KUNST EN LETTEREN Rechtzaken. DAMRUBRIE K Hf 13 B fÜ fa B J m 0 isf 18 Hf INGEZONDEN STUKKEN I 'fi 91 8 I I 1 1 e jg |prmr*rw WOENSDAG 19 JUNI 1935 DERDE BLAD PAG. 10 Overijsselsche Sangen en Dichten DEEL II Overige Gedichten II Dc epigrammen beslaan in Revius'-went slechts een bescheiden plaats. Hij iiceft zich daarop niet zoo speciaal toegelegd als zijn tijdgenoot Huygens, die er verscheidene dui zenden heeft geschreven en van wien ook t.e kernachtige definitie van het punt- ol sneldicht afkomstig is; „Een kleinen Hamer, snel gedreven, beeft meer macht ■Dan een zwaer Ijzer dat maer op den bout geieght werdt". Het epigram is bij uitstek intcllectualis- tisch. het is een product van het spcelsch .vernuft, het werkt bij voorkeur met treffen de overeenkomsten-of tegenstellingen, het verrast doordat het de humoristische kant yan de dingen naar voren schuift. EXTER-OOGEN Die ezter-oogen heeft, al treedt hy schoon wat sacht, Tis teyken, dat hij is een man van grooter macht. Want luj mach seggen ('t welk wy oock bekennen moeten) Dat hij sijn vvanden heeft onder s.vne .voeten. Po tweede groep gedichten beeft betrek king op huiselijke omstandigheden. Het was toon al net als thans, in bepaalde gevallen: geboorte, bruiloft en begrafenis, hoorde een leuiig, spcelsch of stemmig lied gemaakt te worden. En van een dichterlijken dominee werd uit de kring van vrienden en familie natuurlijk niet anders verwacht dan dich terlijke deelneming in vreugde of smart der familie. Rcvius bereikt in dit genre soms niet altijd natuurlijk! iets prachtigs. Het oude beeld van de vergankelijkheid des men- scheu uit Psalm 103 ontvangt nieuwe kracht in deze regels: „Wat is den menscli, zijn loop, sijn hoop, sijn jacht? I-Ie lis een bloem die voor een wijl men acht. Die voor den dag luyckt op, brevt uit sijn schoot En met den nacht valt af, wert naect en bloot. Het is een wint die flox waeyt heen en weer, Het is een droom die eens comt en niet meer, Het is een spoel die door het web men schiet, Het is een snick en daer na is het niet". Heeft dit lied geen Vondeliaansche klank? Bi] het overlijden van Claude Bernart, rist te Deventer, heeft Revius gelegenheid een lijkdlcht te zingen, dat rechtstreeks ver band houdt met de arbeid van den overle dene. ïrkt Meer als curiositeit vermelden wij het lof- el icht. op Jacob Cats, in wien Revius prijst #,de Zeeuwsche rondicheyt", die hom diens werk getroffen beeft Wij bekijken Cats' waarde als dichter thans wel wat an ders en verbazen ons er over, dat volgens Revius „den roem van (Cats') geest geen exude nemen sal". Als eenige verontschuldi ging voor den Deventer zanger moge gelden, dat vrijwel ieder in die dagen, Cats voor een groot dichter hield. Wij komen dan thans aan het belangrijk ste deel der Overige gedichten, dc vaderlandsche. Revius leefde tijdens het grootste deel van de tachtigjarige oorlog, maakte mee het twaalfjarig béMand, godsdiensttwisten, de herleefde strijd tegen Spanje van 1621. Revius leefde deze dingen zéér intens mee. Hij voelde er zich door aangegrepen en geheel beheerscht. Zij raak ten liem diep in liet hart. Zoo'n beleg bijv. van 's-Hertogenbosóh volgde hij van begin tot eind. Kranten wa ren er in die dagen iriet, maar de nieuwsbe richten verspreidden zich vooral door brie, ven. pamfletten, offïcieele berichten, monde linge mededeelingen. Ik stel me v Revius menigmaal et op uit is gegaan, om hier en daar, bijv. bij regeeringspersonen of hen, die familie bij het leger hadden, te .vernemen, hoe het met het beleg stond. Revius zag maar niet. als belangstellend toeschouwer de strijd van uit de verte, neen hij was partij. Hij was krachtens diep ste