WAT HEEFT MOTTLINGEN
ONS TE ZEGGEN?
GOUD EN VUUR
5 DINSDAG 1 OCTOBER 1935
•TWEEDE BLAD PAG. 5
SOLLICITEEREN
I.
De zomnrvacarftie is voor vele jonge men
schen de tijd van triomfantelijke rust na
een geslaagd eindexamen, dat vaak mi
kloppend hart is tegemoet getreden, maa
nu als een afgevallen last dankbaar achtei
gelaten wordt.
In dezen tijd echter is meer dan ooit
naast dat gevoel van dankbaarheid
nieuwe dreiging opgekomen in de vraag,
hoe men, met het diploma in de hand, de
toegang tot een betrekking geopend vindt.
Nu zijn er honderd manieren, om
poging te doen ter verkrijging van een ge-
wenschto positie. Doclh men ziet ook tege
lijk honderd fouten maken, telkens
maken. Met dit artikel willen wij o
lezers of hun kinderen, die zich voor de
eerste maal of bij herhaling voor de ver
velende, maar niettemin ernstige taak zien
gesteld, om te solliciteeren, trachten, eeni-
ge wenken te geven, die hier of daar mis
schien een weg wijzen en vooral helpen be
waren voor het onnoodig maken van fouten.
Om bij een sollicitatie kans van benoe
ming te hebben, is noodig, dat men over
voldoende capaciteiten beschikt, welke in
de begeerde positie vereisdht zijn. Maar dat
niet alleen. Want zulken zullen er, vooral
tegenwoordig, bij nagenoeg elke sollicitatie
velen zijn. liet is dus noodig, dat men van
den aanvang af er opuit is, om te zorgen,
dat zijn sollicitatie uit de rij der vele uit
springt en opvalt. Dit geldt alle onder
deden van het solliciteeren. Daarbij 'willen
wij vooral de jonge menschen, die hun
eerste schreden op dit pad moeten doen, er
op wijzen, dat behalve diplomu's en be
kwaamheden in het leven ook voorspraak
van menschen, de zg. „kruiwagens", een rol
«pelen. Men moet met deze laatste factor
tijdig, dat wil zeggen, altijd rekening hou
den. Ook al is er op het oogenhlik geen
sollicitatie in zee of een uitzicht, dat be
paalde personen u kunnen helpen, toch
moet ge elke gelegenlheid, die zich voor
doet, wel op gepaste wijze, maar toch ook
'actief benutten, om de straks noodige rela
ties te krijgen. Zulke gelegenheden doen
zich herhaaldelijk voor: op recepties, visi
tes, vergaderingen, reizen, toevallige ont
moetingen en duizend gevallen meer. Men
moet nooit uitgaan van de gedachte, dat
men iemand opzettelijk vriendelijk bejegent
of aansjireekt, uitsluitend met de bedoe
ling, om straks profijt van hem te kunnen
hebben. Maar men moet evenmin van de
gedachte uilgaan: „Wat zou die of die nu
voor mij van belang kunnen zijn?" Dat
kan men tevoren nooit zeggen. Het blijkt
herhaaldelijk, dat men bij sollicitaties hulp
krijgt van een zijde, waar men die nooit
gezocht had, of ook, dat men bij bot sollici
teeren ontdekt, dat men met personen te
doen heeft, die men tevoren veronacht
zaamd heeft.
Heeft men graag, dat iemand u aanbe
veelt, dan moet ge toch ook zelf bijtijds,bij
Voorkomende vroegere gelegenheden, ervoor
•■gezorgd hebben, dat zoo iemand u kent en
wat van u weet. 1-1 et doet altijd vreemd on
soms onprettig aan, wanneer men een ver
zoek krijgt van een nagenoeg of geheel on
bekend persoon, om hem voor een of andere
plaats aan te bevelen. Ilebt gij iemand op
het oog, waarvan ge con redelijk vermoeden
hebt, dat hij u wil steunen bij uw sollici
tatie, noem dan toch zijn naam in uw sol
licitatie niet, dan nadat ge zijn toestem
ming daarvoor gevraagd hebt. En als ge
hem zulks schriftelijk vraagt, sluit dan in
uw brief den postzegel in, die hij noodig
heeft, om u te antwoörden. Soms is het
wenschelijk, dat ge aan zoo iemand vraagt,
of hij zelfstandig cn rechtstreeks over u
een aanbevelend woord wil schrijven; sluit
dan ook daarvoor postzegel in. Zoo'n redht-
«treeksch schrijven van aanbeveling wil wel
eens meer invloed hebben dan een woord
van aanbeveling, bij den sollicitatiebrief
Ingesloten.
