Burgemeester Colijn en de loonen in het vrije bedrijf wsmÊSamBSm WOENSDAG 17 JULI 1935 DERDE BLAD PAG. 9 Onwaarachtige berichtgeving van de roode pers Een onderhoud met den Burgemeester Het spreekt vanzelf dat men naet in kan gaan op al wat de roode pers aan onwaar achtigs publiceert. In den regel doet men waarschijnlijk verstandiger er niet op in te gaan, maar op deze regel zijn soms uit zonderingen gewenscht en zoo'n uitzonde ring is ongetwijfeld de kwestie die momen teel in Alphen a.d. Rijn veel stof opwaait, een kwestie, die eigenlijk geen kwestie is, maar een eenvoudige zaak, waarvan „Het Volk" edhtfer zulk een verkeerde en leugen- aohtige voorstelling heeft gegeven, dat zij een kwestie geworden is, waarover veel wordt gesproken en waarover men wel I gaarne de waarheid zou willen weten. Wij I hebben deze waarheid gezocht bij den aamgc- i vallen persoon zelf, bij burgemeester Colijn zolf, die ons gaarne te woord wilde staan, waarvoor wij hem hartelijk dankbaar zijn. Het gaat over het volgende: Waar het over gaat Dezer dagen gaf het Volk een bericht üit Alphen aan den Rijn, met opschrift: Burgemeester Colijn wil weer aanpassen; maar eerst moeten de loonen in het parti culiere bedrijf omlaag. In dat bericht wordt gesproken van bot- i [pieren van aanpassingswoede en o.m. ge zegd, dat de burgemeester, als in sommige bedrijven loonen worden uitgekeerd boven I het plaatselijk niveau, dit een gruwel acht en daarom ongevraagd de betrokken werk I gevers onderricht gaf in de wijsheid der aanpassing. Er is ook nog het andere praatje, dat in 'jbet leven geroepen werd door een verkie- zinigspamflet dat de S.D.A.P. ter plaatse heeft verspreid en waarin wordt gezegd, Öat er geen geld is voor het Crisis-comité, maar wel f 4000.voor het verfraaien van de ambtswoning van den burgemeester. Bit zijn twee voorbeelden van de onder- grondsche wijze waarop men telkens aan valt op den naam van Burgemeester Colijn. We informeerden bij burgemeester Co lijn eerst naar dit praatje over de verfraai ing van zijn ambtswoning. Het antwoord liet aan duidelijk heid niets te wenschen over. Door de raad is f,3000.— beschikbaar ge steld niet voor verfraaiing, maar voor centrale verwarming, behang- werk en een schuurtje. Voor de cen trale verwarming dat een belangrijk deel is van de f 3000.wordt extra Jiuur betaald. Wat in de dagen van mijn komst als verfraaiing van de ambtswoning kan worden aange merkt heb ik zelf betaald. Voor ver fraai irg is dus niets beschikbaar ge steld. Onze lezers zullen goed doen deze din gen in gedachte te houden, want de ver dachtmaking tegen Overheidspersonen wordt helaas steeds grooter tot schade van land en volk. Wij brachten daarom ter sprake het be richt van het Volk. 'k Ben niet gewoon aldus de burge- i meester op courantenartikelen te reagee ren en zeker niet als het betreft de pers der S.D.A.P. Heeft het bericht van „weer aanpassen .Uw aandacht getrokken? Zeker. Dat heeft het en ook die van het icollege van B. en W 1 Velen ook in de kringen van de Chr. hrbel'ers hebben o.i. een geheel ver keerde voorstelling van zaken, daarom zouden we gaarne over deze zaak wat meer wilden weten. j Hierop antwoordde de burgemeester: I wanneer men in de belangstelling der S. D.A.P. staat, raakt men aan heel wat ge woon. Men houdt er bij de beoordeeling van van die zijde komende aanvallen on willekeurig rekening imet het in die krin gen gebruikelijke vocaibulair. Maar zie ik goed, dan Druipt dit artikeltje van venijn. Zich verwonderen hierover kan alleen hij, die onbekend is met wat in de kringen der S.D.A.P., wanneer het de Overheid of Overheidspersoneel betreft, als alleszins geoorloofd wordt beschouwd. Het fraaie pamflet waar we zoojuist over fcpraken is daar wel bewijs van. Het al of niet beantwoorden van verdacht makingen blijft altijd een moeilijke vraag. De' neiging, het geschrijf te laten voor wat Ihet is, is begrijpelijk héél sterk, maar aan den anderen kant kan ook te veei verzwe gen worden. Men is van de overzijde na tuurlijk niet onbekend met het feit dat van P. A. Colijn