WOENSDAG 8 MEI 1935
TWEEDE BLAD PAG. 5
SAAMGEBRACHT
(20
„Wat zou ik doen? De goede Drogo is te
dom om opgehangen te worden en. te vet
om verder te loopen ten einde een andere
plaats te zoeken, waar hij zijn honjlcr en
dorst stillen kan. Ik ging dus naar den
Koning, dien ik in een gunstigen luim aan
trof, want hij had juist een goede tijding
Ontvangen."
„En Drogo verkreeg vergeving?'
„Ja, Bertha! Maar de Koning wilde hem
niet wen en legde hein de verplichting op
naar een klooster te gaan, opdat hij, zooals
vader tegen Ludger zei, die juist bij hem
was, om schuldvergiffenis bij God zou bid
den en boete doen."
„En wat was de reden van Drogo's be-i
rouw?"
„Ja! daarnaar moogt gij vooral wel
vragen, want gij zult vreemde dingen
hooren."
„Welke dingen?" vroeg Bertha en werd
meer oplettend.
„Gij weet het, dat Pipijn op den Sakser
Wittekind zijn oog had gevestigd, en dat
hij van diens opstand zich bedienen wilde
om zijn oogmerk te bereiken. Maar, luister
nu, Bertha: de Sakser is overwonnen."
„Overwonnen?" riep Bertha verwonderd
uit-
„Ja! en raad eens door wien? Nu, ik zal
het. u zeggen: door Angel bert!"
„Is het mogelijk?" vroeg Bertha, en zij
had haar zuster wel willen omhelzen
„Zooals ik u zeg, Bertha! Terwijl gij zit
te zuchten en te treuren, loop ik eens rond
om te zien wat er gebeurt. Alzoo was ik
eerst in staat mijn voormaligen minnaar
Dfogo te helpen en vervolgens kon ik daar
door mijn zuster een verblijdend bericht
brengen, al was het ook, dat zij mij haar
vertrouwen niet schenken wilde. Maai-,
hoor! ik héb u nog niet alles verteld. Angel-
bert heeft den Sakser overwonnen., waar
door, meent gij?"
„Wel, Gisla! door zijn wapenen."
„Dacht ik het niet? Neen, neen Bertha!
Zij hebben elkander hartelijk omhelsd."
„rk begrijp er niets van
„Ook niet als ik u zeg, dat Angel-bert de
eigen zoon van den Sakser is?"
„Gisla, is het waarheid?"
„Dat het waarheid is, kan die vriend van
Angeibert Wilibald heet hij u ver
zekeren. Deze is met het berirht gekomen.
1-Iij heeft tevens de stellige verzekering ge
bracht, dat Wittekind spoedig zal over
komen, om zich aan den Koning te onder
werpen en alsdan tevens den Heiligen Doop
ontvangen."
„Uw verhaal verbaast mij. En zal Witte
kind spoedig komen?"
„Dat denk ik wel. Alzoo is de oorlog weer
gelukkig geëindigd, en broeder Karei zal
ook wel spoedig tot ons terugkeeren, want
met die zwarte bende was het geen
gekken."
„Heeft zich die dan ook overgegeven?"
„Dat nog niet, maar men verwacht het
toch. Verheug u dus, zuster! Ge ziet spoe
dig, uw Angeibert terug. Maar ik, ongeluk-,
kige, ben van mijn dikken Drogo geschei
den en ik vrees dat hij onder zijn klooster
broeders de arme Gisla wel vergeten zal.
Heb ik dus geen zorgen? Ik moet daarbij
afleiding hebben en ik stel u dus voor iets
gereed te maken, om daarmee onzen vriend
Angel/bert, als den held der overwinning, te
verrassen."
Dit voorstel üroeg de goedkeuring van
Bertha weg en de beide meisjes gingen
terstond aan het werk. Ervaren in alle
vrouwelijke handwerken, waarop Karei de
Groote bij zijn dochters zeer gesteld was,
besloten zij een kostbaren draagband voor
het zwaard te maken en Bertha nam in
shite voor, daarin een B te slikken, zeker
wetende dat Angeibert zulk een bewijs van
liefde aangenaam wezen zou.
