Asphalt verovert Nederland Plaatselijke Werkverschaffing AKKERTJES DINSDAG 23 JULI 1935 EXCURSIE N EDE RL. WEGENCONGRES AUTO-SNELWEG DEN HAAG—AMSTERDAM Ook de tertiaire wegen gaan de aandacht vragen Kranig werk in de Haarlemmermeer Wanneer wegen en welvaart nog altijd synoniem zijn, dan zouden we haast de stelling durven poneeren, dat de tookomst van Nederland er nog niet zoo donker uitziet Want wie als wij eens een excursie door ons land onder neemt, om z'n aandacht in hoofdzaak tot het wegdek te bepalen, slaat wer kelijk de handen samen van verbazing, over hetgeen op dit gebied reeds is be reikt; en meer nog over wat „in de lucht hangt", In gezelschap van een tweehonderd leden ider vereeniging „Het Nederlandsche Wegen congres" hebben we per touringcar een tocht gemaakt vanuit Den Haag over Ocgstgeest, Sassenheim, Lisse, Hillegom, Haarlemmer hout en Heemstede, om vervolgens via Hoofddorp en Schiphol van links naar rechts en van voor naar achter den uitgestrekten Haarlemmermecroolder te doorkruisen. Via Nieuw Vennep en het groots stoomgemaal De Leeghwatcr gin<r het tenslotte langs Lei den weer op huis aan. Auto-snelweg Den Haag—Amsterdam Het eerst maakten we kennis met het in aanleg zijnde wegvak Den Haag—Sassen heim—Amsterdam (Rijksweg no. 4), hetwelk ten Westen van Oegstgeest zijn \oltooiing nadert. In het bijzonder genoot hier het groo- te viaduct over den tot dusver druk bereden Rijnzichtweg de belangstelling der civiele ingenieurs en andere technici, omdat oit .viaduct zoodanig is geconstrueerd de naam viaduct zegt het reeds dat straks het intensieve snelverkeer over het locale verkeer kan heendaveren. Vaarwel Oegstgeest Wanneer het wegvak gereed zal zijn, het welk vermoedelijk vóór het einde van het jaar het geval is, zal de nauwe traverse door ce gemeente Oegstgeest met de daarbij aan sluitende smalle brug over het Qegstgeester Kanaal in de route Den HaagAmsterdam komen te vervallen, hetwelk op zichzelf reeds een zeer groote verbetering is. Het wegvak vertoont nabij Oegstgeest twee verschillende dwarsprofielen. Nabij de krui sing met den Rijnzichterweg zijn over circa één K.M. lengte dubbele rijbanen toege past, elk breed zeven meter en gescheiden door een drie meter breede tusschenbaan. Het verdere weggedeelte heeft één snelver- keersbaan met een breedte van dertien m. Aan weerszijden van den weg komen rij wielpaden ter breedte van 2 meter. De berm tusschen de dubbele rijbanen zal van een iligusterheg voorzien worden, van zoodanige hoogte, dat tegenliggers elkaar niet kunnen Verblinden. Bij het viaduct over den Almonoeweg is, om voldoende doorrij hoogte te verkrijgen, de genoemde weg plaatselijk 1.50 meter om laag gebracht. Daar tengevolge hiervan de verharding onder den grondwaterstand kwam te liggen is een draineering aange bracht die het opkomende grondwater af voert naar een kelder, vanwaar het door een automatische pompinstallatie wordt af gevoerd. Een groote verbetering ten opzichte van 'den bestaanden toestand is de nieuwe over brugging van het Oegstgeesterkanaal, waar door de nauwe trechter van de reeds ge noemde oude brug gelukkig tot het verle iden behoort. Kosten 22.000,per K.M. De kosten van het wegvak zullen, alles Inbegrepen, ongeveer 920.000,-bedragen, dat is circa 22.000,per K.M. Gezien de vele kunstwerken welke het weggedeelte be vat is dit bedrag niet hoog, hetgeen in hoofd zaak te danken is aan de goede gesteldheid van den ondergrond. Bij voortzetting van den tocht naar Hoofddorp waren we ruimschoots in staat te aanschouwen wat al kant en klaar is, en het trof ons daarbij, dat trots de campagne gevoerd voor den klinkerweg, we den geheelen dag geen spoor van dien aard hebben kunnen ontdekken. Het was al asphalt wat de klok sloeg. Zoodat we gevoegelijk mogen aannemen, dat dit product Nederland aan het veroveren is. In Hoofddorp viel ons een hartelijke ont vangst ten deel in het z-g.n. Polderhuis, de zetel van het