De bezuinigingen bij het onderwijs Verdere departementale bezuinigingen MAANDAG 29 APRIL 1935 EERSTE BLAD PAG 2 spraken van de reeds in dienst zijnde tot deze categorie behoorende ambtenaren (b.v. door uitkeering van do te hunnen behoeve gekweekte wiskundige reserve of door te rugbetaling van de eigen bijdragen of door ivoor hen te reserveeren het bedrag, dat zij zouden hebben ontvangen, indien zij op 1 Januari 1936 gepensionneerd waren of op eenige andere wijze). Enkele punten van minder belang, die de commissie bovendien nog zal hebben te onderzoeken, mogen hier kortheidshalve onvermeld blijven. Hetzelf de onderzoek zal uiteraard ook plaats heb ben met betrekking tot de militaire pen sioenwetten. De besprekingen hierboven vermeld, wel ke op de hoofdstukken III, IV, V, XIII, X en Xa verkregen zullen worden, bestaan, voor zoover zij geen wetswijziging vorderen en uit dien hoofde hierachter nader zullen worden toegelicht, uit een reeks maatrege len van minder ver gaande strekking, wel ke straks op de ontwerp-begrooting voor 1916 tot uitdrukking gebracht zullen worden en die om die redenen te dezer plaatse niet nader uitgewerkt behoeven te worden. Financiën Hetzelfde geldt, ook ten "deele voor Hoofd stuk VHb. De wijzigingen in dit hoofdstuk zijn voor 400.000 een gevolg van verschil lende op de begrooting voor 1936 tot uit drukking komende besparingen, voor J 3.250.000 een gevolg van de hierachter opgenomen tijdelijke wijziging van de Muntwet en voor een bedrag van 6.000.000 een gevolg van een tijdelijke stopzetting van dc reserveering van de bedrijven. Waterstaat De besparing van rond 1-1.000.000 op Waterstaat is als volgt samengesteld: Te rugbetaling aan Zuiderzeefonds -300.000 is restant, vervalt. Bijdrage calamiteuze pol ders van 400.000 brengen op 300.000, be spaard 100.000. Bijdrage afwatering Zeeuwsch-Vlaanderen 123.000 is restant, [vervalt dus 123.000. Winter- en Storm schade van 300.000 brengen.op 200.000, f 100.000. Uitkeering aan Zuiderzeefonds .van 3S0.000 brengen óp 180.000, 200.000. Idem van Zuiderzeesteunwet van 1.802.000 op 1.602.000, 200.000. Bijdrage aan Zui derzeefonds ad 646.500;; van de veertien termijnen zijn reeds tien betaald; de overi ge vier kunnen eenige jaren worden uitge steld, 646.500. In totaal 1.669.500. Op de begrooting van het Verkeersfonds 3s een totale bezuiniging becijferd van j 1.827.000, in hoofdzaak te vinden door het overbrengen van verschillende posten naar den kapitaaldienst. De kosten der spoonvegen zouden met 'f 10.000.000 worden verminderd, o.a. door Opheffing van verliesgevende lijnen (ƒ800.000), opschorting afschrijvingen 4 rnillioen) en verminderde personeel-bezet- ting 700.000). Door het afloopen der sub sidieregeling kan 500.000 op de tramwegen Worden bezuinigd. Samenvoeging gemeenten Tegenover den aandrang om door samenvoeging van kleine gemeenten op groote schaal bezuiniging te ver krijgen, deelt de Regeering mede niet bereid te zijn in die richting stappen te doen. Paraat voor conversie Verlaging van den rentevoet wel ke trouwens reeds in belangrijke mate heeft plaats gehad kan op geen be tere wijze worden bevorderd, dan door versterking van het vertrouwen in do publieke financiën. Dc Regeering heeft goede hoop, dat in de daling van den rentevoet de laagste grens nog niet is bereikt en zal niet nalaten, zooveel in haar vermogen ligt daartoe mede te werken en op het juiste moment daarvan profijt te trekken. Zij vraagt ln het hierbij behoorende wetsontwerp de machtiging, die zij behoeft om daartoe te allen tijde paraat te zijn. Loonen in het particuliere bedrijf Ten aanzien van dc algemeene loonposi- fie wordt opgemerkt, dat de aanpassing, hoewel reeds merkbaar, niet overal even ver is voortgeschreden. De rechtstreeksche invloed der regeering is hier beperkt; zij kan slechts ten aanzien van overheidsper soneel onmiddellijk ingrijpen; overigens kan zij indirect invloed oefenen door voorwaar den bij steunverleening aan bedrijfstakken of door steunonthouding aan werkloozen uit bedrijfsgroepen, waarin de