De bezuinigingen bij het onderwijs
Verdere departementale
bezuinigingen
MAANDAG 29 APRIL 1935
EERSTE BLAD PAG 2
spraken van de reeds in dienst zijnde tot
deze categorie behoorende ambtenaren (b.v.
door uitkeering van do te hunnen behoeve
gekweekte wiskundige reserve of door te
rugbetaling van de eigen bijdragen of door
ivoor hen te reserveeren het bedrag, dat zij
zouden hebben ontvangen, indien zij op 1
Januari 1936 gepensionneerd waren of op
eenige andere wijze). Enkele punten van
minder belang, die de commissie bovendien
nog zal hebben te onderzoeken, mogen hier
kortheidshalve onvermeld blijven. Hetzelf
de onderzoek zal uiteraard ook plaats heb
ben met betrekking tot de militaire pen
sioenwetten.
De besprekingen hierboven vermeld, wel
ke op de hoofdstukken III, IV, V, XIII, X en
Xa verkregen zullen worden, bestaan, voor
zoover zij geen wetswijziging vorderen en
uit dien hoofde hierachter nader zullen
worden toegelicht, uit een reeks maatrege
len van minder ver gaande strekking, wel
ke straks op de ontwerp-begrooting voor
1916 tot uitdrukking gebracht zullen worden
en die om die redenen te dezer plaatse niet
nader uitgewerkt behoeven te worden.
Financiën
Hetzelfde geldt, ook ten "deele voor Hoofd
stuk VHb. De wijzigingen in dit hoofdstuk
zijn voor 400.000 een gevolg van verschil
lende op de begrooting voor 1936 tot uit
drukking komende besparingen, voor
J 3.250.000 een gevolg van de hierachter
opgenomen tijdelijke wijziging van de
Muntwet en voor een bedrag van
6.000.000 een gevolg van een tijdelijke
stopzetting van dc reserveering van
de bedrijven.
Waterstaat
De besparing van rond 1-1.000.000 op
Waterstaat is als volgt samengesteld: Te
rugbetaling aan Zuiderzeefonds -300.000 is
restant, vervalt. Bijdrage calamiteuze pol
ders van 400.000 brengen op 300.000, be
spaard 100.000. Bijdrage afwatering
Zeeuwsch-Vlaanderen 123.000 is restant,
[vervalt dus 123.000. Winter- en Storm
schade van 300.000 brengen.op 200.000,
f 100.000. Uitkeering aan Zuiderzeefonds
.van 3S0.000 brengen óp 180.000, 200.000.
Idem van Zuiderzeesteunwet van 1.802.000
op 1.602.000, 200.000. Bijdrage aan Zui
derzeefonds ad 646.500;; van de veertien
termijnen zijn reeds tien betaald; de overi
ge vier kunnen eenige jaren worden uitge
steld, 646.500. In totaal 1.669.500.
Op de begrooting van het Verkeersfonds
3s een totale bezuiniging becijferd van
j 1.827.000, in hoofdzaak te vinden door het
overbrengen van verschillende posten naar
den kapitaaldienst.
De kosten der spoonvegen zouden met
'f 10.000.000 worden verminderd, o.a. door
Opheffing van verliesgevende lijnen
(ƒ800.000), opschorting afschrijvingen 4
rnillioen) en verminderde personeel-bezet-
ting 700.000). Door het afloopen der sub
sidieregeling kan 500.000 op de tramwegen
Worden bezuinigd.
Samenvoeging gemeenten
Tegenover den aandrang om door
samenvoeging van kleine gemeenten
op groote schaal bezuiniging te ver
krijgen, deelt de Regeering mede
niet bereid te zijn in die richting
stappen te doen.
Paraat voor conversie
Verlaging van den rentevoet wel
ke trouwens reeds in belangrijke mate
heeft plaats gehad kan op geen be
tere wijze worden bevorderd, dan door
versterking van het vertrouwen in do
publieke financiën. Dc Regeering heeft
goede hoop, dat in de daling van den
rentevoet de laagste grens nog niet is
bereikt en zal niet nalaten, zooveel in
haar vermogen ligt daartoe mede te
werken en op het juiste moment
daarvan profijt te trekken. Zij vraagt
ln het hierbij behoorende wetsontwerp
de machtiging, die zij behoeft om
daartoe te allen tijde paraat te zijn.
Loonen in het particuliere
bedrijf
Ten aanzien van dc algemeene loonposi-
fie wordt opgemerkt, dat de aanpassing,
hoewel reeds merkbaar, niet overal even
ver is voortgeschreden. De rechtstreeksche
invloed der regeering is hier beperkt; zij
kan slechts ten aanzien van overheidsper
soneel onmiddellijk ingrijpen; overigens kan
zij indirect invloed oefenen door voorwaar
den bij steunverleening aan bedrijfstakken
of door steunonthouding aan werkloozen uit
bedrijfsgroepen, waarin de loonen onvol
doende zijn aangepast.
