m
m
VetYolciveiliacil
DE GOUDEN
POSTDUIF
DE VROUW, DIE
NIET ROOKTE
■g
up?
i
a
jg
11
i
■f
lp
if
■IES
êlsi B
i flzfi
door K. Jonkheid
7)
Cromwell draait zijn stoel in ha^r richting en
begint te ondervragen.
..Is het bestaan van dit vertrek aan veel mensohcn
bekend?"
„Niemand weet het, dan vader en ik."
„En uw neef."
„Ja, die heeft het nu ook gezien."
„De bedienden?"
„Die weten van niets."
„Kent u de buren? Is van hen hulp te wachten?
Dorothy denkt na. De buren, waarvan ze iets
weet, zijn Roomsch of Royalist. De Puriteinen
wonen ver.
Als ze niet antwoordt, zegt hij: „Er is dus van
de buren niets te hopen. Ben ik dan toch gevan
gen! Zal hun raadslag eindelijk vandaag ge
lukken?"
Hij staat op, loopt rond als een leeuw in zijn
kooi, de sabelschee in zijn linkerhand, de rechter
aan het gevest, gereed het wapen te trekken.
„Vader zal uw schuilplaats niet verraden, daar
ben ik zeker van," zegt Dorothy geruststellend.
Een grimmige lach vertoont zich op het gelaat
van den Protector.
„Ik verzeker u, jonge dame, dat Sexby wel mid
delen weet. d'e de standvastigste mond tot spre-
brc
Daar schrikt ze van. „Wat bedoelt u?"
Hij geeft geen antwoord.
Ze luisteren beiden. Na het eerste rumoer is het
in huis stil geworden Maar van huiten klinkt nu
angstig schreeuwen en gegil.
Sexbv's mannen hebben de bewoners van Howard-
house naar buiten gebracht. Ze staan naast het
huis, d'cht bij de regenput, welks gemetselde
muur omstreeks een meter hoog is.
Sexby kijkt de rij langs. Hij ziet een enkel vast
beraden gezicht, de overige onderworpen of bang.
Hij zoekt er een uit, waar de angst op te lezen
staat. Dan zegt hij: .Zoo, jullie wilt niets zeggen?
dan zullen we beginnen." Hij wenkt twee kernels.
„Gooit deze knaap in die regenput."
Ze grijpen de benauwde Jacky Black, die jammert
en tegenspartelt, terwijl hij wordt wegges'eept,
zich vastklemt aan het muurtje en uitgilt: „Ge
nade, genade, ik zal a'les vertellen!"
„Vertel op," gelast Sexby.
„De Protector is vanmiddag hier gekom"'
„Waar is hij nu?"
,.Pat weet ik niet, dat wéét ik niet."
„Is hij niet vertrokken?"
„Neen. hij moet nog hier zijn."
„Jullie weten waar hij is," wendt Sevby zich tot
andere hed'cnden.
„Wij weten het ook niet. Wij begrijpen er mets
van. Hij is hier gekomen en moet hier nog zijn,
maar we weten niet waar."
„Dan zal ik hem wel vinden."
Hij geeft last de gevangenen goed te bewaken en
de posten rondom het huis te laten staan. Dan
gaai hij met de overigen naar binnen.
.Sir Howard is meegeloopen naar dc regenput. Uit
zijn kleeding heeft hij een k'e'n voorwerp te
voorschijn gehaald en tersluiks in de put gegooid.
Dat heeft niemand gezien.
De vluchtelingen in het stille kamertje hooren de
kerels binnenkomen. De stem van Sexby klinkt
vast en bevelend, met korte zinnen, die geen
tegenspraak toestaan.
Ze hooren duidelijk, hoe de troep te keer gaat.
De woestaards razen door 'het huis, sleepen meu
belen van hun plaats, smijten kasten omver,
schreeuwen bij langdurig oponthoud, vloeken bij
elke teleurstelling.