loonen onvol doende zijn aangepast. Bijzondere bevoegdheden Wat den vórtn van het besparingsontwerp betreft, de regeering heeft zich beijverd de te treffen regelingen zooveel mogelijk in de OrltWotpen' wettelijke voorschriften volledig uit te werken. Op sommige puhten was dit echter niet mogelijk. Daar heeft zij een meer algemeene machtiging aan den wet gever moeten vragen. Zij heeft dit gedaan in den vorm van een aan de Kroon voor behouden bevoegdheid, om al dan niet bij algemeenen maatregel van bestuur van be staande wettelijke bepalingen te mogen af- Dezc bijzondere bevoegdheden zullen met uitzondering van die op het terrein van het verkeer, waarvoor een kortere termijn wordt voorgesteld worden gebonden aan een termijn van uiterlijk vijf jaar. Na deze opmerkingen gaat de regeering over tot een gedetailleerde opsomming van de ontworpen maatregelen, welke wij elders in dit blad onder andere hoofden hebben saamgevat. Onderwijzers worden door kweekelingen vervangen. Geen drastische verlaging van salarissen. Aantal Leerstoelen wordt ingekrompen. Concentratie van de apothekersopleiding te Leiden In het groote bezuinigingsplan ddr Re geering worden een aantal maatregelen aan gekondigd welke een vermindering van de uitgaven beoogen hij het hooger-, gymnasi aal-, middelbaar- en lager onderwijs. U.L.O. Cursus 4 jaar Voorgesteld wordt de duur van 'de cursus Voor UX.O. tot ten hoogste 4 jaar te beper ken, omdat er sommige U.L.O. scholen zijn. Welke trachten met de II.B.S. met 5-jarigcji cursus te concurreeren. De kweekeling met acte Verdere belangrijke bezuiniging op de tosten van het l.o. is volgens de regeering alleen te hereiken, hetzij door belangrijke .verlaging der salarissen, hetzij door her nieuwde wijziging der leerlingenschaal. Wan neer van een drastische salarisvermindering Wordt afgezien, is dus wijziging der leerlin- genschaal niet te ontgaan. Echter van Verdere ve'rhooging van de leerlingenschaal zou het resultaat zijn, dat op groote schaal onderwijzers werden vervangen door kweekelingen met akte, zonder dat voor de rechtspo- sitiel dezer laatsten ook maar iets werd gedaan. Veel meer aangewezen schijnt het, het instituut van kweekelingen met akte een wettelijke basis te geven; hem een bepaalde belooning te verze keren; maar dan ook gelijktijdig te re- regelen, in welken omvang hij gelei delijk voor den gewonen onderwijzer in de plaats moet treden. Wordt deze weg ingeslagen, zegt de Regeering, dan is ook den nieuwe ver hooging van de cijfers der leerlingen- schaal niet noodzakelijk, maar kan met behoud der geldende getallen, althans in hoofdzaak, het vereischte resultaat worden bereikt. Voorts zal voortaan bij het gewoon lager pnderwijs de aanstelling van zgn. bovental lige leerkrachten niet meer mogelijk zijn, maar zal versterking voortaan alleen dooi aanstelling van een kweekeling mogelijk Worden. Op het oogenblik is het totaal salaris der nog in dienst zijnde boventallige leerkrach ten ongeveer 5Yz milliocn. Dit zal geleidelijk in den vorm van wachtgeld van de gemeen ten naar liet Rijk worden overgebracht. Onder deze omstandigheden was den keus te doen uit twee maatregelen: een voorzie ning om dc wachtgelden van boventalligen ten. laste der gemeenten te brengen, é>f de aanstelling yap boventalligen, met daaraan ve'rbondcn het perspectief van aanzienlijke wachtgeldlasten voor het Rijk, onmogelijk maken. De laatste weg is gekozen, omdat do eerste zeer onbillijk zou zijn tegenover de gemeenten. Minder subsidie voor kweekscholen Nu het niet meer mogelijk ls vóór Sep tember 1935 een bevredigende regeling tot stand te brengen nopens de vermindering van het getal kweekscholen, is den bepaling ontworpen dat de geheele opleiding van on derwijzers tijdelijk wordt geremd en dus alle -kweekscholen als gevolg daarvan een snel afloopend subsidiebedrag zullen ontvangen. Beperking bijzondere scholen Deze paragraaf beoogt een wettelijken grondslag te geven voor de maatregelen tot vermindering van het getal scholen voor bij zonder lager onderwijs, waar dit, zonder