Jiirttiuf £Viftód)r lümtrattl Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden ïn Omstreken Raadsverkiezing en evenredige vertegenwoordiging BINNENLAND. abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 235 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zendingf 4.50 Bij dagelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/i cL Zondagsblad niet afzonderlek verkrijgbaar No. 5485 Bureau: Breestr-jat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 ZATERDAG 25 MEI 1935 15e Jaargang Hbbertentieprijjtn: Van I tot 5 regels 1.17'/» Elke regel meer0.22'/a Ingezonden Mededeelingeti van 1—5 regels2.30 Elke regel meer0.45 Handelsadverlentiên per regel 0.17'/» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 't bureau v. wordt berekend 0.10 Nog slechts luttele weken is het ge leden, dat een belangrijke verkiezing de aandacht vroeg en de stemgerechtig de ingezetenen der onderscheiden pro vinciën werden opgeroepen om hun oordeel uit te spreken omtrent de rich ting, waarin voor de naaste toekomst het Statenbeleid zal gaan. Nog slechts enkele weken en wederom noodigt de stembus ons uit: ditmaal om een antwoord te geven op de vraag, naar welke beginselen gedurende de eerst volgende vier jaren onze gemeenten zullen worden bestuurd. Bij het afwegen van de beteekenis dier aanstaande Raadsverkiezingen dringt zich onwillekeurig de verge lijking op met dén tijd, toen deze elec torale gebeurtenissen, wat de wijze van verkiezing betreft, nog niet werden beheerscht door het stelsel der even redige vertegenwoordiging. Droeg on der het vroegere kiesstelsel de candi- daatstelling vaak min of meer een persoonlijk karakter, trok het individu met zijn gaven van hoofd en hart, zijn bekwaamheden en karaktereigenschap pen in vrij sterke mate de aandacht, sinds de evenredige vertegenwoordiging haar intrede deed traden deze factoren in mindere of meerdere mate (in groote gemeenten meer, in kleine minder) op de achtergrond: de veranderde wijze van verkiezing beoogde in sterkere mate organisatie der kiezers naar algemeen leidende normen. Deze wijziging van stelsel had vooral gevolg voor de Raadsverkiezingen- Immers, wie een oogenblik terugdenkt aan menige candidaatstelling van voor heen zal zich herinneren, hoe toen maals de candidaturen voor den Ge meenteraad lang niet altijd tot stand kwamen op de grondslag van politieke beginselen of partij groepeeringen, maar tal van candidaten de sympathie wis ten te verwerven van kiezers, die zeer üiteenloopende principes beleden; zoo als men ook thans weer in sommige plaatsen met „Gemeentebelang", zon der meer, werkt. Zonder twijfel is dan daarbij van beteekenis geweest de overtuiging, welke men ook in onze dagen nog wel hoort uitspreken, dat de Christelijke beginselen voor de gemeentepolitiek niet van domineerende beteekenis moeten worden geacht, dat de onder werpen, in den Raad aan de orde ge steld, vrijwel uitsluitend liggen in de neutrale zóne. Wie van deze onjuiste praemisse uitging kon er toe komen aan het beginsel geringe waarde toe te kennen en de aanwijzing van zijn can- didaat vrijwel uitsluitend te doen be palen op grond van gebleken ervaring en kennis, gezond verstand en be kwaamheid. En zoo kon het gebeuren, dat zeer heterogene elementen bij de Raadsverkiezing zich opmaakten ter ondersteuning en verdediging van dezelfde candidatuur. Te verwonderen is niet, dat dergelijk samengaan van hetgeen niet bijeen be hoort herhaaldelijk tot teleurstelling leidde. Was zulk een door samenwer king op het kussen gebrachte afge vaardigde zijn beginsel