W'el moet men in zijn sollicitatiebrief de
personen noemen, die zidh tot het geven
van inlichtingen bereid verklaarden. Maar
men doe dat in de goede volgorde; niet
bovenaan de lijst de gewichtigste en aan
zienlijkste personen, maar degenen, die de
meest gedetailleerde inlichtingen over u
kunnen verstrekken.
Denk u toch eens de positie in van den
man, die uw sollicitatie ontvangt en onder
zoekt. Hij ziet een opgave van namen, die
als referenties vermeld zijn. Hij neemt zijn
telefoon van de haaik en belt de bovenste
van het lijstje op. llij vraagt hem jn ver
band met de werkkring bv. of ge in staat
zijt, om vrij eentonig werk langdurig accu
raat vol te houden; of ge spoedig door on
verwachte dingen in uw arbeid ,van uw
stuk rankt: of ge veel dan wel weinig tijd
behoeft, om u in een nieuwe taak in te
werken; of ge goed van geheugen zijt; en
zoo twintig vragen meer. Is nu de bovenste
van uw rijtje een heel deftige kennis, maar
meer deftig dan een kennis van tt, dan loopt
ge kan.s, dat hij antwoordt: „ja, dan kan ik
u zoo precies niet zeggen; maar het is een
heclc nette jongen uit een net gezin". Daar
mede echter vergaat den ontvanger en on
derzoeker van uw sollicitatiebrief al dade
lijk de lust, om uw rijtje verder af ie
Begin dus altijd de opsomming van uw
referenties met de menschen, die 't meeste
van u weten.
Solliciteert men naar aanleiding van eer.
advertentie, dan is het zaak, om heel accu
raat te lezen, wat de advertentie vraagt.
En dan ook moet men een advertentie als
een detective met scherpzinnigheid bestu
deeren, om zooveel mogelijk er uit te weten
te komen omtrent de zaak of de instelling,
die haar plaatste. Anders toch weet gij ook
niet met voldoende zekerheid, welke refe
renties gij noemen moet. B.v.: Een firma
te Wageningen roept sollicitanten op.-Ge
moet 'Jus zien te weten te komen, wie in
deze firma betrokken zijn. Daarvoor moet
ge u wenden tot het Handelsregister. Maar
ge weet niet, in welk Handelsregister de cc
firma staat ingeschreven. Dan vraagt go
dat aan de naastbijzijnde Kamer van Koop
handel. Daar hoort ge, dat Wageningen be
hoort onder Arnhem. Ge schrijft een brief
aan het Handelsregister te Arnhem met
verzoek u mede te deelen, welke personen
betrokken zijn bij de bedoelde firma.
Hebt ge dat lijstje vóór u, dan kunt ge
soms dadelijk zien, of er bij zijn, die gc
kent of die bevriend zijn met kennissen
van u. Ziet ge daaromtrent niets dan kunt
gc met dat lijstje gaan naar iemand, wiens
aanbeveling gij vraagt en hem vragen of
hij uit dat. lijstje iemand kent.
Zoo moet men zich dus zoo goed mogelijk
oriënteeren over de zaak of instelling ot
persoon, die per advertentie oproept, al
vorens gij solliciteert en kunt weten, hoe
gij aan uw sofliciiatie de meeste kracht
kunt bijzetten en de grootste kans van sla
gen kunt geven.
