DERDE BLAD PAG. 9
EERSTE KAMER
TWEEDE KAMER
HET VERHAAL VAN MIENTJE EN SAARTJE PEPERNEUT.
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1935
HET RIJK
EN DE GEMEENTEN
Wijziging UitkeeringsAvet. Instelling
Werkloosheidssubsidiefonds. Ver
plaatsing van opcenten.
Begrooting van Financiën
Vchgadei'ing van i'i Fetbnuari 1935
Overzicht
Wat or aan de hand was, weten we niet,
maar' de Senaat svcrgadcring begon gister
morgen ee-ii hall' uur over tijd. Zijn de hec-
reli na 10 dagen vergaderingsmoede of was
de spreker niet tijdig aanwezig of wel was
het quorium er niet? We kunnen de vragen
aiiet beantwoorden, maar om half 12 waren
we in ieder geval midden in een speech
van den heer Wibaut over drie financieele
onderworpen. Men kent ze, willen we aan
nemen. Tc allen overvloede en tot recht
verstand van wat volgen zal, willen we
echter nog eens heel kort den inhoud sa-
ancn vatten.
Allereerst dan de herziening van de wet
inzake de Financieele verhouding van Rijk
en Gemeenten, kort gezegd de üitkeerings-
wet van 1929.
Dc wet op de financieele verhouding van
1S97 werd in 1929 door minister De Geer
gewijzigd.- Nauwelijks werkte de .nieuwe wet
of de crisis deed zich gevoelen. Het Ge
meentefonds waarin de heffingen (Gemeen
tefondsbelasting en 50 opcenten op de Ver
mogensbelasting) vloeiden, die dienen moes
ten om de uitkeeringen aan de gemeenten
te doen, werd niet voldoende gevuld en
rnoest uit de gewone rijksmiddelen worden
gesuppleerd mot steeds grooter wordende
bedragen. Gevolg daarvan waren zwaarder
heffingen en een korting op de uitkeeringen
aan dé gemeenten, om toch maar uit te
kunnen komen.
In de formule voor het berekenen der uit
keeringen aan de gemeenten waren ook de
werkloosheidsuitgaven opgenomen. Aange
zien de uitkeeringen voor vijf jaar werden
vastgesteld, gaf dat tot allerlei onevenredig
heden aanleiding, omdat de groote werk
loosheidsuitgaven na de eerste vaststelling
in 1929 noodig werden. Later zou het om
gekeerde zich kunnen voordoen. De factor
werkloosheidsuitgaven zou dan op een te
hoog niveau op de uitkeeringen van invloed
zijn.
De omstandigheid dat in 1934 de formule
opnieuw moest worden bezien gaf der Re-
gcering aanleiding zich er rekenschap van
te geven wat haar onder de geheel veran
derde omstandigheden te doen stond. Dc
uitkeeringen zouden in ieder geval lager
worden, want de inkomsten van het fonds
waren sterk teruggeloopen. Maar de werk
loosheidskosten konden ook niet op de oucle
Wijze in de berekeningsformule blijven wor
den opgenomen. Daarvan zouden de plaat
sen met veel werkloosheid schade hebben
en de beter gesitueerde gemeenten voordeel
Met liet oog daarop had de Regeering
Voorgesteld om in de formule, waarnaar de
uitkeeringen aan de gemeenten worden be
rekend, den factor werkloosheidsuitgaven
te schrappen en in plaats van een vijf-jaar-
•Jijksohe een jaarlijksche verdeeling van do
middelen van hét Fonds in te stellen. Do
risico's verminderden dan. Politic, lager
onderwijs en armenzorg zijn overgebleven
als factoren voor de berekening de'r uitk.ee-
ï'ing. Voor de werkloosheidsuitgaven is een
andere voorziening getroffen.
Verder is een wijziging gebracht m het
tarief van de Gemeentefondsbelasting, medo
fin verband met de niet-verlenging van de
crisis-op cent en op die belasting en op de
IVermogensbelasting.
De verdeeling der werkloosheidslasten
werd geregeld door instelling van het z.g.
iWerkloosheidssubsidiefonds. Het desbetref
fend wetsontwerp bepaalt, dat in dit fonds
zal worden bijgedragen 46 inillioen uit de
Rijksmiddelen, -terwijl voorts 44 millioen zal
worden verkregen uit anderen hoofde, nl.
25 opcenten op de Gemeentefondsbelas
ting volgens de le klasse;
10 opcenten op dé Vermogensbelasting;
75 opcenten op de Personeele belasting en
40 percent van de hoofdsom der Grond
belasting.
De Gemeentebesturen zullen met ingang
,van het belastingjaar 1935-'36 worden be
werkt om-voor zich niet meer dan 75 opcen
ten op de Fondsbelasting en 40 op de Pers.
Belasting te kunnen heffen. Vroeger waren
die cijfers 100 en 50.
En dan was er nog een derde wetsontwerp.
Dajt verhoogt ten bate van de gewone Rijks-
finkomsten voor drie jaar de opcenten op de
.Vermogensbelasting en de Inkomstenbelas
ting, nadat de Fondsbelasting met de cnsis-
opcenten (50 op de Inkomsten- en 30 op de
Vermogensbelasting) zal zijn verminderd.
Het geldt hier dus slechts verplaatsing van
druk. Van deze opcenten zouden er echter
nog 10 gebruikt worden voor bet Werkloos
heidssubsidiefonds.
Bepaald is voorts, dat de daling der uit -
keeringen aan de gemeenten over 10 jaar
zal worden verdeeld; eveneens de stijgingen.
Ook zal het Rijk het tekort in het Gemeente
fonds, zijnde 60 millioen, bijpassen.
De gemeenten krijgen behoudens uit
zonderingen maximaal 90 van haar
werkloosheidslasten vergoed.