Burgemeester van Alphen aan den Rijn laster toch allicht iets hangen blijft, al zou er maar één kiezer door gewonnen worden, was de mpeite beloond. Vandaar dat ik geen bezwaar maak, zij het ook bij wijze van uitzondering, U over de betreffende zaak nader in te lichten De moeilijkheid is echter de wijze van antwoorden, vooral omdat het zoo moeilijk is aan te nemen dat de beschuldigingen te goeder trouw geuit zijn. Immers dat on waar is, wat in het stukje staat, nl. dat B. en W. de loonen der gemeentewerklieden tot liet laagst niveau ter plaatse willen terug brengen, kan de schrijver wel weten. W a a rlh e i d is zooals zoetjes aan ook wel buiten den kring van B. en W. en georganiseerd overleg bekend zal zijn dat op de door B. en W. eind 1334 voorgestelde en door den Raad vastgestelde loonregeling, door het hooger gezag bemerkingen zijn ge maakt. Het gevolg hiervan was dat een nieuwe regeling bij het Georgani seerd Overleg werd aanhangig ge maakt Onwaar is ook dat de loonen van nieuw aangestelden zelfs tot boneden f 17 per week zouden moeten dalen. Over de nieuw voorgestelde regeling, die nog bij het G.O. in behandeling is, kon de burgemeester geen bijzonderheden verschaf fen. Wel zcide de burgemeester, dat de laagst bezoldigde, de volkomen onge schoolde, in welke categorie mogelijk geen enkele gemeentewerkman zal worden ingedeeld, toch nog klimt tot f 23.04, terwijl de hoogst bezoldigde de f 30 overschrijdt, alles te berekenen na zes dienstjaren. Naar aanleiding van een bespreking in het G.O. zonden de werknemersorganisaties een lijstje van loonen welke buiten het col lectief contract in Alphen worden betaald. Het college van B. en W., deed door den burgemeester onderzoeken of de gegeven cijfers juist waren. Hiertoe wendde de burgemeester zich tot een zestal bedrijven in het schrijven ge noemd, met de vraag welke loonen door de verschillende categorieën werklieden in hun bedrijf werden genoten. In sommige gevallen omdat het ging om een vergelijking te verkrijgen werd ook geinformeerd of de loonen verband hiel den met bijzondere vakbekwaamheden. Niets meer en ook niets minder. Ons dunkt dat deze uiteenzetting aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat Onze lezers weten nu de waarheid. Laten zo er, zoo noodig, partij voor kiezen. Deze beide gevallen waren belangrijk genoeg en zeer geschikt om- er een waarachtige uit eenzetting van te geven. Maar deze uit eenzetting is slechts een voorbeeld, dat gel den moge voor allerlei praatjes, die van roode zijde komen en waarmee men vooral mannen als burgemeester Colijn tracht te treffen. Maar dat men dit tracht te doen, dat burgemeester Colijn zoo vurig de roode belangstelling heeft, och, dat is het beste bewijs voor zijn bijzondere en uitnemende kwaliteiten als regeeringspersoon. Wij zouden aan burgemeester Colijn mis schien een beetje mogen gaan twijfelen als hij die belangstelling niet had. dan in de Zon In doozen van«20cia£ Kerknieuws. CHR. GEREF. KERK Tweetal: Te Baeendrecht, cand. M. Baan te Maassluis en J. van Doorn te Ede. Be te Maassluis. Te Noordeloos, cand. M. Baan GEREF. KERKEN Aangenomeo: Naar Winterswijk, F. C. Zwaai J. te Borger. NED. HERV. KERK Bedankt: Voor Tjerkgaast c.a., J. Steenhul zen te Dinxpcrlo. VRIJE EVANG. GEM. Beroepen Te Groningen, J. Verboom te Franeker. Rechtskarakter van Kerken Herziening der Reglementen In de algemeene vergadering der Broeder schap van cand.-notarissen zijn in bespreking geweest prae-adviezen van Prof. Duynstee en Mr C. Punt over het rechtskarakter en de vertegenwoordiging van kerkgenootschap pen en kerkelijke instellingen. Hoewel uit de discussies bleek, dat dit vraagstuk op 't oogenblik niet: veel meer dan academische waarde heeft, lijkt het toch niet zonder belang te vermelden, wat Mr H. de B i e", vice-pre sident van de Rotterdamsche Rechtbank, over dit onderwerp gezegd heeft. Hij wees o.m. op het sterk individualistisch karakter van het protestantisme tegenover het centrale organische karakter van de R.K. kerk. Een algemeene regeling is altijd tegen het karakter van de