-
Oen titel „Hoforganist" geeft. Tn Augustus van
<lat jaar beklimt hij echter voor 't eerst zijn eigen
orgel. In Arnstadt komt zijn roem en zonder om
slag biedt men hem de organistenplaats van die
stad aan. Er was wel een organist, maar men
laat dezen zijn salaris behouden, en geeft hem
een andere betrekking
Bach verdient hier 84 gulden.
Hij was echter, jammer voor Arnstadt, een
groote geest. En zou hier zijn vleugels gaan uit
slaan, zoo wijd, dat het de heeren van de stad
al gauw te erg werd.
Veel heeft hij hier in Arnstad* gestudeerd. Trou
wens hij was zoo bescheiden later steeds te ver
klaren aan ieder die hem zijn vereering bood:
,;Als ge ijverig werkt brengt ge 't minstens even
ver als ik, of nog verder. Met vele Duitsche en
vooral ook Fransche componisten maakte hij ken
nis. Hun werken, indien niet voor orgel geschre
ven. arrangeerde hij voor zijn instrument, en zijn
leerlingen liet hij ook veel copiecn maken. Eén
van deze orgelmeesters was voor Johann Sebestian
do grootste: Buxtehude. In October 1705 gelukt
liet hem van het kerkbestuur vier weken verlof
te krijgen om dezen te gaan hooren. Te voet gaat
hij naar Lübeck. Hier hoort hij Buxtehude spelen
pp het orgel in de Mariakerk en raakt zóó ver
diept in diens kunst, dat hij na die vier weken
er niet aan denkt terug te keeren. Met het ge
lukkigste gezicht van de wereld komt hij pas
vier maanden later Arnstadt weer binnen
wandelen.
Bach superieuren echter zijn niet gesticht. Hij
moet vóórkomen. We kunnen ons hem wel voor
stellen, den fieren jongeman, den degen opzij,
voor 't eerwaa-dig Consistorium. Onder den in
druk is hij niet erg. Dat wegblijven, hij had
immers voor een plaatsvervanger gezorgd? En het
stokken- en degcngcvecht, kortelings geleverd in
dc stille straten van Arnstadt, leerlingen van het
koor aan de eone kant, en de dirigent Bach
aan dc andere, och hierover zal hij zich acht
dagen bedenken en dan schrijven (hij heeft t
nooit gedaan); en tenslotte, dc vele vreemde
tonen, die bij hot koraal worden vernomen, sinds
<le nieuwe organist hier de leiding heeft, de „vicle
wumlerliche Variationen", Baoli geeft er geen
antwoord op, hij zit weer in de Mariakerk bij
Buxtehude en laat ze praten.
In alles te verdedigen is Bach hior niet. Maar
met dat al, zijn positie werd er niet beter op. En
als de heeren van niets weten, krijgen ze op een
goeden dag een brief: dc heer Bach vraagt zijn
ontslag, hij is elders beroepen en doet. vast maar
de sleutels van het orgel aan den raad toekomen.
Bacli had namelijk in dc Paasclidagen proef
gespeeld als randidaat voor de door overlijden
opengevallen plaats te Mühlliauscn. En zóó, dat
men in den gemeenteraad van 27 Mei 1707 de
vraag besprak of het niet mogelijk zijn zou, dien
„Pack" die zoo mooi gespeeld had, in de plaats
van den overleden Ahle aan te stellen. Nogmaals
wordt Bach nu verzocht naar MUlilhausen te ko
men en daar als organist van dc St Blasiuskerk
Óp te treden. Wat stelt hij als voorwaarde? 85 gul
den, 3 mud graan, 2 vaam hout, waarvan een
van beukenhout en oen van een ander soort hout,
zes.schok rijshout, van den akker tot voor dc deur
gebracht.
