Asphalt verovert Nederland
Plaatselijke Werkverschaffing
AKKERTJES
DINSDAG 23 JULI 1935
EXCURSIE N EDE RL. WEGENCONGRES
AUTO-SNELWEG
DEN HAAG—AMSTERDAM
Ook de tertiaire wegen gaan de
aandacht vragen
Kranig werk in de
Haarlemmermeer
Wanneer wegen en welvaart nog
altijd synoniem zijn, dan zouden we
haast de stelling durven poneeren, dat
de tookomst van Nederland er nog niet
zoo donker uitziet Want wie als wij
eens een excursie door ons land onder
neemt, om z'n aandacht in hoofdzaak
tot het wegdek te bepalen, slaat wer
kelijk de handen samen van verbazing,
over hetgeen op dit gebied reeds is be
reikt; en meer nog over wat „in de
lucht hangt",
In gezelschap van een tweehonderd leden
ider vereeniging „Het Nederlandsche Wegen
congres" hebben we per touringcar een tocht
gemaakt vanuit Den Haag over Ocgstgeest,
Sassenheim, Lisse, Hillegom, Haarlemmer
hout en Heemstede, om vervolgens via
Hoofddorp en Schiphol van links naar rechts
en van voor naar achter den uitgestrekten
Haarlemmermecroolder te doorkruisen. Via
Nieuw Vennep en het groots stoomgemaal
De Leeghwatcr gin<r het tenslotte langs Lei
den weer op huis aan.
Auto-snelweg Den Haag—Amsterdam
Het eerst maakten we kennis met het in
aanleg zijnde wegvak Den Haag—Sassen
heim—Amsterdam (Rijksweg no. 4), hetwelk
ten Westen van Oegstgeest zijn \oltooiing
nadert. In het bijzonder genoot hier het groo-
te viaduct over den tot dusver druk bereden
Rijnzichtweg de belangstelling der civiele
ingenieurs en andere technici, omdat oit
.viaduct zoodanig is geconstrueerd de
naam viaduct zegt het reeds dat straks
het intensieve snelverkeer over het locale
verkeer kan heendaveren.
Vaarwel Oegstgeest
Wanneer het wegvak gereed zal zijn, het
welk vermoedelijk vóór het einde van het
jaar het geval is, zal de nauwe traverse door
ce gemeente Oegstgeest met de daarbij aan
sluitende smalle brug over het Qegstgeester
Kanaal in de route Den HaagAmsterdam
komen te vervallen, hetwelk op zichzelf
reeds een zeer groote verbetering is.
Het wegvak vertoont nabij Oegstgeest twee
verschillende dwarsprofielen. Nabij de krui
sing met den Rijnzichterweg zijn over circa
één K.M. lengte dubbele rijbanen toege
past, elk breed zeven meter en gescheiden
door een drie meter breede tusschenbaan.
Het verdere weggedeelte heeft één snelver-
keersbaan met een breedte van dertien m.
Aan weerszijden van den weg komen rij
wielpaden ter breedte van 2 meter. De berm
tusschen de dubbele rijbanen zal van een
iligusterheg voorzien worden, van zoodanige
hoogte, dat tegenliggers elkaar niet kunnen
Verblinden.
Bij het viaduct over den Almonoeweg is,
om voldoende doorrij hoogte te verkrijgen, de
genoemde weg plaatselijk 1.50 meter om
laag gebracht. Daar tengevolge hiervan de
verharding onder den grondwaterstand
kwam te liggen is een draineering aange
bracht die het opkomende grondwater af
voert naar een kelder, vanwaar het door
een automatische pompinstallatie wordt af
gevoerd.
Een groote verbetering ten opzichte van
'den bestaanden toestand is de nieuwe over
brugging van het Oegstgeesterkanaal, waar
door de nauwe trechter van de reeds ge
noemde oude brug gelukkig tot het verle
iden behoort.
Kosten 22.000,per K.M.
De kosten van het wegvak zullen, alles
Inbegrepen, ongeveer 920.000,-bedragen,
dat is circa 22.000,per K.M. Gezien de
vele kunstwerken welke het weggedeelte be
vat is dit bedrag niet hoog, hetgeen in hoofd
zaak te danken is aan de goede gesteldheid
van den ondergrond.
Bij voortzetting van den tocht naar
Hoofddorp waren we ruimschoots in
staat te aanschouwen wat al kant en
klaar is, en het trof ons daarbij, dat
trots de campagne gevoerd voor den
klinkerweg, we den geheelen dag geen
spoor van dien aard hebben kunnen
ontdekken. Het was al asphalt wat de
klok sloeg. Zoodat we gevoegelijk
mogen aannemen, dat dit product
Nederland aan het veroveren is.
