cWaaJt d& Madmy owA,
GOUD EN VUUR
DINSDAG 12 NOVEMBER 1935
DERDE BLAD PAG. 9
AMSTERDAM EN
DE JODEN
Drie eeuwen geleden vestigden
zich hier de eerste Hoog-
duitsche Israëlieten
HISTORISCHE
TENTOONSTELLING
IN HET WAAGGEBOUW
Het is dezer dagen 300 jaar geleden,
dat de band is gelegd tusschen de
hoofdstad en de Hoogduitsclie Joden,
sedert lang vereenigd in het Nederl.
Isr. Kerkgenootschap, waarvan het
centrum eveneens bijna 300 jaren is
gevestigd op het tegenwoordige Jonas
Daniël Meijerplein te Amsterdam-
In dit hartje van de Jodenwijk vereenig-
iden zich op Nieuwjaarsdag in het najaar
van 1635 het eerste tiental Joden om een
bidstond te houden. Het waren Houguu'.tsrhe
Jsraëlieten, te onderscheiden van de Portu-
geesche geloofsgenooten, waarvan de eerste
nederzetting op het einde der zestiende eeuw
wordt gemeld. Do stadsregeering had de
Joden vergunning gegeven zich hier te ves
tigen en toegestaan op Vlooienburg een
bedehuis in te richten. Deze stauswijk is on
der die naam sedert lang niet meer ö»:kend;
men kon haar vele jaren geleden vinden ter
hoogte van het tegenwoordige Vv aterloo-
Niet alle burgers van Amsterdam waren
met de komst der Joden ingenomen en het
heeft tijdens de Republiek niet ontbroken
aan pogingen om de Joden terug te dringen
zelfs uit het door hen vrijwel gemonopoli
«eerde diamantvak. De vroedschap van Am
sterdam heeft hen evenwel tegen te groot e
vrijheidsberooving beschermd. Zoo is nun
mer een eigenlijk Ghetto ontstaan, al bleven
de Joden een paar eeuwen lang in een be
paalde buurt wonen.
Het groote keerpunt voor de Joden kwam
in 1795, toen zij gelijke rechten met de ove
rige burgers ontvingen en daardoor eigen
lijk niet meer als gasten en vreemdelingen
werden beschouwd.
In de eerste helft der negentiende eeuw
is het Jodenoom tot meer wasdom gekomen
en uit zijn isolement getreden. Tot omstreeks
1830 werd het Jiddisch veel gebruikt, eerst
daarna, ongeveer in 1850, is de Joodsche
Nederlandsehe pers ongekomen. In 1835 be
gon men met de zorg voor weezen, zieken eu
ouden van dagen. Sedert trad ook lang
zamerhand de geestelijke en zedelijke ver
wording van een deel van het Jodendom in,
al moet hieraan worden toegevoegd, dat in
de, laatste veertig jaren de oogen der wets-
getrouwe Joden hiervoor al meer open gin
gen.
Over de merkwaardige geschiedenis der
'Amsterdamsclie Joden, die hier uitteraard
zeer beknopt kan worden weergegeven
werpt een heden geopende
op de Nieuwmarkt een verrassend licht. In
dit Amsterdamsche gebouw van geschied-
H kundige vermaardheid heeft de Stichting
„Joodsch Historisch Museum" toch reeds
ht, veel belangrijks verzameld, en ter gelegen-
ge heid van het jubileum is een afzonderlijke
D historische expositie opgesteld, die het be-
"j zien overwaard is.
Dr. E. D. C o h en, voorzitter van het
3oi Museum, heeft vanmiddag de vele ge-
noodigden daar ter plaatse verwel-
o% komd en de burgemeester van de
hoofdstad, dr. W. de Vlugt, heeft
-hi daarna de tentoonstelling geopenc'
00 Bij onze rondgang door de typisch ouder-
wetsche vertrekken van oe vroegere Waag
aan den voet waarvan zich dag aan dag
het drukke bewegelijke Joodsche marktleven
afspeelt heeft ons menige bijzonderheid
getroffen. Als ongedachte en onbedoelde
komische omstandigheid trekt het de aan
dacht van den opmerkzamen bezoeker, dat
het geweldige beeld van den reus Goliath
■o! onvoldoende is gemaskeerd, waardoor het
barsche en verwilderde hoofd van den „on-
besneden Filistijn" boven alles uitkijkt,
■ia Maar deze aanblik is men spoedig verge
et ten als men kennis neemt van interessante
1 j grafische aanwijzingen, die den bezoeker
vertellen, dat tijdens de laatste volkstelling,
van einde 1930, in ons land 107.000
j Joden woonden, waarvan alleen te Am
sterdam 61.000, te Rotterdam en in
Den Haag elk 10.000, te Groningen
3400, te Arnhem 1400 en te Haarlem,
c6|! Utrecht. Hilversum, Apeldoorn en En
schedé telkens om en bij 1000. Deze
cijfers zijn globaal en kloppen niet
ito meer op den huidigen toestand. Door
!e' emigratie is het Amsterdamsche cijfer
b.v. geklommen tot 63.000. Ook moeten
Kentering
Vrijzinnig-democraten en landsverdediging
Op het gebied der landsverdediging is een
merkbare kentering bij vroegere „ontwape
ningspartijen" te constateeren. Êcn symp
toom daarvan vindt men in de Staatkun
dige aanteekeningen, welke mr Joekes
het laatste nummer van De O p b o
schreef.