Hij kent blijkbaar zijn waarde. De Baad van
Mühlhausen benoemt bom op deze voorwaarden
en hij wordt de beroemde opvolger van zijn uit
stekenden voorganger. Bach is hier even in de
twintig. Bizonder hier doet Bach zich kennen als
orgelhouwdeskundige. Kort na zijn aanstelling
reeds komt hij bij den gemeenteraad niet uitge
breide plannen tot orgelrestauraite. De Raad keurt
deze plannen goed, wcnscht torloops ook van zijn
orgelkennis getuigenis af te leggen door bohalve
<le door Baeli voorgestelde verbeteringen ook een
klokkenspel in het pedaal te doen aanbrengen en
gaat tot ile restauratie ovor.
Een conflict het komt nog dagelijks voor
van religleufl-aesthetischen aard heeft echter ten
gevolge, dat Bach do voltooiing van hot werk daar
niet meemaakt.
Reeds in Arnstadt had men liet te kwaad met
de koraal variaties van Bach, waarhij do melodie
„nu zus, dan zoo" werd gespeeld of gezongen. Hier
jn Mühlhauson echter wordt de tegenstand van
Jeugdportret van J. S. Barh.
84
het onverstand zoo groot, dat men 't werk van den
godvreezenden jongeman, die zelfs op de kantjes
van zijn partituren S.D.G. (Soli Deo Gloria) of
J.J. (Jesu juva: Jezus helpe) schreef, vleeschelijk,
wereldsch, en dus uit den booze, noemde.
Een en ander leidde tot zijn ontslagaanvrage.
Een jaar na zijn benoeming. Als reden geeft hij
op dat hij niet goed kan rondkomen van zijn
jaarwedde. Men scheidt als goede vrienden. De
gemeenteraad, betreurt het heengaan van den
grooten kunstenaar, draagt hem nog het toezicht
op over de werken ter restauratie van het orgel.
Bach komt nu te Weimar. Een bizonder rustige
en prettige tijd voor den meester. Een bepaald
orgel schijnt hij hier niet te hebben bespeeld. Van
J. S. Bach
hieruit ook maakt hij verscheidene reizen. Bizon
der het bezoek aan Dresden is bekend. Hier heeft
hij den beroemden Franschen organist Marchand
liet veld doen ruimen bij een vergelijkend klavier-
spel. Marohand is er zelfs niet aan begonnen;
wanneer hij moet optreden, blijkt hij met stille
trom vertrokken.
Bach werd op het orgel langzamerhand een ge
weldenaar. Raakte hij aan 't improviseeren hij
deed het uren lang op één thema dan bouwde
hij 't gotisch gebouw van zijn klankstuk als een
gouden katihodiraal, die recht rees naar God.
Bach bezat reuzenkracht zeide men, want men zag
hem spelen zonder bewoging haast en zonder ver
moeienis .Maar dit zat 'm in Bachs bizonder ge
bruik van vingers en handen. Geen wonder ook,
dat veel leerlingen toekwamen. Hoewel ze in hun
meester wel een toegewijden vriend, géén paeda-
goog vonden. Dit laatste zóó te verstaan: hij kon
heel slecht met de jeugd omgaan. En verveelde
't hem, hij stoof driftig op en slingerde ze zijn
pruik naar 't hoofd: schaapskop!
Een persoonlijke belccdiging, men ging hem
voorbij bij 't componeeren van een gelegenheids
cantate, maakt ook hier in Weimar weer een eind
aan de vreugde. Bach ontsteekt zóó in toorn, dat
zijn uitingen van dien aard zijn, dat hij vier
weken in arrest gesteld wordt. Wat moet dit den
grooten man een kwelling geweest zijn.
Bach verhuist naar Köthcn. Hij solliciteert na
eenigen tijd voor organist te Hamburg. Een man
met geld echter solliciteert ook. Hij wcnscht het
te doen zonder honorarium. En krijgt dc benoe
ming! Do predikant echter was zoo verontwaar
digd over deze manier van handelen, dat hij ge
legenheid vond in een predikatie over den engelen
zang er dit van te zeggen: Hij was er vast van
overtuigd, dat zelfs al kwam een van die engelen
van Bethlehem uit den hemel nedergedaald, die
goddelijk speelde en organist van de Jacobikerk
wilde worden, hij dan toch weer weg zou kunnen
vliegen, als hij geen gold Hij zich had.