Bijzondere bevoegdheden
Wat den vórtn van het besparingsontwerp
betreft, de regeering heeft zich beijverd de
te treffen regelingen zooveel mogelijk in de
OrltWotpen' wettelijke voorschriften volledig
uit te werken. Op sommige puhten was dit
echter niet mogelijk. Daar heeft zij een
meer algemeene machtiging aan den wet
gever moeten vragen. Zij heeft dit gedaan
in den vorm van een aan de Kroon voor
behouden bevoegdheid, om al dan niet bij
algemeenen maatregel van bestuur van be
staande wettelijke bepalingen te mogen af-
Dezc bijzondere bevoegdheden zullen
met uitzondering van die op het terrein van
het verkeer, waarvoor een kortere termijn
wordt voorgesteld worden gebonden aan
een termijn van uiterlijk vijf jaar.
Na deze opmerkingen gaat de regeering
over tot een gedetailleerde opsomming van
de ontworpen maatregelen, welke wij elders
in dit blad onder andere hoofden hebben
saamgevat.
Onderwijzers worden door
kweekelingen vervangen.
Geen drastische verlaging
van salarissen.
Aantal Leerstoelen wordt
ingekrompen.
Concentratie van de
apothekersopleiding te Leiden
In het groote bezuinigingsplan ddr Re
geering worden een aantal maatregelen aan
gekondigd welke een vermindering van de
uitgaven beoogen hij het hooger-, gymnasi
aal-, middelbaar- en lager onderwijs.
U.L.O. Cursus 4 jaar
Voorgesteld wordt de duur van 'de cursus
Voor UX.O. tot ten hoogste 4 jaar te beper
ken, omdat er sommige U.L.O. scholen zijn.
Welke trachten met de II.B.S. met 5-jarigcji
cursus te concurreeren.
De kweekeling met acte
Verdere belangrijke bezuiniging op de
tosten van het l.o. is volgens de regeering
alleen te hereiken, hetzij door belangrijke
.verlaging der salarissen, hetzij door her
nieuwde wijziging der leerlingenschaal. Wan
neer van een drastische salarisvermindering
Wordt afgezien, is dus wijziging der leerlin-
genschaal niet te ontgaan.
Echter van Verdere ve'rhooging van
de leerlingenschaal zou het resultaat
zijn, dat op groote schaal onderwijzers
werden vervangen door kweekelingen
met akte, zonder dat voor de rechtspo-
sitiel dezer laatsten ook maar iets werd
gedaan.
Veel meer aangewezen schijnt het,
het instituut van kweekelingen met
akte een wettelijke basis te geven;
hem een bepaalde belooning te verze
keren; maar dan ook gelijktijdig te re-
regelen, in welken omvang hij gelei
delijk voor den gewonen onderwijzer
in de plaats moet treden.
Wordt deze weg ingeslagen, zegt de
Regeering, dan is ook den nieuwe ver
hooging van de cijfers der leerlingen-
schaal niet noodzakelijk, maar kan
met behoud der geldende getallen,
althans in hoofdzaak, het vereischte
resultaat worden bereikt.
Voorts zal voortaan bij het gewoon lager
pnderwijs de aanstelling van zgn. bovental
lige leerkrachten niet meer mogelijk zijn,
maar zal versterking voortaan alleen dooi
aanstelling van een kweekeling mogelijk
Worden.
Op het oogenblik is het totaal salaris der
nog in dienst zijnde boventallige leerkrach
ten ongeveer 5Yz milliocn. Dit zal geleidelijk
in den vorm van wachtgeld van de gemeen
ten naar liet Rijk worden overgebracht.
Onder deze omstandigheden was den keus
te doen uit twee maatregelen: een voorzie
ning om dc wachtgelden van boventalligen
ten. laste der gemeenten te brengen, é>f de
aanstelling yap boventalligen, met daaraan
ve'rbondcn het perspectief van aanzienlijke
wachtgeldlasten voor het Rijk, onmogelijk
maken. De laatste weg is gekozen, omdat do
eerste zeer onbillijk zou zijn tegenover de
gemeenten.
Minder subsidie voor
kweekscholen
Nu het niet meer mogelijk ls vóór Sep
tember 1935 een bevredigende regeling tot
stand te brengen nopens de vermindering
van het getal kweekscholen, is den bepaling
ontworpen dat de geheele opleiding van on
derwijzers tijdelijk wordt geremd en dus alle
-kweekscholen als gevolg daarvan een snel
afloopend subsidiebedrag zullen ontvangen.
