NATIONALE Ned. Herv. Predikantenvergadering WOENSDAG 1 MEI 1935 TWEEDE BLAD PAG. 5 Oud-Minister mi. T. J. Verschuur, commissaris- generaal der Nederland- sche deelneming aan de Wereldtentoonstelling ver welkomt de aanwezigen in het Nederl. Paviljoen. De door oud-burgemeester Stulemeijer onthulde monu mentale bank te Schiedam, wordt door het gemeente bestuur aanvaard. Mr. M. M. Kwint, de nieuw- benoemde burgemeester van Veisen, nam gister afscheid als burgemeester van Zuilen. Mussolini tijdens de rede voor da uitreiking van de pensioen-boekjes aan de invaliden op Piazza Venezid te Rome. „Er is geen Oostenrijksche politiek tuiten het vaderlandsche front!" aldtus Dr. Schuschnigg op de bijeenkomst van 't Vad. Front in Modling. In de Koninklijke School voor Naaldwerken te Londen is de koninklijke Hertog van Kent in bewerking. mdaard voor. den De taak van den predikant in de huidige crisis Wat „De Groep" en Möttlingen ons hebben te VERGADERING VAN DINSDAG In de fristeren voortgezette vergadering is een discussie gevolgd, waaraan wij het vólgende ontleenen: Dr K. J. Brouwer (Oegstgeest)Er ii wel zeer weinig over het Sacrament van den Doop gesproken, maar het zendings werk bijv. leert, dat de Doop een groote kracht is voor degenen, die tot het Evange lie-komen. Gaarne daarom wat méér nog over den Doop! Ds J. Langman (De Lier) heeft groot bezwaar tegen de scheiding van Woord en Sacrament. De Reformatoren zeiden niet, dat het Sacrament iets geeft buiten of naast het Woord. Spr. heeft ook bezwaar tegen exegese van sommige teksten, bijv. in het verhaal van de Emmaüsgangers is de bre king des broods het Avondmaal niet Ook zijn de formulieren z.i. niet altijd juist ge ïnterpreteerd. Spr. ziet in'tref. geen terug gaan naar de „Katholieke", doch naar de „Roomsche" Kerk. Prof. W. J. A alders (Groningen) meent dat de Bijbelsche fundeering van het refe raat zwak is. Ook dogmen-historisch is er een tekort; evenzeer uit dogmatisch oog punt zijn er lacunes aan te wijzen en daar door onzekerheden aangaande de bedoeling van den ref. Wèl erkent spr., dat in Prot. kerkelijk leven een nadere beschouwing .van het Sacrament noodig is, doch de ref. heeft ons niet verder gebracht. Eén speciale vraag: acht ref. Christus' „caro" (vleesch) in het Sacrament aanwezig? Dr P. W. J. v d Berg (Nijeveen): doop- en avondmaalsopvaitting is zoowel in stad als dorp nog veelal magisch. Ziet ref. een weg, om tot betere waardeering te komen? Volgens spr. ligt het referaat op den weg naar Middeleeuwsche romaniseering. Dr P. J. Ivromsigt (emeritus-pred. van [Amsterdam): 't Referaat bevat veel schoons maar 't brengt ons "in het magische en niet in het Evangelie. Dr J. F. B e e r e n s (Utrecht) is dank baar, dat de ref. gepleit heeft voor het zicht bare Woord naast het hoorbare Woord. Maar in de H. Schrift is er toch prioriteit van het gepredikte Woord, en dat komt, om dat in het sacrament het zedelijk moment niet naar voren treedt. Heeft ref. wel ge noeg rekening gehouden met het verscfhil tusschen Oostersche en Westersche menta liteit? Kan daarom het Sacrament in het Westen wel dezelfde plaats krijgen als in. het Oosten? De referent verklaart, waarom hij méér over 't Avondmaal dan over den Doop heeft gesproken. Inderdaad zijn sommige teksten ook anders te interpreteeren. Hij meent, dat een dogmatische uiteenzetting Van het Sacrament in de huidige situatie niet te geven is. Op de vraag, hoè het Sacra ment méér waardeering krijge in de Ge meente, is niet een simpel antwoord te geven. In elk geval geen dwang van buiten af! Ref. kan dr Kromsigt niet toegeven dat de formulieren in allen deele conform de H. Schrift zijn t.av. de sacramentsbeschou wing; de formulieren schakelen het zintui gelij ke te zeer uit. Aan het slot der morgenvergadering deel de de Voorzitter mede, dat er noodge dwongen een verandering in 't programma van de middagsamenlkomst moest komen Het moderameh had het onderwerp aan de orde gesteld: „De vragen, die de ontwik keling der Duitsche Kerk stelt aan de Kerk van Jezus Christus in de wereld". Een Duitsch predikant had zioh bereid verklaard over dit onderwerp te spreken Lettend op de moeilijkheden, waaraan de referent zich bloot stelde, heeft het Mode- ramen