VERBORGEN POLITIEKE ACHTERGRONDEN EEN KOERIER VAN DEN KEIZER WAPENSMOKKEL AAN DEN BOSPORUS Op een warmen Juni-avond in 1011 ge- beurde er op liet groote station te Keulen iets, waardoor de aandacht van de altijd tal rijke passagiers in dit station getrokken werd. De groote sneltrein uit Berlijn, door gaande naar Luik en Parijs, was juist bin nengekomen. Een tweetal in civiel gekleede heeren,' waarin het spiedend oog van den beroepsmisdadiger ongetwijfeld den recher cheur zou herkennen, begaven zich van compartiment tot compartiment, en wendden zich tot een modieus gekleed, nog jong reiziger» die het zioh in een doorgaande eerste klas rijtuig voor Pu- rijs gemakkelijk had gemaakt Had hij al leen gezeten, wellicht had men, gelijk onge twijfeld de bedoeling was, de zaak zonder opzien kunnen afwikkelen, maar er waren twee medereizigers, die wat vreemd opzagen toen hun metgezel door deze twee heeren werd uitgenoodigd hen op het perron te volgen. Begrijpelijkerwijs was deze daartoe zonder nadere inlichtingen ook niet bereid, als gevolg waarvan do beide heeren zich in functie moesten bekend malton, en er dc mededeeling aan moesten toevoegen, dat, indien bedoelde heer hen niet goedschiks wilde volgen, hij daartoe kwaadschiks zou worden gedwongen. Dat wachtte de reiziger niet af; hij vergezelde de heeren en ontving van hen de mededeeling, dat op telegrafi sche aanvrage uit Berlijn tot zijn voorloo- pige irt hechtenisneming möest worden over gegaan, aangezien- hij verdacht wérd de hand té hebben gehad in een spionnage- aangelegonheid van internationalen aard. Bedoelde heer legitimeerde zich als ver bonden aan het Departement van Buiten- landsche Zaken; toen men echter overging tot een nader onderzoek van de papieren, die hij bij zich droeg, werden daarbij aan getroffen papieren op anderen naam, zij 't ook met een op ihem volkomen gelijkend portret. De nieuwsgierigheid had zich intusschen doen gelden; een groote kring had zich ge vormd om de drie personen, en er bleef den reiziger niets anders over dan de recher cheurs te verzoeken zijn bagage uit den trein te halen, en hem toe te staan met hen een nader onderhoud in het bureau van den Stationschef te hebben. Ze haalden de schouders op als wilden z-e zeggen, dat het toch niet zou helpen; lieten de bagage door een kruier uit het compar timent halen en begaven zich met den rei ziger naar den stationschef. Eenigszins gejaagd vroeg deze of de sta tionschef zelf aanwezig was en toen naar aanleiding daarvan de belangrijke functio naris te voorschijn kwam, trad deze met een verwonderde blik op het gezelschap toe, de opmerking uitende: Mijn hemel Herr von X., wat hebben, deze heeren van de recherche met u te maken! Het was juist om te constateeren, dat hij bij den stationschef bekendheid genoot, dat de reiziger dit incident had uitgelokt. Hij verzocht den stationschef de deuren van het bureau zoo te sluiten, dat geen ongewensch- te toehoorders iets konden verstaan. En toen vertelde hij den beiden heeren van de recherche, dat hij in werkelijkheid deel uit maakte van den geheimen dienst; dat hij op reis was met een persoonlijke opdracht van den Keizer; dat deze opdracht, waarover hij zich uiteraard niet nader kon uitlalen, van het allerhoogste politieke belang was, en dat hij de heeren persoonlijk verantwoor delijk stelde voor de gevolgen, indien zij niet onmiddellijk hem veroorloofden zijn reis te vervolgen. Het door hem ondervon den oponthoud was a.l schadelijk genoog, maar hij zou trachten dit in te halen! Waar op de beide rechercheurs elkander aanke ken, verlof verzochten om met hun chef te telefoneeren, na afloop waarvan zij terug kwamen met de mededeeling, dat de chef naar het station onderweg was. Deze kwam al spoedig, kennelijk in opge wonden toestand, en erkende, dat hier een misverstand van den alleronaangenaamsten aard aanwezig moest zijn. De hem gegeven opdracht was hem van dc zijde van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken recht streeks geworden; vergissing was uitgeslo ten, zoodat hier alleen aan een