cWaaJt d& Madmy owA, GOUD EN VUUR DINSDAG 12 NOVEMBER 1935 DERDE BLAD PAG. 9 AMSTERDAM EN DE JODEN Drie eeuwen geleden vestigden zich hier de eerste Hoog- duitsche Israëlieten HISTORISCHE TENTOONSTELLING IN HET WAAGGEBOUW Het is dezer dagen 300 jaar geleden, dat de band is gelegd tusschen de hoofdstad en de Hoogduitsclie Joden, sedert lang vereenigd in het Nederl. Isr. Kerkgenootschap, waarvan het centrum eveneens bijna 300 jaren is gevestigd op het tegenwoordige Jonas Daniël Meijerplein te Amsterdam- In dit hartje van de Jodenwijk vereenig- iden zich op Nieuwjaarsdag in het najaar van 1635 het eerste tiental Joden om een bidstond te houden. Het waren Houguu'.tsrhe Jsraëlieten, te onderscheiden van de Portu- geesche geloofsgenooten, waarvan de eerste nederzetting op het einde der zestiende eeuw wordt gemeld. Do stadsregeering had de Joden vergunning gegeven zich hier te ves tigen en toegestaan op Vlooienburg een bedehuis in te richten. Deze stauswijk is on der die naam sedert lang niet meer ö»:kend; men kon haar vele jaren geleden vinden ter hoogte van het tegenwoordige Vv aterloo- Niet alle burgers van Amsterdam waren met de komst der Joden ingenomen en het heeft tijdens de Republiek niet ontbroken aan pogingen om de Joden terug te dringen zelfs uit het door hen vrijwel gemonopoli «eerde diamantvak. De vroedschap van Am sterdam heeft hen evenwel tegen te groot e vrijheidsberooving beschermd. Zoo is nun mer een eigenlijk Ghetto ontstaan, al bleven de Joden een paar eeuwen lang in een be paalde buurt wonen. Het groote keerpunt voor de Joden kwam in 1795, toen zij gelijke rechten met de ove rige burgers ontvingen en daardoor eigen lijk niet meer als gasten en vreemdelingen werden beschouwd. In de eerste helft der negentiende eeuw is het Jodenoom tot meer wasdom gekomen en uit zijn isolement getreden. Tot omstreeks 1830 werd het Jiddisch veel gebruikt, eerst daarna, ongeveer in 1850, is de Joodsche Nederlandsehe pers ongekomen. In 1835 be gon men met de zorg voor weezen, zieken eu ouden van dagen. Sedert trad ook lang zamerhand de geestelijke en zedelijke ver wording van een deel van het Jodendom in, al moet hieraan worden toegevoegd, dat in de, laatste veertig jaren de oogen der wets- getrouwe Joden hiervoor al meer open gin gen. Over de merkwaardige geschiedenis der 'Amsterdamsclie Joden, die hier uitteraard zeer beknopt kan worden weergegeven werpt een heden geopende op de Nieuwmarkt een verrassend licht. In dit Amsterdamsche gebouw van geschied- H kundige vermaardheid heeft de Stichting „Joodsch Historisch Museum" toch reeds ht, veel belangrijks verzameld, en ter gelegen- ge heid van het jubileum is een afzonderlijke D historische expositie opgesteld, die het be- "j zien overwaard is. Dr. E. D. C o h en, voorzitter van het 3oi Museum, heeft vanmiddag de vele ge- noodigden daar ter plaatse verwel- o% komd en de burgemeester van de hoofdstad, dr. W. de Vlugt, heeft -hi daarna de tentoonstelling geopenc' 00 Bij onze rondgang door de typisch ouder- wetsche vertrekken van oe vroegere Waag aan den voet waarvan zich dag aan dag het drukke bewegelijke Joodsche marktleven afspeelt heeft ons menige bijzonderheid getroffen. Als ongedachte en onbedoelde komische omstandigheid trekt het de aan dacht van den opmerkzamen bezoeker, dat het geweldige beeld van den reus Goliath ■o! onvoldoende is gemaskeerd, waardoor het barsche en verwilderde hoofd van den „on- besneden Filistijn" boven alles uitkijkt, ■ia Maar deze aanblik is men spoedig verge et ten als men kennis neemt van interessante 1 j grafische aanwijzingen, die den bezoeker vertellen, dat tijdens de laatste volkstelling, van einde 1930, in ons land 107.000 j Joden woonden, waarvan alleen te Am sterdam 61.000, te Rotterdam en in Den Haag elk 10.000, te