polderbestuur, alwaar de dijk graaf. de heer J. C. Reinders Folmer, in vo gelvlucht een uiteenzetting heeft gegeven over de werkwijze (vooral financieel), welke in de Haarlemmermeer is gevolgd. Wij zul len onze lezers met deze materie ech ter niet vermoeien, doch er liever op wijzen, dat de Haarlemmermeer, in vergelijking met andere deelen van Holland, zijn tijd ver voor uit is. En dat niet, vanwege het aantal bree de hoofdwegen (z.g.n. primaire wegen), want dit soort is uiteraard altijd beperkt. Doch vanwege het feit, dat hier relatief al zoo veel gedaan is wat betreft de secondaire en tertiaire wegen (wegen van de tweede en de derde soort). Tertiaire wegen De tertiaire wegen, de z.g.n. binnenwegen, mogen zich don laatsten tijd ook gelukkig in een meerdere belangstelling verheugen. En dat is een ding van groote beteekenis. Immers, toen door de instelling van het Wegenfonds (thans Verkeersfonds) de ver betering van de Rijks- en Provinciale wegen verzekerd was, lag het toch eigenlijk voor de hand, dat de wegen van lagere orde niet kanden blijven rusten, 't Was slechts de vraag, wie de koe bij de horens zou pakken. Dat nu is gedaan door „Het Nederland sche Wegencongres", die de zaak in studie nam, en een commissie formeerde, om het vraagstuk van do financiering der hier be doelde wegen tot een goede oplossing te brengen. Deze commissie, die voor zoover noodig, in overleg met de betrokken departementen werd samengesteld, heeft een rapport inge diend, hetwelk, naar de Minister van Water staat in de Staten Generaal heeft verklaard, een goeden grondslag voor een wettelijke regeling kan vormen. Hoewel nu in het algemeen een eventueele verbetering van het tertiaire wegennet van deze wettelijke regeling afhangt, levert de Haarlem mermeer het bewijs, dat zonder mede werking van Regeeringswege toch al heel wat kan worden bereikt, indien de wil daartoe aanwezig is. Kranig werk is het, wat de beheerders van dien polder op eigen houtje al hebben tot stand gebracht. Eenige uren achtereen hebben we ons daarvan ten volle kunnen overtuigen. Rijksplannen die den aanleg beoogen van een Rijksweg beoosten Leiden, met ae defi- nietieve verbetering nog niet aangevangen, en js er de voorkeur aan gegeven om den weg van een beter rijdek te voorzien. Een uitzondering maakt hierop het gedeelte van den weg langs de Zijl gelegen. De kosten van de voorloopige verbetering hebben circa 10.000,per K.M. bedragen. Plannen tot algehcelc definitieve verbete ring van den weg zijn opgemaakt, waarin ook afsnijding van een aantal hinderlijke en gevaarlijke bochten is opgenomen. Met dat al wordt er, trots de benarde tijds. omstandigheden, op het gebied van wegen bouw in ons land ontzaglijk veel gedaan en zoo er ergens van producticven arbeid kan •worden gesproken, dan toch zeker hier. Moge daarom krachtig op den ingeslagen weg worden voortgegaan! Passeeren der Duitsche grens Geen dagpasjes meer Met ingang van 1 Augustus is van Duit sche zijde het passeeren der grens met dag pasjes verboden. Voor grensbewoners is minstens een bewijs van Nederlatidschap vereischt. De plaatselijke werkverschaffingen zijn talrijk en van groote beteekenis Zij verdienen meer bekendheid De ellende der werkloosheid Een van de ergste momenteele crisisgevol gen is ongetwijfeld de werkloosheid met alles wat daaraan is verbonden. Ze betee- kent voor verreweg de meeste getroffenen een zware beproeving in hun leven. Zij die nog mogen werken, worden daarvoor terneer erkentelijk, maar het leed van het niet-wer- ken dat ze zoovelen van hun medemenschen zien dragen, legt ook over eigen arbeids vreugde eenigszins een schaduw, doet er meer schuchter en als het goed is ook meer dankbaar van genieten. Hoeveel meeleven men echter ook moge gevoelen met de door de geesel der werkloos heid geslagenen, toch valt. voor een buiten staander niet te peilen wat het beteekent, „ledig aan de markt te staan". Men kent iets pas als men het