echter gemeend van den referent dit offer niet te mogen vergen. In plaats van het referaat wordt voorge steld: een ure van gebed voor de^ nooden der. Christenheid in het algemeen en dei- belijdende Kerkgroepen in het bijzonder. Moderamenverkiezing In de vacature Dr Noordmans werd ge kozen Dr P. Blaauw, en in de vacature Ds Grolle werd benoemd Ds E. van Meer te UtreCht Wegens ziekte van Ds Gouverneur, van Rozendaal, werd gistermorgen de Schrift overdenking gehouden door Dr P. de Haas te Utrecht, naar aanleiding van 1 Cor. 3 5—9 AVONDVERGADERING ruïne over Hij sprak zijn blijdschap uit over de hem geboden gelegenheid om dit onderwerp voor dezen kring te bespreken, omdat hij iets te zeggen en iets te vragen heeft. Aan zijn eigenlijke rede laat hij ech ter twee opmer kingen vooraf- Ten eerste: hij spreekt over pre dikanten als zoo danig, dus niet over staatsbur gers met politie ke rechten of plichten en wel licht een politie ke organisatie; maar over geeste lijke leidslieden. Ten tweede: het gaat over de hui dige crisis, die zich kenmerkt èn door haar karakter èn door haar hevigheid. Op de feiten van deze crisis stuit de pre dikant onophoudelijk; bij prediking, cate chisatie en herderlijk werk ziet hij zich telkens daartegenover gesteld. Practisch is afzijdigheid onmogelijk, omdat de nood hem bespringt en omdat de gemeenteleden, jong en oud, er met hem over spreken. Principi eel is afzijdigheid ongeoorloofd; althans krachtens de gereformeerde opvatting zal men zich bij de bediening van zijn ambt niet buiten dit terrein kunnen houden. De predikanten moeten er zich dus be wust in begeven; maar hun taak op dit ge bied beduidt tevens een grootsche kans om ons volk in dezen toestand vol onevenwich tigheid ter zijde te staan. De taak splitsl zich als vanzelf in woord en daad; „woord' beduide dan wat gezegd wordt in prediking, onderwijs en herderlijk verkeer. Voor 1 .vijf ónderwerpën móeten hlër do aandacht hebben. Gods voorzienigheid. Dit noemt spreker het eerst, omdat men niet aan het eind van een algemeen gehouden betoog God moet laten optreden als deus ex ma china, doch van Hem moet uitgaan. Dit is ongetwijfeld netelig, omdat het ge vaar dreigt dat men dan den toestand gaat goedpraten of wel met hemeltroost op de lippen den aardschen nood onaangeroerd laat. Niettemin is het geloof aan Gods voor zienigheid een volstrekt onmisbaar element in het volksbewustzijn; er moet geloof we zen in een vaste hand, in een werelddoel, zul len wij niet vertwijfelen of op avontuur uit gaan. De zeer delicate maai- zeer noodzake lijke prediking der voorzienigheid Gods sta voorop. Daarnaast sta het vertrouwen in menschen. Niet cp menschen, want slechts God kan ons dragen; niet vertrouwen in dezen zin dat alles blindweg goedgevon den wordt; maar vertrouwen in menschen. Het is onzegbaar wreed om aan zijn volk ie leeren, dat de verantwoordelijken onbetrouw baar zijn en zich door onzuivere motieven laten leiden; daargelaten nog dat dit dan uiteraard ook gelden moet van alle critici, wordt aldus iedere vastheid aan de derven- den ontnomen. Naarmate onevenwiehtigen volgens psychologische wet te eerder bereid zijn geloof te hechten aan zulke critiek, valt temeer iedere basis weg, waarop ons volk nog kan staan. Tegen deze wreedheid moet een predikant opkomen. Voorts sta de verantwoordelijk- h e i d in het midden van de aandacht; het komt aan op karakter; daarop dus dat men los zij van alle berekening en dat in alle rangen en alle organisaties ieder die een plaats van beteekenis inneemt, sta en valle met zijn eigen overtuiging, ongeacht het oofdeel van menschen. Spreker is overtuigd, dat zoodanige karakterkracht slechts kan worden verkregen bij het geloof in God, omdat alleen hij niet op menschen ziet die op God zien kan; maar in ieder geval kan zoodanige karakterkracht thans minder dan ooit gemist worden. Ten vierde noemt spreker de gerech tigheid. Dikwerf vormt dit woord een tegenstelling tegen barmhartigheid en ook als zoodanig heeft het zijn recht; maar thans gebruikt spreker het in tegenstelling met macht en willekeur. Onze tijden vergen nl. zeer krachtig gezag en zeer stevige be slissingen zonder "at men zich voortdurend laat ophouden door allerlei overleg