Na Köthen is dc bekroning op Bachs levens
werk gekomen, als hij cantor van de Thomas-
school te Leipzig wordt. Maar ook hier had hij
het vaak te kwaad met zijn vurig driftig tempe
rament en zijn weinige pacdagogischc tact. Nog
juist op tijd benoemt dc Landsvorst hem tot hof-
componist, op Bachs eigen verzoek „opdat het
stadsbestuur hem dan niet meer goed zou aan
durven."
Bach is gestorven, 's avonds 28 Juli 1750. Kort
to voren heeft hij zijn zoon een koraal gedicteerd
en dan .grijpen zijn oude groote handen in het
geel-ivoren huisklavicr en klaar kinkt het „Vor
Deinem Tlvron tred' ich hieruit."
Insigne
G. WAANDERS
't Insigne van den kunstenaar:
Een hoekig voorhoofd, borst'lig haar,
En diepe, donk're denïcèrsoogen.
Maar wie die fijne bóelding mist
Bedenke, dat de geest beslist
En zichtb're teck'ncn dikwijls logen.
Kinderspel en
Kinderspeelgoed
II
Ten slotte geeft Otto van Tussenbroek in „Leven
en Werken' nog de navolgende goede wenken aan
alle die met kinderen omgaan:
„Ik was onlangs op dc speelgoed-afdeeling van
een heel groot magazijn in Amsterdam. Daar zag
ik een nog jong echtpaar met een kindje aan do
hand en dat kindje mocht iets uitkiezen. Net zoo
als ik dacht was het. jarig, want ik hoorde do
vader zeggen: „En wal wil Anneke nu voor haar
verjaardag hebben l" En Anneke koos iets, dat
niemand verwacht zou hebben: een doos met
onderdeden voor het zelf bouwen van een knnl-
roode auto, maar dat vonden de ouders wel iet9
,voor een jongen maar niet voor een meisje, dat
per sé eon pop moest kiezen. Doch Anneke hield
moedig voet bij stuk en ik bleef belangstellend
op den achtergrond toezien hoe dat af zou loopen.
Nu, het eindigde in een huilbui en ik had zicls-
meelij met het jarige kind. Daarenboven kregen de
ouders verschil van mccning, waaruit ongenoegen
groeide en het eind is geweest, dat ze weg gingen,
zonder voor Anneke iets te koopen. Dat zijn zoo
van die dingen in het leven! Menschen zijn niet
wijzer en kinderen zijn koppig ais ze eenmaal
ergens hun zinnen op hebben gezet, nietwaar!?
Wat kinderen betreft kan men opmerken, dut
ze graag bezig zijn. Het bezig-houden komt pas aan
bod als zo zelf de kluts kwijt zijn. Leiding bij het
verzinnen van bezigheid blijve beperkt tot het
aangeven van een idee of het verschaffen van
materiaal, maar dan late men het kind liever aan
zijn lot over. Vraagt het zelf oin raad of oin
eenigerlei aanwijzing, weest daartoe bereid ook al
hebt ge momenteel andere en belangrijker dingen
aan het hoofd. Een kind heeft recht op onze hulp.
Daarbij is de drang tot arbeiden en spel een
natuurlijke noodzakelijkheid, waaraan liet element
der zelf-ontwikkcling stellig niet vreemd is. Het
kind leert al spelend en daarbij is alles een wel
kom middel tot het verwerven van kennis en
behendigheid. Het één is met het ander dooreen-
geweven, men weet nauwelijks de grenzen dezer
twee factoren aan te geven, trouwens het bekende:
„mijn loeren is spelen, mijn spelen is leeren" duidt
duidelijk dc samenvloeiing aan. Het kind is van
nature ietwat onberekenbaar en daarom is de
kinderziel zoo belangrijk voor allen, die het
vraagstuk der opvoeding bestudeeren. Het ver
rassende is daarenboven, dat in de handen van
het kind het eene ding niet belangrijker is dan
het andere.