doorleeft. Dat geldt van de vreugdemomenten die het leven biedt, maar meer neg van het leed dat met het leven op deze aarde onlosmakelijk is verbonden. Waarlijk, leed van een ander kan men nooit tot het diepste peilen. Vooral niet wanneer het blijft duren, waardoor de getroffene het juist te feller gaat voelen en het steeds meer als een ondragelijke last krijgt mee te torsen Het verschrikkelijke van de werkloosheid kan men eenigszins inzien, wanneer wordt bedacht, dat een van Gods groote genade gaven op deze zondige aarde is de arbeid, waarin veel dieper zegen voor de mensch ligt opgesloten dan wij ons meestal bewust zijn. De arbeid is een niet te waardeeren bron van zegen voor het lichamelijk en geestelijk leven van den mensch. En daar om is het vreeselijk die te moeten ontberen juist dan, wanneer de volle ontplooiing van de physische en psychische kracht er is en roept om bezigheid, verkwijnt als ze niet productief kan zijn. Rust roest. Werkloosheid ontneemt de mensch z'n energie, knauwt z'n persoonlijkheid, verslapt de karakters, en dooft de levenslust in duistere demoralisatie. Dit is waarlijk een van de meest angstwek kende gevolgen der crisis, die zal nawerken, nog lange jaren. Zoolang geen normale verhoudingen het hebben moaelijk gemaakt allen weer een plaats in het productieproces te doen inne- ïen, moet daarom naar wegen en middelen orden gezocht, om de ellende der werkloos-, heid toch zooveel mogelijk te miniseeren. Gelukkig wordt er, in ons land niet het minst, in dezen zeer veel gedaan. Al willen we allerminst tekort doen aan het particulier initiatief, het ligt voor de hand, dat hier vooral een terrein van werk zaamheid lag voor de overheid. We mogen gelukkig zeggen dat deze in Nederland met veel energie en toewijding zoekt naar middelen tot verlichting en bestrijding der werkloosheid. Men denke.eens even alles weg wat van overheidswege is gedaan. De steunuitkee- ringen, de werkverschaffing, hoezeer aller minst ideale instellingen, het ontbreken er van zou een ellende tot gevolg hebben ge had, die niet te overzien ware. Al te weinig wordt hieraan gedacht, en al te weinig is het bekend wat in dit op zicht wordt gedaan. Men weet er hoogstens globaal iets van, en dan ook nog maar zeer ten deeie. Een enkele keer staat men even stil bij een fabelachtig cijfer, maar verder ziet men alleen maar dat het met de werk- loozen heel anders is dan men het zou vven- schen. niet bedenkend hoe het zou zijn als de overheid eens niets deed. Het is toch geen kleinigheid dat in ons land met pl.m. 8 millioen inwoners in 1933 door rijk en ge meenten werd besteed voor werkloozenzorg, werkverschaffing en steunverleening rond 130 millioen en in 1934 rond 114 millioen gulden. Plaatselijke activiteit weinig bekend Over steunverleening en werkverschaffing in 't algemeen hoort en leest men nog wel eens iets, 't werk der centrale werkverschaf fingen in Drente, Overijsel, Brabant, Lim burg, enz., is niet onbekend, maar minder is men ervan op de hoogte wat in talrijko gemeenten plaatselijk wordt gedaan in het belang der werkloozen, met steun van de landsregeering Dit is een zoo belangrijk on derdeel der werkloozenzorg, dat zoo nuttig werk doet, <rat we meenden er eens meer op zettelijk aandacht voor te moeten vragen We wonnen daartoe inlichtingen in bij de Rijksinspectie voor de werkvei'schaffingen. Voor het contact met het ministerie is het land namelijk verdeeld in elf inspecties. De inspecteur van de inspectie Zuid-Holland Zuid, de heer J. A. J. Jansen, burgemees ter van Zwijndrecht, was zoo vriendelijk ons over de plaatselijke werkverschaffingen velerlei gegevens te verschaffen. De heer Jansen bezit op dit gebied veel ervaring, want in zijn eigen gemeen te is hij reeds jaren terug begonnen met het zoeken van werk verschaffings objecten. Zwijndrecht was J. A. J. Jansen daardoor een der eerste plaatsen in ons land. waar men be zigheid zocht voor hen die zeer