CVtm kozkm, m^£seh)dftm^ H ou je roer rec ht Een "bundel novellen, impressie'?, interviews, schetsen, verzen en muziek van M. J. Brusse, Antoon Coolen, Willem van Gelder, Nico Hoogewerf, Hendrika Kuyper- v. Oordt, Herman de Man, Piet Marée, J. M. Martens, Jaap Mow- lijn, Rolf de Raedt, H. M. van Randivijk, Rudolf v. Reest, Mr J. Slagter, G. v. Teylingen, Kees Valk, P. Verhoog, C. W. Visser, P. H. de Wit, plus 48 kunst- en reportage-foto's, 112 teekenin gen. Band en omslag van Piet Marée. Uitgegeven door Bosch en Keuning te Baarn. Eindelijk zijn we door een pompeusen litel heen, achttiende-eeuwsch van lengte, iup-to-date van zin, want dit prachtwerk is zakelijk als deze tijd zelf, romantisch als- alle tijden waren en ook deze harde, zake lijke tijd blijkt te wezen, zooals dit boek zeif bewijst. De uitgever Keuning leidt het zelf in. Ook iets erg zakelijks: heb j§ daar vroeger oodl van gehooid, dat een uitgever zelf het eerst ihet woord nam in zijn boek? „Hoe je roer recht" daarover mediteert ihij even en zegt o.a.: „Er wordt veel geklaagd en er i s veel te klagen. Maar nu komt in deze tijd dit boen cn het zegt: Hou je roer recht. Het spreekt van onze strijd en van onze overwinning. Het zegt dat we 't niet altijd gemakkelijk kunnen hebben. Dat behoeft ook niet Maar we kunnen vechten en volhouden cn ons roer recht houden, tot we gewonnen hebben. Dit echt-nationale boek wil ons leeren, niet meer zooveel te klagen, maar aan te pakken en vol te houden. Daarvoor zijn Nederlanders, die moed houden, ook als ze moeten roeien tegen wind en stroom op. ■Als er niet zooveel geklaagd werd, als er krachtiger en doelbewuster werd aangepakt, het zou beter zijn Dit boek komt dus wel juist op tijd. Het segt: Holland, zoo was je. En het is de be doeling, dat weer zal kunnen gezegd wor den: Holland, zoo ben je." De heer Keuning zegt het, dat z n boek juist op tijd komt. Het is voor den uitgever te hopen, dat zijn lezers (essem) het ook zullen zeggen. „Hou je roer recht" dat riepen wij, jon gens, de dronken kerels achter na, die wag gelden als schepen door stortzeeën beloopen. Eigenlijk zongen we: Hou je roer in het water. Da's eigenlijk nog sterker uitdruk king voor het geval, dat de zaken verkeerd loop en. Het wil toch waarschuwen: blijf in je element, zooals het roer van het schip in 't water hoort Eerst dan gaat het „ge smeerd". „Hou je roer in het water" duizenden roeren liggen ongeveer op of boven het wa ter uit in deze donkere dagen. Enfin, de waarschuwing is duidelijk ge noeg: _Hou je roer recht" Maar één op merking houde ons de heer Keuning ten goede. Hij spreekt van een les, die zijn boek komt leeren: pak aan, hou vol. Maar is de ontstellende tragiek van zoovele duizenden jongen en ouden niet deze: er is niets aan ite pakken, niets vol te houden In allen gevalle: Bosch en Keuning pakken stevig aan, houden goed vol. Nè, 't pracht werk .JHoland, zoo ben je!" dit vervolg als echt nationaal werk, een „nat" werk, want het is overal water en nog eens water, water te land en water ter zee; 't is overal wind en weer, storm op zee, stilte op de rivier; or wordt verhaald en hoe romantisch van de pontjesman aan de Langehaven te Rot terdam, maar ook van onze grootste Oceaan sleepboot „De Zwarte Zee", van een zees too rn er zoowel als van een beurtsohippertje, van 't opleidingsschip zoowel als van de duikers Kees Sperling en familie; je gaat „hakke- poffen door de Rotterdamsclie haven (gids is: M. J. Brusse) of vaart met de allernieuw ste bruggen over onze breede stroomen; je neust rond onder de romantisch-deskundige leiding van Herman de Man op een oude scheepstimmerwerf, waar nota bene een vrouw de bazin is, of je bent op 't loodsschip vlak onder de kust; je gaat mee met de Stellendamsche visschers, door