Dr. JOH. H. SCHEURER
HET WEGVAK
BEWESTEN OEGSTGEEST
De K.N.A.C. verneemt van bevoegde zijde
dat de breede nieuwe asfaltweg bewesten
Oegstgeest binnen enkele weken voor het
verkeer zal worden opengesteld. De tra
verse door Oegstgeest, welke gedeeltelijk
zeer nauw is en de smalle brug over het
Oegstgeesterkanaal zullen alsdan door het
doorgaande verkeer 's-Gravenhage—Haar
lemAmsterdam geheel kunnen worden
vermeden. Dit beteekent een zeer groote
verbetering.
Zooals bekend heeft de Regeering on
langs medegedeeld, dat het nieuwe wegvak
SassenheimAmsterdam, mits de noodige
middelen kunnen worden beschikbaar ge
steld, in 1937 of begin 1938 gereed zal kun
nen zijn.
KRACHTEN, DIE NIET TE
LOOCHENEN ZIJN
Referaat op de Z.-Hollandsche
predikanten-vergadering
Onder leiding van Ds. H. W. C r e u t z-
berg van Den Haag, vergaderden gisteren
de Zuid-Hollandsche predikanten te Rot
terdam.
Na het openingswoord, waarin het
lijden van den secretaris der Verceniging
Ds. T li. J. S t e 11 w e g werd herdacht,
sprak Ds. J. F. O s s e w a a r d e te Lochem
Na een beschrijving van het dorpje Mött-
lingen, het leven in „de ark" en daarom
heen, schetste spr. het verloop van het
spreekuur; vervolgens teekende hij den his-
torischen achtergrond van de Möttlingen-
beweging cn haar hoofdfiguren Blum-
hardt en Vader Stanger. De laatste, een
buiten echt geboren kind van de dochter
van een lompenkoopman, is door het in
aanraking komen niet Blunihardt tot be
keuring gekomen. Toen hij nog zich over
gaf aan het misbruik van sterken drank,
kwam hij te Stuttgart, waar hij een sa
menkomst bijwoonde, diep onder den in
druk van liet Evangelie. Van dat oogen
hlik af werkten er andere krachten >n zijn
leven, hoewel de drankellende nog niet ge
heel was overwonnen. Maar deze krachten
worden zoo sterk, dat ten slotte Stanger
een ander leven begint, nu tegengewerkt
door zijn vrouw en moedor, die eerst zulk
een verdriet van zijn vroeger leven haddén
gehad.
Stanger wordt in een droom aangespoord
om zich in Möttlingen te vestigen, wat hij
eerst na langen tijd doet. Uit de bijeen
komsten daar, in zijn huis gehouden, is
„die Arcke" geboren.
Strijd tegen den duivel.
Als men dit alles als achtergrond en
fundament van het huidige Möttlingen
ziet, verstaat men, dat daar enkele voor
schriften bestaan, als verbod van café
bezoek, natuurbad en andere, die ons eerst
wat doen denken aan gebondenheid, maar
die toch te verstaan zijn, als men den
drankduivel van Vader Stangers eigen le
ven heett gekend. „Der Ten fel" is een ef
fectieve macht in de beschouwingen der
Möttlingcr bropders. Bij alles wat ze zeg
gen staat de strijd daartegen voorop in het
menschelijk leven. „Immer kleiner werden"
is een woord, dat veel wordt vernomen.
Der Hochmutsteufel is ook een der mach
ten. waarop stérk de nadruk wordt gelegd.
Wat spr. het meest getroffen heeft is het
innig geloof, dat uit leven en woorden van
deze broeders spreekt. Ilun gansche leven
is gbedszaak, „aus dem Herzen heraus".
Geloofskrachten.
Hoe critisch men ook tegenover
dit werk moge. staan, dit is zeker,
dat men daar in Möttlingen met
krachten uit h.et Evangelie te doen
heeft, die niet te loochenen zijn. Veel
wordt gesproken over de gebedsgene
zing. Dit is echter niet een voorop
gestelde gedachte. De gebedsgenezing
volgt uit het innig geloof, dat door
het gebed machten kunnen worden
overwonnen, die het leven van den
mensch belagen.
Möttlingen en Nederland.
