DERDE BLAD PAG. 9 EERSTE KAMER TWEEDE KAMER HET VERHAAL VAN MIENTJE EN SAARTJE PEPERNEUT. VRIJDAG 22 FEBRUARI 1935 HET RIJK EN DE GEMEENTEN Wijziging UitkeeringsAvet. Instelling Werkloosheidssubsidiefonds. Ver plaatsing van opcenten. Begrooting van Financiën Vchgadei'ing van i'i Fetbnuari 1935 Overzicht Wat or aan de hand was, weten we niet, maar' de Senaat svcrgadcring begon gister morgen ee-ii hall' uur over tijd. Zijn de hec- reli na 10 dagen vergaderingsmoede of was de spreker niet tijdig aanwezig of wel was het quorium er niet? We kunnen de vragen aiiet beantwoorden, maar om half 12 waren we in ieder geval midden in een speech van den heer Wibaut over drie financieele onderworpen. Men kent ze, willen we aan nemen. Tc allen overvloede en tot recht verstand van wat volgen zal, willen we echter nog eens heel kort den inhoud sa- ancn vatten. Allereerst dan de herziening van de wet inzake de Financieele verhouding van Rijk en Gemeenten, kort gezegd de üitkeerings- wet van 1929. Dc wet op de financieele verhouding van 1S97 werd in 1929 door minister De Geer gewijzigd.- Nauwelijks werkte de .nieuwe wet of de crisis deed zich gevoelen. Het Ge meentefonds waarin de heffingen (Gemeen tefondsbelasting en 50 opcenten op de Ver mogensbelasting) vloeiden, die dienen moes ten om de uitkeeringen aan de gemeenten te doen, werd niet voldoende gevuld en rnoest uit de gewone rijksmiddelen worden gesuppleerd mot steeds grooter wordende bedragen. Gevolg daarvan waren zwaarder heffingen en een korting op de uitkeeringen aan dé gemeenten, om toch maar uit te kunnen komen. In de formule voor het berekenen der uit keeringen aan de gemeenten waren ook de werkloosheidsuitgaven opgenomen. Aange zien de uitkeeringen voor vijf jaar werden vastgesteld, gaf dat tot allerlei onevenredig heden aanleiding, omdat de groote werk loosheidsuitgaven na de eerste vaststelling in 1929 noodig werden. Later zou het om gekeerde zich kunnen voordoen. De factor werkloosheidsuitgaven zou dan op een te hoog niveau op de uitkeeringen van invloed zijn. De omstandigheid dat in 1934 de formule opnieuw moest worden bezien gaf der Re- gcering aanleiding zich er rekenschap van te geven wat haar onder de geheel veran derde omstandigheden te doen stond. Dc uitkeeringen zouden in ieder geval lager worden, want de inkomsten van het fonds waren sterk teruggeloopen. Maar de werk loosheidskosten konden ook niet op de oucle Wijze in de berekeningsformule blijven wor den opgenomen. Daarvan zouden de plaat sen met veel werkloosheid schade hebben en de beter gesitueerde gemeenten voordeel Met liet oog daarop had de Regeering Voorgesteld om in de formule, waarnaar de uitkeeringen aan de gemeenten worden be rekend, den factor werkloosheidsuitgaven te schrappen en in plaats van een vijf-jaar- •Jijksohe een jaarlijksche verdeeling van do middelen van hét Fonds in te stellen. Do risico's verminderden dan. Politic, lager onderwijs en armenzorg zijn overgebleven als factoren voor de berekening de'r uitk.ee- ï'ing. Voor de werkloosheidsuitgaven is een andere voorziening getroffen. Verder is een wijziging gebracht m het tarief van de Gemeentefondsbelasting, medo fin verband met de niet-verlenging van de crisis-op cent en op die belasting en op de IVermogensbelasting. De verdeeling der werkloosheidslasten werd geregeld door instelling van het z.g. iWerkloosheidssubsidiefonds. Het desbetref fend wetsontwerp bepaalt, dat in dit fonds zal worden bijgedragen 46 inillioen uit de Rijksmiddelen, -terwijl voorts 44 millioen zal worden