De critiek op deze voorstellen kwam voor
namelijk van soc.-dem. zijde. Zij is echter
van een beetje eigenaardig karakte. Haai
vertolker de heer Wibaut, Leeft liet land
aan do Uitkeeringswet van 1929, hoewel
die voor vele gemeenten een uitkomst is
geweest. Voor een groot deel gelden de be
zwaren van den heer Wibaut echter de wet
van 1929, die er nu eenmaal is, wel gewij
zigd kan worden, maar niet in baar SJ'<>n•ij
slagen herzien midden in crisistijd. Heelt
dc heer Wibaut dan wat beters, zal men
vragen: Het antwoord moet ontkennend
luiden. Het eenige wat hij weet is: laat de
gemeenten weer vrij, tast haar inkomsten
niet aan, help haar in haar sociale moeilijk
heden, regeer zelf 'n poosje met een begroo
ting met tekorten en leen later wat ge te
kort komt. Een volkomen onredelijk en on
aanvaardbaar advies waaraan bovendien
de grond ontbreekt. Die grond is het feit,
dat we in beter jaren weer meer van onze
staatsschuld hebben afgelost dan waartoe
we verplicht waren. Welnu, zegt de heer
Wibaut, laat de schuld maar weer oploo-
pen tot bet niveau toen we met de onver
plichte aflossingen begonnen. Er is dan ze
kere speling. Helaas is in werkelijkheid die
speling erniet meer. De crisis heeft, van
's Rijks schatkist reeds zoodanige offers ge
vraagd, dat we het voordeelig verschil al
weer vrijwel geheel hebben ingeteerd En
nog hebben we een zwaren tijd voor den
boeg! Het soc. dem. advies is dus zoowel
nnr''-itcI als gevaarlijk. We zouden er
iinu: Jour voor dc mogelijkheid kunnen
komen te slaan, dat op eens een zoodanige
Verslag
EÜna een half uur over den oproeplngs'tüd
heeft de Kamer vanmorgen haar vergadering
hervat. De behandeling van de drie financieele
wetsontwerpen werd voortgezet.
Dc- heer V/TBAÏJT (s.d.) betoogde, dat de zelf-
erlczaamheid der gemeenten sterk wordt in
geperkt door de wijziging der Verhoudingswet
van 1929, die al een belangrijke beperking
bracht van het gemeentelijk belastinggebied.
Doer de nieuwe wetsontwerpen worden de
emcen'ten b(j honderden noodlijdend gemaakt,
thans zullen ze op Rükssteun worden aange-
eaen. Aanvankelijk is. het cUfer 580 genoemd;
ilnister de Wilde sprak echter van 285. Het
is te wenschen. dat hij gelijk heeft, maar het
zijn er dan toch nog 285.
De crisispolltiek der Regeering zal Neder
land op lager niveau doen dalen dan andere
landen van gelijke cultureele waarde. Vastge-
uiden wordt aan: geen belastingverlaging en
•rminderende inkomsten. Deze politiek zul on-
judbaar b'ijken! Waarom onze vroegere ver-
.elde aflossingen weer niet omgezet in nleu-
e leeningen? Het is niet mooi, maar wat de
Regeering doet, ls niet te handhaven.
De heer SLINGENBERG (v.d.) zag in de
ctsontwerpen geen poging tot afsohuivïng van
lasten van het Rj}k op de gemeenten; we moe-
n ze zien in het licht van alle verhoudingen.
De wet van 1929 Was een zegen voor de ge
meenten Z\j heeft vele onbillijke verschillen
getemperd' en aan de gemeenten belangrijk hoo-
gere uitkeeringen gebracht.
De middelen van het Gemeentefonds zijn zoo
catastrofaal gedaald, dat een verdeeling per
jaar is voorgesteld. Dat is onder de huidige
omstandigheden logisch.
Aan de gemeenten, die in nood zijn, worden
belangrijke bedragen aan voorschotten kwijt
gescholden en 'ten laste van de gemeenschap
gebracht. De heffingen worden naar draag
kracht opgelegd.
Dc vermindering van inkomsten van bepaal
de gemeenten zal zich in tien jaar voltrekken.
Geleidelijk dus.
Het Werkloosheidssubsidiefonds krijgt de
-isisop,centen van het Gemeentefonds. Dat is
geen ontnemen van inkomsten aa* de gemee
ion, omdat die opcenten alleen beteekend'
een vermindering van hetgeen het Rijk in het
Gemeentefonds had bij te passen. Het waren
js feitelijk rijksinkomsten.
De kosten der weo-kloosheidszorg worden
voortaan uit een Werkloosheidssubsidiefonds
betaald. De heffingen ten bate van het fonds
bedoelen dc gemeenten, die va.n de werkloos
heid weinig te lijden hebben, ook te betrekken
In het dragen der lasten. Dit werd onvoorwaar
delijk toegejuicht. Dat de Regeering niet meer
75 mill, van 1932 beschikbaar lean stellen,
,r „slechts" 46, moge men betreuren, maar
de .enorme daling der inkomsten noopt 'tot
dezen maatregel. Behalve de Rijksbijdrage -
46 mill, trekt het fonds 44 mill, uit belastin_
De uitgaven worden op 108A«, millioen geraamd
Gevraagd werd of di't eüfèr thans nog is te
ha.ndhaven.
De heer Slingenbèrg zou er de voorkeur aan
Ji ebben gegeven, als de. koeten. voor de werk
loosheid hal-f om half dpor Rijk en gemeenten
«ouden worden gédrggen.
Wat geschiedt ls noodig voor de rjjksfinan-
iën, al krijgen dc gemeenten het er moeilijk
door.
De heer GELDERMAN (lib.) kon zich bij de
rede van den heer Slingenberg aansluiten. Al
leen vroeg hii den minister te willen bevorde
ren. da't bij steunregelingen zooveel mogelijk
aan plaatselijke regelingen ruim'te wordt ge-
stap (brug zou moeten worden gedaan, dat
we met de openbare geldmiddelen voor een
debacle zouden komen te staan.
We zullen op deze en andere bezwaren
niet verder ingaan. De weerlegging er van
vindt men in de knappe rede, waarmede
minister Oud de ontwerpen verdedigd heeft.