Hoe staat het nu met de bijeenkomsten
in Holland? Spr. mist daar de Duitsche
geestelijke sfeer. In Nederland geeft de
mensch zich veel moeilijker, spreekt men
niet zoo gemakkelijk over wat het innerlijk
beweegt. Die terughoudendheid is voor ons
vaak bezwaarlijk. Daardoor is uitwisseling
van gedachten en geestelijk leven vaak
zoo moeilijk. Toch zal ook deze bpwoging
een weg in liet Hollandsche hart vinden, al
zal deze zich moeten aanpassen en om
vormen tot Hollandsche gedachtemvereUl
en vormen. Persoonlijk heeft spr. altijd ge
voeld, dat èn in Möttlingen zelf èn in een
Hollandsche bijeenkomst de persoonlijke,
vraag naar mijn zonden werd gesteld, aan
welke vraag ik niet kan ontkomen. F.n
deze vraag eischt voor spr.'s eigen geloofs
leven een oplossing, waaraan ik arbeiden
moet. Dat heeft Möttlingen spr. sterker
doen zien dan eenige andere bijeenkomst
En daarin ligt een zegen besloten voor wie
de strijd nu aanvaardt.
Bespreking.
Naar aanleiding van deze inleiding ont
spon zich een levendige gedachtenwis.se
ling, waarbij:
Ds. Beversluis een en ander vertelde
van zijn persoonlijke ervaringen omtrent
het spiritualistisch mediumschap en gene
zing door magnetisme.
Ds. Adriani releveert drie punten:
1. Möttlingen is een uitnemende geeste
lijke retraite, waar men geestelijk van heel
andore zijde wordt benaderd, afgezien van
de lirh. genezingen, die niet kunnen wor
den geloochend
2. Dp „Sprechstunde": een mensch wordt
bier rechtstreeks geestelijk, persoon
lijk door een ander aangesproken. „Mött
lingen" gaat onmiddellijk to the noint.
3. Hier komt aan de orde de vraag naar
de beteckenis van den nu-levenden Hei
land voor het nu-lichamelijke lijden. Man-
is het blijven van lichamelijk lijden onge
loof? Heeft God niet een geestelijke
bedoeling in het soms laten blijven ven
hel lijden?
Mej. Gi'fnther vraagt of we nog aan
vaarden kunnen de N. T.sche beschouwing,
dat alle ziekte en kwaal van den booze is?
Ds. II ui zin ga merkt op, dat wat daar
in Möttlingen werkt meer van intuïtieve
menschen kennis getuigt, en een begaafd
heid is, die op bet para psychologisch ter
rein ligt, evenals in de Oxfordgroep.
In de sfeer van de vrijheid door Christus
beginnen die vermogens te werken.
Ds. d e B e 1 stelt de vraag, hoe men in
M. tegenover zieken staat, die er niet ge
nezen worden.
Ds. van Helsdingen gelooft niet.
dat ziekte alleen gevolg is van de macht
van den booze, maar vftn het oordeel
Gods, dat. over de wereld gekomen is,
van den val in het Paradijs. Ons gebed
moet altijd zijn een geloovig gebed („Uw
wil geschiede"). De behoudenis der ziel is
het voornaamste. Een ziekte kan ook een
groote zegen zijn.
Ds. C r e u t 7. h e r g legt den nadruk op
de wenschelijkheid, samen rechts èn
links naar de kwesties te moeten zoe
ken, hetreurt, dat we reeds weer uit elkaar
gaan op het oogenhlik, dat dieper op de
zaken moest worden ingegaan en dat meer
dan dertig jaren beide stroomingen in de
kerk van elkaar af zijn gegaan.
Het belang van de Möttlinger zaak zit
niet in de genezing, niet in het Deutsch
tum, maar in de ootmoed, die in hpt
Protestantisme niet begrepen wordt, aan
beide zijden niet. Zelfs de wetenschap, dal
hij het ten minste van God venvacht
maakt een rechtzinnige geweldig hoog
moedig.
Referent beantwoordt de verschillende
gedachten en bezwaren uitvoerig met een
nadere toelichting zijner bedoeling.
