HET WERKKAMP „EERDE VRIJDAG 4 OCTOBER 1935 TWEEDE BLAD PAG. 5 hentu'YP '^SMARAIÊ «8 - AshSh'h£ j E,"asih£:is^f wad Medani\ Mukalla 'Habat Qaden^ 5Sa kotj $™W| Sh...VAn'kofel; ADDISABfBA r=' J^s-A/arf S"- _S?a I M 'k» Borao" Bohotleh ■ïJlrasP ;IVX °Sh^pada' Olasar Kapoeta Billet Uen^ IUDOLF r^EEff OE-^rfJ k A-JN*D A i Moyalè" SOLLICITEEREN Poor Dr JOH. H. SCHEURER II*) De courant, die ge belangstellend open vouwt, kan in ae advertentiekolommen een oproep bevatten van een onbekende, die werkers zoekt. En gij kunt door dien op roep gedrongen worden, om u bij dien on bekende te gaan melden. In verband met de opstelling van uw sollipitatiebrief en van het in werking stel len van eventueele „kruiwagens" moet ge terdege zien te weten te komen, wie de op roeper in ae advertentie is. Maar ge moet ook nauwkeurig lezen, wat hij in die adver tentie zoo al vraagt en eischt. Het initiatief kan natuurlijk ook van uzelf Uitgaan. Dan wacht ge niet alleen af, of er ergens een betrekking vrij komt ofwel dat er eens een voor u geschikte advertentie in de courant staat, neen, dan gaat ge boven dien zelf u per advertentie aanbieden als werkkracht Zorg dan, dat ge met vrijmoe- I digheid uw bekwaamheden noemt, en tege lijk met bescheidenheid uw woorden daar- I toe kiest. Hetzelfde kan men op twee ma nieren zeggen en dan zal de ééne afstooten en de andere de aandacht trekken. Fout in dien zin is dus een advertentie j als b.v. deze: Biedt zich aan jbngmensch, dipl. Handelssch. Accuraat werker. Spreekt vlot Fr., D., Eng. en Esp. Organisato risch talent, enz. Datzelfde ware beter gezegd, indien de advertentie luidde:. Jongmensch, dipl. Hand.sch., 20 jr., zoekt werkkring. Bij voorkeur accu raat werk, afd. corresp. vreemde ta len. Zoo mog. ook organ, werk, enz. U moet ook met zorg de courant' uitzoe ken, waarin u uw aanbieding van uzelf plaatst. Dat wil dus zeggen, dat ge haar plaatst in die courant, waarvan ge op goe- I de gronden kunt aannemen, dat zij het j meest gelezen wordt in de kringen, waar i gij uw werk zoekt. Advertenties plaatsen is I geen vriendelijkheid jegens een uitgever, maar is een uitgerekend werk ten bate .van uw streven. De sollicitatiebrief zelf is meestal het eerste contact, directe contact, dat ge met j de zaak of instelling krijgt, waar ge een plaats zoekt. De eerste klap is ook hier een daalder waard; uw sollicitatiebrief moet den ontvanger een prettigen indruk geven. Dat raakt al dadelijk de keuze van het I soort papier en enveloppe. Die twee moeten elk apart goed zijn en bovendien bij elkaar behooren, zoowel in kwaliteit als in for I maat. Gebruik bovendien geen papier, be- I drukt met één of ander hoofd, tenzij het uw eigen naam is. Maar zoodra ge anderer papier gebruikt, dan maakt dat op een ern stig Datroon een onprettigen indruk, alsof ge zoo gemakkelijk anderer eigendom kunt j benutten voor uzelf. Tik bij voorkeur den brief niet, maar schrijf hem; meestal wil men graag j iemands handschrift zien, ook al behoeft j hij in die functie nooit of bijna niet te schrijven. Handschrift is karakterneerslag. I Krabbel uw papier niet van links naar 1 rechts stijf vol; dat maakt zoon ongelukkig krenterigen indruk. Bovendien is het voor den ontvanger gemakkelijk, indien ge hem een royale kantstrook vooraan vrij laat, j waarin hij zijn kantteekeningen kan plaat- I stond in ons blad yan 1 October, sen, wat toch zoo vaak gebeurt; kom hem daarin dus al tevoren tegemoet; dat stemt hem alweer wat milder. En deel heel den brief netjes in, behoorlijk over de ruimte van het papier gedistribueerd. Begin