BINNENLAND. ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1935 EERSTE BLAD PAG 2 Nieuwe besprekingen te Stresa? Mussolini bewaart het stilzwijgen Britsche en Italiaansche voor bereidingen duren voort Overzicht De wisselende stemmingen te Geneve, die nu eens van hoop, aan weder van vrcee getuigen ten opzichte van het verloop der Italiaansch-Abessijnsche controverse zouden iemand tot het oordeel kunnen verleiden, dat men daarginds blijkoaar we! wat heel spoedig geneigd is van het eene uiterste tot het andere over te gaan Zulk een meaning zou echter getuigen van weinig begrip van de problemen waarom het than: in de Volkenbondsstad gaat. De wolkan, die boven Genève hangen, dit verlieze men niet uit het oog, bedekken den g e h e e 1 e n Euro- peeschen hemel. Is het dan wonder, dat naar gelang men zwaarder storm verwaent men des te scherper acht geeft op elk tee- ken, hoe twijfelachtig ook, dat het noodweer ditmaal nog zou kunnen overdrijven? Thans heeft men dus men zie slechts de berichten weder een vleugje hoop. De „Gazette del Popoio" heeft er namelijk de aandacht op gevestigd, dat de huidige Britsche vlootbewegingen in de Middelland- sche Zee van zulk een ciniDent belang moe ten worden geacht, dat daardoor da betee- kenis van het geschil mot Abessinië in de schaduw wordt gesteld. Dit blad raadt daarom aan, de militaire voorbereidingen in de Oost-Afrikaansche koloniën wel voort gang to doen vinden,' doch ze geheel van defensieven aard te houden. Mocht Abes- sinië hierdoor tot een aanval woiden ver- lejd, dan zouden op het hoofd van den •Negus de Volkenbondssancties kunnen neer komen, die thans anderen bedreigen. In Volkenbondskringen meent men uit dit artikel te mogen afleiden, dat er in Rome een eerste spoor van bezinning komt. Iu dezelfde richting duidt een bericht van den Geneefschen correspondent van de „In- transigeant", die vernomen heeft dat Mus solini heden, na afloop van zijn minister raad. aan Genève zou mededelen, dat hjj met zijn antwoord op de voorstellen van de Commissie van Vijf twee of drie weken wil wachten. Deze tijd zou dan vermoedelijk worden gebruikt voor een nieuw contact met Brittannië en Frankrijk, hetwelk te Stresa zou plaats vinden. Interessant i: dit verband is een bericht van de „Star' dat in die stad reeds bij wjjze van voorzorg de noodige hotelruimte zou zijn gereser veerd. Intusschen zou wellicht Italië niet de eenige partij zijn, die zich erover verheugt, uit de dreigende impasse te geraken. Het moeilijk, het- gevoel hot onderdrukken, z schrijft de „Daily Mail", dat liet een fout was, toen Engeland zich wegens een be trekkelijk 'onbelangrijk gebied tot opwin ding liet brengen, terwij! het binnen afzien- baren tijd wellicht in veel ernstiger proble men verwikkeld zal worden. Daartoe be- hooren zoowel de herziening van de Euro- peesche landkaart, waar zekere ontzaglijk sterk bewapende naties een gebiedsuitbrei ding eischen, alsook de eisch van de „bezit- looze staten" naar koloniën, en naar plaats onder de zon. Het Engelschc blad "doelt hier blijkbaar op Duitschland, dat niet ophoudt te zekeren, dat cr in het Memelgebied ten op zichte der Duitsch-sprekende bevolking recht geschiedt en dat tevens meer en n zijn aandacht gaat vestigen op de koloniën, die het Verdrag van Versailles naar veler meening het in 1919 ten onrechte heeft KORTE BERICHTEN Bij Moekden hebben bandieten een trein De toestand van Arthus Henderson, die te Londen in een ziekenhuis wordt pieegd, is nog niet veel verbeterd. In Mexico ontstond een botsing tusschen kolonisten over het in bezit nemen land. Gevolg: zestien doodenl VOORSTELLEN DER COMMISSIE VAN VIJF Negus acht ze aannemelijk De voorstellen van de Commissie van Vijf worden te Addis Abeba nog steeds