Hun laarzen bonken op de trap, hun sabels slaan
rinkelend tegen de treden.
Cromwell wordt onrustig. Hij gaat staan, draait
zich om, doet een paar stappen, keert weer terug,
mompelt eenige woorden: „O. dat ik hier moet
zitten als een rat in de val! Dat ik hier werke
loos moet afwachten
Hij wordt nog onrustiger, gaat weer zitten en
staat weer op, hij kan niet eti 1 wezen. Zijn onrust
vult het heele vertrek. Dorothy voelt haar keel
krampen. Met nieuwe kracht komt haar anvot
naar hoven.
Zelfs de sti'le duif komt in beweging. Hij springt
van zijn stok op de bodem van de kooi, draait
rond met rollende bromgeluiden.
Opmerkzaam gemaakt kijkt Dorothy op. Dan
snringt ze overeind en roept: ,kIk kan u reddpn!
Verwonderd en ongeloovig kijkt Cromwell haar
aan met onderzoekende blik. Nu zakt ze weer
terug in haar passieve houding,nu ziet ze eens
klaps de bezwaren. De postduif! Maar dan moet
ze alles verteBen.
„Wat hebt u?" vraagt Cromwell.
Ze 7irt h"m recht in de oo^-cn. Ze hoeft zich niet
te schamen. „Ik kan u redden," zegt ze nog eens.
En dan vertelt ze.
Cromwell lu'stert aanvankelijk aandachtig. Maar
zijn belangstelling daalt en a's ze uitgesproken
is, zegt hij: „Moet Lacv mij redden? Heeft uw
neef niet met de stukken bewezen, dat hij mij
nnar 't leven staat?"
„Dat is niet waar! Dat is een leugen! Richard
snreekt laster. Hij wil met mij trouwen, omdat
hii ons eeld begeert en vader steunt hem, omdat
hij mijn neef is. Daarom wil hij Guy weg hebben."
C-omweT denkt een seconde na.
„Kwaad kan het in geen geval. Schrijf hem, dat
hij mijn escorte moet waarschuwen. Maar vlug,
heel vlug. elke minuut kan de laatste zijn."
Dorothv schrijft, neemt de duif uit de kooi. samen
bevest'gen ze het briefje en oven later klapwiekt
de voeel in de vrijheid.
„Zal hij dadelijk merken, dat de duif terug is?"
„Ongetwijfeld." t
„F.n boe lang duurt het dan, voor ze hier zijn?"
„Een kwartier".
„Dat is lang," zegt hij bedenkelijk. Hij zinkt in
gedachten en ze hoort hom afwezig mompelen:
„Och, had ik vleugelen eener duive. Ik zou van
hier gaan en rust vinden, rust, rust."
Nu wordt het stil, hun zenuwen ontspannen, ei'
is een n'euw gezichtspunt, er is weer hoop.
Nu de spanning verslapt is. onldckken ze, dat in
huis de stilte terug keerde.
„Ze zijn Weg!" zegt Dorothv verrast.
„Ze komen terug," antwoordt Cromwell, nu weer
somber, „wacht maar!"
Isola Bellat een van de mooiste eilanden in het Lago Maggie
332
DE WAARHEID
„De waarheid is een bitt're zaak
Dat kan ik niet ontkennen.
Maar 'k wenschte wel, dat menigeen
Zich hieraan kon gewennen:
Van deze waarheid in zijn leven
Niet zoo verbitterd proef te geven.
Dr J. H. GUNNING J.H.zn.
XXI.
Wat gebeurt er in de dreigende stilte? Sexby is
naar buiten geloopen. Hij plaatst zich vlak voor
Sir Howard en buldert: „Waar heb je hem ge
stopt?"
„De Protector is buiten uw bereik."
„Dat is een leugen. De bedienden zeggen, dat hij
hier is. Je huis is geen oud roofkasteel met onder-
aardsche uitgangen. Ik verlies geen minuut meer.
