WAT HEEFT MOTTLINGEN ONS TE ZEGGEN? GOUD EN VUUR 5 DINSDAG 1 OCTOBER 1935 •TWEEDE BLAD PAG. 5 SOLLICITEEREN I. De zomnrvacarftie is voor vele jonge men schen de tijd van triomfantelijke rust na een geslaagd eindexamen, dat vaak mi kloppend hart is tegemoet getreden, maa nu als een afgevallen last dankbaar achtei gelaten wordt. In dezen tijd echter is meer dan ooit naast dat gevoel van dankbaarheid nieuwe dreiging opgekomen in de vraag, hoe men, met het diploma in de hand, de toegang tot een betrekking geopend vindt. Nu zijn er honderd manieren, om poging te doen ter verkrijging van een ge- wenschto positie. Doclh men ziet ook tege lijk honderd fouten maken, telkens maken. Met dit artikel willen wij o lezers of hun kinderen, die zich voor de eerste maal of bij herhaling voor de ver velende, maar niettemin ernstige taak zien gesteld, om te solliciteeren, trachten, eeni- ge wenken te geven, die hier of daar mis schien een weg wijzen en vooral helpen be waren voor het onnoodig maken van fouten. Om bij een sollicitatie kans van benoe ming te hebben, is noodig, dat men over voldoende capaciteiten beschikt, welke in de begeerde positie vereisdht zijn. Maar dat niet alleen. Want zulken zullen er, vooral tegenwoordig, bij nagenoeg elke sollicitatie velen zijn. liet is dus noodig, dat men van den aanvang af er opuit is, om te zorgen, dat zijn sollicitatie uit de rij der vele uit springt en opvalt. Dit geldt alle onder deden van het solliciteeren. Daarbij 'willen wij vooral de jonge menschen, die hun eerste schreden op dit pad moeten doen, er op wijzen, dat behalve diplomu's en be kwaamheden in het leven ook voorspraak van menschen, de zg. „kruiwagens", een rol «pelen. Men moet met deze laatste factor tijdig, dat wil zeggen, altijd rekening hou den. Ook al is er op het oogenhlik geen sollicitatie in zee of een uitzicht, dat be paalde personen u kunnen helpen, toch moet ge elke gelegenlheid, die zich voor doet, wel op gepaste wijze, maar toch ook 'actief benutten, om de straks noodige rela ties te krijgen. Zulke gelegenheden doen zich herhaaldelijk voor: op recepties, visi tes, vergaderingen, reizen, toevallige ont moetingen en duizend gevallen meer. Men moet nooit uitgaan van de gedachte, dat men iemand opzettelijk vriendelijk bejegent of aansjireekt, uitsluitend met de bedoe ling, om straks profijt van hem te kunnen hebben. Maar men moet evenmin van de gedachte uilgaan: „Wat zou die of die nu voor mij van belang kunnen zijn?" Dat kan men tevoren nooit zeggen. Het blijkt herhaaldelijk, dat men bij sollicitaties hulp krijgt van een zijde, waar men die nooit gezocht had, of ook, dat men bij bot sollici teeren ontdekt, dat men met personen te doen heeft, die men tevoren veronacht zaamd heeft. Heeft men graag, dat iemand u aanbe veelt, dan moet ge toch ook zelf bijtijds,bij Voorkomende vroegere gelegenheden, ervoor •■gezorgd hebben, dat zoo iemand u kent en wat van u weet. 1-1 et doet altijd vreemd on soms onprettig aan, wanneer men een ver zoek krijgt van een nagenoeg of geheel on bekend persoon, om hem voor een of andere plaats aan te bevelen. Ilebt gij iemand op het oog, waarvan ge con redelijk vermoeden hebt, dat hij u wil steunen bij uw sollici tatie, noem dan toch zijn naam in uw sol licitatie niet, dan nadat ge zijn toestem ming daarvoor gevraagd hebt. En als ge hem zulks schriftelijk vraagt, sluit dan in uw brief den postzegel in, die hij noodig heeft, om u te antwoörden. Soms is het wenschelijk, dat ge aan zoo iemand vraagt, of hij zelfstandig cn rechtstreeks over u een aanbevelend woord wil schrijven; sluit dan ook daarvoor postzegel in. Zoo'n redht- «treeksch schrijven van aanbeveling wil wel eens meer invloed hebben dan een woord van aanbeveling, bij den sollicitatiebrief Ingesloten. W'el