BINNENLAND.
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1935
EERSTE BLAD PAG 2
Nieuwe besprekingen te Stresa?
Mussolini bewaart het
stilzwijgen
Britsche en Italiaansche voor
bereidingen duren voort
Overzicht
De wisselende stemmingen te Geneve, die
nu eens van hoop, aan weder van vrcee
getuigen ten opzichte van het verloop der
Italiaansch-Abessijnsche controverse zouden
iemand tot het oordeel kunnen verleiden,
dat men daarginds blijkoaar we! wat heel
spoedig geneigd is van het eene uiterste tot
het andere over te gaan Zulk een meaning
zou echter getuigen van weinig begrip van
de problemen waarom het than: in de
Volkenbondsstad gaat. De wolkan, die boven
Genève hangen, dit verlieze men niet uit
het oog, bedekken den g e h e e 1 e n Euro-
peeschen hemel. Is het dan wonder, dat
naar gelang men zwaarder storm verwaent
men des te scherper acht geeft op elk tee-
ken, hoe twijfelachtig ook, dat het noodweer
ditmaal nog zou kunnen overdrijven?
Thans heeft men dus men zie slechts
de berichten weder een vleugje hoop.
De „Gazette del Popoio" heeft er namelijk
de aandacht op gevestigd, dat de huidige
Britsche vlootbewegingen in de Middelland-
sche Zee van zulk een ciniDent belang moe
ten worden geacht, dat daardoor da betee-
kenis van het geschil mot Abessinië in de
schaduw wordt gesteld. Dit blad raadt
daarom aan, de militaire voorbereidingen
in de Oost-Afrikaansche koloniën wel voort
gang to doen vinden,' doch ze geheel van
defensieven aard te houden. Mocht Abes-
sinië hierdoor tot een aanval woiden ver-
lejd, dan zouden op het hoofd van den
•Negus de Volkenbondssancties kunnen neer
komen, die thans anderen bedreigen.
In Volkenbondskringen meent men uit dit
artikel te mogen afleiden, dat er in Rome
een eerste spoor van bezinning komt. Iu
dezelfde richting duidt een bericht van den
Geneefschen correspondent van de „In-
transigeant", die vernomen heeft dat Mus
solini heden, na afloop van zijn minister
raad. aan Genève zou mededelen, dat hjj
met zijn antwoord op de voorstellen van de
Commissie van Vijf twee of drie weken wil
wachten. Deze tijd zou dan vermoedelijk
worden gebruikt voor een nieuw contact
met Brittannië en Frankrijk, hetwelk te
Stresa zou plaats vinden. Interessant i:
dit verband is een bericht van de „Star'
dat in die stad reeds bij wjjze van voorzorg
de noodige hotelruimte zou zijn gereser
veerd.
Intusschen zou wellicht Italië niet de
eenige partij zijn, die zich erover verheugt,
uit de dreigende impasse te geraken. Het
moeilijk, het- gevoel hot onderdrukken, z
schrijft de „Daily Mail", dat liet een fout
was, toen Engeland zich wegens een be
trekkelijk 'onbelangrijk gebied tot opwin
ding liet brengen, terwij! het binnen afzien-
baren tijd wellicht in veel ernstiger proble
men verwikkeld zal worden. Daartoe be-
hooren zoowel de herziening van de Euro-
peesche landkaart, waar zekere ontzaglijk
sterk bewapende naties een gebiedsuitbrei
ding eischen, alsook de eisch van de „bezit-
looze staten" naar koloniën, en naar
plaats onder de zon.
Het Engelschc blad "doelt hier blijkbaar
op Duitschland, dat niet ophoudt te
zekeren, dat cr in het Memelgebied ten op
zichte der Duitsch-sprekende bevolking
recht geschiedt en dat tevens meer en n
zijn aandacht gaat vestigen op de koloniën,
die het Verdrag van Versailles naar veler
meening het in 1919 ten onrechte heeft
KORTE BERICHTEN
Bij Moekden hebben bandieten een trein
De toestand van Arthus Henderson, die
te Londen in een ziekenhuis wordt
pieegd, is nog niet veel verbeterd.
In Mexico ontstond een botsing tusschen
kolonisten over het in bezit nemen
land. Gevolg: zestien doodenl
VOORSTELLEN
DER COMMISSIE VAN VIJF
Negus acht ze aannemelijk
De voorstellen van de Commissie van
Vijf worden te Addis Abeba nog steeds
bestudeerd, doch over 't algemeen acht
men ze dannemelijk.