overtuiging nationaal voelende Oranje klant. Revius geeft zijn eigen kijk op de dingen en interpreteert de gebeurtenissen op eigen wijze. Hij neemt geen blad voor de mond. Daarin'lijkt hij op Vondel. Alleen heeft Re yius op den laatste voor, dat liij behoort tot de bovendrijvende partij, dus zijn vrijmoedi ge mceningsuitingen niet met boete en ver volging moet bekoopen. Anderzijds zou dat waarschijnlijk voor de verspreiding van zijn werk juist een voordfeel zijn geweest. Wij kunnen de historische lijn ia de bun del volgen. Zij loopt langs deze 'punten: Jaerdicht op de verlossinge der Stadt De venter 1591, Rondom het Bestand, Verlossing van Bergen-op-Zoom 1622, Inval in de Ve tmee 1621. Verovering van San Salvador 1621. Dood van Prins Maurits 1625. Op de geboorte van Willem II 1626, Verovering der Zilvervloot 1628, Dood van Piet Hein 1629, Belegering van 's Hertogenbosch 1629 (Gebedt en Triumphliedt), Verovering van 't Rccief 1630, Stag op het Slaak 1631, Dood van Ernst Casimir 1632, Tocht langs de Maas 1632, Overwinningen van 1632, Ver overing van Schenkenschans 1636, Verove ring van Breda 1637. Reeds uit de opsomming van deze hoofd momenten onzer geschiedenis, door Revius bezongen, blijkt dat deze dichter stem heeft gegeven aan hetgeen er leefde in ons volk gedurende schokkende gebeurtenissen en reeds daarom een echt-nationale dichter mag lieeten. Dat gelegenheidspoëzie niet minder waar dig behoeft te zijn en een gedicht over een zeeslag even schoon kan zijn als dat over een zonsondergang of grot in de Ardennen, bewijzen Vondel en Revius heiden. Tot de schitterendsche triomfen, die Re vius als dichter heeft behaald, behoort zon der twijfel „Het Gebedt voor de Belegering ,van 's-Hertogenbosch", pendant van zijn „Laefstcn Dag'' in zijn „Epos der Godsge schiedenis". Om dit gedicht goed te verstaan, moeten wij ons verplaatsen in Revius' zielsstem ming. Revius ziet in den Spanjaard mcér dan alleen maar een vijand, hij ziet in hem dèn vijand, den belager van Gods kerk, den vijand dus van God zelf. Spanje staat tot Nederland als donker staat tot licht. Dc Spaansche dwingelanden zijn van God vervloekt, In zijn bidden om de overwinning voor de wapennen van den Prins stijgt hij tot Da vids hoogte: Zou ik niet haten Heere, die U haten? Ik haat ze met eon volkom» haat Neemt den vyand zijnen moet, Neemt hem wijsheit ende epoet, Neemt hem coren ende haver, Neemt, hem crygcr ende graver, Neemt hem harnas en geweer. Wilt ons horen lieve Heer. Comt den Spaignaert voor den dach. Om ons heyr te bieden slach Of de stede te ontsetten. Uwen adem moet hem pletten En wech-blasen als een veer. Wil ons horen lieve Heer", Dr. Smit noemt dit Gebedt een prachtig beklemmend gedicht, en veronderstelt, dat het wel geschreven zal zijn, mede onder de indruk van de vijandelijke bedreiging van het hart van ons land, door de inval Veluwe. Man van sterke, diepe gevoelens als Re vius was, kan er een machtige verontwaar diging door hem gaan, als hij bijv. de verme telheid verneemt der Spanjaarden, die een hunner schepen de naam durven geven van „Godt den Heyligen Geest", „Hoverdiger bestaen is, d-unckt my noy geweest. Geen wonder isset oock dat God, die dese sonde, Niet lyden can, hem heeft doen sinckcn in den gronde Met takels en geschut, met mensclien ende vracht". Die verontwaardiging wordt vlammend, ja buitensporig iu het gedicht op Balthazar Geraerds: „Wat steecty wieroock aen met u bebloede handen Om dees verdoemde geest te redden uit de pijn, O papen? 