KUNST EN LETTEREN
Rechtzaken.
DAMRUBRIE K
Hf
13
B
fÜ
fa
B
J
m
0
isf
18
Hf
INGEZONDEN STUKKEN
I 'fi
91 8
I I 1 1
e
jg |prmr*rw
WOENSDAG 19 JUNI 1935
DERDE BLAD PAG. 10
Overijsselsche Sangen en Dichten
DEEL II
Overige Gedichten
II
Dc epigrammen beslaan in Revius'-went
slechts een bescheiden plaats. Hij iiceft zich
daarop niet zoo speciaal toegelegd als zijn
tijdgenoot Huygens, die er verscheidene dui
zenden heeft geschreven en van wien ook
t.e kernachtige definitie van het punt- ol
sneldicht afkomstig is;
„Een kleinen Hamer, snel gedreven, beeft
meer macht
■Dan een zwaer Ijzer dat maer op den bout
geieght werdt".
Het epigram is bij uitstek intcllectualis-
tisch. het is een product van het spcelsch
.vernuft, het werkt bij voorkeur met treffen
de overeenkomsten-of tegenstellingen, het
verrast doordat het de humoristische kant
yan de dingen naar voren schuift.
EXTER-OOGEN
Die ezter-oogen heeft, al treedt hy schoon
wat sacht,
Tis teyken, dat hij is een man van grooter
macht.
Want luj mach seggen ('t welk wy oock
bekennen moeten)
Dat hij sijn vvanden heeft onder s.vne
.voeten.
Po tweede groep gedichten beeft betrek
king op huiselijke omstandigheden. Het was
toon al net als thans, in bepaalde gevallen:
geboorte, bruiloft en begrafenis, hoorde een
leuiig, spcelsch of stemmig lied gemaakt te
worden. En van een dichterlijken dominee
werd uit de kring van vrienden en familie
natuurlijk niet anders verwacht dan dich
terlijke deelneming in vreugde of smart der
familie.
Rcvius bereikt in dit genre soms niet
altijd natuurlijk! iets prachtigs. Het oude
beeld van de vergankelijkheid des men-
scheu uit Psalm 103 ontvangt nieuwe
kracht in deze regels:
„Wat is den menscli, zijn loop, sijn hoop,
sijn jacht?
I-Ie lis een bloem die voor een wijl men
acht.
Die voor den dag luyckt op, brevt uit sijn
schoot
En met den nacht valt af, wert naect en
bloot.
Het is een wint die flox waeyt heen en
weer,
Het is een droom die eens comt en niet
meer,
Het is een spoel die door het web men
schiet,
Het is een snick en daer na is het niet".
Heeft dit lied geen Vondeliaansche klank?
Bi] het overlijden van Claude Bernart,
rist te Deventer, heeft Revius gelegenheid
een lijkdlcht te zingen, dat rechtstreeks ver
band houdt met de arbeid van den overle
dene.
ïrkt
Meer als curiositeit vermelden wij het lof-
el icht. op Jacob Cats, in wien Revius prijst
#,de Zeeuwsche rondicheyt", die hom
diens werk getroffen beeft Wij bekijken
Cats' waarde als dichter thans wel wat an
ders en verbazen ons er over, dat volgens
Revius „den roem van (Cats') geest geen
exude nemen sal". Als eenige verontschuldi
ging voor den Deventer zanger moge gelden,
dat vrijwel ieder in die dagen, Cats voor een
groot dichter hield.
Wij komen dan thans aan het belangrijk
ste deel der Overige gedichten, dc
vaderlandsche. Revius leefde tijdens het
grootste deel van de tachtigjarige oorlog,
maakte mee het twaalfjarig béMand,
godsdiensttwisten, de herleefde strijd tegen
Spanje van 1621. Revius leefde deze dingen
zéér intens mee. Hij voelde er zich door
aangegrepen en geheel beheerscht. Zij raak
ten liem diep in liet hart.
Zoo'n beleg bijv. van 's-Hertogenbosóh
volgde hij van begin tot eind. Kranten wa
ren er in die dagen iriet, maar de nieuwsbe
richten verspreidden zich vooral door brie,
ven. pamfletten, offïcieele berichten, monde
linge mededeelingen. Ik stel me v
Revius menigmaal et op uit is gegaan, om
hier en daar, bijv. bij regeeringspersonen of
hen, die familie bij het leger hadden, te
.vernemen, hoe het met het beleg stond.
Revius zag maar niet. als belangstellend
toeschouwer de strijd van uit de verte, neen
hij was partij. Hij was krachtens diep
ste overtuiging nationaal voelende Oranje
klant.