In Hoofddorp viel ons een hartelijke ont
vangst ten deel in het z-g.n. Polderhuis, de
zetel van het polderbestuur, alwaar de dijk
graaf. de heer J. C. Reinders Folmer, in vo
gelvlucht een uiteenzetting heeft gegeven
over de werkwijze (vooral financieel), welke
in de Haarlemmermeer is gevolgd. Wij zul
len onze lezers met deze materie ech
ter niet vermoeien, doch er liever op wijzen,
dat de Haarlemmermeer, in vergelijking met
andere deelen van Holland, zijn tijd ver voor
uit is. En dat niet, vanwege het aantal bree
de hoofdwegen (z.g.n. primaire wegen),
want dit soort is uiteraard altijd beperkt.
Doch vanwege het feit, dat hier relatief al
zoo veel gedaan is wat betreft de secondaire
en tertiaire wegen (wegen van de tweede en
de derde soort).
Tertiaire wegen
De tertiaire wegen, de z.g.n. binnenwegen,
mogen zich don laatsten tijd ook gelukkig
in een meerdere belangstelling verheugen.
En dat is een ding van groote beteekenis.
Immers, toen door de instelling van het
Wegenfonds (thans Verkeersfonds) de ver
betering van de Rijks- en Provinciale wegen
verzekerd was, lag het toch eigenlijk voor
de hand, dat de wegen van lagere orde niet
kanden blijven rusten, 't Was slechts de
vraag, wie de koe bij de horens zou pakken.
Dat nu is gedaan door „Het Nederland
sche Wegencongres", die de zaak in studie
nam, en een commissie formeerde, om het
vraagstuk van do financiering der hier be
doelde wegen tot een goede oplossing te
brengen.
Deze commissie, die voor zoover noodig, in
overleg met de betrokken departementen
werd samengesteld, heeft een rapport inge
diend, hetwelk, naar de Minister van Water
staat in de Staten Generaal heeft verklaard,
een goeden grondslag voor een wettelijke
regeling kan vormen.
Hoewel nu in het algemeen
een eventueele verbetering van het
tertiaire wegennet van deze wettelijke
regeling afhangt, levert de Haarlem
mermeer het bewijs, dat zonder mede
werking van Regeeringswege toch al
heel wat kan worden bereikt, indien
de wil daartoe aanwezig is.
Kranig werk is het, wat de beheerders
van dien polder op eigen houtje al hebben
tot stand gebracht. Eenige uren achtereen
hebben we ons daarvan ten volle kunnen
overtuigen.
Rijksplannen die den aanleg beoogen van
een Rijksweg beoosten Leiden, met ae defi-
nietieve verbetering nog niet aangevangen,
en js er de voorkeur aan gegeven om den
weg van een beter rijdek te voorzien. Een
uitzondering maakt hierop het gedeelte van
den weg langs de Zijl gelegen.
De kosten van de voorloopige verbetering
hebben circa 10.000,per K.M. bedragen.
Plannen tot algehcelc definitieve verbete
ring van den weg zijn opgemaakt, waarin
ook afsnijding van een aantal hinderlijke
en gevaarlijke bochten is opgenomen.
Met dat al wordt er, trots de benarde tijds.
omstandigheden, op het gebied van wegen
bouw in ons land ontzaglijk veel gedaan en
zoo er ergens van producticven arbeid kan
•worden gesproken, dan toch zeker hier.
Moge daarom krachtig op den ingeslagen
weg worden voortgegaan!
Passeeren der Duitsche grens
Geen dagpasjes meer
Met ingang van 1 Augustus is van Duit
sche zijde het passeeren der grens met dag
pasjes verboden. Voor grensbewoners is
minstens een bewijs van Nederlatidschap
vereischt.
De plaatselijke
werkverschaffingen zijn talrijk en
van groote beteekenis
Zij verdienen meer
bekendheid
De ellende der werkloosheid
Een van de ergste momenteele crisisgevol
gen is ongetwijfeld de werkloosheid met
alles wat daaraan is verbonden. Ze betee-
kent voor verreweg de meeste getroffenen
een zware beproeving in hun leven. Zij die
nog mogen werken, worden daarvoor terneer
erkentelijk, maar het leed van het niet-wer-
ken dat ze zoovelen van hun medemenschen
zien dragen, legt ook over eigen arbeids
vreugde eenigszins een schaduw, doet er
meer schuchter en als het goed is ook meer
dankbaar van genieten.
Hoeveel meeleven men echter ook moge
gevoelen met de door de geesel der werkloos
heid geslagenen, toch valt. voor een buiten
staander niet te peilen wat het beteekent,
„ledig aan de markt te staan". Men kent iets
pas als men het doorleeft. Dat geldt van de
vreugdemomenten die het leven biedt, maar
meer neg van het leed dat met het leven
op deze aarde onlosmakelijk is verbonden.