't is vergeefs, heel Spanjen mostmen branden En daermee sou dit feyt noch niet gesoenet zijn". Niet altijd echter is zijn zang zoo zwaar van ernst. Hij weet ook een vroolijke toon tusschen de ernstige te doen doorklinken. Onze dichter is geen zwartkijker, maar heeft een open oog voor werkelijkheid, voor komische kant van de dingen.. Zijn ernst is heilig, zijn scherts rechtuit en gui tig. Onbetaalbaar is zijn humor soms, gelijk in dat sterke gedioht Verovering 't Re c i e f 1630, w aarin Revius den Spaan- schen koning voorstelt, bezig te sterven en zijn laatste biecht te spreken. Als alles gezegd en de dood den koning reeds voor oogen zweeft, eindigt hij: „Prins Fred'rijck Henrick van Oranjen, Indien ik sterf acn dese quael lek maeck u erfgenaam van Spanjen, En van mijn rij eken altemaeL Amen", Tot dezelfde categorie behoort ook dat prachtige Postillion, n.a.v. de slag op het Slaak, waarvan alle 12 strophen eindi gen met die spottende vraag: Revius leeft in de vaste overtuiging, dat liet recht aan ónze zijde is en dat het eind goed zal zijn: In de felheid van den stijd ontvalt hem el eens een hatelijk woord. Hij spreekt van Rome's „domme bij-geloof", de Roomsche kerk noemt hij „De Vaticaansche prij" kreng). Het is alleen te verklaren uit de omstandigheden dier felle, wreede oor logstijden. Hoe kan de dichter echter haken naar de tijd, dat zij „voor goed voorbij zullen, zijn, vant „Een feilen oegst den oorloch is Waer in veel schoone aren vallen, Maer inde schuyr comt niet met allen Als jammersauck en droefenis." Wij 'hebben in deze verzen een uitdruk king gespatieerd. Evenals bij Vondel, ja bij alle groote dichters treft men bij Revius op tal van plaatsen van die prachtige regels aan, die een waarheid op het bondigst uit drukken, regels, die zijn als gouden appelen ilveren geheelde schalen, regels met zwaargeladen inhoud, fraaie beeldspraak of welluidendheid, „Een Vorst en moet niet zijn moort-dadich, Maer goedertieren en genadich". Het kortbegrip van vorstenplicht en roe ping! Of: „Wat winnen doch al de tyrannen Met haer verblinde raserny? Of zy ons uit de werelt bannen, Soo blijft ons toch den hemel .vrij". De geschiedenis van onze worstelstrijd is nauw verbonden met Oranje. Heel zijn bun del door voert Revius de Oranjevorsten ten tooneele. Prins Willem, „die groote crijger" terloops, hij heeft hem zelf niet meer ge kend; Prins Maurits met „sijn prinselijcke handen", maar vooral Prins Frederik Hen drik, voor welken hij een schier matelooze bewondering 'heeft, wat oppervlakkig be schouwd eenigszins verw ondering wekt, om dat deze Oranjevorst niet tot de overtuigde contra-Remonstranten behoorde. Revius voelde, wat dat betreft veel zuiverder dan Vondel: Frederik Hendrik was een Oranje, gesproten uit „het eel Nassousohe bloecl Wiens licht het Nederlant naest Godt verlichten moet". Dat was voor Revius genoeg om liem te sren en lief Je hebben. Onze literatuur is al de eeuwen door arm geweest aan krachtige, gave poëzie die be trekking heeft op het Oranjehuis- Vondel, anneer wij zijn omergelijkelijke Ge boorte lock uitzonderen, heeft luttel ma len Oranje gehuldigd, wel Prins Maurits in a lamed es en enkele hekeldichten ge smaad. De aristocratische regentenzoon Hooft heeft het erg druk gelhad met liefd' en min, aen een vertuyt. Huygens heeft 't mis schien als een eisoh van kieschheid gevoeld, nauw bij het Hof betrokken als hij was, over zijn be eren te zwijgen, al is van hem de onsterfelijke Scheepspraet daar om zijn gevoelens van liefde te bewijzen. En Cats, wat zullen wij van dezen zeggen? Zou het niet op z ij n w eg gelegen hebben, de Oranjevorsten in zijn lied te vereeuwigen? Revius komt de eer toe, de dichter te zijn geweest, die in zijn betrekkelijk beperkt werk aan Oranje niet maar een, maar de eer eplaats gegeven heeft. Ten besluite