Revius geeft zijn eigen kijk op de dingen
en interpreteert de gebeurtenissen op eigen
wijze. Hij neemt geen blad voor de mond.
Daarin'lijkt hij op Vondel. Alleen heeft Re
yius op den laatste voor, dat liij behoort tot
de bovendrijvende partij, dus zijn vrijmoedi
ge mceningsuitingen niet met boete en ver
volging moet bekoopen. Anderzijds zou dat
waarschijnlijk voor de verspreiding van zijn
werk juist een voordfeel zijn geweest.
Wij kunnen de historische lijn ia de bun
del volgen. Zij loopt langs deze 'punten:
Jaerdicht op de verlossinge der Stadt De
venter 1591, Rondom het Bestand, Verlossing
van Bergen-op-Zoom 1622, Inval in de Ve
tmee 1621. Verovering van San Salvador
1621. Dood van Prins Maurits 1625. Op de
geboorte van Willem II 1626, Verovering
der Zilvervloot 1628, Dood van Piet Hein
1629, Belegering van 's Hertogenbosch 1629
(Gebedt en Triumphliedt), Verovering van 't
Rccief 1630, Stag op het Slaak 1631, Dood
van Ernst Casimir 1632, Tocht langs de
Maas 1632, Overwinningen van 1632, Ver
overing van Schenkenschans 1636, Verove
ring van Breda 1637.
Reeds uit de opsomming van deze hoofd
momenten onzer geschiedenis, door Revius
bezongen, blijkt dat deze dichter stem heeft
gegeven aan hetgeen er leefde in ons volk
gedurende schokkende gebeurtenissen en
reeds daarom een echt-nationale dichter
mag lieeten.
Dat gelegenheidspoëzie niet minder waar
dig behoeft te zijn en een gedicht over een
zeeslag even schoon kan zijn als dat over
een zonsondergang of grot in de Ardennen,
bewijzen Vondel en Revius heiden.
Tot de schitterendsche triomfen, die Re
vius als dichter heeft behaald, behoort zon
der twijfel „Het Gebedt voor de Belegering
,van 's-Hertogenbosch", pendant van zijn
„Laefstcn Dag'' in zijn „Epos der Godsge
schiedenis".
Om dit gedicht goed te verstaan, moeten
wij ons verplaatsen in Revius' zielsstem
ming. Revius ziet in den Spanjaard mcér
dan alleen maar een vijand, hij ziet in
hem dèn vijand, den belager van Gods
kerk, den vijand dus van God zelf. Spanje
staat tot Nederland als donker staat tot
licht. Dc Spaansche dwingelanden zijn van
God vervloekt,
In zijn bidden om de overwinning voor de
wapennen van den Prins stijgt hij tot Da
vids hoogte: Zou ik niet haten Heere, die
U haten? Ik haat ze met eon volkom»
haat
Neemt den vyand zijnen moet,
Neemt hem wijsheit ende epoet,
Neemt hem coren ende haver,
Neemt, hem crygcr ende graver,
Neemt hem harnas en geweer.
Wilt ons horen lieve Heer.
Comt den Spaignaert voor den dach.
Om ons heyr te bieden slach
Of de stede te ontsetten.
Uwen adem moet hem pletten
En wech-blasen als een veer.
Wil ons horen lieve Heer",
Dr. Smit noemt dit Gebedt een prachtig
beklemmend gedicht, en veronderstelt, dat
het wel geschreven zal zijn, mede onder de
indruk van de vijandelijke bedreiging van
het hart van ons land, door de inval
Veluwe.
Man van sterke, diepe gevoelens als Re
vius was, kan er een machtige verontwaar
diging door hem gaan, als hij bijv. de verme
telheid verneemt der Spanjaarden, die een
hunner schepen de naam durven geven van
„Godt den Heyligen Geest",
„Hoverdiger bestaen is, d-unckt my noy
geweest.
Geen wonder isset oock dat God, die dese
sonde,
Niet lyden can, hem heeft doen sinckcn
in den gronde
Met takels en geschut, met mensclien
ende vracht".
Die verontwaardiging wordt vlammend, ja
buitensporig iu het gedicht op Balthazar
Geraerds:
„Wat steecty wieroock aen met u bebloede
handen
Om dees verdoemde geest te redden uit
de pijn,
O papen? 't is vergeefs, heel Spanjen
mostmen branden
En daermee sou dit feyt noch niet
gesoenet zijn".