trouw, dan moest dit sommigen afschrikken, werd hij ontrouw, dan werden anderen op hun beurt niet minder teleurgesteld. En dat dit steunen op richtingen van onderscheiden inzicht er meer dan eens toe moet hebben geleid, dat men de sympathie van allen trachtte te behou den en op die wijze zeer velen onbe vredigd liet, ligt wel voor de hand. Met dit accentueeren der persoonlijke factoren brak het stelsel van evenredige vertegenwoordiging: het systeem van organisatie der kiezers op de grondslag van politieke beginselen brak door. Wie als candidaat in aanmerking wilde komen, moest kleur bekennen, hetzij men staatkundige beginselen beleed dan wel als verdediger van bepaalde belangen zich aandiende. Zonder twijfel heeft deze verande ring van kiesstelsel er toe bijgedragen, dat ook de verkiezingsstrijd voor den Raad meer op algemeene beginselen werd georienteerd. Het karakter dei* Raadsverkiezing werd zuiverder en wie den man zijner beginselen op de lijst zijner beginselen koos, mocht voor zoover men op menschen bouwen kon aannemen, dat de gekozene in de lijn der gemeenschappelijke beginselen zou handelen en wandelen. Zoo heeft het stelsel van evenredige vertegenwoordiging in zeker opzicht de politieke atmosfeer gezuiverd, het voe ren van beginselpolitiek in den Raad bevorderd. Er is alleszins aanleiding om dit op haar credit te boeken. Intusschen zou het onjuist zijn de zaak uitsluitend van de lichtzijde te bezien. De evenredige vertegenwoordi ging heeft er meermalen toe geleid, dat men zich sterker naar zijn beginsel organiseerde en door zelfstandige actie krachtiger beginselpolitiek voerde het is waar. Maar het zou misleidend zijn te ontkennen, dat tal van malen het zelfstandig of wil men: verdeeld optrekken een uiting was van split sing en versplintering, dat men zien diets maakte zijn beginsel te beleven, terwijl men inderdaad zich de weelde veroorloofde eigen banen te gaan, na dat men de wiskundige berekening had gemaakt zonder gevaar de kiesdeeler te kunnen halen. In zulke gevallen bevorderde het nieuwe systeem, dat in werkelijkheid verlies moest worden geboekt. Wie de groote beteekenis onzer Christelijke beginselen aanvaardt ook voor de ge meentelijke samenleving, wie zich be wust is, dat de gedeeldheid onder broe deren moet worden gevoeld als zondig gedeeldheid, vooral in dezen tijd, zal erkennen, dat juist bij de Raadsverkie zing mogelijkheden liggen tot samen werking, die terdege aandacht waard zijn. Wat de eerste periode der toepassing van de evenredige vertegenwoordiging toeliet, dat lijsten konden worden ver bonden opdat de resten elkaar weder- keerig zouden versterken, is thans alleen nog mogelijk in gemeenten, die in kieskringen zijn verdeeld, en kan dus slechts in enkele gevallen toepas sing vinden. Wat wel overal kan is dit, dat verschillende politieke groepen één lijst formeeren. Dat deze mogelijkheid in tal van gemeenten werd aanvaard door Christelijke partijen, wier begin selen tot samenwerking moeten nopen stemt tot groote dankbaarheid. Van het stelsel der evenredige ver tegenwoordiging mag waarlijk niet enkel kwaad worden gesproken! De ervaring leert dat, waar begeerte tot gemeenschappelijk optrekken aanwezig is en men schouder aan schouder wil staan in de strijd voor onze geestelijke goederen, ons kiesstelsel daarvoor geen beletsel vormt. Officieele Berichten ONDERSCHEIDING Toegekend de bronzen eere-medallle Oranje-Nassau Orde aan C S Tax, te op Zoom, CONSULAIRE DIENST Lands schatkist. Het res: nsulaat strekt zich uit ove departement Piura. Aan den heer Steward in de Engelsohe of Spaansche taal worden schreven. BURGEMEESTERS Ridderkerk J H ~C id tot burge ie. met gelijktijdige toe- „ntslag als burgemeester 30 Met a.s. is op verzoek eer- L C Eschweiler als burge- COMMISSIE GEMEENTEFINANCIëN Aan mr H W J Mulder, administrateur bij he ■ov. Bestuur van Z.