gen over de Zuid-Hollandsche eilanden, het Ha ringvliet en we zien de zee, blauwachtig verva gend aan den horizon. Onder ons lijkt het bruin-hlauwe water verstard an kleine rimpelingen waar voor ons gevoel lang zaam, onmerkbaar bijna, de visschersbooten va ren als ranke silhouetten. Van boven gezien lijken het sierlijke Japansche scheepjes; de zeilen werpen groote, scherp afge- teekende schaduwen naast de bootjes op het ■water. Hier en daar glanst een roode boei, die er vanaf ideae hoogte uitziet als een kleurige priktol, wach tend op het zweepje van een schooljongen, die hem zal doen diraaien Nu zijn we boven de Zeeuwsche eilanden. Het is blijkbaar laag water, want overal liggen bruine zandbanken, waar we de mosselen op kunnen ontdekken. Op het oogenblik zijn we boven Sohouwen. Fel geel zand plekt zoo nu en dan op tusschen don kerder duinen, waar de helm dicht opeen groeit. Terwijl ik naar beneden kijk, komt me ineens een luchtfoto voor den geest van een streek in Pa lestina, waar de Indië-vliegtuigen wekelijksch overheen komen. Dichte rijen donkere bergketens. En waarempe!, met een beetje fantasie lijkt het hier op Palestina. Donker begroeide duinen met hier en daar een lichte zandplek. Inderdaad, vlie gen is een veelzijdig vak. Wie had ooit gedacht, dat onze lage landen bij de zee nog een piekje bezitten, dat gelijkenis vertoont met een luchtfoto van Palestina? Haamstede Het motorengeraas wordt minder. We dalen op vliegveld Haamstede. Natuurlijk stappen we even uit, snuiven de zee lucht, voelen het dunne, droge gras onder onze voeten kraken, kieken het aardige station en zijn op een afstandje getuigen van het feit, dat een kolossale Belg zich in een allerbevalligste houding laat fotografeeren voor het vliegtuig. Ce sera trés jolii sans doute! Even later vliegen we al weer verder, Vlissingen tegemoet. De deur van de bestuunscabine mag open blijven voor de pers cn zoo nu en dan kijken we om een hoekje en zien den gezagvoerder en macanicien benevens den marconist druk in de weer. Eigenlijk had de pers graag in de bestuurshut een eindje willen meevliegen, maar dit heiligdom mag door geen leeken betreden worden, zelfs niet door de pers en dus moeten we ons vergenoegen met de open deur politiek en een blik om den hoek. Wat op zichzelf toch al heel interessant is voor leekenoogen. Vlissingen Wij stappen uit, worden uiterst voorkomend ontvangen en krijgen de belofte dat we, als we om vier uur terug zijn, alle bijzonderheden, w.o. het radiobaken, mogen bezichtigen. We maken kennis met den gezagvoerder, den heer Brugman, die zoo vriendelijk is ons mee te mennen naar de hangar (waar de Lijster maar nauwelijks in kan), om ons in de bestuuirshut een €n ander uit le leggen. Hoewel verschillende dingen óns wel duidelijker worden, blijkt het mcerendeel volkomen Thibe- taansch voor ons te zijn, niettegenstaande wij probeeren, zoo intelligent mogelijk te kijken en op gepaste tijden ja, neen en o, te zeggen. Eer lijkheidshalve moet ik erbij vermelden, dat mijn collega er meer vai. begreep dan ik. Als ik weer goed en wel op den beganen grond grond sta, is het een warwinkel in mijn hoojfd van tallooze roode en groene lichtjes die aan en uit kunnen, een dashboard met alle mogelijke knoppen en schakelaars, sleepantennes en gewone antennes, ehz. enz. Maar één ding is mij heol duidelijk geworden, ml. dat 'het een bewonderenswaardige prestatie is, om dag aan dag een vliegtuig te besturen en het zóó tc doen, .dat de passagiers een gevoel van veilige rust en groot vertrouwen hebben in den bestuurder en in zijn machine. Na een prettig onderhoud met den heer Brug- mi an nemen we afscheid om de tram naar Vlis singen nog te kunnen halen. Natuurlijk is die net voor onze neus weg eri aangezien hij maar om 't half