Niet altijd echter is zijn zang zoo zwaar
van ernst. Hij weet ook een vroolijke toon
tusschen de ernstige te doen doorklinken.
Onze dichter is geen zwartkijker, maar heeft
een open oog voor werkelijkheid, voor
komische kant van de dingen.. Zijn
ernst is heilig, zijn scherts rechtuit en gui
tig. Onbetaalbaar is zijn humor soms, gelijk
in dat sterke gedioht Verovering
't Re c i e f 1630, w aarin Revius den Spaan-
schen koning voorstelt, bezig te sterven en
zijn laatste biecht te spreken. Als alles
gezegd en de dood den koning reeds voor
oogen zweeft, eindigt hij:
„Prins Fred'rijck Henrick van Oranjen,
Indien ik sterf acn dese quael
lek maeck u erfgenaam van
Spanjen,
En van mijn rij eken altemaeL
Amen",
Tot dezelfde categorie behoort ook dat
prachtige Postillion, n.a.v. de slag op
het Slaak, waarvan alle 12 strophen eindi
gen met die spottende vraag:
Revius leeft in de vaste overtuiging, dat
liet recht aan ónze zijde is en dat het eind
goed zal zijn:
In de felheid van den stijd ontvalt hem
el eens een hatelijk woord. Hij spreekt van
Rome's „domme bij-geloof", de Roomsche
kerk noemt hij „De Vaticaansche prij"
kreng). Het is alleen te verklaren uit
de omstandigheden dier felle, wreede oor
logstijden.
Hoe kan de dichter echter haken naar de
tijd, dat zij „voor goed voorbij zullen, zijn,
vant
„Een feilen oegst den oorloch is
Waer in veel schoone aren
vallen,
Maer inde schuyr comt niet met allen
Als jammersauck en droefenis."
Wij 'hebben in deze verzen een uitdruk
king gespatieerd. Evenals bij Vondel, ja bij
alle groote dichters treft men bij Revius op
tal van plaatsen van die prachtige regels
aan, die een waarheid op het bondigst uit
drukken, regels, die zijn als gouden appelen
ilveren geheelde schalen, regels met
zwaargeladen inhoud, fraaie beeldspraak of
welluidendheid,
„Een Vorst en moet niet zijn moort-dadich,
Maer goedertieren en genadich".
Het kortbegrip van vorstenplicht en roe
ping! Of:
„Wat winnen doch al de tyrannen
Met haer verblinde raserny?
Of zy ons uit de werelt bannen,
Soo blijft ons toch den hemel
.vrij".
De geschiedenis van onze worstelstrijd is
nauw verbonden met Oranje. Heel zijn bun
del door voert Revius de Oranjevorsten ten
tooneele. Prins Willem, „die groote crijger"
terloops, hij heeft hem zelf niet meer ge
kend; Prins Maurits met „sijn prinselijcke
handen", maar vooral Prins Frederik Hen
drik, voor welken hij een schier matelooze
bewondering 'heeft, wat oppervlakkig be
schouwd eenigszins verw ondering wekt, om
dat deze Oranjevorst niet tot de overtuigde
contra-Remonstranten behoorde. Revius
voelde, wat dat betreft veel zuiverder dan
Vondel: Frederik Hendrik was een Oranje,
gesproten uit
„het eel Nassousohe bloecl
Wiens licht het Nederlant
naest Godt verlichten moet".
Dat was voor Revius genoeg om liem te
sren en lief Je hebben.
Onze literatuur is al de eeuwen door arm
geweest aan krachtige, gave poëzie die be
trekking heeft op het Oranjehuis- Vondel,
anneer wij zijn omergelijkelijke Ge
boorte lock uitzonderen, heeft luttel ma
len Oranje gehuldigd, wel Prins Maurits in
a lamed es en enkele hekeldichten ge
smaad. De aristocratische regentenzoon
Hooft heeft het erg druk gelhad met liefd' en
min, aen een vertuyt. Huygens heeft 't mis
schien als een eisoh van kieschheid gevoeld,
nauw bij het Hof betrokken als hij was,
over zijn be eren te zwijgen, al is van hem de
onsterfelijke Scheepspraet daar om
zijn gevoelens van liefde te bewijzen. En
Cats, wat zullen wij van dezen zeggen? Zou
het niet op z ij n w eg gelegen hebben, de
Oranjevorsten in zijn lied te vereeuwigen?