verkregen uit anderen hoofde, nl. 25 opcenten op de Gemeentefondsbelas ting volgens de le klasse; 10 opcenten op dé Vermogensbelasting; 75 opcenten op de Personeele belasting en 40 percent van de hoofdsom der Grond belasting. De Gemeentebesturen zullen met ingang ,van het belastingjaar 1935-'36 worden be werkt om-voor zich niet meer dan 75 opcen ten op de Fondsbelasting en 40 op de Pers. Belasting te kunnen heffen. Vroeger waren die cijfers 100 en 50. En dan was er nog een derde wetsontwerp. Dajt verhoogt ten bate van de gewone Rijks- finkomsten voor drie jaar de opcenten op de .Vermogensbelasting en de Inkomstenbelas ting, nadat de Fondsbelasting met de cnsis- opcenten (50 op de Inkomsten- en 30 op de Vermogensbelasting) zal zijn verminderd. Het geldt hier dus slechts verplaatsing van druk. Van deze opcenten zouden er echter nog 10 gebruikt worden voor bet Werkloos heidssubsidiefonds. Bepaald is voorts, dat de daling der uit - keeringen aan de gemeenten over 10 jaar zal worden verdeeld; eveneens de stijgingen. Ook zal het Rijk het tekort in het Gemeente fonds, zijnde 60 millioen, bijpassen. De gemeenten krijgen behoudens uit zonderingen maximaal 90 van haar werkloosheidslasten vergoed. De critiek op deze voorstellen kwam voor namelijk van soc.-dem. zijde. Zij is echter van een beetje eigenaardig karakte. Haai vertolker de heer Wibaut, Leeft liet land aan do Uitkeeringswet van 1929, hoewel die voor vele gemeenten een uitkomst is geweest. Voor een groot deel gelden de be zwaren van den heer Wibaut echter de wet van 1929, die er nu eenmaal is, wel gewij zigd kan worden, maar niet in baar SJ'<>n•ij slagen herzien midden in crisistijd. Heelt dc heer Wibaut dan wat beters, zal men vragen: Het antwoord moet ontkennend luiden. Het eenige wat hij weet is: laat de gemeenten weer vrij, tast haar inkomsten niet aan, help haar in haar sociale moeilijk heden, regeer zelf 'n poosje met een begroo ting met tekorten en leen later wat ge te kort komt. Een volkomen onredelijk en on aanvaardbaar advies waaraan bovendien de grond ontbreekt. Die grond is het feit, dat we in beter jaren weer meer van onze staatsschuld hebben afgelost dan waartoe we verplicht waren. Welnu, zegt de heer Wibaut, laat de schuld maar weer oploo- pen tot bet niveau toen we met de onver plichte aflossingen begonnen. Er is dan ze kere speling. Helaas is in werkelijkheid die speling erniet meer. De crisis heeft, van 's Rijks schatkist reeds zoodanige offers ge vraagd, dat we het voordeelig verschil al weer vrijwel geheel hebben ingeteerd En nog hebben we een zwaren tijd voor den boeg! Het soc. dem. advies is dus zoowel nnr''-itcI als gevaarlijk. We zouden er iinu: Jour voor dc mogelijkheid kunnen komen te slaan, dat op eens een zoodanige Verslag EÜna een half uur over den oproeplngs'tüd heeft de Kamer vanmorgen haar vergadering hervat. De behandeling van de drie financieele wetsontwerpen werd voortgezet. Dc- heer V/TBAÏJT (s.d.) betoogde, dat de zelf- erlczaamheid der gemeenten sterk wordt in geperkt door de wijziging der Verhoudingswet van 1929, die al een belangrijke beperking bracht van het gemeentelijk belastinggebied. Doer de nieuwe wetsontwerpen worden de emcen'ten b(j honderden noodlijdend gemaakt, thans zullen ze op Rükssteun worden aange- eaen. Aanvankelijk is. het cUfer 580 genoemd; ilnister de Wilde sprak echter van 285. Het is te wenschen. dat hij gelijk heeft, maar het zijn er dan toch nog 285. De crisispolltiek der Regeering zal Neder land op lager niveau doen dalen dan andere landen van