-Holla,nd is op zijn ver ek eervol ontslag verleend als Jid van di jkscornmissie van Advies voor de Gemeente ïanciën, onder dankbetuiging voor de dien en als zoodanig aan H.M. de Koningin - Bevorderd zijn tot luit. ter zee der 2e kl. de luits ter zee der 3e kl. J B Reiohe. F L Lapel >n jhr S. Röell en tot off. van den marine- i'toomv dienst der 2e kl. de off. van den man- lestoomv. dienst der 3e kl. W. Beets. De volgende plaatsingen zijn gelast: klei ajs.de luit. ter zee der ]- *-• .nink, belast met het bevel Meerlant": met 3 Juni a.s.: de luit- lc kl. G B Salm. bij het dep. van D ter zee der 2e kl. marine-resei-. - rs a.b. H.M. Wachtschip te Vltssingen: H.M. Wachtschip te Willems oord; de luit. ter zee der 2e kl. J. G. ^Broek- huiisen. dienende aan boord beschikking gesteld. Algemeen Nederlandsch Persbureau Fusie met de bestaande persbureaus De Stichting Algemeen Nederlandsch Pers bureau „A.N.P." opgericht door de Vereenig:ng „De Nedenlandsche Dagbladpers", zal met 1 Juli a.s. haar werkzaamheden aanvangen. Als uitvloeisel van een dezer dagen getroffen •egeling zullen met ingang van dien datum het persbureau-Vaz Dias. te Amsterdam, en het Ne derlandsch (Haagsch) Correspondentie-Bureau x>r Dagbladen, te 's-Gravenhage, hun levering »n nieuwsdiensten staken. Tot directeuren van het A N.P. zijn benoemd de heeren H. H. J. van de Pol. voordien directeur hoofdredacteur van de Delftsche Courant, als president-directeur, en M. S. Vaz Dias, tot dus- directeur van het persbureau Vaz Dias, en tot directeur van het bijkantoor Den Haag van het A. N. P. de heer mr. Joh. J. Belinfante. tot dusverre directeur van het Nederlaodsdi (Haagsdi) Correspondentiebureau te 's-Graven hage. MARCHANTS BROCHURE ,Jn aller belang gezwegen' In de gegeven omstandigheden is Colijn niet te vervangen In de spelling van Marchant en volgens de (verzachte) methode van Marchant schreef de oud-minister van Onderwijs een apologie van 25 bladzijden naar aanleiding van- zijn overgang naar de R.K. kerk; welke brochure hij A. W. Sijthoffs Uitge\ers Mij. N.V. te Leiden verscheen onder dc titel „Tot verweer". In 't algemeen kunnen we er dit van zeg gen, dat de brochure geen onthullingen brengt na hetgeen in de laatste dagen in do pers is verschenen; de waarde van het geschrift bestaat vooral in het persoonlijk getuigenis van den schrijver; in het warme woord, dat hij aan zijn „bekeering" wijdt; in de rechtstreeksche poging om zijn zwij gen sedert 21 Dec. 1934 te \erklaren. Sedert het volbrengen mijner academische studies, aldus de schrijver, gevoelde ik een neiging in die richting en dan rekent hij als volgt met het modernispie af: geleide lijk kwam ik tot de overtuiging, dat men, staande voor de Evangeliën, gesteld is voor de keuze: gij gelooft er in als het Woord van God of gij gelooft het niet. Men kan niet tegelijk wél gelooven en niet gelooven. Het halve geloof, waarin ik ben opgevoed, moest ik als onjuist en onlogisch gedaclft verwerpen". Intellectueelen „verwierpen een aantal wonderen door Christus verricht, om dat die niet vereenigbaar waren met hun eigen wetenschappelijke kennis, en zij zagen niet, dat zij dagelijks leefden te midden van ontelbare wonderen, die zij evenmin in de grond konden verklaren." Waarom Marchant, geloovig geworden, dan naar de