PROV. COMITÉ NOORD-HOLLAND JAARVERGADERING STATENSECTIE DELFT DE VREK MAANDAG 9 DECEMBER 1935 ALGEMEEN STAAT KUNDIG PROGRAM Van de Roomsch-Katholieke Staatspartij Medio Juni van dit jaar hebben wij een uitvoerig overzicht gegeven van het ont- werp-algeraoen Staatkundig program der Roomsch-Katholieke Staatspartij, dat is sa mengesteld door een commissie welke daar toe opdracht kreeg van het Partijbestuur. Inmiddels is op dit ontwerp een uitvoe rige toelichting verschenen en heeft het Partijbestuur besloten het ontwerp der com missie ongewijzigd over te nemen en als zijn voorstel in te dienen bij de Partijraad der Partij, die dit voorstel in zijn jaarver gadering van 29 Februari 1936 zal behan delen. Een exemplaar van ontwerp-program èn toelichting werd ons ter publicatie toege zonden en wij namen er met belangstelling kennis van. Voldoende reden om nogmaals tot publi ceering zonder meer over te gaan, bestaat er o.i. niet Beter en profijtelijker lijkt ons eenige beschouwende aandacht te schenken aan dit nieuwe program der grootste poli tieke partij in ons land. Dit lag reeds in onze bedoeling bij de verschijning van het eerste ontwerp, maar toen vroegen andere aangelegenheden alle belangstelling en haast was er in dat stadium van behande ling ook niet. Ditmaal volstaan we met een paar alge- meene opmerkingen. De eerste is deze, dat het bestuur der R.K.S.P. een zeer goed werk deed door in deze crisistijd de aandacht zijner leden en vrienden te vragen voor de beginselen waarop de partij rust en het doel, dat zij nastreeft Men is geneigd te zeggen: juis* nü moet de grondslag van onze staatkun dige actie nauwkeurig onderzocht wordeu: wij moeten de bodem kennen, waarop ons politieke huis rust. Men mag het in zekere zin als een klacht beschouwen, dat in de inleiding ge zegd wordt: in het geheele tijdvak van Dr. Schaepmans Proeve tot 1929 is op het fun- damenteele werk van onzen grooten voor trekker geteerd. Men zou kunnen antwoorden, dat zulks met andere partijen ook zoo gegaan is en dat zij juist' daarom zoo sterk staan tegen over nieuwe bewegingen, welke óf onbedui dende leiders hebben, óf de geestelijke basis geheel verwaarloozen en het louter in nega tivisme en woordenpraal zoeken. En men kan er ook op wijzen, dat die Voortrekkers ten aanzien van de Christe lijke partijen denkt men onmiddellijk aan Groen,, Kuyper, Lohman en Schaepman hun volgelingen dan toch wel heel wat teer kost meegegeven hebben op de weg des politieken levens. Maar deze dankbaarheid voor het een en ander is niet voldoende. Beperken we ons tot de groote Protestantsch-Christelijke groe pen, dan erkent iedereen: de beginselen waarin wij door Kuyper en Lohman zijn op gevoed, blijven we met volle overtuiging be lijden; maar al waren zij in menig opzicht ook met een profetenmantel omhangen, wat ons heden wedervaart, was hun vaak .vreemd en wat de toepassing betreft vraagt ons program dus telkens herziening, aan vulling en nadere oriënteering. Bij de R.K.S.P. staat het niet anders. Het beginsel van Dr. Schaepman verdroeg zich niet met dictatuur en staatsvergoding, maar deze staatkundige dwalingen behoefden in zijn tijd niet zóó met de vinger aangewe zen te worden als nu in de algemeeue richt lijnen geschiedt. Daarmee alleen is reeds voldoende bewe zen hoe noodzakelijk het is ons juist nii te bezinnen over de consekwenties, welke de beginselen, bij toepassing op de praktijk des levens, ons voorleggen. In dagen, dat de geestelijke worsteling zich aan ons opdringt, grijpen we als van zelf naar de principes terug; in