DINSDAG 4 JUNI 1935 TWEEDE BLAD PAG. 5 HET REGEERINGSONTWERP EN ONS CHR. ONDERWIJS Leege kisten maken twisten, citeerde dezer dagen een onzer Edelachtbaren in onzen Rotterdamschen Raad. Oudtijds zei men: bij erfenis deelèn leert men zijn vrin den kenden; ook volle kisten maken twis ten. Wij zijn nu toe aan die eerste: die leege. Onze Regeering komt 77 millioen op haar jaarlijksch budget tekort; dat dient aangevuld, ingehaald. En dient grootendeels gevonden in kortingen op inkomsten van die haar dieiien. Dat loopt voor deze laat- 6ten uit op een soort amputatie, waarvoor helaas nog geen narcose is uitgevonden. Geen wonder, dat het land, gelijk de ope ratiezalen in oude tijden, vol is van het gejammer. Onze Regeering staat daar niet ongevoelig bij; integendeel, ook zij is beducht voor de pijnen en de klachten; zij heeft gezocht, zegt zij zelf (Memorie van Toelichting, p. 1) naar „de minst pijnlijke wijze". Wij nemen dat in vol vertrouwen aan en met datzelfde vertrouwen wenschen wij mee in te stem men al is het niet al te ruw in het al gemeen gekerm en tegelijk te wijzen op een paar overteere plekken, waarboven de scherpe messen dreigen. In de hoop, dat wij den geweldigen heelmeester wekken tot nog meer compassie en tot nog meer beleid. Een paar korte opmerkingen gaan yooraf: „In onderwijskringen", zegt de Memorie (p. 33): „Wordt de pensioneering op 60-jarigen leeftijd vrij algemeen toegejuicht." Toch blijken er onder de 1636 gerechtigden uit zonderingen te zijn. Voor hen, die minder dan 10 dienstjaren hebben op dien leeftijd zorgt het ontwerp. Maar er zal ook een klein getal zijn van leerkrachten met 10 tot 30 dienstjaren, voor wie de nieuwe be paling een schromelijke verarming zou be- teekenen. Wij doen met anderen een beroep op het meewarige hart onzer Regeering, om die al te pijnlijk bedreigden te ontzien. Het oaitwerp maakt nieuwe beperkingen Voor ons mulo. Toen de subsidieregeling in 1889 haar intree deed, in 1905 en 1920 zich uitbreidde, kwamen er ook voor de bijzon dere scholen beperkende bepalingen. Men zou verwachten, dat, nu de Regeering haar steun verlaagt, ook die bepalingen worden .verzacht en ingekrompen. Het tegendeel blijkt; o.a. hier voor het mulo. Zij mag eisahen, dat het mulo, naar zijn aard, geen leerlingen opneemt, die niet het zesde leer jaar eener lagere school hebben doorloopen Dat kan de Rijksinspectie controleeren door inzage te eischen van schriftelijke verkla ringen. Verder moet zij niet gaan; dat. meer dere zou een veel te sterke inmenging ver oorzaken in interne verhoudingen en aller lei onmogelijk conflict baren. Toegegeven, dat hier en daar onzuivere praktijk voorkomt, toch is. het niet wen- schelijk, dat het algemeen toezicht, dat in den regel toch wel voldoende kan inwerken, nog worde verscherpt: wij mogen ons onder wijs niet te zeer verpruisen. Billijk mogen wij vinden, dat de Regeé- ring niet meer dan 4 mulo-jaarklassen sub sidieert, een verbieden daarop komt toch haar nieuwe voorstel neer van een ver dere uitzetting naar boven, om onze H.B.S.- en te helpen (zie Memorie p. 2719, aL 2) beteekent een maatregel, die noodeloos vrij heden beperkt en eerlijke concurrentie-strijd neerslaat. Ook past zooveel extra-teedere zorg voor de H.B.S. kwalijk in dezen tijd van druk op allerlei schoolterrein. Wij hebben nooit veel gevoeld voor het stopzetten van de Staatsexamens voor onder wijzers. Nu wel. Dat zullen wij verklaren. De kweekscholen mogen alleen voort met haar leerlingen, die zij nu hebben; die al leen mogen het eindexamen, dat onder overheidscontrole staat, afleggen; zoo geve men ook het recht aan hen, die