moet men in zijn sollicitatiebrief de personen noemen, die zidh tot het geven van inlichtingen bereid verklaarden. Maar men doe dat in de goede volgorde; niet bovenaan de lijst de gewichtigste en aan zienlijkste personen, maar degenen, die de meest gedetailleerde inlichtingen over u kunnen verstrekken. Denk u toch eens de positie in van den man, die uw sollicitatie ontvangt en onder zoekt. Hij ziet een opgave van namen, die als referenties vermeld zijn. Hij neemt zijn telefoon van de haaik en belt de bovenste van het lijstje op. llij vraagt hem jn ver band met de werkkring bv. of ge in staat zijt, om vrij eentonig werk langdurig accu raat vol te houden; of ge spoedig door on verwachte dingen in uw arbeid ,van uw stuk rankt: of ge veel dan wel weinig tijd behoeft, om u in een nieuwe taak in te werken; of ge goed van geheugen zijt; en zoo twintig vragen meer. Is nu de bovenste van uw rijtje een heel deftige kennis, maar meer deftig dan een kennis van tt, dan loopt ge kan.s, dat hij antwoordt: „ja, dan kan ik u zoo precies niet zeggen; maar het is een heclc nette jongen uit een net gezin". Daar mede echter vergaat den ontvanger en on derzoeker van uw sollicitatiebrief al dade lijk de lust, om uw rijtje verder af ie Begin dus altijd de opsomming van uw referenties met de menschen, die 't meeste van u weten. Solliciteert men naar aanleiding van eer. advertentie, dan is het zaak, om heel accu raat te lezen, wat de advertentie vraagt. En dan ook moet men een advertentie als een detective met scherpzinnigheid bestu deeren, om zooveel mogelijk er uit te weten te komen omtrent de zaak of de instelling, die haar plaatste. Anders toch weet gij ook niet met voldoende zekerheid, welke refe renties gij noemen moet. B.v.: Een firma te Wageningen roept sollicitanten op.-Ge moet 'Jus zien te weten te komen, wie in deze firma betrokken zijn. Daarvoor moet ge u wenden tot het Handelsregister. Maar ge weet niet, in welk Handelsregister de cc firma staat ingeschreven. Dan vraagt go dat aan de naastbijzijnde Kamer van Koop handel. Daar hoort ge, dat Wageningen be hoort onder Arnhem. Ge schrijft een brief aan het Handelsregister te Arnhem met verzoek u mede te deelen, welke personen betrokken zijn bij de bedoelde firma. Hebt ge dat lijstje vóór u, dan kunt ge soms dadelijk zien, of er bij zijn, die gc kent of die bevriend zijn met kennissen van u. Ziet ge daaromtrent niets dan kunt gc met dat lijstje gaan naar iemand, wiens aanbeveling gij vraagt en hem vragen of hij uit dat. lijstje iemand kent. Zoo moet men zich dus zoo goed mogelijk oriënteeren over de zaak of instelling ot persoon, die per advertentie oproept, al vorens gij solliciteert en kunt weten, hoe gij aan uw sofliciiatie de meeste kracht kunt bijzetten en de grootste kans van sla gen kunt geven. Dr. JOH. H. SCHEURER HET WEGVAK BEWESTEN OEGSTGEEST De K.N.A.C. verneemt van bevoegde zijde dat de breede nieuwe asfaltweg bewesten Oegstgeest binnen enkele weken voor het verkeer zal worden opengesteld. De tra verse door Oegstgeest, welke gedeeltelijk zeer nauw is en de smalle brug over het Oegstgeesterkanaal zullen alsdan door het doorgaande verkeer 's-Gravenhage—Haar lemAmsterdam geheel kunnen worden vermeden. Dit beteekent een zeer groote verbetering. Zooals bekend heeft de Regeering on langs medegedeeld, dat het nieuwe wegvak SassenheimAmsterdam, mits de noodige middelen kunnen worden beschikbaar ge steld, in 1937 of begin 1938 gereed zal kun nen zijn. KRACHTEN, DIE NIET TE LOOCHENEN ZIJN Referaat op de Z.