uur rijdt, zit er miets anders op, dan te loopen naar de geboorte stad van Michiel de Ruyter. Gelukkig pikken we balvonvege een taxi op, die ons afzet voor een klein hotelletje, waar we lunchen, Verlost uit het isolement De eigenaar van het hotel, een genoeglijke ronde iZcouw in den letterlijken zin des woords, komt een praatje met ons maken en vertelt, dat. er in Zeeland zeer veel gebruik gemaakt wordt van dQ luchtvcrbinding tusschen de eilanden. „Ziet u," zegt hij, ,,'t is een uitkomst voor ons. Met een vliegmachine ben je voor f 4.binnen do tien minuten in Haamstede cn anders ben je een halve dag k\yijt. Als ik voor familiebezoek naar Schouwen ga en ik neem geen fiets mee, dan imoet ik hier 's morgens om kwart voor 7 vandaan cn ben pas orri half een 's middags in Haamstede en alles bij elkaar genomen, de tram, de bus, een maaltijd onderweg, ben ik ook 4.kwijt, zoo niet meer. U begrijpt toch, dat wij in Zee land vliegen zooveel we kunnen." „Dat is mannentaal," vinden wij. Jc kunt beter in tien minuten in Haamstede zitten, dan een heele kostbare ochtend verknoeien met wachten op bussen en sukkelen in trammetjes. yUegveld. Souburg le Vlissingeiu Geen wonder, dat de lijn AmsterdamVlissin gen de drukste binncnlandsche lijn is. Ons vliegtuig vertrekt pas weer om half 5 en dus dienen we onzen heelen middag nog op nut tige en aangename wijze in Vlissingen door te brengen. De leeszaal, waar we ons met bekwamen spoed been. hebben begeven, blijkt dioht te zijn en pas over een uur weer open te gaan. Zin om het museum te bekijken, dat er van buiten ongezellig uitziet, hebben we niet en dus tijgen we naar de boulevard, waar we gedoemd zijn op een bankje le zitten cn naar de zee te kijken, totdat het des leeszaal belieft zich tc ont sluiten. Nagenoeg alle hotels zijn dicht omdat liet sei zoen nog niet begonnen is en dus zitten wc op een bank in den feilen wind, kijken naar de zee. Plotseling ontdekken we aan het eind van de pier een oud bastion waartegen, hoog opspattend, de golven breken. We loopen er heen en voelen op een afstand de fijne druppels zeewater in ons gezicht stuiven. Om het bastion waait een wilde, koude wind. Woest botsen de golven tegen de oude, verweerde muur. Schuim stuift omhoog, waaiert wijd uiteen, besproeit ons mét Stof-fijne druppels. Meeuwen scheren krijschend over het donker groene waatetv De zee... boeiend en indrukwekkend... altijd. We loopen terug, tegen den wind in, die hoe langer hoe meer komt opsteken, langs het stand beeld van een man dien we, hoe kan het anders, voor Michiel de Ruyter verslijten, maar die bij nader inzien een zekere Frans Nacrebout blijkt voor te stellen. „Een redder van véle mcnschen- lcvens". In de buurt van de leeszaal gekomen, ontdek- ken we een groote merkwaardigheid, nl. een Openbare Lagere school en een Christelijke dito broederlijk naast elkander, nagenoeg onder één dak vereend, links de Openbare, rechts de Christe lijke. Terug op het Vliegveld Aangezien we om 4 uur weer terug moeten zijn op het vliegveld, hebben we niet veel tijd meer voor de leeszaal en zitten weldra in het gepoeg- Gijke, herhaaldelijk bellende trammetje naar Mid delburg. Op verzoek wordt gestopt bij het vliegveld waar tijdens onze afwezigheid een taxivliegtuig is binnengekomen uit Waalhaven met twee passa giers. De havenmeester deelt ons mee, dat deze toestellen'tegenwoordig vliegen voor 0.22 per K.M. cn bij voldoende aantal passagiers op wille keurige tijden vertrekken naar willekeurige vlieg- jiavens. Terwijl we staan te pralen strijkt een eind ver der één legervliegtuig neer uit Soestei'berg. De twee inzittenden hebben minstens vijf minuten noodig om zich los te pellen uit bun tallooze, volstrekt niet overbodige omhulsels, voor ze koers zetten naar het restaurant, om