Jlieuuir £eiïtsrijc Courant
Dr H. COLIJN OPNIEUW FORMATEUR!
Opdracht voor extra-parlementair kabinet
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden sn Omstreken
Sbonnemtntsprijö:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4.50
Bij dagelijksche zending5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/> ct.
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
N°. 5537
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
MAANDAG 29 JULI 1935 15e Jaargang
labbertentieprijjEn:
Van 1 tot 5 tegels f
Elke regel meer 0.22
Ihgezonden Mededeelingen
van 1—5 regels 2.30
Elke regel meer0.45
Handelsadvertenticn per regel 0.l7'/>
Bij contract belangrijke korting
Voor het bevragen aan 't bureau
v. wordt berekend 0.10
HET WOORD WEER
AAN COLIJN
Met verrassende snelheid wordt ge
werkt om de noodlottige kabinetscrisis
tot oplossing te brengen.
Alles wijst er op. dat de Kroon en
haar adviseurs doordrongen zijn van
de noodzakelijkheid om de toestand
van onzekerheid geen minuut langer te
laten duren dan strikt noodzakelijk is.
Met constitutioneele en logische con-
sekwentie was Vrijdag aan Mr Aal-
berse verzocht een nieuw kabinet te
vormen. Reeds Zaterdagavond moest
hij aan de Koningin meedeelen. dat hij
niet kon slagen. Waarschijnlijk heeft
hij te kennen gegeven, dat hij geen
enkele kans zag om de plaats van Dr
Colijn in te nemen.
Het was te voorzien. Zelfs als men de
opdracht iets anders interpreteert, dan
men aanvankelijk geneigd is te doen,
en dus meent, dat de zoo breed moge
lijke basis ook kon beteekenen een ver
smalde basis, gevormd door roomsch-
katholieken en sociaal-democraten.
Dit was echter van te voren door dc
roomsch-katholieken met nadruk afge
wezen; zij begrepen, dat ons volk, dat
hun eigen kiezers, deze nieuwe coalitie
(nog) niet zou kunnen verdragen. Er is
in eigen kring toch reeds ontstemming
genoeg over het roekeloos bedrijf der
Kamerfractie.
Men kan in enkele roomsche bladen
en in de roode pers nu wel schimpen
op de anti-revolutionairen, die trouw
aan Colijn hooger stellen dan het lands
belang; maar deze voorstelling van za
ken is even romantisch als de gedachte
van Mr Aalberse, dat hij op zïjn zes
punten een meerderheid zou kunnen
formeeren.
Het nuchtere feit blijft over, dat in
zijn eigen fractie de meeningen ver
deeld zijn over devaluatie en z.g. con-
sekwente deflatie en dat is toch op dit
oogenblik de spil, waarom alles draait.
Het kabinet verwerpt dit alternatief;
het zegt: we moeten een werkelijk
heidspolitiek voeren; elke dag opnieuw
de situatie bezien en onze conclusies
nemen. En daarom spreekt het toch
van zelf. dat anti-revolutionairen, libe
ralen en vrijzinnig-democraten in geen
geval formeele steun konden verleenen
aan een combinatie, die wèl roept:
Colijn verdwijn; doch niet weet te zeg
gen, wat er nu verschijnen moet.
Ook was het ons ten eenenmale on
duidelijk, hoe Mr de Geer eventueel de
nieuwe oppositie had kunnen bevredi
gen. Deze verklaarde zich reeds bij
voorbaat afkeerig van het wetsont
werp der vaste lasten, terwijl de
roomsch-katholieken meenen, dat het
niet ver genoeg gaat.
Waarschijnlijk heeft Jhr de Geer, die
nog Zaterdagavond de Koningin advi
seerde, de situatie duidelijk geteekend.
Zóó duidelijk, dat H.M. tot de conclu
sie kwam: de roekelooze onderneming
moet zoo snel mogelijk gestuit worden.
Er staan te groote landsbelangen op
het spel. Abnormale tijden vergen on
gewone middelen.
Trouwens, nu het feit er lag, ging er
door het land maar één roep: Colijn
blijf op Uw post! Van meetaf had Mr
Aalberse de volksopinie tegen zich.