Tot secretaris der Vereeniging werd gc
kozen Ds. J. P. Cannegieter (Oudshoorn)
Omstreeks half twee werd de vergade
ring gesloten.
JONG HOLLAND SNAKT
NAAR WERK
De Centrale voor Werkloozenzorg (gesticht
op initiatief van den Raad van Nederland-
sche Kerken voor jiractisch Christendom)
hoopt Vrijdagmiddag a.s. haar vierde groo
te werkkamp hij Ommen te openen.
Na opening loor den voorzitter der „Cen
trale", den heer W. J Hemmes, zal de Mi
nister van Sociale Zaken, Mr. M. Slingen-
herg, de openingsrede uitspreken.
Verder zullen het woord voeren de bur
gemeester van Ommen, de heer C. E. \V
Hcring Bögel, Ir. J. Th. Westhoff, lid van
de „Centrale", en Ds. G. Bos, Ned. Herv.
predikant te Dedemsvaart.
De officieele opening is bepaald op 4.30
uur n.rn. Het werkkamp „Eerde" is gelegen
op het landgoed „Eerde", op ongeveer 3
K.M. afstand ten Zuiden van Ommen.
De deelnemers voor het kamp arriveerden
Maandag jl. De werkzaamheden op boven
genoemd landgoed hebben reeJs een aan
vang genomen.
VEREENIGINGSNIEUWS
De Jaarvergadering van de Gron. afdeel,
v. d. Geref. Jongel. bond zal gehouden wor
den op Vrijdag 1 November a.s. te Gronin
gen. De heer A. Zijlstra van Groningen
zal de openingsrede houden waarna als
spreker optreedt Dr. K. Sietsma van
Amsterdam, gevolgd door Ds. H. Vogel van
Loppersum niet een „opwekkend woord
Voor de avondvergadering zal optreden Ds.
A. de Bondt, V.D.M. te 's Gravenhage.
De afd. Drente van de Bond van M
V. o p G. G. zal haar Jaarvergadering hou
den op 9 October a.s In de morgenvergade
ring zal Mej. A. Delhaas refereeren over
„Wat moeten we doen?". In de middagver
gadering zullen spreken de dames M. Par-
m e n t i e r van Oegstgeest over: „Waarom
moeten we onze A.R. beginselen kennen?";
J. Schelhaas: „Onze verantwoordelijk
heid in ons dagelijksoh leven" en mej. B.
v. d. Berg van Kampen, die een opwek
kend slotwoord spreken zal.
De groote meeting van de Friesche
a f d e e 1 i n g van de Bond van J. V. op
G. G. zal 22 November a.s. te Leeuwarden
worden gehouden.
ROFFELRIJMEN
DE SCHILDER
Als een vorstelijke schilder,
Meester op het groot palet,
Heeft de Herfst een doek vol sterke
Warme kleuren opgezet.
Tegen witte stapelwolken
Op een veld van krachtig blauw
Tornt de scherp belijnde toren
Van het machtig kerkgebouw.
In de glinsterende gevels
Staan de ramen, blank als staal.
In de donkergroene grachten
Spiegelen de takken kaal.
Statig paars in bronzen blaren,
Heftig geel en rood en blauw
Vechten met de gulden trossen
In de platte bloemenschouw.
Geluwgouden bladtapijten
Liggen langs de waterkant.
't Zonnetje schiet langs de daken.
Zet de boomen in de brand.
Alles vonkt en blinkt en blikkert.
Pronkend in gerijpte glans
Gretig, als een vlotte schilder,
Grijpt de Herfst zijn schoone kans.
(Nadruk verboden.) LEO LENS,
DE RATIONALISATIE VAN
DE SPOORWEGEN
Het staat thans vast, dat het district Gro
ningen van de afóeeling seinwezen der Ned.
Spoorwegen, ingaande 1 Jan. aanstaande
uit het oogpunt van rationalisatie zal wor
den opgeheven. Dit district, dat alle spoor
lijnen omvat ten Noorden van Dedemsvaart
en Coevorden, zal in zijn geheel gevoegd
worden bij het district Zutphen onder oen
ingenieur van het seinwezen S. C. van dec
Meulen.