nu in vrije opleiding zijn (op 1 Mei 1935), in 1936 cn 1937 nog examen te doen. Aan anderen niet. En later niet. Waarom? De geordende kweekschooloplei ding gaat in de banden. Van 1817 tot 1930 heeft zij zich geregeld ontwikkeld onder de strenge eischen, die da .Overheid haar stelde. De wilde opleiding met haar Staatsexamen stond daarnaast: Stelsel naast stelsel. De onderstelling, dat de Regeering, die do kweekschoolopleiding door haar reguleering heeft willen opheffen, deze niet zou hebben weten te brengen op een peil boven de vrije opleiding (meest in de avonduren met mi- nimum-eischen omtrent personeel, duur, admissie enz.) ware een beleediging aller eerst voor de Regeering zelve. Het kan haar bedoeling niet wezen, aan die wilde opleiding nu de vrije kans te geven, om de meer officieele opleiding te overwoekeren, blijvend te zorgen voor een ruimen toevoer van jonge onderwijzers, het surplus aan onderwijzers constant te maken. Dat ware een terugzetten van de historie voor tenminste decenniën, een geheel om- schoppen van het werk van De Visser en is dan ook haast niet te verwachten van een Regeering, die in haar kweekschool-ontwerp zoo sterk pleitte voor de verbetering van de onderwijzersopleiding. Het Staatsexamen moet in alle gevallen in hetzelfde tempo als het kweekschool examen worden stopgezet: in 1938 geen Staatsexamen meer. Het sluiten van kleine scholen. De Overheid kan niet beginnen met indlvi- dueele behandeling van subsidie-gevallen; zij moet zich beperken tot haar algemeene wettelijke regelen. Dat is haar deugd, tege lijk is dat in de praktijk des levens een fout. Reeds vroeger heb ik gepleit voor een meer onderlinge, meer vrije berechting. Er is een school b.v. van 30 leerlingen; een schooltje nu ten doode opgeschreven. Of, nog anders, van 50 leerlingen: subsidie: nul. Met 61 leerlingen: erkend als school, met volle subsidie. Korte metten, korte wetten. Maar waarom is hier niet toepasse lijk het stelsel, dat bij de kweekscholen wordt gevolgd: 15 geslaagden gemiddeld: volle subsidie; 14,13geslaagden: geleide lijke korting. Aan de wettelijk geregelde salarieeringen van zulke schooltjes zouden ook wettelijk zekere faciliteiten kunnen worden toege staan; in dien zin, dat het.offer mee werd gedragen door de belanghebbende ouders en colleges. Te overwegen ware een rijks toeslag van b.v. 2 pet. op het totaal der subsidie der aangesloten scholen, die ter beschikking werd gesteld van colleges als Schoolraad en Chr. Volksonderwijs, Cht. N.S.O., uit welke fondsen steun kon wordeh verleend o.a. aan zulke, .kleine aangesloten schooltjes, die voor haar oprichting de goed keuring hadden van die hoogere organisa ties. Het door mij genoemde percentage (5$) zou voeling kunnen houden met het be drag, dat aan openbare schooltjes van te geringe grootte door het Rijk bijzonder zcjji moeten worden besteed. Dan was de roep oih rechtsgelijkheid, die volgens de felle eischers van rechts en van links, ook bij een mil- liocnen-budget op een cent moet sluiteti, tegelijk gestild. Wat wij bespraken, zijn erge dingen, die: prikkelen en drukken. Maar voor de Rë- geering, die de beurs houdt en betalen moét, voelt zoo'n leegte van 70, resp. 10 millioen in haar schatkist zonder schat op den duiir ook niet prettig. Ende dagen voort. En elke dag heeft zijn benauwende eischen van betalen. Er mag niet te lang getalmd. Intusschen, de ergste van onze pijnklach- ten moeten neg komen. Die in een volgend artikel, waarvoor ik even geduld vraag. H. J. VAN WIJLEN Naschrift der Redactie. Bovenstaand en het hierop volgend arti kel blijven natuurlijk geheel voor rekening yap