daarvan een enkel voorbeeld: Op de begrafpnis van Prins Willem van Orangiën, waarin de dichter den Prins spr kend invoert, gelijk Marnix heeft gedaan in zijn psalm voor het verdrukte vaderland. Op de begraefenis van Prins WiWem van Orangiën En vraecht niet wie hier leyt. Ik ben dien grooten crijger Prins Willem die alleen den Castellacn- schen tyger Meer leets, en t'Nederlant meer diensten heb gedaen Als vimant die-in tïjt my voren is gegaen Of met my in dit dal der tranen beeft gelev Volgt yemand na mijn dood die hoger sioh verhevet En wijder sijnen roem doet vliegen als dc mijn Die moet ontwijfelijck van mijnen bloede sijn. de moord op Oranje. HET GOETHE-GESELLSCHAFT zal 26 tot 28 Augustus te Weimar vergade ren. Bij die gelegenheid viert de Vereeni- ging haar ü0-jarig bestaan. Het nieuwe ge bouw van het Goethe Nationalmuseum zal worden ingehuldigd. „ORANJE'* In het Jaarverslag van den Bond van Ned. Tooneelschrijvers wordt betreurd, dat liet sluk „Oranje" van Frans de Prez, han delende over Willem den Zwijger in 11)33 niet tot een opvoering kwam, MONA LISA Tot dusver is altijd aangenomen, dat dc wereldberoemde Mona Lisa -van Leonardo da Vinci, in het Louvre, de afbeelding was van de echtgenoote van den Florentijnschen edelman Francesco del Giocondo, vandaar ook de bijnaam van het schilderij „La Gio- conda". Een Amcrikaansch kunstgeleerde, Raymond Styles, heeft nu echter na een nauwgezette studie van vijftien jaren ge meend te kunnen vaststellen, dat de vrouw- met de raadselachtige glimlach een ander .1. de vorstin Isabella d' Este, markiezin Mantua. De hardnekkige dwaling zou hebben berust op de vergissing van den kunsthistoricus Vasari, die de flater veertig jaren na den dood van Leonardo da Vinei hebben begaan. Hoe dit zij, „La Giocon- da" blijft glimlachen NEDERLANDSCHE JURY Internationale Romanprijsvraag De Nederlandsche Jury van dc Interna tionale Romanprijsvraag, waarvoor een prijs van f27000 is uitgeloofd, is samenge steld uit dc volgende drie leden: Dr- P. II. Ritter Jr., Victor van Vriesland en J. W. F. Werumeus Buning, DE WIENER SSNGERKNABEN zullen naar Alg. Hand. meldt een we reldtournee van tien maanden maken. De reis gaat eerst, naar Java en Sumatra; 26 Juli a-s. gaat het koor te Marseille scheep. 6ENGT BERG, den ook bier zeer bekenden auteur, werd door de Universiteit van Bonn. op grond van zijn wetenschappelijke en literaire ar beid, liet doctoraat li. c, verleend. rechtbank heeft in de zaak vrv.'ikail" icV.-r X. van T.. god, die ft terechtgestaan wegens peering iet geweldpleging ten nadecle DIEFSTAL EN HELING De HaagBclie rechtbank veroordeelde J. v. wegens diefstal tot 1 jaar ge-vmngenisstra t«l tot een jaar gev.P. W. wegens holing tot en jaar gev.; A. v. L. wegens "diefstal, meer- naleu gepleegd, tot 3 mind, gev. VALSCHHEID IN GESCHRIFTE De Almelosche Rechtbank heeft den colpor teur G. H. te Glanerbrug die op zijn stempel kaarten voor de werkloozenuitkeeringen en op die van anderen valsche stempels had gezet, veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. VERDUISTERING De Almelosche Rechtbank heeft den vroe- geren adminstratteur van de Vereeniging Ziekenzorg te Enschedé, A. F. S. aldaar, die zich aan verduistering ten nadeele van Zieken zorg. tot een bedrag van ongeveer f S000 had schuldig gemaakt, veroordeelt tot 1 jaar en maanden gev. straf. De eisch was 2 jaar. Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 6, Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint. Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 10 dagen na plaatsing. PROBLEMEN VAN LEZERS Vraagstuk no. 73ö Auteur: A. D. J. BOERSTOEL, RijswyK 12 3 4 5 iz m '0 m y/m m fC' Vraagstuk no. 731 Auteur: G. ,VAN DER MEULEN, Den Haag Buiten verantwoordelijkheid der. redactie. De toekomst van onze veehouders Daar de algemeene toestand voor de vee boeren nog steeds slechter wordt en de voor uitzichten weinig hoop op beterschap g meen ik dat een gezamenlijke actie van alle belanghebbenden thans uiterst noodzake lijk is. Een verdere beperking en een nog sterkere inkrimping zal den boerenstand gevaarlijk erawakken en een absoluut chronische ver-arming tengevolge hebben. Een andere richting moet gekozen woorden. Met grooter élan moet men zich instellen op de productie van nieuwe artikelen en evenj eens op de propaganda in 't buitenland, op*' dat tot zelfs in China en Albanië de roem van onze producten verkondigd worde. „De theorie is goedkoop", zult ge zoggen. „Wij willen dit ook, doch de practijk is iets moeilijker"* Volkomen waar. Toch geloof ik dat wan neer alle krachten en alle organisaties zich solidair verklaren en intensief volgens een vast omschreven program gaan werken, er nog veel te bereiken is. Om het vraagstuk klaar en helder voor te stellen, laat ik hieronder eenige punten vol gen, die een deel van het program van actie zouden kunnen uitmaken. Ie. Stichting van een laboratorium voor researohwork. 2e- Instelling van premies voor de uitvin ding van, een nieuw handelsproduct. 3e. Uitbreiding van propaganda in bin nen- en buitenland. (Vooral in onze kolo niën). ■ie. Toevoeging van één of meer eminente personen aan den handelsconsulairen dienst, speciaal voor dc zuivelbelangen* 5e. inrichting van een toonzaal in alle consulaat gebouwen. 6e. Verlaging van den binnenlandschen boterprijs tot iets boven den kostprijs. 7e. Verplichting van botergebruik voor henhuizen, leger en marine- Se. Oplegging van de verplichting aan ho tels, restaurants, koek- en banketzaken om bij gebruik van margarine in hun eetbare waren dit te vermelden aan den ingang van het gebouw, zooals dit thans wettelijk is voorgeschreven bij winkeliers. 9e. Verplichting voor alle fabrikanten van koek, biscuit enz. in het geval zij margarine hun producten verwerken, biervan mede- deeling te doen op de verpakking. 10e Beschikbaarstelling Van een zeker kwantum boter tgt den laagsten exportprijs aan alle veehoudersgezinnen- 11e. Kleuring der margarine op een wijze waardoor het velschil tegenover natuurbo ter duidelijk zichtbaar is. Punt 1. Voor rubber, nikkel enz. bestaan researchbureaux, die schitterend werk richten, waardoor genoemde artikelen uitge breider toepassing hebben gevonden en waarvan dientengevolge de aanwending bui tengewoon is toegepomen* Philips, Bayer enz. zouden wegkwijnen, wanneer zij hun boratoriums zouden opheffen. Punt 2. Indien men bet particulier ini tiatief stimuleeert en de knappe koppen van Nederland aan 't werk stelt, zal men verrast Dver de resultaten. De waarde van een uitvinding kan eventueel b.v* na een jaar door een speciale commissie .vastgesteld orden. Punt 3. Wat Philips alléén kan, moat toch ;er zeker mogelijk zijn door de gezamen lijke zuivelbelangen in Nederland. De hee- en van die Kamers van Koophandel, die straks op non-atfiviteit komen, zouden prachtig naar 't buitenland gedirigeerd kun nen worden, om aldaar onze belangen te be hartigen. Ter gedeeltelijke bestrijding der kosten zou de exporteur voor zijn rqeerdere export door deze instantie b-v. belast kun nen worden voor 1 pet. Punt 6. Bij een boterprijs van 60 cent per pond is de melkwaarde ca. 4 cent per liter de boeren, die aan de fabriek leveren en iy2 cent voor den zelfkarner. Voor dezen prijs wil de veehouder gaarne zonder steun zijn product leveren, dus is het onnatuurlijk en niet juist om