crisistijd daarentegen is het gevaar zoo groot, dat de fundamenten losraken zonder dat wij hei merken. Dit voert ons als vanzelf tot de tweede op merking. Het heroïeke drietal, van wie de grootste Christelijke partijen zich geesteskinderen weten, stond principieel zeer dicht bij elkaar. Zij erkenden en beleden dat de grondbegin selen wortelden in dezelfde bodem van Gods Openbaring. Sinds die tijd heeft de linkerzijde zich naarstig beijverd om ons volk duidelijk ti maken, dat dit een groote misvatting was en dat die geestverwantschap, wat diepere levensovertuiging betreft, mocht ze al aan wezig zijn, toch geen bindmiddel kon zijn voor de praktische politiek. En, laat er ons Uit de AJt. Partij een persoonlijk woord J'aarvergadering te Amsterdam De heer Chr. v. d. Heuvel over „Overheid en volk" Het Provinciaal Comité van A. R. Kiesver- eenigingen in Noordholland heeft Zaterdag middag te Amsterdam zijn jaarvergadering gehouden, die zeer goed bezocht was. In zijn openingsrede heeft de waarnemen de voorzitter, Mr. A. Br uch van Haarlem, terugblik geworpen op den afloop van de Statenverkiezingen in het voorjaar. Aan de hand van eenige cijfers toonde spr. aan dat in Noordholland alleen de A.R. vooruit liepen in stern- mental, een resultaat, waarvoor wij, besloot spr. zijn toespraak. God den Heere mogen dankbaar zijn. Jaarverslagen In het jaarverslag, uitgebracht door den secretaris, den heer H. R. Z ij 1 s t r a, van Amsterdam, herdacht deze den overleden heer L. Slingenberg die in de Zaanstreek met grooten ijver en trouw voor de A.R. be ginselen is werkzaam geweest als Secretaris van de Statencentrale Zaandam. Voorts bracht hii dank aan den afgetreden voorzit ter, den heer Chr. van den Heuvel, die 12 jaar achtereen dezen belangrijken post heeft ingenomen en wegens vertrek uit de pro vincie bedankte. Het aantal klesvereenigingen bleef 93, hoewel hierbij nog 6 kiesvereeni- gingen moeten worden geteld, die nog niet bij een~ Statencentrale zijn aange sloten. Het aantal is circa 9700. Uit voerige gegevens bevatte het verslag over de verkiezingsactie terwijl werd aangetoond, dat de toestand der orga nisatie gunstig mag worden genoemd. Sterk is de vraag van de kiesvereeni- gingen en Centrales naar propaganda- lectuur. Aangedrongen is op verster king der organisatie. De penningmeester de heer L. Harms J r., van Zaandam, bracht het financieel ver slag uit waarna de beide verslagen werden goedgekeurd.. Tot voorzitter is gekozen Prof. Mr. V. H. Rutgers, van Amsterdam. Na het afdoen van de huishoudelijke werkzaamheden trad als spreker op de heer Chr. van den Heuvel, lid van de Tweede Kamer, te 's-Gravenhage, die een rede- uitsprak over het onderwerp De Overheidstaak en onze volksvrijheden en rechten Spr. ving zijn rede aan met te wijzen op de vele vrijheden en rechten die wij in ons land bezitten en welke wij zien als vanzelfs- heden, hoewel wij ons wel mogen afvragen of gevaar van verlies of beknotting hiervan dreigt. Het fascisme toch beschouwt de volksvrijheden en rechten als hindernissen op den weg naar het volksgeluk. Voor den dictator bestaat geen enkele vrijheid zelfs geen geloofsvrijheid, en nevens hem zijn geen rechten van anderen. In de eerste plaats besprak de heer v. d. Heuvel nu het zitting nemen van revolu tionaire vertegenwoordigers in de Staten- Generaal en als bestuurders van provincie en gemeente. Duizenden burgers stoot dit feit. waarvan spr. de ernst erkent. Erger is even wel, dat zoovele kiezers deze personen af vaardigen. Releveerende de voorstellen van de commissie