protestantsche kerken in gegaan. Spr. zou in overweging willen geven, om de prae-adviezen en het stenografisch ver slag van de besprekingen toe te zenden aan de Algemeene Synode en aan de commissie voor het beheer der kerkelijke goederen van de Ned. Herv. Kerk. Hy hoopte, da): t.z.t. de reglementen der protestantsche kerken aan een technisch- Juridische herziening zullen worden onderworpen; de toch reeds zoo veelomvatten de arbeid van het notariaat zou daardoor op welkome wijze kunnen worden vereenvoudigd. Wereldbond der Kerken Vrijdag 12 Juli vergaderde te Utrecht de afdeeling Nederland van den Wereldbond van Kerken, voorzitter prof. dr. F. M. Th. Böhl, hoogleeraar te Leiden. Ter tafel een schrijven van den heer L. J. van Wijk, die na zijn afscheid als secretaris van het Nederl. Bijbelgenootschap ophield bestuurslid te zijn. Het besLuur besloot in een dankschrij ven den heer Van Wijk te huldigen voor vele jaren trouwe hulp. Tot het bestuur trad toe dr. G. W. Oberman te Utrecht, als af gevaardigde van „Kerkopbouw". Voor het Ned. Bijbelgenootschap was aanwezig ds. D. E. jBoeke te Amsterdam. Inzake de Zending wordt uitgesproken, dat in de organisatie der oecumenische beweging ongetwijfeld de Zending thuis behoort, doch dat, nu de Zending voor het grootste deel niet kerkelijk georganiseerd is in Nederland, den weg nog niet vond, hoe de Zending het best kon worden ingeschakeld. Men stelt zich voor, dit zeer belangrijke punt te zijner tijd aan de orde te stellen. Inzake het geschil Italië-Abessynië wordt besloten er bij he's hoofdbestuur te Genève op aan te dringen al het mogelijke te doen tot be houd van den vrede en een duidelijke stem van den Wereldbond te doen hooren. Resolutie luchtbescherming Van de door het bestuur ingestelde commis sie ter bestudeering van het luchtbeschermings vraagstuk waa een rapport met resolutie inge komen. Deze resolutie wordt overgenomen luidt: „De Nederlandsche afdeeling van den We reldbond tot bevordering van internationale vriendschap door de kerken. van oordeel, dat de stelselmatige oefening der bevolking in luchtbeschermingsmaatrege len noodzakelijkerwijs de gedachte, dat de oorlog onvermijdelijk en onafwendbaar zou zijn, doet postvatten en versterkt, en tengis- volge daarvan het wantrouwen tusschen de volken doet toenemen en tevens het besef een internationale rechtsorde, voor zoover dat bestaat, ondermijnt; kennis genomen hebbende van gezagheb- bendende uitspraken van de Volkenbondscom missie inzake de chemische en bacteriologische oorlogvoering (1924), de internationale des kundigencommissie voor de bescherming der burgerbevolkingen tegen den chemischen oorlog, ingesteld door het Roode Kruis (1929) en de uitkomsten van het onderzoek van Interparlementaire Unie (1932) welke de technische mogeliikheid der luchtbescherming ten hoogste problematisch stellen en waar schuwen tegen de ontzettende uitwerking van het: moderne luchtwapen; spreekt als haar overtuiging uit, dat zij in het zicht van de verschrikkingen van den luchtoorlog, overeenkomstig haar beginselverklaring, met te meer kracht moet opkomen voor de wordende ACCOUNTANTSKANTOOR 'WIELENGA MA Uit ITS WEG K ROTTERDAM REORGANISATIES Tel.i R'dom 15606, Den Baas 716474 en 304255 internationale rechtsorde, waarvan de Volkenbond het orgaan wil zyn, als eenige weg tot bevestiging van den vrede; besluit aan de regeering te verzoeken de moreele bezwaren welke tegen de stelselmatige luchtbeschermingsoefe ningen gevoerd worden in ernstige over weging te nemen en voorts op de eerst volgende vergadering van den Volken bond de afschaffing van het luchtwapen opnieuw te bepleiten. ZENDING EN PHILANTHROPIE Abessynië, de Zending en Rome De Paus zegent wapenen Het feit, dat de Paus dezer dagen zich in zyn draagstoel voor he); front der naar het aanstaand oorlogsterrein vertrekkende troepen liet dragen om hun wapenen te zegenen, geeft de Ned. aanleiding tot de volgende ontboeze ming: „De Heilige Stoel zegent, wat op verove ring uittrekt voor het „heilig" (vader-) land. Een kruisvaardersstoet? Gast: het