bestudeerd, doch over 't algemeen acht men ze dannemelijk. Echter zal de Regeering niet in staat zijn, aan Italië bijzondere concessies te verleenen. Dit zou in strijd zijn met haar vroegere belofte: gelijke rechten voor alle landen. Overigens heeft de keizer het instellen van een bijzondere politic, welke voor de veiligheid der in Abessyr.ië woonaohtige Europeanen zou moeten zorg dragen, reeds voorbereid. Wat de controle op den slavenhandel aan de grenzen betreft, is men van meening, dat dit tot de taak behoort der aangrenzen de landen, die bij dezen handel zijn be trokken. Inzake de toelating van buitenlandsche adviseurs in de Abessynische regeering is zij Europeanen, hetzij Amerikanen voor stellen. waarbij de keizer zich het recht van goedkeuring voorbehoudt. Aan een maaltijd met 85 persverte genwoordigers heeft de Negus opnieuw verklaard, dat hij in geen enkelen vorm een mandaat zou aanvaarden, indien dat de onafhankelijkheid van zijn land in gevaar zou kunnen brengen. Meer dan 2000 jaren hebben wij getoond, zoo zeide do Negus, in staat te zijn zelf te regeeren zonder protectoraat. Als leider van mijn rijk en als beschermer van mijn volk, zal ik in geval van oorlog zelf het leger tegen den vijand aanvoeren, doch God zal weten te verhinderen, dat ons conflict met Italië een bloedig verloop krijgt. Wij kun nen Italië geen economische en territoriale concessie doen zonder tegenprestatie of zonder dat Italië daarvoor afziet van zijn aanval. Als onafhankelijke staat waken wij onze vrijheid. Antwoord reeds te Genève? Naar verluidt zou het Abessynisoh antwoord op do voorstellen van de Com missie van Vijf reeds in Genève zijn ontvangen, Abessynië zou met deze voor stellen accoord gaan. Zoodra 't Italiaan sche antwoord ontvangen is, zal de Vol kenbondsraad zich met den toestand bezig houden. Italië en Brittannië tegenover elkander! Men is wederzijds bezorgd De hertog van Pistoja en de hertog vat Bergamo, twee prinsen van het Italiaan sche koninklijk huis, die dienst hebben ge nomen bij het leger van Oost-Afrika, zijn benoemd bij het hoofdkwartier van de vijf de divisie Zwarthemden „1 Februari" en tot commandant van de divisie „Gran Sas- welke beide bestemd zijn voor Oost pen versperd. Op advies der Overheid heeft de bevolking kaarsen Ingeslagen, als nood verlichting bij een eventueel luchtbombar dement Naar verluidt zijn er reeds 15.000 kande laars verkocht en zijn ook in den omtrek thans nergens meer kaarsen te verkrijgen. Inmiddels is ook de kruiser „Exeter" te Gibraltar aangekomen. In Alexandrië worden reeds gasmaskers verkocht tegen 16 shilling het stuk. Volgens Reuter hebben de Britsche vloot bewegingen te Rome een buitengewonen indruk gemaakt. Deze maatregelen worden evenwel niet. in verband gebracht met even- tueele sanctiemaatregelen doch veeleer met de activiteit der Italiaansche duikbooten in de Middellandsche Zee. Het zenden van Italiaansche strijdkrach ten naar Lybië heeft in Engelsche kringen groote bezorgdheid gewekt. Reuter bevestigt, dat de Italianen te verstaan hebben gegeven, dat de Italiaansche regeering bereid is haar versterkingen uit Lybië terug te trek ken, wanneer zij van de Britsche regeering bepaalde toezeggingen zal ontvangen ten aanzien van de sanctie- maatregelen. ïar Noord-Afrika zouden zijn gezonden. Derhalve is het mogelijk, dat. deze troe- jn naar de Dodecanesos zijn gezonden. Men vraagt zich af, wat Italië daar wil. Volgens de laatste persberichten staan ongeveer 10.000 man Engelsche troepen en 12.000 man Egyptische troepen gereed in Egypte en in den Soedan- Do Italiaansche uitgaven voor de Oost- Afrikaansche koloniën hebben in Augustus bëcïragen 337 miiiioen en van 1 Juli tot en met 31 Augustus 718 millioen. Het Italiaansche