Vervolgverhaal DE GOUDEN POSTDUIF JOHANNES BRAHMS ■UBJBJBL r - ft fp» s a Hl ill a SI m i 1 PI e ■f «Hl 12 IJ V.' 8 El n S S door K. Jonkheid 8) (Slot) ,J>oe die dour open." „Er zijn daar twee knoppen. Wanneer u de bo venste indrukt, opent zich ae deur." „Dnr gaat niet." Hij drukt nogmaals kraeht'g et-nier- malen en commandeert dan: „Doe hei zeif, Howard." Sir Howard komt langzaam nader. Tijd winnen, dt-nkt hij, tijd winnen, wie weet wat er gebeuren kan. 1 lij drukt op de knop. kijkt vol verwachting naar de deur. „Neon." zest hij. „het gaat niet. l>e boel is oud. do voeren werken niet meer. Daaraan kunt 11 zien. dat rle deur in jaren niet geopena is. Men heelt u verkeerd ingelicht. Sexby, hier is iriudr oen waardelóoze oude kelder." „Die deur moet open, we beuken hem kapot." Doroih.v herkent de st.-m van Richard, de vreemde harde k'ank van Sexby en het lage geluid van haar vader. Er wordt teiren de deiir wchopt, gestompt, ge- slager me» «abels en kolven van pistolen. „De schuilplaats is ontdekt, de slotscène zal gauw prspreid rijn Cromwell kijkt al sprekend naar het jonge nir.sje Waar denkt hij aan? Het rumoer 'aait op, daarna wordt het stiller eu opeens volgt een dreunende bons Ze hebben een bulk gehaald om de deur te rammeien, l.romweli springt op. „Daar is geen rbne tegen bestand. Nu zullen de schurken s|>oedig binnen zijn." Weer staat Dij nadenkend, een oogenblik maar. Dan zegt hij zakelijk en toch niet meewarige klank: „Voor mij is 't niet zoo erg. Maar voor u!" Dorothy heeft alleen eedacht aan Cromwell ?n aan Guv en nos n-et aan zich zelf. Wat bedoelt de Protector? Wat zal hnór lot zijn? Ze denkt weer aan Drosheda, dc gruwelen daar penh-egd aan weerlooze meisjes, aan geschof'eerde vrouwen Als zulks de mannen van Crornwi II deden war kan mén dan verwachten van de dolle ruiter »n zijn woestelingen? Dar is vi'ersehjk. dat is erger dan de dood. Veel erger. Haai krachten vloeien weg, ze zaki op haar knieën op de grond vlak voni Cromwell's voeten, llnar eene hand zrijpt bot uevest van zijn zwaard, baar andere klemt zich aan de pijp van zijn pan- 1aIon en ploiseline als in razende angst, krijt ze: „Wat zullen ze doen? Wat zuilen ze dóén?" Dan Behoort er iets wonderlijks Het onverstoor bare gelaatsmasker van den harden man. die geen pardon ooit heeft gegeven, die doodvonnis sen liet li'tspreken en ten uitvoer leggen, die zells zijn koninu op het schavot bracht, verzacht zich door een glimp van innerlijk meevoelen cn hij zegt alleen: „Arm kind!" XXII. liet rammeien van de deur valt niet mep. Hij blijkt te bestaan uit twee eiken platen, waar tusschen een plaat van ijzer, waaraan de schar nieren gesmeed zijn. Het ontbreekt niet aan vlookcn en verwenschin- gen en gepeperde dreigementen aan het adres v-xn den Protector. „Het duurt te lang", schreeuwt Sexby, „veel te lang." Ook Sir Howard is verrast. Hij wist niets van die ijzeren plaat. Cromwell luistert naar het rumoer en Dorothy zit cr bevend hij. Hij leunt, half zittend, tegen de tafel en kijkt door het deurgat naar de trap. Het langdurig bombardeeren heeft nu de deur zoo ontzet en verwrongen, dat hij oj>en kan. Ecu lielsch geschreeuw lueckt los, dat zwijgt, als de kerels naar binnen kijken, niet wetend wat ze daar zullen vinden. „Ze denken nu, dat ze me zoo maar kunnen op- rapen, maar dat zal tegenvallen. Neen schurken, Cromwell