Het personeel van het seinwezen te
Groningen, bestaande uit een zeventig
ambtenaren, komt dus overcompleet
en zal 1 Januari a.s. ter beschikking
worden gesteld ter verplaatsing naar
De wijziging der inspecties van de dien
sten van vervoer en handelszaken benevens
den dienst der exploitatie gaat. voor wat be
treft de inspectie Groningen heoen in. Deze
inspectie zal dan ómvatten alle spoorwegen
ten Noorden van Zwolle en Coevorden, be
nevens de lijn ZwolleKampen, daarbij in
begrepen de stations Zwolle en Coevorden
en het rangeerstation te Zwolle
Indien U zich onbehaag
lijk voelt. Uw hoofd
zwaar is en l'w benen als lood
zijn, zullen 1 a 7 Aspirin-tabieHen
U weer lit nwJcen.
Zon Aspirientje
helpt toch maar!
id varfcrljgbaar In de oranja-bandbulsjei van
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
door Paul Hutchens
(4
Jaird had een vastberaden karakter.
Problemen die het uitgeven van duizenden
aangingen, of het vernietigen van een
menschenleven, kwamen voor hem dikwijls
voor, cn zijn beslissingen waren onmidde1-
lijk en afdoende. Maar met Betty om gaan
was heel iets anders. Zijn plan om m?t
haar te trouwen, en, zooals hij zichzelf
toe moest geven, er was niets, dat hij zoo
graag doen wilde als dat bracht hem in
•vui positie, waarin zijn groote maicht zóó
groot niet was. Op't gebied der liefde kon hii
*iiet met geweld regeeren. Dit begon hij te
begrijpen, cn de vernedering daarvan
voelde bij diep. Maar hij niocst die brief
hebben. De inhoud daarvan kon zijn p'.ao
nen omver werpen, even gen akkelijk als
een kind een blokken-huis omver gooit.
Het werd liern duidelijk, dat zij niet uit
eigen vrije wil de deur open zou doen, en
het al erg dom zou zijn, als hij zich met
geweld toegang verschafte.
Hij bukte zich om in het sleutelgat te
kijken. Hij had gehoord dat de sleutel r.p
de grond gevallen was. Misschien had
Betty hem niet weer in het s'.ol gestoken
Als ze dat niet gedaan bad, kon hij door
middel van zijn looper binnen komen. Nu
Molly weg was. zou er niets zoo plezierig
zijn als een jjaar uren tête-è.-tête met zijn
knappe stiefdochter nee met zijn toe
komstige vrouw! Z'n vingers sloten zich
om den looper, die hij altijd bij zich droeg.
Met een boosaardigen grijns deed hij die in
't slot. Het werkte! Hij pakte de knop,
draaide die om, en met een zegevierende
uitdrukking op z'n gezicht deed hij de deur
open en ging naar binnen.
HOOFDSTUK IV
Molly had de bel gehoord, maar ze had
hem niet terug hooren komen op z'n wacht
post. Ze was volkomen verrast, maar ze
liet zich niet zoo gauw uit het veld s'.aa l
Ze stond op van den stoel bij de tafel in
den versten hoek van 't vertrek, waar ze
gezeten had om niet gezien te kunnen
worden voor 't geval, dat hij door 't sleu
telgat keek. „Wat is er van uw dienst?"
vroeg ze op beleefden toon. Want zelfs al
stond ze aan Betty's zijde, toch was het
niet haar bedoeling hem tegen zich in 't
harnas te jagen, want ze had een ruim
salaris, dat goed op tijd betaald werd.
Jaird bleef staan, stom-verwonderd. En
aangezien hij niet in de stemming was om
inmenging in zijn zaken te dulden en
volstrekt niet ingenomen met haar onver
wachte aanwezigheid, bromde hij:
„Niets anders dan dat je oogenblikkelijk
't huis uitgaat. Als ik je een dag vrij gee'
verwacht ik dat je die neemt. Als je dat
niet doet. kan je de rest van je leven wel
vrij-af nemen." Zijn stem was kalmer ge
worden, terwijl hij sprak, maar toch klonk
ieder woord, dat hij sprak, zeer hevelend.