Het desbetreffende citaat moge hier vol
gen:
Het vriendschappelijk karakter van
onze verhouding tot de andere mogend
heden is, zooals de troonrede het uit
drukt, ongerept bewaard gebleven. Het is
colt ter duidelijk, dat de openlijke ter
zijde stelling door Duitschland van de
verplichting tot ontwapening, gepaard
gaande met een verwoede herbewapening
zoomede de verhooging van de interna
tionale spanningen, ook de Nederland-
sche regeering verplichten bedacht te
zijn op mogelijkheden, die te voren niet
of in veel mindere mate waren te duch
ten. De Regeering wenscht, terecht, zoo
als op de jongste Volkenbondsvergade
ring is gebleken, trouw te blijven aan de
beginselen van de Volkenbond en is be
reid de daaruit voortspruitende verplich
tingen na te komen. Anderzijds kunnen
wij vertrouwen bij een mogelijke aan
ding van ons grondgebied niet aan ons
lot te worden overgelaten.
Het feit echter, dat volgens de bepa
lingen van het pact de Volkenbond
niet kan ingrijpen, voordat een land
tot de aanval is overgegaan, de aarze
ling, die de Bond toont, om in een zoo
duidelijk geval van agressie als de
roofaanval tegen Abessynië, zelfs de
economische sanctiemaatregelen op
Italië toe te passen, doen zien, dat ook
in het stelsel van den Volkenbond
voorzieningen tot eigen verdediging
niet achterwege kunnen blijven. Wel
ke voorzieningen de Regeering beoogt
is nog niet bekend, zoodat de vraag of
zij doelmatig en, mede met het. oog op
de daaraan verbonden kosten gerecht
vaardigd zijn, nog niet kan worden
beoordeeld.
De ambtelijke invloedssfeer
De albemoeiing van den Staat is een der
ernstigste gevaren, waartegen wij ons in de
komende jaren hebben te richten schrijft
de Standaard.
Een ramp zou het wezen, indien .„orde
ning" en staatssocialisme als synonieme
begrippen werden aanvaard.
De crisisnood riep een overwoekering
van de departementale bureaux in het
leven, die geen dag langer dan strikt nood
zakelijk is, mag worden geduld
Waar dit ook maar eenigermate moge
lijk is, dient aan de maatschappelijke or
ganen boven de ambtelijke inmenging de
voorkeur te wonden gegeven.
Wij zijn niet overtuigd, dat ten deze ge
daan wordt, wat gedaan kan worden.
In het ontwerp-Pachtwet wordt aan
den kantonrechter een taak toegekend,
die zijn krachten ver te boven gaat.
Het ontwerp inzake de vaste lasten
schiep voor den belastinginspecteur een
positie, die hem met exorbitante bevoegd
heden omgeeft.
Nu weer belast het ontwerp tot tegen
gaan van onredelijke executies den kan
tonrechter met werkzaamheden, welke
veel beter aan uit het vrije maatschappe
lijke leven opgekomen organen kon wor
den toevertrouwd.
Bewust of onbewust wordt allengs de
ambtelijke invloedssfeer versterkt in een
mate, die bedenkelijk is»
Schoolvrede zonder recht
De toestand is op het oogenblik al zóó,
dat èn in de wet èn in de practjjk het open
baar onderwijs nog in verschillende opzich
ten een voorkeurbehandeling boven.het bij
zondere geniet, constateert de Tij d.
Maar „Volksonderwijs" heeft een Bevre-
digings-Commissie ingesteld en deze bracht
rapport uil. Men doet het oaar niet minder.
En nu durft deze „objectieve" commissie
beweren, dat een schoolvrede alleen valt te
verkrijg
„de voorwaarden, waaronder de stich
ting van bijzondere scholen mogelijk is,
verzwaard worden" (blz. 64).