Koolen-Donner, betoogde spr., dat die niet ver genoeg gaan. direct aan toevoegen: wij (zeer breed ge nomen) hebben meermalen stroo en turf aangedragen, om dat anti-coalitie-vuurtje flink op te stoken; om maar te zwijgen van hen, die hun heele politieke bestaan in zoodanige affaire vinden. Maar wie dan het nieuwe algemeen staat kundig program voor zich legt en er, eerlijk en objectief, niet beneveld door geloofshaat, kennis van neemt, die wordt er door ver sterkt en bemoedigd in deze zware tijden. En hij dankt God, dat er nog zoovelen in ons land zijn, die gezag en orde binden aan „het Apostelwoord, dat er geen gezag is, tenzij uit God"; die zich „in ontstaan en voortbestaan afhankelijk weten van den Schepper" aller dingen en die dóórom ge tuigen, dat „ook de Staat gehouden is God openlijk te erkennen, te huldigen en te die nen, vooral door in wetgeving en bestuui Gods wet tot opperste richtsnoer te nemen." Chr. v. d. Heuvel Hij wenschte, dat bij de komende Grondwetsrevisie niet langer aan wil lekeurige kiezers, maar aan erkende vereenigingen het recht worde toege kend candidatenlijsten in te dienen. Vervolgens behandelende de godsdienstvrijheid zette spr. uiteen het AH. standpunt aan de hand van Art. 4 van het Beginselprogram, hetwelk van de Overheid om. vraagt, uit bestuur en wetgeving alles te verwijde ren wat den vrijen invloed van het Evange lie op ons volksleven belemmert, en zich te onthouden van elke rechtstreeksche be moeiing met de godsdienstige ontwikkeling der natie. Uitvoerig ging spr. na het standpunt van S.G.P., H.G.S., de R.K. en van liberalen, soc; democraten en communisten om tot de slot som te komen dat A.R. en C.H. met hun be ginsel van godsdienstvrijheid zich eenzaam voelen. Een Christelijke staatkunde bedoelt na te komen de verordeningen voor het burgerlijk leven in Staat en Maatschappij. Als politieke partij hebben wij niets te maken met art. 36, alleen met ons beginselprogram. Ten slotte richtte spr. tot de vergadering in verband met zijn aftreden als voorzitter het Provinciaal Comité. Aan de jaren, die hij als zoodanig mocht fungeeren, heeft hij niets dan aangename herinneringen. In volkomen harmonie is in het Prov. Comité samengewerkt en als resultaat hebben wij mogen zien dat onze invloed in dit roode gewest is toegenomen. Met de benoeming van Prof. Rutgers wenschte spr. de vergadering geluk. Ten slotte spoorde hij sterk aan tot het bewaren van de eenheid. Aan de gedachtenwisseling is door acht der aanwezigen deelgenomen. O.m. is ge vraagd naar de meening van den heer v. d. Heuvel over de opvoering van „De Beul" welke spr. bij zijn repliek een buiten gewoon betreurenswaardig geval noemde. In deze had hij een veel voor zichtiger houding gewenscht en ware bij twijfel onthouding geboden ge weest. Een vraag over de vrije meeningsuiting beantwoordende, gaf spr. als zijn meening te kennen, dat dit groote goed een zegen is, maar dat uitwassen moeten worden afgesne den. Tot de taak der Overheid behoort niet het bestrijden van verkeerde beginselen, aangezien dit de taak van het volk is. De Overheid heeft evenwel te beletten de on dermijning van haar gezag en van de goede zeden. Een derde vraag over fusie van A.R. en C.H. besprekende, zei spr. hiervan voorstander te zijn. Hij meende evenwel dat deze momen teel voorbarig zou zijn. Men moet de fusie niet forceeren als geestverwante groepen naast elkaar optreden en alles vermijden wat verwijdering zou kunnen veroorzaken. De vergadering benoemde den heer van den Heuvel ten slotte onder algemeen ap plaus tot eerevoorzitter