Echter zal de Regeering niet in staat
zijn, aan Italië bijzondere concessies te
verleenen. Dit zou in strijd zijn met
haar vroegere belofte: gelijke rechten
voor alle landen.
Overigens heeft de keizer het instellen
van een bijzondere politic, welke voor de
veiligheid der in Abessyr.ië woonaohtige
Europeanen zou moeten zorg dragen, reeds
voorbereid.
Wat de controle op den slavenhandel aan
de grenzen betreft, is men van meening,
dat dit tot de taak behoort der aangrenzen
de landen, die bij dezen handel zijn be
trokken.
Inzake de toelating van buitenlandsche
adviseurs in de Abessynische regeering is
zij Europeanen, hetzij Amerikanen voor
stellen. waarbij de keizer zich het recht van
goedkeuring voorbehoudt.
Aan een maaltijd met 85 persverte
genwoordigers heeft de Negus opnieuw
verklaard, dat hij in geen enkelen vorm
een mandaat zou aanvaarden, indien
dat de onafhankelijkheid van zijn land
in gevaar zou kunnen brengen.
Meer dan 2000 jaren hebben wij getoond,
zoo zeide do Negus, in staat te zijn zelf te
regeeren zonder protectoraat. Als leider van
mijn rijk en als beschermer van mijn volk,
zal ik in geval van oorlog zelf het leger
tegen den vijand aanvoeren, doch God zal
weten te verhinderen, dat ons conflict met
Italië een bloedig verloop krijgt. Wij kun
nen Italië geen economische en territoriale
concessie doen zonder tegenprestatie of
zonder dat Italië daarvoor afziet van zijn
aanval.
Als onafhankelijke staat waken wij
onze vrijheid.
Antwoord reeds te Genève?
Naar verluidt zou het Abessynisoh
antwoord op do voorstellen van de Com
missie van Vijf reeds in Genève zijn
ontvangen, Abessynië zou met deze voor
stellen accoord gaan. Zoodra 't Italiaan
sche antwoord ontvangen is, zal de Vol
kenbondsraad zich met den toestand
bezig houden.
Italië en Brittannië tegenover
elkander!
Men is wederzijds bezorgd
De hertog van Pistoja en de hertog vat
Bergamo, twee prinsen van het Italiaan
sche koninklijk huis, die dienst hebben ge
nomen bij het leger van Oost-Afrika, zijn
benoemd bij het hoofdkwartier van de vijf
de divisie Zwarthemden „1 Februari" en
tot commandant van de divisie „Gran Sas-
welke beide bestemd zijn voor Oost
pen versperd. Op advies der Overheid heeft
de bevolking kaarsen Ingeslagen, als nood
verlichting bij een eventueel luchtbombar
dement
Naar verluidt zijn er reeds 15.000 kande
laars verkocht en zijn ook in den omtrek
thans nergens meer kaarsen te verkrijgen.
Inmiddels is ook de kruiser „Exeter" te
Gibraltar aangekomen.
In Alexandrië worden reeds gasmaskers
verkocht tegen 16 shilling het stuk.
Volgens Reuter hebben de Britsche vloot
bewegingen te Rome een buitengewonen
indruk gemaakt. Deze maatregelen worden
evenwel niet. in verband gebracht met even-
tueele sanctiemaatregelen doch veeleer met
de activiteit der Italiaansche duikbooten in
de Middellandsche Zee.
Het zenden van Italiaansche strijdkrach
ten naar Lybië heeft in Engelsche kringen
groote bezorgdheid gewekt.
Reuter bevestigt, dat de Italianen
te verstaan hebben gegeven, dat de
Italiaansche regeering bereid is haar
versterkingen uit Lybië terug te trek
ken, wanneer zij van de Britsche
regeering bepaalde toezeggingen zal
ontvangen ten aanzien van de sanctie-
maatregelen.
ïar Noord-Afrika zouden zijn gezonden.
Derhalve is het mogelijk, dat. deze troe-
jn naar de Dodecanesos zijn gezonden.
Men vraagt zich af, wat Italië daar wil.
Volgens de laatste persberichten staan
ongeveer 10.000 man Engelsche troepen en
12.000 man Egyptische troepen gereed in
Egypte en in den Soedan-
Do Italiaansche uitgaven voor de Oost-
Afrikaansche koloniën hebben in Augustus
bëcïragen 337 miiiioen en van 1 Juli tot en
met 31 Augustus 718 millioen.