Zoo in déze geest:
„In de grootste gemeenten mag geëischt
worden, dat alleen dan een bijzondere
school wordt gesticht, indien er voldoen
de leerlingen zijn voor tenminste zes leer
krachten, voor de kleinste gemeenten zou
volstaan kunnen worden met drie leer
krachten, voor de middengerneenten kan
een tusschenliggend aantal worden, be
paald (blz. 55).
En daarbij moet natuurlijk de openbare
school ongemoeid blijven totaal onge
moeid. De opgeheven kleine schooltjes mo
gen weer ven-ijzen uit de assche waartoe
een snoode regeering ze heeft doen ineen
storten. F.nfin: het bekende liedje op de bo
kende wijs; spot het r,k. blad.
„De Vaderlandslievende
schobber"
In onze bespreking van het pamflet dat
onder bovenstaande titel ons dezer dagen
uit Antwerpen toegezonden werd, wezen wij
er reeds op, dat deze vaderlandslievende
schrijvers blijkbaar de Belgen een drukor-
dertje gunden boven de volksgenooten.
Magnus, het orgaan van de Ned. Bond
van Boekbinderspatroons vestigde er nog
eens nadrukkelijk de aandacht op in dit ar
tikeltje:
„Dezer dagen werd ons toegezonden
„Do Vaderlandslievende schobber", één
der vele drukwerkjes, welke personen,
die meenen op de hoogte te zijn en in
staat om de moeilijke tijden, die wij be
leven, te doen ophouden, rondzenden.
Dat wij er hier melding van maken,
is omdat ons trof, dat deze vaderlands
lievende personen dit werk in Antwerpen
laten drukK-en en vandaar uit laten pos
ten, opdat vooral de Nederlandsehe ar
beiders, voor wie het blaadje heet te ko
men, er geen cent aan zullen verdienen
en de Nederlandsehe Posterijen er geen
baat van hebben."
Het Grafisch Orgaan, dit citeerend,
voegde er aan toe:
Ja, maar is flat nu zoo erg? Wie neemt
op het oogenblik nog bepaalde groepen
mensehen ernstig en wie verwacht nu
nog, dat een mensch hoewel voorzien van
hersenen, nog een oogenblik zal naden-
k e n als hij iets in handen krijgt? En al
zijn dat soort volksvoorlichters in staat
om „de weg uit het moeras" te wijzen, zij
zijn Tegelijkertijd te dom om te begrijpen,
dat er nog menschen zijn, die niet alles
klakkeloos innemen wat hun, soms op een
mestvork, wordt voorgehouden.
Bovendien: het gaat om de kwalifica
tie. Schobbejakken zijn het wel, en het
„vaderlandslievende" beteekent in het ge
heel niet, dat de liefde zich tot het Ne
derlandsehe vaderland richt!
Presentiegeld zonder geld
In verband met het geruchtmakend ge
val van een Eerste Kamerlid, die, na de
presentielijst geteekend te hebben, ongesteld
werd en bijgevolg de vergadering niet bij
woonde, merkt de Maasbode het volgen-
Waarom liet hij den voorzitter niet
even weten, zich wegens plotselinge on
gesteldheid te hebben moeten verwijde
ren? De president zou dit hebben kun
nen mededeelen en elk onbehoorlijk ge
roddel ware voorkomen geweest. Het ge
beurt herhaaldelijk, dat Kamerleden, we
gens bezigheden elders, moeten vertrek
ken. Doch niet zelden deelen zij dit den
voorzitter mee. ITet zou aanbeveling ver
dienen, dat deze goede traditie bewaard
bleef.
Wij zouden no£ willen wijzen op een
omstandigheid, die ook niet vergeten
mag worden. Er zijn senatoren, die wel
de presentielijst teekenen om mede voor
het vereischte quorum te zorgen en dan
toch sipoedig heengaan. Zij, die dan met
een verklaren het presentiegeld niet te
willen ontvangen, zooals meermalen ge
beurt, handelen dan zeker het meest cor
rect en zelfs zoo onbaatzuchtig, dat zij
zich een gang naar het Kamergebouw
getroosten zonder daarvoor eenige tege
moetkoming te accepteeren.
Wij hebben ons daarenboven wel eens
afgevraagd, of de president van de Eer
ste Kamer alle opspraak van het college
niet gemakkelijk kan voorkomen door de
presentielijst weer te laten teekenen in
het tijdsbestek, dat daarvoor, naar wij
meenen, vroeger aangenomen was. Dan
zou een afwezigheid, die nu terecht ont
stemming wekken kan, veel minder ge
makkelijk voorkomen.
er nog een paar duizend Portugeesch»
Joden bij geteld worden.