Beperking bijzondere
scholen
Deze paragraaf beoogt een wettelijken
grondslag te geven voor de maatregelen tot
vermindering van het getal scholen voor bij
zonder lager onderwijs, waar dit, zonder dat
afbreu k wordt gedaan aan constitution eel e
beginselen, mogelijk is.
De regeering heeft betrouwbare aamvijzin
gen, dat, zoodra de voorgestelde voorzienin
gen zullen zijn tot stand gekomen, waardoor
het risico van verlies der waarborgsom, in
geval van schooloph effing om redenen van
doelmatigheid, van de schoolbesturen zal
zijn afgenomen, in een aantal gevallen tot
vrijwillige opheffing van bijzondere scholen
zal worden overgegaan.
Ook nadert het oogenblik, dat verschillen
de scholen gedurende drie achtereenvolgen
de jaren bezocht zijn door minder dan de
helft van het aantal leerlingen, waarvoor zij
bestemd waren volgens de opgave, bij de
aanvraag tot stichting overgelegd. Vrijwil
lige opheffing van deze scholen zal sterk
worden bevorderd, als daardoor, mits zij
tijdig tot stand komt, de eigendom der waar
borgsom kan blijven behouden.
De regeering heeft gemeend, zich te moeten
onthouden van maatregelen, die een recht-
strdeksche bemoeiing met de dislocatie van
het bijzonder onderwijs zouden beteekenen.
Het voorstel gaat niet verder, dan dat bet
aan de scholen, die in vroeger jaren zijn
opgericht, voor wat de aanspraak op ver
goedingen uit de openbare kassen aangaat,
de nonnen wil zien aangelegd, welke sedert
het tot stand komen van de wet van 4 Aug.
1933 voor de oprichting van nieuwe bijz.
scholen gelden.
Een school m.a.w., die na het tot stand
komen van genoemde wet rriet had kunnen
worden opgericht, zal, als het ontworpen
voorstel kracht van wet verkrijgt, in den
vervolge op vergoedingen uit de' openbare
kassen niet langer recht hebben.
De regeering is er zich van bewust, dat da
voorgedragen regeling geen bevrediging zal
schenken aan wie een geheel uniforme be
handeling van het cpenb. en bet bijz. onder
wijs verlangen. Zij herhaalt hier echter nog
maals, dat h.i. gelijke behandeling onder on
gelijke omstandigheden geen recht, maar
onrecht is, dat m.a.w. liet verschil in positie
van het openbaar en het bijzonder onderwijs
verschil in behandeling een eisch .van recht
doet zijm
Komt de voorgedragen regeling tot stand,
dan zullen, afgezien van dc bovenaangedui-
de gewichtige omstandigheden, naar gelang
van de grootte der gemeenten, bijzondere
scholen voor g. 1. o. met minder dan 60,
120 of 150 leerlingen in den regel geen i
spraak hebben op vergoedingen uit dc open
bare kassen.
Pensioenen op 6o-jarigen
leeftijd
Zeer veel jeugdige personen, in het bezit
van de voor het geven van L. O. vereischt'
akte, loopen zonc'er betrekking rond en éei
groot aantal onderwijzers is op wachtgeld
gesteld. Het is wel zeker, zegt de Regeering,
dat, indien de jonge onderwijzers eerst vele
jaren na het behalen van de onderwijzers
akte voor bet eerst voor de klasse komen te
staan, zij voor het geven van onderwijs min
der geschikt zullen zijn geworden. Ditzelfdi
geldt voor de onderwijzers op wachtgeld.
Zonder de lasten van het heden naar de
toekomst te verschuiven, kan, naar de mee
ning der regeering, een belangrijke verbete
ring worden verkregen door de doorstroo
ming van onderwijzend peisoneel tc bevor
deren. Het komt der regecring voor, dat het
verkiesclijkste systeem is dc pensionneering
der oudere leerkrachten en wel van hen, die
den leeftijd van zestig hebben bereikt.
Onmiddellijk komen 1626 personen voor
voorloopige pensionneering in aanmerking.
Reeds 1322 plaatsen kunnen door' wachtgel
ders worden ingenomen. Het verschil tus-
sclien jaarwedden en wachtgelden eener-
zijds en do voorloopige pensioenen ander
zijds vormt een roohtstreeksche bate. Er
blijven dan nog rond 1100 wachtgeldei's over
onder wie er een zeker aantal is. dat niet of
uiterst moeilijk voor een herplaatsing in
aanmerking komt.
Er wordt voorgesteld, als regel aan
de gemeenten en schoolbesturen geen
rijksvergoeding wegens onderwijzers-
jaanvedden meer te verleenen voor
onderwijzers van zestig jaar en ouder,
en de wachtgeldregeling aldus te wij
zigen, dat geen wachtgeld zal worden
toegekend aan hen, voor wie aan
spraak op voorloopig pensioen bestaat.