Revius komt de eer toe, de dichter te zijn
geweest, die in zijn betrekkelijk beperkt
werk aan Oranje niet maar een, maar de
eer eplaats gegeven heeft. Ten besluite
daarvan een enkel voorbeeld:
Op de begrafpnis van Prins Willem van
Orangiën, waarin de dichter den Prins spr
kend invoert, gelijk Marnix heeft gedaan in
zijn psalm voor het verdrukte vaderland.
Op de begraefenis van Prins WiWem van
Orangiën
En vraecht niet wie hier leyt. Ik ben dien
grooten crijger
Prins Willem die alleen den Castellacn-
schen tyger
Meer leets, en t'Nederlant meer diensten
heb gedaen
Als vimant die-in tïjt my voren is gegaen
Of met my in dit dal der tranen beeft
gelev
Volgt yemand na mijn dood die hoger
sioh verhevet
En wijder sijnen roem doet vliegen als
dc mijn
Die moet ontwijfelijck van mijnen bloede
sijn.
de moord op Oranje.
HET GOETHE-GESELLSCHAFT
zal 26 tot 28 Augustus te Weimar vergade
ren. Bij die gelegenheid viert de Vereeni-
ging haar ü0-jarig bestaan. Het nieuwe ge
bouw van het Goethe Nationalmuseum zal
worden ingehuldigd.
„ORANJE'*
In het Jaarverslag van den Bond van
Ned. Tooneelschrijvers wordt betreurd, dat
liet sluk „Oranje" van Frans de Prez, han
delende over Willem den Zwijger in 11)33
niet tot een opvoering kwam,
MONA LISA
Tot dusver is altijd aangenomen, dat dc
wereldberoemde Mona Lisa -van Leonardo
da Vinci, in het Louvre, de afbeelding was
van de echtgenoote van den Florentijnschen
edelman Francesco del Giocondo, vandaar
ook de bijnaam van het schilderij „La Gio-
conda". Een Amcrikaansch kunstgeleerde,
Raymond Styles, heeft nu echter na een
nauwgezette studie van vijftien jaren ge
meend te kunnen vaststellen, dat de vrouw-
met de raadselachtige glimlach een ander
.1. de vorstin Isabella d' Este, markiezin
Mantua. De hardnekkige dwaling zou
hebben berust op de vergissing van den
kunsthistoricus Vasari, die de flater veertig
jaren na den dood van Leonardo da Vinei
hebben begaan. Hoe dit zij, „La Giocon-
da" blijft glimlachen
NEDERLANDSCHE JURY
Internationale Romanprijsvraag
De Nederlandsche Jury van dc Interna
tionale Romanprijsvraag, waarvoor een
prijs van f27000 is uitgeloofd, is samenge
steld uit dc volgende drie leden: Dr- P. II.
Ritter Jr., Victor van Vriesland en J. W. F.
Werumeus Buning,
DE WIENER SSNGERKNABEN
zullen naar Alg. Hand. meldt een we
reldtournee van tien maanden maken. De
reis gaat eerst, naar Java en Sumatra; 26
Juli a-s. gaat het koor te Marseille scheep.
6ENGT BERG,
den ook bier zeer bekenden auteur, werd
door de Universiteit van Bonn. op grond
van zijn wetenschappelijke en literaire ar
beid, liet doctoraat li. c, verleend.
rechtbank heeft in de zaak
vrv.'ikail" icV.-r X. van T.. god, die
ft terechtgestaan wegens peering
iet geweldpleging ten nadecle
DIEFSTAL EN HELING
De HaagBclie rechtbank veroordeelde J. v.
wegens diefstal tot 1 jaar ge-vmngenisstra
t«l tot een jaar gev.P. W. wegens holing tot
en jaar gev.; A. v. L. wegens "diefstal, meer-
naleu gepleegd, tot 3 mind, gev.
VALSCHHEID IN GESCHRIFTE
De Almelosche Rechtbank heeft den colpor
teur G. H. te Glanerbrug die op zijn stempel
kaarten voor de werkloozenuitkeeringen en op
die van anderen valsche stempels had gezet,
veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf.
VERDUISTERING
De Almelosche Rechtbank heeft den vroe-
geren adminstratteur van de Vereeniging
Ziekenzorg te Enschedé, A. F. S. aldaar, die
zich aan verduistering ten nadeele van Zieken
zorg. tot een bedrag van ongeveer f S000 had
schuldig gemaakt, veroordeelt tot 1 jaar en
maanden gev. straf. De eisch was 2 jaar.
Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 6,
Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres.
Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint.
Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk
10 dagen na plaatsing.