is nog niet dood." Hij trekt zijn sabel en loopt naar de deur. ,,Dc grendels, de grendels!" gilt Dorothy. Ze vliegt op, smijt met harde slag de deur dicht en schuilt cr de grendels op. „Dat is maar uitstel van executie," grimt hij. En dan sarcastisch: „Uw Royalistje laat ons in de steek." „Als hij eens niet thuis is", zegt ze bang. Een schamper laohje. „Ilij is thuis. Dat weet ik. Ik weef alles." liet is alsof de kerels niet naar boven komen. Ze moeten wennen aan de schemer, die hen voor zichtig maakt. Maar Sexby heeft het dichtgooien van de deur gehoord .hij dringt naar voren en gaat de trap op. De brutaalstcn springen nu voor hem uit ca stuiten op de deur. Een nieuwe hinderpaal, nieuw getier en woester dreigementen. Sexby commandeert, de mannen verdringen zich op de nauwe trap, stooten, strui kelen glijden naar heneden, de deur stoort zich aan niet6 zij blijft dicht. Dan maar weer het beproefde gereedschap, een balk. -lie de boe! aan splinters kan stooten. Dorotbv klimt op de tafel. Ze wil nnar builen kijken. Ze moet zich optrekken aan het dakven ster. Nu kan ze wat zien. Wat is het vredig. Dc he. ligt in eon wittig waas cn in de verte grazen dc koeien Daar beweegt iets. Daar komt hel in eens te voorschijn, 't Is een troep ruiters. En vooraan rijdt Giiv, jagend voorover gebogen op de nek van zijn paard Nu ziet ze 't duidelijk. Ze trilt, ze trappelt, ze staaf te dansen op de tafel, ze juicht het uit: „Daar komen ze, ze kompn." De deur kraakt, splinters vliegen naar binnen, een verhit hoofd komt te voorschijn om dadelijk gotro'fen te worden door een kraehtige houw van Cromwell's snbel. De man valt voorover en ho ven hem vertoont zich een tweede, die hetzelfde lot deep on Achterover «lnar Met zijr 'aars srhont Cromwell het voorover gevallen lichaam de deur uit. Nu komt er stagnatie. De gewonden verspprron de toegang. En van buiten klinkt on verklaarbaar geschreeuw, gevolgd door rumoer binnenshuis. Dc wachten hebben de goed gewa pende ruiters gezien en waarschuwen schrepuwend en wijzend, dravend naar hun paarden voor een veilige vlucht. In de rustige schemPr van de klare zomeravond staat een kleine groep, Cromwell en Dorothy, haar vader en Guy Lacv. Sexby en zijn mannen zijn ontkomen, de twee gewonden worden ver zorgd door het personal. In veertig minuten heeft zich alles afgosppokl. Cromwpll reikt Lary de hand. „Ik heb u verkeerd beoordeeld, ik wist niet beter. Nu heh ik de adel van uw hart gezien. Uw edele daad wil ik beloonen. Ik stel een positie tot uw beschikking, waar u voor uw leven ge.horgen zijt". Guy staat bedremmeld, de ontmoeting van oog tot on? heeft hem verrast. Maar nu Cromwell hem aanspreekt, keert hij tot zichzelf terug. Kan hij loon aannemen uit een hand, waaraan zooveel bloed kleeft? Van zijn vuder cn broers cn van zooveel andere edele zonen van het Britschc Rijk? Een oogenblik heeft hij in Cromwell de mens'-h gezien, nu ziet hij weer de geweldenaar, de moor denaar van zijn vorst. Die afstand'js niet te over spannen. Zooals altijd, voelt en onderkent de Protector on middellijk de ware toestand, dc verborgen grond van Guy's onrustig zwijgen. „Als we belaas geen vrienden kunnen zijn, blijf dan mijn edele tegenstander. Zulk een tegenstan der kan ik rcsjieCteeren." Nu neemt bij Dorothy's hand en legt die in do hand van Guy. „Laat dan dit uw loon