Beneden treft men verder aan bijzonder
heden over de topografische ontwikkeling
van de Jodenwijk, herinneringen aan den
alouden band tusschen Oranje en Israël,
voorts afbeeldingen van Joodsche volks
typen, stadsgezichten enz.
Boven is een rijke verzameling van histo-
risched ocumenten en bij de Joodsche ecrc-
dienst in gebruik zijnde voorwerpen. De
oudste bescheiden beginnen bij 1640. Iets
buitengewoons is de vergeelde verzameling
papieren, betrekking hebbende op het tiplo-
matieke vertoog van de Staten van Holland
bij Keizerin Maria Theresia, die de Joden
wilde verdrijven uit Bohemen en Moravië,
maar dit voornemen opgaf op verzoek dei-
Hoogmogende Heeren.
Een herdenkingsdienst wordt gehouden in
de historische Synagoge op het Jonas Daniël
Meijerplein, waar ook de burgemeester het
d zal voeren.
Misschien nog wel koorfs
ook! Aspirin is de on
overtroffen bestrijder van ver
koudheid. Na Uw verkoudheid
zult U met zo velen zeggen:
Zo'r» Aspirientje
helpt toch maar.'
I verkrijgbaar In de oranje-bandbuitjej van
Faillissement Notaris Molenaar
Verificatievergaderingen te Rotterdam
Concurrente crediteuren hebben
weinig te verwachten
Gistermiddag zijn in het Gerechtsgebouw
te Rotterdam de faillissementen van den ge
wezen notaris J. A. Molenaar en van de N.V.
Maatschappij voor Grondcrediet Rotterdam,
de verificatie-vergaderingen voor crediteu
ren gehouden. De curatoren in de faillisse
menten, mr. J. Coert en notaris J. S. Mijs,
hebben verslag uitgebracht omtrent den toe
stand van de boedels.
Uit de mededeelingen van mr. Coert bleek,
dat het accountantsonderzoek bij notaris
Molenaar ingesteld op 4 Januari 1.1. een na-
deelig saldo van f 325.226,39 heeft uitgewe
zen. Nadat de rechtbank op 29' Maart LI.
het verzoek van den notaris surséance van
betaling te verleenen, afwees en zijn faillis
sement uitsprak, zijn alle onroerende goede
ren gerealiseerd. Ook de huishoudelijke in
boedel is verkocht.
Het kassaldo bedroeg op 31 October 1.1.
f 78.712 en op 29 Maart 1.1. f 12.284. Het ver
schil is geïnd op debiteuren. Curatoren zijn
nog steeds bezig met de inning van uitstaan
de posten, maar dit wordt bemoeilijkt door
onvolledigheid van de administratie en on-
vei-h aalbaarheid of gedeeltelijke verhaal
baarheid der posten. Spr. deed voorts mede-
deeling van begonnen en nog te voeren pro
cessen. De cuiatoren stellen pogingen in het
werk om betaling te krijgen van de ?«uran-
tie-maatschappij, bij wie failliet zich heeft
verzekerd voor f 50.000 tegen schade tenge
volge van fraude in verband met de hande
lingen van den procuratiehouder J. W. Brug
geman. Er is ook een vordering van de N.V.
Maatschappij voor Grondcrediet te Rotter
dam, waarvan een bedrag van f 263.573 is
erkend en een bedrag van f 175.000 voor
waardelijk is erkend. Het totaal-bedrag van
de vorderingen beloopt f 945.079, waaronder
f 128.757 voorloopig erkend en f 178.617 Pro
Memorie. Het bedrag der betwiste vorderin
gen bedraagt f 862.749; dat der nagekomen
vorderingen f 109.000.
Mr. Coert zeide, dat de concurrente
crediteuren weinig te verwachten heb
ben. Spr. sprak het bericht, dat de
vorderingen voor honderd procent zijn
gedekt, ten stelligste tegen. Er is zoo
veel onzekers in deze affaire, dat spr.
geen enkel percentage kon noemen.
Omtrnt den toestand van den boedel-N.V.
Maatschappij voor Grondcrediet Rotterdam
deelde mr. Coert mede, dat de accountant op
4 Januari 1.1. een nadeelig saldo van
f 580.72^,11 heeft geconstateerd. Sinds het
faillissement op 29 Maart 1.1. is uitgesproken,
zijn alle onroerende goederen gerealiseerd.
Het kassaldo was op 31 Oct. j.l. f 26.047,88
en op 29 Maart 1.1. f 13.190. Spr. herhaalde
de opmerkingen over de bemoeilijkte inning
der posten tengevolge van onvolledigheid
van de administratie en onmacht bij de de
biteuren, zooals bij de bespreking van den
toestand van den boedel-Molenaar gemaakt.