Waarlijk, leed van een ander kan men nooit
tot het diepste peilen. Vooral niet wanneer
het blijft duren, waardoor de getroffene het
juist te feller gaat voelen en het steeds meer
als een ondragelijke last krijgt mee te torsen
Het verschrikkelijke van de werkloosheid
kan men eenigszins inzien, wanneer wordt
bedacht, dat een van Gods groote genade
gaven op deze zondige aarde is de arbeid,
waarin veel dieper zegen voor de mensch
ligt opgesloten dan wij ons meestal bewust
zijn. De arbeid is een niet te waardeeren
bron van zegen voor het lichamelijk en
geestelijk leven van den mensch. En daar
om is het vreeselijk die te moeten ontberen
juist dan, wanneer de volle ontplooiing van
de physische en psychische kracht er is en
roept om bezigheid, verkwijnt als ze niet
productief kan zijn. Rust roest. Werkloosheid
ontneemt de mensch z'n energie, knauwt
z'n persoonlijkheid, verslapt de karakters, en
dooft de levenslust in duistere demoralisatie.
Dit is waarlijk een van de meest angstwek
kende gevolgen der crisis, die zal nawerken,
nog lange jaren.
Zoolang geen normale verhoudingen het
hebben moaelijk gemaakt allen weer een
plaats in het productieproces te doen inne-
ïen, moet daarom naar wegen en middelen
orden gezocht, om de ellende der werkloos-,
heid toch zooveel mogelijk te miniseeren.
Gelukkig wordt er, in ons land niet het
minst, in dezen zeer veel gedaan.
Al willen we allerminst tekort doen aan
het particulier initiatief, het ligt voor de
hand, dat hier vooral een terrein van werk
zaamheid lag voor de overheid. We mogen
gelukkig zeggen dat deze in Nederland met
veel energie en toewijding zoekt naar
middelen tot verlichting en bestrijding der
werkloosheid.
Men denke.eens even alles weg wat van
overheidswege is gedaan. De steunuitkee-
ringen, de werkverschaffing, hoezeer aller
minst ideale instellingen, het ontbreken er
van zou een ellende tot gevolg hebben ge
had, die niet te overzien ware.
Al te weinig wordt hieraan gedacht, en
al te weinig is het bekend wat in dit op
zicht wordt gedaan. Men weet er hoogstens
globaal iets van, en dan ook nog maar zeer
ten deeie. Een enkele keer staat men even
stil bij een fabelachtig cijfer, maar verder
ziet men alleen maar dat het met de werk-
loozen heel anders is dan men het zou vven-
schen. niet bedenkend hoe het zou zijn als
de overheid eens niets deed. Het is toch
geen kleinigheid dat in ons land met pl.m. 8
millioen inwoners in 1933 door rijk en ge
meenten werd besteed voor werkloozenzorg,
werkverschaffing en steunverleening rond
130 millioen en in 1934 rond 114 millioen
gulden.
Plaatselijke activiteit weinig bekend
Over steunverleening en werkverschaffing
in 't algemeen hoort en leest men nog wel
eens iets, 't werk der centrale werkverschaf
fingen in Drente, Overijsel, Brabant, Lim
burg, enz., is niet onbekend, maar minder
is men ervan op de hoogte wat in talrijko
gemeenten plaatselijk wordt gedaan in het
belang der werkloozen, met steun van de
landsregeering Dit is een zoo belangrijk on
derdeel der werkloozenzorg, dat zoo nuttig
werk doet, <rat we meenden er eens meer op
zettelijk aandacht voor te moeten vragen
We wonnen daartoe inlichtingen in bij de
Rijksinspectie voor de werkvei'schaffingen.
Voor het contact met het ministerie is het
land namelijk verdeeld in elf inspecties. De
inspecteur van de inspectie Zuid-Holland
Zuid, de heer J. A. J. Jansen, burgemees
ter van Zwijndrecht, was zoo vriendelijk ons
over de plaatselijke
werkverschaffingen
velerlei gegevens te
verschaffen.
De heer Jansen
bezit op dit gebied
veel ervaring, want
in zijn eigen gemeen
te is hij reeds jaren
terug begonnen met
het zoeken van werk
verschaffings
objecten.
Zwijndrecht was J. A. J. Jansen
daardoor een der
eerste plaatsen in ons land. waar men be
zigheid zocht voor hen die zeer bijzonder het
slachtoffer zijn van de crisis. Zoo kwam
daar tot stand de inpoldering onder de Groo
te Lindt, een gebied van pl.m. 100 H.A., dat
thans reeds geheel is verpacht. Deze inpol
dering kon zeer gemakkelijk tot stand wor
den gebracht. Het griendgebied dat nu pol
der werd, was namelijk van de Oude Maas
gescheiden door drie zoogenaamde „loswal
lenontstaan doordat daarheen was ge
bracht de bagger van de uitoieping van de
Oude Maas. Om de grienden tot polder te
maken had men slechts deze loswallen te
verbinden, en tusschen de aldus ontstane
afsluiting en de rivierdijk een dijk aan te
leggen. Dit laatste geschiedde niet in werk
verschaffing, daar het seizoenwerk is, dat
persé in een bepaald gedeelte van het jaar
klaar moet komen. Het verdere inpolderings
werk gaf nu eenigen tijd arbeid aan pl.m.