Groningen 3400, te Arnhem 1400 en te Haarlem, c6|! Utrecht. Hilversum, Apeldoorn en En schedé telkens om en bij 1000. Deze cijfers zijn globaal en kloppen niet ito meer op den huidigen toestand. Door !e' emigratie is het Amsterdamsche cijfer b.v. geklommen tot 63.000. Ook moeten Kentering Vrijzinnig-democraten en landsverdediging Op het gebied der landsverdediging is een merkbare kentering bij vroegere „ontwape ningspartijen" te constateeren. Êcn symp toom daarvan vindt men in de Staatkun dige aanteekeningen, welke mr Joekes het laatste nummer van De O p b o schreef. Het desbetreffende citaat moge hier vol gen: Het vriendschappelijk karakter van onze verhouding tot de andere mogend heden is, zooals de troonrede het uit drukt, ongerept bewaard gebleven. Het is colt ter duidelijk, dat de openlijke ter zijde stelling door Duitschland van de verplichting tot ontwapening, gepaard gaande met een verwoede herbewapening zoomede de verhooging van de interna tionale spanningen, ook de Nederland- sche regeering verplichten bedacht te zijn op mogelijkheden, die te voren niet of in veel mindere mate waren te duch ten. De Regeering wenscht, terecht, zoo als op de jongste Volkenbondsvergade ring is gebleken, trouw te blijven aan de beginselen van de Volkenbond en is be reid de daaruit voortspruitende verplich tingen na te komen. Anderzijds kunnen wij vertrouwen bij een mogelijke aan ding van ons grondgebied niet aan ons lot te worden overgelaten. Het feit echter, dat volgens de bepa lingen van het pact de Volkenbond niet kan ingrijpen, voordat een land tot de aanval is overgegaan, de aarze ling, die de Bond toont, om in een zoo duidelijk geval van agressie als de roofaanval tegen Abessynië, zelfs de economische sanctiemaatregelen op Italië toe te passen, doen zien, dat ook in het stelsel van den Volkenbond voorzieningen tot eigen verdediging niet achterwege kunnen blijven. Wel ke voorzieningen de Regeering beoogt is nog niet bekend, zoodat de vraag of zij doelmatig en, mede met het. oog op de daaraan verbonden kosten gerecht vaardigd zijn, nog niet kan worden beoordeeld. De ambtelijke invloedssfeer De albemoeiing van den Staat is een der ernstigste gevaren, waartegen wij ons in de komende jaren hebben te richten schrijft de Standaard. Een ramp zou het wezen, indien .„orde ning" en staatssocialisme als synonieme begrippen werden aanvaard. De crisisnood riep een overwoekering van de departementale bureaux in het leven, die geen dag langer dan strikt nood zakelijk is, mag worden geduld Waar dit ook maar eenigermate moge lijk is, dient aan de maatschappelijke or ganen boven de ambtelijke inmenging de voorkeur te wonden gegeven. Wij zijn niet overtuigd, dat ten deze ge daan wordt, wat gedaan kan worden. In het ontwerp-Pachtwet wordt aan den kantonrechter een taak toegekend, die zijn krachten ver te boven gaat. Het ontwerp inzake de vaste lasten schiep voor den belastinginspecteur een positie, die hem met exorbitante bevoegd heden omgeeft. Nu weer belast het ontwerp tot tegen gaan van onredelijke executies den kan tonrechter met werkzaamheden, welke veel beter aan uit het vrije maatschappe lijke leven opgekomen organen kon wor den toevertrouwd. Bewust of onbewust wordt allengs de ambtelijke invloedssfeer versterkt in een mate, die bedenkelijk is» Schoolvrede zonder recht De toestand is op het oogenblik al zóó, dat èn in de wet èn in de practjjk het open baar onderwijs nog in verschillende opzich ten een voorkeurbehandeling boven.het bij zondere geniet, constateert de Tij d. Maar „Volksonderwijs" heeft een Bevre- digings-Commissie ingesteld en deze bracht rapport uil. Men doet het oaar niet minder. En nu durft deze „objectieve" commissie beweren, dat een schoolvrede alleen valt te verkrijg „de voorwaarden, waaronder