Nieuwe Tariefwet aangenomen
De ramp van de „Leeuwerik'
WOENSDAG 10 APRIL 1935
DERDE BITAD PAG 9"
TWEEDE KAMER
Conclusies en contingenteerin
gen. Garantie bijz. Nijver
heidsonderwijs. Garantie
voorschotten voor exporteurs
naar Duitschland.
stelsel in de Ongevallenwet.
Het Invaliditeitsfonds mist
10.223.000. Wijziging Be-
roepswet. Aansprakelijkheid
voor verpleegkosten. Invoer
rechten op korten termijn,
Examens M. O. moderne talen.
Overzicht
De Kamer is één dag bijeen geweest en
beeft een berg werk 'verzet.
Achtereenvolgens zijn 2-4 conclusies en
wetsontwerpen afgedaan. Daaronder waren
er, waaraan zeer veel voorbereidende arbeid
en overleg is besteed, o.a. bet nieuwe tarief
.van invoerrechten, dat een 12 tarief
brengt ter vervanging van het oude tarief
en de daarop gelieven 30 opcenten voor goe
deren, welke hier te lande niet worden
voortgebracht en 15 opcenten op het speci
fieke invoerrecht op bier, de 20 opcenten op
de suiker en de 15 opcenten op den bier
accijns. Het nieuwe tarief brengt dus geen
verzwaring van lasten, al wordt de meer
dere opbrengst op ongeveer 20 millioen ge-
Niemand, behalve een communist en een
geestverwant, had vrijmoedigheid om zich
te verzetten. Onze rechten waren laag en
blijven dat. Zelfs zijn ze hoogstens 1/3 van
die van Engeland, het klassieke land van
den vrijhandel.
i Natuurlijk waren er wenschen.
Dr. Kortenhorst zou gaarne verder gaan.
Hij is warm gestemd voor een onderhande
lingstarief. Maar daaraan bestaat thans
minder behoefte, omdat de minister van Fi
nanciën beschikt over een algemeene mach
tiging die ook gistermiddag weer ver
lengd werd om op korten termijn tarie
ven in te stellen, af te schaffen, te verhoo-
-gen of te verlagen.
Anderen meenden, dat hier en daar nog
plooien glad te strijken waren en vroegen
daarvoor 's ministers aandacht. Minister
Oud aarzelde niet om zulks toe te zeggen.
Z.h.s. ging het wetsontwerp ei daarna dooi.
Het komt ons voor, dat we bij de overige
agendapunten slechts kort behoeven stil te
staan.
Z. h. s. werd goedgekeurd verhooging tot
35 millioen van het garantiebedrag voor
geldleeningen ten behoeve van gebouwen
van gesubsidieerde bijzondere scholen voor
nijverheids- en handelsonderwijs. Zulks ge
schiedde, omdat het tegenwoordig in de wet
staande cijfer bereikt is.
Ook de regeling voor garantievoorschot
3en aan exporteurs naar Duitschland hield
niet lang op. Het geldt hier achterstallige
[(op 24 Sept. 1934 reeds .vervallen) handels
vorderingen.
Een aantal contingenteeringen passeerde
bij hamerslag.
Iets langer hielden op -wijzigingen van de
Ongevallenwet en van de Invaliditeitswet.
(Bij de Ongevallenwet is de extra-reserve
[van 11 tot 3 millioen ingeteerd. Daarom
werd voorgesteld om het thans geldende
premiestelsel door een omslagstelsel te ver
vangen. De Kamer besloot er toe, gelijk ook
tot het voor 1935 inhouden van de staats-
bijdragc groot f 10.223.000 aan het Invalidi
teitsfonds.
Tegen dezen laatsten evidenten bezuini
gingsmaatregel bedreef de heer Kersten
eenige verzekeringsdemagogie, waaraan nie
mand ernstig aandacht schonk. De heer
Drop was zoo verkleefd aan het fondsstel
sel, dat hij met zijn soc.-dem. vrienden zelfs
niet voor één jaar de Regeering van dienst
wilde zijn.
Met een collectie amendementen, die alle
maal werden ingetrokken, hield daarna de
heer Drop de Kamer onnoodig op bij een
wijziging der Beroepswet. Deze wijziging
vereenvoudigde en versnelde de procedure
i"n sociale verzekeringszaken en beoogde ook
kostenbesparing. Niemand had bezwaren.