Even duidelijk als in de Tweede Kamer op
Dec. 1934 heeft hij ook in de Eerste aange
toond, dat de Regeering in de bestaande
omstandigheden den uitweg gekozen heeft,
die het minst bezwarend is en de solida
riteit van rijks- en gcmeente-financiën be
trachtend de belangen der gemeenten
naar beste vermogen behartigt én tevens de
nationale lasten nationaal doet'dragen.
Zonder stemming, maai- met aanteekening
dat de soc: dem. tegen waren, werden dé
drie wetsontwerpen aangenomen.
De begrooting van Financiën werd daar
na nog afgedaan en z.h.s. goedgekeurd.
De Kamer is uiteengegaan tot a.s. Dinsdag
middag half twee.
Dan komt Waterstaat aan de orde.
laten en niet steeds de verder gaande rijks
regeling weidt opgelegd.
De heer TER HAAR (c.li.) vond, dat al te
veei is gele't op de belangen van 's Rijks kas.
De aard van dc werkloosheid zou e.r z.i. too
moeten leiden, dat de kosten, die er uit voort
vloeien. in de eerste plaats voor rekening van
het Kijk komen.
De gemeenten zullen een belangrijke ader
lating ondergaan, althans de grootere. Vele er
van zullen haar financieel evenwicht niet kun
nen bewaren. Beter dan het verleenen van ex
tra-bijdragen aan feemeenton is he't verhoogen
van normale bijdragen.
MINISTER OUD AAN HET WOORD
Na de pauze was het woord aan den MINIS
TER VAN FINANClëN.
H(j wees er op, dat de heer de Gü'selaa/r be
toogd had, dat de gemeenten in 1929 teveel
armslag hadden gekregen, terwijl de heerAVi-
baii't beweerde, dat ze toen zeer beperkt war
den In haar bewegingsvrijheid. Beiden zfln on
juist. Het ging in 1929 om eon billijke rege
ling Van bijdragen In kosten, die eigenlijk voor
het Riik werden gemaakt en .verder was het
doel egalisatie der belastingverschillen. De rege
ling van do financieele verhouding was steeds
moeilijk; er ziin zoowa't evenveel' meeningen
over als menschen. die. zich met het onder
werp bezig houden. Het is daarom ongeraden
thans een nieuwen' grondslag voor de regeling
te zoeken. Het beste is de basis van 1929 te
behouden en in den bovenbouw correcties aan
'te brengen.
De gemeentefondsbelasting is in opzet een
belasting ten bate van alle gemeenten. Dalen
de inkomsten van het Gemeentefonds, dan krij
gen de gemeenten ook minder uitgekeerd. Wat
er verder noodig Is, moet uit belastingen wor
den gevonden, terwijl daarnaast bezuiniging
noodig is.
Ook voor het Rijk heeft de belastingheffing
grenzen.
In de Dondsbelasting was aanvankelijk voor
dé gemeenten behoorlijke elasticiteit, 'terwijl zij
voorts ten aanzien van de Personeele belasting
nog al wat vrijheid hadden.
Had de Begeering geen maatregelen voorge
steld. dan zou voor 1935 wettelijk een nieuwe
verdeelIng hebben plaats gehad, waardoor de
gemeenten Ineens der. geileden terugval in
komsten harlden ondervonden, In 1929 is de vflf
jarige periode in de wet opgenomen, in de ver
onderstelling. 1 dat de belastingbronnen normaal
zouden blijven vloeien. Die bepaling was geen
waarborg voor de gemeenten 'tegen crlsislnvloe
den. Daarom is ook een garantieregeling inge
voerd. die bedoelde de gemeenten voor al te
sterken teruggang te behoeden. Op denzelfden
voet zou een garantie thans niet kunnen gel
den, omdat de omstandigheden volkomen ge
wijzigd zijn.
De beginselen van 1929 zijn gehandhaafd bü
het nieuwe voorstel, dat redelijk en billijk is'
Rlik en gemeenten beide verkeeren door di
econ'omische crisis in groote moeilijkheden, Ge
zamenlijk moe'ten ze daar doorheen.
Er zullen,,noodlijdende gemeenten komen-,
maai- niét door de schuld der Regeering., maar
nis gevolg der 'ordstan<1 ighedénVerleden jaar
sprak men var. noodlijdende gemeenten onder
het zg. uitstootinesregicm. NoodUidend he eten
nu alleen de gemèenten, die zonfler „uitstoo
ting" haar begroot ing niet sluitend konden
krijgen. De bedoeling is nu, de noodlijdende
gemeenten te verminderen; door hulp te bieden
ann de gemeenten, die met u its-tooting- de be
grooting kloppend konden maken.
Aandacht moet ook worden geschonken aan
de GO-millioen, die aan de gemeenten worde;
kwijtgescholden: het Rijk neemt di't tekort va:
het Gemeentefonds voor ziin rekening.
Geleidelijk wordt de uitkeering aan de ge
meenten verlaagd. Maar hoe kan het anders»
Aan alle zijden zullen 'treedt geen radiea.lo
keer In offers moeten worden gebracht. We
staan tegenover omstandigheden, waaraan, m~"
sclienkracht weinig vermag tc veranderen.
Er komen inderdaad groote veranderingen in
de uitkeering. Maar die zonden 'toch zijn geko
men. Door wijziging van de verdeel In gsformnle
worden de verschuivingen nog grooter. .Maar
die formule wordt er beter op en de gemeen
ten worden er beter van,
Ging de minister, zooals de heer ter Haar
wilde, met foi'teliiken belastingdruk werken
plaats van met belastingcapacïtcit, dan zt
den de bes't gesitueerde, gemeenten er 1
voordeeligst aan toe zijn en Amsterdam
zeer slecht af blijken.