de stich ting van bijzondere scholen mogelijk is, verzwaard worden" (blz. 64). Zoo in déze geest: „In de grootste gemeenten mag geëischt worden, dat alleen dan een bijzondere school wordt gesticht, indien er voldoen de leerlingen zijn voor tenminste zes leer krachten, voor de kleinste gemeenten zou volstaan kunnen worden met drie leer krachten, voor de middengerneenten kan een tusschenliggend aantal worden, be paald (blz. 55). En daarbij moet natuurlijk de openbare school ongemoeid blijven totaal onge moeid. De opgeheven kleine schooltjes mo gen weer ven-ijzen uit de assche waartoe een snoode regeering ze heeft doen ineen storten. F.nfin: het bekende liedje op de bo kende wijs; spot het r,k. blad. „De Vaderlandslievende schobber" In onze bespreking van het pamflet dat onder bovenstaande titel ons dezer dagen uit Antwerpen toegezonden werd, wezen wij er reeds op, dat deze vaderlandslievende schrijvers blijkbaar de Belgen een drukor- dertje gunden boven de volksgenooten. Magnus, het orgaan van de Ned. Bond van Boekbinderspatroons vestigde er nog eens nadrukkelijk de aandacht op in dit ar tikeltje: „Dezer dagen werd ons toegezonden „Do Vaderlandslievende schobber", één der vele drukwerkjes, welke personen, die meenen op de hoogte te zijn en in staat om de moeilijke tijden, die wij be leven, te doen ophouden, rondzenden. Dat wij er hier melding van maken, is omdat ons trof, dat deze vaderlands lievende personen dit werk in Antwerpen laten drukK-en en vandaar uit laten pos ten, opdat vooral de Nederlandsehe ar beiders, voor wie het blaadje heet te ko men, er geen cent aan zullen verdienen en de Nederlandsehe Posterijen er geen baat van hebben." Het Grafisch Orgaan, dit citeerend, voegde er aan toe: Ja, maar is flat nu zoo erg? Wie neemt op het oogenblik nog bepaalde groepen mensehen ernstig en wie verwacht nu nog, dat een mensch hoewel voorzien van hersenen, nog een oogenblik zal naden- k e n als hij iets in handen krijgt? En al zijn dat soort volksvoorlichters in staat om „de weg uit het moeras" te wijzen, zij zijn Tegelijkertijd te dom om te begrijpen, dat er nog menschen zijn, die niet alles klakkeloos innemen wat hun, soms op een mestvork, wordt voorgehouden. Bovendien: het gaat om de kwalifica tie. Schobbejakken zijn het wel, en het „vaderlandslievende" beteekent in het ge heel niet, dat de liefde zich tot het Ne derlandsehe vaderland richt! Presentiegeld zonder geld In verband met het geruchtmakend ge val van een Eerste Kamerlid, die, na de presentielijst geteekend te hebben, ongesteld werd en bijgevolg de vergadering niet bij woonde, merkt de Maasbode het volgen- Waarom liet hij den voorzitter niet even weten, zich wegens plotselinge on gesteldheid te hebben moeten verwijde ren? De president zou dit hebben kun nen mededeelen en elk onbehoorlijk ge roddel ware voorkomen geweest. Het ge beurt herhaaldelijk, dat Kamerleden, we gens bezigheden elders, moeten vertrek ken. Doch niet zelden deelen zij dit den voorzitter mee. ITet zou aanbeveling ver dienen, dat deze goede traditie bewaard bleef. Wij zouden no£ willen wijzen op een omstandigheid, die ook niet vergeten mag worden. Er zijn senatoren, die wel de presentielijst teekenen om mede voor het vereischte quorum te zorgen en dan toch sipoedig heengaan. Zij, die dan met een verklaren het presentiegeld niet te willen ontvangen, zooals meermalen ge beurt, handelen dan zeker het meest cor rect en zelfs zoo onbaatzuchtig, dat zij zich een gang naar het Kamergebouw getroosten zonder daarvoor eenige tege moetkoming te accepteeren. Wij hebben ons daarenboven wel eens afgevraagd, of de president van de Eer ste Kamer alle opspraak van het college niet gemakkelijk kan voorkomen door de presentielijst weer te laten teekenen in het tijdsbestek, dat