zijn. Neem haar. U hebt haar eerlijk verdiend." In Cromwell's bewogen leven is dit het laatste avontuur. Uitgeput en overwerkt door dc nooit rustende tegenstand «overspannen van zenuwen door gestadige angst voor de altijd dreigende aan slagen op zijn leven, bezwijkt hij in 't volgend jaar, stervend in de overtuiging, Gods wil gedaau, Gods zaak gediend te hebben. Maar Dorotbv ontvangt kort voor haar huwelijk een eigenhandig schrijven en oen geschenk, den Protector waardig. liet is een prachtige gouden speld in de vorm van een vliegende postduif, bezet met briljantjcs en met oogen van diamant. Geboren 7 Mei 1833 te Hamburg. Overt. 3 April 1897 te Weenen De laatste der groote romantici wiens muziek nog steeds door een gedeelte der muziekliefhebbers als ingewikkeld en door velen (als niet van dezen tijd) verwaarloosd wordt, heet Johannes Brahms! Is 't niet karakteristiek dat ik in een kring van vak-musici de opmerking moest hooren: „Ja, Brahms, daar zou ik graag wel eens meer van willen weten." Dit betreft dan natuurlijk niet de biografische bijzonderheden van zijn leven, zoo als: hoe laat hij opstond, wanneer hij componeer de enz., maar des te meer betreft dit de vraag: hóe moet ik Brahms' muziek leeren verstaan in deze eeuw, die uit romantisch oogpunt beschouwd „hard" is en niets van romantiek meer wil weten. Wat Brahms verlangt is in de eerste plaats een muzikaal voelend, een „zich er voor zettend om zich door deze muziek te lalen opnemen" per soon. Brahms is niet de componist, die door mooie melodieën uw hart verovert. Integendeel, hier vindt men een gesloten karakter tegenovei zich, iemand die zich uit, niet uitgaande van het prin cipe. hoe schrijf ik nu het beste om het publiek te vangen, doch uitgaande van het principe: zóó ben ik, zóó schrijf ik, zóó leeft de muziek in mij, zóó is mijn ziel. De angst-zich-tc-gcven, wat ons noorder lingen wel bekend is, belette hem niet een diep menschelijke muziek te schrijven. Hoe groot deze mensch was, hoe standvastig zijn muzikaal karakter dat leert ons al zijn loopbaan. Ondanks het moeilijke begin van „strijkjes-muzi kant" in de Hamburger kroegen, heeft dit geen invloed gehad op zijn muzikale uitingen. Dit milieu, waarin zoovele sluimerende talenten zijn ten onder gegaan was voor hem slechts een sport op den ladder naar den roem. Den roem, dien hij zichzelf niet als doel stelde, maar die hem door anderen werd toegedacht. Brahms' melodieën stroonien niet zooals bij Schu- beyt en Mozart, neen, eerder hult hij deze in een ijle wade, of in een groep geweldige accoorden ol begeleidingsliirui en. Men moet 3rahm>' muziek werkelijk eerst lezen, om hem te volgen in zijn contrapuntische bewer kingen, in zijn niaatverscbuivingen, in zijn syn copische rythmiek. Dan voelt men de manlijke vuist, maar ook soms het raadselachtige van een dichterlijk droomendo ziel. Wij kunnen bludzijdc op bladzijde vullen met onze theorieën over absolute muziek, maar indien men in staat ia Brahms' muziek aan te voelen, heeft men al deze theorieën niet van noodc. Wat hij in tonen weergaf was een gedeelte van zijn ziel, was een stuk van zijn leven. Zijn harmonieën zijn dikwijls eigenzinnig; bij voorliefde werkte hij met de oude kerktoonsoorten. Zijn dikwijls heen en weer slingeren tusschen mineur en majeur, zijn voorliefde voor syncopen, zijn geweldige accoor