storm beloo pen, of je beleeft met Rudolf van Reest het geweldig drama, dat de „gebondenen" van 't eiland plotseling „vrij" zich voelen, in oor logstijd zwemmende in £(Spaansc'..port", met levensgevaar tuschen de mijnen door...; je ziet toe „bij het bergen van schepen" of je bemerkt de ondergang van de dwergpol der ergens in de Biesbosch (de dichter Van Randwijk woont daar in de buurt; die ver telt er van); je komt heel wat te weten van waterschappen en polders, enfin, je vindt in dit prachtboek een neen, geen allegaartje, maar een trommel allerhande, van hetzelf de degelijke deeg gebakken al te gaar. Natuurlijk, niet alles achter elkaar, maar bij stukjes en beetjes genoten, wat een heer lijkheid dan de vele avonturen, vooral te water, mee te makenZe houocn hier allemaal het roer rechtalthans in hét water Nu heb ik nog niets gezegd van de illustra ties: 112 kleinere en groo.ere teekeningen tusschen de tekst, en een 48-tal kunst- en reportage-foto's, welke het woord op de meest zakelijke manier belichten. Als je dit boek openslaat, ga je natuurlijk eerst de platen bekijken, een boeiende ver zameling, die je doet uitroepen: wat heeft de uitgever een fijne neus gehad om het gansche land, rivier en zee doorreizend, te laten, vastleggen op de gevoelige plaat, wat op allerlei wijzen, in allerlei toon de lof be zingt van het water, het schip, de vissche- rij, denavigatie in één woora...... Toen zo het boek allersecuurst hadden Cpoorbereid, zullen ze wel nog één keer zich zelf hebben afgevraagd: .Niets vergeten?" Neen, niets vergetenhou je roer recht volle kracht vooruit Is dit boek dus allereerst geen literair werk, er komt heel fijne literatuur in voor. We noemden reeds Heiman de Man, die „het hart van de Kroonprinses" bloot legt, aan 't eind van zijn verhaal haast al te bloot, en Anton Coolen werkte hier mee met twee bijdragen: „Lof van het water" heet zijn dithyrambe en een legendarisch-boeiende schets verraadt den droomer uit het mystie ke Zuiden. Jaap Moulijn zingt verscheiden liedjes, a la Speenhof, met muziek; recensent meent, dat hij zoo ongeveer niets vergeten heeft te noemen. De uitgevers hebben een lumineus plan bedacht; te bewonderen valt de schitteren de volvoering er van: inderdaad, dit boek ruikt dóór en dóór naar water en wind, i rookdamp en teer, naar 't roefje van binnenschipper als naar 1 topje van de mast-in-stormEen echt nationaal boek. A. WAPBNAAR. Jong Holland, pak aan! Een parool, dat in dezen tijd niet genoeg kan worden herhaald. Want 't gevaar is zoo groot, dat ook Jong Holland, lam geslagen door de misère die thans over de wereld golft, futloos bij de pakken gaat neerzitten. 't Was van de firma G. F. Callenbach te Nijkerk dan ook een uitnemende gedachte dit prachtwerk uit te geven, dat bedoelt te zijn een opwekking tot stimulans van de beste eigenschappen, die ons Nederlandsche volk door de eeuwen heen hebben geken merkt. Dit kloeke boek werd samengesteld onder redactie van Bert Bakker en Leentje M. Hagen en bevat bijdragen van: Kees van der Bom, Evangeline Booth, H. Th. de Booy, Dr. H. D. van Broekhuizen, Dr. H. Colijn, J. Z.Exc. Pr H. D. van Broekhui: thans gezant van de Unie van Zuid- Afrika in ons land, geeft in dit boek zeer interessante persoonlijke herinneringen. Eerbeek, J. P. L. Hulst, mevr. A van HoogstratenSchoch, Selma Lagerlöf, Titus Leeser, Johan Luger, Dr. J. Luning Prak, Willem de Mérode, Dr Rudolf Mengelberg, W. M. van Neyenhoff, Ir C. W. A Oyens, Dr P. H. Ritter Jr, J. C. E. Sand, A Viruly, J. W. F. Werumeus Buning; met teekeningen van Jo Spier, Titus Leeser en Jan Lutz. Bij de redactie zat het streven voor in een •o breed mogelijk kader de Hollandsche jongeren tot aanpakken op te wekken. En naar onzë meening is zij daarin uitnemend „Men moet naar den mensch sprekend de wanhoop geen kans geven het hart binnen te kruipen, door zelf bezigheid te scheppen, als die bij anderen niet te vinden i". Dat is de bekende taal van onzen mi nister-president, en dit enkele woord typeert prachtig den toon, die het geheele boek door te beluisteren valt. Als van een boek stalende kracht kan uit gaan dan zeker van d i t boek! De bandteekening van Jam Lutz is een prachtig staal van suggestieve kracht: een jongens- en meisjesfiguur met uitgestrekte armen gereed tot aanpakken! Het boek is fraai geïllustreerd met prach tige foto's en pittige teekeningen. Br. J. Hekman: Handboek der Ziekenveipleging. Deel II: In wendige Ziekten. Kampen, J. H. Kok. Van de hana van den bekenden genees heer-directeur van het Bergweg-Ziekenhuis, Dr. Hekman, verscheen het tweede deel van het handboek der Ziekenverpleging. In het eerste deel werden de algemeene pathologie en de infectieziekten behandeld. In dit tweede deel vinden we de inwendige ziekten en hun verpleging besproken. Het boek is door zijn uitgebrei&e bespre king der ziekten, niet zoozeer bedoeld als studieboek, maai' meer als handboek voor de verplegenden, waarin zij alles wat zij nog eens na willen zien kunnen vinden. Zelfs ziekten als maligne granuloom, ziekte van Bueiger en vele andere ontbreken niet. Aan de hoofdstukken van de ziekte der verschillende organen, gaat eerst een alge meene bespreking vooraf, met een nauw keurige beschrijving van de anatomie en dc physiologie der ziekten. Dr 7. Hekman Daarna volgt de verpleging, oie duidelijk wordt besproken. Het boek is op de hoogte vam de tijd, leze bijvoorbeeld het hoofdstuk van de richtingen der klieren met interne secretie Bij de beschrijving van de verrichtingen der hypophyse vindt men namelijk dat het aantal bekende hormonen, dat deze klier af scheidt, reeds is gestegen tot acht. Ook de avitaminosen en de overgevoelig heidsziekten ontbreken niet Het geheel is voorzien van vele goede teekeningen en vele fraaie röntgenfoto's. Dr. A. Maeder, Genezing van Zielszieken. Rotterdam, J. M. Bredée. In de Psychologie rekent men Dr. Maeder t de Züricher School, die de analytische zielkunde voorstaat, waaraaai vooral de n van Jung verbonden is. In ons land kreeg de schrijver van het hier aangekon digde werkje vooral bekendheid door het ic 1929 verschenen boek van H. Kramer: ,A- Maeder, Dc nieuwe zielkunde en het gods dienstig leven." Dr. Joh. vatn der Spek schreef voor het 46 blaozijden tellende lx>ekje „Genezing zielszieken" een inleiding. Het geheel is een uitwerking van een voordracht die Dr. Mae der in het begin van dit jaax in ons land heeft gehouden. Persoon, Geest en Ziel, door H. Steen, Geref. predikant te An- dijk. Utrecht, Boekhandel H. de Vroede. 1935. De Geref. predikant van Andijk is, zwaar geharnast, in het krijt getreden tegen Prof. Waterink, inzake diens beschouwing om trent „De Oorsprong en het Wezen der Ziel". Het gaat trouwens ook om eeD heel ïr probleem; 't gaat over de theorieën 't praeexistentianisme, traducianisme, generatianisme en creatianisme. De laatste beschouwing, die van 't creatianisme, werd algemeen door onze Gereformeerde .theolo gen aanvaard. Prof. Waterink heeft over dien „oor sprong" der ziel een oorspronkelijke visie gegeven in zijn genoemde studie, waarin hij afwijkt van de gangbare opvatting in met name wat zijn beschouwing betreft van 't erfelijkheidsvraagstuk. Ds. Steen bestrijdt heel scherp die nieuwe visie, komt tot de conclusie dat Prof. W. in conflict is met Schrift en Belijdenis, met name ten aan zien van de z.gn. twee-naturenleer van Christus. Wie dit geschrift ten einde toe vermag te olgen lichte lectuur is het zeer zeker allesbehalve krijgt de indruk, dat de auteur zijn stof machtig is, en sterk staat tegenover Prof. W.'s afwijkende theorieën. Zeker is het, dat Prof. W. aan dezen part- ïr de handen vol zal hebben. Ds. Steen zegt in een woord vooraf, er in overtuigd te zijn dat zijn critiek geen schade zal doen aan de onderlinge verhou dingen. 