daarvoor, naar wij meenen, vroeger aangenomen was. Dan zou een afwezigheid, die nu terecht ont stemming wekken kan, veel minder ge makkelijk voorkomen. er nog een paar duizend Portugeesch» Joden bij geteld worden. Beneden treft men verder aan bijzonder heden over de topografische ontwikkeling van de Jodenwijk, herinneringen aan den alouden band tusschen Oranje en Israël, voorts afbeeldingen van Joodsche volks typen, stadsgezichten enz. Boven is een rijke verzameling van histo- risched ocumenten en bij de Joodsche ecrc- dienst in gebruik zijnde voorwerpen. De oudste bescheiden beginnen bij 1640. Iets buitengewoons is de vergeelde verzameling papieren, betrekking hebbende op het tiplo- matieke vertoog van de Staten van Holland bij Keizerin Maria Theresia, die de Joden wilde verdrijven uit Bohemen en Moravië, maar dit voornemen opgaf op verzoek dei- Hoogmogende Heeren. Een herdenkingsdienst wordt gehouden in de historische Synagoge op het Jonas Daniël Meijerplein, waar ook de burgemeester het d zal voeren. Misschien nog wel koorfs ook! Aspirin is de on overtroffen bestrijder van ver koudheid. Na Uw verkoudheid zult U met zo velen zeggen: Zo'r» Aspirientje helpt toch maar.' I verkrijgbaar In de oranje-bandbuitjej van Faillissement Notaris Molenaar Verificatievergaderingen te Rotterdam Concurrente crediteuren hebben weinig te verwachten Gistermiddag zijn in het Gerechtsgebouw te Rotterdam de faillissementen van den ge wezen notaris J. A. Molenaar en van de N.V. Maatschappij voor Grondcrediet Rotterdam, de verificatie-vergaderingen voor crediteu ren gehouden. De curatoren in de faillisse menten, mr. J. Coert en notaris J. S. Mijs, hebben verslag uitgebracht omtrent den toe stand van de boedels. Uit de mededeelingen van mr. Coert bleek, dat het accountantsonderzoek bij notaris Molenaar ingesteld op 4 Januari 1.1. een na- deelig saldo van f 325.226,39 heeft uitgewe zen. Nadat de rechtbank op 29' Maart LI. het verzoek van den notaris surséance van betaling te verleenen, afwees en zijn faillis sement uitsprak, zijn alle onroerende goede ren gerealiseerd. Ook de huishoudelijke in boedel is verkocht. Het kassaldo bedroeg op 31 October 1.1. f 78.712 en op 29 Maart 1.1. f 12.284. Het ver schil is geïnd op debiteuren. Curatoren zijn nog steeds bezig met de inning van uitstaan de posten, maar dit wordt bemoeilijkt door onvolledigheid van de administratie en on- vei-h aalbaarheid of gedeeltelijke verhaal baarheid der posten. Spr. deed voorts mede- deeling van begonnen en nog te voeren pro cessen. De cuiatoren stellen pogingen in het werk om betaling te krijgen van de ?«uran- tie-maatschappij, bij wie failliet zich heeft verzekerd voor f 50.000 tegen schade tenge volge van fraude in verband met de hande lingen van den procuratiehouder J. W. Brug geman. Er is ook een vordering van de N.V. Maatschappij voor Grondcrediet te Rotter dam, waarvan een bedrag van f 263.573 is erkend en een bedrag van f 175.000 voor waardelijk is erkend. Het totaal-bedrag van de vorderingen beloopt f 945.079, waaronder f 128.757 voorloopig erkend en f 178.617 Pro Memorie. Het bedrag der betwiste vorderin gen bedraagt f 862.749; dat der nagekomen vorderingen f 109.000. Mr. Coert zeide, dat de concurrente crediteuren weinig te verwachten heb ben. Spr. sprak het bericht, dat de vorderingen voor honderd procent zijn gedekt, ten stelligste tegen. Er is zoo veel onzekers in deze affaire, dat spr. geen enkel percentage kon noemen. Omtrnt den toestand van den boedel-N.V. Maatschappij voor Grondcrediet Rotterdam deelde mr. Coert mede, dat de accountant op 4 Januari 1.1. een nadeelig saldo van f 580.72^,11 heeft geconstateerd. Sinds het faillissement op 29 Maart 1.1. is uitgesproken, zijn alle onroerende goederen gerealiseerd. Het kassaldo was op 31 