-Hollandsche predikanten-vergadering Onder leiding van Ds. H. W. C r e u t z- berg van Den Haag, vergaderden gisteren de Zuid-Hollandsche predikanten te Rot terdam. Na het openingswoord, waarin het lijden van den secretaris der Verceniging Ds. T li. J. S t e 11 w e g werd herdacht, sprak Ds. J. F. O s s e w a a r d e te Lochem Na een beschrijving van het dorpje Mött- lingen, het leven in „de ark" en daarom heen, schetste spr. het verloop van het spreekuur; vervolgens teekende hij den his- torischen achtergrond van de Möttlingen- beweging cn haar hoofdfiguren Blum- hardt en Vader Stanger. De laatste, een buiten echt geboren kind van de dochter van een lompenkoopman, is door het in aanraking komen niet Blunihardt tot be keuring gekomen. Toen hij nog zich over gaf aan het misbruik van sterken drank, kwam hij te Stuttgart, waar hij een sa menkomst bijwoonde, diep onder den in druk van liet Evangelie. Van dat oogen hlik af werkten er andere krachten >n zijn leven, hoewel de drankellende nog niet ge heel was overwonnen. Maar deze krachten worden zoo sterk, dat ten slotte Stanger een ander leven begint, nu tegengewerkt door zijn vrouw en moedor, die eerst zulk een verdriet van zijn vroeger leven haddén gehad. Stanger wordt in een droom aangespoord om zich in Möttlingen te vestigen, wat hij eerst na langen tijd doet. Uit de bijeen komsten daar, in zijn huis gehouden, is „die Arcke" geboren. Strijd tegen den duivel. Als men dit alles als achtergrond en fundament van het huidige Möttlingen ziet, verstaat men, dat daar enkele voor schriften bestaan, als verbod van café bezoek, natuurbad en andere, die ons eerst wat doen denken aan gebondenheid, maar die toch te verstaan zijn, als men den drankduivel van Vader Stangers eigen le ven heett gekend. „Der Ten fel" is een ef fectieve macht in de beschouwingen der Möttlingcr bropders. Bij alles wat ze zeg gen staat de strijd daartegen voorop in het menschelijk leven. „Immer kleiner werden" is een woord, dat veel wordt vernomen. Der Hochmutsteufel is ook een der mach ten. waarop stérk de nadruk wordt gelegd. Wat spr. het meest getroffen heeft is het innig geloof, dat uit leven en woorden van deze broeders spreekt. Ilun gansche leven is gbedszaak, „aus dem Herzen heraus". Geloofskrachten. Hoe critisch men ook tegenover dit werk moge. staan, dit is zeker, dat men daar in Möttlingen met krachten uit h.et Evangelie te doen heeft, die niet te loochenen zijn. Veel wordt gesproken over de gebedsgene zing. Dit is echter niet een voorop gestelde gedachte. De gebedsgenezing volgt uit het innig geloof, dat door het gebed machten kunnen worden overwonnen, die het leven van den mensch belagen. Möttlingen en Nederland. Hoe staat het nu met de bijeenkomsten in Holland? Spr. mist daar de Duitsche geestelijke sfeer. In Nederland geeft de mensch zich veel moeilijker, spreekt men niet zoo gemakkelijk over wat het innerlijk beweegt. Die terughoudendheid is voor ons vaak bezwaarlijk. Daardoor is uitwisseling van gedachten en geestelijk leven vaak zoo moeilijk. Toch zal ook deze bpwoging een weg in liet Hollandsche hart vinden, al zal deze zich moeten aanpassen en om vormen tot Hollandsche gedachtemvereUl en vormen. Persoonlijk heeft spr. altijd ge voeld, dat èn in Möttlingen zelf èn in een Hollandsche bijeenkomst de persoonlijke, vraag naar mijn zonden werd gesteld, aan welke vraag ik niet kan ontkomen. F.n deze vraag eischt voor spr.'s eigen geloofs leven een oplossing, waaraan ik arbeiden moet. Dat heeft Möttlingen spr. sterker doen zien dan eenige andere bijeenkomst En daarin ligt een zegen besloten voor wie de strijd nu aanvaardt. Bespreking. Naar aanleiding van deze inleiding ont spon zich een levendige gedachtenwis.se ling, waarbij: Ds. Beversluis een en ander vertelde van zijn persoonlijke ervaringen omtrent het spiritualistisch mediumschap en gene zing door magnetisme. Ds. Adriani releveert drie punten: 1. Möttlingen is een uitnemende geeste lijke retraite, waar men geestelijk van heel andore zijde wordt benaderd, afgezien van de lirh. genezingen, die niet kunnen wor den geloochend 2. Dp „Sprechstunde": een mensch wordt bier rechtstreeks geestelijk, persoon lijk door een ander aangesproken. „Mött lingen" gaat onmiddellijk to the noint. 