De maatregel zal tot 1 Septerber 1940
gelden
Schoolgeldhefjing
Met het oog op de bezwaren, voort
vloeiende uit het feit, dat de L.O.-wet-1920
het schoolgeld afhankelijk stelt van den
aanslag in de inkomstenbelasting, wordt
een nieuwe lezing van het artikel der wet
voorgesteld, waarin gezegd wordt, dat de
heffing geschiedt met inachtneming van de
geldelijke draagkracht der schoolgeldplicli-
tigen.
Het wordt bovendien mogelijk om voor de
heffing van schoolgeld niet uitsluitend naar
het inkomen over de periode van een jaar
te zien, maar de heffing toe te staan gedu
rende den tijd, waarin het gezin voldoende
inkomsten heeft om iets voor het onderwijs
der kinderen uit te leggen, al blijft het jaar
bedrag van het inkomen beneden de alge
meen voor belastingheffing aanvaarde norm.
Vergoeding terreinen en ge>
bouwen en terugbetaling
waarborgsommen aan bijz
scholen
De laatste jaren werd van verschillende
zijden bezwaar gemaakt tegen de in het
eerste lid van art. 205 der L.O.-wet 1920 be
doelde jaarlijks uit te keeren vergoeding
door de gemeenten aan de schoolbesturen.
Na onderzoek bleken deze bezwaren juist te
zijn. De schoolbesturen ontvangen volgens
de huidige regeling een vergoeding welke
zooveel ten honderd bedraagt als de 3 pet.
certificaten N.W.S. op den eersten beursdag
van het jaar der schatting afwerpen, ver
meerderd met een half pet.
Werd in 1920 een rente, berekend
den beurskoers van 3 pet. certificaten N.W.S.
voldoende geacht, het is wel zeker, dat
thans met een lager percentage kan worden
■olstaan. Voorgesteld wordt daarom bedoeld
percentage van 1 Januari 1936 af vast te
stellen op 5.
Hiermede is men gebleven in de gedachte
welke aan art 205 ten grondslag ligt. De in
1920 tot stand gekomen regeling kan echter
niet bevredigen. Het is niet juist, dat in de
uitkeering welke de schoolbesturen ontvan
gen, het element der waardevermindering
niet afzonderlijk tot uitdrukking komt. Ge
zocht is daarom naar een oplossing, welke
overeenkomstig het oorspronkelijk voorge
stelde art. 205 met dezen factor wel reke
ning houdt. Hierin is de mogelijkheid voor
de schoolbesturen geopend om voor hun
terreinen en gebouwen een uitkeering ineens
te ontvangen.
Bij het bepalen van de uitkeering is uit
gegaan van de geschatte waarde vai
inen en gebouwen, bedoeld in het
ste lid van art. 205 der Lager Onderwijswet
1920. Intusschen komt het redelijk voor,
dat niet de volle geschatte waarde aan de
schoolbesturen wordt uilgekeerd. Immers,
indien thans de volle geschatte waarde zou
worden uitgekeerd, zou dit beteekenen, dal
met terugwerkende kracht tot 1921 aan de
schoolbesturen een vergoeding werd uitge
keerd wegens de waardevermindering der
gebouwen, die zich in deze periode voltrok
ken heeft. Hiervoor bestaat geen aanlei
ding. Indien als waardevermindering sedert
1921 d.w.z. over veertien jaar een per
centage van' 20 pet. wordt aangenomen, is
dit percentage niet aan den hoogen kant.
Aangenomen mag worden, dat een zoodani
ge uitkeering de schoolbesturen in staat zal
stellen de op de terreinen en gebouwen
restende schulden af te lossen. Voor de ge
meenten betee-kent deze regeling een aan
merkelijke bezuiniging. Het schijnt wensclié-
lijk, het aanvaarden van deze uitkeering in
eens voor de schoolbesturen niet dwingend
voor te schrijven.
Het is gewenscht rekening te houden met
de rechten, welke tot dusver voor deze gol
den. Aan de schoolbesturen wordt de keu-
gelaten. Intussohen zal het voor de ge
meenten in sommige gevallen mogelijk
moeten zijn op het verzoek van een school
bestuur om de uitkeering ineens afwijzend
te beschikken.
In verband met de daling van den alge
meenen rentestand komt het billijk voor. dat
het ln art. 86, eerste lid, der Lager Onder
wijswet 1920 genoemd percentage van 6
,'ordt verlaagd.
Verder beoogt het ontwerp de bezwaren
weg te nemen, die op grond van de be
staande bepalingen der Lager Ondenvijswet
1920 in.financieel opzicht voor de schoolbe
sturen ontstaan bij de door hen te verleenen
medewerking aan de concentratie van bij
zondere lagere scholen.
