aan toevoegen: wij (zeer breed ge
nomen) hebben meermalen stroo en turf
aangedragen, om dat anti-coalitie-vuurtje
flink op te stoken; om maar te zwijgen van
hen, die hun heele politieke bestaan in
zoodanige affaire vinden.
Maar wie dan het nieuwe algemeen staat
kundig program voor zich legt en er, eerlijk
en objectief, niet beneveld door geloofshaat,
kennis van neemt, die wordt er door ver
sterkt en bemoedigd in deze zware tijden.
En hij dankt God, dat er nog zoovelen in
ons land zijn, die gezag en orde binden aan
„het Apostelwoord, dat er geen gezag is,
tenzij uit God"; die zich „in ontstaan en
voortbestaan afhankelijk weten van den
Schepper" aller dingen en die dóórom ge
tuigen, dat „ook de Staat gehouden is God
openlijk te erkennen, te huldigen en te die
nen, vooral door in wetgeving en bestuui
Gods wet tot opperste richtsnoer te nemen."
Chr. v. d. Heuvel
Hij wenschte, dat bij de komende
Grondwetsrevisie niet langer aan wil
lekeurige kiezers, maar aan erkende
vereenigingen het recht worde toege
kend candidatenlijsten in te dienen.
Vervolgens behandelende
de godsdienstvrijheid
zette spr. uiteen het AH. standpunt aan de
hand van Art. 4 van het Beginselprogram,
hetwelk van de Overheid om. vraagt,
uit bestuur en wetgeving alles te verwijde
ren wat den vrijen invloed van het Evange
lie op ons volksleven belemmert, en zich te
onthouden van elke rechtstreeksche be
moeiing met de godsdienstige ontwikkeling
der natie.
Uitvoerig ging spr. na het standpunt van
S.G.P., H.G.S., de R.K. en van liberalen, soc;
democraten en communisten om tot de slot
som te komen dat A.R. en C.H. met hun be
ginsel van godsdienstvrijheid zich eenzaam
voelen.
Een Christelijke staatkunde bedoelt na te
komen de verordeningen voor het burgerlijk
leven in Staat en Maatschappij. Als politieke
partij hebben wij niets te maken met art. 36,
alleen met ons beginselprogram.
Ten slotte richtte spr. tot de vergadering
in verband met zijn aftreden als voorzitter
het Provinciaal Comité. Aan de jaren,
die hij als zoodanig mocht fungeeren, heeft
hij niets dan aangename herinneringen. In
volkomen harmonie is in het Prov. Comité
samengewerkt en als resultaat hebben wij
mogen zien dat onze invloed in dit roode
gewest is toegenomen. Met de benoeming van
Prof. Rutgers wenschte spr. de vergadering
geluk. Ten slotte spoorde hij sterk aan tot
het bewaren van de eenheid.
Aan de gedachtenwisseling is door acht
der aanwezigen deelgenomen. O.m. is ge
vraagd naar de meening van den heer v. d.
Heuvel over
de opvoering van „De Beul"
welke spr. bij zijn repliek een buiten
gewoon betreurenswaardig geval
noemde. In deze had hij een veel voor
zichtiger houding gewenscht en ware
bij twijfel onthouding geboden ge
weest.
Een vraag over
de vrije meeningsuiting
beantwoordende, gaf spr. als zijn meening
te kennen, dat dit groote goed een zegen is,
maar dat uitwassen moeten worden afgesne
den. Tot de taak der Overheid behoort niet
het bestrijden van verkeerde beginselen,
aangezien dit de taak van het volk is. De
Overheid heeft evenwel te beletten de on
dermijning van haar gezag en van de goede
zeden.
Een derde vraag over
fusie van A.R. en C.H.
besprekende, zei spr. hiervan voorstander te
zijn. Hij meende evenwel dat deze momen
teel voorbarig zou zijn. Men moet de fusie
niet forceeren als geestverwante groepen
naast elkaar optreden en alles vermijden
wat verwijdering zou kunnen veroorzaken.
De vergadering benoemde den heer van
den Heuvel ten slotte onder algemeen ap
plaus tot eerevoorzitter van het Prov. Co
mité in Noord-Holland.
ZEGENINGEN
VERPLICHTEN TOT TROUW.
Mr. G. van Baren beantwoordt
vele vragen
Een enthousiaste vergadering
gekenmerkt door diepe ernst
en gezonde humor
De Statensectie-Delft, die tot heden
altijd in den Haag vergaderde, kwam
Zaterdagmiddag te Delft in jaarverga
dering bijeen in het Gebouw voor Chr.
