Jlieuure £eiïtsrijr (üottrant AVHNfi Z. Exc. A. W. F. IDENBURG overleden Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden sn Omstreken SCHOENEN PALTHE abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 2.35 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending4.50 Bij dagelijksche zending5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cl. met Zondagsblad 7'/» cf. Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbar No. 5413 Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 DONDERDAG 28 FEBRUARI 1935 15e Jaargang Sbbertmttepntfen: Van 1 tot 5 regels!.17'/i Qke regel meer0.22'/» Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels 2.30 Elke regel meer0.45 Handelsadvertentiên per regel 0.177» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan '1 bureau wordl berekend 0.10 Plotseling einde van een zeer werkzaam leven Een bekwaam Christen-Staatsman, een trouw Evangelie-belijder Zijn loopbaan van Luitenant tot Gouverneur-Generaal Hedenochtend in de vroegte is in het Roode Kruisziekenhuis te 's Gravenhage in de leeftijd van 74 jaar overleden de Minister van StaatStaatsraad A. TV. F. Id en burg, oud-Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiëoud-Gouverneur van Suriname, oud-Minister van Koloniën Hij werd sinds eenigen tijd in het Roode Kruisziekenhuis ver pleegd. Tengevolge van een hartverlam ming is hedenmorgen het einde gekomen. Een groote in Israël ontslapen Heden is, geheel onverwacht, een vorst, ja een groote in het Koninkrijk der Nederlanden, gevallen. Idenburg, de man met de vele titels en de rijke "loopbaan, maar de Chris ten met liet hart des eenvoudigen, is hedenmorgen plotseling in het Roode Kruis Ziekenhuis, waar hij ter obser vatie was opgenomen, overleden, bijna 74 jaar oud. De Vorstin in de Zwitsersche bergen, de regeering en het volk in deze lan den, de kolonisten en ingeborenen des lands in West-Indië; de Nederlanders, de Vorsten en de dessa-menschen in de Oost; zij allen treuren om den raadsman der Kroon; den trouwen en vromen belijder; den gouverneur, die in de West te kort vertoefde en den toe- wan besar, die in zware tijden langei dan zij, die voor hem geweest waren op den troon van Buitenzorg en in het hart van hoog en laag, een eervolle plaats had; en die aanbleef op verzoek van den Minister, die hem vroeger „de dweeper op de tyoon van Buitenzorg" had genoemd. Elders in dit nummer geven we een overzicht van het rijke en vruchtbare leven van dezen Christen staatsman, voorzoover ons dit voor de eerste edi tie van het nummer van heden nog mogelijk is; doch is het voor onze lezers eigenlijk wel noodig? Er zullen onder hen velen zijn, dir niet als wij het voorrecht hadden meermalen dezen grooten, maar in in tieme kring zoo eenvoudigen man te 'ontmoeten; doch onder ons kende men maar één Idenburg. Dat was de oud- Rotterdammer, de kapitein in het Ned.- Ind. leger, het lid der Tweede Kamer, de Minister van Koloniën (tot drie maal toe), de gouverneur van Surina me, de gouverneur-generaal van Oost- Indië, het lid der Eerste Kamer, het' lid van den Raad van State, en last not least de vice-voorzitter van het Cen traal Comité der Anti-rev. partij en de vriend van Dr. Kuyper. Het Christelijke volksdeel in ons land en het anti-rev. volk in het bij zonder, heeft in de laatste jaren wel geleerd zijn beste mannen af te staan voor openbare ambten; het gunde aan hem van harte de eer en het ambt en aan het gansche volk het voorrecht van bekwame en trouwe dienaars der Kroon; maar natuurlijk blijft er onder de naaste geestverwanten altijd iets van hetgeen de mannen van Juda be zielde, toen zij in conflict kwamen met de mannen van Israël over het terug voeren van Koning David naar Jeruza lem: „wij zijn hem naverwant", zei den ze. Daarom ook kan niemand het dit volksdeel kwalijk nemen, als het bij ldenbürgs doodsbaar meer tranen weent dan anderen; en ook niet, als in onze harten meer dank ls aan God voor het vele en groote, dat Hij aan liet Koninkrijk der Nederlanden, hier en elders, schonk, in den Christen, die thans