om de zielen der Abessyniërs? Waarschijnlijk meer, om wat er aan mineralen in den Abessynischen bodem zitl Hoe is het mogelijk, dat de paus, die zoo gaarne zich presenteert als de Vredevorst de zer wereld, den oorlog, dezen oorlog ze gent tegen een volk, over welks Christendom hij zich moest verheugen! Men weet, dat de Abessynische kerk in „vormendienst" verstard is. Den Bijbel kent mon er alleen in het Etiiiopisch, d.w.z. men kent hem dus eigenlijk niet. Nu is het juist zoo hoopvol, dat de tegen woordige keizer, Ras Tafari, zich zoo vrien delijk en belangstellend toont tegenover ae Zending. Hy steunt krachtig het werk in zie kenhuizen en scholen en ook allerlei Christe- lijk-sociaal werk. Er rust werkelijk zegen op den zendingsarbeid, gedurende de laatste jaren daar ondernomen door de Engelsche Presbyterianen en de Hamburger Zending; niet minder ook op het werk der vele tiental len Amerikaansche zendelingen, die er al jaren werken". Over den oonsprong der zending in Abes synië schriift hei: blad: „De Abessynische kerk leidt haar bestaan af van den pioniersarbeid van den Kamerheer van de koningin Candacé, die zelf Jezus Chris tus leerde kennen door het onderwijs van den Evangelist Philippus (Handelingen VIII) en die in zijn vaderland, Ethiopië doorgaf, wat hy van Philippus ontvangen had. Een andere voorstelling van Abessynië's bekeering is deze: In Abeesynië werd het Evangelie gepredikt door twee monniken, Frumentius en Aedisius van Tyrus, die schipbreuk leden in de Roode Zee. aan land spoelden, aan het Abessynische Hof terecht kwamen en daar het licht, in eigen leven door Christus onLstoken, lieten schij nen. Als de Abessynische kerk een kerk van taaie vormen is, moet men wel bedenken, welk een zware strijd zij, de eeuwen door, heeft moeten voeren tegen den Telam. Achter en in die harde vormen heeft zij tot op heden dan' toch maar den schat van het Evangelie bewaard. Juist door den milden gloed van de groeiende zendingsarbeid hoopte men op een Réveil in de Abessynische kerk. Hebben Roomsche magnaten misschien met leede oogen gezien, dat het der Protestantsche zending in Abessynië niet ongezegend gaat? Zouden zij wellicht ook daarom met te meer vrijmoedigheid den „heiliven Vader" bewogen hebben om zyn allerchristelyksten zegen te leggen op de wapenen tegen dit volk?" CHRISTIAN APPROACH TO THE JEW Een interkerkelijke conferentie te Rotterdam Het Zeister Zendingsfeest Minister-president komt spreken Het jaarlijksche Zeister Zendingsfeest dat di': jaar door de herdenking van het 200-jarig jubileum der Suriname-Zending een bijzonder karakter zal dragen, wordt D.V. gehouden op Dinsdag 17 en Woensdag 18 September a.s. in de Kerk der Broedergemeente. De hoofddag is 18 September. Als sprekers voor deze dag hebben o.a. toe gezegd Zijne Exc Dr H. Colyn en de 4 oud-gouverneurs van Suriname, G. J. Staal, A. J. A. A. van Heemstra, A. A. L. Rutgers er D. Fock, tevens oud-gou verneur van Ned. Oost-Indië. Het traditioneele „Liebesmahl", waartoe het bekende koor der Broedergemeente zijn me dewerking zal verleenen, zal worden uitge zonden door de N.C.R.V. De Phohi draagt zorg voor uitzending naar Suriname, waar duizenden in de Groote Stadskerk te Parama ribo den dienst in Zeist zullen kunnen volgen. Over uitzending naar de Oost worden nog onderhandelingen gevoerd. Onder leiding van Mevr. Bar.sse v. Boetzelaer Dubbeldam-v. d. Hoop van Slochteren, vice- presidente van den Intern. Zendingsraad werd in het dienstgebouw van de Geref. Kerk in de Ammanstraat te Rotterdam een bijeenkomst ge houden die bedoelde te komen tot ..en blijvende hulporganisatie voor het Intern Comité Deze bijeenkomst werd o.m. bijgewoond door Dr.