Het Italiaansche Ministerie van Finan
ciën deelt mede, dat in Augustus is ont
vangen een bedrag van 1.599 millioen lire
en uitgegeven éen bedrag van 2.130 mil
lioen lire. Het geheele deficit bedraagt met
inbegrip van dat van Juli 1 milliard 5 mil
lioen lire.
Te Rome laat men tdt M> toe algemeen
a. do voorstellen van de Commissie van
Vijf botweg van de hand te Wijzen; Wel
orden zij aldaar ook verder met scepti-
smo beoordeeld.
Volgens de „Star" zouden te Stres» bij
wijze van voorzorg reeds hotelkamers zjjtt
gereserveerd, hetgeen beschouwd zou woe
den als een aanwijzing, dat Mussolini voor
nemens zou zijn met Groot-Brittannië en
Frankrijk te confereeren over Abessinië.
De Franschen versterken Dsjiboetl.
Begin volgende week zullen twee Fran-
sche regimenten naar Dsjiboeiti worden ge
dirigeerd. Het betreft het 24e regiment Se-
negaleesche schutters uit Perpignan en
regiment, dat is samengesteld uit het vier
de en achtste regiment Senegaleesche
schutters uit Toulon.
Voorts zullen vier Fransche oorlogssche
pen van Toulon naar Dsjiboeti vertrekken.
Officieel worden deze geruchten ontkend
Er zou alleen één bataljon naar Fransch-
Somaliland onderweg zijn.
Amerika geeft Roode-Krois-hulp.
Het Amerikaansche Roode Kruis heeft
bekend gemaakt, dat het in geval van
oorlog tusschen Italië en Abessinië zooveel
hulp zal verleenen als slechts mogelijk is,
ofschoon in Amerika feitelijk geen hulp
voor oorlogvoerenden bijeen gebracht mag
worden.
Te Rome is bij decreet een commissie
van 16 leden in het leven geroepen, die
geval van oorlog kwesties die met neutra
len zouden kunnen ontstaan, te behandelen
Beroep op oude vriendschappen
Giornalo d'Italia schrijft over de dienst
neming van Belgische officieren in 'tAbes-
synisohe leger, dat indien deze officieren ir
den laatsten oorlog hebben gestreden, om
hun land te verdedigen, zij de erkentelijk
heid van België jegens Italië niet moeten
vergeten, toen Italië besloot ded te nemen
aan 't wereldconflict, waarbij een gemeen
schappelijke overwinning werd behaald,
waarvan België ten zeerste heeft geprofi
teerd. Italië zal die episode niet vergeten.
Bedoelde officieren behooren blijkbaar niet
meer tot de Belgische natie en zij zullen
niet meer naar Europa terugkeeren,
gezien zij ontslag hebben genomen uit het
leger van hun vaderland.
Wat Groot-Brittannië aangaat, schrijft dit
blad:
Wij willen nog niet gelooven, dat Enge
land. nauwelijks twintig jaren na de i
ventio van Italië in den wereldoorlog zich
tegen de Italiaansche natie zou keeren
tegen haar zou kunnen optreden.
Itali§ is slechts voornemens nieuwe ge
bieden voor zijn werkzaamheid te ontsluiten
en een einde te bereiden aan de reeds
tig jaren voortdurende gewelddadigheden
van een land, dat leeft van roof en slaven-
De drie wenschen van de
Kleine Entente
Volgens de Parijsche „Information" wordt
de politiek der Kleine Entente op 't oogen-
blik door drie factoren bcheerscht
Deze zijn: handhaving van de eensgezind
heid met Frankrijk, trouw aan het Volken
bondspact en het tot, icderen prijs vermij
den van nieuwe moeilijkheden tusschen
Italië en Zuid-Slavië.
Wanneer een gewapend conflict tusschen
Rome on Addis Abeba niet kan worden ver
meden, is het de wensch van de kleine En
tente, dat geen enkele reactie daaruit-
zal komen op de betrekkingen tusschen
Italië en Zuid-Slavië. Dit laatste is oorzaak
van de huidige reserve, die door de Kleine
Entente in acht wordt genomen.
Al volgen Roemenië, Zuid-Slavië en
Tjsecho-Slowakije ook Groot-Brittannië
en al blijven zij gehecht aan het Vol-
kenbondshandsvest, zij zijn toch aan
den anderen kant vastbesloten op geen
enkel moment Italië den indruk te
geven, dat deze houding opnieuw een
scheiding zou kunnen teweeg brengen
tusschen Rome en Belgrado betreffende
de zuiver Europeescho politiek.