R.K. kerk ging? Z ij n antwoord hierop luidt: „Wie eenmaal de Evangeliën als Gods Woord aanvaardt, en verder gaat, wie bestudeert, wat naar de Katholieke leer op deze grondslag is opgebouwd, hij zal er varen, dat dit alles logisch sluit. Hier vond ik de vastheid, die ik had gezocht. En hier vond ik de eene, algemeene Kerk, die Gcd in Christus heeft gesticht". Wij geven geen commentaar op deze bro chure, maar één vraag dringt zich toch naar voren: Kan men, afgedacht van de dwaling der kerktormatie, ook in onze kringen iets anders hebben dan eerbied voor deze vrij moedige geloofsbelijdenis uit deze mond; en geven wij den schrijver niet volkomen toe: „De politiek is interessant; de leiding van ons onderwijs is van groot belang; de func tie van het goud, het ondernemen van wer ken, dit alles is van groote beteekenis. Maar boven alles uitgaat de zorg voor het zede lijk welzijn van ons volk, hoog boven alles uit licht het Kruis van Christus". Zóó vermaant deze man ons, Protestant» sche Christenen tot meer eenheid, meer sa- meiibinding, meer onderlinge waardeering. Waarom gezwegen? Met het oog op de Partijraad van de Vrifz. dem. bond, welke morgen vergadert, ging Mr. Marchant met spoed over tot het schrij ven van zijn verweer. Waarom zweeg hij van 21 Dec. 1934 tot 7 Mei? Bij mij was een geestelijk proces te ver moeden na verschillende van mijn redevoe ringen; zegt Mr. Marchant. Zóó is het; we hebben er meermalen nadrukkelijk op gewe- Maar, omdat het een proces was, zweeg aanvankelijk. En ik had verder kunnen zwijgen; vervolgt hij. Want ik had van alles kunnen worden en vrijz. democraat en mi nister kunnen blijven, maar ik mocht niet Roomsch Katholiek worden, al zijn er, vol gens Prof. Kranenburg, zulken in de partij. Waarom dan gezwegen? Om het kabinet niet in moeilijkheden te brengen. „Het was 21 December 1934. Elke minister verwachtte dat het „aanpassings-ontwerp" in Januari bij de Tweede Kamer zou wor den ingediend. De wet zou uiterlijk in April het Staatsblad moeten hebben bereikt, wilde zij voor de begrooting voor 1936 volledig werken. Sprak ik, dan zou ik de erva ring heeft bewezen dat ik juist zag het kabinet in moeilijkheden hebben gebracht, vlak voordat het wetsontwerp verscheen. Het landsbelang eischte dat het ka- binet-Colijn zonder afbrokkeling bleef ritten en zijn taak, welke die ook zou blijken te zijn, afwerkte. Als de af brokkeling eenmaal ware begonnen, dreigde er verder gevaar. Als Colijn vandaag aftreedt, is er morgen pa niek met alle economische gevolgen. Ey ontstaat een zeer moeilijke crisis. Niemand heeft in de gegeven omstan digheden een anderen formateur." In December 1934 was de heer Marchant van oordeel, dat hij „rustig zou kunnen blijven zitten." In de tweede plaats zweeg hij ter wille van zijn partij. De Statenverkiezingen waren in zicht. Wie in deze dagen de persoon Marchant aanvalt, bedoelt zijn partij te treffen. „Zij probeeren de zaak van „De Hooge Veluwe" en de schenking van de schilderijen-verzameling der Kröller-Miiller- stichting aan het rijk, schatten die ik ge lukkig nog juist voor het volk heb weten tc redden, voor te stellen als een knoeierij, aaraan de heer Króller geld verdient en ik ïn bezoldigd baantje. Terwijl zij konden weten, dat noch de een, noch de ander er een cent profijt van heeft." Nu de heer Marchant meende te moeten zwijgen, moest hij dat doen tegenover ieder een. In de verantwoordelijkheid voor dat zwijgen wilde hij niemand doen deelen. Laat men nu toch inzien, hoe moeilijk en zwaar do loop van zaken mijn positie had ge maakt". „Mijn ambtgenooten