van het Prov. Co mité in Noord-Holland. ZEGENINGEN VERPLICHTEN TOT TROUW. Mr. G. van Baren beantwoordt vele vragen Een enthousiaste vergadering gekenmerkt door diepe ernst en gezonde humor De Statensectie-Delft, die tot heden altijd in den Haag vergaderde, kwam Zaterdagmiddag te Delft in jaarverga dering bijeen in het Gebouw voor Chr. Belangen. De opkomst was zeer bevre digend. Behalve afgevaardigden van de aangeslo ten kiesvereenigingen, waren ook vele le den present. De voorzitter, Mr. G. van Baren, opende te drie uur het samenzijn met het lezen van een gedeelte van Jes. 40 en gebed. Vervolgens werden woorden van welkom gericht tot dé aanwezigen. Spr. zei dat het bestuur zich over de maatregel om te Delft te vergaderen niet teleurgesteld be hoefde te gevoelen, aangezien de opkomst grooter was dan ooit. Hierna heeft de secretaris, de heer J. H. Dolman, van Rijswijk, de notulen gele zen en het jaarverslag. Het jaar dat achter ligt werd geschetst als een jaar van don kerheid en worsteling. Een stryden om te behouden wat we bezitten: geestelijk en economisch, politiek en sociaal. Om te ver winnen de gevaren die ons volksleven be dreigen vooral in geestelijk, maar evenzeer in natuurlijk opzicht. Na enkele aangelegenheden van internen aard te hebben opgesomd eindigde de heer Dolman met er op te wijzen dat zegeningen verplichten tot groote trouw. Wij zuilen de vaandelen opsteken in den naam onzes Gods. Het heil der rechtvaardigen is van den Heere. Zoo rijst uit de donkerheid het licht en gaan we met nieuwen moed voor waar tsl Door den penningmeester wordt hierna het financieel verslag uitgebracht De reke ning die een totaal aangaf van 1698.09 aan ontvangsten en uitgaven, sloot met een- batig saldo van 106.—. Beide verslagen zijn onder dank goed. gekeurd. Bestuursverkiezing Een hierop gehouden bestuursverkiezing had tot resultaat dat de aftredende leden de heeren Dam, Hoek en van R ij n bij Mr. G. van Baren acclamatie werden herkozen, In de vara ture-Crezee is voorzien door de verkiezing van den heer Barneveld, voorzitter van de a.r. kiesvereeniging te Naaldwijk. De voorzitter dankte het afgetreden lid burgemeester C r e z e e voor zijn trouwen arbeid en sprak de wensch uit dat diens werk te Ridderkerk ook tot een rijken zo gen mocht worden gesteld. Mededeeling werd voorts nog gedaaD over een schriftelijke propaganda uitgaan de van het G C. welke geschiedt door tus schenkomst der Statonsectie, van welke propaganda de kiesvereenigingen zullen kunnen profiteeren. Tenslotte werd de hoofdelijke omslag vastgesteld. Na gehouden rondvraag wekte de voorzitter op tot trouw vergaderen ten einde de kennis der beginselen te verdie pen en zoo licht te verspreiden want, zoo besloot spr., de meeste ontevredenheid is een gevolg van onkunde. Vragen stellen Hierna bestond gelegenheid vra gen t e stellen, welke door den voor zitter zouden worden beantwoord. Een 14- tal aanwezigen maakten hiervan gebruik. Uit de beantwoording die wij hier kort laten volgen kunnen de vragen gemakke lijk worden afgeleid. Mr. van Baren sprak er allereerst zijn blijdschap over uit dat de vragen bijna allen een geestelijk karakter droegen. Naar aanleiding van een telefonische vraag zet spr. allereerst uiteen hoe devaluatie een sprong in het duister blijft, waarbij de ka pitalist die zijn geld in verschillende valu ta's heeft belegd minder wordt getroffen dan de kleine man. Afgezien van allerlei factoren, o. a. het moreele element, ver schuiving kapitaal en schade aan den klei nen man, moet boven alles Nederland zijn