b.v. met links boven duidelijk uw naam en adres te zetten; rechts boyen plaatsnaam en datum. Daaronder kunt ge dan meteen aangeven, op welke advertentie ge schrijft; kort, maar duidelijk aangege ven. Links, even onder uw naam, schrijft ge het adres van hem, aan wiën ge schrijft. Daaronder eenvoudig een aanspraak, hoe soberder, des te beter. Laat alle mallootig- heden weg, die versleten zinnetjes zijn zon der inhoud, zooals „heb ik de eer te zijn" e.d. fraais. Schrijf in een beschaafden gesprek vorm; som de gegevens over uzelf kort en bondig onder elkaar op, zoo, dat ze duide lijk van elkaar gescheiden zijn te noteeren door den ontvanger van uw brief. Maak altijd uw brief zoo glashelder mogelijk, ook door de indeeling; dat wekt vertrou wen, dat doet prettig aan, dat grijpt gauwer de aandacht vast. We zeiden al, hoe ge uw referenties in volgorde moet noemen: eerst hen, die het meeste van u weten, daarna de „klinkende namen", die toch meestal meer vlagvertoon dan informatie-adres zijn. Maar er geen naschriftje onder, want dat wekt den indruk, dat ge vergeetachtig zijt. Denk er toch steeds bij, dat uw brief uw persoon met zich draagt naar wie hem ont vangt. Deze zal u in den regel niet kennen Als hij dan uw epistel vóór zich heeft, dan zal hij dat met gescherpte aandacht bezien, om uit alles, papier, vorm, inhoud, woord keus, enz., maar zooveel mogelijk te puren kennis omtrent uw persoon. Is dat eerste onderzoek, na dat peilen van uw brief, niet ongunstig, misschien zelfs vrij goed, dan pas komt hij er toe, om uzelf te doen komen en aan een persoonlijke ontmoeting te toetsen de conclusie, die hij voorloopig uit uw brief reeds over u getrokken heeft Nog eens daarom: zorg, dat uw brief het hem doet, uw sollicitatie vasthaakt in de aandacht van den ontvanger, hem ertoe brengt, om nu uzelf op te roepen voor na dere kennismaking. Tracht ook een leesbare handteekening onder uw brief te schrijven. Indien ge meent, dat de leesbaarheid gevaar loopt, schrijf dan die keer in een wat rustiger tempo dan gewoonlijk uw onderteekening. Maar teeken die niet, dat's onnatuur, loopt dadelijk in het oog, geeft iets gekunstelds; enhandschrift is karakter! Mogen we onzen lezers eens een sollici tatiebrief voorschrijven? Niet met de bedoe ling van onverbeterlijk model; och neen, er zijn honderd goede voorbeelden te maken; dit is er maar één. Men kan dan een brief schrijven bv. aldus: D. E. NOVUS Banaanstraat 101 Waterstad, 1 September 1935 Advertentie De Rotterdammer 28 Aug. 1935: „Kantoorbediende" de Directie van de N.V. Courage te Heidedaal. Mijne ITeeren. Gaarne zou ik voor bovengenoemde plaats op Uw kantoor in aanmerking komen. Hiertoe deel ik U de volgende gegevens omtrent mij mede: leeftijd 18 jaar; grootgeworden in een handelsgezin; vader is grossier; godsdienst Gereformeerd] ROFFELRIJMEN EEN KOOPJE Mevrouw Van der Zomo wasteen 'pientere vrouw Zooals er niet bijster veel loopen Ze was niet te langzaam, ze was niet te gauw, En handig en knap in het koopen. Haar smaak tvas perfect en ze had kwaliteit Steeds scherp met Ze winkelde veel en ze wist met beleid Haar huis in de kleeren te steken Helaas kivam de crisis en gaf haar gezin Zijn deel in de ongunst der tijden. Gelukkig kwam spoedig een boezemvriendin Mevrouw met een De markt gaf haar alles, zoo zei ze, cadeau! Ze kon het toch licht eens probeeren! Ze had toch haar neus en haar oog en, o zoo Er was dus niet veel te riskeeren! 