Het Werkloosheidssubsidiefonds is op meer
nivelleertng bedacht. De heffingen bedoelen de
druk dor werkloosheidskosten meer ge1 ijk te
doen cragen. De oorzaken van dc werkloosheid
zil'n niet beslissend, maar het gaat er hier or
om bepaalde uitgaven zooveel mogelijk doel
matig te verdoelen. De kosten vo.or de werk
loozen beginnen bü de gemeenten en het Rille
'treedt helpend op. Sommige gemeenten waren
reeds tot .den top belast en daarom iz gezocht!
naar een metliodeiiom genieonlcn. die nóg wat
konden bptalen, ook 'te betrekken in deze lasv
ten. Tenslotte scheppen Riik en gcmecntéfi uit
dezelfde bakken.
De ontvangsten voor hot Werkloosheidssub
sidiefonds zullen in minder ma'te den invloed
van de crisis ondervinden dan die van het Ge
meentefonds! Dat zit In de opcentenregëling.
De minister kon niet zeggen, dat de. uitgaven
voor de werkloosheid nie't zullen stijgen. Stij
gen ze wel. dan ontstaat een tekort in het
dan overeenkomstig deze tijdsomstandigheden.
Wat de heer Michiels v. Kessinich zeide over
controle op de wegenbelasting, zal de minister
overwegen. Het vraagstuk der rijwielbelasting
is zeer moeilijk: het stelsel der plaa'tjes Is
thans administratief zeer eenvoudig; wat het
aanbrengen van het plaatje aan he't rijwiel be
treft, is men zoo toeschietelijk mogelijk. De
minister blijft ter zake diligent.
Het ls niet gemakkelijk in dezen tijd vooa
Sorghvliet een oplossing te vinden.
Z.li.st. werd de begrooting goedgekeurd.
Daarna die voor het Gemeentefonds en voop
liet StaatsmuntbedriJf.
Indische begrooting
afgehandeld
Vergadering -v.an 21 Fe-bimari 1935
Verslag
Minister Oud
Subsidiefonds en is het mogelijk, dat de marge
voor de „subjectieve bijdrage" wordt inge
krompen, terwijl voorts de Regeering zal moe
ten bijspringen. Het tekort" gaat naar de reke
ning van het volgend jaar. Bekeken zal dan
moeten worden, wat er gedaan moet worden
met inachtneming der verschillende factoren.
Daarom ook heeft de minister zich niet aan
een vast percentage willen binden. Gemeenten,
die voor ex'tra-hulp in aanmerking komen,
aullen aan haar begrooting zekere eischen
zien gesteld. Wat niet beteekent. dat ze in do
positie van noodlijdende gemeenten zullen
komen.
De steunregelingen, waarover de heer Gel-
dorman sprak, zijn gering in aantal en de be
trokken 45 gemeenten hebben ongeveer -19.000
inwoners. Er zijn regelingen bij, die gunstiger
zijn clan de regeling van het Rijk. De Regee
ring zal zorgen het juiste midden te bewaren.
Progressieve 'opcenten op een progressieve
belasting zijn als de progressie goed is
verkeerd. Dat de minister er in berust heeft in
de,Tweede Kamer, was/omdat het aan het be
reiken van 'het doel geen schade deed en do
regeling tu'deliik was.
De heer Wibaut wilde met tekorten gaan
regeeren. Dat is zeer g-evaarlijk. Even kan dat,
maar al spoedig zouden we voorweel verschrik
keljjker "dingen komen te staan, zoo - niet voor
een algeJieeie financieele ineenstorting. En dat
vvii de minister mee alle kracht voorkomen.
De heer WIBAUT repliceerde. Hii had allen
eerbied voor 's ministers erhstïg betoog, maar
de afstand tusschon hem en de Regeering met
haar illusies was niet noemenswaard vermin
derd.De wetsontwerpen zijn-niet aanbevelens
waardig. Verzocht werd aan te teekenen. dat
de soc.-dem. fractie er tegen is. Ten slotte'
verklaarde de heer Wibaut niet te gelooven in
een blijvend lager cultuurpeil als uitvloeisel
van de huidige crisis.
De wetsontwerpen werden, nadat MINISTER
OUD nog had gedupliceerd, z.h.st. aangenomen.
Aan de orde is daarna do
BEGROOTING VAN FINANCIëN
De heer GELDERMAN (lib.) betoogt, dat de
hooge' belastingen ér inede toe leiden, dat groo
te landhuizen en kasteden worden ontruimd.
Er komen exorbitante heffingen voor.
Do lieer ALICHIELS v. KESSENICH (r.k.)
oefende critiek op het a,v3teem der rijwiel-, en
wegenbelasting.
De heer KNOTTENBELT (lib.) dringt aan
op tijdige Indiening van een wetsontwerp be
treffende stichting van een representatief ge
bouw op het aan he't Rijk geschonken land
goed Sorghvliet. Er is,een termijn van 10 jaar
waarvan er al v-ijf om zijn.
Dé heer WIBAUT (s.d acht hoogcr belas
tingen economisch nietonmogelijk.
MINISTER OÜD bestrijdt de heer Wibaut
Deze pleit biet voor meer indirecte heffingen.
Doch inkohist;en en varfnog-ensbelastingen
z[jn reeds .gestegen tot een zeer hoog bedrag,
soms wel tot 45 pet. Het gaa't er niet om of
men van ecnigen wel wat meer zon kunnen
afnemen. Het gaat om de economische gevol
gen in het algemeen; mpn moet. niet de kip
met dé gouden ciëren slachten.
Do klacht over hét'verlaten van groote per-
ceelcn onderschat de minister geenszins. Hij
erkent -de moeilijkheid, maar da'oplossing is
niet eenvoudig. De personeele belasting raakt
de draagkracht blijkens vertering. Daarin to
brengen draagkracht volgens inkomen, is niet
eenvoudig. Bovendien, zou ingrijpen ten koste
van de gemeenten komen. Dat is zeer moeilijk.