den schrijver. Deze toevoeging beteekent in dit verband, dat men de onderwijskundige bezwaren tegen de bezuiniging geheel en ten volle kan deelen en zich nochtans genoodzaakt kan achten het mes in de uitgaven te zet ten om grooter kwaad te keeren. Wie zich specialiseert op een onderdeel de ervaring bewijst het verwacht schade an de besparing op Armenraden en Ka mers van Koophandel, Defensie en Onder wijs, afschaffing van deurwaarders en boven tallige onderwijzers, herberekening pensioe nen en salarisverlaging, enz.; wie het geheël beziet en een sluitende begrooting noodza kelijk acht, zal misschien over zeer veel bé- zwaren moeten heenstappen en het finap- cieele argument laten beslissen. De tijd is daar, dat veel liefs opgeofferd moet worden om het veege lijf te redden. Wat echter weer niet wil zeggen, dat elk regceringsvoorstel klakkeloos overgenomen moet worden. Wie dezelfde bezuiniging in casu op het onderwijs weet aan te brengen, als welke de Regeering noodzakelijk acht, doch op minder schadelijke wijze, verdient ernstig gehoor. Zoo vragen wij met name aandacht voor de suggestie van den schrijver over de belooning der jongeren in het tweede ar tikel. Ook wij hebben er al eenige keeren op gewezen, dat „aanpassen" voor hen, die voor 't eerst in dienst treden, niet zoo moeilijk is als salarisverlaging voor de genen, die „tot zekere staat des levens" zijn gekomen. Dit echter slechts in 't voorbijgaan. Hoofd zaak is; dat men de bezwaren kan deelen en toch...;., helpt om de totaalsom der bezuini ging te verkrijgen.. ZESTIENDE VERSLAG VAN HET C.N.V. Feiten en cijfers Héden verscheen het zestiende verslag van het Chr. Nat. Vakverbond,-dat ook dit- méal weer het vorige in omvang overtreft en is uitgegroeid tot een boekwerk van 536 blad zijden. Herinnerd wordt aan het 25-Jarig jubileum van het Verbond cn aan het heengaan van den penningmeester, den heer J. S. Ruppert Jr., wiens sprekend portret voor in het ver slag is opgenomen. In liet verslag worden verder bij hun foto's herdacht de heeren A. Karsdorp, hoofdbestuurslid van den Bond van Chr. Fabrieks- én Transportarbeiers en A. van der Heyden, voorzitter van den Ts'ed. Chr. Bond van Houtbewerkers, Meubel makers en aanverwante vakgenooten. Het ledental van het C.N.V. klom van 116.913 op 1 Januari 1933 tot 118.817 op 1 April 1933 om daarna terug te loopen tot 113.566 op 1 Januari 1935. Vermeld wordt de afscheiding van den Chr. Bond van Marine personeel en de oorzaak dier afscheiding. Het aantal vrouwelijke leden liep terug van 4507 tot 3156, een verlies van 30 pet., dat der adspirantleden van 1587 tot 1368, eveneens een verlies van 30 pet. Uit vergelijkende cijfers blijkt, dat de teruggang van het le dental voor ruim 50 pet. gelegen is in ver mindering van deze beide groepen. In alle provincies trad de teruggang van het ledental in, uitgezonderd Noord-Brabant en Zeeland. Vooral in laatstgenoemde pro vincie nam de invloed van de Chr. Vakbe weging sterk toe. Op 1 Jan. 1935 had het C.N.V. 2.364 afdeelingen. Zuid-Holland had 34.988, Noord-Holland 16.825 en Overijssel 10.556 leden. In het overzicht van den omvang der vak beweging wordt geconstateerd, dat de per centages van de Chr. vakbeweging steeds winnen op die der niet-Christelijke. Op 1 Januari 1934 was 43.19 pet. der georganiseer- den Christelijk (waarbij ook R.K.) en 56.81 pet. anders georganiseerd. In 1929 waren deze percentages resp. 36.45 en 63.55. Het C.N.V. steeg in die jaren van 12.51 tot 16.07 pet. Op 1 Januari j.l. was het socialistisch vakverbond de Chr. en R.K. vakbeweging nog slechts 4202 leden voor. Het verslag geeft omvangrijke