200 werkloozen. In 1933 kwam het gereed. In
1934 werd de grond voor het eerst in cultuur
gebracht. De resultaten waren uitnemend.
De loswallen zelf teenen zich bij uitstek
voor industrieterrein. Een ervan is reeas be
zet door een schokbetonfabriek.
Loswallen en polder samen hebben groote
toekomstige industrieele waarde, mee door
de ligging tegenover de Dordtsche Zeehaven,
en door het feit dat ook bij de thans plaats
hebbende verdere uitbaggering van oe Dordt
sche waterweg naar zee wordt gestort op
een deel van de polder, waardoor een ideaal-
haven- en industriegebied kan ontstaan.
Een ander zeer nuttig werkverschaffings
object, voor de gemeente van groote beteo-
kehis, maar dat in gewoon bedrijf vanwege
oe kosten (waarin het Rijk dan niet zou
meebetalen) onuitvoerbaar zou wezen, was
de aanleg van een park aan de Noord, waar
deze in de Oude Maas uitkomt. Dit was een
terrein, ontstaan door de verbreeding jareo
geleden van de Noord. Er ligt nu een wandel
park. een jachthaventje is er, en er zijn
mooie ruime sportvelden aangelegd.
Ook is Zwijndrecht in werkverschaffing
voorzien van een moderne rioleering, een
werk dat de gemeente zelf wegens de hooge
kosten nooit tot stand zou hebben kunneD
brengen.
In werkverschaffing kwam te Zwijndrecht
een paar jaar geleden ook tot stand de in
richting van een fraai zwembad en de
centrale parkaanleg met vijver in het uit
breidingsplan.
Het nut van dergelijke activiteit
Dit is een fraai voorbeeld ervan hoe een
gemeente op eigen terrein haar menschen
productief werk kan verschaffen, waardoor
ze bovendien waardevolle objecten krijgt die
bij normale verhoudingen niet zouden tot
stand komen, vanwege de veel te hooge
kosten, vooral omdat dan het Rijk geen
medewerking zou kunnen verleenen. Nu
kost het aan het rijk wat. meer dan het an-
oers aan steun zou moeten betalen. De ge
meente bekostigt materiaal, opzicht enz.
maar ontvangt waarde-objecten terug, de
werkloozen hebben werk gedaan waarvan de
totstandkoming hun bevrediging geeft, en
de gemeentenaren allen plukken de vruch
ten in nieuwe bodem in betere en aangena
mere bewoonbaarheid der gemeente en ook
hierin, dat de werkloozen van hun loon in
werkverschaffing meer kunnen uitgeven dan
van de steun, wat voor neringdoenden en
vele anderen weer van belang is. En van
onschatbare beteekenis vooral is het dat een
groot aantal medeburgers langen tijd ont
trokken zijn aan de ellendige invloed van
het niets doen.
In een paar volgende artikelen hopen we
op het werk der plaatselijke werkverschaf
fingen nog naaer in te gaan.
In de nieuwe polder onder de Groote Lindt bij Zwijndrecht
Weer onprettig?
Vele vrouwen zijn op gezette tijden het
slachtoffer van pijnen. Denk niet, dat te
gen dit lijden weinig Ie doen is, want
de vele vrouwen die geleerd hebben
"AKKERTJES" te gebruiken, weten beter.
"AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnen
en zijn een uitkomst in de donkere dagen
der vrouw. In plaats van neerslachtig
zult Ge U opgewekt en rustig voelen.
"AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk
zame vinding van Apotheker Dumont. Ze
hebben geen enkele nadeelige werking.
De cachet-vorm is de meest ideale manier
van innemen. "AKKERTJES" hebben in
korten tijd bewezen een geneesmiddel bij
uitnemendheid te zijn. Haal nog heden
een doosje. Ook U zult tevreden zijnl
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumont
Wetenschap.
Huldiging Dr. Jac. P. Thijsse
Op 25 Juli in „Artis" te Amsterdam
In verband met het feit, dat Dr, Jac. P.
Thijsse op 25 Juli a.s. zijn 70 sten verjaar
dag hoopt te vieren, zal op dien dag in de
zalen van het Kon. Zool. Genootschap
„N'atura Artis Magistra" te Amsterdam een
huldiging plaats vinden.