Ook in eigen kring. Alleen de roode
pers was ten volle op zijn hand en hief
onmiddellijk de kreet aan: Colijn is
weg en hij blijft weg. Maar in de grof
heid der woorden schemerde reeds de
angst des harten door.
En, deze angst bleek gegrond. Met
overslaan van verschillende mogelijk
heden werd Dr Colijn uitgenoodigd het
roer te houden.
Het spreekt wel vanzelf, dat wij ons
over deze gang van zaken verheugen.
En we erkennen, daar zit iets persoon
lijks in; ook een gevoel van piëteit
jegens den minister-president, die kwa
lijk bejegend werd, sprak mee. Doch
we hadden het sentiment zooveel mo
gelijk onderdrukt. Het was ook niet
doorslaggevend. Want objectief en af
gezien van alles stond van te voren
vast, dat de nieuwe oppositie wel kon
breken, maar niet bouwen. Welnu,
waartoe moest dan de crisis dienen?
Onze blijdschap is echter niet onver
mengd. De vraag blijft: Wat nu? Colijn.
als hij slaagt, blijft; de oppositie blijft
ook. En de roomsch- kath.-fractie be
houdt haa' sleutelpositie.
Er zal dus iets moeten gebeuren. Er
is een breuk, en deze dient althans ver-
Prof. Aalberse
faalt
Geen voldoende overeenstem
ming voor een parlementair
Kabinet op genoegzaam bree-
de basis.
Prof. Aalberse heeft>aan HJXI.
de Koningin verzocht hem te
veroorloven de vorming van
een parlementair kabinet op
de breedst mogelijke basis
niet te aanvaardenomdat hij
na bespreking met de voorzit-
ters van de Kamerfracties de
overtuiging heeft gekregen
geen voldoende overeenstem-
ming te zullen kunnen berei
ken om te komen tot de vor
ming van een parlementair
kabinet op genoegzaam breede
basis.
Gecombineerde besprekin
gen met fractieleiders
Omtrent de kabinetscrisis vernemen wij
nog, dat na de: indivirtueele besprekingen
met de fractie-voorzitters, Zaterdagmiddag
ten huizevan'prof.Aalberse een gecombi
neerde vergadering' is gehouden, waar van
twee uur tot half zes over de kabinetscrisis
van gedachten is gewisseld.
Toen het besluit eenmaal gevallen was,
waardoor prof. Aalberse niet aan de op
dracht kon voldoen, heeft hij zich om half
zeven naar Den Ruigenhoek begeven om
H.M. de Koningin van een en ander op de
hoogte te stellen en aan Hare Majesteit ont
heffing van de hem gegeven opdraoht te
verzoeken.
Wat de besprekingen op
leverden
De liberale bladen deelen vermoede
lijk op grond van door Dr Bierema ver
strekte inlichtingen omtrent de loop dei-
besprekingen nog het volgende mede:
Bij de gezamenlijke conferentie, waarop
alleen de leider der vrijz.-dem. niet was ver
sohenen en van liberale zijde in verband
daarmede al dadelijk een voorbehoud werd
gemaakt, moet de discussie tusschen aan
hangers van zoo ver uiteenloopendo poli
tieke denkbeelden over het program, dat de
heer Aalberse had ontworpen, een hopeloos
beeld van gemis aan eenheid voor een kabi
net op de breedst mogelijke basis vertoond
hebben. Dat program werd daar dan ook
van verschillende zijden bestreden. Ook de
a.r. woordvoerder had slechts zakelijke be
denkingen en plaatste zich dus niet op het
standpunt, dat zijn fractie niet bereid was
steun te verleenen aan een formateur, die
het kabinet Colijn had doen vallen.
Samenwerking met soc.
dem. geweigerd
Ook gaf prof. Aalberse een ontkennend
antwoord op de vraag van den voorzitter
der soc.-dem. fractie, den "heer Albarda, of
de r.k. bereid waren, alleen met de sociaal
democraten een kabinet te vormen. De
roomsch-katholieken hebben, om met het
perscommuniqué te spreken, een samenwer
king uitsluitend met de s.d. geen „genoeg
zaam breede basis" voor het nieuwe bewind
geacht
De heer Aalberse was toen wel genood
zaakt H. M. te verzoeken, aan de opdracht
geen gevolg te mogen geven.
zacht te worden, zal parlementaire po
litiek mogelijk blijven.