bijzonder het slachtoffer zijn van de crisis. Zoo kwam daar tot stand de inpoldering onder de Groo te Lindt, een gebied van pl.m. 100 H.A., dat thans reeds geheel is verpacht. Deze inpol dering kon zeer gemakkelijk tot stand wor den gebracht. Het griendgebied dat nu pol der werd, was namelijk van de Oude Maas gescheiden door drie zoogenaamde „loswal lenontstaan doordat daarheen was ge bracht de bagger van de uitoieping van de Oude Maas. Om de grienden tot polder te maken had men slechts deze loswallen te verbinden, en tusschen de aldus ontstane afsluiting en de rivierdijk een dijk aan te leggen. Dit laatste geschiedde niet in werk verschaffing, daar het seizoenwerk is, dat persé in een bepaald gedeelte van het jaar klaar moet komen. Het verdere inpolderings werk gaf nu eenigen tijd arbeid aan pl.m. 200 werkloozen. In 1933 kwam het gereed. In 1934 werd de grond voor het eerst in cultuur gebracht. De resultaten waren uitnemend. De loswallen zelf teenen zich bij uitstek voor industrieterrein. Een ervan is reeas be zet door een schokbetonfabriek. Loswallen en polder samen hebben groote toekomstige industrieele waarde, mee door de ligging tegenover de Dordtsche Zeehaven, en door het feit dat ook bij de thans plaats hebbende verdere uitbaggering van oe Dordt sche waterweg naar zee wordt gestort op een deel van de polder, waardoor een ideaal- haven- en industriegebied kan ontstaan. Een ander zeer nuttig werkverschaffings object, voor de gemeente van groote beteo- kehis, maar dat in gewoon bedrijf vanwege oe kosten (waarin het Rijk dan niet zou meebetalen) onuitvoerbaar zou wezen, was de aanleg van een park aan de Noord, waar deze in de Oude Maas uitkomt. Dit was een terrein, ontstaan door de verbreeding jareo geleden van de Noord. Er ligt nu een wandel park. een jachthaventje is er, en er zijn mooie ruime sportvelden aangelegd. Ook is Zwijndrecht in werkverschaffing voorzien van een moderne rioleering, een werk dat de gemeente zelf wegens de hooge kosten nooit tot stand zou hebben kunneD brengen. In werkverschaffing kwam te Zwijndrecht een paar jaar geleden ook tot stand de in richting van een fraai zwembad en de centrale parkaanleg met vijver in het uit breidingsplan. Het nut van dergelijke activiteit Dit is een fraai voorbeeld ervan hoe een gemeente op eigen terrein haar menschen productief werk kan verschaffen, waardoor ze bovendien waardevolle objecten krijgt die bij normale verhoudingen niet zouden tot stand komen, vanwege de veel te hooge kosten, vooral omdat dan het Rijk geen medewerking zou kunnen verleenen. Nu kost het aan het rijk wat. meer dan het an- oers aan steun zou moeten betalen. De ge meente bekostigt materiaal, opzicht enz. maar ontvangt waarde-objecten terug, de werkloozen hebben werk gedaan waarvan de totstandkoming hun bevrediging geeft, en de gemeentenaren allen plukken de vruch ten in nieuwe bodem in betere en aangena mere bewoonbaarheid der gemeente en ook hierin, dat de werkloozen van hun loon in werkverschaffing meer kunnen uitgeven dan van de steun, wat voor neringdoenden en vele anderen weer van belang is. En van onschatbare beteekenis vooral is het dat een groot aantal medeburgers langen tijd ont trokken zijn aan de ellendige invloed van het niets doen. In een paar volgende artikelen hopen we op het werk der plaatselijke werkverschaf fingen nog naaer in te gaan. In de nieuwe polder onder de Groote Lindt bij Zwijndrecht Weer onprettig? Vele vrouwen zijn op gezette tijden het slachtoffer van pijnen. Denk niet, dat te gen dit lijden weinig Ie doen is, want de vele vrouwen die geleerd hebben "AKKERTJES" te gebruiken, weten beter. "AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnen en zijn een uitkomst in de donkere dagen der vrouw. In plaats van neerslachtig zult Ge U opgewekt en rustig voelen. "AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk zame vinding van Apotheker Dumont. Ze hebben geen enkele nadeelige