De minister zal bevorderen, dat de huurwaar
de van kasteden enz. niet hooger wordt gesteld
THOMAS MORUS
De schrijver van Utopia
ii..*)
Thomas More of, zooals zijn verlatini-
seerde naam luidt, Morus, is bekend geble
ven door twee oorzaken. Deze waren: het
schrijven van Utopia, en zijn sterven op
het schavot ter wille van zijn overtuiging.
Utopia bestaat uit twee deelen. Het eerste
boek gaat over wat Raphael Hythlodaeus
vertelde over hoe een staat het best kon
zijn ingericht; in het tweede verhaalt
dezelfde persoon over het land genaamd
Utopia, en over de regeering op dit eiland.
Boek I is dus feitelijk een inleiding tot
boek II, of, als men wil, II is een uitwer
king in een gelijkenis van de algemeene
grondbeginselen waarvan een ideaal-staat
zou behooren uit te gaan.
Utopia is een eiland, waar Hythlodaeus
terecht is gekomen na allerlei omzwervin
gen met Amerigo Vespuzzi. De naam is
samengesteld uit de Grieksche woorden ou
en. topos, wat „geen plaats" beduidt. De
hoofdstad heet. Amaraut.um (d. i. donker,
onbekend); het. ligt aan de rivier Anyder
(d.w.z. zonder water). Men ziet direct dat
Morus Engeland en Londen in z'n hoofd
heeft. Alles is er op ideale wijze geregeld,
al is de beschrijving doorspekt met critiek
op personen en toestanden uit het begin
der 16e eeuw.
Er zijn op het eiland 54 groote steden, ze
mogen niet te dicht bij elkaar liggen, min
stens 33 mijlen moeten er tusschen zijn.
De landbouw is het voornaamste werk,
naast z'n vak moet ieder hem beoefenen.
Vrouwen arbeiden evengoed als mannen.
Ze dragen allemaal dezelfde kleeren, die
iedere familie voor zichzelf maakt. Gewoon
lijk leert verder ieder man het vak van zijn
vader; als bij echter lust tot iets anders
heeft wordt hij hij een andere familie on
dergebracht. Op nietsdoen wordt scherp
toegezien. De dag wordt aldus verdeeld:
6 uur werken, S uur slapen, de rest van de
tijd kan men naar believen besteden. Do
meesten volgen lezingen, die zelfs in dé
vroege ochtend gehouden worden; ze stellen
buitengewoon veel belang in wetenschap
pelijke vraagstukken. Anderen houden zich
met spelen bezig. Als er overproductie
dreigt worden de werkuren verminderd;
als er te veel bewoners komen, gaat men
emigreeren.
Geld heeft men er niet; goud en edel
gesteenten minacht men. De misdadigers
worden met gouden ketenen geboeid; edel-
steenen dragen de kinderen en ze mogen
ermee spelen. Als groote menschen ze zou
den dragen, zou het dezelfde indruk maken
als wanneer bij ons volwassenen met een
I stond in ons blad van 21 Febr.
blokkedoos zouden spelen: de kinderen zou
den hen uitlachen. Waar het geld de baas
is, zegt Hythlodaeus, daar komt men nood
zakelijkerwijs tot vele ijdele en nuttelooze
bezigheden.
Zindelijkheid eischen de Utopiërs van
iedereen. Oorlog verafschuwen zij; zij vree-
zen zoozeer het opwekken van bloeddorst,
dat het slachten van vee alleen door slaven
mag geschieden.
Elke stad is in vier gelijke deelen ver
deeld. Midden in elk gedeelte is de markt,
waar ieder kan halen wat hij wil; en om
dat men altijd alles kan krijgen, haalt nie
mand ooit meer dan hij noodig heeft Ook
als iemand op reis moet, kan hij op ver
toon van zijn pas krijgen wat hij moet heb
ben. I-Iet eten geschiedt meest in groote
zalen, maar doet men bet liever thuis, dan
kan dat ook, doch er wordt weinig gebruik
van gemaakt. Onder de maaltijden wordt
er gelezen of muziek gemaakt; de bedie
ning geschiedt door de jongelui.
De politieke constellatie in Utopia is
aldus:
Elke dertig families of boerderijen kiezen
elk jaar een bestuurder, die eerst sypho-
granten heetten, en later philarchen. Tien
syphogranten met hun 300 families staan
onder een tranibor, nu genoemd proto-
philarch.
Aan het hoofd van elke stad staat een
vorst. Deze wordt bij geheime stemming
door dc syphogranten gekozen uit vier door
het volk genoemde namen. Ze kiezen al
tijd wie hun het meest geschikt voorkomt.
De vorst is dat voor z*n leven, tenzij hij
wordt afgezet op verdenking van tyrannic.
Traniboren worden jaarlijks gekozen, maar
verandering brengt men niet licht aan.
Om te voorkomen dat de traniboren sa
men gaan spannen tegen het gemeenebest
bepaalt de wet, dat met de doodstraf wordt
gestraft wie buiten de vergadering van
syphogranten besprekingen voert over het
welzijn van het gemeenebest. In die verga
deringen worden alle zaken beslist, maar
niet dan nadat er eerst drie dagen over
gesproken is.
Elke drie dagen, of zoo noodig vaker,
vergaderen de syphogranten met de vorst.
Daar wordt uitsluitend gepraat over het
algemeen welzijn. De heele staatsinrichting
is erop berekend, dat het heele eiland één
familie vormt.
De kern van de staatsinrichting is een
soort senaat, die in Amarautum samen
komt, en waarheen iedere stad drie verte
genwoordigers zendt. Hier worden ook
„buitenlandsche zaken" behandeld.
Het laatste hoofdstuk van „Utopia" han
delt over de godsdiensten der bewoners
•Dit is van belang, omdat tolerantie hier op
de voorgrond staat, en we straks nog iets
moeten zeggen over More's optreden tegen
„ketters" tijdens zijn kanselierschap, dat
nu niet bepaald met onze ideeën over ver
draagzaamheid overeenstemt.