Geen opheffing van Unl
versiteiten
Bij de afdeeling Hooger Onderwijs worden
geen voorstellen gedaan tot opheffing van
een der universiteiten of van een of meer
faculteiten. Wel is de regeering er op be
dacht het aantal leerstoelen, waar mogelijk,
te beperken. De beslissing in dezen zin
werd haar gemakkelijker gemaakt, toen het
uitzicht werd geopend, dat het Rijksaandeel
in do kosten van het stads- en academisch
ziekenhuis te Groningen zooveel verlaagd
zal kunnen worden, dat een besparing van
circa 70.000 zal worden bereikt.
Concentratie der apothe
kers-opleiding
De regeering aoht het wel wenschclijk,
analoog aan de tandartsopleiding te Utrecht,
de opleiding tot apotheker op één plaats
(Leiden) te concentreeren. Hierdoor kan
een belangrijke besparing worden verkre
gen. Ook Amsterdam in deze concentratie
te betrekken, wordt noodig geoondeeld.
Verder zal nog bezuiniging worden be
reikt door het treffen van maatregelen tot
samenwerking tusschen de Rijksuniversitei
ten, de gemeentelijke universiteit te Am
sterdam, de Landbouw- en de Technische
Hoogesohool en de Ned. Handelshoogeschool,
waarbij in het bijzonder zal worden gestreefd
naai* beperking van het dezelfde materiën
doceerend personeel, dat aan deze gezamen
lijke inrichtingen van hooger onderwijs
werkzaam is.
Eindexamen FI.B.S.
De regeering meent, dat. het uniforme
eind-examen der H.B.S. leidt tot noodeloozo
verhooging der kosten van het onderwijs.
Een voorgedragen nieuwe regeling beoogt:
a. de gelegenheid te scheppen het eindexa
men af to leggen uitsluitend voor de vak
ken, waarin de leerlingen het onderwijs ten
einde toe hebben gevolgd, en b. voor de af
gifte van einddiploma's aan andere leerlin
gen een regeling bij Alg. Maatregel van Be
stuur mogelijk te maken.
Voorts wordt voorgesteld het recht tot af
leggen van academische examens alleen te
verbinden aan het bezit van een einddiploma
met bepaalde cijfers voor de in verband
met de gekozen studierichting belangrijkste
vakken. Een der meest sprekende voorbeel
den van hetgeen hiermede wordt beoogd, is
het stellen van den eisch van het bezit van
een einddiploma met bepaalde cijfers voor
de wiskundige vakken voor hen, die aan de
Technische Hoogeschool te Delft examens
wenschen af te leggen.
Vermindering aantal klassen
ITet voorstel beoogt de omzetting van
schillende hoogere burgerscholen in scholen
met driejarigen cursus mogelijk te maken
cn tevens, voor wat het bijzondere onder
wijs aangaat (het Rijk heeft geen gymna
sia of lycea) in bepaalde gevallen ook mo
gelijk te maken, dat" scholen voor voorbe
reidend hooger onderwijs, die niet ver van
andere dergelijke scholen zijn gelegen
slechts vier klassen zullen omvatten.
Specificatie
Een specificatie van de te treffen bezui
nigingen op onderwijsgebied laten wij hier
onder volgen:
Vervanging onderwijzers door kweekelin
gen 8 a 9.000.000; verhooging leerlingen-
schaal U.L.O. 1.500.000; beperking aantal
bijzondere lagere scholen 1.000.000; in
krimping aantal kweekscholen 1.500.Q00.
bezuiniging R.U. te Leiden (opheffing van
een der theologische leerstoelen of het He-
breeuwsch, idom van den leerstoel in de
Fransche taal- en letterkunde en van een
der leerstoelen of het lectoraat in de ster
renkunde) 25.500; bezuiniging R.U. te
Utrecht (opheffing van een der theologische
leerstoelen of het Hebreeuwsch, id. van den
leerstoel in het Volkenrecht, dien in de so
ciale geneeskunde en dien in de volken
kunde; niet-vervul ling van den leerstoel in
sterrenkunde na aftreding van den tegen-
woordigen functionaris) f 41.100 en vermin
dering van onderwijsverpleegdagen in het
Stads, en Academisch ziekenhuis te Utrecht
f 37.500; bezuiniging R. U. te Groningen (op
heffing van een der thcol. leerstoelen of het
Hebreeuwsch f 8900; bezuiniging ziekenhuis
f 70.000; vermindering onderwijsverpleegda
gen in het Prov. Stads- en Acad. ziekenhuis
f 5.324); bezuiniging T.H. te Delft (opheffing
van een der leerstoelen in de wiskunde en
van den leerstoel in de technologie der oliën
en vetten) f 21.300; wijziging positie assis
tenten f 25.000; bijdragen internaten bijz.