N au wel ij les waren de zusters met haar
werk gereed, toen de dag aangebroken was
waarop Wittekind zich in de tegen
woordigheid van Koning Karei zou verloo
tten en hora openlijk als opperheer zou
erkennen-
Hoezeer Karei de Groote in zijn dagelijk-
«cbe wijze van leven alle eenvoud beminde
e:i dien in zijn kleeding zoowel als in zijn
maaltijden openbaarde, zoo wist hij ook bij
plechtige gelegenheden een pracht ten toon
tc spreiden een Koning van den eersten
vang waardig. De onderwerping van Witte
kind was toch niet alleen een zegepraal
voor hem, maar ook een voor de Kerk en
deze moest, naar hij meende, dus luisterrijk
worden gevierd.
Karei bevond zich thans nog aan de
rivier de Eder en had een oud kasteel der
Katten voor zich ten verblijf gekozen, daar
waar tegenwoordig de stad Cassel ligt. De
erootste zaal van dit kasteel was voor de
plechtigheid ger gemaakt Aan he.t
einde ervan was een troon en aan beide
zijden der zaal zitplaatsen voor de Koningin
en Kareis kinderen, alsmede voor de aan
zienlijke hovelingen, waaronder geestelijke
en wereldlijke personen, terwijl het midden
der zaal een open ruimte bevatte, groot
genoeg om een aanzienlijk aantal menschen
te kunnen bevai ten.
De Koning uueg thans een met goud
doorweven kleed en de mantel was met
een g--uUen haak op de borst vastgeknoopt.
Zijn zwaard en de draagband glinsterden
niet alleen van kostbare gesteenten, maar
hiermede waren zelfs zijn schoenen bezet.
Zijn hoofd was versierd met de koninklijke
kroon, die evenzeer met edelgesteenten
prijkte. Ook de Koningin Hildea-ardis en
's Konings kinderen waren kostbaar uitge
dost. Nevens den troon hadden zich de
voornaamsten uit Kareis lijfwacht geplaatst
terwijl in zijn nabijheid, naast zijn zetel,
Ludger en Wilibald hadden plaats genomen
Toen nu allen vergaderd waren, ontstond
er weldna aan den ingang der zaal een
buitengewone beweging. Zoodra aller oogen
zich derwaarts richtten, zag men eenige
Saksische krijgsknechten de zaal binnen
treden, de punten hunner lansen naar den
grond gericht houdende.
Binnengekomen zijnde plaatsten zij zich
in twee gelederen en gaven dus gelegen
heid aan Wittekind om binnen te treden.
Deze was eenvoudig gekleed. Zonder
zwaard doch met opgeheven hoofd trad lr
door de beide gelederen. Aan zijn rechter
zijde bevond zich zijn zoon Angeibert. in
diens gewone Frankische kleeding. Aan
zijn linkerzijde ging de jeugdige en be
vallige Hola, in een helder wit gewaad,
zonder eenig versiersel, en de sluier, die op
haar hoofd saamgebonden tot op haar
voeten neerhing, verhinderde niet, dat men
haar schoonheid kon opmerken. Wittekind
hield beide zijn kinderen aan de hand en
trad nu naar den Koninklijken troon.
Hier genaderd zijnde, boog hij een knie,
evenals Angeibert en Hola, en op verstaan-
baren toon, zei hij: „Niet door de wapenen
maar door de liefde overwonnen, kom ik u
o Koning der Franken! mijn hulde be
wijzen-"
Toen stond Karei op van zijn zetel, trad
twee schreden vooruit en den Sakser op
richtende, antwoordde hij: „Uw hulde, dap
pere Wittekind! is mij bijzonder welgeval
lig. En ik noem het nog beter dat gij dooi
de liefde dan door de wapenen overwonnen
zij t, want deN wapen en wonden en dooden,
de liefde geneest en schenkt leven."
„Ik had intusschen nimmer gedacht, dat
wij elkander op deze wijze voor het eerst
zouden ontmoeten. Het zou zeker ook niet
gebeurd zijn, indien mijn zoon, dien ik
verloren had, maar teruggekregen heb, mij
niet onverschillig voor den verderen oorlog
had gemaakt."