Oct. j.l. f 26.047,88 en op 29 Maart 1.1. f 13.190. Spr. herhaalde de opmerkingen over de bemoeilijkte inning der posten tengevolge van onvolledigheid van de administratie en onmacht bij de de biteuren, zooals bij de bespreking van den toestand van den boedel-Molenaar gemaakt. Het bedrag der voorloopig erkende vorde- rmge.. is f 637.425; Pro Memorie f 175.000; nagekomen vorderingen f 292.560 en be twiste vorderingen f 214.627. DE NOOD DER VISSCHERS Vergadering Ned. Visschersbond Zaterdagmorgen heeft de Nederlandsehe Visschersbond een vergadering gehouden in „Webo" aan de Wagenstraat te Den Haag. De voorzitter, de heer Joh. W. Steven son, sprak een openingswoord, waarin hij de aanwezigen hartelijk welkom heette en in 't bizonder de heer Jansens, afgevaardigde van den minister van Landbouw en Veeteelt, de burgemeesters van Arnemuiden en O u d d o r p, de heer Bezuien en de heer Vermaat als afgevaardigden van het gemeen tebestuur van Den Haag. De notulen van de vergadering van 27 Juli j.l. werden gelezen en vastgesteld. Vervolgens wordt de toestand van dekust- visscherij besproken. De Voorzitter merkt op, dat de Nederlandsehe Visschersbond thans bijna alle kustvisscherij-vereenigingen in ons land omvat, wat een reden tot groote dankbaarheid is. Immers, versteviging van de organisatie is een eerste vereischte om met resultaat te kunnen werken. Daarom is het van belang dat thans de gewestelijke organisaties onder één hoofdbestuur vereenigd zijn en aldus ge zamenlijk kunnen strijden. Plaatselijke be langen zullen voortaan door de gewestelijke besturen behandeld moeten worden. Krachtige en eendrachtige samenwerking is een eerste vereischte om tot betere toestan den te geraken, waar thans de visscherij in grooten nood verkeert. De bezwaren die thans gevoeld worden dateeren van jaren her. Jarenlang werden requesten aan de re geering gezonden en het uiteindelijke resul taat was de stichting van de Nederlandsehe Visscherij Centrale, die echter niet bracht wat er van verwacht werd. De minister gaf dit desgevraagd toe, maar de groote vraag is: hoe moet het dan. Er wordt getracht een weg te vinden door de Ned. Visscherij Cen trale en de vischhandel tot elkaar te bren gen. Helaas is dit tot nu toe niet gelukt, dank zij tegenwerking van bepaalde perso nen. De visschers werken wel mee, maar als zij geen kans zien een boterham te verdie nen wordt het wel erg moeilijk. Men heeft aan den Minister een plan voorgelegd om te komen tot een goede steunregeling. Dit plan maakt, blijkens een schrijven van den minis ter, een punt van ernstig onderzoek uit. Dit stelt spr. bitter teleur. Hij had gehoopt dat er iets definitiefs zou be richt worden nu het plan al zoo lang bij het ministerie berust, te meer waar de winter voor de deur staat. De vis- scherman moet nu geholpen worden, anders zal hij in zeer groote moeilijkheden komen. De nekslag voor de visschers is wel de puf-visscherij. Toch, als de regeering een puf-visch-verbod uitvaardigt, zal zij daar iets anders tegenover moeten stellen. Zij moet wel zeer voorzichtig zijn met maatregelen die leiden tot verlaging van de besomming! Men schijnt in de Visscherij Centrale niet te beseffen dat de Visscherij concrete maat regelen verwacht, geen vaagheden. Komende tot het distributie-apparaat zeide spr. dat het ook hier bij plannen blijft. Waarom wordt deze regeling eindelijk niet eens aangepakt? Als er tenminste maar een Het valt spr. moeilijk, maar hij kan helaas niet anders doen, dan nogmaals op geduld aan te dringen. Hierop volgt bespreking. Dr. Rademaker, gemeente-secr. van Breskens, onderschrijft ten volle de critiek van den voorzitter op de zeer trage behan deling van het steunplan. De heer van Leeuwen vraagt of het niet van belang zou zijn dat alle gemeenten gegevens