Een wijziging der wet tot regeling van
het Armbestuur bedoelde de aansprakelijk
heid 'voor verplcegiposten. Met een kleine
aanvulling werd het wetsontwerp z. h. s.
goedgekeurd, evenals ten slotte de intrek
king van art. 5 der wet van 25 April 1879,
waardoor voortaan alle candidaten voor het
examen M.O. in de moderne talen zullen
moeten worden geëxamineerd in dë\ theorie
yan onderwijs en opvoeding.
De Kamer ging op reces en komt niet
ïerug .voor 7 Mei a.s.
Verslag
ï>e Tweede lvs
loontrenit de IrUicihitiraigien op hiet aidlree v:
Klk>os'teT te GrajChorst, e-a-, allien rflvtf'envnsschers,
houdende veinzoek om ■steun.verleenriiig' kradMiens
de befpailimeien van die ZuSdenzeesiteiuiiwet;
orntneret de Inlicfhtingien op kot adres van
J, vcun Gap el lie, ta Noardwljk aan Ze<\ houden i
verzoek te willen bevorderen, dat aan adres? ao
een vengunn/tag tot het openen van -.en anti
busdienst voor Sneek en omstreken over d<
Afsluttdijk woirde verleend
Is-pol'itieken aard -
"de Nol
van Buitenlandse
Zaken en den Doensohcn gezapt te 's-Grave
nt 6do Bri even'van
ten gelelde van
de Al.geimeeno Bol
ontwerp betreffende
en behoeve van bijzondere sdhölen v
ei,da- en handelsonderwijs.
Bij het wetsontwerp betreffende
rijst de heer SCHILT HUIS (v.d.) op de belarn-
■en van den tuisehenhandel. Minister OU.D zegt,
l'at niet verder kan worden gegaan.
Z. h. s. werd het wetsontwerp aan gen o-
'd-tantième-belasting na
en" en eeniigo
Overzees ohe
contingenteeringen,
il.die regelende den invoer van kunstzijden
halflinnen manufacturen, tapijten enz., van pet.
en 'baretten, van manufacturen, stoffen en
-tfselis van wol en lvalfwolvan bovenklee-
g, van tricotgoederen, van ondsrkleedins,
glaswerk, VS
•an porselein, fijn
huishoudelijk
nditeigels.
wijziging der Ongevallenwet
betoogt de heer DROP (S.DA dat de positie
in de RiJksve,rzekeranigsbank nu gunstiger
ordt. Hij koesterde eohter eenige vrees voor
i onaantastbaarheid van de ongevallenverze-
?.ring voor de verzekerde arbeiders. De genees-
heelkundige verzorging moet niet lijden
ider de versterking van de positie der Bank.
Minister SLOTBMAKER DE BRUINE verze
kert. dat dit laatste niét hèt geval zal zijn. De
behandeling van deze wijziging loopt verder
iet vooruit op de vraag of er bedrijfsvereeni-
ingen zulilen komen, maar indien zij komen
uilen het er nfiet zooveel zijn ats bij de Ziek-
Het wetsontwerp werd z. h. s. g o e d g c-
e u rd.
Aan de orde was daarna:
Wijziging van de Invaliditeitswet:
oor 1935 doen vervallen de rijksbijdrage groot
10.223.000.
Do heer KERSTEN (S.G.P.)
en de sociale voorzorgswetgevi
De heer DROP (S.D,)^merkte
n betoog te-
op dat do be-
elagstelsel. Daarover zal bij het bezulnigings-
ontwerp nader wordien gesprol
Drop is zoo sterk voor h
SLOTEJIAKER DE BRUINE achtte
jn zoo ver gaande conclusie niet noodig bij
it wetsontwerp. Over de onvoorbereide opmer-
ingen van den heer Kersten kam beter later
orden gesproken. Dit wetsontwerp praejudi
vert niets; het heeft alleen betrekking op bet
S.G.P.-bezwaren tegen da sociale verzekering.
Wil de heer Kersten dejle relet, dan moet hij
concreet zeggen op welke manier hij kan voor
zien in den nood van Invalide en oude ar.
beiders.
Het wetsontwerp is z. h. u. goedgekeurd.
wijziging der Beroepswet,
welke de strekking had versnelling en vereen
voudiging van de procedure in sociale verzeke
ringszaken te verkrijgen.
De heer DROP (S.D.) achtte een meer alge
heel e herziening der Beroepswet wiereschei ijk.