PROBLEMEN VAN LEZERS
Vraagstuk no. 73ö
Auteur: A. D. J. BOERSTOEL, RijswyK
12 3 4 5
iz
m
'0
m
y/m
m
fC'
Vraagstuk no. 731
Auteur: G. ,VAN DER MEULEN, Den Haag
Buiten verantwoordelijkheid der. redactie.
De toekomst van onze veehouders
Daar de algemeene toestand voor de vee
boeren nog steeds slechter wordt en de voor
uitzichten weinig hoop op beterschap g
meen ik dat een gezamenlijke actie van alle
belanghebbenden thans uiterst noodzake
lijk is.
Een verdere beperking en een nog sterkere
inkrimping zal den boerenstand gevaarlijk
erawakken en een absoluut chronische
ver-arming tengevolge hebben.
Een andere richting moet gekozen woorden.
Met grooter élan moet men zich instellen op
de productie van nieuwe artikelen en evenj
eens op de propaganda in 't buitenland, op*'
dat tot zelfs in China en Albanië de roem
van onze producten verkondigd worde.
„De theorie is goedkoop", zult ge zoggen.
„Wij willen dit ook, doch de practijk is iets
moeilijker"*
Volkomen waar. Toch geloof ik dat wan
neer alle krachten en alle organisaties zich
solidair verklaren en intensief volgens een
vast omschreven program gaan werken, er
nog veel te bereiken is.
Om het vraagstuk klaar en helder voor te
stellen, laat ik hieronder eenige punten vol
gen, die een deel van het program van actie
zouden kunnen uitmaken.
Ie. Stichting van een laboratorium voor
researohwork.
2e- Instelling van premies voor de uitvin
ding van, een nieuw handelsproduct.
3e. Uitbreiding van propaganda in bin
nen- en buitenland. (Vooral in onze kolo
niën).
■ie. Toevoeging van één of meer eminente
personen aan den handelsconsulairen
dienst, speciaal voor dc zuivelbelangen*
5e. inrichting van een toonzaal in alle
consulaat gebouwen.
6e. Verlaging van den binnenlandschen
boterprijs tot iets boven den kostprijs.
7e. Verplichting van botergebruik voor
henhuizen, leger en marine-
Se. Oplegging van de verplichting aan ho
tels, restaurants, koek- en banketzaken om
bij gebruik van margarine in hun eetbare
waren dit te vermelden aan den ingang van
het gebouw, zooals dit thans wettelijk is
voorgeschreven bij winkeliers.
9e. Verplichting voor alle fabrikanten van
koek, biscuit enz. in het geval zij margarine
hun producten verwerken, biervan mede-
deeling te doen op de verpakking.
10e Beschikbaarstelling Van een zeker
kwantum boter tgt den laagsten exportprijs
aan alle veehoudersgezinnen-
11e. Kleuring der margarine op een wijze
waardoor het velschil tegenover natuurbo
ter duidelijk zichtbaar is.
Punt 1. Voor rubber, nikkel enz. bestaan
researchbureaux, die schitterend werk
richten, waardoor genoemde artikelen uitge
breider toepassing hebben gevonden en
waarvan dientengevolge de aanwending bui
tengewoon is toegepomen* Philips, Bayer
enz. zouden wegkwijnen, wanneer zij hun
boratoriums zouden opheffen.
Punt 2. Indien men bet particulier ini
tiatief stimuleeert en de knappe koppen van
Nederland aan 't werk stelt, zal men verrast
Dver de resultaten. De waarde van een
uitvinding kan eventueel b.v* na een jaar
door een speciale commissie .vastgesteld
orden.
Punt 3. Wat Philips alléén kan, moat toch
;er zeker mogelijk zijn door de gezamen
lijke zuivelbelangen in Nederland. De hee-
en van die Kamers van Koophandel, die
straks op non-atfiviteit komen, zouden
prachtig naar 't buitenland gedirigeerd kun
nen worden, om aldaar onze belangen te be
hartigen. Ter gedeeltelijke bestrijding der
kosten zou de exporteur voor zijn rqeerdere
export door deze instantie b-v. belast kun
nen worden voor 1 pet.
Punt 6. Bij een boterprijs van 60 cent per
pond is de melkwaarde ca. 4 cent per liter
de boeren, die aan de fabriek leveren
en iy2 cent voor den zelfkarner. Voor dezen
prijs wil de veehouder gaarne zonder steun
zijn product leveren, dus is het onnatuurlijk
en niet juist om door een kunstmatig hoo-
geren prijs den afzet te belemmeren. Het is
tvpeerend dat men in Engeland gedurende
1934 per hoofd gemiddeld 11 K.G. roomboter
geconsumeerd heeft, terwijl in ons land dit
verbruik slechts 7 K.G. per hoofd van de
bevolking was. Laat de Rcgcering alleen het
verschil op den exportprijs betalen en een
toeslag geven op de kaas, welke voor een
groot gedeelte kan betaald worden uit de
exportrechten, die voor uitvoer naar bepaal
de landen geheven Worden.