en over leggingen. Maar ,het is duidelijk, dat nu het gevaar voor de deur ligt, dat de verantwoor delijke doet wat er moet en wat er kan zonder te onderzoeken wat er mag. De pre diking zal voortdurend moeten herinneren aan het woord, dat Sion door recht verlost wordt. Eindelijk noemt spreker de solidari teit; „als één lid lijdt, lijden alle leden". Deze prediking is in de gemeente meer theorie dan practijk; toch is het duidelijk, dat een volk slechts dan door de moeiten kan worden heengedragen, wanneer niet elke persoon of groep of klasse of bedrijf slechts aan zichzelf denkt, maar wanneer allen het geheel in het oog vatten en dus voor zichzelf ook slechts pleiten in verband met het geheeL Eennis van zaken Naast deze vijfvoudige prediking vraagt spreker meer dan één daad van de predi kanten. Zij zullen zich op de hoogte moeten stellen van bestaande regelingen er feiten, omdat menige critiek en dus ook menige wanhoop voortkomt uit volslagen gebiek aan kennis. Spreker illustreert deze stelling toet enkele voorbeelden op het terrein van armverzorging, steunverleening en politieke maatregelen. Hierbij vraagt intusschen spre ker instantelijk, dat de predikanten hun critiek niet sparen zullen aan degenen, die verantwoordelijk zijn; door hun werk toch leeren zij de feiten zien in e'en eigen licht en het kan slechts ten goede komen aan het volksgeheel, wanneer zij hun critiek uitspreken, natuurlijk ter plaatse waar deze i i iele tot wegneming van misstanden kan leiden. Spreker meent te mogen verzekeren, dat verantwoordelijke kringen niet eigen wijs zijn en dat zij naar zuiver bedoelde critiek gaarne luisteren; ook hiervan geeft hij voorbeelden. Sociale belangen Voorts zullen de predikanten in nauw contact met de diaconie zich den stoffelijken nood van velen moeten herinneren. Eindelijk vraagt de werkloosheid de volle aandacht der predikanten. Spreker, die dag aan dag met alle proble men worstelt, die hij heden aangeroerd heeft, doet een hartelijk beroep op allen en thans dus met name op de predikan ten die de hand aan den ploeg kunnen slaan om ons volk langs de aangewezen lijnen te helpen door dezen zwaren tijd. Discussie Op het referaat van Prof. dr Slotemaker de Bruine ontspon zich de volgende dis cussie: Ds Goedhart (Zeist) dankt voor het gehoorde en doet eenige vragen om nader opheldering. Ds v. d. Voet (Roodeschool) vraagt, of de Regeering door vlugschriften enz. niet méér voorlichting kan geven. En of de al te snelle rationalisatie niet geremd kan wor den. Ds Dijkstra (Amsterdam) wijst op de moeilijkheid, dat een predikant op allerlei vragen, die hem gesteld worden, geen vol doende antwoord kan geven. Ds Ekering (Amsterdam) onderscheidt vertrouwen in personen èn vertrouwen in (iet stelsel, waarvan die personen de expo nent zijn. Ook wijst spr. op bezwaren, die hein door de praktijk zijn voorgekomen. Dr Stoel (Veenwouden) wijst op de moei lijkheid om .,de teekenen der tijden" te ver staan, hetgeen toch eisch is. Ook wijst hij op het gevaar, dat ons denken vereconomi- seert. Ds K u y p e r (Genderen) noemt eenige vragen, waarmede gemeenteleden tot hem komen. Dr Kromsigt (em. pred. van Amster dam) meent, dat de raadgevingen van den ref. een fundament moeten hebben. De Bij bel moet terug in den Staat en op de open bare school. Ds Krop (Ferwerd) komt met eenige be zwaren uit de praktijk. De referent kan op allerlei punten niet ingaan, daar deze buiten het bestek van zijn referaat liggen. Hij onderscheidt de opmerkingen in twee groepen De eerste groep vragen is te herleiden tot de formeele- vraag: heeft de Regeering wel een instan tie. waar men met zijn bezwaren en kritiek terecht kan? Rel. spreekt over het ontbre ken van een propagandadienst van de Re geering, al is er een Regeeringspersdienst. Maar er moet méér verteld worden, óók door de radio (zooals minister Oud bij da Millioenennota). De tweede groep vragen is van materieelen en praktischen aard. Ref. geeft inlichtingen daaromtrent. VERGADERING VAN HEDEN De vergadering werd hedenmorgen voort gezet met een referaat van Dr J. C. R o o s 9 te Groningen, over: LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Waarborgen voor polishouders. -171 millioen gulden Wat hebben ,.De Groep" en „Mött lingen" ons te zeggen? Er wordt tegenwoordig veel van de predi kanten gevraagd. Daarom is het van betee kenis naar hulp uit te zien. Dat kan men van „de Groep" en Möttlingen" verwachten, want beide bewegingen staan loyaal tegen over de Kerk De Kerk behoeit dus zeker niet in de verdedigingshouding te gaan staan. Moet de Kerk nu aanvallen? Moet zij de hulp van „de Groep" en „Möttlingen" afwijzen? Wij zien, dat deze bewegingen menschen trekken, die van Christus vervreemd waren of menschen, dje geestelijk verdord waren tot nieuw leven 'wekken. Dat moet ons in elk geval verheugen, ook al zou niet alles aan deze bewegingen ons sympathiek zijn. Is welwillende neutraliteit nu de juiste houding? Dan is het gevaar heel groot, dat „Möttlingen" en „de Groep" in den hoek van de secten gedrongen worden of dat de Kerk zelf tot secte wordt. Kunnen wij van deze bewegingen leeren' Ja, maar niet de methoden. Op allerlei punten, onderling zeer verschillende, zijn beide èèn in den eisch van volkomen over gave. De geestelijke grootheden zijn daar reëel, er is geen compromis mogelijk noch met God noch met de zonde. Velen missen die realiteit en die beslistheid in de Kerk Möttlingen en de Groep gaan uit van de verhouding der Kerk, leeren daaruit, maar grijpen daaruit, kinderlijk vrijmoedig, wat ze op een oogenblik noodig hebben. Men mist_ dan theologische bezinning, maar in de Kerk is ook oververzadiging mogelijk. Dit onbezonken Evangelie doet wonderen, waarvoor wij dankbaar moeten zijn. Er is alleen gevaar, wanneer het contact met de Kerk verloren gaat en daar kan de Kerk zelf veel aan doen. De verkondiging neemt in de Groep en in Möttlingen andere vormen aan, maar is in wezen dezelfde als in de Kerk Naast de verkondiging, in wisselwerking daarmee, is de zielszorg belangrijk. Daarin ligt de kracht van deze bewegin gen. De Kerk schiet hier te kort, niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. De wer kelijkheidszin van „de Groep" en „Möttlin gen" openbaart zich ook hier. Men loopt niet met den zalfpot rond, maar durft des noods het mes er in zetten, omdat men ge looft: Jesus ist Sieger, Christus verlost. Gemeenteleden doen hier buitengewoon fijn werk. ook door de onderlinge tucht en samenwerking. Vrouwen ontplooien in dit werk bijzondere gaven. Men gaat recht op het doel af, n.l. een heilzame revolutie, waar bij het „ik" van den troon gestooten en Christus Koning wordt. Verkondiging en zielszorg grijpen in deze bewegingen zoo in elkaar, dat dit doel dik wijls spoedig bereikt wordt, met als resul taat bekeering en genezing Door de Groep en Möttlingen doet Chris tus nu een groot werk; kunnen wij dan afzijdig blijven staan? W'j kunnen ie methode niel ROFFELRIJMEN. PROMPTE BEDIENING Bü de klachten, die men graag uit over onze Spoorweg-en. moge dit geval aan de vergetelheid worden ontrukt. Door de Zaterdagsche drukte Van de Paaschvacantietijd Was in 't treinverkeer rond Utrecht Soms een vreemde knoop geleid Voor- en na- en extratreinen Kruisten het normaal verkeer En zoo klopten de tabellen Welleris een keer niet meer. Zoo was ook de sneltrein Utrecht- Woerden-Gouda-Haag te laat Die op één minuut voor vijven ln de kleine reisgids staat. Het publiek voor Bodegraven Was daar zeer mee gedupeerd, Want de stoptrein W oer den-Leiden Was 'em stipt op tijd gesmeerd. Dat zou brommend wachten worden, Drie kwartier, misschien een uur! Goede raad in die gevallen, En vacantietijd, is duur,. Maar een controleur der tractie, Goud geheeten naar ik hoor, Wist een oplossing te vinden Met de vlugheid van de Spoor: ln wat simpele minuten Vormde hij een extra-trein Reddende de situatie Die zoo somber scheen te zijn. Vroolijk, in vergulde stemming, Ging 't gezelschap er vandoor, En de reis naar Bodegraven Werd één loflied op de Spoor Want het aardigste van alles Was: ,,'t publiek", een half dozijn!, Reisde per goedkoope marktkaart Deftig in een extra-trein. (Nadruk verboden.) LEO LENS. Neem 'n 'AKKERTJE bij Migraint, „Kater", Hoofdpijn, enz. zonder het beginsel toe te passen, dat is: de eisch van het Evangelie te aanvaarden zon der reserve, en zoo ook tot een vruchtbare samenwerking le komen. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5