kweekscholen f 34.500; bijdragen vakstudie
cursussen buitengew. l.o. f 1.000; bijdragen
internaten zwakzinnigenscholen f 9.000. bij
drage kweekschool bewaarschoolonderwijze
ressen te Leiden f 500; bijdrage vormschool
bewaarschoolonderwijzeressen te Amsterdam
f 375; bijdrage Het Ned. Schoolmuseum to
Amsterdam f 800; bijdrage schoolmuseum te
Groningen f 150; bijdrage centr. ver. voor
School- en Werktuinen f 425; bijdrage Licht
beeld envereeniging f 825; bijdrage Johanna
Stichting te Arnhem f 200 bijdragen Jeugd
organisaties f 925; Kon. Ned. Gen. v. gesl. en
wapenkunde f 500; subsidies monumente©-
restauratie f 10.000; „Ver. Hendrick de Key-
ser" f 1000; Bond „Heemschut" f 1000. „Ver.
de Hollandsche Molen f 800; Fléhité Amers
foort f 115; Rembrandthuis Amsterdam f 300;
Bijbelsch Museum Amsterdam f 200; Mu
seum Aziatische Kunsten Amsterdam f 440;
Bilderdijkmuseum Amsterdam f 80; Ned.
Openluchtmuseum Arnhem f 3S0; Edams
Museum f60; Oranje Nassau museum f 100;
Museum van Oudheden Groningen f 200;
Mus. v. Kunstnijverheid Haarlem f 360;
Prov. Museum 's Hertogenbosch f 190; Hidde
Nijlandstichting Hindeloopen f 25; West-
Friesch museum Hoorn f 100; Princesseliof
Leeuwarden f 110;Ned. Hist. Natuurw. mu
seum Leiden f 250; Museum Maastricht
(Oudheidk.) f 220; Natuurhist. Museum
Mastricht f 260; Heilige Landstichting Nij
megen f 260; Huygens Museum Voorburg
f 260; R. Romm. v. Graadm. en W. f 5.400;
Muziekdram. kunst f 750; Toonkunst f 600;
Ned. Volkszangbond f 600; Muziekbibl. Den
Haag f 400; Muzikale comp. f 1000; Tooneel-
school Amsterdam f 300; Opdrachten aan
kunstenaars f 2000; Liederen v. Groot-Neder
land f 2000; Vondelsuitga ve f 4250; The
sponges of the baby of Napels f 4000; Alg.
Ned. Verbond f 3000; Ned. Econ. Iiist Ar
chief f 1.500; Leerstoel Londen f 1000; Ram
say Mem. Fellowship f 300; Reg. comité
Kunsttentoonst. f 500; Ned. Centr. Film
archief f 100; Prijskampen f 4.800; Holland
Instituut Frankfort f 500; Reserve f 4000;
bijdragen van buitengemeenten voor H.B.S.
en Gymnasia f 700.000,
De Armenraden worden opgeheven Samenwerking
van kleine gemeenten Paraat voor Conversie
Wijziging van de dienstplichtwet Invoering van het
Capitulantenstelsel
In het groote' bezuinigingsplan der Rcgee-
ring worden de volgende besparingen
aangegeven bij de verschillende departemen
ten:
BUITENLANDSCHE ZAKEN
De specificatie! luidt:
Beperking van het aantal kanseliers op
diplomatieke cn consulaire posten f 50.000;
besparing op personeelskosten van het de
partement f 1-1074; vermindering van de
dienstuitgaven der gezantschappen en con
sulaten f S8.000; vermindering van do kos
ten van voorlichting f 39.618: vermindering
van de geheime uitgaven f 31.800.
JUSTITIE
Voorgesteld wordt, naast een aantal ad
ministratieve maatregelen, beperking v
het rechtsmiddel van verzet in strafzaken
van hooger beroep in strafzaken. Voorts
wordt vooigesteld overbrenging van het
grootste gedeelte van de werkzaamheden
der deurwaarders in strafzaken naar de pos
terijen.
De door het ontwerp te verkrijgen bespa
ring, als de aan de deurwaarders toe te
kennen wachtgelden zullen zijn afgeloopert
kan op grond van voorloopige berekeningen
voor den Staat op ongeveer 200.000 jaar
lijks worden gesteld; de kosten van mede-
deelingen van strafzaken dalen n.l. voor
den openharen dienst met omstreeks
26.500 op ongeveer 65.000,
Specificatie
De specificatie voor dit Departement
luidt:
Vervallen van de Kon. machtiging aan
openbare instellingen ingevolge de artt 947
cn 1717 B.W. tot het aannemen van erfla
tingen en schenkingen 20.000; besparing
op kosten van de notarieele examencommis
sie 2000.afschaffing van de verplichte
conclusie van het O.M. bij den Hoogen Raad
in belastingzaken 9000; herziening wacht
geldregeling 1917 voor de wachtgelders van
de Raden van Beroep (O.) 8000.vermin
dering vavantiegeld van voorzitters en leden
van Raden van Beroep (DB) 8000.be
zuiniging op crimineele psydhopathenzorg
100.000 ;besparingen op het Rijkstucht- en
opvoedingswezen 60.000; beperking proces
sen-verbaal en vereenvoudigde aanteekening
van vonnissen in kantongerechtsstrafzaken
50.000; beperking van verzet en hooger
beroep in strafzaken 80.000; overbrenging
van het grootste gedeelte van de werkzaam
heid der deurwaarders in strafzaken naai' de
posterijen 200.000—,
BINNENLANDSCHE ZAKEN
Opheffing van Armenraden
Dc regeering doet dit voorstel in de ver
wachting, dat het instituut opvoedend zal
hebben gewerkt en dat de taak der armen
raden althans ten deele zal worden overge
nomen door de instellingen van armenzorg.