Een der gedelegeerden van de Kleine
Entente heeft in dit verband verklaard:
Wanneer wij zoo voorzichtig zijn, komt
dat, omdat wij Italië willen toonen. dat wij
op het oogenblik, waarop het een groote
trijd uitvecht met de grootste mogendheid
ter wereld, niet daarvan willen profiteeren
om het moeilijkheden te bereiden en dui
delijk te maken, dat de Kleine Entente niet
uit hei kader .van den Volkenbond wil
treden.
ITALIAANSCH SCHIP IN GRIEKSCHE
WATEREN
Een Italiaansch motorschip, de „Prome
theus", dat van Tarente kwam, is in de
haven Argostolion op 't eiland Kephallinia
binnengeloopen met 't motief, dat dehooge
Naar gemeld wordt, zouden de Grieken in
Argostolion geweigerd hebben Italiaansche
Lires in ontvangst te nemen als betaling
voor aankoopen van de bemanning van het
Italiaansche motorschip.
Een vriendsehaps-demonstratie
Onder groote belangstelling der bevol
king is gisteren de Grieksche oorlogsvloot
in de haven van Is tan boel binnengeloopen.
Met het oog op den tegenwoordigen poli-
hierdoor de vriendschap tusschen Turkije
en Griekenland opnieuw officieel bekrach
tigd wordt
UITVOER VAN RUBBER-AFVAL
VERBODEN
Bij-verordening van het Rijksministerie
van Luchtvaart is het bestaande verbod
van uitvoer van rubberafval uit Duitsch
land,. uitgebreid tot rubbermeel en -stof.
Deze maatrége! is noodig geworden, omdat
het tot dusver geldende verbod ontdoken
werd door het malen van. rubberafval.
PATER-FRANCISCAAN VEROORDEELD
De Pater-FrancfsCaan Franz Zimolong
(Pater Bertrand) is wegens overtreding
van de Deviezenverordeningen veroordeeld
tot anderhalf jaar gevangenisstraf en 3000
R.M. boete, subs, nóg 30 dagen gevangenis
straf.
DE TOEKOMST VAN MEMEL
Diplomaten voeren besprekingen
Eden en Laval hebben gister uitvoerige
besprekingen gehad met de vertegenwoor
digers van Litauen en Letland over de
kwestie van de toekomst van Memel.
Naar verluidt, zijn de vier staatslieden
overeengekomen deze aangelegenheid langs
diplomatieken weg te behandelen en niet
voor den Volkenbondsraad of de Assemblee
De nood in de tuinbouw
Steunbedrag met 16.000.000 verhoogd
De zeer ernstige omstandigheden,
waarin de tuinbouw, in het bijzonder
door de exportmoeilijkheden is geraakt,
hebben ertoe geleid, dat de Minister van
Landbouw en Visscherij het steunbe
drag, dat vooor 1935 uit het Landbouw
crisisfonds voor den tuinbouw beschik
baar zal worden gesteld, met 16 mil
lioen heeft verhoogd, zoodat thans in to
taal voor den tuinbouw voor het jaar
1936 een bedrag van 12 millioen gulden
beschikbaar is gesteld.
Door deze verhooging van het steun
bedrag is de mogelijkheid geopend, de
voor 1935 vast te stellen richtprijzen
voor de producten en in de perioden,
waarvoor deze zullen gelden, voor
100 pCt. uit te keeren.
Het ligt in de bedoeling reeds dezer
dagen tot een belangrijke voorschot-
uitkeering over te gaan voor produc
ten, waarvan de oogst en de geldelijke
opbrengst practisch kan worden over-
Verzekeringsagenten en Zieken
fondsboden
Jaarvergadering van den
Christelijken Bond
Bestrijding van misstanden
in het bedrijf
Te Amsterdam is in jaarvergadering bij-
eengek^mer de Ned. Chr. Bond van Verze
keringsagenten en Ziekenfondsboden, aange
sloten bij het C.N.V., onder voorzitterschap
den heer R. Gaasterland, van Am
sterdam.
Openingswoord
Deze zesde jaarvergadering, die goed be
zocht was, is te 11 urn- door den. voorzitter
or de gebruikelijke wijze
r op wees, dat in het levensvi
bedrijf tegenwoórdig „een iegelijk- doet wat
recht is in zijn oogen", waardoor de juiste
samenwerking óhtbreekt en de concurrentie
hoogtij viert. Hierbij, werkt men met midde
len, die eigenlijk wettelijk niet geoorloofd
zijn, waardoor het in de oogen van het
publiek hoogstaande levensverzekeringbedrijf
geduchte knauw krijgt. De ongelimiteer
de productiehonger heeft er toe geleid, dat
velen, die geen begrip hebben van het ver
zekeringswezen, als „agent" op het publiek
worden losgelaten, waardoor de positie van
den bona-fide vertegenwoordiger al treuriger
Spreker somt ten bewijze eenige krasse
staaltjes van zwendel en geweldpleging op,
die door de dagbladen zijn vermeld.