verzamelden wat betreft de bedra gen die de schippers bij de nevenbedrijven besteden, om dan die cijfers aan den minis ter over te leggen. Spr. illustreert met een voorbeeld dat 100 schepen totaal f 199.000 bij andere bedrijven besteed hebben in één, jaar tijd. De voorzitter verzoekt alle gewes-» ten dit onderzoek te doen plaats hebben. De heer Bakker van Scheveningen dringt ook aan op spoedige behandeling van eventueele plannen. De voorzitter wijst nog op de voorgestelde extra-benzinebelasting, waardoor de garna- len-visschers zeer gedupeerd zullen worden en men zal moeten trachten gedaan te krij gen dat de visschers van deze belasting vrij gesteld worden. De heer van Eek van Stellendam zegt zeer teleurgesteld te zijn omtrent de steun regeling en stelt voor een motie aan te nemen waarbij de vergadering er bij den minister op aandringt de steunregeling zoo spoedig mogelijk doorgang te doen vinden. De heer G o b i u s, burgemeester van Ouddorp vraagt of men niet bij den minister van Sociale Zaken er op aan kan dringen, ook de schippers steun te verleenen, zooals dat met de knechts het geval is. De afgevaardigden van Arnemuiden zegt dat de visschers geen kans meer zien belas ting op te brengen, zoo hoog is de nood ge worden. Hij ondersteunt daarom gaarne de motie. Er kan nu eenmaal niet langer ge- WOENSDAG 13 NOVEMBER HILVERSUM I 1875 M. NCRV-Uitzendingr. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gram.m. 10.30 Morgendienst. 11.00—12.00 en 12.15 Ensemble v. d. Horst. 2.00 Zang. 3.15 Chr. Lectuur. 3.45 Gramofoon. 4.15 Piano recital. 5.00 Kinderuurtje. 6.00 Landbouw- causerie. 6.30 Onbekend. 7.00 Berichten. Reportage. 7.30 Causerie. 7.45 Gram.pl. Berichten. 8.05 D. Lüschen (fluit) en M. E. Bouwmeester (orgel). 9.00 Voor jonge menschen. 9.30 Gitaar duetten. Om 10.00 Berichten. 10.3011.30 Gramofoonm. HILVERSUM H 301 M. VARA-Uitzending. 8.00 Gram.m. 9.00 Orgelspel. 9.30 Kook- praatje. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor Arb. i. d. Continubedr.: Lezing; de Flierefluiters en declamatie. 12.00 Gra mofoonm. 12.15 Orkest. 1.00 Gramofoon- muziek. 1.151.45 Vervolg concert. 2.00 Voor de vrouw. 2.15 J. Jong (orgel) en B. v. Dongen (zang). 3.00 Voor de kinde ren. 5.30 Het VARA-Orkest. 6.15 Sport- praatje. 6.30 Vervolg concert. 7.00 „De Lachhoek". 7.30 Paedagogische causerie. 8.00 Berichten. 8.15 Gram.m. 8.30 Accor deonorkest. 8.50 „Achter de schermen", spel van Kesser. 9.30 Residentieorkest. 10.00 Declamatie. Berichten. 10.20 Ver^ volg concert. 11.00 Lezing. DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgen wijding. 12.05 Orgelconcert. 12.50 Orkest. 1.50 Gram.m. 2.25 Voor de scholen. 3.10 Pianorecital. 3.35 Orkest. 5.05 Western Studio-orkest. 5.35 Trio. 6.20 Berichten. 6.50 Pianorecital. 7.10 en 7.25 Lezingen. 7.50 Het BBC-dansorkest. 8.35 Causerie. 8.50 BBC-Symphonieorkest. 9.40 Berich ten. 9.55 Vervolg concert. 10.50 Gevar. programma-. RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gram.m. 12.35 Concert. 4.20, 5.50 en 6.50 Kamer muziek. 9.35 Radiotooneel. KALUNDBORG 1261 M. 11.20—1.20 Concert. 2.50—4.50 Concert. 6.50 Gr-ur.ofoonpl. 7 20 Discussie. 9.35 Het Omroeporkest. KEULEN 456 M. 5.50 Orkestconcert. 10.00 Gevar. concert. 11.20 Kamerorkest. 3.35 Kwartetconcert. 4.20 Vroolijk programma 6.20 Kwintetconcert. 7.35 Stunrle der Jun- gen Nation. 8.05 Voor oud-strijders. 9.50 11.20 Omroepkleinorkest en orkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Sa lonorkest. 1.502.20; 5.20 en 6.35 Gram.m 6.50 Salonorkest. 7.35 Gram.m. 8.20 Sym- phonieconcert. 484 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Constantin- orkest. 6.35 Viool en piano. 7.20 Piano recital. 8.20 „Le Grand Mogol", operette van Audran. 10.30 Reportage. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.05 Ope retteconcert. 