Belangen. De opkomst was zeer bevre
digend.
Behalve afgevaardigden van de aangeslo
ten kiesvereenigingen, waren ook vele le
den present. De voorzitter, Mr. G. van
Baren, opende te drie uur het samenzijn
met het lezen van een gedeelte van Jes. 40
en gebed. Vervolgens werden woorden van
welkom gericht tot dé aanwezigen. Spr. zei
dat het bestuur zich over de maatregel om
te Delft te vergaderen niet teleurgesteld be
hoefde te gevoelen, aangezien de opkomst
grooter was dan ooit.
Hierna heeft de secretaris, de heer J. H.
Dolman, van Rijswijk, de notulen gele
zen en het jaarverslag. Het jaar dat achter
ligt werd geschetst als een jaar van don
kerheid en worsteling. Een stryden om te
behouden wat we bezitten: geestelijk en
economisch, politiek en sociaal. Om te ver
winnen de gevaren die ons volksleven be
dreigen vooral in geestelijk, maar evenzeer
in natuurlijk opzicht.
Na enkele aangelegenheden van internen
aard te hebben opgesomd eindigde de heer
Dolman met er op te wijzen dat zegeningen
verplichten tot groote trouw. Wij zuilen
de vaandelen opsteken in den naam onzes
Gods. Het heil der rechtvaardigen is van
den Heere. Zoo rijst uit de donkerheid het
licht en gaan we met nieuwen moed voor
waar tsl
Door den penningmeester wordt hierna
het financieel verslag uitgebracht De reke
ning die een totaal aangaf van 1698.09 aan
ontvangsten en uitgaven, sloot met een-
batig saldo van 106.—.
Beide verslagen zijn onder dank goed.
gekeurd.
Bestuursverkiezing
Een hierop gehouden bestuursverkiezing
had tot resultaat dat de aftredende leden
de heeren Dam, Hoek en van R ij n bij
Mr. G. van Baren
acclamatie werden herkozen, In de vara
ture-Crezee is voorzien door de verkiezing
van den heer Barneveld, voorzitter van
de a.r. kiesvereeniging te Naaldwijk.
De voorzitter dankte het afgetreden lid
burgemeester C r e z e e voor zijn trouwen
arbeid en sprak de wensch uit dat diens
werk te Ridderkerk ook tot een rijken zo
gen mocht worden gesteld.
Mededeeling werd voorts nog gedaaD
over een schriftelijke propaganda uitgaan
de van het G C. welke geschiedt door tus
schenkomst der Statonsectie, van welke
propaganda de kiesvereenigingen zullen
kunnen profiteeren.
Tenslotte werd de hoofdelijke omslag
vastgesteld. Na gehouden rondvraag wekte
de voorzitter op tot trouw vergaderen ten
einde de kennis der beginselen te verdie
pen en zoo licht te verspreiden want, zoo
besloot spr., de meeste ontevredenheid is
een gevolg van onkunde.
Vragen stellen
Hierna bestond gelegenheid vra
gen t e stellen, welke door den voor
zitter zouden worden beantwoord. Een 14-
tal aanwezigen maakten hiervan gebruik.
Uit de beantwoording die wij hier kort
laten volgen kunnen de vragen gemakke
lijk worden afgeleid.
Mr. van Baren sprak er allereerst zijn
blijdschap over uit dat de vragen bijna
allen een geestelijk karakter droegen. Naar
aanleiding van een telefonische vraag zet
spr. allereerst uiteen hoe devaluatie een
sprong in het duister blijft, waarbij de ka
pitalist die zijn geld in verschillende valu
ta's heeft belegd minder wordt getroffen
dan de kleine man. Afgezien van allerlei
factoren, o. a. het moreele element, ver
schuiving kapitaal en schade aan den klei
nen man, moet boven alles Nederland zijn
staatscrediet onaangetast laten.
Spr. teekende hierna de C.D.U. als revo
lutionair in aard en wezen
Do vraag wie lid kunnen zijn van do
rechtscho raadsfractie achtte spt. niet ge
makkelijk te beantwoorden. Dit hangt af
van allerlei omstandigheden.
Een verschuiving van uitgayen naar de
toekomst acht spr. zeer zeker gevaarlijk
doch het kan zijn dat de staatsfinanciën
het noodzakelijk maken.