„Hij deed, hoop ik, nog meer", sprak de
Koning, „want ik keil uw zoon Angeibert.
Deze is niet de minste van mijn lüfwacht»
waarom ik hem bij dezen tot hoofdman
benoem en dat doe ik, omdat ik weet, dat
hij een goed Christen is, die ook zijn dap
peren vader wel zal hebben overgehaald,
denzelfden godsdienst aan te nemen, dien
hij belijdt."
„Dat heeft hij en te lang heb ik het voor
recht moeten missen, mijn zoon iets te
hooren vragen en hem een dienst te kun
nen bewijzen, dan dat ik thans zoude aar
zelen, mijn goden te verlaten, en mij voor
den God der Christenen te buigen."
„Gezegend zij uw keus, dappere Witte
kind! Zoo wil ik u ook niet als een over
wonnene, maar als een broeder begroeten,
en ik zal mij verheugen, wanneer gij u dus
bereid verklaart den Heiligen Doop te ont
vangen. Ik had daartoe den dag van mor-j
gen bestemd, opdat wij ons dezen avond,
docr godsdienstoefening en gebed, nog voor
deze plechtigheid konden voorbereiden."
„Dit zij zoo. Koning! Hoewel velen mijner
landgenooten en dappere wapenbroeders
mijn voorbeeld zullen volgen, zoo geloof ik
toch ook, dat er velen zullen zijn, die door
mijn afval opnieuw zullen verbitterd wor
den en nog meer dan voorheen naar de
wapenen zullen grijpen. Dit zal vooral de
zwarte bende, die, evenals ik eenmaal deed
uw ondergang gezworen heeft en van geen
onderwerping wil weten, zijn."
„Wij zullen haar dan in den naam Gods
bestrijden en de overwinning zal niet twij
felachtig zijn."
„Het is twijfelachtig, of de aanvoerder
van de zwarte bende ook door zijn kinderen
tot onderwerping zal gebeden worden", zei
Wittekind, nadruk op ieder woord leg
gende.
„Al is dit het geval niet", antwoordde
Karei en zijn stem nam plotseling een
diepen toon aan, „dan zullen wij hen toch
overwinnen. Als de God der Christenen
voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Welaan
uw zoon Angeibert zal, onder mijn zoon
Karei het bevel voeren over een leger dat
binnen weinige dagen tegen de zwarte
bende zal afgezonden worden."
(Wordt vervolgd)
De Nederlandsche uitvoer
naar Duitschland
De „N&rmandië" op proefvaart. Het grootste schip van de wereld verlaat
de haven van Saint Nazaire voor haar eersten tocht op zee.
De officieeJe proeftocht met de electrische trein
RotterdamiHoek van Holland zal plaats hebben
op Maandag 13 Mei a.s.
TWEEDE KAMER
ROFFELRIJMEN
Naar een commissie van
voorbereiding
Op ió Mei afdeelingsonderzoek
Wijziging Reglement
van Orde
Twee interpellaties
Vergadering van 7 Mei 1935
Overzicht
De Tweede Kamer is van haar Paasch-
reces teruggekeerd en vindt voor de eerst
volgende weken als haar voornaamste taak
de behandeling van het groote Bezuini
gingsvoorstel, een buitengewoon omvangrijk
en ingewikkeld wetsontwerp.
Reeds was bekend, dat zou worden voor
gesteld om het te verzenden naar een Com
missie van Voorbereiding, een methode, die
voor zeer belangrijke techhisch-moeilijke
wetsontwerpen meermalen gevolgd wordt,
omdat zij de voorbereiding van de open
bare behandeling in bijzonder contact tus-
schen parlement en Regeering mogelijk
maakt.