- C. Hoffmann te New-York, een van de toegevoegde secretarissen van den Intern. Zendingsraad, die op zijn doorreis door Europa thans in Nederland vertoeft. Aanwezig waren afgevaardigden van de Ned. Ver. voor Israël te Amsterdam; de Ned. Ver voor Israël „Elim"; deputaten voor de Jodenzending vanwege de Gen. Synode der Geref. Kerken in Nederland; de Ned. Ver. van Joden- Christenen; de Ned. Zendings-Raad; de Zendings studieraad; het Ned. Bijbelgenootschap; De Ned. Chr. Stud. Ver.; de Fed. van Chr. Ver. van en voor Vrouwen en Meisjes; de Bond van Meisjes ver. op Geref. grondslag in Nederland; de com missies voor de Jodenzending vanwege de ker keraden van de Ned. Herv. Gem. te Utrecht van de Geref. kerken van Den Haag-Oost Rotterdam; al de miss. arbeiders in de Jodenzen ding vanwege de Ned Herv. zoowel als van de Ger. Kerken; Dr. J. R. Callenbach, Ned. Herv. predikant; Ds. W. J. J Velders, Geref. predikant beiden te Rotterdam; Prof. Dr. Kohnstamm Ermelo e.a. Dr. Hoffmann, die als spreker optrad, heeft oorspronkelijk in de Christenstudentenbew ging gearbeid, trad daarna in dienst van den Intern. Zendingsraad, met de bijzondere bestem ming voor „de bearbeiding vao den Jood door den Christen" Rede Dr. Hoffmann Mevr. v. Boetzelaar v. Dubbeldam-v. d. Hoop v. Slochteren, die zoo nauw bij het werk betrok ken is krachtens haar functie in den Intern. Zen dingsraad, presideerde de vergadering, die zij op gebruikelijke wijze opende, waarna zij Hoffmann het woord verleende. Dr Hoffmann vatte zijn onderwerp aan van de internat: zijde en herinnerde aan het pas verschenen werk van Robert Nathan: „The road of ages", e< reman waarin hij een massa verbanning der Jod< uit alle landen der wereld beschri)ft, zooals tenslotte in de Gobi-woestijn van centraal-Azië terecht komen. Deze fantastische beschrijving be antwoordt voor een groot gedeelte aan de werke lijkheid, waot overal stijgt de Jodenhaat. Waar lijk niet alleen in Hitler-DuitschJand. Spr. verder op dc toenemende secularisatie ii Jodendom en de gevaren van de rassen-tegenstel lingen, die aanstekelijk werken. Als Dr. Wisé Amerika de boycot tegen Duitschland predikt, roept dit bij de Duitsch-Amerikanen wederom heftig Duitsche gevoelens wakker. Omgekeerd is de Zionistische levenshouding, die m zelden religieus georiënteerd is, een weerslag op de overeenkomstige houding van de Europeesche landen. Een voordeel is dat door de gebeurtenissen Duitschland het Christendom zich moet bezinnen op zijn diepste oorsprongen. Daardoor treden ook nieuwe combinaties voor den dag en Jcunnen de geestelijke krachten ook worden uitgewisseld. Bij zijn jongste voordracht in Swanwick in En geland voor de studenten was Prof. Jones uit Lahore het meest getroffen juist omdat hij op merkte dat de problemen van de „Christian Ap proach to the Jew" geheel overeenkomen van den arbeid ender de Mohammedanen. De nood drijft de Christenen tezamen en doet hen rijker schatten verwerven dan zij aanvankelijk hadden. Meerdere toespraken Ook Prof. Kohnstamm van Ermelo wees er op dat de roeping in Ghristelijk-Nederland zooveel breeder is. dan de bestaande zendings- vereen:gingen bij mogelijkheid kunnen omvatten. Spr. hcopt op een gemeenschappelijk optreden van het Christendom van Nederland. Er is een provenditieele taak voor Nederland weggelegd, |uist omdat dit volk den geest van Israël zco goed begrepen heeft. De samenwerking die hij op de vergadering vond, deed hem hopen dat het hiertoe bi noen niet al te langen tijd in Nederland zou komen. Daarvoor pleitte ook Ds. J a c. v I van den Haag in zijn verslag van de vergadering die hij van 10—13 Juli in Beasconsfield in Engeland als afgevaardigde van de Jodenzending heeft bijgewoond. Het is iostigatie van den In tern. Zendingsraad gevormd comité vooc Joden- -endinoen bedoelt de arbeid van de conferenties van Warschau en Budapes» voort te zetten. Spr. achtte het nu den tijd dat de landelijke groepen zich laten vertegenwoordigen door eigen af' diging. Op die samenkomst is ook het belangrijk vraagstuk vao de Joodsch-Christ. kerk bespro ken. waartoe de Hebrew-Christian Alliance in be ginsel besloten had. Dr Gacvie had dit beginsel met Bifbelsche argumenten bestreden en het groot ste gedeelte der vergadering stond aao zijn zijde en had positie genomen tegenover Sir Levison. voorzitter van de Hebrew-Ohristlan Alliance, die ook de vergaderlog bijwoonde. Maar dit geschied de zonder dat d^ broederlijke eenheid werd ge