De bestaande regelingen voor beroep zijn ver
warrend i
VAN SCHA2K was ook groot vooi
etamder van - unificatie, maar die kost zekere
tijd. Daarom is d'ejmlmuster met partieele toaan
ireendemei
bleken overbodig en werden daarom iinge.tr
leen. Er ging een uurtje parlementaire tijd r
Een ainendemient-ICORTBNHORST (R.K.) had
de strekking de eigen rislcodragers in te scha
kelen. De Raad van Beroep en de Centrale
R-aad van Beroep zullen moeten beslissen of de
nisicodrager belang heeft bij den uitslag vat
het twistgeding.
De lieer WENDELAAR (Lib.) was voor he'
amendement en de heer DROP (S.D.) had geen
De MINISTER vreesde verw
62 tegen 3
Hetzelfde geschiedde met het wetsontwerp
betreffende
instelling, afschaffing, verhooging
of verlaging van invoerrecht op
korten termijn (Verlenging).
die^vervolgeng aan de beurt was. had tot alge
ten te brengen op 12 pCt.
De heer VLIEGEN (s. d.) wees op de
bijzondere omstandigheden, waaronder hel
de wllziging tijdelijk.
ligt de
icaal. Waa:
landen hebben veel Iiooger
iven dan het nu voorgestelde. Hot is zelfs
meer dan een derde van het tarief in het
lieke vrijhandelsland Engeland. Nu de Om
standigheden zijn zooals ze zijn. ia het niet wel
mogelijk het wetsontwerp niet aan te nemen.
;ïjn daarom bereid zich niét te
niet verder zal worden gegaan.
We kunnen in de protectionistische zee ons
vrU handel sol landje moei Hik handhaven. Het is
>pen, dat de hooge p
ai tevreden; bij veraohillendo
ten had nog verder moeten ziin gegaan,
en princlpieele wijziging van onze handels-
itielc brengt dit wetsontwerp niet. Maar zü
>odig kunnen worden, nu de valuta-c
•"-trend zwaarder wordt. Ir
i,gedrongen op opzegging
Oslo. Allerlei daarbij bet
ken landen de-valueeren zonder met ons i
.ing to houden.
- kna]
ler K
yfelge
zien willen hebben.
irvp fCnmnil 7.011 met
WES-
-bruik
'iie* MINISTER^VAN FINANCIËN erkende di
b[e_4erl a n d3 ch
standighéden veranderd is. HU
.llerlei wenschen
noodig, dan zal de
nister ziin medewerking niet onthouden.
verschillende opeen ten
Alleen WUnkoc
wijziging van de Armenwet,
jn een inrichting verpleegde pa
ting gevestigd is. maar van de gemeente, wa
de verpleegde voor zijn opname meer dut
ZaD™ heer^DREES (s. 6.) verdedigde een amis
dij staande personen, die krankzinnig word*
te brengen ten laste van de gemeente, waar
krankzinnige zijn laatste werkelijke woo
laats had.
Mej. MEIJER (r. k.) was voldaan over t
.'etsontwérp, maar vroeg nog enkele inlic
'"Deneer v. d. HEIDE (s. d.) vroeg hoe het
•aat met gevangenen die krankzinnig worden.
Vie moet dan betalen? Z. i. het Rijk.
De heer SNOECK HENICEMANS (c. li.) onder-
De heer v. DIJKEN (a, r.) ontwikkeld!
enig redactioneel bezwaar tegen het wetsont
werp. Wat houdt het woord „duurzaam" in'
Do heer KOOIMAN (v. d.) betuigd'
iet he
t-Dre.
MINISTER *15E WILDE gaf toe, dat het
billijk is, dat voogdijkinderen koi
•n „di
3 gaf
.deren
de voogdij uitoefenende
betalen. De mlnlst
zich bereid het aniendementTDréès
Het wetsontwerp bedoelt speciaal gemeen
ten te helpen, waar gestichten gevestigd 'zijn:
De gevallen van gezinsverpleging ziin minder
urgent. - Gevangenen, die krank_ziunip worden
lofdverblijf" spreken, da.n is .dat
roed. Practisch maakt he't geen
DIJKEN en DREES
ntwerp werd z.
iok nog de Intr
i 25 April 1879.
Tot 7 Mei
Het briefdrama
Het doel heiligt de middelen.
Over de publicatie in Volk en Va dér-
1 a n d van den brief van Ir. Heldring aan
den ibeer Asscher levert de redactie thans
een uitvoerig commentaar.
Ze beweert eerst dat ze er juridisch onder
uit zou kunnen, maar laat dit verder los
om te verklaren:
„Ook de nationaal-socialist zou er niet
denken een particulier schrijven dat hom
in handen gekomen was, te puibliceeren,
behalve in geval ihet belang van het volk
in zijn geheel dit als zedelijke plicht ge
bood".