dat afbreu k wordt gedaan aan constitution eel e beginselen, mogelijk is. De regeering heeft betrouwbare aamvijzin gen, dat, zoodra de voorgestelde voorzienin gen zullen zijn tot stand gekomen, waardoor het risico van verlies der waarborgsom, in geval van schooloph effing om redenen van doelmatigheid, van de schoolbesturen zal zijn afgenomen, in een aantal gevallen tot vrijwillige opheffing van bijzondere scholen zal worden overgegaan. Ook nadert het oogenblik, dat verschillen de scholen gedurende drie achtereenvolgen de jaren bezocht zijn door minder dan de helft van het aantal leerlingen, waarvoor zij bestemd waren volgens de opgave, bij de aanvraag tot stichting overgelegd. Vrijwil lige opheffing van deze scholen zal sterk worden bevorderd, als daardoor, mits zij tijdig tot stand komt, de eigendom der waar borgsom kan blijven behouden. De regeering heeft gemeend, zich te moeten onthouden van maatregelen, die een recht- strdeksche bemoeiing met de dislocatie van het bijzonder onderwijs zouden beteekenen. Het voorstel gaat niet verder, dan dat bet aan de scholen, die in vroeger jaren zijn opgericht, voor wat de aanspraak op ver goedingen uit de openbare kassen aangaat, de nonnen wil zien aangelegd, welke sedert het tot stand komen van de wet van 4 Aug. 1933 voor de oprichting van nieuwe bijz. scholen gelden. Een school m.a.w., die na het tot stand komen van genoemde wet rriet had kunnen worden opgericht, zal, als het ontworpen voorstel kracht van wet verkrijgt, in den vervolge op vergoedingen uit de' openbare kassen niet langer recht hebben. De regeering is er zich van bewust, dat da voorgedragen regeling geen bevrediging zal schenken aan wie een geheel uniforme be handeling van het cpenb. en bet bijz. onder wijs verlangen. Zij herhaalt hier echter nog maals, dat h.i. gelijke behandeling onder on gelijke omstandigheden geen recht, maar onrecht is, dat m.a.w. liet verschil in positie van het openbaar en het bijzonder onderwijs verschil in behandeling een eisch .van recht doet zijm Komt de voorgedragen regeling tot stand, dan zullen, afgezien van dc bovenaangedui- de gewichtige omstandigheden, naar gelang van de grootte der gemeenten, bijzondere scholen voor g. 1. o. met minder dan 60, 120 of 150 leerlingen in den regel geen i spraak hebben op vergoedingen uit dc open bare kassen. Pensioenen op 6o-jarigen leeftijd Zeer veel jeugdige personen, in het bezit van de voor het geven van L. O. vereischt' akte, loopen zonc'er betrekking rond en éei groot aantal onderwijzers is op wachtgeld gesteld. Het is wel zeker, zegt de Regeering, dat, indien de jonge onderwijzers eerst vele jaren na het behalen van de onderwijzers akte voor bet eerst voor de klasse komen te staan, zij voor het geven van onderwijs min der geschikt zullen zijn geworden. Ditzelfdi geldt voor de onderwijzers op wachtgeld. Zonder de lasten van het heden naar de toekomst te verschuiven, kan, naar de mee ning der regeering, een belangrijke verbete ring worden verkregen door de doorstroo ming van onderwijzend peisoneel tc bevor deren. Het komt der regecring voor, dat het verkiesclijkste systeem is dc pensionneering der oudere leerkrachten en wel van hen, die den leeftijd van zestig hebben bereikt. Onmiddellijk komen 1626 personen voor voorloopige pensionneering in aanmerking. Reeds 1322 plaatsen kunnen door' wachtgel ders worden ingenomen. Het verschil tus- sclien jaarwedden en wachtgelden eener- zijds en do voorloopige pensioenen ander zijds vormt een roohtstreeksche bate. Er blijven dan nog rond 1100 wachtgeldei's over onder wie er een zeker aantal is. dat niet of uiterst moeilijk voor een herplaatsing in aanmerking komt. Er wordt voorgesteld, als regel aan de gemeenten en schoolbesturen geen rijksvergoeding wegens onderwijzers- jaanvedden meer te verleenen voor onderwijzers van zestig jaar en ouder, en de wachtgeldregeling aldus te wij zigen, dat geen wachtgeld zal worden toegekend aan hen, voor wie aan spraak op voorloopig pensioen bestaat. De maatregel zal tot 1 Septerber 1940 gelden Schoolgeldhefjing Met het oog op de bezwaren, voort vloeiende uit het feit, dat de L.O.