We steken er de brand in. De brandstof ligt al
gereed. Hij zal verbranden als een wesp in zijn
nest. En jou hangen we aan een boom."
„Oóm!" roept Richard ontzet.
Sexby reageert dadelijk. „Wat weet jij?" Hij vat
Richard bij de bonst, schudt hem door elkaar en
schreeuwt: „Vertel op!"
Richard kijkt angstig van de een naar de ander.
Sexby lacht met opzet woest en hoonend. „Hier
is nog zoo'n gek. die de boomgaard versieren wil
met zijn bengelend cadaver. Draaf jij naar de
paardenstal en haal touwen en gaan jullie de
stapels aansteken."
De man draaft weg en de anderen, die Sexby
aanwees, verwijderen zich.
De aanvoerder kijkt de kerels na, blijft nog even
staan met afgewend hoo'd, keert zich dan schie
lijk naar Richard en zegt: „Wijs me de plaats,
waar hij zit Kom mee." Richard knikt Hij volgt
willoos.
„Richard," beveelt oom, „gedraag je als een man."
„Ik doe het voor Dorothy, oom," roept hij terug.
Ze komen in de kamer.
„Hier in deze hoek js een deur, daar achter is
hij." zegt Richard klein.
„Hoe gaat die deur open?"
„Daar moet een knop zijn."
Sexby heeft de knoppen gauw gevonden. Hij drukt
op de bovenste, hij drukt op de onderste, er ge
beurt niets.
„Haal Sir Howard!"
Twee mannen brengen den huisheer. Zijn gezicht
is ondoorgrondelijk, innerlijk voelt hij voldoening.
Hij heeft de deur iu 't slot gedaan, de sleutel ligt
veilig op de bodem van de regenput. Hij ziet, dat
de schilderij, die het sleutelgat bedekt, in gewone
positie is.
(Slot volgt)
door J. Ter gouw
Dé heer en mevrouw Dibbelman dronken thee in
de tuin.
Dat kón sinds enkele dagen, want het was plot
seling volop zomer geworden. De rieten meubel
tjes deden liet goed tussclien het jonge groen.
AJleen kon je wel wat last hebben van vliegen
en ander insectengedoe, maar ja, dat moest jo
op de koop toe nemen.
Mevrouw troonde breed-uit in haar fleurigste
zomertoiletje, genoot van haar thee met bonbons
en bepeinsde de raadselen des levens. Meneer
Dibbelman in z'n kantoorpak, waaraan duidelijk'
zichtbaar was, dat het betere dagen had gekend,
gebruikte thee zonder een snoepje en was ver
diept in het binnenlandsch overzicht van zijn
krant. Tuëschen zijn lippen bengelde een sigaar,
die, gelet op kleur en geur, beslist heel wat prijs
klassen boven zich had.
Zoo ongeveer was de situatie, toen mevrouw
Dibbelman de stilte verbrak en zei: „Zeg, Jan,
ik moet toch noodig nog wat japonnen inslaan.
Met dit mooie weer heb ik haast niets om aan
te trekken. En dan kan ik absoluut niet langer
met dezelfde hoeden loopen. Ik schaam me ge
woonweg om zoo onder do oogen van onze
kennissen te komen. Je weet, mevrouw Knok
komt altijd zoo keurig voor den dag, en dan
Marie Prins, die zoo gauw van iemand wat
heeft. Nee, werkelijk, ik zal er weer eens op uit
moeten".
I)eze laatste opmerking nu, had het karakter van
een verzuchting.
„Maar vrouwtje, ik dacht, dat het nog al ging
inet je kleoren. En dan die duro hoed van vorige
maand, kun je die nou niet meer dragen?" Do
manier, waarop de heer Dibbelman sprak,
zweemde naar de schuchterheid.