't Was markt. Bij een keurige handschoenenkraam Daar stond ze, daar wou ze het wagen. „Een duppie de twee maar! Een dubbeltje saam!" Stond zeurig de Wat waren ze Ze kocht er een paar. Daar zou ze nu thuis eens op stoffen! Dat deed ze. Toen bleken 't geen stelletje, maar Twee linksche Je moet toch maar boffen! (Nadruk verboden.) LEO LENS. OPENING DOOR MINISTER SLINGENBERG Hedenmiddag is het werkkamp „Eer de", het vierde werkkamp, dat door de Centrale voor Werkloozenzorg georga niseerd wordt, geopend. Het kamp is gelegen op het landgoed „Eerde" aan den Ommen-Den Ham. Nadat de voorzitter der Centrale Voor Werkloozenzorg, de heer W. J. Hemmes, een kort woord had gesproken, hield Z. Exc. de Minister van Sociale Zaken, mr M. Slingenberg, de in het bezit van een diploma der Middel bare Handelsschool te Waterstad (punten lijst gaat in afschrift hierbij); studeerende voor stenografie 6ysteem Groote; thans als volontair werkzaam op het kantoor van Accountant F. Speurneus, al- kan op 15 September e.k. in Uw dienst treden; referenties, o.a.: 1. P. Mosterd, dir. Midd. Hand.sch. alhier: 2. F. Speurneus, accountant, Cijferlaan 10 alhier; 3. 1-1. Snel., dir. Waterstadsche Schrijfka mer, Inktlaan 5, alhier; 4. Exc. Dr. A. Stuurrecht, Min. v. Finan ciën. U bij voorbaat dankende voor een welwil lende aandacht en gunstige beschikking, hoogachtende, Bijlage: 1 puntenlijst. Uw dw. D. E. NOVUS openingsrede: „De vorige week", aldus begon de Minis ter, heeft de Cen trale in het Gooi haar derde werk kamp voor jonge werkloozen ge opend en thans zijn wij weder bijeen gekomen voor de openings plechtigheid van het 4e kamp. Dit snelle tempo, waarin het eene kamp na het an dere volgt, is een duidelijk bewijs van den critie- ken toestand, Minister Slingenberg waarin wij ten aanzien van het vraagstuk van de werk- looze jeugd verkeeren. Wanneer ik dit vaststel, moet aan den anderen kant met een zeker ge voel van vreugde geconstateerd wor den, dat zoovelen hun schouders heb ben gezet onder het zoo zware werk om voor de vele duizenden jonge menschen, die doelloos rondloopen, iets tot stand te brengen dat als 't ware een rustpunt in hun moeitevol leven kan geven. Ik verheug mij er zeer over dat zoovelen zich aan het vraagstuk van de werkloosheid onder de jeugd met waarachtige toewijding geven, geheel belangeloos, en met geen ander doel voor oogen dan om de jeugd zelve te helpen in haar moeilijkheden om aan den normalen arbeid te komen. Er is in den loop van de tijden een sa menwerking gegroeid tusschen het Depar tement van Sociale Zaken en de Centrale, een samenwerking, die een voorbeeld mag genoemd worden van de wijze, waarop in deze zware tijden allen moeten samenwer ken om de moeilijkheden zooveel als mo gelijk is het hoofd te bieden. Wij zien dat in het begin van den arbeid voor de werklooze jeugd dit werk zich be perkt tot het subsidieeren van ontwikke- lings-cursussen; dat later, toen de nood grooter werd, men zich meer ging toeleg gen op het verrichten van arbeid, teneinde tegemoet tc komen aan den drang tot da den, welke den jongen mensch bezielt. Vervolgens werd gestalte gegeven aan den wensch, door middel van kampen van korten duur, de z.g. leerkampen, duizenden jonge menschen een korten tijd uit do neerdrukkende sfeer van het werkloos heids-milieu te halen en hun naast regel matigen arbeid, ook eenig geestelijk voed sel te verschaffen in een kamp, waarvan de duur telkenmale niet langer was dan één week of 14 dagen. De moeilijkheden worden echter voort durend grooter en in overeenstemming daarmede dienen de maatregelen zich te passen. Naast werkverschaffing voor jeugdigen in tientallen gemeenten, ontwik kelt