schaad Op he^ voorstel van Mevr. v. Boetzelaer Dubbeldam-v. d. Hoop v. Slochteren orn nu cx in Holland een Zendingsraad van de Christiao Approach to the Jew te stichten antwoordde allereerst Ds. G. M a n s v e 11. em. predikant van de Ned. Herv. Gem. van Amsterdam, zitter van de Ned. Ver. voor Israël met een woord m hartelijke sympathie. De Deputaten voor de Jodenzending vanwege de Gen. Synode der Geref Kerken, die deer hun aanwezigheid en medewerking bij de voorbe reiding van deze bijeenkomst reeds van hun in stemming hadden doen blijken konden zonder rug gespraak met hun kerken niets beloven, maar stonden er persoonlijk sympathiek tegenover. In denzelfden geest sprak ook de afgevaardigde van „Elim". de l.eer Den Duik van Scheveningen, die persoonlijk er zeer voor gevoelde Ds. J. W. Rauws, zendingsdirector te Oegst- geest, bepleitte een nauwe aaneensluiting bij den Ned. Zendingsraad, waarvan eenzelfde welwil- :nde houding kon worden verwacht als vao den Intern. Zendingsraad. De vergadering betuigde instemming met een voorstel uit de besprekingen voortko mende dat aan elk der drie corporaties van Jodenzending verzocht zal worden een bestuurslid plus een missionaris te de- legeeren, naar een voorloopig comité, waarin e.v. ook zetting zuilen hebben een of twee vertegenwoordigers van de ver- eeniging van Joden-Christenen alsmede Dr. H. C. Rutgers, secr. van het Ned. Bijbel genootschap en vao de Ned. Chr. Studen ten Ver. Dit comité zal dan een concept- regeling ontwerpen voor een later te stichten nationaal comité. GIFTEN EN LEGATEN Wijlen Mr. R. J. v. K r e g t e n te 's-Gravcn hage heeft gelegateerd aan de Diaconie der Ned. Herv. Gem. te Winschoten een bedcag van f 4000 eveneens f 4000 aan het Doofstommeninstituut Groningen. Schoolnieuws. ONDERWIJSBENOEMINGEN Tot onderwijzeres eener Chr School te Nijver- v.al is benoemd mej. M. W. ten Kiefte te Werkhoven (U.). Examens ACADEMISCHE EXAMENS GEM. UNIVxSK UTEIT TE AMSTERDAM. Doet Rom. taal en letteren (Fransch): mej. M. Schoute; candidaats Idem; mej. 3L E. Helders Bakker. M. Gan.s, 1. Oostvoorne, A. Numan van Son; F. Rhodius, F, Storm. E. Wester, en de damos 31. Boesveld. heklcei. Relnders en M. Wlls-on. Eindexamens H.B.S. B. wiskunde: de he- - ren M. van Aersohot. W. BJankevoort, J. van Gelden-, B. Holthuis, H. Hoog-enaljk, H. de Jon ge Mulock Houwer. H. Kaars Sij.pesteln, F Kluver, D. Muller, A. Nolke, E. Roos, G, Schol ten. F. Sevenhuysen, H. Sumlok. W. van Wuiff- ten Palthe en de dames F. Kerkhoven en G., Verkade. HOOFDAKTE AMSTERDAM. Geslaagd: Mej. C. A. de Boer; en de heeren: J Hamel, P v d Hoeven, A J b Tebben. F T van Trlks. allen te Amsterdam ARNHEM. Geëx. 3 vrouwe!. en 5 mannel candidaten. Geslaagd: mej. C. Koek. Nijmegen; en de heeren B. Renslnk, Apeldoorn, J. M. de Vos, Voorst GRONINGEN. Geëx. 7 candidaten. Afgew. 4, geslaagd de heeren J. Buinlng, mej. H. Swie- ringa. belden Groningen en mej. T A. Lamberts Zuidbarge. HAARLEM. Geslaagd de dames C. H. L, Grolle, Wijden es, A. C. Walraven, Aalsmeer; cu de heeren E A. 31. Anthonlsse. Haarlem: P. Cornlelje, Wieringen en F. Ch. Geus, Breezand STAATSEXAMEN L.O. Hendriks en T. E C Keuchenlus, bedden Den Haag GRONINGEN. Geslaagd. Ae c APOTHEKERSASSISTENT AMSTERDAM. Geslaagd; mej. M. do Kruyll, DEN HAAG. Geslaagd voor deel 1: W. P, van Sikkelerus. Bergen op Zoom en voor deel II; J D. Overberg, Amsterdam NIJVERHEIDSONDERWIJS LEIDEN. Rijksakte N VIII, Geslaagd: de da mes J Blom-aard. Rotterdam: H O M Verdegaal, Voorhout; E Ch v Meegeren en M J J Manulchs, Roermond. HANDELSONDERWIJS DEN" HAAG. Gesl. acte L O. de dames C M Broekman en G J Th van Eijk. Den Hrag: A 31 Geerards. Breda; A M J Float. Wijchen; M .7 Daansen, Oostburg; S E Braakman. Venlo; G L de Boer, Zwolle; A M Haltes, Nijmegen. FEUILLETON TOEN MOEDER WAS HEENGEGAAN Hen klein nichtje bij zeven neven (32 „Heb Je dam geen medelijden met haar", riep Thérse uit „Zie je dan niet hoe ver- I drietig het arme kind is? Het is de schuld van haar die de deur heeft opengelaten laat het. kind dus met rust, zij heeft al genoeg verdriet". „En Anna, die is nog veel bedroefder; ik zoo haar liever tien putters geven dan haar zoo te zien schreien, maar ze wil geen ander vogeltje hebben". In mijn groote droefheid vergat ik tante's j gebod en viel op een stoel in de keuken neer. „Zoo zoo," zei Rosalie, „is dat mevrouw j gehoorzamen!wat is er eigenlijk ge- I beurd, dat je zoo schreit?" i Tóen zij vernam, waarom ik zoo bedroefd was, begon zij te laohen en zei; Een vogel i die door een kat is opgegeten, het is de j moeite wel waard!" .