werking. De cachet-vorm is de meest ideale manier van innemen. "AKKERTJES" hebben in korten tijd bewezen een geneesmiddel bij uitnemendheid te zijn. Haal nog heden een doosje. Ook U zult tevreden zijnl Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. Volgens recept van Apotheker Dumont Wetenschap. Huldiging Dr. Jac. P. Thijsse Op 25 Juli in „Artis" te Amsterdam In verband met het feit, dat Dr, Jac. P. Thijsse op 25 Juli a.s. zijn 70 sten verjaar dag hoopt te vieren, zal op dien dag in de zalen van het Kon. Zool. Genootschap „N'atura Artis Magistra" te Amsterdam een huldiging plaats vinden. Omstreeks 3 uur zal in de Koningszaal een bijeenkomst worden gehouden, waarin o.a. de voorzitter van de Huldigingscommis sie Prof. Dr. Theo J. Stomps den jubilaris zal toespreken. Tevens zal aan Dr. Thijsse een exemplaar worden aangeboden van het „Gedenkboek Dr. Jac. P. Thijsse", dat dezer dagen zal verschijnen. Dit gedenkboek, dat ruim 200 pags. groot is en versierd met 175 illustraties, verschijnt als speciaal nummer van het tijdschrift „De Levende Natuur", dat dit jaar tevens haar 40sten jaargang Is ingegaan. Het boek is, onder redactie van Dr. J. W. van Dieren en Dr. A. Scheygrond, samengesteld uit ruim 80 groote en kleine bijdragen. Voor het meerendeel van oude, vasie medewerkers aan het tijdschrift en vrienden van den hoofdredacteur. Na afloop van de toespraak van prof. Stomps zal er gelegenheid zijn om dr. Thijsse te complimenteeren. Land- cn Tuinbouw. VERVROEGDE STEUNUITKEERING VOOR DEN LANDBOUW De Minister van Economische Zaken heeft aan den Vierbond van Veilingvereenigingen in Noord-Holland medegedeeld, dat het in het voornemen van den Minister ligt zeer binnenkort een vervroegde steunuitkeering te doen plaats vinden op enkele producten, waarvan de opbrengsten zeer laag zijn ge- weesL GELE EN WITTE KOOL f 160.000 steun. De Minister van Economische Zaken heeft bepaald dat uit het Landbouw-Crisisfonds steun verleend zal worden aan de telers gewassen van den tuinbouw, die hun na te 'noemen producten over de erkende veilingen hebben geveild, tot een totaal bedrag van ten hoogiste f 160.000. Deze s';eun zal worden ver leend over de hoeveelheden van de hierna vermelde producten, welke in het achter elk product vermelde tijdvak van 1935 zijn ver handeld en zal bedragen: gele kool 1 Jan. 17 Febr. f0.46 per 100 K.g. Deensche witte kool 1 JJan.—17 Febr. f0.35 per 100 K.g. 1 April—28 April f 0.45 per 100 K.g. ONZE TUINBOUW-EXPORT Weer een belangrijke vermindering De export van de tuinbouwproducten, blijkt gedurende de maand Juni weer een belang rijke vermnidering, n.l. met bijna de helft te hebben ondergaan. Het vorig jaar werd In i die maand voor een bedrag van f4.993.00 ge- WOENSDAG 24 JULI HUIZEN 301 M. - NCRV-uitzending. 800 Schriftlezing en meditatie. 8.15—9.30 Gram.pl, 10.30 Morgendienst olv Ds. J Vcrkuyl. 11.00 L --12.00 Chr. Gem. Zangvereen. „Excelsior" uit Barendrecht, olv. F. M. A Linnemann, mmv. J. J. Poose (piano). 12.15 Gram.pl. 12.45 Reportage openluchtmeeting op West-Ter schelling van de Geref. Jongelings- en Meisjes- vereenigingen in Friesland. 2.00 Orgelspel R. Parker. 3.00 Chr. lectuur. 3.30—3.45 Gram.pl. 4.00 Rie de Geus (sopraan) cn A. Schellevis (piano). 5.00 Kinderuur. 6.00 Gram.pl. 6.30 Afgestaan. 7.00 Politieberichten. Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gram.pl. 7.30 J. de Bruynj Stoppelgewassen 8.00 Berichten. 8.05 NCRV» kleicorkest olv. P. v. d. Hurk. 9.00 C. Smeenka Op vasten grond. 9.30 Vervolg concert mrav. Jo Hekster (viool) Om 10.00 berichten. 10 30 1130 Gram .muziek. HILVERSUM 1875 M. VARA-uitzending. 8 00 Gram.pl. 9.30 P. J. Kers: Onze keuken, 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor arb. in de continubedr.: Orvitropia alv. J. v. d, Horst: de Zonnekloppers olv. C. Steyn; de Flierefluiters olv. C. Steyn en J. C. C. Kayser (lezing). 12.00 Gram.pl. 12.30 De Notenkra- 1 kers olv. D. Wins. 1.00 Gram.pl. 1.15 E, WaHs en zijn orkest. 