Bepaalde directies zag spr. vooral als de
schuldigen van deze ongebreidelde concur
rentie, waardoor de andere directies machte
loos staan om betere verhoudingen te ver
krijgen, hoewel hier en daar ernstig hiernaar
wordt gestreefd.
Beterschap verwachtte spr. van een
drachtige samenwerking tusschen di
recties en agenten. Ons beginsel eischt
van ons om te komen tot uftharihing
van kwade, verkeerde toestanden en
met Gods hulp te beoordeelen het
goede. Hier ligt, meende spr. ten slotte,
in de naaste toekomst de taak van den
Jaarverslag
In het jaarverslag is de secretaris-pen
ningmeester, de heer J. K. Rietdijk, van
Rotterdam, best te spreken over de posjtie
van het levensverzekeringsbedrijf, dat in- de
branding van den tijd zijn krachtige positie
en gunstige reputatie heeft kunnen behouden.
De premiebetaling, vooral bij de volksverze
kering, wordt echter steeds moeilijker voor
de verzekerden. Door uiterste krachtsinspan
ning kan door agenten worden getracht de
portefeuille uit te breiden, in verband waar
mede ook in het verslag ernstig wordt ge
klaagd over slechte productiemethoden, waar
tegen de maatschappijen en het bedrijf in
het algemeen zich niet voldoende kunnen
verweren. Door hechte onderlinge samenwer
king van organisaties en maatschappijen
meent het jaarverslag de uitwassen in het
verkrijgen van productie te kunnen, be-
Het ledental liep terug van 182 óp 162".
Aangespoord wordt de propaganda krachtig
ter hand te nemen. Waar noodig, vermeldt
het verslag, kon met succes voor de belangen
van leden worden opgetreden. Over het be-
grafenisbedrijf zegt de secretaris: „De onge
motiveerde aanvallen op het georganiseerde
bedrijf en de duidelijk waarneembare oneer
lijke concurrentie, ons daarin aangedaan,
bleven voortdurend verweer noodig maken."
De Bondsrekening sluit met een saldo van
f 598.39 en wees aan een totaal bedrag van
f 3700,13H- Het eindcijfer van het orgaan
„De Verzekeringsagent" is f 827.84, dat van
de Algemeene Ondersteuningskas- f 3063.92,
en van de balans f 3893.52.
Deze jaarverslagen zijn in de Jaarvergade
ring goedgekeurd.
Voorts zijn onderscheidene huishoudelijke
zaken afgedaan.
In de avondvergadering heeft de heer W.
Bakker, van Utrecht, lid van het Hoofd
bestuur, gesproken over
Tegenover het streven van de Coöpera
tieve vereenigingen op begrafenisgebied
heeft spr. op historische gronden betoogd,
dat het begraven niet een taak der gemeen
schap is, maar van de familie, die onder
Israël bijv. van dragersdiensten gebruik
maakte en van rouwklagers zich bediende.
Uitvoerig ging spr. na de ontwikkeling van
het begrafeniswezen tot op den gildentijd en
daarna. Daarbij besprak hij het fondswezen,
waarin boden steeds een rol hebben vervuld.
In den nieuweren tijd hebben boden meer
malen misbruik gëmaakt van het vertrou-
dat zij genoten. Er zijn vroeger dan ook
tegen de begrafenisfondsen bezwaren inge
bracht, die, naar spr. aantoonde, niet steeds
zonder grond waren.
Toen ook voor de begrafenisfondsen een
wetenschappelijke basis was verkregen, is
het steeds bergopwaarts gegaan. Zoo is, con
cludeerde spr., uit de primitieve fondsen van
het verleden het huidig bedrijf gegroeid en
de wet op het Levensverzekeringsbedrijf
heeft hiertoe medegewerkt.
Het coöperatief streven wil het verzeke
ringsbedrijf en speciaal de agenten of boden
geheel uitschakelen. Hiertegen kwam spr. op.
Klasseverschil bij begraven, waartegen de
coöp. vereenigingen zich verzetten, is niet
ku .stmatig ontstaan, maar wordt door het
leven zelf veroorzaakt.