Molly's antwoord was typeerend voor
haar karakter, uiterlijk kalm, maar lichte
lijk innerlijke onrust verradend. Ze zei
koel tegen hem:
„Ik ben er aan gewend om als een dame
aangesproken te worden, meneer Barloman
Mijn naam is O'Hagen, Molly O'Hagen, en
ik ben een mensch met 'n gezond verstand
en ze richtte zich in haar voile lengte
op en steunde met de rug van haar handen
op haar breede heupen „ik ben lichame
lijk niet zoo erg zwak."
Jaird keek dreigend. Die vrouw was niet
bang voor hem en scheen hem verder lastig
te willen vallen. Ze was pas twee maanden
in zijn dienst, en ze had niet de eerbied
getoond, die zijn macht en rijkdom ver-
eischten. Haar liefde voor Betty en haar
moeder had hem in hevige mate geërger I,
en soms was hij bang geweest dat zij te
veel wist. Ze was heelemaal veel te ver
standig om hem voor zijn doel van dienst
te kunnen zijn. Als hij ep zeker van kon
zijn, dat ze hem trouw zou zijn maar
wat dat betrof werd het hem iederen dag
meer duidelijk, dat dèt al heel onwniarsch'jn
lijk zou zijn. En onwaarschijnlijkheden
mocht hij niet riskeeren! Neen, hij moest
die vrouw dadelijk wegsturen. Hij keek de
keuken door. Bettv was nergens te zien.
„Waar is Betty?" vroeg hij.
j,Betty?" vroeg Molly. „Ik zou wel eens
willen weten, wat die in de keuken moest
„Juffrouw O'Hagen!" Woedend liep Jaird
op haar toe. „Zeg me waar ze is, ik ben niet
in de stemming voor praatjes."
Hij zag de gesloten deur van de provisie
'kamer en ging daar op af.
Maar Molly stond dadelijk voor hem. Ze
moest het spelletje spelen voor Bettv, alles
moest ze doen om meer tijd te winnen Ze
zou net doen of Betty daar was. Met haar
rug stijf tegen de deur aan, haar hoofd op
geheven, keek ze hem vastberaden aan.
Een oogenhlik sitonden ze daar, ieder tie
ander opnemend met oogen vol woede en
afkeer hij het beneden zich vindend om
door een vrouw gedwarsboomd te worden,
en zij in een stemming die haar onverzette
lijk maakte tegenover iederen tegenstand,
't zij van mensch of beest. En ze was »m
niet zeker van, wat van beiden het wezen
voor haar eigenlijk was.
Twee menschen kunnen elkaar niet lang
zoo woedend aankijken. Een van beiden
moet toegeven.
Jairds woede steeg ieder oogenhlik. Maar
die van Molly had reeds het hoogtepunt
bereikt, ze deed haar uiterste best om haar
toorn meester te blijven. Weken lang had
ze Jairds wreedheid tegenover Betty's moe
der opgemerkt en zijn loerende, begeerige
blik in Betty's richting. En Mollv O'Hagen
stemde niet in met het: „Mij komt de
wrake toe, spreekt de Heere." Misschien
kwam ze Hem toe, maar gedeeltelijk toch
ook haar!
„Molly O'Hagen!" Jaird sprak op zijn
kaimsten toon. hoewel zijn gezicht heel
bleek was. „Ga opzij direct! Ik zal die
deur openmaken."
Molly bewoog zich niet, maar haar oogen
fonkelden. Hij had een revolver getrokken,
en zij staarde in de koude, dreigende loop.
„En als ik 't niet doe?" vroeg ze, nog steels
onbeweeglijk voor hem staande.