De commissie kon een leiddraad ontwer
pen voor de behandeling van zulk een
wetsontwerp in de afdeelingen. Dilmaal zal
dat niet geschieden, maar heeft vrij afdee
lingsonderzoek plaats op Donderdag 16 Mei
a.s. Het resultaat van die behandeling kan
worden gepubliceerd, terwijl de commissie
van voorbereiding in overleg met de Regee
ring kan treden alvorens haar definitief
verslag, waarin ook gerapporteerd wordt
omtrent het overleg met de Regeering, uit
te brengen. Op deze wijze is meermalen een
behandeling van zaken verkregen, die aan
de zaak zelf ten goede kwam en tot belang
rijke beperking bij de openbare beraadsla
ging leidde.
Tegen de commissoriale voorbereiding
had niemand bezwaar. Echter dienden de
soc.-dem. een motie in, om de Kamer te
doen uitspreken, dat zij bekend wil zijn
met de voornemens der Regeering ten aan
zien van de vaste lasten eer aan de open
bare behandeling van het bezuinigingsvoor
stel wordt begonnen.
De indiening van deze motie ging ge
paard met het uitspreken van enkele zorg
vuldig opgeschreven denigreerende maar
nietszeggende kwalificaties der regee
ringsvoorstellen. en
De heer Aalberse achtte het doen van
deze gevraagde uitspraak zeer voorbarig.
Juister is het om over deze zaak te spre
ken indien zulks dan nog noodig is
in een volgend stadium der behandeling,
n.l. als de Kamer de voorstellen onderzocht
heeft Dan kan ook behoorlijk over het
punt in kwestie gehandeld worden.
Door deze verklaring was de kans op
aanneming der motie verkeken. De heer
Vliegen sputterde nog wat, maar koos ten
slotte eieren voor zijn geld en legde zich
neer bii het denkbeeld van den heer Aal
berse om de stemming over de motie aan
te houden tot een nader te bepalen dag.
We kriigen dus de motie misschien nog
wel eens terug en zullen dan zeker wat an
ders moeten hooren dan de uit negativisme
geboren dikke woorden, waarvan de heer
Vliegen zich ditmaal meende te moeten
bedienen. 1-Iet was zuivere stemmingmake
rij, die te meer te veroordeelen valt zoolang
de roode heeren slechts afkeuren en angst
vallig verborgen houden hetgeen ze als be
tere weg hebben aan te bieden. Congres- en
krantenphraseologie hebben in de Kamer
weinig recele waaide en nog minder betec-
kenen oen onbekend plan van den arbeid
en valsche vergelijkingen met andere lan-
Veel had de Kamer overigens niet te doen.
Twee communistische interpellaties wei
den toegestaan. Een er van werd aan de
agenda voor volgende week toegevoegd.
Voorts heeft de Kamer zich veroenigd
met een wijziging van haar Reglement van
orde. Deze beteekent dat in bepaalde ge
vallen rapporteurs in plaats van door de
afdeelingen door den voorzitter kunnen
worden benoemd. De tweede wijziging be
doelde de mogelijkheid te openen dat, in
dien een wetsontwerp behandeld wordt
door een commissie van voorbereiding, deze
commissie aanvankelijk een voorloopig ver
slag publiceert en de memorie van ant
woord daarop öf afzonderlijk öf in het
eindrapport openbaar maakt.
Volgende week Dinsdag keert de Kamer
Verslag
Z. Exc. Jhr. de Jonge, gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, aan boord van den torpedojager „Witte de
With", die hem na een bezoek aan Bali naar Madoera voert.
wijziging van 't Reglement van Ordë
der Kamer. Ztf werd z.h.st. goedgekeurd.
LOF VOOR COLIJN
In het orgaan van Hitier
Onder het hoofd: „politici van de wereld",
publiceert het orgaan van Hitier, de „Völ-
kischer Beobachter" een buitengewoon sym
pathieke beschrijving over den Nederland-
schen Minister-president, dr. H. Colijn. Het
blad noemt hem een naar voren gekomen
man, wien de stootkracht van zijn gaven en
zijn energie naar bovea voerden in de hooge
posities, die hij in groot aantal heeft be-
Hierop volgt een historische beschouwing
over Colijn, waarna de „Völkiseher Beobach
ter" beschrijft dat, toen de financiën van
Nederland door de wereldoorlog ontwricht
waren, men Colijn terugriep, nadat hij reeds
in 1911 minister was geweest en hij met on-
verbiddellijke strengheid weer orde in de
Staatsfinanciën heeft -gebracht.