Omstreeks 3 uur zal in de Koningszaal
een bijeenkomst worden gehouden, waarin
o.a. de voorzitter van de Huldigingscommis
sie Prof. Dr. Theo J. Stomps den jubilaris
zal toespreken. Tevens zal aan Dr. Thijsse
een exemplaar worden aangeboden van het
„Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse", dat dezer
dagen zal verschijnen. Dit gedenkboek, dat
ruim 200 pags. groot is en versierd met 175
illustraties, verschijnt als speciaal nummer
van het tijdschrift „De Levende Natuur",
dat dit jaar tevens haar 40sten jaargang Is
ingegaan. Het boek is, onder redactie van
Dr. J. W. van Dieren en Dr. A. Scheygrond,
samengesteld uit ruim 80 groote en kleine
bijdragen. Voor het meerendeel van oude,
vasie medewerkers aan het tijdschrift en
vrienden van den hoofdredacteur.
Na afloop van de toespraak van prof.
Stomps zal er gelegenheid zijn om dr.
Thijsse te complimenteeren.
Land- cn Tuinbouw.
VERVROEGDE STEUNUITKEERING
VOOR DEN LANDBOUW
De Minister van Economische Zaken heeft
aan den Vierbond van Veilingvereenigingen
in Noord-Holland medegedeeld, dat het in
het voornemen van den Minister ligt zeer
binnenkort een vervroegde steunuitkeering
te doen plaats vinden op enkele producten,
waarvan de opbrengsten zeer laag zijn ge-
weesL
GELE EN WITTE KOOL
f 160.000 steun.
De Minister van Economische Zaken heeft
bepaald dat uit het Landbouw-Crisisfonds
steun verleend zal worden aan de telers
gewassen van den tuinbouw, die hun na te
'noemen producten over de erkende veilingen
hebben geveild, tot een totaal bedrag van ten
hoogiste f 160.000. Deze s';eun zal worden ver
leend over de hoeveelheden van de hierna
vermelde producten, welke in het achter elk
product vermelde tijdvak van 1935 zijn ver
handeld en zal bedragen: gele kool 1 Jan.
17 Febr. f0.46 per 100 K.g. Deensche witte
kool 1 JJan.—17 Febr. f0.35 per 100 K.g.
1 April—28 April f 0.45 per 100 K.g.
ONZE TUINBOUW-EXPORT
Weer een belangrijke vermindering
De export van de tuinbouwproducten, blijkt
gedurende de maand Juni weer een belang
rijke vermnidering, n.l. met bijna de helft te
hebben ondergaan. Het vorig jaar werd In
i die maand voor een bedrag van f4.993.00 ge-
WOENSDAG 24 JULI
HUIZEN 301 M. - NCRV-uitzending. 800
Schriftlezing en meditatie. 8.15—9.30 Gram.pl,
10.30 Morgendienst olv Ds. J Vcrkuyl. 11.00 L
--12.00 Chr. Gem. Zangvereen. „Excelsior"
uit Barendrecht, olv. F. M. A Linnemann,
mmv. J. J. Poose (piano). 12.15 Gram.pl. 12.45
Reportage openluchtmeeting op West-Ter
schelling van de Geref. Jongelings- en Meisjes-
vereenigingen in Friesland. 2.00 Orgelspel R.
Parker. 3.00 Chr. lectuur. 3.30—3.45 Gram.pl.
4.00 Rie de Geus (sopraan) cn A. Schellevis
(piano). 5.00 Kinderuur. 6.00 Gram.pl. 6.30
Afgestaan. 7.00 Politieberichten. Ned. Chr.
Persbureau. 7.15 Gram.pl. 7.30 J. de Bruynj
Stoppelgewassen 8.00 Berichten. 8.05 NCRV»
kleicorkest olv. P. v. d. Hurk. 9.00 C. Smeenka
Op vasten grond. 9.30 Vervolg concert mrav.
Jo Hekster (viool) Om 10.00 berichten. 10 30
1130 Gram .muziek.
HILVERSUM 1875 M. VARA-uitzending.
8 00 Gram.pl. 9.30 P. J. Kers: Onze keuken,
10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor arb.
in de continubedr.: Orvitropia alv. J. v. d,
Horst: de Zonnekloppers olv. C. Steyn; de
Flierefluiters olv. C. Steyn en J. C. C. Kayser
(lezing). 12.00 Gram.pl. 12.30 De Notenkra- 1
kers olv. D. Wins. 1.00 Gram.pl. 1.15 E,
WaHs en zijn orkest. 2.00 Gram.pl. 2.30 Or
gelspel C. Steyo. 3.00 Voor de kinderen. 5.30
Vara-orkest olv H. de Groot. 6.00 Declama
tie H. Beek. 6.15 Vervolg concert. 6.45 Sport»
uitzending. 7.00 Gram.pl. 7.15 H v Laar: Bij
de 70ste verjaardag van Jac P. Thijsse. 7.30 j
Zang door E. Emeljanoff; a. d vleugel: J,.
JoDg. 7.50 „Bij den verkeersdokter". 8.00
Hi*h. SOS-ber. Nieuwsber. A.N.P. Vara-
varia. 8.15 Gram.pl. 9.00 „Twee levenden en
één doode". spel van Nienhuys 10.00 Vara-
orkest olv H. de Groot. 11.00 Gram.pl. ca
pianospel I. Rossican.