met heerlijker kleed omhangen is dan ooit een aardsch vorst ten on zent of in het Oosten, dat van schit tering houdt, mocht dragen. Dit is eigenlijk ook het geheim van Idenburgs leven: zijn onwrikbare be- ginseltrouw en zijn onvreesachtigheid in het belijden van het Evangelie. Het was immer of hij bijzondere be- teekenis en diepe mystiek legde in het gevleugelde woord van Groen van Prinsterer: een staatsman niet, een Evangeliebelijder; doch waarvan het praktische resultaat was: een Evangeliebelijder en daarom een staats man van beginselvastheid en kloek be leid. Want immers, wie zal met klem eer bied voor en eerbiediging van het aardsche gezag eischen, wanneer hij zich zelf niet buigt voor den hoogen God, die de fleer der Heeren is? Dat deed Idenburg, niet alleen tegen over ondergeschikten och, 'dat is zoo moeilijk niet maar ook tegenover superieuren. Als adjudant heeft hij in Indië drie leger-commandanten gediend, maar bij elke benoeming telkens de eisch ge steld: 's Zondags vrij. „Indien gij, o generaal mij dan zoudt roepen, moet ik dienst weigeren, wijl ik dan in dienst ben van een ander, mijn Hemelschen Koning!" Wanneer het Zondag werd en Kwi tang (de Geref. Kerk van Batavia) had geen dienaar des Woords, dan was hij het die preekte, eens zelfs zes maanden (MeiNoveihber 1899). Heerlijk heeft hij toen het „Onze Vader" uitgelegd voor de hoorders was het om nooit te vergeten. En toen hii tot herstel van de ziekte zijner vrouw naar Holland ging, steld> hij zijn mede-passagiers als eisch voor de conversatie met hem het nalaten van het misbruiken van Gods Naam. Dat is het Christendom van de daad. Zóó werd Idenburg groot in elk ambt, waartoe God hem riep. Zóó won hii achting en vertrouwen in breeae. steeds breeder kring. Zóé voerde hij waarlijk Christelijke politiek. Christelijke politiek; dat beteekent: opkomen voor de eere Gods, overal; dat beteekent zorg voor de geestelijke en zedelijke nooden des volks; dat houdt ook in voorziening in stoffelijke behoeften, bevordering van cultureel© welvaart, voorzoover de overheid daar bü een taak en macht heeft. Dat Idenburg het eene deed en het andere niet naliet: daarover zijn vriend en vijand (had hij wel vijanden?) Europeaan en inboorling, overheid er. volk, het eens en dat is de onvergank© lijke glorie, welke zijn naam in de ge schiedenis omstralen zal. Als genadegift deed God hem erva ren, dat Hij genade en eere in dit le ven wil schenken aan degenen, die Zijn Naam belijden; doch Idenburg is heen gegaan, wèl dankbaar voor hetgeen God hier beneden schonk, maar met de vreugdevolle belijdenis in de ziel, wel ke de Heiland Zijn discipelen voor hield in deze vermaning: „Verblijdt u daarin niet, dat de gees ten u onderworpen zijn, maar verblijdt u veel meer, dal uw namen geschreven zijn in de hemelen". En daarom rust hij in vrede, omdat hij in Jezus ontslapen is. Levensloop van Z.Exc. Idenburg Alexander Willem Frederik Idenburg werd geboren te Rotterdam. Zijn vader was daar officier van gezondheid bij de Marine In 1S67 kwam hij op school bij Vos te Utrecht, waar zijn vader zich als genees heer had gevestigd. Verder liep hij daar de H. B. S. af, waarna hij op zijn 16e jaar ging naar de Kon. Mil. Academie te Breda, wel ke hij vier jaren bezocht. In 1S82 ging hij als luitenant der genie naar Indië, reeds gehuwd, want „dat is al tijd beter voor jonge lui die naar Indië gaan" Hij werd in Indié geplaatst bij het korps genietroepen te Willem I. In 1885 werd hij overgeplaatst naar den Gew. Geniedienst te Soerabaja. Twee jaar later werd hij adju dant van de Genietroepen en in 1889 volgde Be heer Idenburg bij zijn optreden als Gouverneur-Generaal van Ned, Indië 'n 1909. Op deze foto ziet men van links naar rechts: de Gouvernementssecretaris de heer G. J. Staal, Z.Ex. A. W. F. Idenburg, Z.Ex. G. G. van Heutsz (afgetreden Gouverneur-Gene raal) en de heer E. Meertens, resident van Batavia. v*.'c^4 sZs't.S 'CxCf to*- r *6^ ö<5 -^"4. zijn overplaatsing bij den Gcw. Geniedienst in Atjeh. Het volgende jaar werd hij te Pa- dang Padjang