onbegrijpe lijk misverstand kon worden gedacht. an daar, zoo zei de hij, dat Herr von X. het zou verontschuldigen als hij. alvorens de in hechtenisneming op te heffen, contact met Berlijn zocht Herr von X. was een redelijk man en be greep de moeilijke situatie van den ambte naar Hij verzocht hem om spoedshalve niet het Ministerie van Buitenlandsche Zaken op te bellen, dat op dit uur gesloten zon zijn, maar het Kabinet van d-m Keizer en daar \erbinding te vragen met den dienstdoen- den chef. Welke verbinding in zeer korten tijd tot stand kwam, en tot niet geringe ver bazing van den chef, leidde tot de mededee ling, dat Herr von X., dio tot in bijzonder heden aan de andere zijde van de telefoon werd beschreven, en van wien de naam werd herhaald, dio op de valsche papieren moest voorkomen, met den meesten spoed zijn reis moest vervolgen. Zelfs werd uit drukkelijk last gegeven aan den stations chef, die daartoe aan de telefoon werd ge roepen, «lat een locomotief met en wagon lor beschikking zou worden gesteld om te trach ten het geleden oponthoud in te halen. Verontschuldigingen over en weor, snel vertrek vat? den stationschef om de noodigc maatregelen te nemen, ergernis bij den heer von X. over het oponthoud. Niet veel later intusschen dan deze gedacht had, kwam hij in Parijs aan er. nam daar zijn intrek in een betrekkelijk klein hotel, in de onmid dellij'ke omgeving van liet Gare d'Auster- litz. Hij ging dien dag boodschappen doen in Parijs, kwam 's avonds laat thuis oh gaf order hem den volgenden ochtend vroeg te wekken, opdat hij den zeer vroegen trein naar Bordeaux zou kunnen nemen. Hij had de gordijnen van zijn kamer open gelaten, werd vroeger wakker dan hij ge dacht had. stond op, en verbaasde zich, dat op het aangegeven uur geenerlei klop op de deur volgde. Beneden komende informeerde hij, waar om men hem niet gewekt had en hem kans had laten loopen den trein te missen. Waar op hij vernam dat den vorigen avond, toen hij nauwelijks naar boven was .gegaan, een heer naar hem had gevraagd, en hem was gevolgd. Tien minuten later was (leze te ruggekomen met de mededeeling, dat X. vermoeid zijnde., toch liever niet gewekt wenschte te worden! Het waren spannende dagen in de Euro- peesohe internationale politiek. Naar bui ten kon men dit nog niet bemerken, wanl de stap, die tot zooveel commentaar zou aanleiding geven, was nog niet gedaan. Het Fransche Ministerie had troepen naar de Marokkaansche hoofdstad Fez gezonden, en van Duitsche zijde was niet onduidelijk te kermen gegeven, dat men hierin een overtreding zag van de Acte van Algeceiras, Keulen, stad van den befaamden Dom, waardoor Frankrijk zich eert. protectoraat over Marokko wilde toeëigenen. Sedert meer dan een jaar was Staats secretaris van Buiten]andsche Zaken de vroegere Duitsche Gezant te Boekarest, de heer Von Kiclerlen Wachter, die tegenover den Rijkskanselier een geheel an dere positie innam dan tot dusver zijn voor gangers hadden bekleed, en die op de lei ding der buitenlandsche politiek van die dagen een grooten invloed oefende. Do luidruchtige Pan-Germanisten, en de oorstanders van Duïtsch koloniaal bezit lieten het, met verkiezingen in het zicht, niet aan alarm en rumoer ontbreken, en waren bezig de regeering te dringen op een weg, dien zij eigenlijk niet wilde be wandelen. Vandaar strijd te Berlijn; strijd tusschen den Rijkskanselier en den Staatssecretaris, waarvan het tevoren vaststond, dat deze laatste het zou winnen: strijd tusschen den Keizer en den Kanselier e'enerzijds, den Kei zer en den Staatssecretaris, die persoonlijk toegang bij hem had, anderzijds. Terwijl Kiderlen Wachter dezen- ding van den kruiser „Panther" naar Aga- dir had weten door te drijven, schrikte de Keizer reeds ten deele voor de gevolgen terug. Hij wist niet en kon niet weten boe Frankrijk op de zending van dit schip zou reageeren, en buiten de officieele bevelen van den Marinestaf om, wenschte hij als opperste Admiraal der vloot den comman dant van de .Panther" duidelijk te maken, dat hij, de Keizer, zijn opperste chef dus. in