DROITWICH 1500 M. 10.35-1030 Morgen
wijding. 11.20 Gram.pl. 11.50 Orgelsjjel Q.
MacLean. 12.35 Ch. Manning en zijn orkest.
I.35 Orgelconcert H. Rhodes. 2.2Ö Het Schot-i
sche Studio-orkest. 3.10 Piano-recital I. Hoff
mann. 3.35 Sted orkest van Bournemouth olv.
R. Austin, mmv. N, Semino (cello). 5.05,
Gram.p.. 5.35 BBC-Dansorkest olv. H. Hall
6.20 Berichten. 630 Reg. King en zijn orkest.
7.35 Variété-programma. 8.20 Pianorecital
L. Mackinnon. 8.50 „City of Music". Ween-
sche potpourri, mmv. solisten, koor en orkest
olv. St. Robinson. 9.50 Berichten 10.10 Re
portage. 10.25 Het Bridgewaterkwintet, mmv.
M. Nevada (zang). 11.20—12.20 Sydney
Kyte en zijn band.
RADIO PARIS 1648 M. 7 20 en 8 20 Gratn.pl
12.35 Orkestconcert olv. Touche. 5.50 Gram.
pl. 8.20 Concert. 9.05 „Flipote", spel van Le-
maitre. 10.10 Dansmuziek.
KALUNDBORG 1261 M. 12.20—2.20 Strijk
orkest olv. Thyregod. 3.50 Zang door Karen
Kaysen. 10.20 Gram.pl. 10.45 Cabaretpro-
gramma. 11.20—12.50 Dansmuziek.
KEULEN 456 M. 6.35 Orkestconcert 11.05
Zang en piano. 12.20 Omroepklcinorkest olv,
Silez Gouw-symphonieorkest. 2.35 Gram.pl
4.20 Zang. viool en cembalo. 5.20 Uit Frank
fort: Orkestconcert mmv. solisten. 7.20 Sohrant
melmuziek. 8.35 Rijks zending. Stunde der jon
gen Natdco: Ewiges Volk. 9.05 „Soldaten!
Kameraden". 10.50—12.20 Orkest, kleinorkest
en pianotrie.
BRUSSEL 322 en 484 M. '22 RLi 12.20
—2.20 en 5.20 Gram.pl 5.50 Zang. 6.35 Harp
recital. 7.05 Gram.pl. 7.207.50 Zang. 8.20
Pianorecital en zang. 9.20 Gram.pl. 10-30—
II.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Gram.
pl. 1230 Omroeporkest olv. Gason. 1.50—2.20
Gram.pl. 5.20 Orgelconcert. 5.506.05 Gram.
pl. 730—7.20 Kwartetconcert. 7.35 Gram.pl.
8.20 Omroeporkest olv. Gason en zang. 10.30
-11.20 Gram muziek.
DEtTSTWANrn^NDER 1571 Meter.
8.35 Rijkszending Stunde der Jungen Nation!
Ewiges Volk. 9.05 Gevarieerd ccocert uit
Frankfort. 10.20 Berichten. 10.50 Concert
(xylophoon. piano). 11.05 Weerbericht 11.20
12.20 R. Gaden en zijn orkest.
exporteerd, thans is dit terug geloopen tot
f 2.576.000. De vermindering valt nog meec
op, wanneer men weet dat in Juni 1931 nog
f 10.777.000 aan tuinbouwproducten naar het
buitenland werd gezonden, zoodat in enkele ja
ren de vermindering ruim 75 pCt. bedraagt! I
Vooral naar Duitschland valt een sterke ex
port-vermindering waar te nemen, Lerwijl het
vorig jaar Juni nog voor f 3.375.000 naar dat
land werd verzonden, ging dit jaar voor slechts
f 1.059.000 over de grens. Sterk verminderde
de export van tomaten naar dat land; het vo
rig jaar Juni beliep zij 11.747.000 K.g. doch
dit jaar slechts 4.174.000 k.g. De export vart
dit product naar Engeland si echter gestegen,
en terwijl 't vorig jaar voor f 302.000 aan torna
ten werd verzonden, is zij dit jaar Juni ge
stegen tot f 448.000. De totale export van
onze tuinbouwproducten naar Engeland be
liep een waarde van f 1.136.000 tegen
f 1.049.000 in dezelfde maand van het vorig
jaar. Ook naar België valt een kleine stijging
te constateeren voor onze export n.l. van
f 68.000 in Juni 1934 tot f 85.000 in dit jaar.
FEUILLETON
TOEN MOEDER WAS
HEENGEGAAN
Een klein nichtje bij zeven neven
37
Toen wendde ik mij tot de anderen en zei,
met de tanden op elkander geklemd: „Het
is laag om mij zoo te beschuldigen, want
ik heb niemand om mij te verdedigen".
„Zeg dat nog eens", zej Karei, en ik her
haalde nogmaals: „Ja, het is laag".