Over het optreden van prof. Hugo Vis
scher kon Mr. van Baren geen opheldering
geven. Hij teekent deze als een man met
groote gaven wiens heengaan betreurd
moet worden.
Wat hejn hiertoe beweegt weet spr.
niet. In 1905 heeft prof. Visscher zelf
ons program van beginselen meer con
form aan Gods Woord geacht dan
art. 36.
Wat wij in deze moeten doen is: werk
zaam zijn in den geest der samenbinding.
Do maatregelen die minister Colijn neemt
inzake contingenteering, steun aan de tuin
bouw, tarwewet e. a. logenstraffen het dal
deze liberale politiek zou voeren. Het is
juist een echt chr. gedachte te stutten het
wankele om daarbij vooral te dienen liet
volksgeheel.
Erkenning van minderheden in colleges
is mogelijk indien van hen medewerking
aan het beleid dier colleges mag worden
verondersteld.
Met de cri de coeur van dr. Colijn is spr.
het hartelijk eens. Prof. Fabius heeft reeds
gezegd de evenredige vertegenwoordigint
is de ontbinding van je volk.
Dat de regeering geen tijd zou willen ge
ven voor bijbellezen in de kazernes kan
spr. moeilijk aannemen. Tn ieder geval staat
dit wel vast dat de tijd daartoe niet ont
breekt
De kwestie van de opvoering van het too
neelstuk de Beul kan Mr. van Baren niet
beoordeel en. Of verbod mogelijk is geweest
op grond van den inhoud weet spr. niet.
In het. optreden jegens sommige groepen
moet men in het oog houden dat. de regee
ring hierbij gebonden is aan wetten.
Spr. besluit met. een opwekking om ken
nis te nemen van de beginselen die zich
op het politieke terrein aandienen en daar
bij vooral in te dragen het eigen a.r. be
ginsel. (Applaus).
De secretaris dankte spr. voor zijn voor
lichting.
Burgemeester C r e z e e zegt daarna nop
dank voor de goede woorden aan zijn adres
geuit
Hierna ging de heer Lui pen van Maas
sluis in dankgebed voor en volgde sluiting
HET ANTWOORD
AAN DUYS
Waarom het rapport-Bonger
achtergehouden
Onmiddellijk na het uittreden van Mr.
Duys stelden we de vraag: wat staat er
toch in het rapport Bonger, waardoor Mr.
Duys zich ten volle gerehabiliteerd achtte
en waarom werd heT verdonkeremaand?
In aansluiting aan wat wij citeerden uit
hef antwoord der fractie aan Mr. Duys la
ten wij daarom nog volgen, wat men over
dit rapport zegt:
„Het verslag der Commissie-Bonger
werd uitgebracht in de vergadering van
den Partijraad van 5 Mei 1934 Gij
schrijft nu in Uw publicatie van 29 No
vember 1.1., dat Albarda zich tot het
msÈ
DINSDAG 10 DECEMBER
HILVERSUM 1 1875 M. KR O-Uitzending,
8.00 Gram.pl. 8.159.30 Hoogmis. 10.00
Gram.pl. 11.3012.00 Godsd. halfuur,
12.15 Gram.pl. en Schlagermuziek. 2.00
Vrouwenuur. 3.00 Modecursus. 4.00 Or-
kestconcert. 6.40 Lezingen. 7.35 Gram.pL
8.00 Berichten. Causerie. 8.15 Symphonie
concert. (Om 8.50 Causerie). 9.35 De
KRO-Troubadours. 10.15 Causerie. 10.20
Gram.pl. 10.30 Berichten. 10.35 Populair
oncert.
HILVERSUM H 301 M. AVRO-Uitzendlng,
5.30 VPRO. 6.30 RVU. 8.00 Gram.pl. 9.00
Ensemble Jonny Kroon. 10.00 Morgen»
wijding. Gewijde muziek. 10.30 Vervolg
van 9.00. 11.00 Kookpraatje. 11.30 Orgel
en zang. 12.30 Renova-kwintet. 1.30
roeporkest en solist. 3.00 Knipcursus. 4.00
Piano-recital. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00
Voor kleine kinderen. 5.30 Bijbelvertellin
gen. 6.00 Gram.pl. 6.30 Causerie. 7.00
Voor de kinderen. 7.05 Gram.pl. 7.30 En-
gelsche les. 8.00 Berichten. 8.10 Rud. Nel-
sons Revue. 8.40 Omroeporkest mmv. so-
liste. 9.00 Hoorspel. 10.00 Royal Welsh
Ladies Choir. 10.30 Verslag schaakmatch.