zich de gedachte, om bijzondere werk kampen van langeren duur voor de jonge ren te openen. Aan de verwezenlijking van deze gedachte waren echter moeilijkheden van financieelen aard verbonden, die ech- ter voor een belangrijk deel uit den weg (konden worden geruimd, doordat het Rijk zich in belangrijke mate geldelijk voor deze taak ging interesseeren. Toch is het alleen de staat, die door groote subsidies dat werk mogelijk maakt. De vier richtingen, welke het kampwerk regelen zorgen zelf, dat uit eigen krin; tienduizenden guldens worden opgebracht om met het subsidie van het rijk het kamp werk op groote schaal regelmatig te kun nen voortzetten. Waardeering heb ik voor de hon derden jonge menschen, die begrepen hebben, dat, het doelloos rondloopen verderfelijk voor hen is en die zich met groot enthousiasme hebben op gegeven om eenige maanden in een werkkamp te verblijven. Zij weten, dat daar gearbeid moet worden, ste vig gearbeid zelfs, doch zij begrijpen ook, dat een dergelijke arbeid hen meer weerbaar maakt in den moei lijken strijd om het bestaan. Waar wij hier dus staan voor een geluk kig voorbeeld van goede samenwerking tus schen allen, die met het vraagstuk va jeugdwerkloosheid hebben te maken, is het, dat ik met groot vertrouwen op het slagen van dezen arbeid, dit vierde kamp van de Centrale voor Werkloozenzorg uit den Raad der Nederlandsche Kerken voor geopend geopend verklaar. Ik spreek hierbij den wensch uit, dat de geest, die in dit kamp zal zijn, een zoodanige uitwerking zal heb ben op de jonge menschen die hier komen arbeiden, dat zij, weer terug in de groote maatschappij, daar niet alleen met vreugde over hun 8-weeksch verblijf in Ommen zul len opwekken aan het kampwerk deel te nemen, omdat daardoor in ons volk e de eerste plaats bij de jongeren het gevoel van samenhoorigheid zal worden aange kweekt, dat zoo noodig is om ons uit hot diepe dal, waarin wij nu vertoeven, naar boven te voeren. KONINKLIJKE DANK AAN DE REDDERS Namens H. M. de Koningin en H K. H. de Prinses is een telegram gezonden aan de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Mij. te Amsterdam en ook aan de Zuid-HolIand- sche Maatschappij tot Redding van Schip breukelingen te Rotterdam van den volgen den inhoud; „H. M en H. K. H. de Prinses hel met belangstelling de vele moedige en opofferende pogingen gevolgd in de jongste stormen door de bemanningen van ver schillende reddingstations gedaan tot het redden van de vele door het noodweer in gevaar verkeerd hebbende levens. Ko ningin en Prinses wenschen de reddingmaat- 1 schappij geluk met successen door de zee manschap van gezagvoerders en beman ningea der reddiogbooten daarbij behaald." jjel^avgg VERKRIJGBAAR LUXE DAMESSCHOENEN Geeft de DUIFJES SCHOENEN zijn de kinderen „OP GOEDEN VOET!" N.V. „BEVABO" SCHENFABRIEKEN MOERGESTEL LUCHTOEFENINGEN Op 26 October wordt een oefening in de luchtbescherming in het Oostelijk gedeelte van Noord-Brabant en het daaraan gren zende gedeelte van Limburg gehouden. De gebruikelijke waarschuwingsseinen erl -berichten worden uitgezonden door de Za kelijke Omroep (Scheveningen-Radio) oo en golflengte van 1205 M., van 14.00 tot 16.30 en van 17.30 tot 18.30. jS V De overblijfselen van de auto, die op den onbewaakten overweg bij Noot- dorp door een Dieséltrevn iverd gegrepen; de bestuurder en een naast hem zittende jongen werden gedood. In de remise aan de Brouwersgracht te Amsterdam wachten de 50 pas afgedankte motorwagens van de tram op koopers of sloopers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5