Nu, vèrvolgt. de redactie, onze natie in
den hoogsten nood verkeert, deert liet ons
niet, of wij door heit publiCeeren van Ir.
Heldring's brief aan den heer Asscher in
breuk maken op de persoonlijke vrijheid
van de heeren.
Dit is dus, hoe men het keert of wendt,
volgens het bekende recept: het doel heiligt
de middelen.
Geen woord van verontschuldiging. Het
is treffend voor de mentaliteit dergencn,
die ons volk moreel willen verheffen.
Rouwdienst te Brilon
Begrafenis Donderdagmiddag
half twee
Op treffende wijze hebben de Duitsche
autoriteiten en de bevolking- van het stadje
Brilon en omgeving in het Sauerland blijk
gegeven van hun medeleven met de ramp,
die de Néder! andsche luchtvaart kceft ge
troffen "door het neerstorten van de „Leeu
werik" in de omgeving van het stadje. Aan
het sympathieke denkbeeld om een rouw
dienst te houden voor de slachtoffers van
deze ramp, is gistermorgen uitvoering ge
geven. De plechtigheid zou geen kerkelijk
karakter dragen, aangezien de slachtoffers
van verschillende belijdenis waren en kerke
lijke plechtigheden te Amsterdam zouden
plaats vinden.
Niettemin luidden van half tien af de
klokken van alle kerken te Brilon en om
geving, en het sombere geluid dat weer
klonk tegen de nabije berghellingen vond
weerklank bij de bevolking in de omgeving,
waarvan velen zich naar Brilon begaven om
de plechtigheid bij te wonen.'Tot tien uur
bleven de klokken luiden. Te ruim tien uju-
begon de herdenkingsdienst in de chapelle
ardente ven het stedelijk ziekenhuis.
In de tot chapelle ardente ingerichte hal
van het ziekenhuis stonden de zeven kisten
met de lijken der slachtoffers naast elkaar
PPgebaard. Een Duitsche vliegerstorm, be
staande uit vliegers uti Brilon en Lippstadt,
had zich in onberispelijke uniform reeds
voor tien aanvang der plechtigheid voor de
baren opgesteld en vormde een eereivachl,
tot het moment dat de kisten de doodenhai
■erlieten.
Ter hij woning van de plechtigheid was de
regeerings-president van Arnsberg, de heer
Von Stockhausen, naar Brilon gekomen.
Tevens waren aanwezig de Landrat van den
Kreis Brilon, Heiairich Jansen, de burge-
méester van de stad Brilon Sauvingy, de
burgemeester van het Amt GTiülen,waarin
het dorpje Rösenbeck, in welks onmiddel
lijke nabijheid de „Leeuwerik" is neerge
stort, is gelegen, Dintlo, verder de Neder-
landsche consul te Dortmund, de heer T. G.
Lampe, de Nederlandsche consul te Essen
de heer Chri Sehmid, de vertegenwoordiger
der Kl.M. te Berlijn de heer H. Laponder,
-ertegenwoordigers van de Duitsche lucht-
aart-, van plaatselijke zweefvliegvereenigin-
gen, een vertegenwoordiger van het Rijks-
luchtvaartministerie te Berlijn en. verschil
lende andere plaatselijke en gewestelijke
autoriteiten. Ook 'van de zijde der bevolkim
was de belangstelling zeer groot. Eenigi
honderden bel? ngstclleiiden waren naar het
ziekenliuis gekomen en. voor zoover ln de
hal geen plaats meer was, wachtte men on
der eerbiedig zwijgen buiten.
De eerste spreker, de heer H. Lapon
der, als vertegenwoordiger van de nabe
staanden der slachtoffers, van de Neder
landsche regeering en van de K.L.M., dank
te de Duitsche regeering, de aanwezige auto
riteiten en de bevolking voor de geboden
hulp, de vele blijken van belangstelling en
voor het medeleven met de ramp, die in de
eerste plaats de nabestaanden der slacht
offers, doch ook het Nederlandsche volk in
het algemeen had getroffen.
R egeeri ngspr t s id ent von S t o c k h a u s e n
betuigde namens de Duitsche regeering, de
Duitsche luchtvaartautoriteiten en de ge-
hèele bevolking het diepgevoelde leedwe
zen zoowel met de slachtoffers als met het
Nederlandsche -volk en-verklaarde dat door
deze droeve ramp de waardeering voor de
prestaties der Nederlandsche luchtvaart on
aangetast bleef.