10.35 Gram.pl. 11.00 Berichten. Gram.pl,
DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgel,
spel. 12.35 De Kart Caylus Pleyers. 1.20
—2.20 Bet BBC-Schotsche orkest. 3.13
3.55 Gram.pl. 4.20 Causerie. 4.40 Alt en
strijkkwartet. 6.20 Berichten. 6.50 Schütz-
concert. 7.50 Lezing. 8.20 Piano-recital
8.35 Hoorspel. 10.20 Voordracht. 10.4(
BBC-Theater-orkest.
RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Orkestconcert
4.20 Krettlyorkest. 5.50 Kamermuziek,
9.05 Gevar. programma. 10.1012.35 Ora
torium-concert.
KEULEN 456 M. 11.20 Leipz. Symphonie
orkest 1.35 Gram.pl. 3.39 Zang en piano,
4.30 Omroepkleinorkest. 6.50 Piano-reci'
7.30 Kwintetconcert. 8.20 Omroepkoor,
10.2011.20 Orkestconcert.
BRUSSEL 322 en 484 M. 522 M.: 12.50 Om
roeporkest 1.502.20.Gram.pl. 5.20 Saloi
orkest. 6.35 en 7:35 Gram.pl. 8.20 Gevar,
programma. 10.3011.20 Gram.pl.
484 M.: 12.20 Gram.pl. 12.50 Salonorkest
5.20 Omroeporkest 5.50 Gram.pl. 6.50
Zang en piano. 8.20 Pierné-concert.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 6.20 Rijks
partijdag der Vrijheid. 9.50 Piano-recital
10.2011.20 Kamermuziek.
uiterste zou hebben ingespannen, om
dat rapport ,jn den doofpot te stoppen"
De waarheid is, dat onze fractievoorzit
ter heeft verklaard, het rapport op eei
achttai belangrijke punten onjuist tj
achten, maar van elk debat te willen af
zien on het rapport onbestreden te willen
aanvaarden, om een einde te wilen ma
ken aan de zaak, die anders eindeloo:
zou voortduren. De Partijraad aanvaard
de met algemeene stemmen de door ds
commissie voorgestelde conclusie, dil
ook inhield „dat alle betrokkenen oo«
voor de toekomst met het oo-deel de
commissie rekening zullen houden ia
dat hun verhoudingen weer zullen wop
den als m bet Partijverband past".
Ziedaar alles. Het is niet veel. En niet be
BRAMMETJE FLAPOOR EN Z'N VRINDEN
door G. T. ROTMAN
61. Menelik klom weer naar het dak,
met het andere eind van het touw in zijn
hand. Op ditzelfde oogenblik hoorden ze
juffrouw Krispijn weer aankomen. ..Gauw'
Gauw!" zei Bram en hij greep het touw en
wilde gauw de pan omhoog trekken. Piep!
Daar ging de keukendeur al open!
62. Op 't zelfde oogenblik bengelde hel
pannetje aan één oor aan het touw. Eerst
plonste het deksel in de waschkuip, en daar
na plompte de heerlijke, vette zuurkool met
spek in het zeepsop, vlak voor de verschrifc
te oogen van juffrouw Krispijn!
(Wordt Woensdag vervolgt!
JAN KNAPE Mzn.
(5
Mariet sleepte het schuurdeurtje op een
kier en stak haajr hoofd door de opening.
Op haar rond, sproetig gezicht trok een
breede grijns toen ze vroeg: „Wat bi' je
an 't wurmen?Nieuwsgierig loerde ze
naar de sleutel in zijn handen en het ver
frommelde stukje schuurpapier
Hij gaf geen antwoord maar werkte
ijverig verder. Dan ineens barstte ze uit
in een wilde schaterlach: „Bi' je de sleutel
va' je brandkasse verlore, bi... hi... hi... en
bi' je noe een nieuwen an 't fabbriceeren...
ha... ha... ha..."
Hij hield ineens op, zijn handen zakten
tot op den grond. Woedend keek hij haar
aan en viel dan uit: „Hou je smoelwerk.
mo' je m'n den bak in helpegekken
dit en dat
De lach bestiert op haar lippen. Ze trok
het deurtje verder open en wrong zich door
de opening. Dan trok ze het deurtje weer
achter zich toe.