Punt 7. Dat men in vele gevallen zieken
en zwakken nog steeds ons edelste product
onthoudt,, druischt in tegen alle moraal en
logica en is lijnrecht in strijd met de bedoe
ling om kranken datgene te verstrekken wal
noodzakelijk voor hen is-
In Frankrijk geeft men den soldaten per
dag 1 liter wijn. In dezelfde lijn en met be
ter resultaat zou men toch ook onzen solda
ten natuurboter kunnen verstrekken.
Punt-.-S m 9» Veevoederfabri kanten zijn
verplicht" bij bereiding van varkensvoer
de ingrediënten, welke in bet voeder
wezrg zijn, te vermelden. Is het nu logisch,
dat voor menschel ijk voedsel deze wet niet
geldt Hier is toch een schromelijke leemte
in de wet die ten spoedigste weggenomen
dient te wor-Jen*
Punt 10 Het komt velvuldig voor dat een
veehouder uit financieele noodzaak marga
rine koopt voor een veel hoogeren prijs dan
die waartegen zijn eigen geproduceerde
roomboter verkocht wordt naar 't buiten
land.
In Israël gold de wet: „Gij zult den dor-
schendcn os niet muilbanden". Evenzoo
moet toch zeker den producent de gelegen
heid geboden worden zijn eigen product te
gen den laagsten prijs te koopen, teneinde
in de behoeften van eigen gezin te kunnen
voorzien.
Tenslotte. Juist las ik in „The Norwegian
Journal of Commerce and Shipping" dat
Noorwegen de export van kaas, die in 1930
026-012 K.G. was, heeft opgevoerd tot
2.004.730 K.G. in 1934. Men exporteert thans
naar 50 landen- De kwaliteit staat onder
-scherpe controle waardoor men een hooge
standaardiseering, aangepast aan de be
hoefte van elk land, heeft verkregen die liet
product in het buitenland populair heeft ge
maakt Ziedaar een klein voorbeeld 't
Holland ook zou wenschen.
Na deze uiteenzetting zou ik het op prijs
stellen dat een ieder die voor mijn idee
voelt, mij schriftelijk zijn adhaesie zou wil
len betuigen.
Critiek of aanvulling wordt gaarne aan
vaard.
Daar Minister Steenberghe in een verga
dering van werkgevers heeft verklaard,
practische wenken op prijs te stellen, wil ik
dit program, ondersteund door Uw bijvals
betuigingen, in requestvorm thans aanzijn
opvolger doorzenden.
De belangen staan op 't spel van een paar
honderdduizend boeren, van hun arbeiders,
ran ieder, betrokken bij de zuivelindustrie,
ran de importeurs van en de handelaren
in veevoederproducten en verder van allen,
die door dezen tak van nijverheid direct of
indirect een middel van bestaan vinden.
Practisch houdt de welvaart van de Neder
landsche bevolking ten nauwste verband
met het veehoudersbedrijf en daarom
zoek ik U beleefd, doch zeer dringend deze
actie door Uw schriftelijke instemming te
ondersteunen*
H. J. BONDA.
Boompjes 45, Rotterdam.
Tweespalt in Ameide
Men schrijft ons:
De manier, waarop de Burgemeester van
Ameide optreedt is zoo ergerlijk, dat een
openlijke macht in de pers op zijn p'uats is.
Dc Burgemeester en zijn geestverwanten
zijn n.l. dagelijks bezig om de A. R.-partij
en bet Ghr. Vcreenigingsleven zooveel moge
lijk te beschadigen.
Toen de candddatenilijst der A. R.-partij
voor de gemeenteraadsverkiezingen opge-
maaikt was, heeft de Burgemeester alles in
enk gesteld om deze lijst uit elkaar te
rukken. Bij herhaling moesten er leden van
de A.R. Kiesvereeniiging bij hem komen en
dan trachtte hij hen te bewegen om met
onze partij te breken en zelf een lijst in te
mé m m üi fü
Zwart: S—10, 13, 14, 16—19, 21, 23, 29
Wit: 25, 27, 28, 32, 34, 35, 37, 38, 40, 41, 42,
45, 4S
Vraagstuk" no. 732
Auteur» H. N. I. WINTER, Den Haag
Vraagstuk no. 7331
Auteur: C. C. GOEDHART, Rotterdam
m
Zw.: 4, 5, 7, 8
Wit; 18, 19,
11, 12, 15, 17, 20, 27, 31, 85, 37
22—24, 28—30, 33, 34, 47, 48
CORRESPONDENTIE
C. G. Heeft u het gevraagde reeds latert
maken? Wilt u het my toezenden?