Waar deze verwachting ijdel mooht blijken
en wederinstelling van een armenraad on
vermijdelijk is, zal de regeering, zoodra dc
financieele toestand dit slechts eenigszins
gedoogt, tot wederinstelling van den raad
overgaan. In elk geval moet voor 1941 nader
worden overwogen, of de toestand, ontstaan
door opheffing van de armenraden, al of
niet moet worden bestendigd.
Naast een herberekening van de pensi
oenen wordt voorgesteld een wijziging van
de gemeentewet. Kleine gemeenten moeten
worden verplicht twee der functies van bur
gemeester, secretaris en ontvanger in één
persoon te vereenigen. Zoodra het zielental
boven 5000 stijgt, behoort aan den raad de
bevoegdheid toe te komen, de cumulatie, te
doen eindigen.
De bedoeling is voorts, mogelijk te maken,
dat gemeenten tot samenwerking bij de be
hartiging van eenig belang worden ver
plicht, ook als geen enkel gemeentebestuur
den wensch tot samenwerking heeft geuit.
Voor tal van vraagstukken zal nu een op
lossing mogelijk worden.
Bij algemeene maatregel van bestuur zul
len maxima worden vastgesteld voor de,
voor de verpleging in rekening te brengen,
bedragen. Uiteraard zal zij slechts worden
toegepast ten aanzien van gestichten, die
weigeren, aan redelijke bezuinigingen mede
te werken. Het ligt geenszins in de bedoe
ling, de zelfstandigheid der gestichten of 't
peil der verpleging aan te tasten.
Specificatie
De specificatie luidt: Besparing krankzin
nigenwezen (verpleging van Rijkspatiënten
in niet-Rijksgestichten) f 30.000; dienststuk-
ken Alg. Armencommissie (te brengen voor
rekening van de gemeenten) en reiskosten
leden Armencommissie f 14.234; besparing
van salarissen enz. in verband met de op
heffing van de Armenraden f 79.272; bespa
ring op kosten van propaganda, consoliJce-
ring en schietoefeningen van den Bijz. Vrijw
Landstorm f 25.000; huisvesting Provin
ciale besturen f25.880: afloopende bijdrage
voor uitkeering aan Limburg, wegens gemis
van mijnrecht f 20.000; gezinspersoonskaar-
ten stelsel f 12.000; materieele behoeften
Centrale Commissie voor de Filmkeuring
f 2S5; onvoorziene uitgaven f 10.000; diverse
kleine besparingen f 6.060; vermindering
materieele uitgaven op verschillende artike
len f -40.000; ondersteuning behoeftige Neder
landers in het buitenland in vert»and met
daling van het aantal steungevallen en ver
laging van tarieven door aanpassing aan
de Duitsche steun normen f200.000; subsi- i
dién; Burgerwachten f 45.000; Ned. Roode
Kruis f 4 400; Kon. Ned. Brandweervereen.
f400; Union Interparlementaire-f500; In-
stitut International des Sciences admini-
stratives f25; Union Int. pour l'Etude Scien-
tifique des Problèmes de Population f 500;
Centr. Ver. voor Zenuw- en Zielszieken f 150.
FINANCIEN
In aansluiting aan het medegedeelde in
het algemeene gedeelte, kan ter'toelichting
worden volstaan met de opmerking, dat de
daling van den rentestand tot uitdrukking
dient te komen in den rentevoet der Natio
nale Schuld. Zoodra zich een geschikte ge
legenheid daartoe voordoet zal derhalve
langs den weg van conversie een vermin
dering van de uitgaven wegens Staats
schuld tot stand moeten worden gebracht.
Het is daarom gewenscht, dat de bevoegd
heid voorhanden is, krachtens welke do
minister van Financiën zonder verwijl dc
noodige stappen kan doén. Welke leeningen
voor conversie in aanmerking zullen komen
is thans niet met kans op volledigheid te
bepalen, waarom de vermelding ervan is
achterwege gelaten en de bevoegdheid zoo
ruim mogelijk is gesteld.