Ze liet zich op haar knieën zakken, vlak
naast hem, en ze vroeg nog eens: „Wat
mot dat worre?Haar hand greep naar
de sleutel, hij liet het gewillig toe. Ze be
keek de sleutel van alle kanten alsof er
iets vreemds aan te zien was. en ze her
haalde: „Wat mot dat worre?
„Een sleutel om je groaten bek op slot
te doeënzei hij venijnig. Hij griste rl
sleutel uit haar handen en hervatte zijn
bezigheid.
Ze lachte. „Gekkendoe nie zoa
roarMet haar elleboog gaf ze hem een
stoot in zijn ribben. „Zeit het noe es
toe...
Hij hield op met poetsen. Even keek hij
haar aan. Dan zei hij langzaam: „Den
oudsten heit eentjes!
Ze knikte begrijpend: „Dat zegge ze ten
minste
Zijn oogen kregen een spottende uit
drukking „Daer gloaf joe niks van
zekerl
En weer knikte ze, maar ze zei niets.
„Me zalle 't es onderzoekeik wille
weete wat daer van an is......"
„En dan?Er kwam een schittering
van begeerigheid in haar oogen. Ze legde
haar groote hand zwaar op zijn schoude,
„En dan?
„Odeed hij onverschillig, „ik wil
het inkel mar weete
Haar gezicht betrok. Hij meende dat het
teleurstelling was. Daarom zei hij spottend.
„Ke' m'n mit den aollen rog mee weze as
den ouwen man soms es wat overkomt
Ze kreeg een kleur van verontwaardiging
nu hij daar mee spotte: „Zal Kee van Jaap
wel voor zurge, dat er nie veul te deelen
zal valleZe doet tegenwoordig aores
niks as dien ouwen man anhaele mit een
bakje suukelaodemelk en een koekje
En hie heit er gisteremiddag zeker we
ete, want z'n aerpels in z'n groente stienge
daernet nog in de spinne hie was d'i
niet an geweestJe ken dien doaven
diender oak mit geen span paeren bie hou
weVroeger deugende d'r niks van Kee.
en heurla heit d'r leven lang nog niet
kelderkast
aores gedaen as van z'n gescholleen
noe, ziedaertHaar handen maaktei.
een sprekend gebaar, vol diepe minachting
Even was het stil, dan viel ze weer uit:
„Mar ik begriep het wel. oorKee wil
mien d'r uut keukele*) iedere weeke
twee guldens mo' je dienkeDie joon
van d'r motte gaen trouwe, dat zal ze an
d'r kooszak kenne merkeZe zei
het met leedvermaak en wachtte even
„En dan kenme ze netjes de centjes vao
:n ouwen man inpikkeVaoder, ke' je
m'n asjeblieft niet es een rieksdaeltertje
leene, want ik zitte van de week toch zoa
moeilijkZe bootste de fleemende stem
haar schoonzuster na. „Je ken gloave.
dat groatje d'r smoesjes bie de hand heit.
oor!
Hij lachte: „Maeb je eige daer mar niks
.ongerust over, want je maekt van den
ouwen geen halfje los,mo' je niet dien
keAl maek je nog zoavel smoesjes
Ze kalmeerde wat. gerustgesteld, want
Rinus had gelijk, dat moest ze toegeven. Ze
zei nog: „Ik zal naer De Vries gaen as ze
m'n d"r uutkeukelt
„Laet joe dat mar draoieadviseerde
hij, „azze d'r centen binne, dan zal d'r geen
aore mee op de loap gaenHij zei het
zachtjes. „Maek je eige mar niks moei
lijk
Zf boog zich diep tot hem over: „Wel?..."
vroeg ze. alsof ze het niet begrepen had.
„Wel?...... Dat ik de centen pesant mee
zal riengedat gloaf je toch zeker
er uit werken. keurszak, zak die
aan een band om het middel wordt ge
dragen onder de bovenste rok-en waarin
men o.a. de portcmonhaie bewaart.
wel?
Ze sloeg haar oogen neer voor zijn blik.
Nu hij het gezegd had. schrok ze. toch nog
Het was toch wat! En ze waarschuwde:
„Kaerel. joonweet wat je doet!
Hij voelde, dat het maar een flauw verzet
was. Zoo had hij er zich vanmorgen ook
tegen verzet. En hij begon haar te over
reden met dezelfde argumenten, waarmee
hij zichzelf overtuigd had. Ze spraken
zachtjes, het duurde niet lang, toen zei ze:
„Dan mo' je 't zelf mar wete
„As je m'n dan mar een beetje helpt
„Yi aerm.ee?vroeg ze. Haar stem
klonk geagiteerd.,want Rinus moest niet
denken dat ze met hem mee zou gaan.