Het bedrag der voorloopig erkende vorde-
rmge.. is f 637.425; Pro Memorie f 175.000;
nagekomen vorderingen f 292.560 en be
twiste vorderingen f 214.627.
DE NOOD DER
VISSCHERS
Vergadering Ned. Visschersbond
Zaterdagmorgen heeft de Nederlandsehe
Visschersbond een vergadering gehouden in
„Webo" aan de Wagenstraat te Den Haag.
De voorzitter, de heer Joh. W. Steven
son, sprak een openingswoord, waarin hij
de aanwezigen hartelijk welkom heette en in
't bizonder de heer Jansens, afgevaardigde
van den minister van Landbouw en Veeteelt,
de burgemeesters van Arnemuiden en
O u d d o r p, de heer Bezuien en de heer
Vermaat als afgevaardigden van het gemeen
tebestuur van Den Haag.
De notulen van de vergadering van 27 Juli
j.l. werden gelezen en vastgesteld.
Vervolgens wordt de toestand van dekust-
visscherij besproken. De Voorzitter merkt
op, dat de Nederlandsehe Visschersbond
thans bijna alle kustvisscherij-vereenigingen
in ons land omvat, wat een reden tot groote
dankbaarheid is.
Immers, versteviging van de organisatie is
een eerste vereischte om met resultaat te
kunnen werken. Daarom is het van belang
dat thans de gewestelijke organisaties onder
één hoofdbestuur vereenigd zijn en aldus ge
zamenlijk kunnen strijden. Plaatselijke be
langen zullen voortaan door de gewestelijke
besturen behandeld moeten worden.
Krachtige en eendrachtige samenwerking
is een eerste vereischte om tot betere toestan
den te geraken, waar thans de visscherij in
grooten nood verkeert. De bezwaren die
thans gevoeld worden dateeren van jaren
her. Jarenlang werden requesten aan de re
geering gezonden en het uiteindelijke resul
taat was de stichting van de Nederlandsehe
Visscherij Centrale, die echter niet bracht
wat er van verwacht werd. De minister gaf
dit desgevraagd toe, maar de groote vraag
is: hoe moet het dan. Er wordt getracht een
weg te vinden door de Ned. Visscherij Cen
trale en de vischhandel tot elkaar te bren
gen. Helaas is dit tot nu toe niet gelukt,
dank zij tegenwerking van bepaalde perso
nen. De visschers werken wel mee, maar als
zij geen kans zien een boterham te verdie
nen wordt het wel erg moeilijk.
Men heeft aan den Minister een
plan voorgelegd om te komen tot een
goede steunregeling. Dit plan maakt,
blijkens een schrijven van den minis
ter, een punt van ernstig onderzoek
uit. Dit stelt spr. bitter teleur. Hij had
gehoopt dat er iets definitiefs zou be
richt worden nu het plan al zoo lang
bij het ministerie berust, te meer waar
de winter voor de deur staat. De vis-
scherman moet nu geholpen
worden, anders zal hij in zeer
groote moeilijkheden komen.
De nekslag voor de visschers is wel de
puf-visscherij. Toch, als de regeering een
puf-visch-verbod uitvaardigt, zal zij daar
iets anders tegenover moeten stellen.
Zij moet wel zeer voorzichtig zijn met
maatregelen die leiden tot verlaging van de
besomming!
Men schijnt in de Visscherij Centrale niet
te beseffen dat de Visscherij concrete maat
regelen verwacht, geen vaagheden.
Komende tot het distributie-apparaat zeide
spr. dat het ook hier bij plannen blijft.
Waarom wordt deze regeling eindelijk niet
eens aangepakt? Als er tenminste maar een
Het valt spr. moeilijk, maar hij kan helaas
niet anders doen, dan nogmaals op geduld
aan te dringen.
Hierop volgt bespreking.
Dr. Rademaker, gemeente-secr. van
Breskens, onderschrijft ten volle de critiek
van den voorzitter op de zeer trage behan
deling van het steunplan.
De heer van Leeuwen vraagt of het
niet van belang zou zijn dat alle gemeenten
gegevens verzamelden wat betreft de bedra
gen die de schippers bij de nevenbedrijven
besteden, om dan die cijfers aan den minis
ter over te leggen. Spr. illustreert met een
voorbeeld dat 100 schepen totaal f 199.000
bij andere bedrijven besteed hebben in één,
jaar tijd. De voorzitter verzoekt alle gewes-»
ten dit onderzoek te doen plaats hebben.