3. Hier komt aan de orde de vraag naar de beteckenis van den nu-levenden Hei land voor het nu-lichamelijke lijden. Man- is het blijven van lichamelijk lijden onge loof? Heeft God niet een geestelijke bedoeling in het soms laten blijven ven hel lijden? Mej. Gi'fnther vraagt of we nog aan vaarden kunnen de N. T.sche beschouwing, dat alle ziekte en kwaal van den booze is? Ds. II ui zin ga merkt op, dat wat daar in Möttlingen werkt meer van intuïtieve menschen kennis getuigt, en een begaafd heid is, die op bet para psychologisch ter rein ligt, evenals in de Oxfordgroep. In de sfeer van de vrijheid door Christus beginnen die vermogens te werken. Ds. d e B e 1 stelt de vraag, hoe men in M. tegenover zieken staat, die er niet ge nezen worden. Ds. van Helsdingen gelooft niet. dat ziekte alleen gevolg is van de macht van den booze, maar vftn het oordeel Gods, dat. over de wereld gekomen is, van den val in het Paradijs. Ons gebed moet altijd zijn een geloovig gebed („Uw wil geschiede"). De behoudenis der ziel is het voornaamste. Een ziekte kan ook een groote zegen zijn. Ds. C r e u t 7. h e r g legt den nadruk op de wenschelijkheid, samen rechts èn links naar de kwesties te moeten zoe ken, hetreurt, dat we reeds weer uit elkaar gaan op het oogenhlik, dat dieper op de zaken moest worden ingegaan en dat meer dan dertig jaren beide stroomingen in de kerk van elkaar af zijn gegaan. Het belang van de Möttlinger zaak zit niet in de genezing, niet in het Deutsch tum, maar in de ootmoed, die in hpt Protestantisme niet begrepen wordt, aan beide zijden niet. Zelfs de wetenschap, dal hij het ten minste van God venvacht maakt een rechtzinnige geweldig hoog moedig. Referent beantwoordt de verschillende gedachten en bezwaren uitvoerig met een nadere toelichting zijner bedoeling. Tot secretaris der Vereeniging werd gc kozen Ds. J. P. Cannegieter (Oudshoorn) Omstreeks half twee werd de vergade ring gesloten. JONG HOLLAND SNAKT NAAR WERK De Centrale voor Werkloozenzorg (gesticht op initiatief van den Raad van Nederland- sche Kerken voor jiractisch Christendom) hoopt Vrijdagmiddag a.s. haar vierde groo te werkkamp hij Ommen te openen. Na opening loor den voorzitter der „Cen trale", den heer W. J Hemmes, zal de Mi nister van Sociale Zaken, Mr. M. Slingen- herg, de openingsrede uitspreken. Verder zullen het woord voeren de bur gemeester van Ommen, de heer C. E. \V Hcring Bögel, Ir. J. Th. Westhoff, lid van de „Centrale", en Ds. G. Bos, Ned. Herv. predikant te Dedemsvaart. De officieele opening is bepaald op 4.30 uur n.rn. Het werkkamp „Eerde" is gelegen op het landgoed „Eerde", op ongeveer 3 K.M. afstand ten Zuiden van Ommen. De deelnemers voor het kamp arriveerden Maandag jl. De werkzaamheden op boven genoemd landgoed hebben reeJs een aan vang genomen. VEREENIGINGSNIEUWS De Jaarvergadering van de Gron. afdeel, v. d. Geref. Jongel. bond zal gehouden wor den op Vrijdag 1 November a.s. te Gronin gen. De heer A. Zijlstra van Groningen zal de openingsrede houden waarna als spreker optreedt Dr. K. Sietsma van Amsterdam, gevolgd door Ds. H. Vogel van Loppersum niet een „opwekkend woord Voor de avondvergadering zal optreden Ds. A. de Bondt, V.D.M. te 's Gravenhage. De afd. Drente van de Bond van M V. o p G. G. zal haar Jaarvergadering hou den op 9 October a.s In de morgenvergade ring zal Mej. A. Delhaas refereeren over „Wat moeten we doen?". In de middagver gadering zullen spreken de dames M. Par- m e n t i e r van Oegstgeest over: „Waarom moeten we onze A.R. beginselen kennen?"; J. Schelhaas: „Onze verantwoordelijk heid in ons dagelijksoh leven" en mej. B. v. d. Berg van Kampen, die een opwek kend slotwoord spreken zal. De groote meeting van de Friesche a f d e e 1 i n g van de Bond van J. V. op G. G. zal 22 November a.s. te Leeuwarden worden gehouden. ROFFELRIJMEN DE SCHILDER Als een vorstelijke schilder, Meester op het groot palet, Heeft de Herfst een doek vol sterke Warme kleuren opgezet. Tegen witte stapelwolken Op een veld van krachtig blauw Tornt de scherp belijnde toren Van het machtig kerkgebouw. In de glinsterende gevels Staan de ramen, blank als staal. In de donkergroene grachten Spiegelen de takken kaal. Statig paars in bronzen blaren, Heftig geel en rood en blauw Vechten met de gulden trossen In de platte bloemenschouw. Geluwgouden bladtapijten Liggen langs de waterkant. 't Zonnetje schiet langs de daken. Zet de boomen in de brand. Alles vonkt en blinkt en blikkert. Pronkend in gerijpte glans Gretig, als een vlotte schilder, Grijpt de Herfst zijn schoone kans. (Nadruk verboden.) LEO LENS, DE RATIONALISATIE VAN DE SPOORWEGEN Het staat thans vast, dat het district Gro ningen van de afóeeling seinwezen der Ned. Spoorwegen, ingaande 1 Jan. aanstaande uit het oogpunt van rationalisatie zal wor den opgeheven. Dit district, dat alle spoor lijnen omvat ten Noorden van Dedemsvaart en Coevorden, zal in zijn geheel gevoegd worden bij het district Zutphen onder oen ingenieur van het seinwezen S. C. van dec Meulen. Het personeel van het seinwezen te Groningen, bestaande uit een zeventig ambtenaren, komt dus overcompleet en zal 1 Januari a.s. ter beschikking worden gesteld ter verplaatsing naar De wijziging der inspecties van de dien sten van vervoer en handelszaken benevens den dienst der exploitatie gaat. voor wat be treft de inspectie Groningen heoen in. Deze inspectie zal dan ómvatten alle spoorwegen ten Noorden van Zwolle en Coevorden, be nevens de lijn ZwolleKampen, daarbij in begrepen de stations Zwolle en Coevorden en het rangeerstation te Zwolle Indien U zich onbehaag lijk voelt. Uw hoofd zwaar is en l'w benen als lood zijn, zullen 1 a 7 Aspirin-tabieHen U weer lit nwJcen. Zon Aspirientje helpt toch maar! id varfcrljgbaar In de oranja-bandbulsjei van EEN AMERIKAANSCHE GESCHIEDENIS door Paul Hutchens (4 Jaird had een vastberaden karakter. Problemen die het uitgeven van duizenden aangingen, of het vernietigen van een menschenleven, kwamen voor hem dikwijls voor, cn zijn beslissingen waren onmidde1- lijk en afdoende. Maar met Betty om gaan was heel iets anders. Zijn plan om m?t haar te trouwen, en, zooals hij zichzelf toe moest geven, er was niets, dat hij zoo graag doen wilde als dat bracht hem in •vui positie, waarin zijn groote maicht zóó groot niet was. Op't gebied der liefde kon hii *iiet met geweld regeeren. Dit begon hij te begrijpen, cn de vernedering daarvan voelde bij diep. Maar hij niocst die brief hebben. De inhoud daarvan kon zijn p'.ao nen omver werpen, even gen akkelijk als een kind een blokken-huis omver gooit. Het werd liern duidelijk, dat zij niet uit eigen vrije wil de deur open zou doen, en het al erg dom zou zijn, als hij zich met geweld toegang verschafte. Hij bukte zich om in het sleutelgat te kijken. Hij had gehoord dat de sleutel r.p de grond gevallen was. Misschien had Betty hem niet weer in het s'.ol gestoken Als ze dat niet gedaan bad, kon hij door middel van zijn looper binnen komen. Nu Molly weg was. zou er niets zoo plezierig zijn als een jjaar uren tête-è.