Tot 1932 was Colijn hoofdzakelijk in het
eigen vaderland bekend. In 1932 echter hoor
de de geheele wereld met verbazing, dat hij
als lid van de economische commissie van
de Volkenbond de moed had gehad zijn in
ternationale collega's kort en droog te ver
wijten, dat er wel veel werd gepraat, maar
niets werd gedaan.
Toen in 1933 de crisis ook voor Nederland
was losgebarsten, vervolgt het blad, was hij
de eenige politicus van een zoodanig for
maat, dat hij beantwoordde aan het verlan
gen van het Nederlandsche volk naar sterke
leiding. Hij is de man, die voor het Neder
landsche volk de zuiverste Protestantse!)e
tradities belichaamt en die hoewel ook
niet door iedereen bemind toch door
vriend en vijand wordt geacht.
Bij de laatste verkiezingen heeft zoowel
de Regseringsmeerderheid in het algemeen
als ook de door ör Colijn geleide A.R.
Partij zekere verliezen geleden; Een nieuwe
man, zoo verkondigt het blad, heeft in snel
len stormloop een aantal stemmen verwor
ven, dat niet ver bij dat van de partij van
den eersten minister achterblijft. Mogelijk
beteekent dit in de toekomst een wisseling
van personen. Zulke gebeurtenissen zijn
echter tenslotte in het leven van een staat
niets ongewoons. De geschiedenis echter be
oordeelt in laatste instantie niet den ambts
duur, doch de prestaties van een staatsman
en Dr C o 1 ij n zal met hooge eere voor haai'
forum kunnen verschijnen.
Ned. Jongelingsverbond
Bondsdagen te Utrecht
Het Ned. Jongelingsverbond zal dit jaar
zijn Bondsdagen te Utrecht houden.
Woensdag 29 Mei worden de z.g.n. „werk
vergaderingen" gehouden. Onder meer zal
daar worden behandeld het punt reiskosten
vergoeding aan afgevaardigden. Verder wor
den er sectievergaderingen gehouden voor
Zending, Jongenswerk en voor Bestuurders
en Correspondenten met als onderwerpen:
„Gandhi", „Ons Leiderschap" en „De C.J.M.V.
in Bonds verband". Als naar gewoonte wordt
aan den avond van dezen dag een bidstond
gehouden.
Op den eigenlijken Bondsdag (Hemel
vaartsdag) wordt 's morgens een wijdings-
uur gehouden, waarin zal voorgaan ds.
C. Koolhaas van Utrecht.
De morgen vergadering wordt geopend
door den Bondsvoorzitter Ds P. Veen
van Utrecht, met zijn groote- jaar,
lijksche rede. Daarna treden
dr. A. van S e 1 m s van Hansweert met het
onderwerp „Ondergang", ds. A. A d r i a n i
met het onderwerp „Doorgang" en dr. G. P.
van It ter-zon met het onderwerp „Op
gang". Deze drie onderwerpen zullen in sa
menhang met elkander worden behandeld;
elke toespraak zal een kwartier duren.
Ten slotte wordt nog een samenkomst in
de Buurkerk gehouden, waarin velschillen
de sprekers 't woord zullen voeren.
In het eere-comité voor deze Bondsdagen
hebben o.m. zitting de heeren jhr. mr. dr.
H. L. N. Bosch Ridder van Rosenthal, Com
missaris der Koningin in de Prov. Utrecht;
mr. dr. G. A. ter Pelkwijk, Burgemeester x
Utrecht; W. Baron Röell van Hazerswoude,
voorzitter van het College van kerkvoogden
der Ned. Herv. Gemeente te Utrecht en tal
van andere vooraanstaande personen.
JA ONWAARDIG
De roode pers heeft het over de
„minderwaardige. ja onwaardige
regeeringssttfl die de zakelijke ge-
daehtenwisseling vervangt door
jegens tegenstanders tte kijven en
hen voor al wat leelük is uit te
maken, een blijkbaar welbewust ge
kozen methodeom die tegen
standers in de openbare meening te
denigreeren (bekladden) door hen
uit te schelden voor ezels en
demagogen
Och dan toch, die arme leiders
Van het proletariaat,
Die de Hollandsche Regeering
Zoo met laster overlaadt!