-wet-1920 het schoolgeld afhankelijk stelt van den aanslag in de inkomstenbelasting, wordt een nieuwe lezing van het artikel der wet voorgesteld, waarin gezegd wordt, dat de heffing geschiedt met inachtneming van de geldelijke draagkracht der schoolgeldplicli- tigen. Het wordt bovendien mogelijk om voor de heffing van schoolgeld niet uitsluitend naar het inkomen over de periode van een jaar te zien, maar de heffing toe te staan gedu rende den tijd, waarin het gezin voldoende inkomsten heeft om iets voor het onderwijs der kinderen uit te leggen, al blijft het jaar bedrag van het inkomen beneden de alge meen voor belastingheffing aanvaarde norm. Vergoeding terreinen en ge> bouwen en terugbetaling waarborgsommen aan bijz scholen De laatste jaren werd van verschillende zijden bezwaar gemaakt tegen de in het eerste lid van art. 205 der L.O.-wet 1920 be doelde jaarlijks uit te keeren vergoeding door de gemeenten aan de schoolbesturen. Na onderzoek bleken deze bezwaren juist te zijn. De schoolbesturen ontvangen volgens de huidige regeling een vergoeding welke zooveel ten honderd bedraagt als de 3 pet. certificaten N.W.S. op den eersten beursdag van het jaar der schatting afwerpen, ver meerderd met een half pet. Werd in 1920 een rente, berekend den beurskoers van 3 pet. certificaten N.W.S. voldoende geacht, het is wel zeker, dat thans met een lager percentage kan worden ■olstaan. Voorgesteld wordt daarom bedoeld percentage van 1 Januari 1936 af vast te stellen op 5. Hiermede is men gebleven in de gedachte welke aan art 205 ten grondslag ligt. De in 1920 tot stand gekomen regeling kan echter niet bevredigen. Het is niet juist, dat in de uitkeering welke de schoolbesturen ontvan gen, het element der waardevermindering niet afzonderlijk tot uitdrukking komt. Ge zocht is daarom naar een oplossing, welke overeenkomstig het oorspronkelijk voorge stelde art. 205 met dezen factor wel reke ning houdt. Hierin is de mogelijkheid voor de schoolbesturen geopend om voor hun terreinen en gebouwen een uitkeering ineens te ontvangen. Bij het bepalen van de uitkeering is uit gegaan van de geschatte waarde vai inen en gebouwen, bedoeld in het ste lid van art. 205 der Lager Onderwijswet 1920. Intusschen komt het redelijk voor, dat niet de volle geschatte waarde aan de schoolbesturen wordt uilgekeerd. Immers, indien thans de volle geschatte waarde zou worden uitgekeerd, zou dit beteekenen, dal met terugwerkende kracht tot 1921 aan de schoolbesturen een vergoeding werd uitge keerd wegens de waardevermindering der gebouwen, die zich in deze periode voltrok ken heeft. Hiervoor bestaat geen aanlei ding. Indien als waardevermindering sedert 1921 d.w.z. over veertien jaar een per centage van' 20 pet. wordt aangenomen, is dit percentage niet aan den hoogen kant. Aangenomen mag worden, dat een zoodani ge uitkeering de schoolbesturen in staat zal stellen de op de terreinen en gebouwen restende schulden af te lossen. Voor de ge meenten betee-kent deze regeling een aan merkelijke bezuiniging. Het schijnt wensclié- lijk, het aanvaarden van deze uitkeering in eens voor de schoolbesturen niet dwingend voor te schrijven. Het is gewenscht rekening te houden met de rechten, welke tot dusver voor deze gol den. Aan de schoolbesturen wordt de keu- gelaten. Intussohen zal het voor de ge meenten in sommige gevallen mogelijk moeten zijn op het verzoek van een school bestuur om de uitkeering ineens afwijzend te beschikken. In verband met de daling van den alge meenen rentestand komt het billijk voor. dat het ln art. 86, eerste lid, der Lager Onder wijswet 1920 genoemd percentage van 6 ,'ordt verlaagd. Verder beoogt het ontwerp de bezwaren weg te nemen, die op grond van de be staande bepalingen der Lager Ondenvijswet 1920 in.financieel opzicht voor de schoolbe sturen ontstaan bij de door hen te verleenen medewerking aan de concentratie van bij zondere lagere scholen. Geen opheffing van Unl versiteiten Bij de afdeeling Hooger