De oude begrafenisfondsen zijn door
de Verzekeringswet óf beëindigd óf op
soliede grondslagen gebaseei^. Spr.
meende, dat de bestaande wettelijke
voorschriften niet voldoende zijn om
den terugkeer te beletten van toestan
den, die in het verleden zoo veel oor
zaak tot ergernis gaven. Hiermede
doelde spr. op fondsen, die niet vallen
onder de Verzekeringswet. De Verze
keringskamer heeft tegen dit soort
fondsen dan ook reeds gewaarschuwd.
Alleen een fends, dat onder wettelijk
toezicht valt, kan zekerheid voor de
naleving van de polis bieden.
De waarborgen, die de wet biedt, worden
gemist door hen, die tot de door spr. be
doelde begrafenisvereenigingen toetreden.
Nc. gedachtenwisseling over het onderwerp
is de vergadering gesloten.
In de middaguren hebben de bezoekers
van de jaarvergadering met reiswagens Am
sterdam doorgereden en het Gooi bezocht.
H.M. de Koningin naar de
Legeroefeningen
Ook Prinses Juliana naar Gelderland
H. M. de Koningin is gistermiddag mét
den Staatsspoortrein van 3.10 uur, waarin
het Koninklijk salonrijtuig meereed, naar
Het Loo vertrokken ten einde gedurende
eenige dagen de legeroefeningen in Gelder
land bij te wonen.
H. M. was vergezeld van H. K. H. Prinses
Juliana,
Wederantwoord van
H.M. de Koningin
Het wederantwoord der Koningin op het
adres van antwoord der Eerste Kamer ter
beantwoording van de Troonrede luidt als
volgt:
„Mijne Heeren.
Ik verzoek U Mijn 'dank' over te brengen
»an de. Eerste Kamer voor Haar adres van
antwoord op de rede, waarmede ik deze
nieuwe zitting van de Staten-Generaal heb
Met voldoening vernam Ik, dat Zij van
den inhoud met belangstelling en aandacht
beeft kennis genomen en dat Zij met Mijn
aan het slot uitgesproken wensch, van
harte instemt".
Landgoed „Kasteel Geldrop"
Onder de natuurschoonwet gerangschikt
Bij gemeenschappelijke beschikking van
do Ministers van Landbouw en Visscherij
en van Financiën is het landgoed Kasteel
Geldrop" onder de natuurschoonwet gerang
schikt.
Het kasteel ligt onmiddellijk ten Noorden
van Geldrop, de omgeving hiervan is niet
voor het publiek opengesteld. De overige
terreinen, die ten Z.O. van Geldrop liggcf
en die een oppervlakte beslaan van ong*
veer 90 H.A., zijn toegankelijk op vertoon
van wandelkaarten.
DE WERELD-JAMBOREE 1937
In het Gooi?
B. en W. van Hilversum doen den Raad
het voorstel, een som van aohtduizend gul
den te storten in het garantiefonds voor de
wereld-jamboree 1937 der Internationale
Broederschap van Padvinders, onder voor-
waarde, dat deze jamboree in het Gooi za£
worden gehouden, waarvoor de plannen
overigens reeds in een vergevorderd sta
dium zijn gekomen.
Men verwacht op de jamboree een deei»
neming van 30.000 a 50.000 personen.
FEUILLETON
WAAROM NELIS
VAN DER WAEL HIELP
door
JEANNE MARIE
Rrrst rrst.
Een sleutel wordt in een i
bmgedraaid.
Een deur opengestooten
Loodzware stappen op een houten trap.
Klak - klak - klak - klak.
Boven op het gangetje staat een vrouw.
,jEn?" vraagt ze dof.
„Wéér niks", antwoordt stug de man, dlc
bnderwijl boven is gekomen.
„Wéér niks", herhaalt de vrouw zacht.
De man ontdoet zich van jas en pet en
gaat het voorkamertje binnen.
Voor de schoorsteen, in een hoek, brandt
een klein ouderwetsch potkacheltje, rood
gloeiend.
De man loopt op het kacheltje toe. buigt
zich wat voorover en begint zijn verkleum
de handen te wrijven.
Een paar maal probeert de vrouw, die
Voor de tafel ie gaan zitten, met een bak
aardappelen op haar schoot, hem aan het
praten te krijgen.
Maar dat gelukt haar niet.
Op alles wat ze vraagt antwoordt hij kort
en ontwijkend, of in het geheel niet, zond-
zij ten laatste dan óók maar niets meer
zegt.
Zoo begint er een benauwende stilte in
het kamertje te hangen alsof er plotselinc
iets gebeuren kan iets verdrietigs of iet»
ergs.