Specificatie
De specificatie voor dit departement luidt:
Inkrimping techn. dienst Rijksgebouwen
dienst in verband met besparing op nieuw
en verbouw f 10.000; reorganisatie Rijks-
Inkoopbureau door inkrimping van de be
moeienis van dat bureau bij aanschaffing
van goederen voor Rijksdiensten en -instel
lingen f25.000; onvoorz. uitg. Hoofdst. VII A
f 10.000; id. Hoofdst VII B f 10.000; afschaf
fing van de bladschrijvers op de hypotheek-
kantoren f 100 000; afschaffing van den af
zonderlijken dienst van de Grondbelasting
f 55.000; uitstelling vervanging van een
vaartuig der visscherijpolitie^f 15.000; reorg.
dom. voorschriften t.a.v. den domeindienst
f 5000; beperking c.q. liquidatie visscherijtoo
zicht f50.000; wijziging van de be/handeling
de Statistiek Inkomstenbelasting f 20.000;
.erschillende bezuinigingen bij den belas
tingdienst f60.000; tijdelijke wijziging van)
de muntwet f3.250.000; tijdelijke overbren
ging uitkeeringen wegens afschrijving door
de bedriiven. naar den cawnnen dienst
DEFENSIE
Wijziging van de Dienstplichtwet
Het zijn in de eerste plaats redenen van
geldelijken aard, die aanleiding tot het in
dienen van een voorstel tot wijziging der
Dienstplichtwet hebben gegeven.
Als de voornaamste maatregelen,
waarvoor wetswijzigingen worden voor
gesteld, mogen worden beschouwd, die
welke strekken tot:
vermindering van het beroepsperso-
neei, waartoe ten deele in samen
hang met het capitulantenstelsel
noodig is verlenging van den duur der
eerste oefening voor do onbereden
onder-officiers-adspixanten der land
macht en voor de dienstplichtigen van
de zeemacht;
vervroeging van de inschrijving voor
den dienstplicht, waardoor meer tijd
voor dc keuring beschikbaar zal ko
men cn deze voor een grooter deel in
handen van officieren van gezondheid
kan worden gelegd, wat tot bezuini
ging zal leiden en aan de eenbeid in
de keuringsuitspraken ten goede zal
komen;
vervallen van het inschrijven voor
den dienstplicht, van personen, die,
evenals hun wettelijke vertegenwoor
diger, buiten Nederland wonen;
aanvulling van de sterkte der lich
ting ter voorziening in de tekorten,
welke, ontstaan door het verleenen van
vrijstelling van opkomst bij mobili
satie;
reorganisatie van de compagnieën
hospitaalsoldaten in dien zin, dat met
een lager getal dienstmaanden voor
de daartoe behoorende dienstplichti
gen kan worden volstaan.
Van voorstellen tot het verhoogen
van het contingent en het verlengen
van den eerste-oefeningstijd voor een
deel van de landmacht, gepaard me!
afschaffing van een deel der burger-
corveeërs. is afgezien.
Het capitulantenstelsel
De Regeering heeft zich kunnen vereeni
gen met de denkbeelden van de Commissi e-
Idenburg inzake het zgn. capitulantenstel
sel, met uitzondering evenwel van het voor
stel ten aanzien van de dienstplichtigen -
der zeemacht
Overigens acht de Regeering het niet mo
gelijk de door de Commissie-Ideniburg ge
noemde aantallen capitulanten te bereiken
omdat de burgerlijke Overheids- cn semi-
ovei'heidsdiensf niet een voor die getallen
voldoend aantal betrekkingen ter beschik
king heeft.
Uiteraard zal dit tot gevolg hebben, dat
ook het door de commissie becijferde te be
zuinigen bedrag niet zal verkregen kunnen
1 worden. Echter maakt de toestand van de
publieke geldmiddelen, zoowel hier te lande
als in Noderl.-Indië, het dringend nood
zakelijk, om dit bedrag zooveel mogelijk te
benaderen, en dientengevolge meent de Re
geering. dat ten aanzien van het benoemen
van militairen en gewezen militairen in
burgerlijke betrekkingen thans moet wor
den heengestapt over bezwaren, welke vroe
ger als zeer gewichtig, zoo niet overwegend,
werden erkend.
Vandaar, dat nu een regeling is ontwor
pen, waarbijalle Overheids- en semi-over-
heidsorganen betrokken zullen zijn.
Op den voorgrond zij gesteld, dat de Re
geering met de Commissie-Idenburg van
meening is, dat ten aanzien van de onder
scheiden officierskorpsen het capitulanten
stelsel bezwaarlijk toepassing zal kunnen
vinden.
De Regeering denkt aan een zestal cate
gorieën van militairen en gewezen militairen
die naar het oordeel der Regeering in aan-