Vermoedelijk is daarvan, wanneer dit
blad verschijnt, reeds meer bekend dan
wij nu weten en daarom mogen we ons
van speculaties onthouden.
Het woord en de daad is weer aan
Colijn. Dat alleen reeds zal de onrust
doen luwen, gelijk onmiddellijk aan de
beurs bleek en ook onder het volk en
in het maatschappelijk leven blijken
zal. Daarvoor danken wij God en wij
bidden Hem om een bevredigende op
lossing.
H.M. de Koningin heeft Zaterdagavond Jhr. Mr. De Geer
ontvangen.
Hedenmorgen heeft H. M. aan Dr. H. C o 1 ij n opdracht ver
leend tot vorming van een extra-parlementair kabinet van breede
samenstelling.
Dr. Colijn verzocht de opdracht in beraad te mogen nemen.
De Koningin heeft den wensch te kennen gegeven de beslis
sing binnen enkele dagen te mogen vernemen.
Dr. Colijn heeft hedenochtend reeds met verschillende voor
aanstaande politieke personen besprekingen gevoerd.
In de residentie deed een gerucht de ronde, dat de Roomsch-
Katholieke ministers zich uit het kabinet zouden terug trekken
zulks in ruggespraak met hun partij, doch te bevoegder plaatse was
dienaangaande niets bekend.
DE MISLUKTE POGING
Hoe de pers er over dacht
Enkele ochtendbladen gaven reeds be
schouwingen over de mislukte poging van
Mr Aalberse om een parlementair kabinet
op zoo breed mogelijke basis te vormen.
De parlementaire redacteur van de
Maasbode, die een en ander maal ge
wag maakt van het langdurige onderhoud,
dat mr Aalberse Zaterdagavond (bij het
teruggeven der opdracht) met H.M. dr-
Koningin had, zegt, dat men uit de offi-
cieele mededeeling kan afleiden,
hoe prof. Aalberse aan de Koningin heeft
medegedeeld, dat hem gebleken is, geen
grondslag te kunnen vinden voor de hem
verleende opdraclrt. Is dit zoo, dan zal de
formateur hoogstwaarschijnlijk aan H.M.
hebben geadviseerd de vorming van een
parlementair kabinet aan een ander
staatsman te willen opdragen. Het is im
mers niet in te zien. dat prof. Aalberse
wel een basis zou hebben voor de vor
ming van een extra-parlementair kabinet
En dit schijnt ook niet direct aan de orde.
zoolang geen andere pogingen tot forma
tie van een blijkbaar door H.M. gewild
parlementair kabinet zijn gedaan. Waar
schijnlijk heeft prof. Aalberse in dit sta
dium dus definitieve ontheffing van de
aan hem verleende opdracht verzocht.
Deze gevolgtrekkingen zijn aannemelijk,
doch niet zonder verbazing lezen we, dat
de anti-revolutionairen bij voorbaat hebben
verklaard,
hun medewerking aan een kabinet onder
Katholieke signatuur te zullen weigeren
(en) dat nu aan een Protestantsch forma
teur voor een parlementair kabinet ge
dacht wordt, In dit geval ligt een Ko
ninklijk beroep op Minister van Staat,
jhr mr D. J. de Geer voor de hand.
Jhr de Geer, zoo betoogt het blad, heeft
zich niet op de munt vastgelegd, en daar
om kan een beroep op hem gedaan worden;
want
om de tegenstelling tusschen deflatie en
devaluatie draait het politiek conflict en
het schijnt ons niet in 's lands belang
deze tegenstelling te verduisteren. Men
kan twisten over het hoever der deflatie,
zooals men ook kan disputeeren over de
beste methode van devaluatie, doch dit
zijn technische kwesties.