„Ach, jij altijd met je verwenschte tegenwer
pingen", snibde mevrouw, „wanneer zal ik nu
toch eens zonder gezeur kunnen aanschaffen,
waar ik zoo hard om verlegen zit Jullie man*
nen denken alleen om jo zelf. Dat rookt maar,
of liet geen geld kost. Elke maand blaas je voor
KRUISWOORDRAADSEL
HORIZONTAAL.
1 Braziiiaansohe munt
3 Stad in Noorwegen.
6 Uiteinde.
7 Nadeel.
9 Stad in Frankrijk.
12 Ontkenning.
13 Spaansch edelman.
14 Huid.
16 Rivier in Duitscliland.
18 Plaatsje in Overijsel.
19 Stad in Siberië.
20 Klip.
21 Emmer.
VERTICAAL.
1 Stilte.
2 Stad in België.
3 Inhoudsmaat
4 Deel van een plant
5 Vruchtbare plek.
8 Visehsoort
10 Nieuw.
11 Dwaas.
13 't Tegenovergestelde van lie.
14 Beurtvaart.
15 Beroemd persoon.
17 Plaats in Duitschland.
18 Rivier in Rusland.
OPLOSSING
van het Kruiswoordraadsel uit het vorige nummer
Horizontaal: 1. Dek; 3. Spa; 5. Met; 6. Aas;
8. Es; 9. Uiten; 13. Schil; 15. Edict; 17. Lor; 18.
Cru; 19. Bad; 21. Ski; 23. Lathi; 26. Error; 29.
Eelde; 30. Koe; 31. Ede; 32. Als; 33. Epe.
Verti ca al: 1. De; 2. Etui; 4. Pand; 5. M.S.C.;
7. Sec; 8. Est; 10. Illusie; 11. Eerbied; 12. Sta; 14.
Hecht; 16. Ieder; 20. Ulm; 22. Are; 24. Ark; 25.
Heel; 27. Reep; 28. Ode.
Probleem no. 467
Van: S. S. LEWMANN
mP
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: W. J. H. CARON. Jacob Iffarisstraat 42,
Amsterdam-West. Men wordt verzocht correspon
dentie over deze rubriek aan bovenstaand adres
te richten.
Probleem no. 466
Van; J. VAN DIJK Azn., De Lier
Eerste publicatie
Wit begint en geeft in twee zetten maL
Wit (8): Kc8, Df3, Tdl, To8, La3, Lb5, Pc2, Pc4.
Zwart (9): Kd5, Dh6, Ld3, Lc3, Pe4, Pe6, pi.d6,
g6, hi.
Men wordt verzocht de oplossingen binnen acht
dagen in te zenden.
Zwart (9): Kg2, Ta7, Thl, Lh3, pi.a5, d2, di, g4, h2.
Bijvoeging voor beginners: In een twoezettig
probleem zet eerst wit, daarna zwart; vervolgens
geeft wit mat De eerste zet is de slcutelet. Deze
alleen wordt gevraagd. Men dient alle mogelijke
antwoorden van zwart te beproeven, maar steeds
moet wit daarna mat kunnen geven.
Oplossing van probleem no. 464.
Van W. Hagemann.
Wit (9): Rh8, Da8, Tb7, Tf8, Lbl, Lg5, Pb2, Pe8,
Zwart (10): Kc4, Tc2, Td3, Lb8, Pa3, Pb5, pi.ea,
e6, g3, g4.
Mat in twee zetten.
Sleutelzet: 1. Tf8—fl
Er dreigt nu Pe8—f6 mat.
Varianten:
1Td3d8; Ti>7— d7t
1. Tc2—c8; 2. Tb7—c7t
1Td3Xe3; 2. Tb7—d7t
1Tc2—f2; 2. Tb7— f71
Oplossing van probleem no. 465.
Van: Dr H. Bincer.
Wit (6): Kc7, Thl, Lb3, Pc2, pi.a4, c3.
Zwart (5): Kc5, Ldl, Pel, pi-bG, b7.
Mat in drie zetten.