9.20 Berichten. 9.35 Olympia dienst. 9.50 Concert. 10.05 Weerbericht. wacht worden. De heer Kamper van Urk merkt op, dat de regeering in de mobilisatie, toen de visch noodig was, in 24 uur een wet kon maken, en het nu in 24 maanden nog niet blijkt te kunnen. Vervolgens wordt de motie-van Eek aan genomen met algemeene stemmen. Hierna sluit de voorzitter de vergadering, 's Middags werd nog een huishoudelijke- bij eenkomst gehouden. Prinses Marina, hertogin van Ttent bij haar eerste verschijning in het openbaar in gezel schap van haar gemaal, na de geboorte van haar zoon. EEN AMERIKAANSCHE GESCHIEDENIS door Paul Hutchens Hier werd hij onderbroken door een stem achter een groote Öen: „Dag Pa, ik zie, dat U Uw telegram op tijd ontvangen hebt." Fontaine keerde zich om en keek met verbazing en afkeer naar den lachenden jongen, den altijd en overal tegenwoordigen Tim Bentley, die plagend zei: „Ik geloof, dat U ook één van die leuke kerels bent, die al ijd hun neus in andermans zaken steken, en niet eens weten hoe ze op hun eigen zaken moeten passen." „Maak dat je weg komt, kleine aap. Maak niet zoo 'n drukte bf ik za! jie over de knie leggen." „O goed, Pa, ik meende 't niet. Ik wil heusch geen ondeu gende jongen zijn vandaag, dus ik zal probeeren me netjes te gedragen. Krijg ik dan wat om een ijswafel te koopen, Pa?" Tim genoot tenvolle van de situatie. Juist op dat oogenblik keek de man plotseling naar boven. Men hoorde een vliegmachine in de verte aankomen. De man keek er naar. Toen hij zag dat het toestel recht op het stadje Goldridge en het vliegveld er naast afstuurde, kwam er een ver schrikte uitdrukking op z'n gezicht. „Een toestel voor passa giers", zei hij. „li krijgt vandaag nog een bezoeker, Juffrouw Dreanard Misschien zult U naar hem luisteren." Hij draaide zich om en ging weg, vlug loopend, waarbij uitkwam, dat hij licht hinkte. Tim zag dat en dacht even na. Dan riep hij spottend: „Tot ziens, Pa, ik zal .vandaag een zoete jongen zijn". HOOFDSTUK XX De vliegmachine, die Fontaine naar Goldridge had zien gaan. cirkelde even in wijde boog over de kleine stad en landde toen op het vliegveld, vlak ten noorden van de stad. Een nieuws gierige massa menschen kwam van alle kanten aan, die met onverdeelde belangstelling toekeken, toen de eenige passagier er uit klom en even met den piloot bleef praten. Hij stak het veld over naar een wachtende taxi, waarin Gerald en Tim zaten, net alsof ook zij gekomen waren om toe te kijken. „Breng me naar een goed hotel", droeg hij op. Zijn stem was diep en vriendelijk. „Zoo iets is er hier in de stad niet", kwam Tim. De vreemdeling keek vol verwachting rond, alsof hij iemand verwacht had om hem te verwelkomen. Dan lachte hij. „Ook al best", zei hij, „breng me dan maar ergens heen, waar 't niet Gerald reed weg en stopte al gauw in de stad voor een lang gebouw van twee verdiepingen, dat misschien in de dagen dat er hier goud gezocht werd, een eerste-klas hotel geweest was. Het was een vervallen gebouw, dat pas eenigszins hersteld was, om voor de herberging van rondreizende kooplieden, die mis schien wel eens een plaats om te slapen konden wenschen, te dienen. „Het beste, dat er is, meneer", zei Gerald. „Misschien dat U beter doet mee naar het kamp te gaan. Het is bijna tijd voor de lunch. Later zullen we wel een slaapplaats voor U opzoeken. Daarvoor zouden we nog wel iets in onze tent kunnen in richten, wat jij, Tim?" „Dat zouden we zeker graag doen. Waar komt U vandaan?" „Van New-York!" Tim keek hem onderzoekend aan, en zijn gezicht drukte uit, dat 't onderzoek bevredigend afliep. „Nou, als U Mr. H. F. Franks uit New-York bent, moet U maar mee komen. Wij ver wachten U". „Die ben ik", zei de vreemdeling. „Nou, nou, U moet even hard