Zou men het daarover eens moeten wor
den voor een Kabinet tot stand komt, dan
kan Nederland nog lang op een ministe
rie wachten. Hoofdzaak is, dat een Kabi
net optreedt, dat op voldoende steun in
de Kamer kan rekenen. Of het bij optre
den de beschikking heeft overeen rescript
waarbij aan den president der circulatie
bank de verplichting tot gcudafgifta
wordt teruggenomen is een zaak, die men
toch moeilijk vooxuit kan zeggen.
Een spel om Colijn
wordt gespeeld, meeni de roode pers, die
buiten zich zelf van woede is over de ge
dachte, dat minister Colijn wel eens aan
het bewind zou kunnen blijven. Het blad
gebruikt woorden als „machinaties", de man
op de achtergrond"; „de wraak der anti
revolutionairen", „de slaafschheia van mr
Joekes", enz. Onder angstpsychose schrijft
de parlementsrcdacteur:
Men moet zich er dan ook op voorbereid
houden, in de komende dagen het trio
SchoutenBieremaJoekes gezamenlijk
te zien opereeren. Tiet streven zal daarbij
er op gericht zijn. om Colijn in de een of
andere vorm terug te krijgen. Het behoeft
wel niet te worden gezegd, dat wij een
dergelijke oplossing weinig minder dan
noodlottig zouden achten voor 's lands
welvaart
Toch moet ernstig rekening worden ge
houden met de mogelijkheid, dat men al
les zal beproeven, ten einde onderschei
den andere oplossingen te doen misluk
ken, in de hoop, dat de Kroon dan in
arren moede zal terugkeeren tot Colijn,
die in deze tactiek de rol vervult van den
man op de achtergrond,
't Is eigenlijk te min en te grof om er nota
van te nemen; maar de teleurstelling is dan
ook vreesdij k groot
Het falen van prof. Aalberse
schrijft de N. Rott. Crt boven een be
schouwing en vertelt dan van de laatste
gecombineerde bijeenkomst het volgende:
Bij de gezamenlijke conferentie, waarop
alleen de leider der vrijz.-dem. niet was
verschenen en van liberale zijde in ver
band daarmede al dadelijk een voorbe
houd werd gemaakt, moet de discussie
tusschen aanhangers van zoo ver uiteen-
loopende politieke denkbeelden over het
program, dat de heer Aalberse had ont
worpen, een hopeloos beeld van gemis aan
eenheid voor een kabinet op de breedst
mogelijke basis vertoond hebben. Dat pro
gram werd daar dan ook van verschillen
de zijden bestreden. Ook dn a.r. woord
voerder had slechts zakelijke bedenkin
gen en plaatste zich dus niet op 't stand
punt, dat zijn fractie niet bereid was,
steun te verleenen aan een formateur,
die hei kabinet-Colijn had doen vallen.
Ook gaf prof. Aalberse een ontkennend
antwoord op de vraag van den voorzitter
der soc.-dem. fractie, den heer Albarda,
of de r.k. bereid waren, alleen met de
sociaal-democraten een kabinet te vormen.
De roomsch katholieken hebben, om met
iliet perscommuniqué te spreken, een sa
menwerking uitsluitend met de s.d. geen
„genoegzaam breede basis" voor het nieu
we bewind geacht.
De heer Aalberse heeft het toen durven
hesta,an H. M. te verzoeken, aan de op
dracht geen gevolg to mogen geven.
De situatie is daardoor bij uitstek ver
ward geworden; vervolgt het blad.
Vanzelf rijst de gedachte aan het aan
blijven van het demissionnaire kabinet of
aan een nieuwe opdraoht aan den heer
Colijn, nu de verwekkers van de crisis
vrees voor verantwoordelijkheid aan den
dag hebben gelegd. De taak van den heer
Colijn zal dan echter weinig benijdens
waardig zijn. De positie van de drie r.k.
ministers in zijn kabinet zou heel moei
lijk worden, gesteld zij zouden werkelijk
genegen zijn hun portefeuille te behou
den. En boven zijn geheele kabinet zou
het zwaard van Damocles der r.k. oppo
sitie met haar sleutelstelling in de Kamer
blijven hangen.