Er is een tijd, dat men kinderen alleen moet
laten bij hun spel, en bij hun arbeid. Het een zoo
wel als het ander is van grooter bcteekenis dan
men wel zou vermoeden. Waar anderen glim
lachen daar is liet bij het kind heilige ernst. Din
gen, die ouderen achteloos wegwerpen, zijn voor
kinderen vaak ware schatten en wut doen ze er
al niet mee? Een leeg lucifersdoosje, een notedop,
een garenklosje, een kraal of knoop, het kunnen
dingen zijn waar kinderen geweldig rijk mee zijn.
En roepen zij onze hulp in, hoe prettig is het dun
beslagen ten ijs te komen.
In dit verband zou ik gaarne een goed boekje
willen noemen: dat van Johanna Huber „Das Buch
der Kindcrbcschüftigungcn", hetwelk in een wel
verzorgde vertaling onder den titel: „Spelend ar
beiden" verschonen is. Daarin zegt dc schrijfster:
„Het gewicht van de geheelc zaak bestaat alleen
hierin dat wij de kinderen steeds het juiste speel
goed geven, waarmede het zijn fantasie en schep
pingsdrang bevredigen kan."
Worden de kleintjes ouder, dan kan het spc)
langzamerhand van onbewusten in doelbcwusten
arbeid overgaan. Van liet inet blokken bouwen
(b.v. met z.g. „fröbel- en flomablokken" waarvan do
grondvorm in tweeën en vieren is gebaseerd of
wel de afmetngen zich een, twee of meerdere ma
len tot elkander verhouden); het leggen van ge-
klcurdo vierkanten, halve vierkanten, driehoeken
en halvo-cirkelschijven; het maken van strikken
en knoopon, kan langzamerhand worden overge
gaan tot het vlochten van buigzame en taaie
spaantjes, welke zoodanig doorecngestrengold wor
den dat deze een vast geheel vormen, en ook het
bokende papiervlcclitcn is een geliefde bezigheid.
Dan komt voor meisjes ook het naaien op car-
tonncn plaatjes in aanmerking, dc kleurige dra
den wol vormen dc teckening, welke in flauwe lij
nen op het carton is aangegeven cn ook het bor
duren op z.g. papierstramien; vervolgens het vou
wen en knippen van papier (gekleurd sits) als
mede het plakken van figuren. Later kan worden
overgegaan tot liet modclleercn in klei of stopverf,
Plastiline cn dergelijke materialen cn nu komt luit
er maar op aan den kinderen zooveel mogelijk
aan te sporen zelf hun vormen te bepalen en zelf
dc kleuren te kiezen. Dc leiding beperke zich tot
het aangeven van do wijze wuarop verschillende
materialen behandeld moeten worden, maar ove
rigens late men ze vrij, de kleinen, want wio goed
oplet ,zul vaak verwonderd zijn over do vinding
rijkheid, de smaak on verbeeldingskracht, welko
daarbij voor den dag komen
Maar nu zijn dc spceljarcn om cn dc schooltijd
breekt aan! Op z'n tic cn 7o levensjuar is het kind
aan liet doelloos spelen ontgroeid. Het begint na
„liet spel om het spel" bezigheden te zoeken waarbij
het tevens iels loert en iets doet zoonis zij dat van
volwusscn personen afkijken. Het knutselen komt
nan dn orde cn het maken van .speelgoed uit
allerlei waardeloos materiaal. Dit laatste is om
vangrijk genoeg. Wat kan er al niet van lucifers
doosjes, kurken en pindadoppen gemaakt worden!
Kostelijke dingen ontstaan uit aardappels, wor
telen, kastanjes, eikels, beukenootjes, dennenappels
enz. cn vanzelf komt het kind ertoe verschillend
gereedschap te gaan hanteeren. Na schooltijd, als
het regent en het spel buitenshuis vervalt, kan
het kind heel wat handigheid opdoen bij wol- en
raffiawerk, rietvlechtcn, cartonnagewerk, weven,
kralenrijgen, spat- cn stempelwerk, enz. waarbij ip
prettige en leerzame wijze dc energie van het kind
wordt benut en in goede banen geleid. Zoo valt er
dus voor dc nijvere kinderhanden heel wat te doen.