't Gaat om de zaak, nergens om den persoon van Prof. W., voor wien hij tn zeer bizondere hoogachting koestert Echter moet ons toch van het hart dat de toon van dezen opponent wel wat rustiger, minder fel-offensief had kunnen zijn, juist omdat het hier zulke geweldig-ingewikkel- de vraagstukken betreft, die een heel kal me sfeer van polemische bespreking ver- eischen. Als we onzen tegenstander be schuldigen van een „grove onjuistheid" jn we toch wel de grens van het rustig- etenschappelijk betoog voorbij. Hoe 't ook zij, de schrijver heeft in deze studie blijk gegeven dat hij de probleem stelling behcerscht; veel wat hij zegt, is •aar van logisch doordacht argument Het onderwerp is belangrijk genoeg om te wen- schen, ook voor den schrijver van dit boek, dat het debat wordt voorgezet Uit de schok der meeningen verwachten we zuiverder kijk op de vraagstelling en de gevaren van een al te vlotte oplossing der moeilijkheden. W. Critischa beschouwingen over de inrichting van den burgerlijken stand, door Mr. Dr. J. Versteeg. Alphen a. d. Rijn, N. Samsom N.V. Van het bovengenoemde werk, dat ver deeld wordt over een drietal brochures, zijn thans twee gedeelten verschenen. Het ver dient steeas aanbeveling, te luisteren naar iemand, die, na een bepaalden tijd in een zekeren werkkring te hebben vertoefd, mededeeling doet van zijn ervaring. Het feit, dat Mr. Versteeg niemand minder is dan de chef van den burgerlijken stand te Amsterdam, geeft aan de door hem gelever de critiek op de inrichting van den burger lijken stand wel bijzondere kracht Te loven valt de objectiviteit, waarmee de schrijver de verschillende zwakke punten aanstipt, cn zijn afkeuring van een en ander heeft temeer waarde, omdat wegen, die tot ver betering leiden kunnen, worden aangewe zen. Moge het werkje het resultaat bereiken waartoe het werd uitgegeven, n.L aat de vereischte correcties in de bepalingen om trent den burgerlijken stand worden aange bracht en de uitgave zoodoende overbodig., worde en sléchts historische beteekénis be- houde. Grootere voldoening voor Mr. Ver steeg zal niet mogelijk zijn. Ontspannings-Lectuur De zilveren helm, door J. A. Vis- scher. Hoorn, Drukkerij Edecea, Dit verhaal, dat als No. 11 van de beken de Edecea-editie verscheen, speelt omstreeks het jaar 1S50 in de hoofdstad van de kleine onafhankelijke, slechts 6000 inwoners tellen de republiek Andorra in de Pyreneeën. Een jong kunstschilder uit Toulouse was naar deze streek gereisd, om de vvooste ta fereelen van deze afgsloten bergwereld op het doek te vereeuwigen. Hier in Andorra maakt hii kennis met een blind raaisie. wier moeder weduwe is en door den vader van zekeren Pedro op listige wijze van haar landgoed is beroofd. Pedro zelf is hoofd van een gevaarlijke smokkelaars-bende en Pedro dingt naar de hand van het blinde meisje, om den kleinen strook grond te bemachti gen, welke in het bezit van de moeder van het meisje gebleven is, want hij weet, dat in dien grond waardevolle antiquiteiten ver borgen liggen. Hij tracht op allerlei manieren den kunst schilder en den rijken Amerikaan, die naa- Andorra gekomen is, om zooveel mogelijk oudheden te koopen, uit den weg te ruimen Het gelukt eindelijk door de ijverige na sporingen van den kunstschilder Pedro te ontmaskeren en het gevolg hiervan is, dat hij ter dood veroordeeld wordt De wettigp erfgenamen ontvangen het door Pedro ont stolen landgoed terug. Mariella, het blind* meisje, wordt in Parijs van haar blindheid genezen en spoedig volgt