Een verrassend feit
noemt het Alg. Hbld het ,dat de anti-rev.
fractieleider heeft deelgenomen aan de con
ferentie van fractieleiders, die Zaterdagmid
dag ten huize van prof. Aalberse plaats
vond. In dit verband merkt het blad op:
„De veronderstelling schijnt niet ge
waagd, dat deze fractie niet het odium op
zich heeft willen laden, 's lands belang
achter te stellen bij persoonlijke rancu
nes. Maar ook de liberalen, die de laatste
jaren van de zijde der katholieken, zoo
wei in als buiten het parlement onder een
voortdurend spervuur van laatdunkende
minachting gestaan hebben en die nog in
de laatste Kamerdebatten woorden als
„delirium van liberale economie" over
hun hoofd moesten laten gaan, hebben
terecht sentimentsoverwegingen buiten
beschouwing gelaten en slechts gekeken
naar het welzijn van het land".
Ook dit blad sluit met de opmerking, dat
Colijn wel eens terug kan komen.
Een verwacht echec
heeft mr Aalberse volgens de Telegraaf
Dat wil niet zeggen, dat de rol van
heer Aalberse bij deze kabinetscrisis is
uitgespeeld. In tweede instantie, als
straks een nieuwe kabinetsformateur zal
zijn benoemd, zal hij terdege zijn invloed
kunnen doen gevoelen Eerst als wij op
nieuw een ministerie hebben, dat den
gulden wil verdedigen en dat zonder
medewerking der socialisten is gevormd,
Een karakteristieke foto van Dr H. Colijn,
genomen tijdens de wandeling
zal men kunnen zeggen, dat de politiek
van mr. Aalberse schipbreuk heeft ge
leden.
Zoo ver is het eolrter nog niet Consta-
teeren wij voor het oogenblik, dat de
kaholieke staatspartij dr. Colijn haar ver
trouwen heeft opgezegd, zonder zich van
te voren te hebben vergewist, of zij dezen
eminenten staatsman kon vervangen. In
normale tijden keurt men een dergelijke
politieke handelwijze af. Wat er van te
zeggen onder de omstandigheden, waar
in wij nu leven?
Roekeloos.
Na deze mislukte poging van Mr. Aal
berse staan deze dingen vast:
ten eerste, hij is er niet in geslaagd een
parlementair kabinet te vormen;
ten tweede, hij heeft geweigerd alléén
met de sociaal-democraten samen een
kabinet te vormen;
ten derde, het katholieke crisis-program
wordt door alle andere „burgerlijke" frac
ties afgewezen.
Dat door de gebeurtenisen van de af-
geloopen week de positie der katholieken
in ons parlement verzwakt is, staat, naar
de meening van het blad, nu wel vast.
(Dit overzicht was samengesteld voor het
bericht over de opdracht aan Dr. Colijn
kwam, maar behoudt zijn waarde.)
EEN BELANGRIJKE VERKLARING
Heeft Dr. Colijn het conflict
uitgelokt?
De heer R. A. de O. schrijft ons'
Hier en daar tracht men de voorstelling
wekken, alsof Dr. Colijn Vrijdag 19 Juli in
de Kamer aan 't slot zijner rede zou hebben
gevraagd om een „motie van vertrouwen";
althans om een pertinente „verklaring",
waarin vertrouwen in het regeeringsbeleirt
met zooveel woorden werd uitgesproken.
Een zoodanige voorstelling wordt soms te
goeder trouw gegeven, doch ook wel om de
indruk te wekken, als zou de voorzitter van
dc Ministerraad zelf het conflict hebben
uitgelokt. In dat verband wordt dan noj,
gewaagd van „c-en onstaatsrechtelijke fi
guur" of iets dergelijks.
Allicht is het goed daartegenover va:
nagelen de woorden, waarin blijkens de
Handelingen Dr Colijn letterlijk zijn beroep
op vertrouwen heelt uitgesproken.
Hij zeide (blz. 22021):
„De Regeering kan ook niet blijven
doorwerken, als haai autoriteit doorloo
pend ondermijnd wordt door een critiek,
die hel voorstelt, alsof onwil en onkunde
het beleid van de Regeering beheerschen.