Onderwijs worden geen voorstellen gedaan tot opheffing van een der universiteiten of van een of meer faculteiten. Wel is de regeering er op be dacht het aantal leerstoelen, waar mogelijk, te beperken. De beslissing in dezen zin werd haar gemakkelijker gemaakt, toen het uitzicht werd geopend, dat het Rijksaandeel in do kosten van het stads- en academisch ziekenhuis te Groningen zooveel verlaagd zal kunnen worden, dat een besparing van circa 70.000 zal worden bereikt. Concentratie der apothe kers-opleiding De regeering aoht het wel wenschclijk, analoog aan de tandartsopleiding te Utrecht, de opleiding tot apotheker op één plaats (Leiden) te concentreeren. Hierdoor kan een belangrijke besparing worden verkre gen. Ook Amsterdam in deze concentratie te betrekken, wordt noodig geoondeeld. Verder zal nog bezuiniging worden be reikt door het treffen van maatregelen tot samenwerking tusschen de Rijksuniversitei ten, de gemeentelijke universiteit te Am sterdam, de Landbouw- en de Technische Hoogesohool en de Ned. Handelshoogeschool, waarbij in het bijzonder zal worden gestreefd naai* beperking van het dezelfde materiën doceerend personeel, dat aan deze gezamen lijke inrichtingen van hooger onderwijs werkzaam is. Eindexamen FI.B.S. De regeering meent, dat. het uniforme eind-examen der H.B.S. leidt tot noodeloozo verhooging der kosten van het onderwijs. Een voorgedragen nieuwe regeling beoogt: a. de gelegenheid te scheppen het eindexa men af to leggen uitsluitend voor de vak ken, waarin de leerlingen het onderwijs ten einde toe hebben gevolgd, en b. voor de af gifte van einddiploma's aan andere leerlin gen een regeling bij Alg. Maatregel van Be stuur mogelijk te maken. Voorts wordt voorgesteld het recht tot af leggen van academische examens alleen te verbinden aan het bezit van een einddiploma met bepaalde cijfers voor de in verband met de gekozen studierichting belangrijkste vakken. Een der meest sprekende voorbeel den van hetgeen hiermede wordt beoogd, is het stellen van den eisch van het bezit van een einddiploma met bepaalde cijfers voor de wiskundige vakken voor hen, die aan de Technische Hoogeschool te Delft examens wenschen af te leggen. Vermindering aantal klassen ITet voorstel beoogt de omzetting van schillende hoogere burgerscholen in scholen met driejarigen cursus mogelijk te maken cn tevens, voor wat het bijzondere onder wijs aangaat (het Rijk heeft geen gymna sia of lycea) in bepaalde gevallen ook mo gelijk te maken, dat" scholen voor voorbe reidend hooger onderwijs, die niet ver van andere dergelijke scholen zijn gelegen slechts vier klassen zullen omvatten. Specificatie Een specificatie van de te treffen bezui nigingen op onderwijsgebied laten wij hier onder volgen: Vervanging onderwijzers door kweekelin gen 8 a 9.000.000; verhooging leerlingen- schaal U.L.O. 1.500.000; beperking aantal bijzondere lagere scholen 1.000.000; in krimping aantal kweekscholen 1.500.Q00. bezuiniging R.U. te Leiden (opheffing van een der theologische leerstoelen of het He- breeuwsch, idom van den leerstoel in de Fransche taal- en letterkunde en van een der leerstoelen of het lectoraat in de ster renkunde) 25.500; bezuiniging R.U. te Utrecht (opheffing van een der theologische leerstoelen of het Hebreeuwsch, id. van den leerstoel in het Volkenrecht, dien in de so ciale geneeskunde en dien in de volken kunde; niet-vervul ling van den leerstoel in sterrenkunde na aftreding van den tegen- woordigen functionaris) f 41.100 en vermin dering van onderwijsverpleegdagen in het Stads, en Academisch ziekenhuis te Utrecht f 37.500; bezuiniging R. U. te Groningen (op heffing van een der thcol. leerstoelen of het Hebreeuwsch f 8900; bezuiniging ziekenhuis f 70.000; vermindering onderwijsverpleegda gen in het Prov. Stads- en Acad. ziekenhuis f 5.324); bezuiniging T.H. te Delft (opheffing van een der leerstoelen in de wiskunde en van den leerstoel in de technologie der oliën en vetten) f 21.300; wijziging positie assis tenten f 25.000; bijdragen internaten bijz. kweekscholen f 34.500; bijdragen