Arme, beste, brave kerels,
Met zoo teer besnaard gemoed,
Dat men zulke harde dingen
Aan hun zachte wezen doet
Zeggen zij dat de Regeering
Heel het volk naar t armhuis leidt
Weldat is toch geen misleiding?.
Dat is zonder meer een feit!
Zeggen zij dat de Regeering
Met haar afbraakpolitiek
't Volk voert rechtstreeks naar de af-
Wel, dat's bouwende critiek! [grond,
Zeggen zij dat de Regeering
Met haar crisis(wan)beleid
Holland stort in de ellende,
Wel, dat's naakte werklijkheid!
Zeggen zij dat de Regeering
Al dat rijke volk ontziet
En de kleintjes laat betalen,
't Is de waarheid, anders niet!
Zeggen zij dat de Regeering
Koud blijft bij de groote nood
Van de armsten van de armen,
Dat's de waarheid in het groot!
Werkelijk, der roóde broeders
Strijdwijs blijft volmaakt op peil.
Schande, driewerf, daarentegen
Over de Regeeringsstijl
Die met schimpen en bekladden,
Schelden, lastering en hoon
Onze roode leiders aanvalt
En besmeurt in hun persoon!.
Lezer, hoogst waarschijnlijk vraag je
Of 't mij in m'n hoofd mankeert?
Neen, een rood courant-artikel
Heeft mij slechts geïnspireerd.
(Nadruk verboden.) LEO LENS
TEWATERLATING NIEUWE KRUISER
De kruiser „De Ruyter". op de werf Wilton-
Fijenoord te Schiedam gebouwd, zal Zaterdag
morgen tusschenriO en 12 uur te water worden
gelatea
NEDERLANDSCHE ONDERZEEëRS TE
BRUSSEL
Binnenkort zullen twee Nederlandsche onder
zeeërs een bezoek brengen aan de zeehaven van
Brussel en daar een week blijven liggen.
EERSTE KAMER
Vergadering van 7 Mei 1935
Drie wetsontwerpen aangenomen
Aan de orde zijn de wetsontwerpen:
1. Wijziging van de rijwielbelastingwet
2. Nieuwe bepalingen tot voorkoming en
bestrijding van ziekten van aardappelen.
3. Wijziging der Arbeidswet 1919.
Ze worden zonder debat en z.b.st aange
nomen.
De vergadering wordt te 8.40 uur verdaagd
tot heden half twee.
Electrificatie lijn
RotterdamHoek v. Holland
De Kamerleden Kampschöer en Groen hebben
aan den Minister - van Economische Zaken ge
vraagd, of deze niet acht dat thans het tijdstip is
aangebroken "voor het aangaan van eeo nieuwe
overeenkomst met de Duitsche regeering, om ten
behoeve van den Nederlandschen tuinbouw hoo-
gere betalingscontingenten te verkrijgen b.v. door
vermindering van den last van de rentevorderin
gen. aangezien de Nederlandsche tuinbouw met de
hilidige maatregelen te gronde gaat.
SCHIEDAMS NIEUWE COMMISSARIS
VAN POLITIE
Bij Kon. besluit is benoemd tot commissa
ris van politie te Schiedam H. P. Clasie. in
specteur van politie 1ste klasse te Amster
dam.
NIEUW STOOTKUSSEN AAN REDDINGSBOOT. Aan de reddingsboot
,JZeemanshoop" te Scheveningen is een nieuw stootkussen aangebracht. De
vroegere touibstootband is vervangen door een nieuw procédé van de fabriek
„Vredesteyn" te Loosduinen en wordt aan de „Zeemanshoop" voor het eerst
toegepast. Het is een rubb er band, welke 600 K.G. weegt met een maat
van 16 X 14 c.M. De bemanning is van oordeel, dat hiermee de zeewaardig
heid van de boot verhoogd is.