„Als je 't niet doet sprak hii langzaam,
ijzig kalm, terwijl hij de revolver op haar
richtte, „als je die deur niet open doet, zal
ik die zelf open makpn en naar binnen
gaan, langs je heen, of over je heen! ik
zal tot drie tellen
„Dat zal u niet doen!" gaf Molly dapper
terug. Met plotselinge tegenwoordigheid
van geest handelde ze. Haar hand vond de
deurknop achter haar, en voor Jaird haar
bedoeling doorzag, had ze de deur geopend
en was opzij gegaan. Met een krachtige
zwaai van haar rechterarm greep ze hem
bij z'n kraag en duwde hem naar voren,
waarbij een schot zonder iemand te treffen
afging. Met groote inspanning slaagde ze
er in hem door de deur te werken. „Veel
plezier daar", riep ze. Haar stem klonk
kalm, hoewel iedere zenuw trilde. Met een
schok van vreugde sloot ze de deur, dee 1
'm op slot en zei te er toen nog de tafel -,n
alle stoelen uit de keuken tegen aan. Ver
volgens raapte ze voldaan de revolver op.
die tijdens de worsteling op den grond ge
vallen was. En alleen omdat de mensch-n
nu eenmaal rare dingen doen in ooger.
blikken van buitengewone geestelijke in
spanning, nam ze een eind paktouw en
bond de revolver aan de deurknop vast
„Daar zal hij wel een paar uur blijven,
denk ik", mompelde ze. En toen ging ze
de eetkamer door naar boven.
„Arme Betty, bet is zonde en jammer dal
ze uit dit prachtige huis weg moest gaan,
Maar van nu af zal ze wel nergens bang
voor hoeven te zijn. denk ik". Voor de deur
van Belty's kamer bleef ze staan. Het h«d
was niet opgemaakt, iets heel ongewoons
voor Betty.
„Het lieve kind", zuchtte Molly. terwijl
ze de kamer door keek. „Mollv O'Hagen zal
je missen als èlles en als ik niet te wet*n
kom, waar je heengegaan bent en niet lal
ger een vriendin voor je hen. zal het mot
zijn omdat ik dat niet geprobeerd heb." Ze
draaide zich om om weg te gaan, maar
door een plo'«p|ing haar invallende ge
darhfe besloo? ze eerst nog het bed op te
maken Het zou haar een klpine voldoening
geven dat te doen Dan kop ze vlug haar
eigen weinige bezittingen inpakken en het
huis verlaten, omdat ke niet langer in
Jairds diensi blijven k*.n.
Toen Molly het kussen op z'n piaats
legde, trok ze haar hand terug. Hei u.-s
nat van traneni Zoo erg had ze geleien!
Ze kende Betty genoe* om tp welen, dat
iedere traan tegen ha? r wil geweest was.
Terwijl ze daar stond verduisterde het ge
zicht van 'at verkreukelde kussen voor
haar eigen oogen. omdat er ook over haar
eigen gezicht tranen vloeiden, die da
tranen, die er al op dat kussen waren ge
heiligd maakten.
Molly's moederlijke ziel ontsloot zich tn
diep medelijden voor het meisje, dat ui
deze kamer gewoond had en wier moeder
zoo kort geleden gestorven was
Een kort oogenhlik moest Molly aan
haar eigen leed denken. Zro dikwijls rin
gedachte daaraan opgekomen was. plotse
ling en meedongen loos. had ze die verdreven
totdat ze weer terug kwam en dit go-
beurde altijd weer. Lang had de herinne
ring haar gekweld maar ze had zich nooit
geheel laten terneerslaan. Nu, dit kor-e
ougenblik. ovprweldigne die haar weer.
Maar dan haalde ze haar schouders tp.
..Efns zal ik *t begrijpen" troostte ze zich
zelf. „Maar ik zal wel moeten wachten" 7e
nam het kussen op en legde het met lief-
koozend gphaar op z'n plaats.
Toen draaide zP zich vlug om. ging de
kampr uit en de trap af. „Ik geloof ,1at
meneer Barloman nu wel zeker wppf. dat
ik m'n ontslag nepm. Dus hii zal er wel
niet op rekenen dat ik hem uit die provisis
kamer zal helpen."
(Wordt vervolgd)