Ministerie van Finan ciën deelt mede, dat in Augustus is ont vangen een bedrag van 1.599 millioen lire en uitgegeven éen bedrag van 2.130 mil lioen lire. Het geheele deficit bedraagt met inbegrip van dat van Juli 1 milliard 5 mil lioen lire. Te Rome laat men tdt M> toe algemeen a. do voorstellen van de Commissie van Vijf botweg van de hand te Wijzen; Wel orden zij aldaar ook verder met scepti- smo beoordeeld. Volgens de „Star" zouden te Stres» bij wijze van voorzorg reeds hotelkamers zjjtt gereserveerd, hetgeen beschouwd zou woe den als een aanwijzing, dat Mussolini voor nemens zou zijn met Groot-Brittannië en Frankrijk te confereeren over Abessinië. De Franschen versterken Dsjiboetl. Begin volgende week zullen twee Fran- sche regimenten naar Dsjiboeiti worden ge dirigeerd. Het betreft het 24e regiment Se- negaleesche schutters uit Perpignan en regiment, dat is samengesteld uit het vier de en achtste regiment Senegaleesche schutters uit Toulon. Voorts zullen vier Fransche oorlogssche pen van Toulon naar Dsjiboeti vertrekken. Officieel worden deze geruchten ontkend Er zou alleen één bataljon naar Fransch- Somaliland onderweg zijn. Amerika geeft Roode-Krois-hulp. Het Amerikaansche Roode Kruis heeft bekend gemaakt, dat het in geval van oorlog tusschen Italië en Abessinië zooveel hulp zal verleenen als slechts mogelijk is, ofschoon in Amerika feitelijk geen hulp voor oorlogvoerenden bijeen gebracht mag worden. Te Rome is bij decreet een commissie van 16 leden in het leven geroepen, die geval van oorlog kwesties die met neutra len zouden kunnen ontstaan, te behandelen Beroep op oude vriendschappen Giornalo d'Italia schrijft over de dienst neming van Belgische officieren in 'tAbes- synisohe leger, dat indien deze officieren ir den laatsten oorlog hebben gestreden, om hun land te verdedigen, zij de erkentelijk heid van België jegens Italië niet moeten vergeten, toen Italië besloot ded te nemen aan 't wereldconflict, waarbij een gemeen schappelijke overwinning werd behaald, waarvan België ten zeerste heeft geprofi teerd. Italië zal die episode niet vergeten. Bedoelde officieren behooren blijkbaar niet meer tot de Belgische natie en zij zullen niet meer naar Europa terugkeeren, gezien zij ontslag hebben genomen uit het leger van hun vaderland. Wat Groot-Brittannië aangaat, schrijft dit blad: Wij willen nog niet gelooven, dat Enge land. nauwelijks twintig jaren na de i ventio van Italië in den wereldoorlog zich tegen de Italiaansche natie zou keeren tegen haar zou kunnen optreden. Itali§ is slechts voornemens nieuwe ge bieden voor zijn werkzaamheid te ontsluiten en een einde te bereiden aan de reeds tig jaren voortdurende gewelddadigheden van een land, dat leeft van roof en slaven- De drie wenschen van de Kleine Entente Volgens de Parijsche „Information" wordt de politiek der Kleine Entente op 't oogen- blik door drie factoren bcheerscht Deze zijn: handhaving van de eensgezind heid met Frankrijk, trouw aan het Volken bondspact en het tot, icderen prijs vermij den van nieuwe moeilijkheden tusschen Italië en Zuid-Slavië. Wanneer een gewapend conflict tusschen Rome on Addis Abeba niet kan worden ver meden, is het de wensch van de kleine En tente, dat geen enkele reactie daaruit- zal komen op de betrekkingen tusschen Italië en Zuid-Slavië. Dit laatste is oorzaak van de huidige reserve, die door de Kleine Entente in acht wordt genomen. Al volgen Roemenië, Zuid-Slavië en Tjsecho-Slowakije ook Groot-Brittannië en al blijven zij gehecht aan het Vol- kenbondshandsvest, zij zijn toch aan den anderen kant vastbesloten op geen enkel moment Italië den indruk te geven, dat deze houding opnieuw een scheiding zou kunnen teweeg brengen tusschen Rome en Belgrado betreffende de zuiver