gelijke cultureele waarde. Vastge- uiden wordt aan: geen belastingverlaging en •rminderende inkomsten. Deze politiek zul on- judbaar b'ijken! Waarom onze vroegere ver- .elde aflossingen weer niet omgezet in nleu- e leeningen? Het is niet mooi, maar wat de Regeering doet, ls niet te handhaven. De heer SLINGENBERG (v.d.) zag in de ctsontwerpen geen poging tot afsohuivïng van lasten van het Rj}k op de gemeenten; we moe- n ze zien in het licht van alle verhoudingen. De wet van 1929 Was een zegen voor de ge meenten Z\j heeft vele onbillijke verschillen getemperd' en aan de gemeenten belangrijk hoo- gere uitkeeringen gebracht. De middelen van het Gemeentefonds zijn zoo catastrofaal gedaald, dat een verdeeling per jaar is voorgesteld. Dat is onder de huidige omstandigheden logisch. Aan de gemeenten, die in nood zijn, worden belangrijke bedragen aan voorschotten kwijt gescholden en 'ten laste van de gemeenschap gebracht. De heffingen worden naar draag kracht opgelegd. Dc vermindering van inkomsten van bepaal de gemeenten zal zich in tien jaar voltrekken. Geleidelijk dus. Het Werkloosheidssubsidiefonds krijgt de -isisop,centen van het Gemeentefonds. Dat is geen ontnemen van inkomsten aa* de gemee ion, omdat die opcenten alleen beteekend' een vermindering van hetgeen het Rijk in het Gemeentefonds had bij te passen. Het waren js feitelijk rijksinkomsten. De kosten der weo-kloosheidszorg worden voortaan uit een Werkloosheidssubsidiefonds betaald. De heffingen ten bate van het fonds bedoelen dc gemeenten, die va.n de werkloos heid weinig te lijden hebben, ook te betrekken In het dragen der lasten. Dit werd onvoorwaar delijk toegejuicht. Dat de Regeering niet meer 75 mill, van 1932 beschikbaar lean stellen, ,r „slechts" 46, moge men betreuren, maar de .enorme daling der inkomsten noopt 'tot dezen maatregel. Behalve de Rijksbijdrage - 46 mill, trekt het fonds 44 mill, uit belastin_ De uitgaven worden op 108A«, millioen geraamd Gevraagd werd of di't eüfèr thans nog is te ha.ndhaven. De heer Slingenbèrg zou er de voorkeur aan Ji ebben gegeven, als de. koeten. voor de werk loosheid hal-f om half dpor Rijk en gemeenten «ouden worden gédrggen. Wat geschiedt ls noodig voor de rjjksfinan- iën, al krijgen dc gemeenten het er moeilijk door. De heer GELDERMAN (lib.) kon zich bij de rede van den heer Slingenberg aansluiten. Al leen vroeg hii den minister te willen bevorde ren. da't bij steunregelingen zooveel mogelijk aan plaatselijke regelingen ruim'te wordt ge- stap (brug zou moeten worden gedaan, dat we met de openbare geldmiddelen voor een debacle zouden komen te staan. We zullen op deze en andere bezwaren niet verder ingaan. De weerlegging er van vindt men in de knappe rede, waarmede minister Oud de ontwerpen verdedigd heeft. Even duidelijk als in de Tweede Kamer op Dec. 1934 heeft hij ook in de Eerste aange toond, dat de Regeering in de bestaande omstandigheden den uitweg gekozen heeft, die het minst bezwarend is en de solida riteit van rijks- en gcmeente-financiën be trachtend de belangen der gemeenten naar beste vermogen behartigt én tevens de nationale lasten nationaal doet'dragen. Zonder stemming, maai- met aanteekening dat de soc: dem. tegen waren, werden dé drie wetsontwerpen aangenomen. De begrooting van Financiën werd daar na nog afgedaan en z.h.s. goedgekeurd. De Kamer is uiteengegaan tot a.s. Dinsdag middag half twee. Dan komt Waterstaat aan de orde. laten en niet steeds de verder gaande rijks regeling weidt opgelegd. De heer TER HAAR (c.li.) vond, dat al te veei is