opgeschoten hebben in die vliegmachine!" „Ja, dat deden we, al vertrokken we gisteravond negen uur al. Je zal wel kunnen zien, dat ik hard slaap noodig heb. Maar wie ben je, jonge man?" „Ik? O, ik ben een vriend van de dame, juffrouw Betty Dreanard. Ze logeert in ons kamp. Laten we vlug opschieten, Gerald. Ze zal even verras' zijn!" In een pat- minuten waren ze bij 't kamp. De vreemdeling werd aan allen voorgestek. en gene al poedig van een smake lijke maaltijd, in de open lucht klaar gemaakt. „Ik heb een erg haastige reis gemaakt", zei hij, op een heel zakelijke manier, ten spijt van zijn vriendelijk optreden. „Ik zie dat U allen vrienden van juffrouw Dreanard bent, zoodat ik dus vrij uit over het doel daarvan kan spreken, hoewel ik gekomen ben om haar speciaal te spreken." In gespannen aandacht luisterden allen naar hem. „Ja, juffrouw Dreanard toen ik het telegram van Uw privé- detective ontving, waarin stond, dat U hier was, en dat U me dadelijk noodig had. besloot ik zoo vlug mogelijk te komen." „Mijn detective?" vroeg Betty verwonderd. Welke nieuwe ont hullingen wachtten haar nu? „Ja zeker", zei hij. „Hier is het". Betty nam het gele papier aan en las: Mr. H. F. FRANKS, 14 HAMILTON SQUARE, NEW-YORK CTTY. ELIZABETH DREANARD, IN MOEILIJKHEDEN IN GOLDRIDGE COLORADO, HEEFT U DIRECT NOODIG. TELEGRAFEER ALS U KAN. TIM BENTLEY', HAAR PRIVé-DETECTIVE Tim werd vuurrood en deed 'n wanhopige poging onverschil lig te kijken. Betty zag z'n verwarring en besloot onmiddellijk hem te helpen. Ze antwoordde: „O ja. Ziet U, ik heb den laatsten tijd verschillende bezoekers gehad, die allen veel belang in mij schenen, te stellen, uitslui tend voor mijn eigen bestwil. Zelfs Spade Arms Ruby was hier, voorgevend te zijn H. F. Franks, mijn advocaat" „Ja", antwoordde de vieemdeling. „Ik zag in de krant van gisteravond, juist voordat ik de stad verliet, dat hij hier ge vangen genomen was. Ik heb uw telegram al beantwoord met de mededeeling, dat ik van plan was deze morgen per trein op reis naar U toe te gaan. Maar toen ik dat bericht zag, besloot ik dadelijk een speciaal vliegtuig te huren. U ziet, dat met een groote som geld heel wat te bereiken valt. Ook ik hei., hier alleen voor de belangen van Juffrouw Dreanard gekomen." Hij wachtte even. „Mag ik in 't bijzijn van Uw vrienden spreken?' vroeg hij dan aan Betty. Betty antwoordde dadelijk en hartelijk: „Ja zeker" Op ernstige toon begon hij toen: „Wat ik te zeggen heb. kan wel verrassend voor U zijn, maar ik vertrouw, dat U me gelooven zult, als ik zeg dat ik de waar heid vertel, „de waarheid, de heele waarheid en nipts dan de waarheid." Het kost mijn trots veel U dit alles te moeten be kennen, maar ik word gedreven door beginselen lie hooger zijn dan die welke tot nu toe veel van mijn. daden geleid hebben." Zij luisterden stil. „Vele jaren geleden", ging hij verder, „kende ik Uw vader, juffrouw Dreanard, ik kende hem heel intiem. In die jaren vla*' na mijn graduatie aan de hoogeschool, verlangde ik sterk naar avontuur, en de wijde wereld rok me onweerstaanbaar aan H^t lokte me niet aan me dadelijk in het een ot ander muffe kantoor te installeeren. Zoo kwam ik,na enkele maanden rond reizen, in deze zelfde stad Goldridge, waar ik hoopte „plotseling rijk te worden". Uw vader was hier in die tijd - het was nog voor U geboren was. Samen namen we een kleine concessie ia de heuvels ongeveer twee mijl van de stad vandaan hoewel het al heel onwaarschijnlijk leek. dat we daar goud zouden vinden. Toen vonden we op zekere dag hij n?i7p nnderznekiniren een rijke ader. We hielden onze ontdekking stil en hadden spoedig veel van het terrein rondom ons in bezit De juiste grootte staat aangegeven op de papieren, die ik meegebracht (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9