een hartverster king te nemen, want het is ongetwijfeld een kou den tocht geweest in dit open toestel. Wij bezichtigen nog het radiobaken dat, naar imen ons vertelt, in hoofdzaak bij mist gebruikt wordt om contact te krijgen met de vliegtuigén. De wind, die in felle vlagen over het vliegveld jaagt, is langzamerhand aangegroeid tot een stonn. „Dat belooft wat," voorspelt de havenmeester, „tot nu toe hebt u zulk prachtig kalm weer gehad, maar terug zult u wel wat anders beleven." Om half vijf staat de Lijster weer klaar om ons mee te nemen en we stijgen op, zitten meteen in de wolken, die donker en grauw, voorbij jagen. „Remous" Af cn toe vliegen we door een striemende hagel bui en dan is het ineens weer helder cn zien we ibeneden ons de eilanden en de zee. We voelen nu ook wel degelijk de beruchte remous, zakken zoo nu en dan een heel eind en stijgen onmiddellijk weer. Het'is precies of je met een lift plotseling naar beneden zakt. Bepaald een Foto K.L.Jf* genoeglijk Bijecnkorf-idce: „Tweede étage; linge rie, confectie, gramofoonplaten, meubelen."... In Haamstede komen er geen passagiers meer hij. We zijn nog even uitgestapt maar 't is zóó snijdend koud geworden, dat we vliegensvlug weer de warme Lijsterkajuit opzoeken, waar het veilig cn beschut is. (En dat in de schoone maand Mei!) Even -later ronken de motoren, we stijgen op cn vliegen door jagende wolken en striemenden regen op Waalhaven aan. Door een gat in het wolkendek zien we onder ons het Haringvliet opduiken en even later ligt Waalnaven beneden ons. De witte cirkel op het groene veld is duide lijk" tc zien. We dalen, maar ditmaal stappen we niet uit. We hebben leergeld betaald en blijven liever in de warmte dan buiten in de snerpende kou. Over AJphen Een paar minuten later stijgen we weer op en van nu aan zit ik nauwlettend op (mijn horloge te turen, want we vliegen voor de tweede maal boven Alphen aan den Rijn en aangezien dit dorp mijn bijzondere interesse heeft, wil ik liet zien. Wc hadden in Vlissingen geïnformeerd na hoe veel minuten wc vanaf Rotterdam Alphen konden zien én de heer Brugman antwoordde "brtsr Rekent-^ u met deze Douglas maar 6 8 minuten, dan zijn we er zeker boven. Overigens is 't heel gemak kelijk te herkennen, als we Schiebroek gepasseerd zijn dan ziet u na een poosje een water, precies een fietsband met /hobbels, clan krijgt u een strookje land met allemaal moestuintjes of zoo, hoe heet dat ook /maar weer, Waddinxveen, niet? (Waarschijnlijk werden de Boskoopschc kweeke- 'rijen hier bedoeld). „Nou, en dan ziet u betrek kelijk vlug Alphen liggen. Wij vliegen altijd over den gashouder daair." Gewapend met deze waardevolle aanwijzingen tuur ik op mijn horloge, raadpleeg de routekaart en kijk naar beneden. Schiebroek ligt achter ons, een eind verder ontdek ik de „fietsband met bobbels" (naar alle waarschijnlijkheid de Gouwe) en warempel, even later verschijnen de „moestuintjes of zoo". Nu is Alphen dicht bij! Ik sta op en tracht van mijn plaats voorin de kajuit naar mijn collega le wandelen, die heele- maal achterin zit lik zeg met opzet „tracht", want er is op dit oogenblik zooveel remous, dat ik me bij iedere „zakheweging" links en rechts moet vastklampen. Eindelijk ben ik achterin gearriveei'd en op dat gedenkwaardige oogenblik zweven we hoven Alphen aan den Rijn. Daar is de gashouder, daór de kerk. De Rijn stroomt precies tusschen twee dorps- helften door. We zijn er overheen voor we 't weten. Jammer. Ik maak me op om weer naar mijn plaats terug te wandelen, maar dit is makkelijker gezegd, dan gedaan. Het is nu nog erger dan daarnet. Ik had maar op mijn plaats moeien hlijven. Ik klem me aan iedere stoelleuning vast ert kom langzamerhand, zonder al te veel botsingen Verder, begin me een heele Piet te voelen en denk dat ik' heusch al wat je noemt zeetbcenen, in dit geval dan luchtbeenen krijg, maar o, schrik, nau welijks is deze vermetele gedachte aan mijn breiil ontsproten, of de Lijster zakt weer met een ve/r- raderjijkc ruk en ik kom ongeveer boven op een passagier terecht. „Pardon," zegt deze en grinnikt. „Pardon," zeg ik en ben woedend. 