den, waarbij hjj niet voor hardheid terug deinsde, dit alles vormt oen aparte Brahms-muziek, een Panorama van Napels met op den achtergrond de rookende Vesuvius 344 ASSOCIATIE-RAADSEL Ter afwisseling geven wc deze week eens geen kruiswoord- maar een z.g.n. associatie raadsel. Er zijn tal van woorden, die een associatie vormen tot een ander bijhchoorend woord. Zo denken wij b.v. bij „schaats direct aan „ijs"; bij „das" direct aan „boora"; bij „schoen" direct aan „voet". Zoek bij onderstaande woorden de bijbehoorende, ieder van 3 letters. De beginletters van de nieuwe woorden, van boven nuar beneden gelezen, vormen een bekend spreekwoord, dal nog steeds van waar de is. Kerk X Begin X Lafonlaine x Narcose x Draad x Olifant X Abessinië X Scheren x Hitier x Boer x Peer X Rust x Reis X Steppen x Lancier X Oud X I Kracht X Pijp x ig die mei a ons niet behoeft OPLOSSING van het Kruiswoordraadsel uit het vorige nummer Horizontaal: 1. Beis; 3. Oslo; G. Punt; 7. Scha; 9. Sens; 12. Nee; 13. llioalgo; 14. Vel; 16. Elbe; 18. Olst; 19. Omsk; 20. Rots; 21. Aker. Verticaal: 1. Rust; 2. Spa; 3. Ons; 4. Stengel; 5. Oase; 8. Heilbot; 10. Nco; 11. Mal; 13. Hel; 14. Veer 15. Ster; 17. Ems; 18. Oka. DAMRUBRIEK Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 6, Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint. Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 10 dagen na plaatsing. BEKERWEDSTRIJD Wedstrijdproblecm no. 5 Auteur: A. VAN DOMMELEN, Rotterdam WS W' •16 47 48 49 50 Zwart: 2, 7—9, 13, 15, 16, 19, 26, 29 Wit: 20, 27, 28, 31, 32, 37, 38, 42, 44, 43, Eerste publicatie. Wedstrijdprobleem no. 6. Auteur: NAP. BROCHU, Levis, Canada iÉP^ m/Wm mw: 46 47 48 49 Eerste publicatie. Zwart: 22, 23, 24, 35. dam op 26. Wit: 25, 32, 33, 37, 38, 41, 47. 49, 50 Dedié Monsieur: I. WEISS, Paris (Dit vraagstuk is uit een binnenkort te verschijnen werkje uit de „Li'bellen-seric" van de hand van onzen damredacteur) Partij-fragment In een partij om het kampioenschap van Overijssel 1935. gespeeld tusschen de heeren A. MANTEL (Wit) en H. HOOGSTEDE (Zwart), kwam onder staande stand voor: 1 2 3 4 5 l. IS e 9 6 H! 16 y Tl m m 26 W m gr 36 m m v.... ÉP gg| 46 W> SM 46 47 48 49 50 Zwart: 3, 4, 5, 8—10, 13—15, 18, 22, 26, 27 Wit: 2-4, 25, 30, 31, 34—36, 38—40, 42, 46, 48 Wit aan zet heeft feitelijk slechts één zet welke geen direct verlies geeft: 42—37. Er werd echter 3429 gespeeld, waarop zwart een fraaie doorbraak naar dam forceerde. Wit: 1. 34—29 2. 42X31 3. 38X27 4. 28X18 (jedw.) 5. 25X14 6. 18X 9 -7. 27X18 8. 40X29 9. 18X20 Dc heer Hoogstede Zwart: 26X37 27—32 18—23 14—20 9X29 3X14 29X34 8—13 15X44 in 1934 kampioen van Combinatie van GERH. MA m 5 6 9 w w m ■m 15 16 m 'm 25 26 'm m 35 36 Mm m p. 45 46 m Wit (Mantel): 26, 27, 31-33, 36-38, 40, 41, 44, 45, Wit: Zwart: 1. 26-21 (lokzet) 11—17 l. 32—28 23X43 3. 48X39 17X26 4. 3329 24X33 a. 39X17 12X32 6. 27X28 26X46 7. 40—31 46X40 8. 