Na afloop van de plechtigheid-droeg on
der doodsche stilte de eerewacht van den
Duitschen vliegersstorm, de zeven kisten
haar buiten in de drie gereed staande rouw-
auto's, die te ruim elf uur uit Brilon met
hun droeve last naar Nederland vertrokken.
De grens gepasseerd
Gistermiddag om 4 uur zijn de drie auto's
met het stoffelijk overschot van de zeven
slachtoffers der vliegramp te Brilon dö Ne
derlandsche grens nabij Glanerbrug gepas-
ïerd.
Het gemeentebestuur van Enschede was
op één wethouder na, voltallig vertegen
woordigd. Voorts waren vertegenwoordigers
aanwezig der Nationale Luchtvaartschool,
het vliegveld Twenthe en de Twentsche
Aero-club.
Toen de auto's de grens passeerden,
speelde het Enschedesche politie muziek
korps het Wilhelmus Namens het gemeen
tebestuur van Enscehede, de K. L. M. en de'
genoemde corporaties op het gebied dei
luchtvaart, werden kransen in de auto';
gelegd. Daarna zctte het muziekcorps de'
rche Funèbre in, waarna de auto's lang
zaam wegreden in dc richting Ensahede.
De aankomst te Amsterdam
f Veel lateh dan men verwacht had kwa
men gisteravond de auto's to Amsterdam
En der auto's begaf zich naar de Heeren-
graeht, waar de kist met het stoffelijk over
schot van Mr. W. de Vlugt naar toe werd
gebracht. Heel stil, zonder veel publiek
werd de kist de oude'rlijke woning binnen
gedragen.
De andere auto's met de' kisten waarin de
vijf leden der bemanning rustten, reden ver
der naai' de begraafplaats Zorgvliöd aanden
Amsteklijk.
In de omgeving en voor het hek hadden
den géiheelen avond,ondanks den regen
groepjes belangstellenden de aankomst van
de auto's afgewacht. Zij reden de begraaf
plaats op en hielden stil voor de aula.
In een ruimte, daarvoor ingericht, werden
de kisten opgebaard. Zij blijven daar tot
Donderdagochtend. Op dien morgen worden
de kisten overgebracht in de hal van
aula, om vervolgens in een gemeenschappe
lijk graf, dat-door het gemeentebestuur van
Nieuwer-Anistel is geschonken, te worden
ter ruste gelegd.
T el e gram van zweefvliegers
De Nederlandsche Bond van Zweefvlie
gers heeft een telegram gezonden aan de
zweefvliegers, in Brilon, die in den a.fgeloo-
pen nacht een e ere-wacht hebben gevormd
bij de lijken van. de slachtoffers van de
ramp van de Leeuwerik.
In het telegram wordt den zweefvliegers
dank gebracht voor de door hen bewezen
ROFFELRUmn.
EEN WOORD AAN V,
Een woord aan u, o twijfelaarj
Die, met uw tanden opelkaar
Uw boosheid, uw gevoel van spijt
Met ingehouden toorn verbijt,
Die, nu het spant aan alle kant,
Het zwaard laat hangen in de hand
En neerzakt met een dof gevoel
Gekraakt op uw gebroken stoel.
Kom, laat ons eens uw leed bezien*
Gij zijt gekrenkt, gekwetst misschient
Gij zijt getroffen door de nood,
Beroofd van uw bescheiden broodt
De kommer klom uw woning in,
En dreef de vree uit uw gezin,
De armoe grijnst u grimmig aan, j
Het lijkt dat gij zult onder gaan
Gij hebt met groote dapperheid
Het zwaard gedragen in de strijd
Gij hebt geofferd, dag en nacht,
Uw liefde en uw beste kracht ,i
Voor uw beginsel, uw partij,
En nu,.... en nu vertwijfelt gij,
Gij worstelt met de tegenspoed,
Het stormt in uw beroerd gemoed*
Gij ziet, want gij zijt vast niet blind
Een broeder hier, en daar een vrind
Gestegen tot een goed bestaan,
Een hooge post, een beste baan,
En gij verkommert, en uw lust
Tot verder strijden wordt gébluscht
Het heeft misschien voor u de schril
Alsof God doof en blind zou zijn*,
Maar neen, ik ken u als een man
Die zooiets zelfs niet denken kan
Ik ken u en ik ken uw strijd
En God, die gansch ons leven leidtl
Wij leven in de lijdenstijd.