geen geval een incident wilde, dat aan leiding tot een oorlog zou kunnen zijn. Om den" Commandant van de „Panther" die vanuit de Middellandsche Zee naar Agadir was gezonden, te bereiken, was nu Herr von X., een der vertrouwden van den geheimen dienst, onderweg, zonder dat men, n/iar do Keizer althans vermoedde, aan Bui tenlandsche Zaken an zijn reis afwist, zon der dat de Marinestaf ervan op de noogtc was gebracht. De6 Keizers koerier was een jong, maar ervaren naan. Hij liad het incident te Keu len niet zwaar opgevat; misverstanden kwa men meer voor en hij was reeds eens tevo ren het slachtoffer van ecu ongelukkige ge lijkenis geworden. Dat men hem toevalligerwijze niet gewekt had, zou zijn bevreemding niet hebben wak ker gemaakt, maar aangezien geen bezoe ker bij hem was geweest, hij ook geen be zoeker verwachtte, kon lvij thans de idéé van een complot, dat hem blijkbaar wilde beletten zijn reis voort te zetten, niet van zich afzetten. Nu legde hij wél verband tusschen hot incident te Keulen en het feit, dat men hem bij voorkeur had willen laten doorslapen. Al denkende haastte hij zich naar het station, keek aandachtig rond onder de wei nige reizigers, die daar in den trein stapten, maar was niet verrast, toen hij in het eer ste klas compartiment, dat hij bezette, al spoedig een metgezel kreeg, die trachtte een praatje met hem aan te knoopen. Hij begreep, dat hij gevolgd werd, en het kwam er nu op aan om zijn spoor uit te wisschen. Ongetwijfeld zou men hem niets doen. althans niet dan in het uiterste ge val. maar hij moest de bevelen van den Keizer volbrengen en hij wist welk ge wicht zijn boodschap had, welk gewicht het kleine stukje papier had, op zeer geheime plaats verborgen, dat hij ook aan de oogen der rechercheurs te Keulen had onttrokken. Hij slaagde er te Orleans onopgemerkt in om den trein te verlaten, natuurlijk m.et achterlating van zijn bagage, maar in het bezit van zijn stukken en zijn geld. En voor veel geld en voor goede woorden kreeg hij van den stationschef een extra-trein, die hem met groote snelheid naar Parijs terug bracht, waar hij van richting veranderde, en den boottrein nam naar Londen. Hij reisde over Calais, maar ging, in Do ver aangekahnèn, niet naa\ Londen,' bleef in Dover logoeren, en begaf zich den vol genden dag per auto naar Southampton, vanwaar hij hoopte een dienst te vinden op Spanje en Afrika. Zoo'n dienst was er, maar slechts ééns per week, en aangezien het schip juist den vofigen dag was uitgevaren, zou hij volle zes dagen moeten wachten. Dat was to lang. Een andere route zou hem eveneens te veel tijd kosten, zoodat niet anders overbleef, dan te trachten een klein schip voor die reis te charteren. Dat was in Southampton in die dagen niet moeilijk, maar het kostte geld, meer geld dan liij bij ziüh had, en zoo moest hij wel aan het hem opgegeven adres te Ber: lijn telegrafceren, om onmiddellijke over making van het geld te verzoeken, en moest hij wel zijn adres te Southampton opgeven om daar het geld in ontvangst te kunnen nemen. Hij was ervaren genoeg oui to begrijpen, dat hij op dio wijze de nauw lettende waarnemers te Berlijn op de hoog te kon brengen, maar hij moest het wagen, er viel niets aan te veranderen. En inderdaad, toen hij op denzelfden dag des avonds vrij laat, voor de vierde maai aan het Telegraafkantoor terugkwam, om te vernemen of het geld voor hem gekomen was, vond hij zijn cheque Hij had alles zoo danig in orde gemaakt, dat hij zich direct naar het schip kon begeven. Hij had niet opgemerkt, dat men heem volgde; hij hoopte dat zijn vijanden te Ber lijn nog geen maatregelen tegen hem hadden kunnen nemen. Hij was bijna geneigd volkomen op zich zelf te vertrouwen, de grootste fout, die een geheim agent kan maken bij een belangrij ke missie. Maar een toevallige omstandigheid kwam hem te hulp, want terwijl hij door een be schaduwde laan liep, die rechtstreeks naar dc haven leidde, reed hem een agent ach terop, die beleefd aan zijn pet tikkend, hem vroeg of hij wellicht eenig bedrag van waarde bij zich kon hebben. Toen