gegevens inzake velerlei arbeid op organisatorisch en De brochurehandel plaatste 5.119 brochu res plus 1947 ex. van den liederenbundel en 2358 ex. van den jeugdliederenbundel. Het Verbondsorgaan „De Gids" had een oplaag van 2846 exemplaren. Blijkens een bij de organisaties ingesteld onderzoek bleek, dat slechts 73 personen op grond van nationaal-socialistische of fascis tische sympathieën als lid der christelijke vakbeweging bedankt hadden of als zoodanig waren geroyeerd. Het algemeen bestuur besloot, om de be zoldigde bestuurders in overweging te geven, een vrijwillige korting van 10 op hun sa larissen toe te passen. Het aantal bezoldigde bestuurders steeg van 98 tot 99. Het aantal deelnemers aan het tuberculose fonds „Draagt Elkanders Lasten" steeg van 45.400 tot 53.843,-zoodat 48 d-er leden thans deelnemer is. In 273 plaatsen bestaan plaat selijke commissies. In 1933. werd in 435 ge vallen hulp verleend tot een bedrag van 76.196.59; in 1934 503 gevallen tot een be- ag van 73.815.20. In 1933 trad het Centraal Beleggingsfonds in werking. liet beheerde blijkens de "balans per 31 Dec. 1934 een b»drag van 132.348 en maakte in 1934 f 875.— winst. Het fonds tot uitkeering bij Werkstaking en Uitslui ting telde 9 aangesloten organisaties met 67.979 leden. Het keerde in 1933 uit 11.603, in 1934 662.50. Het kapitaal van dit fonds steeg tot 164.684.46;' de reserve tót 32.4 Het fonds tot credietverstrekking aan eigen gebouwen verstrekte een crediet ten behoe ve van het gebouw „Volksbelang" te Sprang In totaal verstrekte dit fonds 112.150.—. crediet, wa,arvan 15.227 werd afgelost. Het vacantieoord huisvestte in 1933 1123 personen gedurende 6753 dagen in 1934 865 personen in 6130 dagen. De drukkerij had in beide jaren een omzet van 200.292 en 171.379 en boekte resp. 13.325 en 11.324 winst. Het aantal Christelijke Besturenbonden steeg van 171 tot 194. Op 1 Januari 1935 waren 1.628 afdeelingen van christelijke vakorganisaties met in to taal 93.141 leden bij de besturenbonden aan gesloten, zoodat 81.98 van de leden der christelijke vakbeweging in de invloedssfeer der besturenbonden was opgenomen.. Op 1 Januari 1935 bedx-oeg het aantal af deelingen van de algemeene christelijk-so- ciale bonden, aangesloten bij besturenbonden 150 (tegen 152 per 1 Januari 1933) met 13.331 leden (13.834 op 1 Januari 1933. Uitvoerig wordt een en ander meegedeeld van het werk der besturenbonden. Een uitvoerig overzicht wordt gegeven van de propaganda, m. n. van de Novemberacties waarbij in 1933 169 vergaderingen belegd werden met 335 sprekers en 22.768 bezoekers en in 1934 175 vergaderingen met 348 spre kers en 23.540 bezoekers. Bovendien waren tienduizenden brochures en propagandage- schriftjes verspreid. Omvangrijk zijn de mededeelingen over werkloozenzorg, jeugd werk ed.g. In 1933 werden elf werkkampen gehouden met 447 deelnemers en in 1934 met 766 deelnemers. Bijzonderheden worden meegedeeld over ontwikkeling en ontspanning voor de jeugd, studieclubs, film en lichtbeelden dienst, bibliotheek enz. enz. Na bijzonderheden oyer de internationale organisatie en een overzicht van de bemoei ingen van het C.N.V. met wet tal ij ke aange legenheden volgen een groot aantal finan- cieele gegevens. De bij 't C.N.V. aandgesloten org. ontvingen in 1933 en 1934 resp. f 1.816.747 en f 1.718.956 aan contributies. Zo gaven f 1.926.610 en f 1.61S.771 uit Het gezamenlijk vermogen der organisaties bedroeg eind 1934 f 3.053.269 of f 26.88 per lid (1 Jan. 1933 f 22.48) De werkloozenkassen ontvingen f 1.400.922 en f 1.445.241 aan contributies en f 3.029.924 f 2.275.847 -aan toeslag van rijk en gemeen ten. De kasuitkeeringen beliepen f 4.643.358 cn f 3.547.933. De reserves der werkloozen kassen beliepen eind 1934 f 593.532. De totale reserves der organisaties (fondsen inbegre pen) beliepen f 4.268.241. Blijkens het financieel verslag van het C.N.V. zelve ontving dit in 1933 f 22.002 en hield een saldo van f 3.978. In 1934 beliepen ontvangsten en saldo resp. f 208.406 cn f 1.842. Het vermogen van het C.N.V. beliep eind 1934 f 36.863. Het t.b.c.