1 Waarom zat die man nu niet één stoel meer naar achteren, dan had ik tenminste niet zoo'n dwaas figuur geslagen. Maar enfin, make the /best of a bad job, en zoo streef ik moedig voorwaarts, heb de leuning van, mijn stoel al te pakken... boem... wc zakken ineens zóó'n vervaarlijk eind, dat ik me niet meer ihouden kan en pardoes op mijn knicnë zink, vlak voor een ju'ffrouw, die cr verdacht groenig begint iuit le zien. 164 door G. K. A. NONHEBEL, Apotheker te Middelburg roemde porcelein fabrieken te Meissen. I-Iierop schrééf ik naar Meissen en ontving twee weken later het u beschreven toestel. Wil men instede van het citroenzuur en de essence een koolzuur- limonade bereiden uit vruchtensappen, bv. citroen-, sinaasappel- of ananassap, zoo wil ik gaarne de 'hoeveelheden aangeven voor de vulling van een kan. 1-Iet gemak is, dat men, na wat uit de kan te hebben geschonken, deze maar op een koele plaats heeft te bewaren om voor een volgend ge bruik direct gereed te zijn. Een maar weinig bekende kan In mijn jeugd stond cr op de voorraadkamer van onze apotheek een porcclcinen kan, die niet uit een, maar uit twee tuiten tegelijk schonk en precies geleek op een varkenssnuit. Toen ik wat ouder geworden mij op een dag die kan eens her innerde en er naar zocht, vernam ik, dat ze bij een „schoonmaak" was gesneuveld en indertijd diende om zelf koolzuurhoudende limonade direct te bereiden. De kan had een heel gewonen vorm, maar had alles dubbel, nl. twee deksels, twee tuiten, terwijl de inhoud uit twee door een tusschenschot volko men gescheiden helften bestond. Het beginsel, waaarop dit toestel berustte was het volgende: Wanneer men een lepeltje dubbel- koolzure soda (maagzout) in het water oplost en in een ander glas ongeveer evenveel poeder van citroenzuur oplost en we gieten het zuur bij hel opgeloste maagzout (de base) dan ontstaat cr een stormachtige ontwikkeling van Koolzuurgas. Wan neer we nu de cene helft van die kan vullen met de maagzout-oplossing, waaraan (naar smaak) de helft van wat opgeloste suiker is toegevoegd en de andere helft der kan met het zuur plus de rest der suikeroplossing benevens wat limonade essence, dan zullen er bij het uitschenken in een glas twee stralen vocht uitstroomen, die zich in het glas verecnigcn en dan een heerlijk br,ui- schend glas limonade vormen. Een der deksels heeft een blauw randje, zoodat we ons niet behoeven te vergissen in welke af- deeling het zuur of de base zich bevindt. Jarenlang heb ik getracht zoo'n kan te koopen, maar dit lukte mij niet. Toen ik iets móest nazoeken in een oud werk, zag ik op eenmaal onder de advertenties een af beelding dezer kan, afkomstig uit een der be- Een practisch toestelletje Zakenmensclien gebruiken bijna uitsluitend schrijfpapier met een „bedrukt hoofd". Die moe ten reclame maken voor hun zaken. De kosten hiervan komen op „zaakuitgaven". Particulieren hebben ook gaarne papier met zoo'n bedrukt hoofd en het adres op de enveloppe. Helaas is dat voor velen thans een luxe geworden. Het gevolg hiervan is, dat de techniek van de cyclostyle-druk zich enorm heeft verbeterd en haar beoefenaren zich mogen verlustigen in eön zich steeds uitbreidende clientèle. Het gevolg hier van is óók, dat de gedrukte school- en andere boeken nu in veel meer'handen overgaan, een feit, waardoor de hygiëne wel wat in liet gedrang komt. Het is dus geen wonder, dat er ook toestellen worden vervaardigd, die