door een kunstmatig hoo- geren prijs den afzet te belemmeren. Het is tvpeerend dat men in Engeland gedurende 1934 per hoofd gemiddeld 11 K.G. roomboter geconsumeerd heeft, terwijl in ons land dit verbruik slechts 7 K.G. per hoofd van de bevolking was. Laat de Rcgcering alleen het verschil op den exportprijs betalen en een toeslag geven op de kaas, welke voor een groot gedeelte kan betaald worden uit de exportrechten, die voor uitvoer naar bepaal de landen geheven Worden. Punt 7. Dat men in vele gevallen zieken en zwakken nog steeds ons edelste product onthoudt,, druischt in tegen alle moraal en logica en is lijnrecht in strijd met de bedoe ling om kranken datgene te verstrekken wal noodzakelijk voor hen is- In Frankrijk geeft men den soldaten per dag 1 liter wijn. In dezelfde lijn en met be ter resultaat zou men toch ook onzen solda ten natuurboter kunnen verstrekken. Punt-.-S m 9» Veevoederfabri kanten zijn verplicht" bij bereiding van varkensvoer de ingrediënten, welke in bet voeder wezrg zijn, te vermelden. Is het nu logisch, dat voor menschel ijk voedsel deze wet niet geldt Hier is toch een schromelijke leemte in de wet die ten spoedigste weggenomen dient te wor-Jen* Punt 10 Het komt velvuldig voor dat een veehouder uit financieele noodzaak marga rine koopt voor een veel hoogeren prijs dan die waartegen zijn eigen geproduceerde roomboter verkocht wordt naar 't buiten land. In Israël gold de wet: „Gij zult den dor- schendcn os niet muilbanden". Evenzoo moet toch zeker den producent de gelegen heid geboden worden zijn eigen product te gen den laagsten prijs te koopen, teneinde in de behoeften van eigen gezin te kunnen voorzien. Tenslotte. Juist las ik in „The Norwegian Journal of Commerce and Shipping" dat Noorwegen de export van kaas, die in 1930 026-012 K.G. was, heeft opgevoerd tot 2.004.730 K.G. in 1934. Men exporteert thans naar 50 landen- De kwaliteit staat onder -scherpe controle waardoor men een hooge standaardiseering, aangepast aan de be hoefte van elk land, heeft verkregen die liet product in het buitenland populair heeft ge maakt Ziedaar een klein voorbeeld 't Holland ook zou wenschen. Na deze uiteenzetting zou ik het op prijs stellen dat een ieder die voor mijn idee voelt, mij schriftelijk zijn adhaesie zou wil len betuigen. Critiek of aanvulling wordt gaarne aan vaard. Daar Minister Steenberghe in een verga dering van werkgevers heeft verklaard, practische wenken op prijs te stellen, wil ik dit program, ondersteund door Uw bijvals betuigingen, in requestvorm thans aanzijn opvolger doorzenden. De belangen staan op 't spel van een paar honderdduizend boeren, van hun arbeiders, ran ieder, betrokken bij de zuivelindustrie, ran de importeurs van en de handelaren in veevoederproducten en verder van allen, die door dezen tak van nijverheid direct of indirect een middel van bestaan vinden. Practisch houdt de welvaart van de Neder landsche bevolking ten nauwste verband met het veehoudersbedrijf en daarom zoek ik U beleefd, doch zeer dringend deze actie door Uw schriftelijke instemming te ondersteunen* H. J. BONDA. Boompjes 45, Rotterdam. Tweespalt in Ameide Men schrijft ons: De manier, waarop de Burgemeester van Ameide optreedt is zoo ergerlijk, dat een openlijke macht in de pers op zijn p'uats is. Dc Burgemeester en zijn geestverwanten zijn n.l. dagelijks bezig om de A. R.-partij en bet Ghr. Vcreenigingsleven zooveel moge lijk te beschadigen. Toen de candddatenilijst der A. R.