Europeescho politiek. Een der gedelegeerden van de Kleine Entente heeft in dit verband verklaard: Wanneer wij zoo voorzichtig zijn, komt dat, omdat wij Italië willen toonen. dat wij op het oogenblik, waarop het een groote trijd uitvecht met de grootste mogendheid ter wereld, niet daarvan willen profiteeren om het moeilijkheden te bereiden en dui delijk te maken, dat de Kleine Entente niet uit hei kader .van den Volkenbond wil treden. ITALIAANSCH SCHIP IN GRIEKSCHE WATEREN Een Italiaansch motorschip, de „Prome theus", dat van Tarente kwam, is in de haven Argostolion op 't eiland Kephallinia binnengeloopen met 't motief, dat dehooge Naar gemeld wordt, zouden de Grieken in Argostolion geweigerd hebben Italiaansche Lires in ontvangst te nemen als betaling voor aankoopen van de bemanning van het Italiaansche motorschip. Een vriendsehaps-demonstratie Onder groote belangstelling der bevol king is gisteren de Grieksche oorlogsvloot in de haven van Is tan boel binnengeloopen. Met het oog op den tegenwoordigen poli- hierdoor de vriendschap tusschen Turkije en Griekenland opnieuw officieel bekrach tigd wordt UITVOER VAN RUBBER-AFVAL VERBODEN Bij-verordening van het Rijksministerie van Luchtvaart is het bestaande verbod van uitvoer van rubberafval uit Duitsch land,. uitgebreid tot rubbermeel en -stof. Deze maatrége! is noodig geworden, omdat het tot dusver geldende verbod ontdoken werd door het malen van. rubberafval. PATER-FRANCISCAAN VEROORDEELD De Pater-FrancfsCaan Franz Zimolong (Pater Bertrand) is wegens overtreding van de Deviezenverordeningen veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf en 3000 R.M. boete, subs, nóg 30 dagen gevangenis straf. DE TOEKOMST VAN MEMEL Diplomaten voeren besprekingen Eden en Laval hebben gister uitvoerige besprekingen gehad met de vertegenwoor digers van Litauen en Letland over de kwestie van de toekomst van Memel. Naar verluidt, zijn de vier staatslieden overeengekomen deze aangelegenheid langs diplomatieken weg te behandelen en niet voor den Volkenbondsraad of de Assemblee De nood in de tuinbouw Steunbedrag met 16.000.000 verhoogd De zeer ernstige omstandigheden, waarin de tuinbouw, in het bijzonder door de exportmoeilijkheden is geraakt, hebben ertoe geleid, dat de Minister van Landbouw en Visscherij het steunbe drag, dat vooor 1935 uit het Landbouw crisisfonds voor den tuinbouw beschik baar zal worden gesteld, met 16 mil lioen heeft verhoogd, zoodat thans in to taal voor den tuinbouw voor het jaar 1936 een bedrag van 12 millioen gulden beschikbaar is gesteld. Door deze verhooging van het steun bedrag is de mogelijkheid geopend, de voor 1935 vast te stellen richtprijzen voor de producten en in de perioden, waarvoor deze zullen gelden, voor 100 pCt. uit te keeren. Het ligt in de bedoeling reeds dezer dagen tot een belangrijke voorschot- uitkeering over te gaan voor produc ten, waarvan de oogst en de geldelijke opbrengst practisch kan worden over- Verzekeringsagenten en Zieken fondsboden Jaarvergadering van den Christelijken Bond Bestrijding van misstanden in het bedrijf Te Amsterdam is in jaarvergadering bij- eengek^mer de Ned. Chr. Bond van Verze keringsagenten en Ziekenfondsboden, aange sloten bij het C.N.V., onder voorzitterschap den heer R. Gaasterland, van Am sterdam. Openingswoord Deze zesde jaarvergadering, die goed be zocht was, is te 11 urn- door den. voorzitter or de gebruikelijke wijze r op wees, dat in het levensvi bedrijf tegenwoórdig „een iegelijk- doet wat recht is in zijn oogen", waardoor de juiste samenwerking óhtbreekt en de concurrentie hoogtij viert. Hierbij, werkt men met midde len, die eigenlijk wettelijk niet geoorloofd zijn, waardoor het in de oogen van het publiek hoogstaande levensverzekeringbedrijf geduchte knauw krijgt. De ongelimiteer de productiehonger heeft er toe geleid, dat velen, die geen begrip hebben van het ver zekeringswezen, als „agent" op het publiek worden losgelaten, waardoor de positie van den bona-fide vertegenwoordiger al treuriger Spreker somt ten bewijze eenige krasse staaltjes van zwendel en geweldpleging op, die door de dagbladen zijn vermeld. Bepaalde directies zag spr. vooral als de schuldigen van deze ongebreidelde concur rentie, waardoor de andere directies machte loos staan om betere verhoudingen te ver krijgen, hoewel hier en daar ernstig hiernaar wordt gestreefd. Beterschap verwachtte spr. van een drachtige samenwerking tusschen di recties en agenten. Ons beginsel eischt van ons om te komen tot uftharihing van kwade, verkeerde toestanden en met Gods hulp te beoordeelen het goede. Hier ligt, meende spr. ten slotte, in de naaste toekomst de taak van den Jaarverslag In het jaarverslag is de secretaris-pen ningmeester, de heer J. K. Rietdijk, van Rotterdam, best te spreken over de posjtie van het levensverzekeringsbedrijf, dat in- de branding van den tijd zijn krachtige positie en gunstige reputatie heeft kunnen behouden. De premiebetaling, vooral bij de volksverze kering, wordt echter steeds moeilijker voor de verzekerden. Door uiterste krachtsinspan ning kan door agenten worden getracht de portefeuille uit te breiden, in verband waar mede ook in het verslag ernstig wordt ge klaagd over slechte productiemethoden, waar tegen de maatschappijen en het bedrijf in het algemeen zich niet voldoende kunnen verweren. Door hechte onderlinge samenwer king van organisaties en maatschappijen meent het jaarverslag de uitwassen in het verkrijgen van productie te kunnen, be- Het ledental liep terug van 182 óp 162". Aangespoord wordt de propaganda krachtig ter hand te nemen. Waar noodig, vermeldt het verslag, kon met succes voor de belangen van leden worden opgetreden. Over het be- grafenisbedrijf zegt de secretaris: „De onge motiveerde aanvallen op het georganiseerde bedrijf en de duidelijk waarneembare oneer lijke concurrentie, ons daarin aangedaan, bleven voortdurend verweer noodig maken." De Bondsrekening sluit met een saldo van f 598.39 en wees aan een totaal bedrag van f 3700,13H- Het eindcijfer van het orgaan „De Verzekeringsagent" is f 827.84, dat van de Algemeene Ondersteuningskas- f 3063.92, en van de balans f 3893.52. Deze jaarverslagen zijn in de Jaarvergade ring goedgekeurd. Voorts zijn onderscheidene huishoudelijke zaken afgedaan. In de avondvergadering heeft de heer W. Bakker, van Utrecht, lid van het Hoofd bestuur, gesproken over Tegenover het streven van de Coöpera tieve vereenigingen op begrafenisgebied heeft spr. op historische gronden betoogd, dat het begraven niet een taak der gemeen schap is, maar van de familie, die onder Israël bijv. van dragersdiensten gebruik maakte en van rouwklagers zich bediende. Uitvoerig ging spr. na de ontwikkeling van het begrafeniswezen tot op den gildentijd en daarna. Daarbij besprak hij het fondswezen, waarin boden steeds een rol hebben vervuld. In den nieuweren tijd hebben boden meer malen misbruik gëmaakt van het vertrou- dat zij genoten. Er zijn vroeger dan ook tegen de begrafenisfondsen bezwaren inge bracht, die, naar spr. aantoonde, niet steeds zonder grond waren. Toen ook voor de begrafenisfondsen een wetenschappelijke basis was verkregen, is het steeds bergopwaarts gegaan. Zoo is, con cludeerde spr., uit de primitieve fondsen van het verleden het huidig bedrijf gegroeid en de wet op het Levensverzekeringsbedrijf heeft hiertoe medegewerkt. Het coöperatief streven wil het verzeke ringsbedrijf en speciaal de agenten of boden geheel uitschakelen. Hiertegen kwam spr. op. Klasseverschil