45X 1! Een verrassende combinatie. Correspondentie F P. te R. Voor Uw doel geschikt is „Inleiding tof het damspel", door J. W. van Dartelen. Na toe zending van f 0.48 aan zijn adres: Koediefslaan 42, Heemstede, kunt U het spoedig tegemoet zien. D. S. e.a. Vraagstuk no. 1 was correct gepubli ceerd. A. M. Dank voor toezending, heb er dankbaar gebruik van gemaakt. CZAAR PETER ALS KIEZENTREKKER Tijdens zijn verblijf in ons land vertoefde Cza&r Peter de Groote bijzonder graag in Amsterdam. Vooral op de Botermarkt, het tegenwooroige Rera- brandtplein, waar hij herhaaldelijk te vinden en hier bewonderde hij o.a. oen kiezentrekker, die 7.00 bedreven in zijn vak was, dat hij iemands kies niet alleen heel handig op tie gewone manier maar zelfs met allerlei vreemde voorwerpen als de punt van 11 degen, den steel van een lepel, een laarzentrekker enz., uit den mono kon wippen. Dc Czaar vond dat zoo knap, dat hij den man bij zich Jiet ontbieden en zijn verlangen te kennen gaf ook die kunst te leeren. De kiezentrekker begon hem nu in zijn handgre pen les Ie geven en de Czaar bleek zulk een vlug en doortastend leerling, da* hij weldra een even goed kiezentrekker was als de man van de Bo- tern rkt. Die kunst kwam hom wel eens van pas, want on eer zijn gevolg bevond zich allicht ook nu cn dan iemand, die door kiespijn gekweld werd. Maar niet altijd waren er patiënten te vinden en dan was het voorwaar geen pretje tot meester te bobben een Czaar, die goed kan kiezentrekken en toch 7.00 graag proeven van zijn bedrevenheid wil de afleggen. Menige hoveling begon al te beven als hij den Czaar niet een geheimzinnige beweging op zich af zag komen. „Doe uw mond eens open", zei oen dc Czaar. „Maar sire, ik heb volstrekt geen zieke kiezen of tanden", luidde dan de opmerking op vreesachli- gen toon. „Kijken". En vóór de hoveling cr op bedacht was, hield de Czaar een rcusaclitigcn kies in dc hoogte en be keek die het volgende oogenblik belangstellend van alle kanten. „Ziet u nu wel, dat het nog een beste gezonde kies was?" riep dan soms de huilende hoveling, ter wijl hij met de hand dc pijnlijke plaats bedekte. „Ook al niet erg daar zult u later vast geen pijn in krijgen", antwoordde dan lachend de ge weldige heerscher en zijn oogen zochten reeds we der een nieuw slachtoffor voor de kunst. Was het wender, dat dc Czaar aller Russchen wel eens moeite had zijn gevolg bij elkaar te houden en dat de hovelingen blij waren, toen eindelijk de liefhebberij van het kiezentrekken bij den groot cn monarch begon te zakken. Ook 'n bezigheid. Lodewijk XIV bezocht op een dag Molière en trof dc arts Mauvillicu bij hem. „U hebt een arts bij U. Waarom hebt u hem nnodig?" „Sire", antwoordde Molièro glimlachend, „wij hebben besprekingen. Hij schrijft me medicijnen voor, die ik niet gebruik cn stuurt me daarvoor rekeningen, die ik niet betaal. Op deze manier blijven we allebei gezond." De dierenvriend. De bekende Britschc dierenschikler Sir Edwin Landseer kwam op een zijner reizen eens te Lis sabon, waar een neef van liem woonde. Daar werd hij door den koning uitgenoodigd op een der feesten aan liet hof te verschijnen. Nauwe lijks was liij de feestzaal binnengetreden, of de koning begroette hem met de hartelijke, maar zeer dubbelzinnige woorden: „Sir Edwin, het doet mij een buitengewoon ge noegen, U hier te mogen zien, U te leeren ken nen. Ik ben namelijk een buitengewoon dieren vriend Waarom zij niet trouwde. Is je zuster niet getrouwd? t— Neen, zij is veel te intelligent ervoor om een man te nemen, die dom genoeg is met haar te De tweeling. Ik heb gisteren de tweelingen van Jurgens ge zien. De jongen is een fotografie van den vader! Ja en liet meisje een .klankfilm van de moeder1 349

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 16