-partij voor de gemeenteraadsverkiezingen opge- maaikt was, heeft de Burgemeester alles in enk gesteld om deze lijst uit elkaar te rukken. Bij herhaling moesten er leden van de A.R. Kiesvereeniiging bij hem komen en dan trachtte hij hen te bewegen om met onze partij te breken en zelf een lijst in te mé m m üi fü Zwart: S—10, 13, 14, 16—19, 21, 23, 29 Wit: 25, 27, 28, 32, 34, 35, 37, 38, 40, 41, 42, 45, 4S Vraagstuk" no. 732 Auteur» H. N. I. WINTER, Den Haag Vraagstuk no. 7331 Auteur: C. C. GOEDHART, Rotterdam m Zw.: 4, 5, 7, 8 Wit; 18, 19, 11, 12, 15, 17, 20, 27, 31, 85, 37 22—24, 28—30, 33, 34, 47, 48 CORRESPONDENTIE C. G. Heeft u het gevraagde reeds latert maken? Wilt u het my toezenden? L. v. d. B. Dank voor uw schrijven. Zal één ander laten nazien, en u schrijven.. B. H. De gezonden problemen zijn minder1 geschikt. Het grootste gedeelte is overbekend en reeds 30 jaar geleden beter bewerkt Gelukkig is de Burgemeester in dit pogen niet geslaagd: de leden bleven de Kiesver eeniging trouw. Wel is het hem gelukt een gecombineerde lijst klaar te krijgen, waarop liberalen, vrijz.-democratcn cn gemeentebc- langers samenwerken. We weten nu ten minste welk beginsel onze Burgemeester aanhangt. Maar, het is een groote teleurstelling voor ons. Ameide, 9 Juni 1935. Een Anti-Revolutionair, Naschrift der Redactie. Wij heb ben over bovenstaand ingezonden stuk (waarvan wij een gedeelte weglieten), infor maties ingewonnen bij betrouwbare adres sen in Ameide. Men verklaarde ons, dat de beschuldiging geheel en ten volle op feiten steunt. Er wordt nog aan toegevoegd, dat de Bur gemeester ook vergeefsche moeite heeft ge daan om z.g. een Chr. Hist, lijst samen te stellen: terwijl Hij hieit daarna met de Chr Dom. Unie heeft geprobeerd. Alles gelukkig tevergeefs. Wat de Burgemeester durfde zeggen te gen de anti-rev. kiezers, die bij hem ontbo den werden, was volgens hun getuigenis ergerlijk. Onze berichtgevers beklagen zich ook ons blad. omdat het zoo weinig van deze dingen publiceert cn zij dringen op eei derzoek ter plaatse aan. Wij willen dat gaame overwegen; maar iedereen hegnjpt toch wel, dat wie op een afstand staat, zeer voorzichtig moet zijii met zich te mengen in plaatselijke oneenigliedcn. Waar hier echter vast-staat, det de Burge meester gemeentearen ontbood om hen Ie andierhouden over handelingen, waarmee hi. niets te maken heeft, schijnt er ons alles voor te zeggen, dat men over deze dingen een gemotiveerde cn gefundeerde klacht in- di'iit bij den Minister van Binnenlandsohe Zaken. Een Burgemeester mag óók aan politiek dioen, maar niet zóól DE HAGELSCHADE TE OOSTVOORNE. Het Comité tot steunverleening Hagel- schade1935Oostvoorne, doet bij dezen een ernstig beroep op de liefdadigheid alle landgenooten. Zij wekt hierbij een ieder op, haar bij het pogen tot inzameling an gelden, tot herstel der schade, te steu- in cn hierdoor den nood der getroffenen te lenigen. Hulp is spoedig en dringend noodig om dc tuinders, die het toch reeds zwaar te verantwoorden hebben, voor algeheelen ondergang te behoeden. Een ieder geve dus spoedig en naar mate zijner krachten. Gelden voor dit doel kunnen worden ge stort op post-giro nummer 259290 van de Cöop. Boerenleenbank te Oostvoorne onder het motto: „Comité Hagelschade" cn kun nen ook aan het adres van den Penning meester, dén heer W. Meuldijk, Jacoba- laan te Oostvoorne, worden gezonden ol af gedragen. VIERWEEKSCHE SPEURTOCHT NAAR AMERIKA. Mr. P. Borst Jr. maakt in zijn „Vierweek- sche Speurtocht" in uw blad vaak zeer juiste opmerkingen. Maar in zijn laatste artikel maakt hij het wel wat te bont met zijn „Een land van corruptie" en „Een volk eruptie". Helaas, er is corruptie, en er zijn terreinen waar deze ver is doorge werkt. Maar evenmin als men Nederland naar Oss mag beoordeelen, of Rotterdam naar sommige straten in die stad, mag men ook daar met gcneralisecren. In geen ge val ook het volk naar steden vol van het uitheemsche, als New-York en Chicago, gaan beoordeelen. De lieer Borst is met het eigenlijke Ame- rikaansche volk weinig of niet in aanra- geweest, de tijd was daar ook te kort Alt>e,dCI5POrtij «'J™* wellicht ontbrak hem de relegcn ..