Gedenken wij aan Jezus' strijd
Dan slaan wij onze oogen neer:
Zijn wij soms meer dan onze Heerti
LEO LENS,
De plechtigheid van Donderdag
De vijf omgekomen leden der bemanning
van de „Leeuwerik" zullen Donderdag om
half twee ter aarde besteld worden op de be
graaf plaats „Zorg vlied" gemeente Nieuwi
Arnstcl.
Zorgvlied zal vanaf 1 uur afgesloten zijn
voor het.publiek én alleen toegankelijk op
vertoon van ee'n toegangskaart.
Een beperkt aantal kaarten is verkrijg
baar op het hoofdkantoor der K. L. M., Hof-
I weg 9, Den Haag,
(Nadruk verboden.)
Neem 'n 'AKKERTJE
bij Hoofdpijn, Zonuwpijn, Vrouwenpijit
Rouwdienst voofi
Mr. W, de Vlugt
Hedenmorgen om 10 uur heeft Dr. B»
Wielenga, Geref. predikant te Amster
dam ten huize van burgemeester Dr. W. dö
Vlugt een rouwdienst geleid, ter nage
dachtenis van Mr. W. de Vlugt. Behalvq
de naaste familieleden hebben ook de wet
houders van Amsterdam en de gemeente
secretaris dezenrouwdienst bijgewoond,
„Neutrale" wandelorganisaties
Feitelijk Partij-milities der N.S.B.
Onder een drietal facsimiles van strikï
vertrouwelijke circulaires der N.S.B. dato 7
Nov. 1934, welke, zoodra men er aanteeke-
ningen uit. gemaakt bad onmiddellijk dooit
de geadresseerden vernietigd moesten wor
den, schrijft de roode pers in een artikel,
dat de bedoeling was de militaire weercorp-
sen der N.S.B. om te zetten in z.g. „neu
trale" wandelorganisaties.
Minister Colijn heeft op 7 November 1934
..i de Tweede Kamer gezegd, dat „b.v. do
Nationaal Socialistische Beweging nog haar
weerafdeelingen heeft, die voor een politieke
partij, niet zuiver legale bedoelingen, in
ons land wel eenigszins overbodig lijken te
zijn". (Handel, pag. 231).
De voorzitter der sociaal-democratische»
Kamerfractie, de heer Albarda, heeft op 29
Januari 1935 in een artikel te kennen gege
ven, dat er bij de N.S.B. zekere plannen be
stonden om, teneinde de regeering zand in
de oogen te strooien, de Weerafdeelingen tij
dig om te zetten in onschuldig-lij kende wan-
delvereeni gingen.
Dit wordt nu, meent de roodc pers, door
de fotografische afdrukken geheel bevestigd
Als onmiddellijke reactie op het Kamer
debat verzond het hoofdkwartier van Mus-
sert op 7 November 1934 „strikt, vertrouwe
lijk aan alle Vendelcommandantcn en zelf
standige W. A.-commandanten" het hevel
om „ten spoedigste" van het „Geheele ven
del, troep of zelfstandige wacht een club
te vormen".
Deze opzet is geslaagd en als straks de
partij-milities verboden worden, kan do
Wandelaars-Centrale de taak overnemen.
HONIG'S SOEP/
FEUILLETON
SAAMGEBRACHT
(2
„Met recht. Evenwel is de zaak nog niet
hopeloos en de Sakser zal in het eind wel
moeten ibukken."
„Quod Deus bene vertat! Evenwel zal
Wittekind zich niet gemakkelijk onder
werpen. De Koning begeert zijn vijand
ïiader te kennen. I'k wil dezen dus in
Weinige trekken schetsen. Hij heeft een
aangeboren haat tegen al Wat Christen is
en die haat schijnt in het Noorden nog
steriker ontvlamd te zijn."
„En het was de Noorsclie Koning, die
dijn eigen zoon Halpdan tot ons zond, toen
wij onlangs een algemeene vergadering
hadden bij Vetera (thans Xanten), ten
ieinde over den vrede te onderhandelen."
„Maar de Koning weet, hoe Wittekind
met vele voorname Saksers in dien tus-
schentijd, bun vijandige gezindheid hebben
geopenbaard, hetzij omdat zij geen genoe
gen in den vrede vonden, hetzij omdat zij
het aannemen der door hen gestelde voor
waarden wilden opdringen."
„Nu ja! Dat is ons bekend. Maar V7itte-
kind heeft aldus in het Noorden zijn haat
tegen het Christendom niet opgedaan."
„Des te onbegrijpelijker is dan zijn woede
tegen do Christenen en tegen allen, die het
'Christendom voorstaan. En die woede is
niet minder onlbesuisd dan heftig. Hij ont
ziet geen kuilde of jaren. Hij is ongevoelig
voor tranen en gebeden. Hij heeft geen
.'oor heiligdommen en reliquiën.