►Zij heeft geen gevoel!" zei Thérèse, „weet R wel van wie dat vogeltje was?" „Van de kleine Anna?... Welnu, er zijn toch vogels genoeg te krijgen. Het zou al heel erg moeten zijn, als ik om een putter zoovee] tranen stortte". HOOFDSTUK XIII Armoede en Verdriet Dit alles viel des Zaterdags voor en den volgenden morgen ontwaakte ik met een bezwaard hart. Anna was zonder haar vogel en Thérèse zonder haar Frans en van dat alles droeg ik de schuld!... Ik was dan ook zoo bedroefd, toen Thérèse mijn1 kamer aan kant kwam maken dat zij al haar best deed om mij te troosten. „Je kunt het toch niet helpen, arm kind! Zoodra ik de borden gewasschen heb, ga i' Frans een zoen brengen... hij zal dan wel slapen, en natuurlijk is het geheel iets anders dan hem de geheelen dag om mij te hebben en ?ijn aardig gebabbel aan te hooren... Het is zoo 'n dwaas kind,, die Frans; den vorigen keer zei hij tot mij: „Ik houd veel van u, moeder, omdat u me nooit beknort. Als ik groot ben en u oud zijt, zal ik heel goed voor u zorgen en u eel lekkers te eten geven, en als u dood is, zal ik den goeden God vragen of Hij u goed verzorgen zal." Or geruimd vertelde Thérèse mij de won derdaden van Frans, maar ik zag wel, dat zij nu en dan een traan wegpinkte. Zij was te goed en te medelijdend voor mij geweest en dat had haar van haar eenig genot be roofd. Ik kon de gedachte bijna niet ver dragen. Het was een lange Zondag; eerst moest ik mijn nieuwen jurk met strooken aan trekken en een mantel die erg nauw was. Mijn hoed woog mij als lood op het hoofd zoo zwaar was hij door al het garneersel en ik herkende mijzelf niet. Aldus uitgedost ging ik met tante naar de kerk, maar ik begreep niets van de preek. Ik deed al mijn moeite om er m: gedachten bij te bepalen, maar weldra dwaalde ik af naar de heerlijke Zondagen op „Wilgenhof". Moeder las mij dan voor of onderhield zich met mij,, soms volgde er een langdurige stilte en wanneer ik dan mijn hoofd op haar schoot riet rusten, streelde zij het. Hoe kalm en vreedzaam v»as alles! Het was alsof ik Gods liefde, waarover moeder sprak, in alles dan voelde doorstralen. Het viel mij toen niet moeilijk daaraan te gelooven; ik las die in moeders blik, hoorde die in haar stem; en de velden buiten en de Uauwe hemel, alles sprak mij van Gods lie'dc. Mijn hart ontlook als een bloem in de zon. Wat een verschil bij nu!... De grijze No vemberhemel, de drukke straten, de hooge huizen, en ve, dei steenen, niets dan stee- nen Daarbij die ongevoelige blik van ïai.te, die alleen op mij gericht was, als zij mi® op koelen toon berispte!... Het was mij niet mogelijk onder dat alles Gods liefde te waardeeren, en toch had moeder pozegd, dat Hij voor mij zorgen zou. Ik beproefde nog in de kerk te bidden maai de tranen beletten het mij. Ik boog mijn hoofd diep ter neer, in de hoop dat niemand het bemerken zou, maar ongeluk kig viel er een traan op mijn hand. waar op tante, die juist opkeek, zich voorover boog en mij toefluisterde: „Zet toch niet zoo 'n ongelukkig gezicht." Die woorden deden mijn tranen spoedig drogen. Toen wij thuis kwamen, vrnc- ik tante naar Anna te mogen gaan. Tante antwoord de, niet te begrijpen welk genoegen ik er in vond, om in die vochtige kamer te zitten maar voegde er bij: „Je kunt gaan,, kind. Ik zal je niet terughouden of je aanleiding geven, om weer te schreien; men zou wezen lijk denken dat je .hier dood ongelukkig zijt.heel onaangenaam voor ons. Ga nu maar heen; maar wat vertelde je me ook? Dat het vogeltje van dat meisje dood is?" „Ja, tante, de kat heeft het gedood." „Welke