Sleutelzet 1. Th4e4!l
Varianten:
1Pd3; 2, Pbf.
(met de dreiging Tc4t of PXc3t)
2. PXb4; 3. cXbt;
1Pf3; 2. Td4 (dreigt Td5t)
2PXd4; 3. cXdt
Zeldzaam mooi.
Goede oplossingen ontvangen van: G. G. den Hol
lander (464, 465) Harderwijk; H. Jansens (4611
Langerak; M. Opbroek (464) en H. C. J. Spier (464,
465) Den Haag.
Dengenen, die foutieve oplossingen ingezonden
hebben, raad ik aan de hierboven gepubliceerde
oplossingen nauwkeurig na te spelen. Met het oog
hierop heb ik ditmaal ook de varianten van den
tweezet vermeld.
West-Indisch
Gespeeld in het landentournooi te Warscnau, 19
Augustus 1935.
Noten van den witspeler i
Wit: E. Grünfeld
n Wiener Schachztg.
Zwart: R. Grau
(Argentinië)
Pg8—f6
e7e6
b?b6
Lc8b7
LfSe7
(Oostenrijk)
1. d2—d4
2. c2—c4
3. Pgl—f3
4. g2-g3
5. Lflg2
In aanmerking komt hier
5. Dc8 om c5 door te zetten.
6. 00 0—0
7. Dil—c2
Meer gebruikelijk is 7. Pc3, maar de tekstzet,
die voor het eerst in een partij GrünfeldJohner
(Debreczin 1925) gespeeld werd, is wellicht ster
ker. Een fout zou nu zijn
7Pet weeens 8. Pfd2(Pd6 9. c5!)
7. DdScS
8. Pblc3 d7d6
Op 8c5 zou volgen 9: d5' eXd; 10. PXd5 (PX
do 11. cXd LXd5; 12. Pg5
Pb8—(17
e6e5
Tf8e8
c7c6
Le7—18
DcS—c7
c6c5
der c-lijn door
g7-g<
10. b2b3
11. Lel—b2
12. Tal—cl
Om 13. Pd5 te verhinderen.
13. Tfl—dl
14. Dc2bl
15.d4dC
Noodzakelijk, daar de opening
15 cXd; 16. PXd5 PXd5; 17. cXd zeer
gunstig voor wit is.
16. Dbl—(13
17. Tdl—fl
Hierdoor wordt sen zeer kansrijke koningsaanval
voorbereid.
17Pf6h5
18. Kgl—hl Lf8h6
19. Tel—el Pd7—f8
20. Pf3—gl 1 Lb7c8
21. Pgl—e2 Lc8d7
22. f2—f4 e5Xf4
Na het opgeven van het veld e5 komt de witte
loopcr op de diagonaal b2h8 besl'ssend in het
SPel 23. Pe2Xf4 Ph5—g7
Stand na 23Ph5—g7
24. e4e5
Na 24 dXe verovert wit met 25. d6 de kwa
liteit (LXaS!)
24.
Pg7—f5
25. e5e6
Lh6Xf4
26. g3Xf4
f7Xe6
27. d5Xe6
Ld7c6
De pion kan wegens 28
i. Pd5 niet geslagen
2S. Pc3—d5
Lc6Xd5
29. Lg2Xd5
Dc7—e7
Gedwongen wegens de
dreiging 30. e71
30. Dd3c3 1
Pf5—d4
31. f4—f5!
g6Xl5
32. Tfl X15
Pf8Xe6
33 TelXe6
De7Xe6
34. Dc3g3
Kg8hS
35. Lb2Xd if
c5Xd4
36. Ld5Xe6
TeSXeö
37. Dg3—12
Opgegeven
OPLOSSÏNG
Wanneer het stuk hout volgens bovenstaande teo
kening wordt verzaagd en men de beide stukkei
aan elkaar past, is aan de opdracht voldaan. Het
donkere gedeelte met dc gaten valt dan weg!
337