Zijn hand voert onophoudelijk het zwaard,
en dat zwaard wordt niet droog door het
menigvuldige moorden. Ten einde nu zijn
wraak te koelen over wat Hertog Gundebold
deed, die, getrouw aan zijn eed, een bende
moedige Friezen bij des Konings leger naar
Spanje aangevoerd heeft, heeft, Wittekind
zijn benden naar Friesland gezonden en
hijzelf heeft aldaar overal moord en ver-;
woesting gebracht. En waar hij verscheen,
daar werden ras de tempels der Christenen
•nietigd, terwijl in dezelfde plaatsen zijn
nietige afgoden verrezen."
„Zulks is ons ter oorc gekomen en wij
hebben reeds een aan/zienlijk leger tegen
den Sakser afgezonden. Maar ik zou daarom
/el willen weten, welk punt vooral
door Wittekind bedreigd wordt en hoedanig
de geest van het volk is
,,'t Volk is goed en 'buigt zich met weerzin
voor den overweldiger. Het was aanvanke
lijk voor het Christendom gewonnen en ont-
aakte reeds uit den lieilloozen nacht van
het schandelijk bijgeloof. Het bracht bereid
willig de geringe schattingen op, waarop
het gesteld was, en zou ook eeker nimmer
(ot opstand gekomen zijn, indien het kwade
voorbeeld der Saksers niet onverhoopt som
migen had aangespoord de ingebeelde boeien
te Verbreken, om zich in knellender banden
te laten ketenen."
„Dus zal het Friesclie volk, dat zich mee
tot den opstand liet verleiden, gemakkelijk
zijn dwaling inzien en zich aan onze Fran
kische benden aansluiten'"
„Ditzelfde scheen Wittekind ook te ge
voelen, want naar hetgeen mij gisteren,
door een zeker vluchteling, Wilibald, be"
richt werd, moet de Sakser zijn benden
verzameld heibben, om op Daventiia aan te
vallen en ook van daar geheel Saksenland
te bedwingen."
,Wij zullen hem weten te beteugelen", zei
Koning Karei; en de toon van zijn stem werd
hoe langer hoe hoogcr, maar ook des ;te
scherper en onaangenamer voor het gehoor.
„Wij hebben wel andere volken ten onder
gebracht, want wij strijden in den .naam
van een Drjeëenig God."
„Ën toch verstout ik mij te vragen, of het
voor de zaak van het Christendom niet beter
zou wezen, thans zoo min mogelijk blöed te
vergieten. Er zijn velen mijner landgenoo-
ten, die, bereids liet Christendom aangeno
men hebbende* tegen wil en dank gedwon
gen zijn, Wittekind te volgen. Ook-dezen
zouden mogelijk in de algemeene. straf
oefening deelen en zij zouden dus onschul
dig moeten boeten, voor wat een enkele af
godendienaar misdreef."
„Nu, wat wilt gij dan, eerwaarde vader?"
vroeg de Koning en zijn stem werd zachter.
„Zou de weg van onderhandelen niet
beter zijn?"
„Welaan! Gij wilt zeker dan den Sakser
gaan overreden, zich aan ons wettig gezag
te onderwerpen?"
„Wanneer ik vermoeden kon, gelukkig te
zullen slagen, dan zou geen gevaar mij kun
nen terughouden, om mijn Koning een
dienst te kunnen doen, vooral, omdat ik
daardoor tevens aan de zaak van het Chris
tendom bevorderlijk zou kunnen zijn. Maar
ik geloof dat er zich onder 's Konings diena
ren e in ander bevindt, die wellicht - meer
zou vermogen dan ik."
„En wie is dat? Spreek!"
„Hij heet Angelbert en dient onder de
koninklijke lijfwacht. Hij is juist berekend
voor den post, waarover wij spreken."
„Ik ken hem. Hij is dapper in den oorlog
en hij is tevens een geloovig Christen. Maar
kent gij ook zijn afkomst?"
Hij is daarmee zelf onbekend. Maar hij
Is zoo al geen Fries van geboorte, dan toch
na aan het Friesche volk verwant. Ik heb
hem vroeger, toen ik in Friesland werkzaam
was, reeds gekend en trof liem onverwachts
weer onder het gevolg des Konings aan."