daarop het huwe lijk met den kunstschilder. Het is een spannend verhaal en de ont knoopiug schenkt volle bevrediging aan de lezer» De Edecea-editie blijft met dit verhaal recht behouden op onze groote waardeering omdat het voor lutte en prijs inderdaad goede ontspanningslectuur onder ons volk tracht te brengen. Kerstvertelboek Als alle lichten branden Dit werk werd samengesteld onder de redactie van Anne de Vries en met mede werking van Jan H. Eekhout, J. Fortgens, W. G. van de Hulst, Mary Pos, H. M. van Randwijk, Rie van Rossum en P. A de Rover. Wie Mttê de Vries is behoeft na de ver schijning van zijn bekenden roman „Bartje niet gezegd te worden. En dit geldt ook van dit Kerstvertelboek, want reeds ligt de vier de druk vóór ons. 't Kost vaak heel wat hoofdbrekens bij de Kerstfeestviering na het Kerstverhaal nog een goede Kerstvertelling te vinden. Hier wordt echter een achttal verhalen geboden, die met groote spanning zullen worden aan gehoord en waarin bovendien de ware be- tee-kenis van het Kerstfeest zuiver wordt be licht Deze. prachtige uitgave wint bovendien nog aan beteekenis door de practische wen ken voor den verteller, door Anne de Vries, en op losse velletjes bij het boek gevoegd. De triumf van den ondergang, door K. Papke. Zwolle, La Ri- vière en Voorhoeve. Dit verhaal begint met een verlovingsfeest van Inge, de aangenomen dochter van Ds. en Mevrouw Raden. Om haar broer Gerard, die zioh met Inge verlooft, terwille te zijn, is pok Anna op het feest tegenwoordig, hoewel zij allerminst feestelijk gestemd is. Want kort geleden had zij haai- man verloren, die als chirurg bij een operatie infectie had opgeloopen, welke hem het leven kostte. In Anna's hart heeft de dood van haar echtgenoot niet slechts diepe wonden gesla gen, maar ook het geloof aan Gods liefde doen wankelen. Mevrouw Raden vertelt dan aan Anna onder gefingeerde namen haar eigen levens geschiedenis. Zij deelt Anna mee, hoe zij in haar jeugd verliefd was geraakt op den zoon van zekeren Baron van Bredoff. Maar de hooghartige Baron en diens oudste zoon had den de laagste middelen te baat genomen, waardoor de brieven der geliefden hun be stemming niet vonden en deze dus wel moesten veronderstellen, dat beider liefde onbeantwoord bleef. Na vele jaren van bittere smart komt het dan bij het inmiddels oud geworden meisje tot een gelukkig huwelijk met Ds Raden. De jonge baron blijft ongehuwd en in de jaren des ouderdoms ontmoet hij nog eenmaal de vriendin zijner jeugd. Dan wordt het duide lijk, hoe die smartvolle weg heeft moeten meewerken om een huwelijk te voorkomen met een jongen man, oie volslagen atheïst was, terwijl de blijvende scheiding een mid del in Gods hand was, om de een bij des Heeren dienst te houden en den ander daar toe te brengen. Deze aangrijpende levensgeschiedenis is voor Anna een rijke bron van troost, omdat ze daarin bewaarheid ziet het Schriftwoord: „Wat Ik doe, weet ge nu niet, maar ge zult het na dezen verstaan". Dit verhaal biedt ons ec.ht Christelijke lec tuur, omdat het ons duidelijk toont zoowel de w e r k e 1 ij k h e i d van- het leven, als die van de kracht des geloofs. Historia, Maandschrift voor Ge schiedenis, onder redactie van Mr. E. van Beusekom. Uitgave van Kemink en Zoon N.V., over den Dom te Utrecht. Reeds meermalen maakten wij met waar deering melding van deze prachtige uitgave. De thans door ons ontvangen 9e aflevering toont weer zeer duidelijk aan, dat de redactie haar doel interessante verhalen en be schrijvingen van weinig bekende gebeurte nissen uit de oudere en uit de nieuwe ge schiedenis met prijzenswaardigen ijver weet na te streven. Deze aflevering bevat o.m. opstellen over de opvoeding van onze laatste Oranje-Prin ses, door Mr. E. van Beusekom: Juliane vón