ten doel hebben op goed- koopere wijze het zooveel duurdere drukken te vervangen. Een tijd geleden ontving ik een aanbieding eener firma van een apparaat, dat het gewenschte „hoofd" gewoon in het papier en de enveloppe kon indrukken. Daar de prijs mij meeviel, bestelde ik, na op gave der redactie, een dusdanig toestel. Het kleine nog al zware machinetje zag er keurig uit enhet resultaat was werkelijk buitengewoon. De letters verschijnen zeer duidelijk „en relief" en komen mooi hoog uit het papier naar hoven. Teneinde mij te vergewissen of die letters door druk of wrijving niet onleesbaar zouden worden, wreef ik er gedurende eenige minutucn met een glazen presse-papier over heen.' Het was mij niet mogelijk ze daardoor te doen verdwijnen. De eiseh, die ik stelde was niet gering. Een brief komt op de post wel eens een heel enkele maal in de knoei, maar zeo erg toch zeker nopit. Helaas weej ik op dit kritieke moment niets opwokkendërs te zeggen dan: „Wat was dat een malle gewaarwording. Ik heb U toch niet doen schrikken?" Ze glimlacht kwijnend, schudt haar hoofd, ■wordt van groen, grauw cn grijpt met een wan hoopsgebaar naar de bekende bruine zak met het overbekende, veelbeteekenende opschrift. Ik kijk hardnekkig uit het raampje en als ik weer haar kant op durf te zien, is ze al aan het opknappen. „Zou eau de Cologne helpen," overpeins ik, „of zou het er erger van worden?" Gelukkig hoef ik in deze niets meer vragen, want beneden ons ligt Schiphol al cn na een paar minuten zullen we geland zijn: We moeten even naar hinnen voor onze biljetten eer we met hetzelfde toestel verder gaan naar Twente. Een luchtziek dame wandelt achter ons aan, een beetje aarzelend. Bij de contróle zegt ze, verlegen met haar zak wuivend: „Waar moet ik hiermee hlijven?" „O juist," een oolijke, begrijpende glimlach, een breed handgebaar; „gooit u 'm daar maar in die groote bak, juffrouw, boven op de andereh." Gelukkig voor de vele luchtreizigers cn adspi- rant-luchtreizigers belmoren dergelijke belevenis sen als hierboven. beschreven, tot de groote uit zonderingen. Onze heele reis van twee volle dagen was, op dit gedenkwaardige kwartiertje na, bladstil. Waar Twentö Terwijl we weer instappen voor onzen laatsten tocht van vandaag, denk ik; „Wat een eenige, avontuurlijke reis was dat eind van Waalhaven naar Schiphol. In ben benieuwd, hoe ons elot- traject zal zijn." Af en toe breekt een waterig middagzonnetje door de wolken heen cn schittert ifel op de zilver- glanzende vleugels. AmsterdamTwente. Het landschap verandert geleidelijk'. Het water, dat op onze vorige tochten nagenoeg overheerschte, wordt schaarscher. Het land is grilliger verdeeld in kleurige stuk kon, omdat de rechte, strakke kanalen en slootcn ontbreken.' Het vertoont hier meer gelijkenis met taartpun ten, gescheiden door randen hoornen en blokken bosch. We zien op het oogenblik helaas niet veel van het landschap. Het is te bewolkt. yiiegvcld Twente. Wc vliegen op 600 M. en tot imijn groote ver bazing zie ik. dat er ijzel op den vleugel zit, zo a koud is het blijkbaar. Wij, in onze verwarmde kajuit voelen er mets van, vliegen veilig en zeker op 600 M. door de wolken, die dicht opeen gepakt langs jagen. Wild weer, slecht zicht Als een verrassing gaat ineens het dichte wol kendek open en zien we weer land, heel, heel in de diepte. Midden door de hei gaat een speelgoedtreintje. De witte rookpluim teekent zich scherp af tegen 'den donkeren grond, wordt ijler, vervaagt, waaiert uit tot niets Huizen, een dorpje, een stad en dan weer... ■niets... dichte wolken, motorengeronk, minuten lang. „Wonderlijk," denk ik, „dat je hier op 600 M. in de lucht net zoo irustig zit als op de aarde, dat. er gevlogen kan worden ook al ziet de be stuurder niets en dat je