plaatselijk geniestaf eu in 1891 verkreeg hij een functie op het hoofd bureau der genie tc Batavia In 1883 was hij gepromoveerd tot lstc luitenant en in 1892 tot kapitein. Van 18941S96 was hij met verlof in het vaderland. In Indië terugge keerd werd hij geplaatst bij het Dep. van Oorlog te Wel tevreden. Spoedig daarna werd hij benoemd tot adjudant van den legercommandant. In de politiek De gezondheidstoestand van zijn vrouw noodzaakte hem in 1901 met vervroegd ziek teverlof naar Holland terug te keeren Thans zou zijn actieve politieke loopbaan een aanvang nemen. Reeds in 1S97 was hij door het district Schiedam candidaat ge steld voor de Tweede Kamer, maar niet gekozen. Bij zijn aankomst in Europa in 1901 werd hem wederom een candidatuur aangeboden, en wel in dc districten Schie dam en Utrecht. Hij werd achter niet ge kozen, maar werd door het district Gouda, dat Mr. Th. Heemskerk candidaat had ge steld, die echter opteerde voor Amsterdam toch in de Kamer gebracht Voor de politieke arbeid bleek de heer Idenburg minstens even bekwaam als voor den arbeid in dienst van het Iudische leger. Het vertrouwen dat het A. R. volk iu hem stelde werd niot beschaamd. Minister van Koloniën Pas^ in de Kamer, viel hem in 1902 door het overlijden van den Minister van Kolo niën, Mr. T. A. J. van Asch van Wijck, in het kabinet-Kuyper de portefeuille voor Ko loniën ten deel. Hij was door zijn jarenlange ervaring in Indië voor dezen arbeid als aan gewezen, en was het ook met zijn voorgan ger eens over de te volgen gedragslijn Slechts kort heeft de heer Idenburg in deze hooge functie de belangen van zijn geliefd Indië mogen behartigen, maar belangrijke besluiten zijn tijdens zijn ministerschap ge nomen. Bij de behandeling van het wetsont werp tot wijziging der Comptabiliteitswet kwam ter sprake de bijdrage van Ned.-Indië aan de middelen van het Rijk. Een voorstel tot schrapping der Indische bijdrage werd aangenomen, en besloten werd tot een bij drage van 40 millioen aan Indië voor maat regelen in het belang van de economische ontwikkeling. Verder herinneren we aan dc Decentralisatiewet van 1903 tot regeling van het Indische gemeentewezen en onderzoek naar de toenmalige misstanden in Deli, dat leidde tot verbetering van recht spraak en politie. De val van het Ministerie-Kuyper in 1905 maakte ook aan zijn werkzaamheid een einde. Op andere wijze zou hij echter wel dra den arbeid voor Indië voortzetten en wel als opvolger van den heer Lely als Gouverneur van onze West. Tot 190S heeft hij deze functie bekleed, welken tijd hij de bevolking aan zich had weten te binden en belangrijke maatrege len had genomvn, vooral met betrekking tot de Zondagsrust. Gouverneur-Generaal van Ned. Indië In 1908 aanvaardde hij opnieuw de por tefeuille van Koloniën, thans in het ministe rie Heemskerk- Toen echter in 1909 een opvolger moest worden benoemd voor Gou verneur-Generaal van Heutz was de Mi nister van Koloniën de aangewezen man, en zoo vertrok dus de heer Idenburg naar Oost-Indië, om in de hooge functie van Gou- verneur-Genei'aal den arbeid van Van Heutz voort te zetten en tot een einde te brengen. Hij heeft ons gezag in Indië in de buitenge westen geconsolideerd en metterdaad van kracht doen zijn. Voor vele moeilijkheden werd hij tijdens zijn bestuursperiode geplaatst. We memo- reeren de beweging van den Sarikat Islam, die aanstuurde op meerdere zelfstandigheid van den Inlander. De Gouverneur-Generaal doorzag echter de draagwijdte van deze beweging, en wist "met de noodige tact een meer fel hardhandig optreden waartoe som migen meenden te moeten aansporen, te vermijden. Hij heeft deze actie niet ver boden, maar haar in de juiste banen ten te leiden. In verband hiermee bracht onder de Indo-Chineezen het uitroepen der republiek in China in 1912 eenige beroe ring. Belangrijker was echter de moeilijk heid die werd veroorzaakt door het optre den der Indisohe partij, en de actie van Douwcs Dekker. Deze organisatie van In diërs, waartoe alle bevolkingsgroepen kon den toetreden, voerde in haar program los making