En wat het speelgoed betreft, jammer genoeg zijn
nog steeds dc groot ere en kleinere winkels overvol
inet dingen, die niet anders zijn dan zielloozo be
denksels van speelgoedfabrikanten, waarbij bet
betere belaas te zeldzame uitzondering blijft.
Waar echter juist in onzen verinechaniseerden
tijd het massaproduct, dus het fabriekmatig ver
vaardigde serie- voowerp een groote toekomst
soliijnt te hebben is het zeker te wenschen, dat
het groote publiek meer belangstelling moge too-
nen voor het betere en voor wat werkelijk goed
is en geschikt voor kinderen, opdat liet in staat
zij het kind bij zijn spel op te voeden tot het
leeren zien van zuivere vorïnen en tot het waar-
deeren van frissche en eerlijke kleurtegenstcllin-
gen. Kinderen staan daarvoor open, maar veel
wordt er bedorven, doordat ouders cn opvoeders
dikwijls zelfzulk een slechten smaak hebben!
Men zockc het vooral in speelgoed met eigen
karakter. Ook de aesthetiek van het speelgoed is
van overwegend belang, wie vroeg begint met
kinderen goeden smaak bij te brengen in alles,
verricht een taak van ver-strekkende waarde.
Aldus beschouwd, rijst dc vraag: aan welke
eischen moet dan het opvoedend en aesthetisch
kinderspeelgoed wel voldoen? die wereld van
bébé's, soldaatjes (houdt uw knderen liever van
dergelijke dingen af en leidt hun denken in vreed
zamer banen!), boeren, clowns, negertjes, enz.;
van beren en apen, koeien en paarden, schapen,
honden en katten, olifanten en giraffee; hcoi het
samenstel van menageriéën, boerderijen, pakhuizen
cn stallen; steden en dorpen .poorten en bruggen,
kerken cn torens; dat liliputmaakscl van bouten
of steepen blokjes, rieten of metalen staven; do
schepen cn auto's of motorfietsen cn vliegtuigen,
alsmede de locomotieven van allerlei slag, als van
dit alles iets ten goede zal uitgaan als kunstzin-
nig-opvoedende kracht voor het kind?
Ziet, dat een stuk speelgoed stevig en sterk, een
stootje moet kunnen verdragen, zonder dat bij
voortduring het vermanend „pas op!" herinneren
moet aan de broosheid van menig ding, zal door
ieder gaarne worden toegegeven. Men zal bij het
ontwerpen en vervaardigen van speelgoed ter dege
met dezen cisch rekening moeten houden, wil
men aan bruikbaarheid en doelmatigheid haar
volle waarde geven. Kinderen zijn hardhandig en
niets werkt storendcr dan do teleurstelling van
het zich begeven op liet allerongoscliiktste oogon-
blik als het spelende kind iets laat vallen of
ergens op trapt of zoo.
De hoofdvorm van het speelgoed dient tevens
verband te houden met den aard der stof, waar
van het speelgoed gemaakt is. Het beet is bij het
scheppen van den vorm slechts die kenmerken en
eigenschappen van het model in natura naar
voren te brengen, welke voor dit model karakte
ristiek zijn.
Direct op het doel afgaande deze karakteristiek
te geven, liefst met het oog voor de karikatuur,
omdat kinderen zulk een sterk en gezond gevoel
voor humor hebben, zal men goed doen tc trach
ten de dingen zoo eenvoudig mogelijk van bouw
en lijn te doen zijn. Ook dc kleur dient raak te
zijn opgezet, liefst in z.g. primaire tonen, want
rood is bijvoorbeeld een Kleur waar elk kind naar
grijpt.