-fonds zag zijn reservekapitaal slinken van f 40.494 tot f 25.3S2. Het vacantieoord had over 1933 en 1934 een verlies van resp. f 1524 en f 1311, HET CONFLICT BIJ VAN GEND EN LOOS De directie van de N.V. Expeditle-or •ming Van Gend en Loos had haar perse or gesteld een loonsverlaging van huivi-ng van do leeftijdsgrens van 27 o ROFFELRIJMEN DE STOMME VISCH 't Was Zaterdag een bange dag In 't rijk der grondélingen, Der bliek, des brasems en des voorns En andre zilverlingen: Bij duizenden, tienduizenden, Rukte aan van alle kanten Naar alle wateren des lands De mensch, en zijn trawanten De made en de dooie pier, Om met verbeten woede Een aanval op de visch te doen Met aas en hengelroede. Met netten en met haken en Een bende tuig daarneven Begon de massa-aanval op Der visschen vrije leven; Aan allerhande moordtuig werd Een lekkre hap gehangen Om door verleiding kosteloos Een voedzaam maal te vangen Van allerhande visschenvoer Werd in het nat gesmeten. Het vischdom weigerde beslist Zich dood er aan te eten! Het was als had de stomme visch Eendrachtelijk besloten: Je kunt me de bekoring graag Nog zevenmaal vergrooten, Wij bijten niet!, wij weigeren Ons frisch en vroolijk leven Voor ééne pier, voor, kort en goed, Eén vette bek te geven! De stomme visch kan, wijze mensch, Voor ons een voorbeeld wezen; Laat, als je 't noodig hebt, gerust De visch de les je lezen. (Nadruk verboden.) LEO LENS Correspondentie. Mag ik het nog eens zeggen, dat brieven waarin geen postzegel voor antwoord ingesloten is, in geen geval door mij beantwoord worden. Wat niet wil zeggen dat elke brief mèt een postzegel wél door mij beantwoord wordt. Dat zou mij niet mogelijk zijn. L. L. Ben commissie uit het ontslagen kantoor personeel bij den Kon. Holl. Lloyd hoeft do lirectie haar standpupat te kennen gegeven, •mtrent de wijze waarop het ontslag heeft ■laats gevonden, onder de termijn van slechts én maand voor het kantoorpersoneel en van én week voor de weekgelckers, zelfs na een lienstverband van 25. 30 jaar en meer. Nu er geenerlei uitkeering aan het personeel a uitzicht wordt gesteld, kan het personeel nder geen voorwaarde hot ontslag aanvaar- en. Kantoor- en walpensoneel besloot met do 'akvorceniglngen in overleg te treden lozaJce LOONTOESLAG IN HET LANDBOUW BEDRIJF Er zijn besprekingen gevoerd tuseohen de van -de. werkverschaffing in de oordelijke provincies en de vertegenwoordi- gemachtigd. Hengelaars aan 't „werk" op de Internat. Vischwedstrijd te Machtlicht. Rechts: Het blusschen van de tankwagenbrand aan de Quai des grands Augustins te Parijs. Een man werd gedood en 10 personen gewond. De „Coaching Club" karakteristiek voor het sterk aan traditie hechtende Engeland vertrekt van het Kruithuis in Hyde Park te Londen voor de eerste van haar twee seizoenstochten. 's-Hertogenbosch hoopt volgende maand zijn 750 jarig bestaan te herdenken. Men is druk aan 't werk de versiering gereed te maken Rechts: Ministerraadin de open lucht na de vorming van het nieuwe Fransche kabinet. V. I. n. r.: Buisson (premier), Pernot (justitie), Cathala (onderstaatssecr.), Pietri (marine) en Herriot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5