Hij sprong op mij toe en wilde mij slaan,
imaar Paul hield hem tegen en zei: „Men
slaat geen meisjes; overigens heeft zij gelijk
met, dat te zeggen, want al heeft zij ver
keerd gehandeld, behoeven wij ons nog niet
als straatjongens tegenover haar te gedra
gen. Vraag haar vergiffenis, Karei".
„Neen, ik zal mij nooit voor een meisje
.vernederen", antwoordde Karei op ruwen
toon. „Je zegt zelf allerlei dwaasheden,
Paul, maar je wilt niet dat anderen het
doen."
„Paul denkt altijd dat hij alles doen mag"
zei Ernst, ,maar toch heb ik nog nooit
zoo 'n lompert gezien als jij bent, Karei."
„Daarin herken ik weer het onpartijdig
oordeel van onzen geleerden broeder", her
nam Paul; „voor iedereen heeft hij een har
tig woordje, niemand vindt genade in zijn
oogen."
„Je bent vervelend en vermoeiend, ik kan
niet rustig lezen op die manier."
Onderwijl had ik mij uit de voeten ge
maakt en was vlak bij mijn kamer, toen
stem zacht tot mij zei: „Ursula... het
spijt mij erg... Ik had wel willen zeggen
dat jij het niet waart, maar dan zouden zij
begrepen hebben dat ik het gedaan had eit
zouden mij zoo geplaagd hebben; maai- het
kan je niet veel schelen, niet waar?"
„Och neen'V zei ik op bitsen toon, „het
is maar een kleinigheid om een gulzigaard
en een dief genoemd te worden."
„O! maar dat heeft Karei alleen gezegd,
hij is altijd zoo ruw."
„Maar ik zou die woorden verdiend hetn
ben als ik gedaan had, wat jij hun laat
gelooven."
„Lieve Ursula", zei Jacob, en hij zocht in
de duisternis mijn hand te vatten, „ik zal
alles doen om je genoegen te geven, en,
als jé niets zegt, zullen wij goede vrienden
„Ik zal niets zeggen, maar ik wil ook
verder niets met je te maken hebben; ik
geef niets om zoo 'n vriendschap en ben
liever in mijn plaats dan in de jouwe. Goe
den nacht."
Ik trad mijn kamer binnen en hoorde
hem lang/aam de trappen afgaan.
Alleen de vrees dat zijn broers hem zou
den plagen, maakte hem zoo laaghartig;
want hij had geen slecht karakter, maar
was zwak en verwaand en bang dat zijn
goede naam als dichter gevaar zou lijden,
als men wist dat hij een te groot liefheb
ber van taartjes was.
HOOFDSTUK XV
Een ontslag
Ik kan niet zeggen dat ik bijzonder over
mijzelf tevreden was, toen ik alleen op mijn
kamer was en over het gebeurde nadacht.
Tante had zonder twijfel onrechtvaardig
gehandeld, mijn neven waren onverdrage-
lijk, Karei was ruw en Jacob lafhartig,
daar hij mij onrechtvaardig liet beschuldi
gen, maar ik, was ik niet boos en trotsch
geweest en had ik geen bittere woorden
tot den armen Jacob gezegd?
Nog hoorde ik den minachtenden toon
waarop ik zei: „Ik ben liever in mijn plaats
dan in de jouwe..." Wat zou moeder wel
van mij denken als zij mij gehoord had?
O! wat was ik toch slecht geworden, sedert
zij niet .meer bij mij was!... Maar het was
toen ook niet moeilijk om gelukkig te zijn
daar niemand mij iets in de weg legde of
verkeerd beoordeelde ik niets dan liefde
en toegenegenheid om mij heen zag. Ja,
het was een te gemakkelijke en prettige
tijd geweest Moeder had gezegd, dat God
oor mij zou zorgen... Als zij mij iederen
dag slechter cn ondeugender zag worden,
zou zij het dan nog wel gelooven?
Ik wierp mij voor mijn bed on de knieën
en zei hardop: „Als zij mij eens zag, zou
zij niet gelukkig zijn in den hemel... Neen!
dat kon zij niet, ais zij mij zoo ongelukkig
zae. Zij hield zooveel van mij!"
Eensklaps zweeg ik stil, want de deur
word geopend.
.Mevrouw zegt, dat je dadelijk beneden
moot komen", zei Rosalie op scherpen toon.
Mijn hart klopte van angst, ik waschte
mijn oogen al en ging naar beneden.
De jongens waren allen aan hun werk en
er was niemand in do kamer dan tante
en nicht Amelia, die, zooals zij meer deed
een gedeelte van den avond bij ons door-,
bracht.
„Waarom ben je naar je kamer gegaan,
Ursula?" zei tante. „Ik had toch gezegd
dat jc hier zoudt komen."
„Wat scheelt jé, kinl?" zei nicht en ves
tigde haar doordringenden blik op mij.