bij begraven, waartegen de coöp. vereenigingen zich verzetten, is niet ku .stmatig ontstaan, maar wordt door het leven zelf veroorzaakt. De oude begrafenisfondsen zijn door de Verzekeringswet óf beëindigd óf op soliede grondslagen gebaseei^. Spr. meende, dat de bestaande wettelijke voorschriften niet voldoende zijn om den terugkeer te beletten van toestan den, die in het verleden zoo veel oor zaak tot ergernis gaven. Hiermede doelde spr. op fondsen, die niet vallen onder de Verzekeringswet. De Verze keringskamer heeft tegen dit soort fondsen dan ook reeds gewaarschuwd. Alleen een fends, dat onder wettelijk toezicht valt, kan zekerheid voor de naleving van de polis bieden. De waarborgen, die de wet biedt, worden gemist door hen, die tot de door spr. be doelde begrafenisvereenigingen toetreden. Nc. gedachtenwisseling over het onderwerp is de vergadering gesloten. In de middaguren hebben de bezoekers van de jaarvergadering met reiswagens Am sterdam doorgereden en het Gooi bezocht. H.M. de Koningin naar de Legeroefeningen Ook Prinses Juliana naar Gelderland H. M. de Koningin is gistermiddag mét den Staatsspoortrein van 3.10 uur, waarin het Koninklijk salonrijtuig meereed, naar Het Loo vertrokken ten einde gedurende eenige dagen de legeroefeningen in Gelder land bij te wonen. H. M. was vergezeld van H. K. H. Prinses Juliana, Wederantwoord van H.M. de Koningin Het wederantwoord der Koningin op het adres van antwoord der Eerste Kamer ter beantwoording van de Troonrede luidt als volgt: „Mijne Heeren. Ik verzoek U Mijn 'dank' over te brengen »an de. Eerste Kamer voor Haar adres van antwoord op de rede, waarmede ik deze nieuwe zitting van de Staten-Generaal heb Met voldoening vernam Ik, dat Zij van den inhoud met belangstelling en aandacht beeft kennis genomen en dat Zij met Mijn aan het slot uitgesproken wensch, van harte instemt". Landgoed „Kasteel Geldrop" Onder de natuurschoonwet gerangschikt Bij gemeenschappelijke beschikking van do Ministers van Landbouw en Visscherij en van Financiën is het landgoed Kasteel Geldrop" onder de natuurschoonwet gerang schikt. Het kasteel ligt onmiddellijk ten Noorden van Geldrop, de omgeving hiervan is niet voor het publiek opengesteld. De overige terreinen, die ten Z.O. van Geldrop liggcf en die een oppervlakte beslaan van ong* veer 90 H.A., zijn toegankelijk op vertoon van wandelkaarten. DE WERELD-JAMBOREE 1937 In het Gooi? B. en W. van Hilversum doen den Raad het voorstel, een som van aohtduizend gul den te storten in het garantiefonds voor de wereld-jamboree 1937 der Internationale Broederschap van Padvinders, onder voor- waarde, dat deze jamboree in het Gooi za£ worden gehouden, waarvoor de plannen overigens reeds in een vergevorderd sta dium zijn gekomen. Men verwacht op de jamboree een deei» neming van 30.000 a 50.000 personen. FEUILLETON WAAROM NELIS VAN DER WAEL HIELP door JEANNE MARIE Rrrst rrst. Een sleutel wordt in een i bmgedraaid. Een deur opengestooten Loodzware stappen op een houten trap. Klak - klak - klak - klak. Boven op het gangetje staat een vrouw. ,jEn?" vraagt ze dof. „Wéér niks", antwoordt stug de man, dlc bnderwijl boven is gekomen. „Wéér niks", herhaalt de vrouw zacht. De man ontdoet zich van jas en pet en gaat het voorkamertje binnen. Voor de schoorsteen, in een hoek, brandt een klein ouderwetsch potkacheltje, rood gloeiend. De man loopt op het kacheltje toe. buigt zich wat voorover en begint zijn verkleum de handen te wrijven. Een paar maal probeert de vrouw, die Voor de tafel ie gaan zitten, met een bak aardappelen op haar schoot, hem aan het praten te krijgen. Maar dat gelukt haar niet. Op alles wat ze vraagt antwoordt hij kort en ontwijkend, of in het geheel niet, zond- zij ten laatste dan