vakstudie cursussen buitengew. l.o. f 1.000; bijdragen internaten zwakzinnigenscholen f 9.000. bij drage kweekschool bewaarschoolonderwijze ressen te Leiden f 500; bijdrage vormschool bewaarschoolonderwijzeressen te Amsterdam f 375; bijdrage Het Ned. Schoolmuseum to Amsterdam f 800; bijdrage schoolmuseum te Groningen f 150; bijdrage centr. ver. voor School- en Werktuinen f 425; bijdrage Licht beeld envereeniging f 825; bijdrage Johanna Stichting te Arnhem f 200 bijdragen Jeugd organisaties f 925; Kon. Ned. Gen. v. gesl. en wapenkunde f 500; subsidies monumente©- restauratie f 10.000; „Ver. Hendrick de Key- ser" f 1000; Bond „Heemschut" f 1000. „Ver. de Hollandsche Molen f 800; Fléhité Amers foort f 115; Rembrandthuis Amsterdam f 300; Bijbelsch Museum Amsterdam f 200; Mu seum Aziatische Kunsten Amsterdam f 440; Bilderdijkmuseum Amsterdam f 80; Ned. Openluchtmuseum Arnhem f 3S0; Edams Museum f60; Oranje Nassau museum f 100; Museum van Oudheden Groningen f 200; Mus. v. Kunstnijverheid Haarlem f 360; Prov. Museum 's Hertogenbosch f 190; Hidde Nijlandstichting Hindeloopen f 25; West- Friesch museum Hoorn f 100; Princesseliof Leeuwarden f 110;Ned. Hist. Natuurw. mu seum Leiden f 250; Museum Maastricht (Oudheidk.) f 220; Natuurhist. Museum Mastricht f 260; Heilige Landstichting Nij megen f 260; Huygens Museum Voorburg f 260; R. Romm. v. Graadm. en W. f 5.400; Muziekdram. kunst f 750; Toonkunst f 600; Ned. Volkszangbond f 600; Muziekbibl. Den Haag f 400; Muzikale comp. f 1000; Tooneel- school Amsterdam f 300; Opdrachten aan kunstenaars f 2000; Liederen v. Groot-Neder land f 2000; Vondelsuitga ve f 4250; The sponges of the baby of Napels f 4000; Alg. Ned. Verbond f 3000; Ned. Econ. Iiist Ar chief f 1.500; Leerstoel Londen f 1000; Ram say Mem. Fellowship f 300; Reg. comité Kunsttentoonst. f 500; Ned. Centr. Film archief f 100; Prijskampen f 4.800; Holland Instituut Frankfort f 500; Reserve f 4000; bijdragen van buitengemeenten voor H.B.S. en Gymnasia f 700.000, De Armenraden worden opgeheven Samenwerking van kleine gemeenten Paraat voor Conversie Wijziging van de dienstplichtwet Invoering van het Capitulantenstelsel In het groote' bezuinigingsplan der Rcgee- ring worden de volgende besparingen aangegeven bij de verschillende departemen ten: BUITENLANDSCHE ZAKEN De specificatie! luidt: Beperking van het aantal kanseliers op diplomatieke cn consulaire posten f 50.000; besparing op personeelskosten van het de partement f 1-1074; vermindering van de dienstuitgaven der gezantschappen en con sulaten f S8.000; vermindering van do kos ten van voorlichting f 39.618: vermindering van de geheime uitgaven f 31.800. JUSTITIE Voorgesteld wordt, naast een aantal ad ministratieve maatregelen, beperking v het rechtsmiddel van verzet in strafzaken van hooger beroep in strafzaken. Voorts wordt vooigesteld overbrenging van het grootste gedeelte van de werkzaamheden der deurwaarders in strafzaken naar de pos terijen. De door het ontwerp te verkrijgen bespa ring, als de aan de deurwaarders toe te kennen wachtgelden zullen zijn afgeloopert kan op grond van voorloopige berekeningen voor den Staat op ongeveer 200.000 jaar lijks worden gesteld; de kosten van mede- deelingen van strafzaken dalen n.l. voor den openharen dienst met omstreeks 26.500 op ongeveer 65.000, Specificatie De specificatie voor dit Departement luidt: Vervallen van de Kon. machtiging aan openbare instellingen ingevolge de artt 947 cn 1717 B.W. tot het aannemen van erfla tingen en schenkingen 20.000; besparing op kosten van de notarieele examencommis sie 2000.afschaffing van de verplichte conclusie van het O.M. bij den Hoogen Raad in belastingzaken 9000; herziening wacht geldregeling 1917 voor de wachtgelders van de Raden van Beroep (O.) 8000.vermin dering vavantiegeld van voorzitters en leden van Raden van Beroep (DB) 8000.be zuiniging op crimineele psydhopathenzorg 100.000 ;besparingen op het Rijkstucht- en opvoedingswezen 60.000; beperking proces sen-verbaal en vereenvoudigde aanteekening van vonnissen in