2.00 Gram.pl. 2.30 Or gelspel C. Steyo. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Vara-orkest olv H. de Groot. 6.00 Declama tie H. Beek. 6.15 Vervolg concert. 6.45 Sport» uitzending. 7.00 Gram.pl. 7.15 H v Laar: Bij de 70ste verjaardag van Jac P. Thijsse. 7.30 j Zang door E. Emeljanoff; a. d vleugel: J,. JoDg. 7.50 „Bij den verkeersdokter". 8.00 Hi*h. SOS-ber. Nieuwsber. A.N.P. Vara- varia. 8.15 Gram.pl. 9.00 „Twee levenden en één doode". spel van Nienhuys 10.00 Vara- orkest olv H. de Groot. 11.00 Gram.pl. ca pianospel I. Rossican. DROITWICH 1500 M. 10.35-1030 Morgen wijding. 11.20 Gram.pl. 11.50 Orgelsjjel Q. MacLean. 12.35 Ch. Manning en zijn orkest. I.35 Orgelconcert H. Rhodes. 2.2Ö Het Schot-i sche Studio-orkest. 3.10 Piano-recital I. Hoff mann. 3.35 Sted orkest van Bournemouth olv. R. Austin, mmv. N, Semino (cello). 5.05, Gram.p.. 5.35 BBC-Dansorkest olv. H. Hall 6.20 Berichten. 630 Reg. King en zijn orkest. 7.35 Variété-programma. 8.20 Pianorecital L. Mackinnon. 8.50 „City of Music". Ween- sche potpourri, mmv. solisten, koor en orkest olv. St. Robinson. 9.50 Berichten 10.10 Re portage. 10.25 Het Bridgewaterkwintet, mmv. M. Nevada (zang). 11.20—12.20 Sydney Kyte en zijn band. RADIO PARIS 1648 M. 7 20 en 8 20 Gratn.pl 12.35 Orkestconcert olv. Touche. 5.50 Gram. pl. 8.20 Concert. 9.05 „Flipote", spel van Le- maitre. 10.10 Dansmuziek. KALUNDBORG 1261 M. 12.20—2.20 Strijk orkest olv. Thyregod. 3.50 Zang door Karen Kaysen. 10.20 Gram.pl. 10.45 Cabaretpro- gramma. 11.20—12.50 Dansmuziek. KEULEN 456 M. 6.35 Orkestconcert 11.05 Zang en piano. 12.20 Omroepklcinorkest olv, Silez Gouw-symphonieorkest. 2.35 Gram.pl 4.20 Zang. viool en cembalo. 5.20 Uit Frank fort: Orkestconcert mmv. solisten. 7.20 Sohrant melmuziek. 8.35 Rijks zending. Stunde der jon gen Natdco: Ewiges Volk. 9.05 „Soldaten! Kameraden". 10.50—12.20 Orkest, kleinorkest en pianotrie. BRUSSEL 322 en 484 M. '22 RLi 12.20 —2.20 en 5.20 Gram.pl 5.50 Zang. 6.35 Harp recital. 7.05 Gram.pl. 7.207.50 Zang. 8.20 Pianorecital en zang. 9.20 Gram.pl. 10-30— II.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Gram. pl. 1230 Omroeporkest olv. Gason. 1.50—2.20 Gram.pl. 5.20 Orgelconcert. 5.506.05 Gram. pl. 730—7.20 Kwartetconcert. 7.35 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest olv. Gason en zang. 10.30 -11.20 Gram muziek. DEtTSTWANrn^NDER 1571 Meter. 8.35 Rijkszending Stunde der Jungen Nation! Ewiges Volk. 9.05 Gevarieerd ccocert uit Frankfort. 10.20 Berichten. 10.50 Concert (xylophoon. piano). 11.05 Weerbericht 11.20 12.20 R. Gaden en zijn orkest. exporteerd, thans is dit terug geloopen tot f 2.576.000. De vermindering valt nog meec op, wanneer men weet dat in Juni 1931 nog f 10.777.000 aan tuinbouwproducten naar het buitenland werd gezonden, zoodat in enkele ja ren de vermindering ruim 75 pCt. bedraagt! I Vooral naar Duitschland valt een sterke ex port-vermindering waar te nemen, Lerwijl het vorig jaar Juni nog voor f 3.375.000 naar dat land werd verzonden, ging dit jaar voor slechts f 1.059.000 over de grens. Sterk verminderde de export van tomaten naar dat land; het vo rig jaar Juni beliep zij 11.747.000 K.g. doch dit jaar slechts 4.174.000 k.g. De export vart dit product naar Engeland si echter gestegen, en terwijl 't vorig jaar voor f 302.000 aan torna ten werd verzonden, is zij dit jaar Juni ge stegen tot f 448.000. De totale export van onze tuinbouwproducten naar Engeland be liep een waarde van f 1.136.000 tegen f 1.049.000 in dezelfde maand van het vorig jaar. Ook naar België valt een kleine stijging te constateeren voor onze export n.l. van f 68.000 in Juni 1934 tot f 85.000 in dit jaar. FEUILLETON TOEN MOEDER WAS HEENGEGAAN Een klein nichtje bij zeven neven 37 Toen wendde ik mij tot de anderen en zei, met de tanden op elkander geklemd: „Het is laag om mij zoo te beschuldigen, want ik heb niemand om mij te verdedigen". „Zeg dat