óók maar niets meer zegt. Zoo begint er een benauwende stilte in het kamertje te hangen alsof er plotselinc iets gebeuren kan iets verdrietigs of iet» ergs. „Wat hoor ik toch", zoo yerbreekt de vrouw op eenmaal het beangstigende zwtf gen, „het lijkt wel of er wat te doen ia, buiten." De man bij de potkachel mompelt iets onverstaanbaars. De vrouw zet de bak met aardappelen op de tafel en loopt naar het raam. Een huis of wat verder ziet ze een vrachtauto, waarvan blijkbaar een wiel is afgeloopen, bedenkelijk naar één zijde overhellend, midden op de straat staan. Een paar man nen er bij in druk gesprek en een heele tioep kinderen er om heen. ..Nelis, weet jij dat, daar i s wat, aan een auto", zegt ze dan. „Hebben ze dat wiel d'r dan nog niet Sn?" vraagt de man min of meer hoonend. „Ze schijnen d'r geen raad mee te weten" antwoordt de vrouw en even later: „Zeg Nelis, jij zou ze toch wel even kunnen „Tk, ze helpen?" schampert Nelis, „ik, in de kou gaan voor Dirk Smit. Laat die nou maar eens probeeren z'n auto met vrome praatjes op gang te krijgen." „Nei's'" zegt de vrouw dan, min of meer bestraffend en een heel droeve trek teekent zich scherp op haar gezicht aA. „Ik zeg maar", zoo gaat Nelis door, „ik zeg maar. als je kans ziet om met bijbel teksten een ander een baantje voor z'n neus weg te pikken, dan moet je er ook een auto mee op gang kunnen krijgen." De vrouw heeft intusschen gezien, dat het inderdaad Dirk Smit is, die met nog iemand, bij de auto staat t: praten. Nelis is nog niet bij het raam geweest; die auto moet daar dus al gestaan hebben, toen Nelis zooeven thuis kwam. Heeft Dirk hem misschien kwaad gedaan hem slecht behandeld? Dat denkt Nelis. Beide mannen, oude buuryrienden, heb ben kort geleden gedongen naar een open betrekking voor chauffeur. Op de wagen zijn ze allebei even goed, maar Nelis heeft vóór, dat hij goed op de hoogte is met kleine reparaties aan do machine. En toch heeft Dirk de betrekking gekregen. Dit nu heeft bij Nelis kwaad bloed gezet. Maanden lang is hij nu al werkloos. Tientallen brieven heeft hij geschreven op advertenties uit de courant. Hij heeft zich laten inschrijven bij 'de arbeidsbeurs. Bijkans alle garages van de stad heeft hij afgeloopen en aan de groote magazijnen hij wezen vragen, of er in de naaste toe komst misschien iemand noodig was. Maar alles te vergeefs. Éénmaal had hij een mooie kans gehad en toen was Dirk met het baantje gaai strijken. Dirk Smit, dio niet eens met de machine behoorlijk op de hoogte is. Nelis kon maar één reden vinden, waar om Dirk misschien de voorkeur kan hebben gehad: Dirks vroomheid. Want Dirk Smit is een godsdienstig man. Niet maar zoo één, die alleen 's Zondags naar de kerk gaat en van wiens geloof vorder nooit iemand iets merkt. Neen, Dirk Smit is gewoon ook in het dagclijksch leven uit te dragen, wat hij belijdt en, waar het pas geeft, durft hij ook vrijmoedig van zijn God te getuigen. Nu is ook Nelis niet, wat men verstaat onder een ongeloovig mensch. Doch zooa's Dirk is hij niet. Wel heeft hij Dirk dikwijls bewonderd en ook meermalen gewenscht te wezen, zooals hij. Zoo was het vroeger tenminste, vóór Nelis werkloos werd. Nu bekommert hij zich, helaas, met den dag minder om den dienst des Heeren en al meer om zijn aardsche gemis. Hij begeert nu niet meer te wezen, zooals Dirk. Vooral sinds Dirk dat baantje gekregen heeft, is het met Nelis steeds erger ge worden. Hij kan het gevoel maar niet van zich afzetten, dat het met het vergeven van die betrekking niet eerlijk is toegegaan. De directeur van de zaak, waar èn Dirk cn Nelis hun diensten hadden aangeboden zit in verschillende Christelijke vereenigingen. Zelfs is hij lid van de kerkeraad. Hij zal Dirk dus wel gekend hebben en hem om