kantongerechtsstrafzaken 50.000; beperking van verzet en hooger beroep in strafzaken 80.000; overbrenging van het grootste gedeelte van de werkzaam heid der deurwaarders in strafzaken naai' de posterijen 200.000—, BINNENLANDSCHE ZAKEN Opheffing van Armenraden Dc regeering doet dit voorstel in de ver wachting, dat het instituut opvoedend zal hebben gewerkt en dat de taak der armen raden althans ten deele zal worden overge nomen door de instellingen van armenzorg. Waar deze verwachting ijdel mooht blijken en wederinstelling van een armenraad on vermijdelijk is, zal de regeering, zoodra dc financieele toestand dit slechts eenigszins gedoogt, tot wederinstelling van den raad overgaan. In elk geval moet voor 1941 nader worden overwogen, of de toestand, ontstaan door opheffing van de armenraden, al of niet moet worden bestendigd. Naast een herberekening van de pensi oenen wordt voorgesteld een wijziging van de gemeentewet. Kleine gemeenten moeten worden verplicht twee der functies van bur gemeester, secretaris en ontvanger in één persoon te vereenigen. Zoodra het zielental boven 5000 stijgt, behoort aan den raad de bevoegdheid toe te komen, de cumulatie, te doen eindigen. De bedoeling is voorts, mogelijk te maken, dat gemeenten tot samenwerking bij de be hartiging van eenig belang worden ver plicht, ook als geen enkel gemeentebestuur den wensch tot samenwerking heeft geuit. Voor tal van vraagstukken zal nu een op lossing mogelijk worden. Bij algemeene maatregel van bestuur zul len maxima worden vastgesteld voor de, voor de verpleging in rekening te brengen, bedragen. Uiteraard zal zij slechts worden toegepast ten aanzien van gestichten, die weigeren, aan redelijke bezuinigingen mede te werken. Het ligt geenszins in de bedoe ling, de zelfstandigheid der gestichten of 't peil der verpleging aan te tasten. Specificatie De specificatie luidt: Besparing krankzin nigenwezen (verpleging van Rijkspatiënten in niet-Rijksgestichten) f 30.000; dienststuk- ken Alg. Armencommissie (te brengen voor rekening van de gemeenten) en reiskosten leden Armencommissie f 14.234; besparing van salarissen enz. in verband met de op heffing van de Armenraden f 79.272; bespa ring op kosten van propaganda, consoliJce- ring en schietoefeningen van den Bijz. Vrijw Landstorm f 25.000; huisvesting Provin ciale besturen f25.880: afloopende bijdrage voor uitkeering aan Limburg, wegens gemis van mijnrecht f 20.000; gezinspersoonskaar- ten stelsel f 12.000; materieele behoeften Centrale Commissie voor de Filmkeuring f 2S5; onvoorziene uitgaven f 10.000; diverse kleine besparingen f 6.060; vermindering materieele uitgaven op verschillende artike len f -40.000; ondersteuning behoeftige Neder landers in het buitenland in vert»and met daling van het aantal steungevallen en ver laging van tarieven door aanpassing aan de Duitsche steun normen f200.000; subsi- i dién; Burgerwachten f 45.000; Ned. Roode Kruis f 4 400; Kon. Ned. Brandweervereen. f400; Union Interparlementaire-f500; In- stitut International des Sciences admini- stratives f25; Union Int. pour l'Etude Scien- tifique des Problèmes de Population f 500; Centr. Ver. voor Zenuw- en Zielszieken f 150. FINANCIEN In aansluiting aan het medegedeelde in het algemeene gedeelte, kan ter'toelichting worden volstaan met de opmerking, dat de daling van den rentestand tot uitdrukking dient te komen in den rentevoet der Natio nale Schuld. Zoodra zich een geschikte ge legenheid daartoe voordoet zal derhalve langs den weg van conversie een vermin dering van de uitgaven wegens Staats schuld tot stand moeten worden gebracht. Het is daarom gewenscht, dat de bevoegd heid voorhanden is, krachtens welke do minister van Financiën zonder verwijl dc noodige stappen kan doén. Welke leeningen voor conversie in aanmerking zullen komen is thans niet met kans op volledigheid te bepalen, waarom de vermelding ervan is achterwege gelaten en de bevoegdheid zoo ruim mogelijk is gesteld. Specificatie De specificatie voor dit departement luidt: Inkrimping techn. dienst Rijksgebouwen dienst