L. v. d. B. Dank voor uw schrijven. Zal één
ander laten nazien, en u schrijven..
B. H. De gezonden problemen zijn minder1
geschikt. Het grootste gedeelte is overbekend
en reeds 30 jaar geleden beter bewerkt
Gelukkig is de Burgemeester in dit pogen
niet geslaagd: de leden bleven de Kiesver
eeniging trouw. Wel is het hem gelukt een
gecombineerde lijst klaar te krijgen, waarop
liberalen, vrijz.-democratcn cn gemeentebc-
langers samenwerken.
We weten nu ten minste welk beginsel
onze Burgemeester aanhangt. Maar, het is
een groote teleurstelling voor ons.
Ameide, 9 Juni 1935.
Een Anti-Revolutionair,
Naschrift der Redactie. Wij heb
ben over bovenstaand ingezonden stuk
(waarvan wij een gedeelte weglieten), infor
maties ingewonnen bij betrouwbare adres
sen in Ameide. Men verklaarde ons, dat de
beschuldiging geheel en ten volle op feiten
steunt.
Er wordt nog aan toegevoegd, dat de Bur
gemeester ook vergeefsche moeite heeft ge
daan om z.g. een Chr. Hist, lijst samen te
stellen: terwijl Hij hieit daarna met de Chr
Dom. Unie heeft geprobeerd. Alles gelukkig
tevergeefs.
Wat de Burgemeester durfde zeggen te
gen de anti-rev. kiezers, die bij hem ontbo
den werden, was volgens hun getuigenis
ergerlijk.
Onze berichtgevers beklagen zich ook
ons blad. omdat het zoo weinig van deze
dingen publiceert cn zij dringen op eei
derzoek ter plaatse aan.
Wij willen dat gaame overwegen; maar
iedereen hegnjpt toch wel, dat wie op een
afstand staat, zeer voorzichtig moet zijii met
zich te mengen in plaatselijke oneenigliedcn.
Waar hier echter vast-staat, det de Burge
meester gemeentearen ontbood om hen Ie
andierhouden over handelingen, waarmee hi.
niets te maken heeft, schijnt er ons alles
voor te zeggen, dat men over deze dingen
een gemotiveerde cn gefundeerde klacht in-
di'iit bij den Minister van Binnenlandsohe
Zaken. Een Burgemeester mag óók aan
politiek dioen, maar niet zóól
DE HAGELSCHADE TE OOSTVOORNE.
Het Comité tot steunverleening Hagel-
schade1935Oostvoorne, doet bij dezen
een ernstig beroep op de liefdadigheid
alle landgenooten. Zij wekt hierbij een
ieder op, haar bij het pogen tot inzameling
an gelden, tot herstel der schade, te steu-
in cn hierdoor den nood der getroffenen te
lenigen.
Hulp is spoedig en dringend noodig om
dc tuinders, die het toch reeds zwaar te
verantwoorden hebben, voor algeheelen
ondergang te behoeden.
Een ieder geve dus spoedig en naar mate
zijner krachten.
Gelden voor dit doel kunnen worden ge
stort op post-giro nummer 259290 van de
Cöop. Boerenleenbank te Oostvoorne onder
het motto: „Comité Hagelschade" cn kun
nen ook aan het adres van den Penning
meester, dén heer W. Meuldijk, Jacoba-
laan te Oostvoorne, worden gezonden ol af
gedragen.
VIERWEEKSCHE SPEURTOCHT NAAR
AMERIKA.
Mr. P. Borst Jr. maakt in zijn „Vierweek-
sche Speurtocht" in uw blad vaak zeer
juiste opmerkingen. Maar in zijn laatste
artikel maakt hij het wel wat te bont met
zijn „Een land van corruptie" en „Een volk
eruptie". Helaas, er is corruptie, en
er zijn terreinen waar deze ver is doorge
werkt. Maar evenmin als men Nederland
naar Oss mag beoordeelen, of Rotterdam
naar sommige straten in die stad, mag men
ook daar met gcneralisecren. In geen ge
val ook het volk naar steden vol van het
uitheemsche, als New-York en Chicago,
gaan beoordeelen.