Krüdener, door Mr. H. J. A. van Són; de standbeelden voor den koning-stadhouoer Willem III, door Fred. Oudschans Dentz. Bijzondere belangstelling zal bestaan voor het artikel van A. H a 11 e m a over Abes- synië in vervlogen eeuwon, inzonderheid in de gouden eeuw. Nogmaals bevelen wij deze fraai geïl lustreerde uitgave warm aan. „Wij jonge vrouwen In het November-nummer van „Wij Jonge Vrouwen" valt al dadelijk op een keurige foto-reportage van een bezoek aan de school voor weven en spinnen te Bussum. Prachtig zijn de foto's van bet meisje aan het spinne wiel, en de wevende vrouw. De Interieur serie brengt deze keer geen modern inge richt binnenhuisje met stalen meubels, maai geeft ons een blik in de buitengewoon zellige, Oud-Hollands ingerichte kamers ectn landhuis in de duinen. Er is een in- terview met den Amsterdamsehen beeld houwer G. J. van der Veen, die een goed- gelijkend bronzen bonstibeeld van Prinsej Juliana maakte. Hierin worden enkele aar dige bizon dorheden meegedeeld over poseeren van de Prinses. G. J. Peelen stond voor dit nummer een boeiende novelle af: „Het Schandaal", terwijl Christine Doorman op onderhoudende wijze vertelt van een bezoek bij Selma Lagerlöf in de winter. Een nummer vol afwisseling, waarin, met hei oog op de naderende Sinterklaasavond, een ruime plaats gelaten is aan de handwerk- afdeeling. October 1933 De Nieuwe Taalgidt Opent met een best artikel van Dr. Jos J. Gielen over De Spaansche Braban der. Schrijver ziet in dit stuk Bredero ali „de martelaar der Renaissance". Hij, de arin ocraat naar de geest moest verkeeren in laa$, milieu en toen hij opgenomen werd in hoo ger kring, voelde hij er zich niet thuis, om dat hij er slechts geduld werd. Zijn Magda lena Stockraans laat hem in de steek, aai veel laster staat hij bloot Toen Bredero een kijkje nemen kon ach ter de schermen, ontdekte hij veel bedei onder het elegante leven van welvaren Amsterdam. Uiterlijke vormen bede>ktei veel corruptie. In sterke mate was de ver wording van zijn geliefde stad bevorden door de invasie van de vele vreemden, dj* naar de wereldstad Amsterdam gelokt r waren door de faam van haar fortuin of heengevlucht waren uit landen met minde vrijheid. En onder die vreemd-m, die hs moreele peil van de koopstad deden dalen waren het dan weer de Brabanders me name. Bredero heeft dat alles willen laten ziei in zijn Sp. Brabander, dat een gewei dige reactie opriep. Geen wonder, vele: voelden zich door den diohter in het har geraakt Wie werden er on,t7.1»u? Vrij we n iemand l Dr. Gielen meent dat Bredero ook be paalde personen op 't oog heeft gehad a voert voor die meening bewijzen bij. Prof. van Wijk schrijft over de k 1 n k et betrekking en stoottoon stemhebbende medeklink ers, prol Stoett over de uitdrukking ,op een ankt te land raken", dr. G. Stuiveling geeft op merkïngen over de an a p e s t. Prof. d Vooys houdt de kroniek bij. Tot slot aan kondigingen en tijdscliriftenschouw. De WerArptaaijr Met 1 Januari zal bij Neerbosch' Uitga11 verij een nieuw Chr. letterkundig maai»® blad verschijnen onder bovenstaande titelv De redactie wordt gevoerd door Dr. Jj Haantjes, Dr. J. van Ham, K. Heeroma ea Dr. W. A. P. Smit. N „Wij willen aldus de redactie ijl ons blad de samenwerking van han, dij zich in Christus één weten door ongd 4 wenst en onnodig exclusivisme in Op 1 waartsche Wegen verstoord weer hep c stellen". Daer slae geluck toe. November t Stemmen des TijA1 Wouter van Riessen vervolgt De Vrueb;1 telooze Strijd; Mr. J. C Baak betoop dat het Volkenrecht vele aanvullingen .bp hoeft; Ed. Houbolt bespreekt de Rembrandt' en Vermeer-tentoonstellingen („Geen schil j derschool ter wereld kan met deze tww 0 uitersten im vergelijking treden")^ Dr. C b Tazelaar houdt de prozakroniek bij, BaarbjJ handelt over de internationale spanning i: a verband met het Ethiopia^ conflict. T(f1 slot boekbespreking. Ontvangen Boeken De feestdagen zijn in aantocht! Sint Nico- laas, Kerstmis, Nieuwjaar, allemaal gelegen heden waarbij de eene mensch de andere gelukkig maakt met een presentje. Vaak weet men echter niet, wat men nu weer eens zal geven. Een kist sigaren voor meneer, een flacon eau-de-cologne voor mevrouw, och, het is altijd welkom, maarna eeni- gen tijd is zoowel het een als het ander „ver dampt" en vormen de flesch en de kist de eeitigé blijvende herinnering. Wie echter een boek cadeau doet, kan er van overtuigd zijn, iets te geven, oat blijven de waarde heeft en door vrijwel iedereen met graagte aanvaard wordt. Dat ook de uitgevers dit weten, is ons de laatste dageu duidelijk gebleken. Een ononderbroken stroom van nieuwe uitgaven wordt over de redactie-tafels uitgestort Het is dan ook ondoenlijk, al deze werken nog voor de feest dagen afzonderlijk aan een bespreking te on derwerpen. Om onze lezers echter te gerie ven, geven wij hieronder een korte samen vatting van het nieuwste op de boeken markt. Later hopen wij op sommige uitga ven nog nader terug te komen. Romans, verhalen enz. In de stapel romans, waarachter wij bijna schuil gaan, valt ons oog het eerste op een lijvig boekdeel van W. A Wagener: 3000 meter in dood water (uitg. W. L. en J. Brusse te Rotterdam). Een roman an de moderne tijd, die ons bij het inzien nog al eng realistisch voorkomt. Dan valt hot oog op een boek in een hel rood-groen-zwart omslag, De dolle dic tator, van Albert Helman, wat ons een sterk avontuurlijk verhaal lijkt. Het werd uitgegeven door Nijgh enVan Dit- 1 ar N.V. te Rotterdam. LaRivièr 'een Voor hoeve zendt een nieuw boek van den bekenden L. Pen ning: Slagregens. Wij zeggen hierover niets: men weet hoe Penning over Zuid- Af rika kan schrijven. In de Uilenreeks van de firma Bi got en Van Rossum verschenen de mers 16 tot en met 21. Keurig zien de boekjes er weer uit. Wij vestigen speciaal de aandacht op no 20: Het licht der e r e 1 d, een in zes kleuren steendruk uit gevoerd werkje met kerstversjes, verzameld coor Corrie Jacobs en Tonnie de Ridder en met teekeningen van Clara Mesdag. De overige nummers zijn: C. J. Kelk en HalboC. Kool: Moderne lyriek; Johan Wesselink: De zomertocht van den reus; Arthur Goldsteen: Een tee kenaar door Iberië; W. H. Garsijn: De roode bloem, en ten slotte: Mien Labber- ton: Lichtende Horizon. J. M. Meulenhoff te Amsterdam een een tweede druk van „Het huis met de rozenhaag" door Jeanne Otter- da h 1; W. L. en J. B r u s s e 's Uitg.-Mij N.V te Rotterdam deed een werk van W. L. B r u s s e: Patieüt, het licht zien en ten slotte vermelden wij een drietal uitgaven van N.V. Wereldbibliotheek te A mster- dam, nl.: Runar Schild t: Uit het land der duizend meren (De Thuis komst); Ni co la as Gogol: Avonden op Dikanjka; Aart van derLee Vertellingen en Albert Viksten: Hout (uit het Zweedsch door N. Boelen- Ranneft). De schrijver van dit laatste boek, eon jong Zwcedsoh auteur, moest reeds op jeugdigen leeftijd helpen bij het houttrans port in de groote Zweedsehe woucen en geeft nu in een reeks levendige tafereelen eer schrijving van de sociale toestanden, die in die tijd oïider de arbeiders daar heerschten. Kerstverhalen. Twee nieuwe bundels Kerstverhalen zijn weer van de pers gekoipen. MienLabber- ton verzorgde de bundel „Grote b 1 ij ri se h a p", uitgegeven door de firma Bigot en Van Rossum te Amsterdam. Een vijftal mooie kerstverhalen worden hier mede m het licht gegevem Kerstvertel lingen door Antoon Coolen bevat een vijftal sagen, betrekking hebbende op het Kerstfeest. Dit boek, dat uitgegeven is door de N.V. Nijgh en Van Ditmar te Rotterdam is geïllustreerd