staatscrediet onaangetast laten. Spr. teekende hierna de C.D.U. als revo lutionair in aard en wezen Do vraag wie lid kunnen zijn van do rechtscho raadsfractie achtte spt. niet ge makkelijk te beantwoorden. Dit hangt af van allerlei omstandigheden. Een verschuiving van uitgayen naar de toekomst acht spr. zeer zeker gevaarlijk doch het kan zijn dat de staatsfinanciën het noodzakelijk maken. Over het optreden van prof. Hugo Vis scher kon Mr. van Baren geen opheldering geven. Hij teekent deze als een man met groote gaven wiens heengaan betreurd moet worden. Wat hejn hiertoe beweegt weet spr. niet. In 1905 heeft prof. Visscher zelf ons program van beginselen meer con form aan Gods Woord geacht dan art. 36. Wat wij in deze moeten doen is: werk zaam zijn in den geest der samenbinding. Do maatregelen die minister Colijn neemt inzake contingenteering, steun aan de tuin bouw, tarwewet e. a. logenstraffen het dal deze liberale politiek zou voeren. Het is juist een echt chr. gedachte te stutten het wankele om daarbij vooral te dienen liet volksgeheel. Erkenning van minderheden in colleges is mogelijk indien van hen medewerking aan het beleid dier colleges mag worden verondersteld. Met de cri de coeur van dr. Colijn is spr. het hartelijk eens. Prof. Fabius heeft reeds gezegd de evenredige vertegenwoordigint is de ontbinding van je volk. Dat de regeering geen tijd zou willen ge ven voor bijbellezen in de kazernes kan spr. moeilijk aannemen. Tn ieder geval staat dit wel vast dat de tijd daartoe niet ont breekt De kwestie van de opvoering van het too neelstuk de Beul kan Mr. van Baren niet beoordeel en. Of verbod mogelijk is geweest op grond van den inhoud weet spr. niet. In het. optreden jegens sommige groepen moet men in het oog houden dat. de regee ring hierbij gebonden is aan wetten. Spr. besluit met. een opwekking om ken nis te nemen van de beginselen die zich op het politieke terrein aandienen en daar bij vooral in te dragen het eigen a.r. be ginsel. (Applaus). De secretaris dankte spr. voor zijn voor lichting. Burgemeester C r e z e e zegt daarna nop dank voor de goede woorden aan zijn adres geuit Hierna ging de heer Lui pen van Maas sluis in dankgebed voor en volgde sluiting HET ANTWOORD AAN DUYS Waarom het rapport-Bonger achtergehouden Onmiddellijk na het uittreden van Mr. Duys stelden we de vraag: wat staat er toch in het rapport Bonger, waardoor Mr. Duys zich ten volle gerehabiliteerd achtte en waarom werd heT verdonkeremaand? In aansluiting aan wat wij citeerden uit hef antwoord der fractie aan Mr. Duys la ten wij daarom nog volgen, wat men over dit rapport zegt: „Het verslag der Commissie-Bonger werd uitgebracht in de vergadering van den Partijraad van 5 Mei 1934 Gij schrijft nu in Uw publicatie van 29 No vember 1.1., dat Albarda zich tot het msÈ DINSDAG 10 DECEMBER HILVERSUM 1 1875 M. KR O-Uitzending, 8.00 Gram.pl. 8.159.30 Hoogmis. 10.00 Gram.pl. 11.3012.00 Godsd. halfuur, 12.15 Gram.pl. en Schlagermuziek. 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Modecursus. 4.00 Or- kestconcert. 6.40 Lezingen. 7.35 Gram.pL 8.00 Berichten. Causerie. 8.15 Symphonie concert. (Om 8.50 Causerie). 9.35 De KRO-Troubadours. 10.15 Causerie. 10.20 Gram.pl. 10.30 Berichten. 10.35 Populair oncert. HILVERSUM H 301 M. AVRO-Uitzendlng, 5.30 VPRO. 6.30 RVU. 8.00 Gram.pl. 9.00 Ensemble Jonny Kroon. 10.00 Morgen» wijding. Gewijde muziek. 10.30 Vervolg van 9.00. 11.00 Kookpraatje. 11.30 Orgel en zang. 12.30 Renova-kwintet. 1.30 roeporkest en solist. 3.00 Knipcursus. 4.00 Piano-recital. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00 Voor kleine kinderen. 5.30 Bijbelvertellin gen. 6.00 Gram.pl. 6.30 Causerie. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Gram.pl. 7.30 En- gelsche les. 8.00 Berichten. 8.10 Rud. Nel- sons Revue. 8.40 Omroeporkest mmv. so- liste. 9.00 Hoorspel. 10.00 Royal Welsh Ladies Choir. 10.30 Verslag schaakmatch. 10.35 Gram.pl. 11.00 Berichten. Gram.pl, DROITWICH 1500 M. 11.20—11.50 Orgel, spel. 12.35 De Kart Caylus Pleyers. 1.20 —2.20 Bet BBC-Schotsche orkest. 3.13 3.55 Gram.pl. 4.20 Causerie. 4.40 Alt en strijkkwartet. 6.20 Berichten. 6.50 Schütz- concert. 7.50 Lezing. 8.20 Piano-recital 8.35 Hoorspel. 10.20 Voordracht. 10.4( BBC-Theater-orkest. RADIO PARIS 1648 M. 12.35 Orkestconcert 4.20 Krettlyorkest. 5.50 Kamermuziek, 9.05 Gevar. programma. 10.1012.35 Ora torium-concert. KEULEN 456 M. 11.20 Leipz. Symphonie orkest 1.35 Gram.pl. 3.39 Zang en piano, 4.30 Omroepkleinorkest. 6.50 Piano-reci' 7.30 Kwintetconcert. 8.20 Omroepkoor, 10.2011.20 Orkestconcert. BRUSSEL 322 en 484 M. 522 M.: 12.50 Om roeporkest 1.502.20.Gram.pl. 5.20 Saloi orkest. 6.35 en 7:35 Gram.pl. 8.20 Gevar, programma. 10.3011.20 Gram.pl. 484 M.: 12.20 Gram.pl. 12.50 Salonorkest 5.20 Omroeporkest 5.50 Gram.pl. 6.50 Zang en piano. 8.20 Pierné-concert. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 6.20 Rijks partijdag der Vrijheid. 9.50 Piano-recital 10.2011.20 Kamermuziek. uiterste zou hebben ingespannen, om dat rapport ,jn den doofpot te stoppen" De waarheid is, dat onze fractievoorzit ter heeft verklaard, het rapport op eei achttai belangrijke punten onjuist tj achten, maar van elk debat te willen af zien on het rapport onbestreden te willen aanvaarden, om een einde te wilen ma ken aan de zaak, die anders eindeloo: zou voortduren. De Partijraad aanvaard de met algemeene stemmen de door ds commissie voorgestelde conclusie, dil ook inhield „dat alle betrokkenen oo« voor de toekomst met het oo-deel de commissie rekening zullen houden ia dat hun verhoudingen weer zullen wop den als m bet Partijverband past". Ziedaar alles. Het is niet veel. En niet be BRAMMETJE FLAPOOR EN Z'N VRINDEN door G. T. ROTMAN 61. Menelik klom weer naar het dak, met het andere eind van het touw in zijn hand. Op ditzelfde oogenblik hoorden ze juffrouw Krispijn weer aankomen. ..Gauw' Gauw!" zei Bram en hij greep het touw en wilde gauw de pan omhoog trekken. Piep! Daar ging de keukendeur al open! 62. Op 't zelfde oogenblik bengelde hel pannetje aan één oor aan het touw. Eerst plonste het deksel in de waschkuip, en daar na plompte de heerlijke, vette zuurkool met spek in het zeepsop, vlak voor de verschrifc te oogen van juffrouw Krispijn! (Wordt Woensdag vervolgt! JAN KNAPE Mzn. (5 Mariet sleepte het schuurdeurtje op een kier en stak haajr hoofd door de opening. Op haar rond, sproetig gezicht trok een breede grijns toen ze vroeg: „Wat bi' je an 't wurmen?Nieuwsgierig loerde ze naar de sleutel in zijn handen en het ver frommelde stukje schuurpapier Hij gaf geen antwoord maar werkte ijverig verder. Dan ineens barstte ze uit in een wilde schaterlach: „Bi' je de sleutel va' je brandkasse verlore, bi... hi... hi... en bi' je noe een nieuwen an 't fabbriceeren... ha... ha... ha..." Hij hield ineens op, zijn handen zakten tot op den grond. Woedend keek hij haar aan en viel dan uit: „Hou je smoelwerk. mo' je m'n den bak in helpegekken dit en dat De lach bestiert op haar lippen. Ze trok het deurtje verder open en wrong zich door de opening. Dan trok ze het deurtje weer achter zich toe. Ze liet zich op haar