Er zijn op het eiland verschillende gods
diensten. Sommigen' vereeren de zon, ande
ren de maan, of een of ander beroemd
man. Maar de besten en verstandigste!)
gelooven dat er een soort onbekende godde
lijke kracht is, eeuwig, onbegrijpbaar, on
verklaarbaar, die in de heele wereld aan
wezig is door deugd en kracht. Allen ech
ter stemmen hierin overeen, dat ei' één
hoogste God is, die de heele wereld heeft
gemaakt en haar regeert In onderdeelen
gaan ze uiteen, maar hoe langer hoe meer
verdwijnt alle bijgeloof en ze worden het
eens in die godsdienst, waarvan de rede
hen zegt, dat hij boven de andere uitgaat.
Het Christendom aanvaardden ze ook
toen ze ervan hoorden, vooral toen ze ver
namen, dat Christus had ingesteld, dat on
der de zijnen alle dingen gemeen zouden
zijn.
Ze praten en discussieeren graag over
allerlei punten. Ook zij die niet voor het
Christendom voelden, mochten daar gerust
over praten. Vóór alles waren de Utopiërs
tolerant. Toen een tot het Christendom be
keerde bij de verdediging ervan zich op
wond en zei dat hij aan de godsdienst van
Hythlodaeus boven alle andere de voor
keur gaf, en de. andere verachtte, en de vol
gelingen ervan slecht en duivelachtig
noemde, „kinderen der eeuwige verdoeme
nis", grepen ze hem vast, en veroordeelden
hem tot verbanning, omdat hij „twisten en
muiterijen" aanrichtte. Want een van hun
oudste wetten is, dat niemand zal kwalijk
worden genomen, dat hij z'n eigen gods
dienst verdedigt. Ieder mocht gelooven wat
hij wilde, behalve dat atheïsme niet was
toegestaan.
De dood vreest men niet'. De Utopiërs
denken, dat men vreugdevol moet sterven,
omdat men God tegemoet gaat. Wie angst
heeft voor de dood, kan niet welkom ziju
bij God. De begrafenis geschiedt onder
vroolijk gezang. Zij gelooven, dat de doodeti
ook onder de levenden blijven verkeeren.
hun woorden hooren en hun daden gade
slaan.
De priesters munten uit door heiligheid;
vandaar ook, zegt Hythlodaeus, dat er zoo
weinig zijn. Ook vrouwen kunnen priester
zijn. Als er oorlog is, gaan ze mee te velde
en bidden met opgeheven handen, aller
eerst. om vrede, dan om de overwinning
van de bunnenmaar vooral dat deze niet
bloedig moge zijn. Als het eigen leger zege
viert, voegen ze zich onder de strijdenden
om hen van wreedheid en onnoodig bloed
vergieten af te houden. Daarom worden ze
in de eigen zoowel als in de vreemde
legere hoog geacht.
Godsdienstige feestdagen zijn de eerste
en de laatste dag van de maand, dan gaan
ze naar de kerken, om God te danken voor
de voorspoed van de voorbije maand of lo
bidden voor de nieuwe.
In een -slotartikel hopen wc de vraag te
bezien, wat 'de bedoeling yan Morus was
mot dit bock.
't BeS'on wat al te lang te duren. Veertien
dagen aan de Indische begrooting besteden is
welletjes, meenden voorzitter en Koloniën. At
doen dus en vergaderen tot het bittere einde.
Dan blijft de Vrijdag vrij voor Suriname en
kan minister Coliin Dinsdag naar de Eers'te
Kamen- om Waterstaat te behandelen.
Zoo is het geschied.
Telkens weer dezelfde sprekers van gisteren
en eergisteren en van de vorige week met op
merkingen, die vaak sterk aan die van een
vorig jaar herinnerden. Maar we vorderden
toch en om kwart voor achten was de eind
streep bereikt, na een gedaehtenwissellng. die
op de keper beschouwd weinig om het
lijf had, na de echxiftelijke behandeling der
begrooting. He't moet o.i. werkelijk veel korter
kunnen zonder eenige schade aan eenig In
disch belang te veroorzaken.
Na een regeling van werkzaamheden, waarbij
o.a, de wijziging der Kieswet op de agenda ge
bracht werd, zette de Kamer de behandeling
van de
INDISCHE BEGROOTING
voort. Bü de afd. „Oiidenvüs" betoogde de heer
K. TER LAAN. dat op de Onderwijsuitgaven
veel te veel besnoeid, is. Ook de onderwijzers
zijn te zwaar getroffen. Ontslagen aan inland-
sclie onderwijzers werden afgekeurd.
De beer KETELAAR (v.d.) erkende, dat de
laatste dertig iaar in Indië ontzaglijk veel
is verbeterd. Thans echter ls er ernstige reden
om zich ongerust te maken over achteruitgang
als gevolg van ,de zoo sterke besuoeiiug. De op
leiding van de inlandsohe onderwijzers laat nog
heel wat te wenschen.
De heer VAN BOETZELAER (c.'n.) wil de
vraag behandelen of men nu in Indië met het
onderwijs wel op den goeden weg is. He't volks
onderwijs zou. door de unificatie worden Inge
schakeld in het westersch gedachte systeem.
De volksschool moet weer worden losgemaakt
van dc tweede-klassesehool. zij moet uitgaan
van de dessa's en het beginsel van het dessa-
onderwijs dient te worden hersteld.
Sjr. bepleit veirder herziening van de rege
ling der zending in verband met de Balinee-
sehe kwestie.
De heer ROESTAM (communist) zeide dat
de Regeering geen kans ziet het bestaan
de volksonderwijs verder te brengen. In het
tempo van nu duurt het nog 500 jaar voordat
de Indische bevolking in haar geheel kan lezen
en schrjiven.
Aan het Nederlandsoh als voertaal behoort
niet te worden vastgehouden. Er moet één
type standaard-school voor geheel Indonesia
komen.