„Alcuinus heeft mij dezen jongeling reeds
aanbevolen, die deszelfs onderwijs genoten
heeft en reeds goede vorderingen schijnt
gemaakt te heibben. Evenwel zie ik nog niet
in, waarom juist hij tot een onderhandeling
met den Sakser zou moeten afgezonden
worden."
„Omdat liij, gelijk ik. weet, met de Sak
sers en Friezen zeer goed bekend is en,
naar ik. gis, uit een edel geslacht is voort
gekomen, waardoor hij meer dan iemand
anders voor den post van bemiddelaar ge
schikt zou zijn, terwijl zijn ijver voor het
Christendom tevens een waarborg is, dat
hij deszelfs belangen naar zijn vermogen
zou voorstaan."
„Nu, wij zullen zien. In allen gevalle zou
een geestelijke den jongeling moeten ver
gezellen. Maar zeg mij nu slechts: hoedanig
de vorderingen waren in het onderwijs,
waarmee men ook in Friesland 'begon-
„Het onderwijs werd reeds geregeld ge
geven en droeg aanvankelijk goéde vruch
ten. Het volk liet de lieidensche begrippen
al meer en meer varen en werd mét den
inhoud der Evangeliën bekend."
„En de geestelijken? Waren zij voorgan-
gers voor het volk? Gaven zij zich niet aan
luiheid over? Muntten zij in kennis uit?
Hebt gij onder u niet dezulken gehad, die
de wetten der Kerk moedwillig vertraden?"
„Er is geen koren zonder kaf en een gees-
te gorden, omdat niet allen even veel wijs-,
heid bezitten om te weten in hoe ver zij de
heidenen moeten tegemoet komen en in hoe
ver zij hen openlijk moeten tegenstaan."
„Dat 'is verkeerd en er moeten terstond
handen aan het werk worden geslagen. Wij
zullen daarom ook hier in Oost-Frankrijk
nieuwe bisdommen oprichten en de bisschop
pen ernstig vermanen, zich het onderwijs
aan te trekken. Er moeten scholen en kloos
ters worden gebouwd, want die zijn nuttig
voor den Staat, den godsdienst en do weten
schappen en zij zijn tevens heilzaam. Maar
dan wenschte ik wel, dat in de kloosters
wat beter predikers gevormd- wierden, die
zóó leerden te prediken, dat ieder hun
predikatiën kon verstaan. Dit alles moet nog
eenmaal worden vastgesteld, Ludger! Mijn
krijgsoversten zullen met den Sakser han
delen, maar gij moet intusschen naar be
kwame mannen omzien, die met u kunnen
optreden. Want trekt Wittekind op Daven
tiia af, gij kunt dan des te veiliger weer
naar Friesland gaan, teneinde aldaar riaL
gene re doen, wat tot bekèenng der afge-
dwaalden nuttig is, en gij kunt daartoe zoo
wel bedreigingen als beloften aanwenden.
En thans roepen mij andere bezigheden.
Evenwel zou ik u morgenavond gaarne in
ons midden zien. Zorg dus aan mijn verlan
gen to voldoen."
Ludger zocht, na dit onderhoud met den
Koning, zijn vriend en ambtgenoot Wilibald
op, die evenals hij voor Wittekind had
moeten vluchten en hij deelde hem den uit-
slag van zijn onderhoud met den Koning
mee Hiermee scheen Wilibald evenwel
slechts ten lialve voldaan, want hij hoopte,
meer nog dan Ludger, in zijn vorige betrek-
king hersteld te worden, daar hij van ijver
brandde voor de groote zaak en hij had
daarenboven nog zijn bijzondere redenen
waarom hij Angelbert tot Wittekind niet
wilde afgezonden hébben. Hij was namelijk
met zijn afkomst, bekend, doch had dien
met durven openbaren, omdat hij dan ge
noodzaakt zou zijn geweest, dingen bekend
te maken, die hemzelven betroffen, en die
hij gaarne bedekt wilde houden. Evenwel
kon hij het niet van zich verkrijgen, Angel
bert langer dan noodig was, van zijn af
komst onkundig te laten, en hij had' vooral
mot venvacht, dat. Ludger hem als afge-
vaardigde naar Wittekind aan den Koning
zou hebben aanbevolen. Maar toen hij nu
vernam, dat dit was geschied, kon hij zijn
spijt over het gedane voorstel niet verbergen
en op den toon der berisping vroeg hij:
„Waarom hebt gij dit gedaan? Angelbert
is daarvoor niet berekend."
„En ik verbeeldde mij juist het tegendeel"
antwoordde Ludger, „na alles, wat ik u van
hem heb hooren zeggen,"
'(Wordt vervolgd