De heer Bakker van Scheveningen
dringt ook aan op spoedige behandeling van
eventueele plannen.
De voorzitter wijst nog op de voorgestelde
extra-benzinebelasting, waardoor de garna-
len-visschers zeer gedupeerd zullen worden
en men zal moeten trachten gedaan te krij
gen dat de visschers van deze belasting vrij
gesteld worden.
De heer van Eek van Stellendam zegt
zeer teleurgesteld te zijn omtrent de steun
regeling en stelt voor een motie aan te
nemen waarbij de vergadering er bij den
minister op aandringt de steunregeling zoo
spoedig mogelijk doorgang te doen vinden.
De heer G o b i u s, burgemeester van
Ouddorp vraagt of men niet bij den minister
van Sociale Zaken er op aan kan dringen,
ook de schippers steun te verleenen, zooals
dat met de knechts het geval is.
De afgevaardigden van Arnemuiden zegt
dat de visschers geen kans meer zien belas
ting op te brengen, zoo hoog is de nood ge
worden. Hij ondersteunt daarom gaarne de
motie. Er kan nu eenmaal niet langer ge-
WOENSDAG 13 NOVEMBER
HILVERSUM I 1875 M. NCRV-Uitzendingr.
8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gram.m.
10.30 Morgendienst. 11.00—12.00 en 12.15
Ensemble v. d. Horst. 2.00 Zang. 3.15 Chr.
Lectuur. 3.45 Gramofoon. 4.15 Piano
recital. 5.00 Kinderuurtje. 6.00 Landbouw-
causerie. 6.30 Onbekend. 7.00 Berichten.
Reportage. 7.30 Causerie. 7.45 Gram.pl.
Berichten. 8.05 D. Lüschen (fluit) en M.
E. Bouwmeester (orgel). 9.00 Voor jonge
menschen. 9.30 Gitaar duetten. Om 10.00
Berichten. 10.3011.30 Gramofoonm.
HILVERSUM H 301 M. VARA-Uitzending.
8.00 Gram.m. 9.00 Orgelspel. 9.30 Kook-
praatje. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15
Voor Arb. i. d. Continubedr.: Lezing; de
Flierefluiters en declamatie. 12.00 Gra
mofoonm. 12.15 Orkest. 1.00 Gramofoon-
muziek. 1.151.45 Vervolg concert. 2.00
Voor de vrouw. 2.15 J. Jong (orgel) en
B. v. Dongen (zang). 3.00 Voor de kinde
ren. 5.30 Het VARA-Orkest. 6.15 Sport-
praatje. 6.30 Vervolg concert. 7.00 „De
Lachhoek". 7.30 Paedagogische causerie.
8.00 Berichten. 8.15 Gram.m. 8.30 Accor
deonorkest. 8.50 „Achter de schermen",
spel van Kesser. 9.30 Residentieorkest.
10.00 Declamatie. Berichten. 10.20 Ver^
volg concert. 11.00 Lezing.
DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgen
wijding. 12.05 Orgelconcert. 12.50 Orkest.
1.50 Gram.m. 2.25 Voor de scholen. 3.10
Pianorecital. 3.35 Orkest. 5.05 Western
Studio-orkest. 5.35 Trio. 6.20 Berichten.
6.50 Pianorecital. 7.10 en 7.25 Lezingen.
7.50 Het BBC-dansorkest. 8.35 Causerie.
8.50 BBC-Symphonieorkest. 9.40 Berich
ten. 9.55 Vervolg concert. 10.50 Gevar.
programma-.
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gram.m.
12.35 Concert. 4.20, 5.50 en 6.50 Kamer
muziek. 9.35 Radiotooneel.
KALUNDBORG 1261 M. 11.20—1.20 Concert.
2.50—4.50 Concert. 6.50 Gr-ur.ofoonpl. 7 20
Discussie. 9.35 Het Omroeporkest.
KEULEN 456 M. 5.50 Orkestconcert. 10.00
Gevar. concert. 11.20 Kamerorkest. 3.35
Kwartetconcert. 4.20 Vroolijk programma
6.20 Kwintetconcert. 7.35 Stunrle der Jun-
gen Nation. 8.05 Voor oud-strijders. 9.50
11.20 Omroepkleinorkest en orkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Sa
lonorkest. 1.502.20; 5.20 en 6.35 Gram.m
6.50 Salonorkest. 7.35 Gram.m. 8.20 Sym-
phonieconcert.
484 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Constantin-
orkest. 6.35 Viool en piano. 7.20 Piano
recital. 8.20 „Le Grand Mogol", operette
van Audran. 10.30 Reportage.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.05 Ope
retteconcert. 9.20 Berichten. 9.35 Olympia
dienst. 9.50 Concert. 10.05 Weerbericht.
wacht worden.