hij wat verbaasd keek, vertelde de agent hem dat hij. toevallig op inspectie zijnde, twee personen had opgemerkt, die hem volgden cn die kennelijk hun best de den door hem niet te worden gezien. De agent was, aangezien het geval hem begrijpelijkerwijze interesseerde, van zijn gewone route afgeweken; had de beide per sonen scherp in het oog gehouden, en vond het thans lijd om Herr von X. te waar schuwen, wijl de beide personen hem reeds dicht genaderd waren zonder dat hij het bemerkte, en zich nu achter een paai strui ken van een voortuintje in dc bedoelde laan verscholen. Do koerier van den Keizer begreep, dat er voor hem niets bij gewonnen was om zijn volgers aan dc kaak te stellen; het cenige wat hij riskeerde was, dat men het spelletje van Keulen zou trachten te herhalen, en dat hij hier wellicht minder gemakkelijk dan in Duitschland aan nieuw tijdsopont- houd zou ontkomen. Hij stelde daarom den agent gerust: zeide hem, dat het vermoedelijk een paar van zijn vrienden waren, die meenden, dat hij een verboden afspraakje had en die hem daartoe wilden volgen, maar die verder niets kwaad in den zin hadden. Hij zorgde er echter voox den agent al pratende met zioh mede te nemen, totdat hij in de on middellijke nabijheid van de haven was aangekomen, en zijn schip reeds zag liggen. Toen duwde hij don agent een guinea in de hand en zeide hem, dat, aangezien zijn vrienden -getracht .hadden hemte volgen, hij gaarne ze'bang wilde maken, èn nu dén agent .verzocht om, daar zo hem nog'steeds volgden, op hen af te gaan, hen ernstig te ondervragen en to doen alsof nij werkelijk van plan was hen mede naar het bureau te nemen. De agónt knikte met een lachje van verstandhouding, en Herr von X. zag niet zonder leedvermaak, dat zijn beide achtervolgers moeite deden om zich aan het verhoor te onttrekken, teneinde hem ver der te kunnen volgen, maar daarin niet slaagden en niet durfden wegloopen, uit vrees dat de agent d.in op z'n fluitje zou blazen en anderen ter hulp zou roepen. Zoo kwam hij, zoo goed als onbemerkt op het schip, en in zee. De vaart was fortuin lijk; de vaart was aangenaam, cn verdere incidenten deden zich niet voor. Hij deed Lissabon aan teneinde op de hoogte tc ko men van do gebeurtenissen van den dag, en vernam daar, dat dienzelfdcn dag de „Panther" te Agadir was binnen gekomen, hetgeen i:i Je geliéole Purop-esche pers een groote opwinding had veroorzaakt. Vooral de Fransche couranten spraken luide van zich af, eischten de zending van een Fransch oorlogsschip naar Agadir, en stel den bij voorbaat Duitschland voor de ge volgen verantwoordelijk. De koerier be greep geen tijd te verliezen tc hebben: eer- uur later zette hij koers naar Marokko, en bereikte Agadir in den loop van den vol genden dag. Toen lag do weg voor hem open; het afgesproken teeken verschafte hem onmiddellijk toegang tot den Com mandant, die mot begrijpclijken eerbied van de bijzondere boodschap van den Keizer ken nis nam. Hij heeft, gelijk uit de geschiedenis bekend is, de bevelen van den Keizer nauw keurig opgevolgd. Maar, mag men deze iet wat romantische geschiedenis, die aan Fransche cn Engelsche bladen van later tijd is ontleend, gelooven, dat zou men van Duitsche zijde krachtiger geschut in actie hebben willen brengen dan de zending al leen van de Panther. Men kon toen niet weten, dat daardoor do groote crisis in dc fturopcescho politiek slechts word uitge steld. Hoe Kemal Pascha oorlogs- 'materiaal ontving Het waren zonderlinge verhoudingen, die in Constautinopel, aan don Bosporus, heerschten in 1921. Ilct oude, lamgeslagen Turkije, dat den vrede van Sèvres had moe ten aanvuarden, heerschte er nog in naam, maar de internationale bezetting heerschte er in werkelijkheid. Engelsche pantsersche pen wiegden op de blauwe golven van de rivier; in de stad deden Fransclio en Ita liaansrfc-c patrouilles dienst, cn overal, waar men kwam cn ging, waren de weder zij dsche geheime agenten aan hot werk om dc Turken en debondgenooten to be spieden en te bewaken. Twee figuren waren in het voornaamste hotel