nog eens", zej Karei, en ik her haalde nogmaals: „Ja, het is laag". Hij sprong op mij toe en wilde mij slaan, imaar Paul hield hem tegen en zei: „Men slaat geen meisjes; overigens heeft zij gelijk met, dat te zeggen, want al heeft zij ver keerd gehandeld, behoeven wij ons nog niet als straatjongens tegenover haar te gedra gen. Vraag haar vergiffenis, Karei". „Neen, ik zal mij nooit voor een meisje .vernederen", antwoordde Karei op ruwen toon. „Je zegt zelf allerlei dwaasheden, Paul, maar je wilt niet dat anderen het doen." „Paul denkt altijd dat hij alles doen mag" zei Ernst, ,maar toch heb ik nog nooit zoo 'n lompert gezien als jij bent, Karei." „Daarin herken ik weer het onpartijdig oordeel van onzen geleerden broeder", her nam Paul; „voor iedereen heeft hij een har tig woordje, niemand vindt genade in zijn oogen." „Je bent vervelend en vermoeiend, ik kan niet rustig lezen op die manier." Onderwijl had ik mij uit de voeten ge maakt en was vlak bij mijn kamer, toen stem zacht tot mij zei: „Ursula... het spijt mij erg... Ik had wel willen zeggen dat jij het niet waart, maar dan zouden zij begrepen hebben dat ik het gedaan had eit zouden mij zoo geplaagd hebben; maai- het kan je niet veel schelen, niet waar?" „Och neen'V zei ik op bitsen toon, „het is maar een kleinigheid om een gulzigaard en een dief genoemd te worden." „O! maar dat heeft Karei alleen gezegd, hij is altijd zoo ruw." „Maar ik zou die woorden verdiend hetn ben als ik gedaan had, wat jij hun laat gelooven." „Lieve Ursula", zei Jacob, en hij zocht in de duisternis mijn hand te vatten, „ik zal alles doen om je genoegen te geven, en, als jé niets zegt, zullen wij goede vrienden „Ik zal niets zeggen, maar ik wil ook verder niets met je te maken hebben; ik geef niets om zoo 'n vriendschap en ben liever in mijn plaats dan in de jouwe. Goe den nacht." Ik trad mijn kamer binnen en hoorde hem lang/aam de trappen afgaan. Alleen de vrees dat zijn broers hem zou den plagen, maakte hem zoo laaghartig; want hij had geen slecht karakter, maar was zwak en verwaand en bang dat zijn goede naam als dichter gevaar zou lijden, als men wist dat hij een te groot liefheb ber van taartjes was. HOOFDSTUK XV Een ontslag Ik kan niet zeggen dat ik bijzonder over mijzelf tevreden was, toen ik alleen op mijn kamer was en over het gebeurde nadacht. Tante had zonder twijfel onrechtvaardig gehandeld, mijn neven waren onverdrage- lijk, Karei was ruw en Jacob lafhartig, daar hij mij onrechtvaardig liet beschuldi gen, maar ik, was ik niet boos en trotsch geweest en had ik geen bittere woorden tot den armen Jacob gezegd? Nog hoorde ik den minachtenden toon waarop ik zei: „Ik ben liever in mijn plaats dan in de jouwe..." Wat zou moeder wel van mij denken als zij mij gehoord had? O! wat was ik toch slecht geworden, sedert zij niet .meer bij mij was!... Maar het was toen ook niet moeilijk om gelukkig te zijn daar niemand mij iets in de weg legde of verkeerd beoordeelde ik niets dan liefde en toegenegenheid om mij heen zag. Ja, het was een te gemakkelijke en prettige tijd geweest Moeder had gezegd, dat God oor mij zou zorgen... Als zij mij iederen dag slechter cn ondeugender zag worden, zou zij het dan nog wel gelooven? Ik wierp mij voor mijn bed on de knieën en zei hardop: „Als zij mij eens zag, zou zij niet gelukkig zijn in den hemel... Neen! dat kon zij niet, ais zij mij zoo ongelukkig zae. Zij hield zooveel van mij!" Eensklaps zweeg ik stil, want de deur word geopend. .Mevrouw zegt, dat je dadelijk beneden moot komen", zei Rosalie op scherpen toon. Mijn hart klopte van angst, ik waschte mijn oogen al en ging naar beneden. De jongens waren allen aan hun werk en er was niemand in do kamer dan tante en nicht Amelia, die, zooals zij meer deed een gedeelte van den avond bij ons door-, bracht. „Waarom ben je naar je kamer gegaan, Ursula?" zei tante. „Ik had toch gezegd dat jc hier zoudt komen." „Wat scheelt jé, kinl?" zei