Hij stelde haar gerust: „Ik mot een ouwe
blikke bus ha
„Aores niet?
Hij schudde zijn hoofd: „Nee, aores
nietEn hij begon haar uit tP leggen
wat hij met die bus doen moest. Hij zon in
het geitenstalletje een gat in den grond
graveD om de bus met het geld in te doen
daar een paar planken overheen en wat
stroo, en de geit er bovenopgeen ster
veling zou daar ooit zoeken
Ze knikte, dat ze het Degrepen had. en
zr vroeg ongerust: „Hoe. lange mot dai
geld daer dan zitte?
Hij haalde zijn schouders op en vroeg
„Je weet wat er mit die lui van Do Koeten
gebeurd is eh?
„Jae. nou?
„OMeer zei hij niet. nu begreep ze
het wel, want die lui van De Koeten hadden
irgebroken op de stee (boerderij) bij Van
•der Eist en wel vijf duizend gulden mee
gr nomen En ze hadden er goeden sier nr-e
gemaakt: ze hadden nieuw huishouden
(huisraad) gekocht, en varkens en bèestjes
(urn ge Roeica) En vroeger konden ze
ue klink van de deur niet vinden zou arm
ais ze warenMaar de pret had niet lang
geduurd, en ze hadden allebei zes jaartjes
moeteD brommen. Door zulke gebeurtenis
sen moest een mensch zich laten onder
richten
„Ik bluuve 't liefst uut den bakzei
Rinus nog. „Joe toch zeker oak?
Ze wou nog wat zeggen, want ze was on
gerust geworden, de gevangenis!Maar
buiten was er een gillende 'nngensstem, dl
riep: „Moederrrmoederrr
Ze deed de deur van het schuurtje open
en stak haar hoofd naar buiten: „Nah, wal
is er?
„Gae m'n nog niet ete?Ik hawe
zoa 'n honger
„Józoa oorhei no» maar effentjes
geduldZe wilde het deurtje weer
dichttrekken. De jongensstem begon nu ie
dreinen: „Moederrr..kom noe... ik hawe
zoa 'n hongerEr klemden zich een
paar vingers om dpn rand van het deurtje
en er werd aan gerukt
„Hoepel noe mar opzei Rinus, „as
die jong 't een of 't aore merke. dan bi' m'n
de segaor(zijn we de sigaar, zijn we
er bij).
„Die vervelende jongH bromde ze. Ze
wrong zich met moeite door de nauwe
opening heen naar buiten. „Je mag dat
dpnrtje oak wel es maeke". zei ze wrevelig
Rinus grinnikte. „Doet die deure dicht",
brulde hij dan.
Buiten was er een jongensstem, die
nieuwsgierig Inform* rde: „Wat mot vaoder
laer doeë, moedei".'i
„Je vaoder mot dortien kallekoensche
eiers uutbroeieZe lachte onzinnig.
De jongensstem zeurde: „Neei
wat mot vaoder daer doeë?
Dien avond verzekerde Dimmen met bl«
zondere zorg de deur en het aam. Dat deed
hij iederen avond, maar nu moest hil'
telkens aan Rinus denken. En zonder zich
rekenschap te geven waarom hij het deed
keek hij met het. nachtlampje of de gren
dels wel goed in de krammen waren Re-
schoven. En voor het raam ging een zwaai
eikenhouten luik met een dikke ijzeren
stang er voor
Dimmen zette het nachtlampje op di
tafel, het leek een gloeiende spijker in hel
diep? donker van de kamer. Voorzichtfl
zorht hij zijn weg naar de bedstee, voetjl
voor voetje, zijn handen tastten aarzelend
vooruitDp reusarhtigf schaduw van
den ouden man teekende zich af or
muur en tegen den zolder, de schadill
maakte wonderlijke grimassenDoor °eo
kier van het karheldeurtje scheen *en smal
s'roepje licht. Dimmen zeilde langs
k-chel nis een voorzichtige schipper
Bij de bedstee zochten zijn handen in de
gordijnen Zijn vingers eraaiden onder hd
hed. Op het bedstroo stond de blikken
trommel waarin zijn centjes waren
Rinus had zich vanmorgen vergist toen hil
dacht dat Dimmen dip in het kabinet be
waarde. Dat kabinet was lang niet veilif
genoeg
(Wordt vervolgd]