De lieer Borst is met het eigenlijke Ame-
rikaansche volk weinig of niet in aanra-
geweest, de tijd was daar ook te kort
Alt>e,dCI5POrtij «'J™* wellicht ontbrak hem de relegcn
..(rWiiemehelaiiB jheid, Dan zou hi' dent b.v, aan het hoek
van mej. IL S. S. Kuyper een ander©
zijde van Amerika cn een ander volk
hebben leeren kennen. Met dit voorbehoud
las ik zijn artikelen met belangstelling eiï
als gezegd yaalc met prijs.
Dr. J. VAN LONKHUYZEN,
Naschrift van Mr. P. Borst:
Eenige malen heb ik zelf in mijn ar tike-
len gezegd, dat mijn vier-weeksche ervaring
zich uitstrekte hoofdzakelijk tot de drie
groote steden.
Voorts heb ik erop gewezen, dat' juist do
Latijnsclie cn Slavische rassen bij voorkeur
in de wereldsteden zich hebben gevestigd
en de wirwar der volken dus minder zich
voordoet bij de groote massa in de kleinere
steden en op het platteland.
Toch heb ik vele personen uit velerlei
kringen gesproken cn de daaruit getrokken
conclusie moeten gehandhaafd blijven. Dit
neemt niet weg, dat naast dit deel van het
Amorikaansche volk nog een ander deel
bestaat, waarin het „eigenlijke" historisch©
type, zooals ik dat heb uiteengezet, beter
is bewaard.
Overigens ben ik Dr. Van Lonkhuyzen
zeer dankbaar voor zijn waardeerend©
woorden, ook in zijn vroeger© correspon
dentie.
JOOLHUL
Nu door de dichte nevels van examens in
ontelbare variaties zoo langzamerhand dó
vacantie-zon begint door te breken en bij
onze jongens en meisjes van de middelbare
scholen 't besef ontkiemen gaat, dat toch
eens de blijde dag komt, dat alle wijsheid
'n poosje resoluut aan kant gezet mag
worden, komen ze natuurlijk ook met hun
kampeerplannen voor den dag.
Ze hebben gelijk, 'n Paar weken zigeu
ner-leven, met al de lichamelijke cn zede
lijke voordeelen daaraan verbonden, heb
ben ze verdiend.
Eu 't spoedig ontrust© ouderhart behoeft
niet te vreezen voor verschrikkingen op
den weg.
Zeker, ook 't paedagogisch inzicht heeft
gelijk, dat weet hoc. weinigen op die leef
tijd los vertrouwd zijn en hoe veel gevaren
kampeeren zonder goede leiding met zich
brengt.
Maar Joolhul is er!
In het hart van onze dierbare Veluwe*
bruine verten en blinkend zand, ligt 't
prachtigste kampeerterrein, dat ter wereld
denkbaar is. Wie daar de avond heeft be
leefd en de stralende ochtend is voor z'u
.1 rijker geworden. Daar kan gezigeu-
nerd worden en geïndiaand en gesport als
ji geen andere omgeving. En dan 't kamp
vuur en de nachtelijke zwerftochten, 't
zwemmen cn de fietstochten! Daar is de
vertrouwde en geroutineerde leiding van
kampco en sjeffies uit de Calv. Stud. Be-
veging.
En goede leiding beteekent alles voor
een kamp. Veiligheid is gewaarborgd; bij
de meisjeskampen geven de beroemde
'aakhondjes", die overdag zich schuil
houden, maar 's nachts op hun post zijn,
'n intens gevoel van rust.
Do leiders en leidsters hebben routine in
de technische verzorging, ze kennen de om
geving op 'n prik en ze weten wat 'n jon
gens-, 'n meisjeshart, ook geestelijk noodig
heeft
Daarom denk bij 't maken van kampeer
plannen aan Joolhul!
Daar hooren onze Gereformeerde (dit
woord niet in kerkelijken-,' maar in confes-
sioneelen zin genomen) jongens en meisjes.
Amersfoort
Ds. S. J. POPMA
Data der kampen:
Meisjeskamp: 24 Juli—1 Augustus.
Jongenskamp seniores: 15—23 Juli.
Jongenskamp juniores: 210 Augustus.
Inlichtingen over het. meisjeskamp te ver
krijgen bij Mej. N. Verdam, Stadhou
derskade 125, Amsterdam (Z.), en over de
jongenskampen bij P. van d c r K a in,
Sweclifickplein 1, Den Haag.