verklaren om strijd, dat het tegenwoc%-dig geen pretje is minister te wezen. Vooral van den minister van financien mocht ik deze verklaring her haaldelijk vernemen. Maar waarom moest het voor mij alleen dan wel een pretje wezen?" Vérvolgens verdedigde de heer Marchant zijn onderwijsbeleid; hij ging niet overhaast te werk; eerst kreeg hij critiek van rechts, later van liuks: De concentratie van openbare scholen as niet in het bijzonder de politiek van Marchant „doch dio van het geheele kabi net, vooral niet in de laatste plaats van fh uancien". De heer Marchant heelt wat hij kon „om het voorbereidend onder wijs tegen de moordaanslagen van Binnen- landschc Zaken en Financiën (noodlijdende gemeenten) te verdedigen". „Mijn aanpas singspolitiek was niet, in. dolheid neer te slaan wat geld kost". Overbodige brief Niet zonder scherpte keert de heer Mar chant zich tegen dc brief en de publicatie daarvan, welke minister Oud aan Dr. Colijn schreef. Die brief was overbodig. Dr. Colijn heeft uitdrukkelijk verklaard, dat zijn oor deel reeds gevormd was voor de brief van Mr. Oud hem bereikte en de brief was vendien overbodig, omdat zijn ambtgenooten elkaar dagelijks op „de Witte" ontmoetten, waar Mr. Marchant niet kwam; men kon dus rustig over hem praten. Echter, zwijgen bleek na Pasohen onmo gelijk. En toen Dr. Colijn hern op 10 Mei aanraadde ontslag te vragen, ging hij daartoe over. De publicatie moest natuurlijk wachten op de goedkeuring der Koningin. Aan het Hoofdbestuur van de V.D.B. werd een en ander in een welwillend schrijven meegedeeld. Nadrukkelijk wordt op de volg orde der feiten gewezen: overgang tot de R.K. Kerk; uittreden uit de V.D.B.; aftreden als minister. Het spijt Mr. Marchant dat de „Vrijz. democraat" deze brief niet publi ceerde. Geen wijziging tegenover het Kabinet Volgens Mr. Marchant behoeft het gebeur de geen wijziging te brengen in de verhou ding van partij tot kabinet. Vastheid in de partijen is er thans niet. „Alle partijen te zamen voorzoover zij niet een stelselmatige oppositie voeren, vinden de noodige vastheid alleen in de Regeering". Zoolang hier de onderlinge solidariteit een feit blijft, is het zittend Kabinet, als eensge zind raadgever van de Kroon, onmisbaar Zijn leider heb ik in twee jaar van samenwerking leeren kennen als een Volstrekt betrouwbaar, eerlijk en open hartig man, die in volledige onbaat zuchtige toewijding, niets beoogt dan met zijn gaven en kennis het land te dienen; die aan vaste beginseltrouw paart de zin voor opportuniteit, voor elk staatsman onmisbaar. We hebben getracht in het korte tij'dsbe- stek, dat beschikbaar was, het voornaamste weer te geven uit een brochure, welke in de komende dagen nog wel geciteerd zai worden. Chr. Geref. Jongelingsbond Jubileum afd. Zuid-Holland De afd Zuid-Holland van de Bond van Chr. Geref. Jongelingsvereenigingen in Ne derland, bestaat 25 jaar. Dit zal een bijzon der stempel zetten op haar jaarvergadering, welke op Hemelvaartsdag wordt gehouden in de Chr. Geref. Kerk Jonker Fransstr. 51 te Rotterdam, en aanvangt orn half drie. Ds L. H. v d. M e i d e n. van Den Haag, 2e bondsvoorzitter, zal een rede houden over het onderwerp: Onder de bunier der vade ren. Verder zullen 's middags het woord voeren Ds S. v. d. Molen, van Rotterdam; Dg C. v d Zaal, voorzitter-van 't Jubileum comité; de heer R. J. van Pa gee Jr, af- deelingssecretaris, die zal spreken over ,,'t Geen eens was" en de heer A. A 1 b 1 a s, af- deelingsvoorzitter, die voornemens is stil te staan bij het werk der oud-bestuurders. De tweede sameBkomst