nicht en ves tigde haar doordringenden blik op mij. „Ik zou haast denken, dat je acht dagen lang geschreid had. Als ik niet wist hoe de zaken hier stonden, zou ik waarlijk denken dat je mishandeld werd." „Ursula heeft zich zooveel te verwijten, dat 'nel niet te verwonderen is, dat zij zich ongelukkig gevoelt." Nicht Amelia zei zoetsappig op haar ge wonen loon: „Stuur haar maar dikwijls bij mij, ik zal haar wel doen begrijpen, wat zij aan je verschuldigd is. Zij is een beetje verwend, en weet nog niet hoe zij zich moet gedragen." Bemoedigd door deze vriendelijke woor den, ging ik stil in een hoekje zitten, totdat tante mij naar bed zond. Den volgenden morgen ontving zij juf frouw Hermine zeer koel, vroeg niet naar haar moeder en scheen niét op te merken dat zij nog kouder was dan den vorigen dag. Toen Piet binnenkwam om les te nemen wieip ik haar een smeekenden blik toe/Zij begreep mij, en na eenige woorden met den kleinen jongen gewisseld te. hebben, die dezen morgen goed gehumeurd scheen, zei zij to* hem: „Herinner je je nog, Piet, dat toen je ziek waart, men je nichtje beschul digd heeft een beschuitje genomen te heb ben, dat voor jou bestemd was?" Nauwelijks hoorde hij deze woorden, of zijn gezicht veranderde. «.Zij hééft het opgegeten", zei hij, mij gluiperig aanziende. „Antwoord niet te haastig, herinner je éérstgoed, wat er is voorgevallen." Juffrouw Hermine week hem ernstig en doordringend aan. Hij scheen lang niet op zijn gemak, schoof op zijn stoel heen en weer en antwoordde knorrig: „Ik kan het mij niet herinneren, ik was immers ziek." „O! Piet, je weet heel goed dat ik het beschuitje niet heb opgegeten noch er om gevraagd heb. Rosalie heeft het je gegeven en daar men het haar verboden had. zei ze dat ze het mij gegeven had. Voor het eerst van mijn leven .werd ik van een leugen beschuldigd en nu denkt tante gedurig, dat ik jok. Zeg de waarheid, Piet, je weet best dat jij het gedaan hebt." „Wat is er aan de hand", vroeg tante, die juist binnenkwam, „waarover spreekt met zooveel vuur?" „Zij zegt, dat ik het beschuitje heb op gegeten", zei het verwende kind. „Welk beschuitje?" „Och! u weet wel... toen ik ziek was." „Waarom haal je die oude geschiedenis weer op? Er is na dien tijd al zooveel ge beurd, dat ik reeds genoeg weet hoeveel ik Ursula vertrouwen kan." Tante gaf hierop het teeken om de les te beginnen, maar ik wilde deze gelegen heid om mij te rechtvaardigen, niet voorbij laten gaan en juffrouw Hermine's tegen woordigheid gaf mij moed. „Tante ik heb waarlijk niet gejokt, Piet weet het en moet het bekennen... hij zal het zeker doen, als u het hem vraagt. O» ik bid u, laat hij de waarheid zeggen." Tante scheen te weifelen, alsof de ernst die uit mijn woorden sprak haar trof. „Welnu", zeide zij, „vertel ons dan wat er gebeurd is, Piet" Ik hoopte dat hij het zou doen want hij keek eex-st mij aan, toen zijn moeder en opende den mond om te spreken. Zou hij de waarheid zeggen?... Op oit gewichtig oogenblik kwam Rosa- lie binnen, met een boodschap. „Je komt juist van pas", zei tante, „wij hebben je hier noodig." Piet kreeg een erge kleur, toen hij haar zag, en zijn gezicht nam weer die gluipe- t-ige uitdrukking aan. Toen Rosalie op de hoogtel van het gesprek was, wiei-p zij Piet ongemerkt een veelbeteekenenden blik toe.1 „De jongeheer weet even goed als ik, wat er gebeurd is." „Ik ben het vergeten", zei Piet, „ik was immers ziek." „Weet je wel, dat er nog één beschuitj« m de kast was?" „O! ja." „En dat ik het aan je nichtje gegeven heb. Herinner je het je nog wel, jongeheer Piet? „Ja, ja." „Laat niemand dan zeggen, dat het niet waar is." ,,U ziet dus", zei tante tot juffrouw Her- mine, „dat er geen twijfel meer bestaat. Overigens heeft Ursula al veel grooter fouten begaan en het verwondert mij, dat zij dit nog durft ontkennen. Ik hoop dat u nu overtuigd zijt, juffrouw. (Wordt vervolgdJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8