Daarom is bij aanneming van dit ont
werp nog iets meer noodig.
Voornaamste Nieuws.
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen
NA HET FALEN VAN DE POGING VAN
PROF. AALBERSE TOT HET VORMEN
VAN EEN KABINET OP DE BREEDST
MOGELIJKE BASIS, HEEFT H.M. DE
KONINGIN HEDENMORGEN AAN DR. H.
COLIJN OPDRACHT VERLEEND TOT
VORMING VAN EEN EXTRA-PARLEMEN
TAIR KABINET VAN BREEDE SAMEN
STELLING.
De goudvoorraad der Ned. Bank is vol
gens Engelsche berichten met 150 millioen
verminderd.
De buitengewone vergadering van den
Volkenbondsraad is tegen 31 Juli uitge
schreven. Italië verlangt een zeer beperkte
behandeling van het geschil met Abessynië,
de Negus wil behandeling van de geheele
kwestie. Alles zou thans van de houding
van Engeland afhangen.
Daar is noodig eigenlijk een klaar ant
woord op de vraag: stelt men nog
vertrouwen in 't algemeen beleid van
de Regeering; ja dan neen? Ik meen,
dat zulk een antwoord behoort te
worden gegeven door het achterwege
laten van ondermijnende critiek.
Ontbreekt dat vertrouwen, wil men an-
dcre wegen uit, dan is het gewenscht,
dat dit blijke, maar dat ook blijken dei
precieze punten, waarop de wegen uit
eengaan. Is de Kamer echter bereid tot'
een vertrouwende samenwerking, dan zal
het Kabinet met inspanning van al zijn
krachten doen, wat maar bij mogelijkheid
gedaan kan worden om zoo goed moge-
lijk door deze moeilijke tijden heen te
komen. Dan gelooft het Kabinet ook in
de mogelijkheid om zijn taak op vrucht
bare wijze te kunnen voortzetten. Het
overschat daarbij de eigen kracht niet.
Ook overschat het niet zijn eigen inzicht.
Het is altijd bereid om cordiaal met dó
Kamer samen te werken en ook alle in
zichten, die in de Kamer geuit worden,
aan een ernstig onderzoek te onderwerpen
en daarmede rekening |e houden, voor
zoover dat met de eigen verantwoorde
lijkheid der Overheid overeenstemt. Ook
weet het Kabinet zich bij zijn werk af
hankelijk van Hem, die het bestel der
wereld leidt. Het kent het „labora" maar,
het ziet het „ora" niet over het hoofd".
De beide door ons ingesprongen volzinnen
toonen duidelijk aan, dat niet werd gehen
geld naar „een motie van vertrouwen"; dat
zelfs niet werd gevraagd om een pertinente
verklaring van die strekking.
Wat gevraagd werd, was: „het achter
wege laten van ondermijnende
c r i t i e k".
Niets meer. Vanzelf ook niets minder.
In antwoord op deze eenvoudige vraag
naar niets dan een negatieve (zou men
kunnen zeggen) gestie, heeft de voorzit
ter der R-K. Kamerfractie meenen te moe-1
ten komen niet een pertinente positiove
verklaring van wantro u w e ri.
Wie heeft dus het conflict uitgelokt?
En nu vertelt „De Tijd" wel. dat de volzin,
waarop wij de aandacht vestigen, bij de
correctie van het stenogram zou zijn inge
voegd moeten we dat op gezag van „De
Tijd" (van „De Tijd"!!) aannemen? dat
verandert o.i aan de zaak niets. Ook al
ware deze volzin later ingevoegd ter ver
duidelijking van de bedoeling, dan nog wa3
er door Dr Colijn niet om een „motie" ge
vraagd.
En bovendien het is, naar wij meenen,
parlenienlaire zede, dat men, tenzij dat nog
niet verschenen is. zich beroept op het ver
slag der Handelingen. De heer Aalberse had
Dinsdag dat verslag der vergadering van
Vrijdag te voren in zijn bezit; dus wist hij
wat door de Regeering, bij monde van Dr
Colijn, wèl en wat niei van hem en zijn
fractie gevraagd en .verwacht werd.