Dr RUTGERS (a.r.) meent, dat in de laatste
'twintig jaren het dep. van onderwijs zich te
zeer op centralisatie van het onderwijs heeft
gericht. Aanpassing aan den aard van de be
volking in de buitengewesten moet mogelijk
bliiven. Primair rust "net onderwijs op de maat
schappij; de Staat dient aanvullend werkzaam
te zijn.
De heer Rutgers, die centraliseering en nivel
leering bn' 't onderwijs een verkeerd uit.gangs-
oun't vindt, was van meening. dat de Regeering
het maatschappelijk initiatief op onderwijsge
bied heeft aan te moedigen.
Het preyentiéf toezicht op de verkondiging
van het Evangelie is principieel verkeerd. Het
wordt In de praktijk ook verkeerd toegepast
en ook gvoelt do praktijk er vaak overheen-,
daar waar zich een aantal christenen van ver
schillende richting heeft gevestigd. De Regee
ring- kan dan niet beletten, dat deze menschen
de geestelijke zorg ontvangen, waarop zij recht
hebben.
De heer MOLLBR (r.k.) wees er op, dat tus
schen 1920 en 1929 bet onderwös in omvang
verdubbeld: in do latere jaren is er voor het
dessa-onderwjjs nog 20 pet bovenop gekomen.
Aleer ver-inheemsching van het onderwijs is
noodig. Gewenscht ware het de Hollandsch-in-
landsohe scholen tot standaardscholen te ma
ken. Ook zorge de Regeering voor afzonder
lijke meisjesscholen op Java.
Het Hooger Onderwijs moet. zoo mogelijk,
worden gehandhaafd in den bestaanden om
vang. Zoo mogelijk dienen inhcemsche hoog
leeraren te worden benoemd.
Met de opmerkingen over art. 177 van den
heer Rutgers ls de heer Holler het volkomen
eens. De daarin genoemde vergunning voor de
Evangelieverkondiging is onaanvaardbaar.
De heer JOEKES (v.d.) was van meening.
dat het Hollandsch-inlandsch onderwijs basis
is voor verdergaand onderwijs en daarom niet
kan worden gemist. Holl.-inl. scholen moeten
niet algc-meen worden omgezet in standaard-
scholen met Nederlandsoh. omdat voor velen
dan de toegang tot verder onderwös wordt af
gesloten.
Met de ver-inheemsching der leerkrachten
gaat het in te snel tempo.
MINISTER COLIJN, die zich in specifieke
oridorwösvragen niet competent achtte, wees
er op. dat men bij het onderwijs niet van „af
braak" opreken kan. Er ziju niet alleen meer
leerlingen, maar ook de aangebrachte veran
deringen in het stelsel wijzen in andere rich
ting. Er is meer aandacht geschonken aan het
zelfbekostigingsbeglnseh Voor de dessascholcn
op Java betalen de deasas gemiddeld 21.3 pet
zelf. Dc standaardscholen ziin ten deele tot kop
scholen geworden voor groepen van dessascho-
len. De leertfld is dan 2 k 3 jaar, al ziin er
andere standaardscholen met langer leertijd,
Voorloopig is niet te spreken van verlaagd on-
derwijspelï. Ook voor de andere schooltypen
r de veranderingen na,
•an in-
Jandsche onderwijzers heeft allerlei onderwijs»
s,£^!c"ill=en.. minder moeilijk gemaakt.
Bü het bijzonder onderwijs is de subsidie
rermlridord. Vroeger scheen men er wel eens
ran over te houden, maar het geld werd dan
weer voor andere categorieën van onderwijs ge
brulkt. Terugvragen van overschotten heeft-
daarom practisch niet veel nut.
De heer Ter Laan wilde nu onderwüsuitbrel-
ding, maar vertelde niet wie dat betalen moest.
Verbeteringen bjj verbeterde toestanden wees
de minister echter niet af.
Dessa-onderwiis. meent de minister, moet
eigenlijk vrij onderwijs zijn Maar men kan de
klok niet zoo gemakkelijk terugzetten.
De vrüheid voor onderwös zou in den Archi
pel in het algemeen groó'ter moeten ziin, zulks
met het oog op de groote verscheidenheid x-au
toestanden. De centralisatie is 'thans zeer sterk
en niet zoo gemakkelijk te veranderen. D>-
vraag schijnt thans echter in overweging om
aan het uit de bevolking opgekomen onderwijs
eenigen steun te verleenen.
Bij het Hooger Onderwijs ln Indië worden
ook wel inheemsche hoogleeraren benoemd..'t
Gegeven onderwijs zal niet geheel indifferent
gegeven kunnen worden', gezien Indië's büzon-
dere omstandigheden.
De Indische zendingskwestie is bezig zich.
zelf op te lossen. De gewaarborgde vrtiheïd van
godsdienst brengt nL mee. dat godsdienstlee
raars worden toegelaten waar groepen christe
nen gevestigd zijn. Die toelating gaat om bui
ten de toelating van de missie. Zelfs op Zuid-
Bali züri nu reeds groepen Katholieken, wien
men hun Katholieke voorgangers niet onthou
den mag. Algeheele vtijheid voor de Zending
zal vermoedelök nooit mogelük zön. Aan rust
en orde moet aandacht worden geschonken.
Het verheugde den minister, dat hij nu de
administratieve scheiding van Kerk en staat
kan bevorderen: lui hoopt eerlang ook de ad
ministratieve scheiding tot stand te ltunnen
brengen.
Het volgend wetsontwerp had betrekking op?
de „Volksgezondheid".
Mevr. DE VRIES-BRUINS (s.d.) betoogde,
dat op dit onderdeel teveel bezuinigd is. Ge-
dat pest, lepra en tuberculose toe
ging de minister de veranderingen na.
De belangrölc verbeterde opleiding vi
k Jecovitol levertraan weten-
schappelijk de beste lever»
traan voor U en Uw kind.
Verkrijgbaar bii apothekers
en drogisten a fö.75 p.flacon
De heer v. BOETZELAER (c.li.) informeerde1
of de lichttherapie mogelpkheden kan openen
voor de leprabestrijding en vroeg de aandacht
voor verschünselen in de richting van onder
voeding.