Men yermijde zoo mogelijk halftinten. Kinderen
kiezen uit verfdoosjes steeds do felste kleuren en
zij hebben een zekeren durf om klouren naast
elkaar te zetten., wolkc wel eens wat hard, maar
ftoch altijd vroolijk, ja zelfs feestelijk aandoen!
Een goed voorbeeld hiervan is het werk van
Ko Vorzu, te Apeldoorn, zoogenaamd Ado-speel-
igoed, die heel in het klein begonnen, than9 eigen
werkplaatsen heeft ,waar veien meehelpen. Hij
heeft zeer moderne dingen gemaakt en maakt ze
gelukkig dagelijks nog: allerlei gebouwen, zooals
pakhuizen en garages, graansilo's cn daarbij be-
hoorendc vrachtauto's van verschillende type, cn
alles is oven goed van verhouding als van kleur.
In hoofdzaak maakt Verzu gebruik van triplex-
(hout en het goede is, dat tot in alle onderdoden
zijn werk blijk geeft van to zijn geïnspireerd op
ide architectuur van don allerlaatsten lijd.
Kinderen raken dus al jong gewend aan vor-
men, welke voor talrijke ouderen misschien al te
eenvoudig lijken, doch waarin dooi- het streven
der z.g. Nieuwe Zakelijkheid veel van het over
tollige, waarmee bijna alles wat wij gebruikten
-«beladen en belast was, is weggelaten on dat valt
nu precies in hot kader van het kinderlijk zien.
Geen wonder, dat de kleine gebruikers van dit
speelgoed op Vcrzu's werk zoo verzot zijn! Een
ander, die voor heel goedo popponkpmers en
meubeltjes heeft geteekend, is Prof. Wattjos, die
■dezelfde stijlbeginselen volgt. Dit werk wordt
vervaardigd door de fabriek „Eenvoud" te Rijs
wijk. Het is eveneens meerendeele van govorfd
triplex hout gccmakt, licht en loch heel sterk,
wat vooral met blokvormige stoeltjes het geval is.
Het weeshuis van
Spurgeon
Onder de sociale instellingen, waaraan Spur-
geons naam verbonden is, behoort in de eerste
plaats genoemd ie worden zijn beroemde inrich
ting voor weesjongens „the Stockwell Orphanage*.
Deze stichting was, evenals de „Tabernakel" een
vrucht van gebed. In 1800 had Spurgeon in zijn
blad „Zwaard en Troffel" een artikel geschreven,
waarin hij dc aandacht van zijn lezers er op ves
tigde, dat de kindoren der armen dikwijls onvol
doende verzorgd werden, met liet gevolg, dat zij
soms in Roomsch Katholieke instellingen terecht
kwamen, waar ze toch niet thuis noorden.
Er werden voor dit doel bijzondere gebeden in
de „Tabernakel" opgezonden en de voorganger
smeekte vurig, dat cr een weg geopend mocht wor
den om ict6 voor deze kinderen te doen.
Ecnige dagen later (God hoort het gebedl) ont
ving Spurgec.n een brief van de weduwe van een
predikant uit Engeland, waarin zij hem meedeelde
een som van 20.000 beschikbaar te stellen voor
den bouw van -een weeshuis voor vaderlooze kin
deren.
Spurgeon was door deze vorstelijke gift diep ge
troffen en verslagen eerst van dankbaarheid, maar
daarna van opzien en vrees. Hoe zou hij, bij al
de arbeid, die hem geen tijd overliet, ook dit
groote werk nog ter band nemen? Ilij vestigde de
aandacht van de schenkster op een ander persoon
aan wie zij misschien beter deze taak zou kunnen
toevertrouwen, maar de dame hield vol: zij stelde
cr prijs op ,dat het een specifiek werk van de
Tabernakel worden zou. Toen zotte Spurgeon de
schouders onder het werk.
Hij was niet gewoon de dingen met den kleinen
kant aan te vatten. Moest hij het doen, dan zou
hij liet goed doen!