in Therapia, die er een schijnbaar onbezorgd leven leidden, een Engelsche Ma joor, oen Fransche Overste, naar het uiter lijk dienst doende gelijk de anderen, in werkelijkheid de uitvoerders van de geheim zinnige bevelen hunner Ministeries te Pa rijs en te Londen. Want, hoe was de toestand? Aan de Grie ken was, krachtens het Tractaat van Ver sailles in Voor-Azië aanmerkelijk meer toe gestaan, dan mot hun prestaties in den oot- log overeenkwam en Frankrijk hun had wenschen te geven. De vernedering, aan Turkije op Aziatisch grondgebied opgelegd, maakte het den stoutmoedigen Turkschcn Generaal, Kemal Pascha, gemakkelijk om de ixieren van de Anatolisehc hoogvlakte tot tegenstand te drijven. Geland met. eon handjevol aanhangers, verzamelde hij ai spoedig duizenden en tienduizenden om zich, vormde ze tot een leger, dat de regel matige Turksdhe troepen voor zich uit joeg en gevaarlijk werd voor do Grieken, die hun macht uitoefenden in de Voor-Aziatische ha vensteden. Engeland steunde de Grielken, wenschte geen krachtige Turksche macht iu Voor- Azië, die wel eens een versterking van den Franschen invloed in Syrië kon beteokenen. Frankrijk daarentegen wenschte geen Griéken in Voor-Azië, stond sympathiek te genover den opstandigen Kemal Pascha, al werd deze ook opstandeling geheetcn. Zoolang deze van wapenen was verstoken, scheen zijn tegenstand niet gevaarlijk, maai zou Frankrijk niet beproeven hem van wa penen te voorzien? rgcloos, naar hc-i heette om cenige schade aan de machine te herstellen, op den Bos porus was geankerd, in de onmiddellijke nabijheid van de Engelsche oorlogsschepen. De Engelsche Majoor luid zijn spionnen on der de werklieden, die aan boord werden toegelaten, maar hij ontdekte niet anders dan dat er inderdaad schade was aan het roer, en dat de werklieden tot geen andere ruimte dan die, voor het hei-stel tc betre den, werden toegelaten. Alles scheen in or de, en een enkel Turkseh jongmeisje be hoefde dezen geslepen agent der Intelli gence Service toch geen ungst aan te ja gen. En toch, en toch! Totdat op een avond, die naar de voor* spelling regen, dichte, ondoordringbare re gen bracht, het meisje Dschamileh zich naar den Franschen Overste begaf. Geen minuut later of dc Engelsche Majoor wist het, en waarschuwde dc zijnen. Vijf minuten later en voor liet huis in de nauwe straat in Konstantinopel, waar de Fransch man woonde, stonden vier auto's van den En- golschen Intelligence Service gereed, met zich voerende de schijnwerper, bestemd om signalen te geVcn aan de eveneens gewaar schuwde torpedoboot. Weer vijf minuten lo ter en het meisje Dschamileh verliet de wo ning, steeg in do auto, die vanaf datzelfde oogenblik plotseling dol scheten te zijn ge worden. Met zoo groote snelheid ging de chauffeur door de bochtige straten van de oude stad, dat liet soms scheen als zou de wagen omvallen. Hij reed naar den Aziati- sühen oever, zond st'-alende lichtbundels vooruit en had het daardoor gemakkelijker dan de achtervolgende Engelsche auto's, die, uit vrees van herkend to worden, gcou lichten met zich durfden voeren. Dat er geen ongelukken op dien tocht zijn gebeurd, mag to allen tijde een raadsel heclen. De auto met het moisje Dschamileh rende voort den Aziatischen oever langs, den stikdonko ren nacht in. En tegelijkertijd bespeurde men beweging op het Fransche koopvaardijschip, die echter niets onrustbarends had, omdat dc Engelsehen zeker wisten, dat hun tor pedobooten op hun hoede waren. Plotseling stopte de Turksche auto. lloc het zoo gauw geschiedde, viel niet te begrij pen, maar de schijnwerper, die gediend had om den weg te verlichten, werd gedraaid cn stortte even onverwacht als hel zijn over vloedig licht over de Engolsche auto's en hun bemanning uit. Tegelijkertijd werd een ware fusilade op hen geopend, die zij, zeif door het licht beschenen, doch niet in do Constantinopcl en de Bosporus. Aan de Engelsche schepen in den Bospo rus was bijzondere waakzaamheid Inge prent; waakzaamheid gericht op den Voor- Aziatischen, tegenover liggenden oever. Twee torjiedo-jagers