kat?" „De onze.' „Onze kat? Dan moeten wij haar dat vergoeden. Daar... geef haar dit, hiervoor kan zij ruimschoots een anderen vogel koopen." Tante gaf mij een rijksdaalder en ik ging heen, ecuigszins verlegen met die bood schap, wel gevoelende dat het niet gemak kelijk was Zizi's plaats te vervangen. Nu het Zondag was. had Anna's mn<- rust en bleef zij dus thuis. Alles zag er in de kamer netjes en zindelijk uit, de kooi van den armen Zizi was schoon gemaakt en zoo opgehangen, dat Anna die niet zien kon of zij moest zich geheel omkeeren. Haar moeder hoopte, dat zij het langzamer hand vergeten zou, hoewel Anna zelf ge voelde, dat zij den vroolijken vertrooster in baar eenzaamheid nimmer vergeten zou. Naast haar on den stoel, de plaats van het kooitje, stoni oen bloeiende primula-veris. „Die heeft zij vanmorgen van haar tante gekregen", zei haar moeder; „niemand kan gelooven dat zij zoo 'n goed hart heeft, om dat zij een beetje ruw is. maar wij weten wel oeter. Zij zou zich al! is In'pn welge- govallen, alleen maar om dat kind pleizier te doen. Zij liegroep wel, dat Anna geen anderen vogel zou verlangen en nu heeft ze haar dezen bloempot gebracht, waarin ze ook veel pleizier zal hebben." „Wij hadden de plant ook in dezen tuin maar niet zoo mooi en groot. Ik vind die erg mooi en jij zeker ook. niet waar Anna?" Zij keek met een kwijnenden blik naai de bloemen, maar gaf geen antwoord. „Het is Zizi niet",, zei Anna. „Arme Zizi, niets kan zijn plaats vervullen. Hij zong, sprong en zag mij aan, alsof hij zeg gen wilde: Ik ken je wel, je bent mijn kleine meesteres." „Maar kind, die bloemen zien je ook aan en schijnen te vragen: Heb nuj lief!" verzekerde haar moeder. Anna glimlachte even, maar ik zag wel dat het niet van harte ging. De rijksdaalder brandde mij in de hand; ik kon hem toch riet aan tante teruggeven en moest dus mijn boodschap wel overbrengen. Mevrouw Gérard, mijn tante, heeft mij dit voor u gegeven." .Waarvoor?" vroeg haar moeder, het geld weigerende, dat ik haar toestak. ,Zij zegt dat. u er een anderen vogel voor moet koopen." ..Een anderen vogel! Neen. dat wil Anna niet, wel kind? Het is geen stuk speelgoed dat men willekeurig verruilt, maar een levend wezen dat ons kent en liefheeft. Zeg aan uw tante, dat wij haar vriendelijk be danken, maar dat wij geen anderen vogel willen koopen." „Maar kunt u dan niet iets anders koonen?" „Neen, want daarvoor hoeft ze het ons niet gegeven." „Maar tante sal het niet terug willen nemen." „Ik heb nog nooit geld aangenomen, dat ik niet zelf verdiend had en wil er dus niet mee beginnen. Zoolang God mij nog kracht geeft om te werken, zal ik nooit liefdegaven aannemen. Een kleinigheid van de buren is iets andens. Als juffrouw Thérèse mijn kind iets brengt, ben ik niet te trotsch om het aan te nemen, maar geld zou mij in den zak branden; mijn man zei altijd, dat aleen eigen verdiend geld geluk aanbrengt". Ik stak het geld in mijn zak, want een beurs had ik niet, maar eensklaps schoot mij iets in de gedachte. „Anna heeft mij gezegd, dat zij zoo gaarne een prentenboek zou hebben". „O ja. dat zou haar nog wat afleiding go- ven. dat arme kind. Ik heb een mooi boek gezien .met vogels en allerlei dieren en bloe men ook, maar die boeken zijn hee' duur". „Denkt u, dat het meer dan een rijksdaal der zou kosten? Ik zal het morgen aan juf frouw Hermine vragen". Die gedachte bemoedigde mij. Een prenten boek zou het arme kind veel cenooeon doen en ik verheugde mij al in het oogenblik, dat ik het haa.r brengen zou. Ik ging hij baar zitten en nam haar koude hand in de mijne. "?ien 'e n'et koos op vroeg ik haar. „Neen", zei ze. mij met haar groote oogen verwonderd aanziende, alsof zii zeggen wil ds: Waarom zou ik boos op jp zijn? Heel zachtjes, want de bekentenis kostta my moeite, zei ik: „Ik heb de kat hier het nooV,n ^U'S K0krach'' vroeger kwam zij hier „Maar je deedt het niet om mij verdriet te doen?" „Neen, o neen! Ik zou wel alles wi'Ien doen. als ik je vogeltje maar terug kon .geven'. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9