Daarom besloot hij te breken met het oude sy
steem, namelijk de kinderen samen te brengen in
een soort kazernewoning, maar liei hij een com
plex vrijstaande huizen bouwen.
Een merkwaardigheid was, dat eik huis een
naam kreeg, die herinnerde aar. de gevers. Zoo
werd één van de huizen genoemd „Het huis van
het zilveren huwelijksfeest", ter herinnering aan
een dame, die 500 van haar echtgenoot als een
zilveren huwelijksgeschenk had gekregen en deze
som aan Spurgeon vermaakt had. Een ander huis
heette „Het Koopmanshuis" als gedachtenis aan
een nnonymen gever, die hem 600 in een ver
zegelde envelop ter hand had gesteld. Verder ver
rees nog „Het huis der eenheid", dat een geschenk
was van de heeren Olncy ter herinnering aan hun
overleden moeder.
Deze huizen waren spoedig gevuld met twee- tot
driehonderd kinderen, die, zonder onderscheid van
kerkelijke herkomst, werden opgenomen. Ook dit
laatste is symbolisch voor Spurgcons geest!
Wie zal zeggen, hoeveel vaderlooze kinderen
hier brood en kleeding, maar (wat oneindig
veel meer is) hun Heiland cn hun God gevonden
hebben.
Een van dc schoonste oogenblikken was, toen
Spurgeon de sympathie en daadwerkelijke hulp
mocht ontvangen van vele collega's, die hem 1765
pond toezonden met den volgenden brief:
„Wij beoogen met het aanbieden van deze som
een dubbel doel. In de eerste plaats is het een be
wijs van d«» hoogachting, die wij voor u hebben;
in de tweede plaats willen wij gaarne helpen, uw
weeshuis te bouwen. Wij hebben al de jaren vaa
uw bediening u met onze dankzegging en gebeden
gevolgd; met dankzegging, omdat onze trouwe God
u zoo rijkelijk wilde versieren met gaven in Zijn
dienst, u zooveel ijver schonk en met grooten Pink
sterzegen deed arbeiden; en mot gebed, omdat .vij
vragen, dat God u tot het einde toe heilig wil be-
waren, u steeds meer zegen op den arbeid geve en
u eindelijk de kroon des levens doe beëërven. Wij
cercn u om uws works wil, niet minder om de
groote liefde, die gij hebt voor al uw mededienaars
in do bediening van hot Evangelie en voor de ker
ken, die zij dienen."
Dit weeshuis werd naar geheel moderne opvat
tingen gebouwd cn bestuurd. In tegenstelling met
het oude regime ,dat tot hiertoe gevolgd was, zocht
men den huiselijkcn geest zooveel mogelijk te be
waren. Het was er Spurgeon (vaderlijke man als
hij was) om te doen, den kinderen een compen
satie te geven voor wat zij missen moesten aan een
„home". Vandaar, dat gebroken werd met het
strakke systeem van een kazernewoning, waar de
kinderen een gevoel van verlatenheid hebben, als
zij door do lange, holle gangen loopen. Hier werd
een heel nieuw type van weeshuis ingewijd. Alles
zag cr frisch cn vroolijk uit. De groote zalen wer-.
den door intieme kamers vervangen. Kenschet
send voor Spurgeons geest was de nadruk, dien hij
legde op dc noodzakelijkheid, dat de kinderen hun
individualiteit moesten behouden. Vandaar, dat hij
verbood, dut zij allen op dezelfde manier zouden
worcn gekleed. Het serie-kleed, waaraan wij den
weesjongen en hot weesmeisje onmiddellijk her
kennen, werd vervangen door een fleurig, per»
soon lijk gewaad.
Ook de ligging van het gebouw pleit voor den
goeden smaak van den oprichter. Het strekt zich
uit tusschcn gioenci.de boschjcs, terwijl een mooie
laan toegang geeft.