De heer WIJNKOOP (comm.) bestreed de op
vatting, dat ook in betere tijden de pestuit-
breidlng waarschijnlijk zou ziin doorgegaan..,
Verder beweerde Mi, dat er schandelöke onder
voeding is.
MINISTER COLIJN zal nog geen uitspraak
doen over den voeding-toestand. Het desbetref
fend rapport kent hij nog niet. Voor genees
kundig schooltoezicht zijn de geldmiddelen
thans nie't aanwezig. Dc proeven met de licht
therapie vonden steun bü de Indische Regee
ring. maar de Volksraad stemde de voorgestel
de post af. De minister hoopt nog een weg tér
oplossing te vinden. Hü vindt een onderzoek
wel van belang.
Dat de gezondheidstoestand le'ts verminderd
is, is een feit. Maar wat moet er practisoh ge
beuren? Ook bü gunstigen gezondheidstoestand
kunnen ziokte-explosie3 voorkomen. Mocht
voor pcscbestrüding meer geld noodig blijken,
dan zal dat worden aangevraagd.
„Verkeer en Waterstaat"
„Verkeer en Waterstaat" wees de been
CRAMER (s.d.) op de. nadeelen. die z.i. ver
bonden zön aan fusie van de tinbedrüven
op Banka en BI Ui ton. Er worde ge-en beslis-»
sing genomen buiten de Staten-Generaal 'om,
De heer v. KEMPEN (I.ib.) zou de over
schotten van de rubber restrictie willen ge
bruiken \'oor wegenaanleg. Ook in Indië is d<3
autobus van groote beteekenis geworden en
is verkeers-coördinatie noodig.
Voor Banka en Billiton zou de a'oorkeur zön
te geven aan een gemengd bedrijf.
Minister •JOLIJN was van meening dat we
Otis met de verkeersoTdeningén In een netéjig'
vraagstuk zullen begeven. De översctlöt"tf-n.
van liet rubberuitvoerrecht wil de Rcgoerlng
ook nuttig besteden. -
De Bllliton-Mü staat buiten de kwes»
tie van een gemengd bedrüf. De idee daarvait
is van den minister afkomstig. Maar dan moet
eerst de mogelijkheid er van komen vast ta
staan. Er is nog geen plan en is het er. dan
gaat he't niet buiten de Staten-Generaal om.
Oorlog en Marina
Bij Oorlog en Marine erkende de heer CRA
MER (s.d.), dat er bezuinigd ls. maar z.i. niet
voldoende, althans niet voor de marine.
De heer VAN DE BILT (r.k.) wpst op den
plicht van Nederland om de overzeesche onder
danen te helpen beschermen tegen buiten
landsche aanvallen.
Er wordt bü de marine hard gewerkt- Onze
K XVIII praesteert een meesterstuk. In het
Saai-gebied waren onze mariniers de best af
gerichte troepen.
Aan de Indo's moet meer plaats bü do Ma
rine worden gegeven.
De heer v. KEMPEN (Lib.), die een krachti
ge vloot noodig acht. zou reparaties aaji groot©
schepen in Nederland willen doen verrichten.
Dr RUTGERS (a.r.) waarschuwde tegen
'te ver doorgevoerde bezuiniging bü de Marine
en tegen sommige afbraakpogingen.
Ook de heer AVESTERMAN (Nat. Herst)'
drong aan op voorzieningen voor onze weer
macht.
De heer SCHAEPMAN (r. k.) staat dichter
bü hen. die versterking van de weermacht wen
schen dan bü den heer Cramer c.s. Het rap
port van de commissie dient afgewacht.
De lieer AVIJNKOOP (comm.) gelooft, dat
het proletariaat in alle landen een sterke vre«
desfactor ls. de Sovjet-Unie is een vrdesefac-
tor bij uitnemendheid, ook tegen de oorlogs-
pogingen van diverse zü'den In den Pacific.
Minister COLIJN deelde mede, dat een aan
tal voor Indië geleverde pantserauto's niet
voor do Indische benzine geschikt bleken. Ook
werd in het chassis van een dezer wagens-een
fout ontdekt. Do schuld ligt niet bü een be
paald persoon. Inmiddels zün de auto's aan een
ander land verkocht voor den vollen priis en
na onderzoek door deskundigen van dat land.
Aan Indo's zal zoo mogelijk meer gelegen
heid worden gegeven om bü de A'loot 1e die
nen. Rekening moet worden gehouden met
goed beleid, ondanks de bezuiniging. Er moe
ten geen schepen worden gebouwd, die wellicht
dadelük zullen blüken verouderd te zün.
Vraagt de heer AA'esterman of de vloot voor
haar taak is berekend, dan antwoordt dc mi
nister bevestigend. Op de vraag of zü all e-e a
in staat eon zijn de buitenlandsche vloten t©
verelaan antwoordt hü: neen.
De stemming over deze afdceling werd aan-
Sehoudeij tot hedenmiddag l uur.
Te 7.40 uur werd do vergadering verdaagd.
door G. Th. ROTMAN.
45. We gingen naar binnen, maar op ons
geroep kw on niemand opdagen. Zonder te
bedenken, dat dit toch eigenlijk geen pas
had, besloten avc toen zélf alvast uiaar naai
den pot te gaan zoeken We liepen van be
neden naai boven en van voor naar achter
dooi- bet heele huis, alle kasten doorsnuffe
lend; maar van den pot was nergens oen
spour tc bekennen
16. Tot avc opeens de huisdeur hoorden
opengaan en stemmen in de gang boorden.
Verschrikt gooidt ik het kastje dicht, waar
ik juist in zocht, en rende naar de achter
deur, terwijl Saar in haar verbouAvereerd-
beid regelrecht tegen een stoel opliep en er
mee op den grond .iel... „Halt!" bulderde
een stem achter ons...
0Yordt Maandag vervolgdJJ