knieën zakken, vlak naast hem, en ze vroeg nog eens: „Wat mot dat worre?Haar hand greep naar de sleutel, hij liet het gewillig toe. Ze be keek de sleutel van alle kanten alsof er iets vreemds aan te zien was. en ze her haalde: „Wat mot dat worre? „Een sleutel om je groaten bek op slot te doeënzei hij venijnig. Hij griste rl sleutel uit haar handen en hervatte zijn bezigheid. Ze lachte. „Gekkendoe nie zoa roarMet haar elleboog gaf ze hem een stoot in zijn ribben. „Zeit het noe es toe... Hij hield op met poetsen. Even keek hij haar aan. Dan zei hij langzaam: „Den oudsten heit eentjes! Ze knikte begrijpend: „Dat zegge ze ten minste Zijn oogen kregen een spottende uit drukking „Daer gloaf joe niks van zekerl En weer knikte ze, maar ze zei niets. „Me zalle 't es onderzoekeik wille weete wat daer van an is......" „En dan?Er kwam een schittering van begeerigheid in haar oogen. Ze legde haar groote hand zwaar op zijn schoude, „En dan? „Odeed hij onverschillig, „ik wil het inkel mar weete Haar gezicht betrok. Hij meende dat het teleurstelling was. Daarom zei hij spottend. „Ke' m'n mit den aollen rog mee weze as den ouwen man soms es wat overkomt Ze kreeg een kleur van verontwaardiging nu hij daar mee spotte: „Zal Kee van Jaap wel voor zurge, dat er nie veul te deelen zal valleZe doet tegenwoordig aores niks as dien ouwen man anhaele mit een bakje suukelaodemelk en een koekje En hie heit er gisteremiddag zeker we ete, want z'n aerpels in z'n groente stienge daernet nog in de spinne hie was d'i niet an geweestJe ken dien doaven diender oak mit geen span paeren bie hou weVroeger deugende d'r niks van Kee. en heurla heit d'r leven lang nog niet kelderkast aores gedaen as van z'n gescholleen noe, ziedaertHaar handen maaktei. een sprekend gebaar, vol diepe minachting Even was het stil, dan viel ze weer uit: „Mar ik begriep het wel. oorKee wil mien d'r uut keukele*) iedere weeke twee guldens mo' je dienkeDie joon van d'r motte gaen trouwe, dat zal ze an d'r kooszak kenne merkeZe zei het met leedvermaak en wachtte even „En dan kenme ze netjes de centjes vao :n ouwen man inpikkeVaoder, ke' je m'n asjeblieft niet es een rieksdaeltertje leene, want ik zitte van de week toch zoa moeilijkZe bootste de fleemende stem haar schoonzuster na. „Je ken gloave. dat groatje d'r smoesjes bie de hand heit. oor! Hij lachte: „Maeb je eige daer mar niks .ongerust over, want je maekt van den ouwen geen halfje los,mo' je niet dien keAl maek je nog zoavel smoesjes Ze kalmeerde wat. gerustgesteld, want Rinus had gelijk, dat moest ze toegeven. Ze zei nog: „Ik zal naer De Vries gaen as ze m'n d"r uutkeukelt „Laet joe dat mar draoieadviseerde hij, „azze d'r centen binne, dan zal d'r geen aore mee op de loap gaenHij zei het zachtjes. „Maek je eige mar niks moei lijk Zf boog zich diep tot hem over: „Wel?..." vroeg ze. alsof ze het niet begrepen had. „Wel?...... Dat ik de centen pesant mee zal riengedat gloaf je toch zeker er uit werken. keurszak, zak die aan een band om het middel wordt ge dragen onder de bovenste rok-en waarin men o.a. de portcmonhaie bewaart. wel? Ze sloeg haar oogen neer voor zijn blik. Nu hij het gezegd had. schrok ze. toch nog Het was toch wat! En ze waarschuwde: „Kaerel. joonweet wat je doet! Hij voelde, dat het maar een flauw verzet was. Zoo had hij er zich vanmorgen ook tegen verzet. En hij begon haar te over reden met dezelfde argumenten, waarmee hij zichzelf overtuigd had. Ze spraken zachtjes, het duurde niet lang, toen zei ze: „Dan mo' je 't zelf mar wete „As je m'n dan mar een beetje helpt „Yi aerm.ee?vroeg ze. Haar stem klonk geagiteerd.,want Rinus moest niet denken dat ze met hem mee zou gaan. Hij stelde haar gerust: „Ik mot een ouwe blikke bus ha „Aores niet? Hij schudde zijn hoofd: „Nee, aores nietEn hij begon haar uit tP leggen wat hij met die bus doen moest. Hij zon in het geitenstalletje een gat in den grond graveD om de bus met het geld in te doen daar een paar planken overheen en wat stroo, en de geit er bovenopgeen ster veling zou daar ooit zoeken Ze knikte, dat ze het Degrepen had. en zr vroeg ongerust: „Hoe. lange mot dai geld daer dan zitte? Hij haalde zijn schouders op en vroeg „Je weet wat er mit die lui van Do Koeten gebeurd is eh? „Jae. nou? „OMeer zei hij niet. nu begreep ze het wel, want die lui van De Koeten hadden irgebroken op de stee (boerderij) bij Van •der Eist en wel vijf duizend gulden mee gr nomen En ze hadden er goeden sier nr-e gemaakt: ze hadden nieuw huishouden (huisraad) gekocht, en varkens en bèestjes (urn ge Roeica) En vroeger konden ze ue klink van de deur niet vinden zou arm ais ze warenMaar de pret had niet lang geduurd, en ze hadden allebei zes jaartjes moeteD brommen. Door zulke gebeurtenis sen moest een mensch zich laten onder richten „Ik bluuve 't liefst uut den bakzei Rinus nog. „Joe toch zeker oak? Ze wou nog wat zeggen, want ze was on gerust geworden, de gevangenis!Maar buiten was er een gillende 'nngensstem, dl riep: „Moederrrmoederrr Ze deed de deur van het schuurtje open en stak haar hoofd naar buiten: „Nah, wal is er? „Gae m'n nog niet ete?Ik hawe zoa 'n honger „Józoa oorhei no» maar effentjes geduldZe wilde het deurtje weer dichttrekken. De jongensstem begon nu ie dreinen: „Moederrr..kom noe... ik hawe zoa 'n hongerEr klemden zich een paar vingers om dpn rand van het deurtje en er werd aan gerukt „Hoepel noe mar opzei Rinus, „as die jong 't een of 't aore merke. dan bi' m'n de segaor(zijn we de sigaar, zijn we er bij). „Die vervelende jongH bromde ze. Ze wrong zich met moeite door de nauwe opening heen naar buiten. „Je mag dat dpnrtje oak wel es maeke". zei ze wrevelig Rinus grinnikte. „Doet die deure dicht", brulde hij dan. Buiten was er een jongensstem, die nieuwsgierig Inform* rde: „Wat mot vaoder laer doeë, moedei".'i „Je vaoder mot dortien kallekoensche eiers uutbroeieZe lachte onzinnig. De jongensstem zeurde: „Neei wat mot vaoder daer doeë? Dien avond verzekerde Dimmen met bl« zondere zorg de deur en het aam. Dat deed hij iederen avond, maar nu moest hil' telkens aan Rinus denken. En zonder zich rekenschap te geven waarom hij het deed keek hij met het. nachtlampje of de gren dels wel goed in de krammen waren Re- schoven. En voor het raam ging een zwaai eikenhouten luik met een dikke ijzeren stang er voor Dimmen zette het nachtlampje op di tafel, het leek een gloeiende spijker in hel diep? donker van de kamer. Voorzichtfl zorht hij zijn weg naar de bedstee, voetjl voor voetje, zijn handen tastten aarzelend vooruitDp reusarhtigf schaduw van den ouden man teekende zich af or muur en tegen den zolder, de schadill maakte wonderlijke grimassenDoor °eo kier van het karheldeurtje scheen *en smal s'roepje licht. Dimmen zeilde langs k-chel nis een voorzichtige schipper Bij de bedstee zochten zijn handen in de gordijnen Zijn vingers eraaiden onder hd hed. Op het bedstroo stond de blikken trommel waarin zijn centjes waren Rinus had zich vanmorgen vergist toen hil dacht dat Dimmen dip in het kabinet be waarde. Dat kabinet was lang niet veilif genoeg (Wordt vervolgd]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8