wordt gehouden om zes uur Dan zijn sprekers Ds C v. d. Zaal, Tweede Kamerlid, die uitpenoodigd is de Jubileum-rede te houden, verder Mi nister mr J. A. de Wilde en DsH. Jans sen, leger- en vlootpredikant, voorz. van de Bond. Tusschen middag- en avondvergade ring wordt een gemeenschappelijke maal tijd gehouden. Het programma doet een mooie gedenk dag verwachten, waaraan de bezoekers on getwijfeld een aangename herinnering zul len bewaren, en die nieuwe bezieling zal geven voor het vereenigingswerk. De Zondagochtend Prof. Eerdmans zet zich in het orgaan der Ver. van vrijz.-godsdienstige Liberalen schrap tegen de Zondagmorgen-vertooningen welke 't sociaal-democratische Instituut voor Arbeidersontwikkeling organiseert: „Als dc verschillende godsdienstige ge zindten zich opmaken om des Zondagsmor gens een kerkdienst bij te wonen en de kos ters hun sleutels te voorschijn halen om vast een der groote kerkdeuren te openen, is de bewaker van sommige bioscopen, na de late Zaterdagavondvoorstelling, al heel vroeg in de weer, om de zaal gereinigd te krijgen en de deuren open tc zetten voor het sociaal democratische instituut voor arbeiders-ont wikkeling. Tegen tien uur of reeds veel ■oeger reppen vele haastige voeten zich naar deze Zondagmorgen-vermakelijkheid, die juist plaats heeft op de tijd, die in onze volkszede voor godsdienstoefeningen is be stemd. Ik herinner mij hoe een paar jaar geleden •n sociaal-democratisch predikant der Ned. Herv. Kerk, thans nog Kamerlid, deze wijze van handelen in een redevoering in ons par lement hnogelijk prees. Het kan niet anders, of de concurrentie, die de bioscoop des Zondagsmorgens de kerkdiensten aandoet, moet in arbeiders kringen de afstand tusschen kerk en familie leven nog grooter maken, dan hij reeds was vóór het instituut voor arbeidersontwikke ling de mededinging met de kerkdiensten stelselmatig in de hand ging werken". Op het stuk van Zondagsheiliging gaan leer en leven bij dc S.D.A.P. wel héél ver uiteen. NIEUWE PACHTWET Vervanging van de ontwerpen in 1932 door de Eerste Kamer verworpen Bezwaren tegen continuatie ondervangen Bij de Tweede Kamer is ingediend een ont werp voor een nieuwe pachtwet, waarop na 1932, toen de Eerste Kamer desbetreffende wetsontwerpen heeft verworpen voorname lijk op grond van bezwaren tegen liet in be doelde ontwerpen geregelde continuatie- recht, steeds weer in en buiten de Kamers is aangedrongen. Dit ingediende wetsontwerp is zooals dc Minister mededeelde een samenvatting van de beide verworpen onderwerpen. Continuatierecht. De. Regeering heeft de bezwaren, die in 1932 waren gerezen rneenen te kunnen on dervangen en wc*l op de volgende wijze: De pachtovereenkomst geldt, behou dens na te r.oemen uitzonderingen, voor onhepaalden tijd. Zij kan te allen tijde door een der partijen worden opgezegd met een opzeggingsiermijn van ander half jaar. Heeft de verpachter opgezegd, dan kan de pachter een uitspraak van den rechter uitlokken. De rechter zal de opzegging slechts ongedaan maken wanneer de beëindiging der overeen komst in strijd zou zijn met de billijk heid. De pachter zijnerzijds mag er dus op reke nen, dat de pacht zal voortduren, indien hij zich behoorlijk gedraagt en de beëindi ging der overeenkomst onbillijk ware. Des pachters „rechtspositie" is dus afdoende ge waarborgd. Maar ook aan de rechten van den verpachter wordt niet ie kort gedaan Thans zal bet nimmer kunnen voorko men, dat partijen gedurende een lange reeks van jaren gebonden zijn aan de be palingen van een onveranderlijk pacht- contract. Willekeurige verbrekingen