Dit weeshuis heeft ook oen school. Spurgeon
zorgde er onmiddollijk voor, dat het niet een
tweede of derdcrangsschool zou worden. Hij koos
uitstekende krachten voor het ondenvijs uit. De
Hop, hop, paardje. Foto: Rudolf Schuier.
officieele rapporten die de slaatsinspcctcurs gaven,
luidden goed. Hier is er een, op goed geluk geko
zen. De inspecteur zegt: „Er heerscht een aan
gename toon in de school. De jongens geven duide
lijke en goede antwoorden. Het werk staat op een
bevredigend peil. Stenographic wordt nu 's avonds
onderwezen." Over de meisjesschool zegt de In
specteur: „De meisjes gedragen zich uitstekend en
er heerscht een ernstige en opgewekte geest in db
school... Het mondeling onderwijs gaat vooruit,
vooral in de lagere afdeeling. De goede kwaliteit
van lezen, schrijven, wiskunde en naaien is de
zelfde gebleven."
Als de jongens het weeshuis verlaten, zoeken zij
een betrekking, "'olen hunner zijn daarin gelukkig
geslaagd. Op hot oogenblik werken leerlingen van
„the Orphanage" in heel de wereld, als zendelin
gen In Japan en de Congo; als predikanten; in
den handel, als accountants of architecten.
Het weeshuis heeft heden nog oen goeden naam
en wordt gemiddeld door 250 jongens en eenzelfde
aantal meisjes bezocht.
Uit: C. H. Spurgeon en zijn boodschap aan
ons, door A. G. Barkey Wolf.
Uitgave van J. N. Voorhoeve, Den Haag.
Dit en Dat
BEROEMDE DIAMANTEN
Aan proefnemingen om diamanten langs kunst-
matigen weg tc verkrijgen heeft het niet ontbro
ken; reeds in 1891 liet Moissau diamanten kristal-
liseeren uit gesmolten ijzer, docli de koolstofkristal,
len, welke hij verkreeg, waren zoo klein, dut ze
▼oor den handel geen waarde hadden.
De Amicie verhaalt, dat hij in een diamant
slijperij te Amsterdam een ouden Israëliet ont
moette, die 't vermaarde Engelschc kroonjuweel
Koh-i-noor (berg des lichts) had geslepen en
daarvoor behalve de eere-medaille van do Pa-
rijsche tentoonstelling, een fooitje van 10.000 van
koningin Victoria had ontvangen. Esquiros ver
meldt, dat het slijpen van dien beroemden steen
te Londen geschiedde door Louis Voorzanger en
Josep Fcdder. De Koh-i-noor werd sedert ovorscfiit-
terd door do Cullinan, die op 9 November 1907
koning Edward VII als een verjaarscadeautje werd
aangeboden. Deze diamant werd betiteld mot dén
Haam „Mont Blanc des bouc.ions de carafe".
Nog een andere „stop voor een karaf" was de
Ster van het Zuiden, die indertijd in de fabriek van
Coster geslopen werd en waarvan men verklaarde,
dat de glans zoo oogverblindend was, dat de aan
schouwing hinderlijk was voor het gezicht.
ANECDOTES VAN BEROEMDHEDEN
Zijn benoeming tot doctor honoris causa aan do
universiteit te Oxford was voor Mark Twain, die
destijds to New York woonde, een welkome aan
leiding om een reis naar de Oude Wereld te onder
nemen.
In Londen, waar hij ge rui men tijd doorbracht,
werd de geestige schrijver met eerbetuigingen over
laden. Zelfs dc koning noodigdo hom tot een
bozoek uit.
Een geestig journalist kondigde deze onder
scheiding aan met de woorden:
„De koning zal Mark Twain ontvangen. God
save the king."
Zoo zeer werd do buitenlandscho gast --et invi
taties voor feestmaaltijden overstelpt, dat hij, ten
einde raad, besloot, maar eens een paar dagen
rust tc nomen. Dien avond bereikte bij den aan
vang van het banket, dat tor cero van den Arno-
rikaanschen auteur was georganiseerd, don tafel*
president, het volgende telegram:
..Kan niet komen. Uitvlucht volgt per briof."
Mark Twain.
85