met een aan tal keurige gekleurde platen van P o 1 D o m. Theologische werken. Wij ontvingen: De kerk inde branding (Het con flict tusschen Kerk en Staat, toegelicht naar aanleiding van actueele toestanden in ver schillende landen). Verschillende vooraan staande personen werkten mee aan deze uit gave, waarvoor Dr Mr M. C. Slotemaker dé Bruine een inleiding schreef. Emil Brunner: Ons Geloof. N.V. Boek handel W. ten Have, Amsterdam Ronald Fangen: Een Christelijke We reldrevolutie. H. Veen man, Wageningen. Basil Mathews: Het leven van den Koning. J. Ploegsma, Zeist. Letterkunde Van Henriette Roland Holst Van der Schalk verscheen bij W. L. en J. Brusse te Rotterdam een nieuwe bun del: Tusschen tijd en eeuwigheid. Frans van Oldenburg Ermke geeft in: „Van Alberdimgk Thijm tot Van Duinkerken en Kuyle" een overzicht van de jonge katholieke letterkunde in Nederlana. De uitgave werd keurig verzorgd door L. C. G. Mi lm berg te 's-Hertogembosch. Allerlek S. A b r am s z: Onze Kinderversjes van Vroeger en Nu. Uitg. J. M. Meulenhoff, Am sterdam. G. vanderMeulen en Dr H. J. Hon- ders: Kruis en Kroon, leesboek over de Kerkgeschiedenis (P-ie deelen). Uitg. H. J. Spruyt'a Uit^ :..j N.V., Amsterdam. J. Overtoom: Lessen in de kosmof fie. N.V. W. V e r s 1 u i s, Amsterdam. L. Dorsman Czn, L. A. Gele. G. J. H. H u 1 s i n g: Werkboekje voor Nl tuurlijke Historie, deel II. Plantkunde. Uit^ J. B. Wolters N.V,, GroningenBatavia P. Eindhoven: The last half-year. Uil^ W. Versluys N.V., Amsterdam. Dr J. S m i t: Je vais a Paris. Uitg. J. No< duyn en Zoon N.V., Gorcum. Sof ie SchiekerEbe: Was tun, I bylle? (Bewerkt door A. Lobstein). Uitg. J.ij Woltei-s, Groningen. J. Lens: Dc Duitsche school na de log. Uitg. Oosterbaan en Le Gointre, Goes. a Dr J. S m i t: Huiswerk. Uitg. J. Noorduj en Zoon N.V., Gorinchem. s H. F u c h s: Luchthavens. Uitg. firma J. H Meulenhoff, Amsterdam. Mia KloekPoirée: Acht lezingd Uitg. Hollandia-drukkerij N.V., Baarn. A A van S a n d i c k: De ordening vil een Chr.-Hist. standpunt beschouwd. Uit Nijgh en Van Ditmar N.V., Rotterdam. Dr B. C. van Bent hem: Goed kwaad. Uitg. J. J. Romen en Zonen, Roo mondMaasei k. G. J. van Lonkhuyzen: Wranjj* schetsen. Uitg. firma Emmink, Batavia. A. V. H artogh: De huisvrouw repareei zelf. Uitg. J. Noorduyn en Zoon N.V., GoriB j chem. Aafje Fokker: Vertellen! Luister! mee? Uitg. v. Gorcum en Comp. N.V., Assfl Claudine Bienfait: Het huisje i de bergen. Uitg. J. M. Meulenhoff, Amste dam. S. M. Bo urn an—Van Te rt hol et Kerstliederen. Uitg. P. Noordhoff N.V., Gis-, ningenBatavia. Het Nederlandsche Boek uitgave van den Nederlandschen Uitgever bond. Nu November in het land is, ve scheen der traditie getrouw „Het Nederlan sche boek 1935". Door velen zal het we met vreugde begroet worden, als de trouwde gids, die den lezer op de hoor brengt van al het nieuwe dat verscheen. I heer H. V i 1 b a c h verzorgde 't redactione® deel, terwijl Dr N. G. van de r Huf fel e- interessant artikel over „Oude illustratie schreef. Het Buitenlandse he Boek 19 uitgegeven door de firma A. W. S ij tho. te Leiden. Met de uitgave van deze catal gus komt de firma Sijthoff ongetwijfeld w velen tegemoet. Immers, op het zoo uiig breide gebied van de buitenlandsche liter tuur is voorlichting zeer gewenscht. V Hollanders zijn nu eenmaal gewend naa onze Nederlandsche boeken een behoorlijl hoeveelheid litteratuur van over de grena te verwerken, en daarom valt het zeer te juichen dat thans deze catalogus Fransche, Duitsche en Engelsche werfo verschenen is. Hij omvat boeken van a 1 g meen belang, dus geen vakliteratuu terwijl aan elke titel een korte Icarakteri tiek is toegevoegd. De heer G. J. van de Lek heeft dit werk geredigeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8