De heer Kamper van Urk merkt op, dat
de regeering in de mobilisatie, toen de visch
noodig was, in 24 uur een wet kon maken,
en het nu in 24 maanden nog niet blijkt te
kunnen.
Vervolgens wordt de motie-van Eek aan
genomen met algemeene stemmen.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering,
's Middags werd nog een huishoudelijke- bij
eenkomst gehouden.
Prinses Marina, hertogin van Ttent bij haar
eerste verschijning in het openbaar in gezel
schap van haar gemaal, na de geboorte van
haar zoon.
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
door Paul Hutchens
Hier werd hij onderbroken door een stem achter een groote
Öen:
„Dag Pa, ik zie, dat U Uw telegram op tijd ontvangen hebt."
Fontaine keerde zich om en keek met verbazing en afkeer
naar den lachenden jongen, den altijd en overal tegenwoordigen
Tim Bentley, die plagend zei: „Ik geloof, dat U ook één van die
leuke kerels bent, die al ijd hun neus in andermans zaken
steken, en niet eens weten hoe ze op hun eigen zaken moeten
passen."
„Maak dat je weg komt, kleine aap. Maak niet zoo 'n drukte
bf ik za! jie over de knie leggen."
„O goed, Pa, ik meende 't niet. Ik wil heusch geen ondeu
gende jongen zijn vandaag, dus ik zal probeeren me netjes te
gedragen. Krijg ik dan wat om een ijswafel te koopen, Pa?"
Tim genoot tenvolle van de situatie.
Juist op dat oogenblik keek de man plotseling naar boven.
Men hoorde een vliegmachine in de verte aankomen. De man
keek er naar. Toen hij zag dat het toestel recht op het stadje
Goldridge en het vliegveld er naast afstuurde, kwam er een ver
schrikte uitdrukking op z'n gezicht. „Een toestel voor passa
giers", zei hij. „li krijgt vandaag nog een bezoeker, Juffrouw
Dreanard Misschien zult U naar hem luisteren." Hij draaide
zich om en ging weg, vlug loopend, waarbij uitkwam, dat hij
licht hinkte. Tim zag dat en dacht even na. Dan riep hij
spottend:
„Tot ziens, Pa, ik zal .vandaag een zoete jongen zijn".
HOOFDSTUK XX
De vliegmachine, die Fontaine naar Goldridge had zien gaan.
cirkelde even in wijde boog over de kleine stad en landde toen
op het vliegveld, vlak ten noorden van de stad. Een nieuws
gierige massa menschen kwam van alle kanten aan, die met
onverdeelde belangstelling toekeken, toen de eenige passagier
er uit klom en even met den piloot bleef praten. Hij stak het
veld over naar een wachtende taxi, waarin Gerald en Tim
zaten, net alsof ook zij gekomen waren om toe te kijken. „Breng
me naar een goed hotel", droeg hij op. Zijn stem was diep en
vriendelijk.
„Zoo iets is er hier in de stad niet", kwam Tim.
De vreemdeling keek vol verwachting rond, alsof hij iemand
verwacht had om hem te verwelkomen. Dan lachte hij. „Ook
al best", zei hij, „breng me dan maar ergens heen, waar 't niet
Gerald reed weg en stopte al gauw in de stad voor een lang
gebouw van twee verdiepingen, dat misschien in de dagen dat
er hier goud gezocht werd, een eerste-klas hotel geweest was.
Het was een vervallen gebouw, dat pas eenigszins hersteld was,
om voor de herberging van rondreizende kooplieden, die mis
schien wel eens een plaats om te slapen konden wenschen, te
dienen.
„Het beste, dat er is, meneer", zei Gerald. „Misschien dat U
beter doet mee naar het kamp te gaan. Het is bijna tijd voor
de lunch. Later zullen we wel een slaapplaats voor U opzoeken.
Daarvoor zouden we nog wel iets in onze tent kunnen in
richten, wat jij, Tim?"
„Dat zouden we zeker graag doen. Waar komt U vandaan?"
„Van New-York!"
Tim keek hem onderzoekend aan, en zijn gezicht drukte uit,
dat 't onderzoek bevredigend afliep. „Nou, als U Mr. H. F.
Franks uit New-York bent, moet U maar mee komen. Wij ver
wachten U".
„Die ben ik", zei de vreemdeling.
„Nou, nou, U moet even hard opgeschoten hebben in die
vliegmachine!"