„Wat hoor ik toch", zoo yerbreekt de
vrouw op eenmaal het beangstigende zwtf
gen, „het lijkt wel of er wat te doen ia,
buiten."
De man bij de potkachel mompelt iets
onverstaanbaars.
De vrouw zet de bak met aardappelen
op de tafel en loopt naar het raam. Een
huis of wat verder ziet ze een vrachtauto,
waarvan blijkbaar een wiel is afgeloopen,
bedenkelijk naar één zijde overhellend,
midden op de straat staan. Een paar man
nen er bij in druk gesprek en een heele
tioep kinderen er om heen.
..Nelis, weet jij dat, daar i s wat, aan een
auto", zegt ze dan.
„Hebben ze dat wiel d'r dan nog niet Sn?"
vraagt de man min of meer hoonend.
„Ze schijnen d'r geen raad mee te weten"
antwoordt de vrouw en even later: „Zeg
Nelis, jij zou ze toch wel even kunnen
„Tk, ze helpen?" schampert Nelis, „ik, in
de kou gaan voor Dirk Smit. Laat die nou
maar eens probeeren z'n auto met vrome
praatjes op gang te krijgen."
„Nei's'" zegt de vrouw dan, min of meer
bestraffend en een heel droeve trek teekent
zich scherp op haar gezicht aA.
„Ik zeg maar", zoo gaat Nelis door, „ik
zeg maar. als je kans ziet om met bijbel
teksten een ander een baantje voor z'n neus
weg te pikken, dan moet je er ook een auto
mee op gang kunnen krijgen."
De vrouw heeft intusschen gezien, dat het
inderdaad Dirk Smit is, die met nog
iemand, bij de auto staat t: praten. Nelis
is nog niet bij het raam geweest; die auto
moet daar dus al gestaan hebben, toen
Nelis zooeven thuis kwam.
Heeft Dirk hem misschien kwaad gedaan
hem slecht behandeld?
Dat denkt Nelis.
Beide mannen, oude buuryrienden, heb
ben kort geleden gedongen naar een open
betrekking voor chauffeur. Op de wagen
zijn ze allebei even goed, maar Nelis heeft
vóór, dat hij goed op de hoogte is met
kleine reparaties aan do machine. En toch
heeft Dirk de betrekking gekregen. Dit
nu heeft bij Nelis kwaad bloed gezet.
Maanden lang is hij nu al werkloos.
Tientallen brieven heeft hij geschreven op
advertenties uit de courant.
Hij heeft zich laten inschrijven bij 'de
arbeidsbeurs.
Bijkans alle garages van de stad heeft hij
afgeloopen en aan de groote magazijnen
hij wezen vragen, of er in de naaste toe
komst misschien iemand noodig was.
Maar alles te vergeefs.
Éénmaal had hij een mooie kans gehad
en toen was Dirk met het baantje gaai
strijken. Dirk Smit, dio niet eens met de
machine behoorlijk op de hoogte is.
Nelis kon maar één reden vinden, waar
om Dirk misschien de voorkeur kan hebben
gehad: Dirks vroomheid. Want Dirk Smit
is een godsdienstig man.
Niet maar zoo één, die alleen 's Zondags
naar de kerk gaat en van wiens geloof
vorder nooit iemand iets merkt.
Neen, Dirk Smit is gewoon ook in het
dagclijksch leven uit te dragen, wat hij
belijdt en, waar het pas geeft, durft hij ook
vrijmoedig van zijn God te getuigen.
Nu is ook Nelis niet, wat men verstaat
onder een ongeloovig mensch. Doch zooa's
Dirk is hij niet. Wel heeft hij Dirk dikwijls
bewonderd en ook meermalen gewenscht te
wezen, zooals hij.
Zoo was het vroeger tenminste, vóór
Nelis werkloos werd.
Nu bekommert hij zich, helaas, met den
dag minder om den dienst des Heeren en
al meer om zijn aardsche gemis.
Hij begeert nu niet meer te wezen, zooals
Dirk.
Vooral sinds Dirk dat baantje gekregen
heeft, is het met Nelis steeds erger ge
worden.
Hij kan het gevoel maar niet van zich
afzetten, dat het met het vergeven van die
betrekking niet eerlijk is toegegaan. De
directeur van de zaak, waar èn Dirk cn
Nelis hun diensten hadden aangeboden zit
in verschillende Christelijke vereenigingen.
Zelfs is hij lid van de kerkeraad. Hij zal
Dirk dus wel gekend hebben en hem om
zijn vroomheid hebben bevoordeeld.
En dat vindt Nelis
onrecht-
En dóórom is hij zoo boos op Dirk Smit.