zijn vroomheid hebben bevoordeeld. En dat vindt Nelis onrecht- En dóórom is hij zoo boos op Dirk Smit. „Zou je nu toch maar niets eens probes- ren te helpen?" zoo waagt Nells' vrouw, juifrouw van der Wael, na een poosje nog helpt mli? Heeft Dirk tegenover mij zijn Christen plicht gedaan?" „Wij weten niet, of hij dit ooit heeft ver zuimd, Nelis; in elk geval mogen wij ons niet onttrekken als Iemand onze hulp no> dig heeft. Zelfs al was hij werkelijk ome vijand, dan zelfs zouden wij hem moeten Liibtnan." Even aarzelt Nelis nog. Veel genachten gaan er onderwijl door zijn hoofd. „Ik zal gaan", zegt hij dan, „maar niet omdat, het mijn Christenplicht zou zijn of zoo ietsalleen om van jouw gezanU af te wezen" A!s Nejis de deur uit Is, zit juffrouw van der Wael weer aan de tafel. Haar handen vouwt zij onwillekeurig samen in haar schoot. Die ontevredenheid, die onversch'l- ligheid. die vijandschap van haar man Lh droeven haar zoo. j „Och Heere", bidt zij dan, „U alleen kunt dat harde hart brekendoe Gij hem dat niet het aardsche brood, maar hemelsche, het voornaamste isleer mijn man zijn zonde kennenen Hem, dia gekomen is om zondaren zalig te maken, onzen Heiland Jezus Christus." Na enkele minuten is Nelis weer thuis. Het wiel is gemaakt, de auto verder g reden en de toeschouwers hebben zich ve spreid. Het is weer even stil en rustig in de straat als altijd. „Ziezoo, Dirk Smit kan weer vooruit," zegt Nelis. „Hij scheen zóó 'n haast te heb ben, dat hij zelfs geen tijd had om mij behoorlijk te bedanken. Het was omdat ii' zoo zeurde, daarom ben ik naar buiten gegaan anders En Nelis buigt zich weer over het kleine potkacheltje en wrijft zijn handen boven het vuur. Buiten de stad een stille landweg e langs die weg een sloot Aan de andei zijde van de weg grasland. Heel in de verte een kerktorentje en wat huizendaken rondom, bijna zonder kleur in vallende wintersche avondschemering. De slooten, die de weilanden doorsnijden, zijn dichtgevroren en de groote vaart l;gt óók toe. Aan de andere zijde van de vaart wéér eilanden met slooten. De heele middag hebben kinderen, jon gens en meisjes, schaatsen gereden op de ondiepe polderslooten. Nu zijn de meeste naar huis gegaan. Het begint al donker te worden en het ls guur, te guur bijna om van het ijs te kun- m genieten. Op de groote vaart is nog niet gereden. Daar is het ijs nog niet betrouwbaar. Misschien zal het morgen goed zijn, zoo is r gezegd. Nog een paar kinderen krabbelen op de slooten tusschen de weilanden aan de over kant van de vaart Doch de een na de ander bindt zijü schaatsen af en gaat naar huis. Eindelijk zijn er alleen nog maar twee kJeme jongens overgebleven. „We moeten naar huis", zegt de oudste eindelijk tot zijn broertje, „het wordt al donker en we moeten nog een heel eind loopen, alle andere kinderen zijn al weg." „Ja", zegt de kleinste, „weet je de weg nog?" „O, nou en of, ga maar met me mee hoor." Dan gaan de broertjes, hand in hand, op weg naar huis, de stille weg langs de vaart. Tien minuten een kwartier twintig minuten. „Is het nog ver?" vraagt dan eindelijk de kleinste. „Neen. niet meer zoo erg ver", antwoordt het broertje, „dóór in de verte, bij de molen daar is een brug daar moeten we over en in weer een eindje terug langs de vaart i dan „Het is al zoo donker", zegt de kleinste zacht „Je bent toch niet bang?" „Neen]', fluistert het broertje en onder wijl knijpt hij steviger nog de hand vaa den oudste. En zoo loopen ze maar weer verder. Nog weer tien minuteneen kwar tier...... twintig minuten „Zijn we nou gauw thuis?" vraagt het broertje xyer. „De brug bij de molen zal nu wel gauw komen", zegt de oudste dan. „Zie je de molen al?" vraagt de kleinste. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2