„Ja, dat deden we, al vertrokken we gisteravond negen uur
al. Je zal wel kunnen zien, dat ik hard slaap noodig heb. Maar
wie ben je, jonge man?"
„Ik? O, ik ben een vriend van de dame, juffrouw Betty
Dreanard. Ze logeert in ons kamp. Laten we vlug opschieten,
Gerald. Ze zal even verras' zijn!"
In een pat- minuten waren ze bij 't kamp. De vreemdeling
werd aan allen voorgestek. en gene al poedig van een smake
lijke maaltijd, in de open lucht klaar gemaakt.
„Ik heb een erg haastige reis gemaakt", zei hij, op een heel
zakelijke manier, ten spijt van zijn vriendelijk optreden. „Ik zie
dat U allen vrienden van juffrouw Dreanard bent, zoodat ik dus
vrij uit over het doel daarvan kan spreken, hoewel ik gekomen
ben om haar speciaal te spreken." In gespannen aandacht
luisterden allen naar hem.
„Ja, juffrouw Dreanard toen ik het telegram van Uw privé-
detective ontving, waarin stond, dat U hier was, en dat U me
dadelijk noodig had. besloot ik zoo vlug mogelijk te komen."
„Mijn detective?" vroeg Betty verwonderd. Welke nieuwe ont
hullingen wachtten haar nu?
„Ja zeker", zei hij. „Hier is het".
Betty nam het gele papier aan en las:
Mr. H. F. FRANKS,
14 HAMILTON SQUARE, NEW-YORK CTTY.
ELIZABETH DREANARD, IN MOEILIJKHEDEN IN
GOLDRIDGE COLORADO, HEEFT U DIRECT
NOODIG. TELEGRAFEER ALS U KAN.
TIM BENTLEY',
HAAR PRIVé-DETECTIVE
Tim werd vuurrood en deed 'n wanhopige poging onverschil
lig te kijken. Betty zag z'n verwarring en besloot onmiddellijk
hem te helpen. Ze antwoordde:
„O ja. Ziet U, ik heb den laatsten tijd verschillende bezoekers
gehad, die allen veel belang in mij schenen, te stellen, uitslui
tend voor mijn eigen bestwil. Zelfs Spade Arms Ruby was hier,
voorgevend te zijn H. F. Franks, mijn advocaat"
„Ja", antwoordde de vieemdeling. „Ik zag in de krant van
gisteravond, juist voordat ik de stad verliet, dat hij hier ge
vangen genomen was. Ik heb uw telegram al beantwoord met de
mededeeling, dat ik van plan was deze morgen per trein op
reis naar U toe te gaan. Maar toen ik dat bericht zag, besloot
ik dadelijk een speciaal vliegtuig te huren. U ziet, dat met een
groote som geld heel wat te bereiken valt. Ook ik hei., hier alleen
voor de belangen van Juffrouw Dreanard gekomen." Hij
wachtte even. „Mag ik in 't bijzijn van Uw vrienden spreken?'
vroeg hij dan aan Betty.
Betty antwoordde dadelijk en hartelijk: „Ja zeker"
Op ernstige toon begon hij toen:
„Wat ik te zeggen heb. kan wel verrassend voor U zijn, maar
ik vertrouw, dat U me gelooven zult, als ik zeg dat ik de waar
heid vertel, „de waarheid, de heele waarheid en nipts dan de
waarheid." Het kost mijn trots veel U dit alles te moeten be
kennen, maar ik word gedreven door beginselen lie hooger
zijn dan die welke tot nu toe veel van mijn. daden geleid
hebben."
Zij luisterden stil.
„Vele jaren geleden", ging hij verder, „kende ik Uw vader,
juffrouw Dreanard, ik kende hem heel intiem. In die jaren vla*'
na mijn graduatie aan de hoogeschool, verlangde ik sterk naar
avontuur, en de wijde wereld rok me onweerstaanbaar aan H^t
lokte me niet aan me dadelijk in het een ot ander muffe
kantoor te installeeren. Zoo kwam ik,na enkele maanden rond
reizen, in deze zelfde stad Goldridge, waar ik hoopte „plotseling
rijk te worden". Uw vader was hier in die tijd - het was nog
voor U geboren was. Samen namen we een kleine concessie ia
de heuvels ongeveer twee mijl van de stad vandaan hoewel
het al heel onwaarschijnlijk leek. dat we daar goud zouden
vinden. Toen vonden we op zekere dag hij n?i7p nnderznekiniren
een rijke ader. We hielden onze ontdekking stil en hadden
spoedig veel van het terrein rondom ons in bezit De juiste
grootte staat aangegeven op de papieren, die ik meegebracht
(Wordt vervolgd).