en veranderingen worden tegengegaan; beëin diging en verandering met objectieven grondslag wordt daaerentegen bevorderd. I11 het ontwerp is nog de restrictie op genomen, dat, telkens, wanneer de pachtovereenkomst 10 jaar heeft ge duurd, de verpachter gedurende een jaar kan opzeggen zonder dat de pachter daartegen in rechte kan opkomen. Wat betreft de zoo erkent de Regeerinp, dat tegen de re dactie van de overeenkomstige bepaling in het oude ontwerp bedenkingen waren aan te voeren. De Regeering stelt daarom een nieuwe redactie voor, welke h.i. de moeilijk heden oplost. Buitensporige pachtovereenkomsten. De bouw van het ontwerp maakt een nadere regeling tot voorkoming van buiten sporige pachtovereenkomsten vrijwel onver- mijdeliik Voor zulk een regeling is echter, ook los van deze overwegingen, zeer* veel aan tf voeren. Zelfs indien men inmenging van een derde, van een rechter, in de vaststel ling van de-voorwaarden van de pachtover eenkomst in het algemeen verwerpt, zal men zoodanige inmenging kwalijk anders dan kunnen toejuichen, waar zij strekt om aan bepaalde excessen een einde te maken. Het ontwerp belast den in pachtzaken be voegden rechter met de taak alle nieuv.-ge- sloten pachtovereenkomsten te toetsen aan het criterium der al- of niet-buitenspong- heid. De verpachter is, ten einde deze toetsing mogelijk te maken, verplicht de pachtover eenkomst (welke, in verband hiermede, schriftelijk moet worden aangegaan) bij den bevoegden, rechter in te zenden. In dien de rechter de overeenkomst buiten sporig acht en partijen niet in de Jioodig geoordelde wijzigingen toestemmen, worden deze wijzigingen door den rechter aange bracht of verklaart hij de overeenkomst nietig. Doch alleen tegen kennelijke excessen wordt gewaakt. Oplossing van geschillen Bij geschillen blijft de bevoegde instantie dan het kantongerecht, maar de behandeling der pachtzaken heeft plaats door de pacht- kamer van het kantongerecht. De kanton rechter is voorzitter, terwij] naast hem twee niet tot de rechterlijke rn&cht behoorende deskundigen zitting nemen. Deskundigheid op pachtgebied en juridische ervaring gaan dan samen. Bovendien kunnen aan de pacht kamers zeer wel de buitengerechtelijke be voegdheden van Je pachtcommissies worden toevertrouwd. Aan afzonderlijke commissies bestaat dan ook in het onderhavige ontwerp geen be hoefte. Het ontwerp kent geen hod|rer be roep van de vonnissen van de pacht kamer. Zegelrecht. Ten aanzien van het zegelrecht doen zich twee moeilijkheden voor. De eerste is ge legen in het feit, dat de Zegelwet voor ge vallen als veranderlijke pacht, deel pacht en pachtprijs in goederen geen afzonderlijke regeling geeft. De tweede vloeit voort uit het feit, dat een huur tot wederopzegging met een huur voor tien jaren en een andere huur voor onbepaalden tijd zelfs met een jur voor twintig jaren wordt gelijk gesteld. De regeering heeft gemeend het eerste onderdeel van de Zegelwet bij het ontwerp- pachtwet opnieuw te moeten regelen.' De tweede moeilijkheid is ondervangen ivfer den.huurtijd in geval van huur voor afpaalden tijd te stellen op vijl jaren. NUMMER EEN IS DE VAN BOMMEL SCHOEN! Kwaliteit van de hoogste klasse Model en pasvorm ongeëvenaard Vraagt reizigersbezoek Fa.WedJ.P VAK BOMMEL-MOERGESTEL Voornaamste Nieuws. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen waarbij inbegrepen het Zondagsblad Blz. 1 Thans is de brochure van Mr. Marchant „Tot Verweer" verschenen. Ingediend is een wetsontwerp tot nienwe regeling van de pacht. In een bespreking op het Departement van Waterstaat is het mijnconflict volledig bijgelegd. De Britsche gezant te Berlijn heeft vragen gesteld naar aanleiding van de rede van Hitier. Een internationale conferentie in verband met Duitschlands bereidverklaringen wordt als twijfelachtig beschouwd. Italië heeft een compromis-voorstel inzake het geschil met Abessynië aanvaard, waarin een verzoeningsprocedure vooropgaat. De behandeling van het sanctie-vraagstuk bij verdragsschendingen door de Volken bondscommissie van 13 begonnen. De Paus spreekt zich scherp uit tegen de Duitsche sterilisatie-wet. Het huwelijk van Prinses Ingrid. De Limburgscbe Staatsmijnen in 1934. Verschenen is het jaarverslag over 1934 van de Nillmij. De stand van de clearing met Duitsch- land. Blz. 3 Bij Ottersum is een Duitsch smokkelaar op Nederlandsch gebied door de Duitsche douane doodgeschoten. Financieel Weekoverzicht. Blz. 5 Heden wordt Dr. John Mott, de bekende leider der Christen Studenten Beweging zeventig jaar. De algemeene vergadering van de Ned. Vereen, van Chr. Technici. Blz. 9 MIJNCONFLICT BIJGELEGD Volledige overeenstemming tusschen partijen bereikt Geen korting op de loonen De minister van Waterstaat heeft gistcfl op zijn departement in tegenwoordigheid vaji den minister van Sociale Zaken, den rijksbemiddelaar prof. Aalberse; mr van Waterschoot v. d. Gracht, hoofdingenieur der mijnen en mr Couvee, chef van de afd. Mijnwezen, andermaal een bespreking ge* houden over het dreigend conflict in del mijnindustrie. Het resultaat van deze bespreking is ge» weest, dat volledige overeenstem» ming tusschen partijen werd be reikt en het loonconflict tot een bevredigende oplossing is ge bracht. Er zal geen korting op de loonea plaats hebben. Voorts zal oud-minister mr T. J. Ve r« schuur, namens de Regeering zitting ne men in het Algemeen Mijnwerkersfonds. Op deze conferentie kwam ook ter sprake het door de Ministerraad genomen besluit tot instelling van een onderzoek naar de alge meene toestand in het mijnbedrijf, van welk onderzoek mr Verschuur de leiding op zich zal nemen. De mijndirecties hebben gistermiddag ia de gehouden conferentie hun volle mede werking bij dit onderzoek toegezegd. Het verloop der besprekingen Nader wordt nog vernomen, dat de minis ter van Waterstaat eerst de vertegenwoor digers van de mijnwerke>shonden, daarna de directies van de particuliere mijnen, ver. volgens weer de vakbondvertegenwoordi- geis en tenslotte de partijen samen in audiëntie heeft ontvangen. In deze laatste bespreking werd overeenstemming bereikt. Zij werd verkregen op de volgende punten: de Regeering zal aan het Algemp<-n Mijn werkersfonds een subsidie van f 800.000 ge ven, waarmede dan de bijdragen van rie miinen aan dit fonds zullen kunnen worden verlaagd In het bestuur van het Alg. Mijn werkersfonds komt een regeerintrseommis- saris: voor deze functie js, zooals gemeld, aangewezen de oud-minister Verschuur. De regeoringscommissaris zal in het bestuur een stem krijsen, gelijk aan de stem van do andere bestuursleden, indien reglements wijzigingen worden behande'd. Gaat het over de uitvoering van het reglement, daa heeft hij slechts een adviseerende stem. In den vervolge zal verder de algemeene vergadering van het Mijnwerkersfonds met gewone meerderheid van stemmen een be stuursbesluit tot reglementswijziging kun nen bekrnchticen. terwijl daarvoor tot dus verre een meerderheid van 2;3 noodzake lijk was. De mijnen nemen al haar voorstellen, zoo wel die inzake rie loonen als die terzake van de kinderbijslag en dc vacauticregeling terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1