straks, door (middel van kompas en andere technische hulpmiddelen weer heel genoeglijk in Twente neerstrijkt, a!s had je het 'helderste weer van de wereld gehad." Het laatste gedeelte van de tocht is het zicht uitstekend en precies op tijd landen we op het pi-achtige Twentsche vliegveld, waar we bijzonder vriendelijk ontvangen worden door den haven- meestér, den heer Wolff. In de enkele minuten, die ons resten voor de bus naar Enschedé vertrekt, vertelt de heer Wolff ons nog heel wat bijzonderheden van de Twent sche vlieghavcn. Wij krijgen fotos' mee en goede wensclien voor tmzen tocht van morgen. Want morgen, dan vliegen we weer. We vliegen over 'heel ons mooie vaderland, van Noord naar Zuid, van West naar Oost... We vliegen naar Daar vertelt mijn collega u volgende week van. MARIANNE M. COLIJN. Juni is in het zicht Met Rinke Tolman en Ds. J. I. van Schaik de natuur in Onder de titel „Door hei en polder" is door bovengenoemde schrijvers een boelc geschreven, dat op voortreffelijke wijze verzorgd, door Kok te Kampen is uitgegeven. Zijn wij een volk van huis-rnussolien? Het lijkt ér soms op. En als de doorsnee Hollander buiten loopt kijkt hij nog te veel naar beneden. En waar ter wereld is het uitzicht op Gods aarde ruimer dan in Holland? Wij zijn een volk met groote belangstelling voor geestelijke zaken. Daarom is het zoo goed, dat er amcnschen zijn, die ons meenemen naar Gods schepping. Toen wijlen de heer P. Oosterlce eens na een Vlammende zonsondergang op de hei vertoefde, ontmoette hij een in aandacht verzonken oude vrouw, wier blik zich niet kon afwenden van de nog kleurig na-gloeiende einder. „Meneer," zei ze, „hoe schoon moet het hier boven dan wel niet zijn." Wél hem of haar, die liet. gemechaniseerde leven van heden bij tijden weet. te ontvluchten. In de hoop hiermede de aandacht van vele nap (tuurvrienden te vestig enop dit mooie boek, bie den we onze lezers een fragment ter lezing aan, cn noodigen wij u uit, met Ds van Schaik, de be kende Soester predikant en de groote natuur vriend Rinke Tolman een wandeling te maken door het Eemgebied. Juni is in het zicht „Toen wij des morgens den tuin verlieten, waar buist, berberis y cypreswolksmelk, akelei, coton- easter en gouden regen een treffende verschei denheid van bloeivormen te aanschouwen gaven, waren de spreeuwen op dc daken druk bezig met het voeren van hun jongen, maar jc had ook nog van die onbezorgde klanten, die al klapwie kend liet hoogste lied zongen; één was er, die op geniale wijze merel en wielewaal wist na te bootsen. Boven- de stuifzanden- trokken a.f en toe kleine troepjes kieviten, de eerste aanduidingen, dat de vogeltrek, hoe weinig opzienbarend ook, reeds was begonnen; wat kwam het donker en wit der voe ren fijn uil legen liet gladgestreken blauw van do lucht. Het is altijd goed naar den hemel te kijken, want op een verrassend elegante wijze schroeiden; niet alleen een paar buizerden zich omhoog 1 waren het broedvogcls of late trekkers? maar cirkelde tevens ver boven onze hoofden de edele ooievaar, het sieraad, dat wij misschien eens voorgoed zullen verliezen, daar de vogel bijna overal ter wereld onrustbarend snel in aantal achteruit gaat. „Ons" exemplaar beschreef al wijder en wijder kringen en liet zich toen, zonder dat hij verder zijn vleugels scheen tc bewegen, met een geweldige snelheid door den wind af drijven in dc richting van het Eemgebied en Baarn. Bij Zomers Builen staken wij de spoorlijn over voor een beklimmnig van den Stompert, een uit gestrekt heigebied, dat tot een fermen heuvel, den ilioogsten „berg" in de omgeving van Soest, op loopt. Enkele berken en dennen, wat rozen, spor- kenhout en een paar lijsterbessen zijn er, wellicht .165

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 14