in verband met besparing op nieuw en verbouw f 10.000; reorganisatie Rijks- Inkoopbureau door inkrimping van de be moeienis van dat bureau bij aanschaffing van goederen voor Rijksdiensten en -instel lingen f25.000; onvoorz. uitg. Hoofdst. VII A f 10.000; id. Hoofdst VII B f 10.000; afschaf fing van de bladschrijvers op de hypotheek- kantoren f 100 000; afschaffing van den af zonderlijken dienst van de Grondbelasting f 55.000; uitstelling vervanging van een vaartuig der visscherijpolitie^f 15.000; reorg. dom. voorschriften t.a.v. den domeindienst f 5000; beperking c.q. liquidatie visscherijtoo zicht f50.000; wijziging van de be/handeling de Statistiek Inkomstenbelasting f 20.000; .erschillende bezuinigingen bij den belas tingdienst f60.000; tijdelijke wijziging van) de muntwet f3.250.000; tijdelijke overbren ging uitkeeringen wegens afschrijving door de bedriiven. naar den cawnnen dienst DEFENSIE Wijziging van de Dienstplichtwet Het zijn in de eerste plaats redenen van geldelijken aard, die aanleiding tot het in dienen van een voorstel tot wijziging der Dienstplichtwet hebben gegeven. Als de voornaamste maatregelen, waarvoor wetswijzigingen worden voor gesteld, mogen worden beschouwd, die welke strekken tot: vermindering van het beroepsperso- neei, waartoe ten deele in samen hang met het capitulantenstelsel noodig is verlenging van den duur der eerste oefening voor do onbereden onder-officiers-adspixanten der land macht en voor de dienstplichtigen van de zeemacht; vervroeging van de inschrijving voor den dienstplicht, waardoor meer tijd voor dc keuring beschikbaar zal ko men cn deze voor een grooter deel in handen van officieren van gezondheid kan worden gelegd, wat tot bezuini ging zal leiden en aan de eenbeid in de keuringsuitspraken ten goede zal komen; vervallen van het inschrijven voor den dienstplicht, van personen, die, evenals hun wettelijke vertegenwoor diger, buiten Nederland wonen; aanvulling van de sterkte der lich ting ter voorziening in de tekorten, welke, ontstaan door het verleenen van vrijstelling van opkomst bij mobili satie; reorganisatie van de compagnieën hospitaalsoldaten in dien zin, dat met een lager getal dienstmaanden voor de daartoe behoorende dienstplichti gen kan worden volstaan. Van voorstellen tot het verhoogen van het contingent en het verlengen van den eerste-oefeningstijd voor een deel van de landmacht, gepaard me! afschaffing van een deel der burger- corveeërs. is afgezien. Het capitulantenstelsel De Regeering heeft zich kunnen vereeni gen met de denkbeelden van de Commissi e- Idenburg inzake het zgn. capitulantenstel sel, met uitzondering evenwel van het voor stel ten aanzien van de dienstplichtigen - der zeemacht Overigens acht de Regeering het niet mo gelijk de door de Commissie-Ideniburg ge noemde aantallen capitulanten te bereiken omdat de burgerlijke Overheids- cn semi- ovei'heidsdiensf niet een voor die getallen voldoend aantal betrekkingen ter beschik king heeft. Uiteraard zal dit tot gevolg hebben, dat ook het door de commissie becijferde te be zuinigen bedrag niet zal verkregen kunnen 1 worden. Echter maakt de toestand van de publieke geldmiddelen, zoowel hier te lande als in Noderl.-Indië, het dringend nood zakelijk, om dit bedrag zooveel mogelijk te benaderen, en dientengevolge meent de Re geering. dat ten aanzien van het benoemen van militairen en gewezen militairen in burgerlijke betrekkingen thans moet wor den heengestapt over bezwaren, welke vroe ger als zeer gewichtig, zoo niet overwegend, werden erkend. Vandaar, dat nu een regeling is ontwor pen, waarbijalle Overheids- en semi-over- heidsorganen betrokken zullen zijn. Op den voorgrond zij gesteld, dat de Re geering met de Commissie-Idenburg van meening is, dat ten aanzien van de onder scheiden officierskorpsen het capitulanten stelsel bezwaarlijk toepassing zal kunnen vinden. De Regeering denkt aan een zestal cate gorieën van militairen en gewezen militairen die naar het oordeel der Regeering in aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2