-tête met zijn knappe stiefdochter nee met zijn toe komstige vrouw! Z'n vingers sloten zich om den looper, die hij altijd bij zich droeg. Met een boosaardigen grijns deed hij die in 't slot. Het werkte! Hij pakte de knop, draaide die om, en met een zegevierende uitdrukking op z'n gezicht deed hij de deur open en ging naar binnen. HOOFDSTUK IV Molly had de bel gehoord, maar ze had hem niet terug hooren komen op z'n wacht post. Ze was volkomen verrast, maar ze liet zich niet zoo gauw uit het veld s'.aa l Ze stond op van den stoel bij de tafel in den versten hoek van 't vertrek, waar ze gezeten had om niet gezien te kunnen worden voor 't geval, dat hij door 't sleu telgat keek. „Wat is er van uw dienst?" vroeg ze op beleefden toon. Want zelfs al stond ze aan Betty's zijde, toch was het niet haar bedoeling hem tegen zich in 't harnas te jagen, want ze had een ruim salaris, dat goed op tijd betaald werd. Jaird bleef staan, stom-verwonderd. En aangezien hij niet in de stemming was om inmenging in zijn zaken te dulden en volstrekt niet ingenomen met haar onver wachte aanwezigheid, bromde hij: „Niets anders dan dat je oogenblikkelijk 't huis uitgaat. Als ik je een dag vrij gee' verwacht ik dat je die neemt. Als je dat niet doet. kan je de rest van je leven wel vrij-af nemen." Zijn stem was kalmer ge worden, terwijl hij sprak, maar toch klonk ieder woord, dat hij sprak, zeer hevelend. Molly's antwoord was typeerend voor haar karakter, uiterlijk kalm, maar lichte lijk innerlijke onrust verradend. Ze zei koel tegen hem: „Ik ben er aan gewend om als een dame aangesproken te worden, meneer Barloman Mijn naam is O'Hagen, Molly O'Hagen, en ik ben een mensch met 'n gezond verstand en ze richtte zich in haar voile lengte op en steunde met de rug van haar handen op haar breede heupen „ik ben lichame lijk niet zoo erg zwak." Jaird keek dreigend. Die vrouw was niet bang voor hem en scheen hem verder lastig te willen vallen. Ze was pas twee maanden in zijn dienst, en ze had niet de eerbied getoond, die zijn macht en rijkdom ver- eischten. Haar liefde voor Betty en haar moeder had hem in hevige mate geërger I, en soms was hij bang geweest dat zij te veel wist. Ze was heelemaal veel te ver standig om hem voor zijn doel van dienst te kunnen zijn. Als hij ep zeker van kon zijn, dat ze hem trouw zou zijn maar wat dat betrof werd het hem iederen dag meer duidelijk, dat dèt al heel onwniarsch'jn lijk zou zijn. En onwaarschijnlijkheden mocht hij niet riskeeren! Neen, hij moest die vrouw dadelijk wegsturen. Hij keek de keuken door. Bettv was nergens te zien. „Waar is Betty?" vroeg hij. j,Betty?" vroeg Molly. „Ik zou wel eens willen weten, wat die in de keuken moest „Juffrouw O'Hagen!" Woedend liep Jaird op haar toe. „Zeg me waar ze is, ik ben niet in de stemming voor praatjes." Hij zag de gesloten deur van de provisie 'kamer en ging daar op af. Maar Molly stond dadelijk voor hem. Ze moest het spelletje spelen voor Bettv, alles moest ze doen om meer tijd te winnen Ze zou net doen of Betty daar was. Met haar rug stijf tegen de deur aan, haar hoofd op geheven, keek ze hem vastberaden aan. Een oogenhlik sitonden ze daar, ieder tie ander opnemend met oogen vol woede en afkeer hij het beneden zich vindend om door een vrouw gedwarsboomd te worden, en zij in een stemming die haar onverzette lijk maakte tegenover iederen tegenstand, 't zij van mensch of beest. En ze was »m niet zeker van, wat van beiden het wezen voor haar eigenlijk was. Twee menschen kunnen elkaar niet lang zoo woedend aankijken. Een van beiden moet toegeven. Jairds woede steeg ieder oogenhlik. Maar die van Molly had reeds het hoogtepunt bereikt, ze deed haar uiterste best om haar toorn meester te blijven. Weken lang had ze Jairds wreedheid tegenover Betty's moe der opgemerkt en zijn loerende, begeerige blik in Betty's richting. En Mollv O'Hagen stemde niet in met het: „Mij komt de wrake toe, spreekt de Heere." Misschien kwam ze Hem toe, maar gedeeltelijk toch ook haar! „Molly O'Hagen!" Jaird sprak op zijn kaimsten toon. hoewel zijn gezicht