stonden in het bijzon der den Engelschen majoor, die hoofd van den Inlichtingendienst te Konstantinopel was, ter beschikking! En toch, hij voelde ziah niet op zijn ge mak, toen hij zijn Franschen collega, cor rect gekleed als altijd, elegant in ae puntjes, met een voorname, jeugdige Turksche ver schijning, het gelaat gesluierd, het terras van het Hotel in Therapia zag betreden. Zijn handlangers hadden hem over deze ver schijning niet ingelidht, en dat maakte hem te wantrouwenden Vandaar zijn nasporingen die aan het licht brachten, dat het jong; meisje Dschamileh was gohecten, zuster van den voormaligen Turkschen Gezant Athene, die slechts korten tijd tevoren uit Anatolië was aangekomen. Geen wonder dat zij vanaf dat oogenblik 6treng door de Engelsche Intelligentie Service werd be waakt; dat men haar woning uitvond; dal dag en nacht in de onmiddellijke nabijheid een auto aanwezig was om haar tc scha duwen; dat men tot in de minuten en se conden wist wanneer en hoe lang de Fran sche Overste bij haar of zij bij den Fran schen Overste had doorgebracht. Vandaar dat men vooral oplettend toezag of ook be trekkingen bostonden tusschen haar en het Fransche koopvaardijschip, dat schijnbaar Een fraai stads beeld uit Lissa bon, Portugal's hoofdstad. omgeving kunnende zien, niet konden be antwoorden. De Engelsche Majoor richt zijn revolver op dan schijuwerper, schiet deze j stuk en de duistere nacht bedekt plotseling weer alles. Als hij zich naar de Turksche auto begeeft, vindt hij daar den chauffeur leunend tegen de wagen, die zich in perfect Engelsch beklaagt, dat zijn lantaarn is kapot geschoten; lantaarn, die de inzittende dame moest dienen om aan haar romantische in vallen, om over den Bosporus te kunnen zien, gevolg te geven. Woedend cn vloekend zijn auto's inspecteerend, bemerkt de En gelsche majoor dat alle banden waren door gesneden; dat er van de reservebanden niets is. overgebleven; dat zijn eigen schijn werper geheel kapot is geslagen, en dat hij dus met materiaal, dat onbruikbaar is, op een weg staat, tenminste twee uur loopen van Konstantinopel verwijderd, zonder eeni- ge kans om hulp te verkrijgen. Zuklantaarns worden te voorschijn gehaald om te probce- ren de torpedobooten opmerkzaam te maken maar vergeefs. Eerst toen 2 uur later Engel sche officieren op motorfietsen, ongerust ge worden door het lange uitblijven hunner kameraden, nabij kwamen, kon hulp gehaald worden; konden nieuwe banden worden ver kregen, maar inmiddels waren uren en uren verstreken. De inzittenden van de Turksche auto ble ven kalm en onverstoorbaar; gelijk het Oos terlingen past. De chauffeur was zei/s inge slapen en de figuur in de auto, die hef meisje Dschamileh moest zijn, staarde steeds maar naar de bijkans niet zichtbare golven van den Bosporus. Het werd den Engelschen ma joor teveel, die al begreep bij de'moeilijk heden, waaraan hij zich blootstelde, de auto gebood hem te volgen. Toen hij echter in Konstantinopel was aangekomen en het jon ge meisje uitnoodigde het Engelsche hoofd kwartier te betreden, volgde hem geen jong meisje, maar een snaaksche Turksche straat jongen, die het zilveren kleed, dat hel meis je Dschamileh zoo herkenbaar maakte, met een grijnslach aflegde. De Engelsche majoor had geen onderzoek meer in te stellen. De Engelsche torpedoboo- tan hadden den Franschen koopvaarder Zien en hooren vertrekken. Maar zij hadden geen enkel bevel ontvangen en zij hadden op- dracht te blijven liggen, totdut de lichtsig nalen hen zouden voorschrijven zich in. be weging te stellen. Dc Fransche koopvaarder was uit het gezicht verdwenen, en toen men na uren en uren hem ontdekte, bleek het machinedefect hersteld, en het schip even weinig geladen als het te voren heette. Groo te voorraden munitie en wapenen waren in Voor-Azië gelost, door de aanhangers van Kemal Pascha in ontvangst genomen en dank zij deze moderne uitrusting, werden de Grieken in achtereenvolgende veldslagen be slissend verslagen en gedwongen Voor-Azië tc ontruimen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 10