van Nederland eu beoogde een heel zelfstandig Indië. Op grond van het revolutionair karakter der vereeniging, ont hield de heer Idenburg haar rechtspersoon lijkheid. De leiders slaakten echter hun actie niet, waarom de Gouverneur-Generaal er toe moest overgaan Douwes Dekker. Soe- wardi Soerianigrat en Dr. Tjipto t- intor- neeren. Spoedig viel daarop de beweging, die uit te heterogene elementen was opge bouwd, uiteen. De heer Idenburg heeft als gouverneur- generaal ook bevorderd de verdere ontwik keling van het gemeentewezen in Indië. De aanleg van spoorwegen en verdere bevorde ring van het verkeer alsmede de ontwikke ling der havens en scheepvaartlijnen is door hem mede in het bijzonder behartigd. ü.ok heeft hij gedaan wat in zijn macht was om de toestand van het onderwijs en de ver houdingen op dat terrein te verbeteren. Hij schaamde zich bij dit alles niet voor zijn beginsel, ja werd juist daardoor gedre ven het waarlijk beste voor Indië te zoeken. Niet door de staatsmacht te gebruiken om aan Indië het christendom op te dringen, maar wel door zooveel in zijn vermogen was ruim baan te maken voor de arbeid der Zen ding en deze in de gelegenheid te stellen, den Indiër uit de duisternis van zijn heiden dom te wijzen op het licht van het Evan gelie, dat ook alleen iu staat is den Inland der te maken tot den rechten onderdaan en staatsburger. Terug iu het Vaderland Gelijk gezegd heeft Idenburg tot 191G de functie van Gouverneur-Generaal bekleed. Zijn beste krachten heeft hij in die periode aan onze Oost gegeven. In het vaderland teruggekeerd, aanvaard de hij in het Ministerie-Ruys in 1918 op nieuw de portefeuille van Koloniën. Helaas noodzaakte zijn gezondheidstoestand hem, het volgende jaar ontslag te vragen. De In dische jaren hadden tengevolge gehad dat de heer Idenburg zich niet meer met de oude kracht aan zijn werk kon geven. Dit be hoefde echter gelukkig niet te verhinderen dat hij de A. R. Partij nog op vele wijzen met zijn talenten diende. In 1920 brachten de Prov. Staten van-Z.*Hol land hem in de Eerste Kamer. Tot Dec. 1924 heeft hij daar in zitting gehad, in welke periode hij ook het presidium bekleedde van de A. R. Eerste Kamerclub In 1924 volgde zijn benoeming tot lid van den Raad van State, in welk col lege hij deel uitmaakt van de afdeeling On derwijs en Koloniën. Bovendien werd hij 1923 hij het zilveren regeeringsjubileum H. M. de Koningin benoemd tot Minister van Staat De verdiensten van den heer Idenburg von den verder erkenning door zijn benoeming tot ridder van den Ned. Leeuw als adjudant van den legercommandant; tot commandeur van deze orde tijdens zijn verblijf in Suri name en door zijn begiftiging met het groot kruis van den Ned. Leeuw bij zijn aftreder, als gouverneur-generaal van Ned.-Indië. Daarnaast vielen den heer Idenburg meer dere buitenlandsche onderscheidingen ten deeL Naast het politiek terreiD nam de thans overledene aan velerlei Christelijke actie in ons land deel. Zoo was hij o.a. direc teur van de Vereen, voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag, terwijl hij ook de functie van president-directeur heeft be kleed. Hij was voorts vice-voorzitter van de Dr. Abraham Kuyperstichting eere-vooriztter van het Centraal Comité der A. R. Partij. Voorts was hij ,o.m. van wege de Generale Synode der Geref. Kerken deputaat voor de geestelijke arbeid onder de verstrooide Gereformeerden in Ned.-Indië en voor de correspondentie met dc Hooge Overheid. Rapport-Idenburg Bekend vooral ook is het rapport, dat den naam van den thans overledene draagt. Dit rapport van de commissie-Idenburg, thans juist een jaar geleden verschenen, gaf een ontwerp van organisatie van de weermacht hier te lande en Indië, welke leiden kan tot een aanzienlijke besparing op de defensie-uitgaven. Volgens de in dit rapport ontwikkelde mogelijkheden werd op de Rijksbegrooting een bezuiniging van pl.m. f14 millioen en op de Indische be grooting een bezuiniging van pl.m. f 12 mil lioen Steeds trouw aan 't beginsel De heer Idenburg heeft zich steeds geken merkt door onwrikbare beginseltrouw. Hij was een man die zich het Evangelie niel schaamde. Een enkel voorval uit zijn rijke leven moge dit bewijzen. Als adjudant heeft hij in Indië 3 leger commandanten gediend, maar bij elke be noeming telkens den eisch gesteld: 's Zon dags vrij. ..Indien pij. o generaal, mij dan zoudt roepen, moet ik dienst weigeren, wijl ik dan in dienst ben van een ander, mijn Hemelschen Koning!