(rWiiemehelaiiB jheid, Dan zou hi' dent b.v, aan het hoek van mej. IL S. S. Kuyper een ander© zijde van Amerika cn een ander volk hebben leeren kennen. Met dit voorbehoud las ik zijn artikelen met belangstelling eiï als gezegd yaalc met prijs. Dr. J. VAN LONKHUYZEN, Naschrift van Mr. P. Borst: Eenige malen heb ik zelf in mijn ar tike- len gezegd, dat mijn vier-weeksche ervaring zich uitstrekte hoofdzakelijk tot de drie groote steden. Voorts heb ik erop gewezen, dat' juist do Latijnsclie cn Slavische rassen bij voorkeur in de wereldsteden zich hebben gevestigd en de wirwar der volken dus minder zich voordoet bij de groote massa in de kleinere steden en op het platteland. Toch heb ik vele personen uit velerlei kringen gesproken cn de daaruit getrokken conclusie moeten gehandhaafd blijven. Dit neemt niet weg, dat naast dit deel van het Amorikaansche volk nog een ander deel bestaat, waarin het „eigenlijke" historisch© type, zooals ik dat heb uiteengezet, beter is bewaard. Overigens ben ik Dr. Van Lonkhuyzen zeer dankbaar voor zijn waardeerend© woorden, ook in zijn vroeger© correspon dentie. JOOLHUL Nu door de dichte nevels van examens in ontelbare variaties zoo langzamerhand dó vacantie-zon begint door te breken en bij onze jongens en meisjes van de middelbare scholen 't besef ontkiemen gaat, dat toch eens de blijde dag komt, dat alle wijsheid 'n poosje resoluut aan kant gezet mag worden, komen ze natuurlijk ook met hun kampeerplannen voor den dag. Ze hebben gelijk, 'n Paar weken zigeu ner-leven, met al de lichamelijke cn zede lijke voordeelen daaraan verbonden, heb ben ze verdiend. Eu 't spoedig ontrust© ouderhart behoeft niet te vreezen voor verschrikkingen op den weg. Zeker, ook 't paedagogisch inzicht heeft gelijk, dat weet hoc. weinigen op die leef tijd los vertrouwd zijn en hoe veel gevaren kampeeren zonder goede leiding met zich brengt. Maar Joolhul is er! In het hart van onze dierbare Veluwe* bruine verten en blinkend zand, ligt 't prachtigste kampeerterrein, dat ter wereld denkbaar is. Wie daar de avond heeft be leefd en de stralende ochtend is voor z'u .1 rijker geworden. Daar kan gezigeu- nerd worden en geïndiaand en gesport als ji geen andere omgeving. En dan 't kamp vuur en de nachtelijke zwerftochten, 't zwemmen cn de fietstochten! Daar is de vertrouwde en geroutineerde leiding van kampco en sjeffies uit de Calv. Stud. Be- veging. En goede leiding beteekent alles voor een kamp. Veiligheid is gewaarborgd; bij de meisjeskampen geven de beroemde 'aakhondjes", die overdag zich schuil houden, maar 's nachts op hun post zijn, 'n intens gevoel van rust. Do leiders en leidsters hebben routine in de technische verzorging, ze kennen de om geving op 'n prik en ze weten wat 'n jon gens-, 'n meisjeshart, ook geestelijk noodig heeft Daarom denk bij 't maken van kampeer plannen aan Joolhul! Daar hooren onze Gereformeerde (dit woord niet in kerkelijken-,' maar in confes- sioneelen zin genomen) jongens en meisjes. Amersfoort Ds. S. J. POPMA Data der kampen: Meisjeskamp: 24 Juli—1 Augustus. Jongenskamp seniores: 15—23 Juli. Jongenskamp juniores: 210 Augustus. Inlichtingen over het. meisjeskamp te ver krijgen bij Mej. N. Verdam, Stadhou derskade 125, Amsterdam (Z.), en over de jongenskampen bij P. van d c r K a in, Sweclifickplein 1, Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 10