„Ik zou haast denken, dat je acht dagen
lang geschreid had. Als ik niet wist hoe de
zaken hier stonden, zou ik waarlijk denken
dat je mishandeld werd."
„Ursula heeft zich zooveel te verwijten,
dat 'nel niet te verwonderen is, dat zij zich
ongelukkig gevoelt."
Nicht Amelia zei zoetsappig op haar ge
wonen loon: „Stuur haar maar dikwijls bij
mij, ik zal haar wel doen begrijpen, wat zij
aan je verschuldigd is. Zij is een beetje
verwend, en weet nog niet hoe zij zich
moet gedragen."
Bemoedigd door deze vriendelijke woor
den, ging ik stil in een hoekje zitten, totdat
tante mij naar bed zond.
Den volgenden morgen ontving zij juf
frouw Hermine zeer koel, vroeg niet naar
haar moeder en scheen niét op te merken
dat zij nog kouder was dan den vorigen dag.
Toen Piet binnenkwam om les te nemen
wieip ik haar een smeekenden blik toe/Zij
begreep mij, en na eenige woorden met den
kleinen jongen gewisseld te. hebben, die
dezen morgen goed gehumeurd scheen, zei
zij to* hem: „Herinner je je nog, Piet, dat
toen je ziek waart, men je nichtje beschul
digd heeft een beschuitje genomen te heb
ben, dat voor jou bestemd was?"
Nauwelijks hoorde hij deze woorden, of
zijn gezicht veranderde.
«.Zij hééft het opgegeten", zei hij, mij
gluiperig aanziende.
„Antwoord niet te haastig, herinner je
éérstgoed, wat er is voorgevallen."
Juffrouw Hermine week hem ernstig en
doordringend aan. Hij scheen lang niet op
zijn gemak, schoof op zijn stoel heen en
weer en antwoordde knorrig: „Ik kan het
mij niet herinneren, ik was immers ziek."
„O! Piet, je weet heel goed dat ik het
beschuitje niet heb opgegeten noch er om
gevraagd heb. Rosalie heeft het je gegeven
en daar men het haar verboden had. zei ze
dat ze het mij gegeven had. Voor het eerst
van mijn leven .werd ik van een leugen
beschuldigd en nu denkt tante gedurig, dat
ik jok. Zeg de waarheid, Piet, je weet best
dat jij het gedaan hebt."
„Wat is er aan de hand", vroeg tante, die
juist binnenkwam, „waarover spreekt
met zooveel vuur?"
„Zij zegt, dat ik het beschuitje heb op
gegeten", zei het verwende kind.
„Welk beschuitje?"
„Och! u weet wel... toen ik ziek was."
„Waarom haal je die oude geschiedenis
weer op? Er is na dien tijd al zooveel ge
beurd, dat ik reeds genoeg weet hoeveel ik
Ursula vertrouwen kan."
Tante gaf hierop het teeken om de les
te beginnen, maar ik wilde deze gelegen
heid om mij te rechtvaardigen, niet voorbij
laten gaan en juffrouw Hermine's tegen
woordigheid gaf mij moed.
„Tante ik heb waarlijk niet gejokt, Piet
weet het en moet het bekennen... hij zal
het zeker doen, als u het hem vraagt. O»
ik bid u, laat hij de waarheid zeggen."
Tante scheen te weifelen, alsof de ernst
die uit mijn woorden sprak haar trof.
„Welnu", zeide zij, „vertel ons dan wat
er gebeurd is, Piet"
Ik hoopte dat hij het zou doen want hij
keek eex-st mij aan, toen zijn moeder en
opende den mond om te spreken. Zou hij
de waarheid zeggen?...
Op oit gewichtig oogenblik kwam Rosa-
lie binnen, met een boodschap.
„Je komt juist van pas", zei tante, „wij
hebben je hier noodig."
Piet kreeg een erge kleur, toen hij haar
zag, en zijn gezicht nam weer die gluipe-
t-ige uitdrukking aan. Toen Rosalie op de
hoogtel van het gesprek was, wiei-p zij Piet
ongemerkt een veelbeteekenenden blik toe.1
„De jongeheer weet even goed als ik, wat
er gebeurd is."
„Ik ben het vergeten", zei Piet, „ik was
immers ziek."
„Weet je wel, dat er nog één beschuitj«
m de kast was?"
„O! ja."
„En dat ik het aan je nichtje gegeven
heb. Herinner je het je nog wel, jongeheer
Piet?
„Ja, ja."
„Laat niemand dan zeggen, dat het niet
waar is."
,,U ziet dus", zei tante tot juffrouw Her-
mine, „dat er geen twijfel meer bestaat.
Overigens heeft Ursula al veel grooter
fouten begaan en het verwondert mij, dat
zij dit nog durft ontkennen. Ik hoop dat u
nu overtuigd zijt, juffrouw.
(Wordt vervolgdJ