-' Wanneer het Zondag werd en Kwitang (de Geref. Kerk van Ratavia) had peen die naar des Woords, dan was hij het die preekte, eens zelfs 6 maanden (Mei No vember 1899). Heerlijk heeft hij toen hel „Onze Vader" uitgelegd voor de hoorders om hooit te vergeten. En toen hij tot herstel van de ziekte zij ner vrouw naar Holland ging, stelde hi zijn rnerle-passag'ers als eisch voor de con versatie met hem het nalaten van het mis brnikpn van Gods naam. Opmerkelijk: toen Idenburg in 1909 als Gouverneur-Generaal naar Indië vertrok, werd in liberale kringen smalend gespro- Eens dragen STEEDS vragen!! Verkrijgbaar in alle betere Schoenenzaken Voornaamste Nieuws. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Te Den Haag is hedenmorgen over leden oud-gouverneur-generaal A. W. F- Idenburg. Blz. 3 Het zendtijdenbesluit is in dien zin gewijzigd, dat Blz. 5 Gister is de gerestaureerde Ned. Herv. Kerk te Schoonhoven in gebruik genomen. Rott. Ond. Mij v. Levensverz, Diergaardelaan 39 Rotterdam 3 - Jaarlijkse winstverdeling AGEXTEX GEVRAAGD CHEMISCH RQNIGEN - VERVEN 't beste op dit gebied ALMELO ken over „dezen dweper op den troon van Buitenzorg" En bij zijn aftreden getuigde de N. R. Ct. over „dezen goeden land voogd", dat hij „heenging met een smette: loozért naam. geacht door allen." En hij heeft het mogen ervaren hoe God genade en ook eere wil geven aan degenen die Zijnen Naam belijden. De intiemste Dr. Kuyper. vriend van Ieder, die. Idenburg eenigszins kende, weet, dat hij groote bewondering en diepe liefde gevoelde yoor wijlen Dr, A. Kuyper Sr. En ook weten velen, dat hij in Kuypers laatste levensjaren diens intiemste vriend was. En roerend uitte zich die vriendschap in de laatste weken van den grooten anti- rev. staatsman. Eiken dag bracht Idenburg een kort be zoek aan Dr. Kuyper. Hij bleef nooit te lang en kwam altijd precies op tijd. Voor Kuy per was dit dagelijksch bezoek altijd weer een nieuwe verkwikking. Toen Dr. Kuyper voelde, dat zijn levens einde snel naderde en hij reeds van zijrt kinderen afscheid had genomen, verlangde hij, dat de heer Idenburg nog eens aan zijn sterfbed zou worden geroepen. En toen had t laatste afscheid plaats tusschen beide vrienden. Toen Kuyper gestorven was. knielden al len in de sterfkamer neer en dankte Iden burg voor de rijke gaven, die God in dit machtige leven had gegeven. Idenburg als spreker. Velen zullen den thans overledene als spr. hebben gehoord. Een volksredenaar in de gewone zin was Idenburg niet Als hij begon met spreken, scheen hij soms aarzelend naar zijn woor den te zoeken. Maar allengs werd de stem vaster, de klank warmer en wat altijd weer in hem boeide, was zijn vast onwan kelbaar geloof. Een rede van Idenburg bleef dan ook al tijd In 't geheugen van zijn toehoorders be waard. We hoorden hem 't was In 1909 eens spreken over 't Bijbelwoord: Zijt getrouwen nóg zouden we deze een voudige toespraak, die door haar innigheid vaak ontroerde, kunnen weergeven. Herdenking in de Eerste Kamer Bij de aanvang der Eerste Kamer-verga dering hedenochtend nni II uur heef! de voorziller den ontslapen staatsman in ge voelvolle woorden herdach;. Barou de Vos van Sicenwijk gaf een over zicht van de loopbaan van den heer- Iden burg en zei.ie dat dit alles in het niet ver zink! bij den oprechten Christen die de over ledene was. Rijk en Vorstenhuis lijden een ontzettend verlies, een gemis, thans bij benadering nog niet te overzien en dat in moeilijke om standigheden zich nog lang pijnlijk zal doen gevoelen. God zij de nabestaanden van den zoo be- 'treurden overledene zeer nabij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1