heel bleek was. „Ga opzij direct! Ik zal die deur openmaken." Molly bewoog zich niet, maar haar oogen fonkelden. Hij had een revolver getrokken, en zij staarde in de koude, dreigende loop. „En als ik 't niet doe?" vroeg ze, nog steels onbeweeglijk voor hem staande. „Als je 't niet doet sprak hii langzaam, ijzig kalm, terwijl hij de revolver op haar richtte, „als je die deur niet open doet, zal ik die zelf open makpn en naar binnen gaan, langs je heen, of over je heen! ik zal tot drie tellen „Dat zal u niet doen!" gaf Molly dapper terug. Met plotselinge tegenwoordigheid van geest handelde ze. Haar hand vond de deurknop achter haar, en voor Jaird haar bedoeling doorzag, had ze de deur geopend en was opzij gegaan. Met een krachtige zwaai van haar rechterarm greep ze hem bij z'n kraag en duwde hem naar voren, waarbij een schot zonder iemand te treffen afging. Met groote inspanning slaagde ze er in hem door de deur te werken. „Veel plezier daar", riep ze. Haar stem klonk kalm, hoewel iedere zenuw trilde. Met een schok van vreugde sloot ze de deur, dee 1 'm op slot en zei te er toen nog de tafel -,n alle stoelen uit de keuken tegen aan. Ver volgens raapte ze voldaan de revolver op. die tijdens de worsteling op den grond ge vallen was. En alleen omdat de mensch-n nu eenmaal rare dingen doen in ooger. blikken van buitengewone geestelijke in spanning, nam ze een eind paktouw en bond de revolver aan de deurknop vast „Daar zal hij wel een paar uur blijven, denk ik", mompelde ze. En toen ging ze de eetkamer door naar boven. „Arme Betty, bet is zonde en jammer dal ze uit dit prachtige huis weg moest gaan, Maar van nu af zal ze wel nergens bang voor hoeven te zijn. denk ik". Voor de deur van Belty's kamer bleef ze staan. Het h«d was niet opgemaakt, iets heel ongewoons voor Betty. „Het lieve kind", zuchtte Molly. terwijl ze de kamer door keek. „Mollv O'Hagen zal je missen als èlles en als ik niet te wet*n kom, waar je heengegaan bent en niet lal ger een vriendin voor je hen. zal het mot zijn omdat ik dat niet geprobeerd heb." Ze draaide zich om om weg te gaan, maar door een plo'«p|ing haar invallende ge darhfe besloo? ze eerst nog het bed op te maken Het zou haar een klpine voldoening geven dat te doen Dan kop ze vlug haar eigen weinige bezittingen inpakken en het huis verlaten, omdat ke niet langer in Jairds diensi blijven k*.n. Toen Molly het kussen op z'n piaats legde, trok ze haar hand terug. Hei u.-s nat van traneni Zoo erg had ze geleien! Ze kende Betty genoe* om tp welen, dat iedere traan tegen ha? r wil geweest was. Terwijl ze daar stond verduisterde het ge zicht van 'at verkreukelde kussen voor haar eigen oogen. omdat er ook over haar eigen gezicht tranen vloeiden, die da tranen, die er al op dat kussen waren ge heiligd maakten. Molly's moederlijke ziel ontsloot zich tn diep medelijden voor het meisje, dat ui deze kamer gewoond had en wier moeder zoo kort geleden gestorven was Een kort oogenhlik moest Molly aan haar eigen leed denken. Zro dikwijls rin gedachte daaraan opgekomen was. plotse ling en meedongen loos. had ze die verdreven totdat ze weer terug kwam en dit go- beurde altijd weer. Lang had de herinne ring haar gekweld maar ze had zich nooit geheel laten terneerslaan. Nu, dit kor-e ougenblik. ovprweldigne die haar weer. Maar dan haalde ze haar schouders tp. ..Efns zal ik *t begrijpen" troostte ze zich zelf. „Maar ik zal wel moeten wachten" 7e nam het kussen op en legde het met lief- koozend gphaar op z'n plaats. Toen draaide zP zich vlug om. ging de kampr uit en de trap af. „Ik geloof ,1at meneer Barloman nu wel zeker wppf. dat ik m'n ontslag nepm. Dus hii zal er wel niet op rekenen dat ik hem uit die provisis kamer zal helpen." (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5