„Zou je nu toch maar niets eens probes-
ren te helpen?" zoo waagt Nells' vrouw,
juifrouw van der Wael, na een poosje nog
helpt mli?
Heeft Dirk tegenover mij zijn Christen
plicht gedaan?"
„Wij weten niet, of hij dit ooit heeft ver
zuimd, Nelis; in elk geval mogen wij ons
niet onttrekken als Iemand onze hulp no>
dig heeft. Zelfs al was hij werkelijk ome
vijand, dan zelfs zouden wij hem moeten
Liibtnan."
Even aarzelt Nelis nog.
Veel genachten gaan er onderwijl door
zijn hoofd.
„Ik zal gaan", zegt hij dan, „maar niet
omdat, het mijn Christenplicht zou zijn of
zoo ietsalleen om van jouw gezanU
af te wezen"
A!s Nejis de deur uit Is, zit juffrouw van
der Wael weer aan de tafel. Haar handen
vouwt zij onwillekeurig samen in haar
schoot. Die ontevredenheid, die onversch'l-
ligheid. die vijandschap van haar man Lh
droeven haar zoo. j
„Och Heere", bidt zij dan, „U alleen kunt
dat harde hart brekendoe Gij hem
dat niet het aardsche brood, maar
hemelsche, het voornaamste isleer mijn
man zijn zonde kennenen Hem, dia
gekomen is om zondaren zalig te maken,
onzen Heiland Jezus Christus."
Na enkele minuten is Nelis weer thuis.
Het wiel is gemaakt, de auto verder g
reden en de toeschouwers hebben zich ve
spreid.
Het is weer even stil en rustig in de
straat als altijd.
„Ziezoo, Dirk Smit kan weer vooruit,"
zegt Nelis. „Hij scheen zóó 'n haast te heb
ben, dat hij zelfs geen tijd had om mij
behoorlijk te bedanken. Het was omdat ii'
zoo zeurde, daarom ben ik naar buiten
gegaan anders
En Nelis buigt zich weer over het kleine
potkacheltje en wrijft zijn handen boven
het vuur.
Buiten de stad een stille landweg e
langs die weg een sloot Aan de andei
zijde van de weg grasland.
Heel in de verte een kerktorentje en wat
huizendaken rondom, bijna zonder kleur in
vallende wintersche avondschemering.
De slooten, die de weilanden doorsnijden,
zijn dichtgevroren en de groote vaart l;gt
óók toe.
Aan de andere zijde van de vaart wéér
eilanden met slooten.
De heele middag hebben kinderen, jon
gens en meisjes, schaatsen gereden op de
ondiepe polderslooten.
Nu zijn de meeste naar huis gegaan.
Het begint al donker te worden en het ls
guur, te guur bijna om van het ijs te kun-
m genieten.
Op de groote vaart is nog niet gereden.
Daar is het ijs nog niet betrouwbaar.
Misschien zal het morgen goed zijn, zoo is
r gezegd.
Nog een paar kinderen krabbelen op de
slooten tusschen de weilanden aan de over
kant van de vaart
Doch de een na de ander bindt zijü
schaatsen af en gaat naar huis.
Eindelijk zijn er alleen nog maar twee
kJeme jongens overgebleven.
„We moeten naar huis", zegt de oudste
eindelijk tot zijn broertje, „het wordt al
donker en we moeten nog een heel eind
loopen, alle andere kinderen zijn al weg."
„Ja", zegt de kleinste, „weet je de weg
nog?"
„O, nou en of, ga maar met me mee
hoor."
Dan gaan de broertjes, hand in hand, op
weg naar huis, de stille weg langs de
vaart.
Tien minuten een kwartier twintig
minuten.
„Is het nog ver?" vraagt dan eindelijk de
kleinste.
„Neen. niet meer zoo erg ver", antwoordt
het broertje, „dóór in de verte, bij de molen
daar is een brug daar moeten we over en
in weer een eindje terug langs de vaart
i dan
„Het is al zoo donker", zegt de kleinste
zacht
„Je bent toch niet bang?"
„Neen]', fluistert het broertje en onder
wijl knijpt hij steviger nog de hand vaa
den oudste.
En zoo loopen ze maar weer verder.
Nog weer tien minuteneen kwar
tier...... twintig minuten
„Zijn we nou gauw thuis?" vraagt het
broertje xyer.
„De brug bij de molen zal nu wel gauw
komen", zegt de oudste dan.
„Zie je de molen al?" vraagt de kleinste.
(Wordt vervolgd)