gele't op de belangen van 's Rijks kas. De aard van dc werkloosheid zou e.r z.i. too moeten leiden, dat de kosten, die er uit voort vloeien. in de eerste plaats voor rekening van het Kijk komen. De gemeenten zullen een belangrijke ader lating ondergaan, althans de grootere. Vele er van zullen haar financieel evenwicht niet kun nen bewaren. Beter dan het verleenen van ex tra-bijdragen aan feemeenton is he't verhoogen van normale bijdragen. MINISTER OUD AAN HET WOORD Na de pauze was het woord aan den MINIS TER VAN FINANClëN. H(j wees er op, dat de heer de Gü'selaa/r be toogd had, dat de gemeenten in 1929 teveel armslag hadden gekregen, terwijl de heerAVi- baii't beweerde, dat ze toen zeer beperkt war den In haar bewegingsvrijheid. Beiden zfln on juist. Het ging in 1929 om eon billijke rege ling Van bijdragen In kosten, die eigenlijk voor het Riik werden gemaakt en .verder was het doel egalisatie der belastingverschillen. De rege ling van do financieele verhouding was steeds moeilijk; er ziin zoowa't evenveel' meeningen over als menschen. die. zich met het onder werp bezig houden. Het is daarom ongeraden thans een nieuwen' grondslag voor de regeling te zoeken. Het beste is de basis van 1929 te behouden en in den bovenbouw correcties aan 'te brengen. De gemeentefondsbelasting is in opzet een belasting ten bate van alle gemeenten. Dalen de inkomsten van het Gemeentefonds, dan krij gen de gemeenten ook minder uitgekeerd. Wat er verder noodig Is, moet uit belastingen wor den gevonden, terwijl daarnaast bezuiniging noodig is. Ook voor het Rijk heeft de belastingheffing grenzen. In de Dondsbelasting was aanvankelijk voor dé gemeenten behoorlijke elasticiteit, 'terwijl zij voorts ten aanzien van de Personeele belasting nog al wat vrijheid hadden. Had de Begeering geen maatregelen voorge steld. dan zou voor 1935 wettelijk een nieuwe verdeelIng hebben plaats gehad, waardoor de gemeenten Ineens der. geileden terugval in komsten harlden ondervonden, In 1929 is de vflf jarige periode in de wet opgenomen, in de ver onderstelling. 1 dat de belastingbronnen normaal zouden blijven vloeien. Die bepaling was geen waarborg voor de gemeenten 'tegen crlsislnvloe den. Daarom is ook een garantieregeling inge voerd. die bedoelde de gemeenten voor al te sterken teruggang te behoeden. Op denzelfden voet zou een garantie thans niet kunnen gel den, omdat de omstandigheden volkomen ge wijzigd zijn. De beginselen van 1929 zijn gehandhaafd bü het nieuwe voorstel, dat redelijk en billijk is' Rlik en gemeenten beide verkeeren door di econ'omische crisis in groote moeilijkheden, Ge zamenlijk moe'ten ze daar doorheen. Er zullen,,noodlijdende gemeenten komen-, maai- niét door de schuld der Regeering., maar nis gevolg der 'ordstan<1 ighedénVerleden jaar sprak men var. noodlijdende gemeenten onder het zg. uitstootinesregicm. NoodUidend he eten nu alleen de gemèenten, die zonfler „uitstoo ting" haar begroot ing niet sluitend konden krijgen. De bedoeling is nu, de noodlijdende gemeenten te verminderen; door hulp te bieden ann de gemeenten, die met u its-tooting- de be grooting kloppend konden maken. Aandacht moet ook worden geschonken aan de GO-millioen, die aan de gemeenten worde; kwijtgescholden: het Rijk neemt di't tekort va: het Gemeentefonds voor ziin rekening. Geleidelijk wordt de uitkeering aan de ge meenten verlaagd. Maar hoe kan het anders» Aan alle zijden zullen 'treedt geen radiea.lo keer In offers moeten worden gebracht. We staan tegenover omstandigheden, waaraan, m~" sclienkracht weinig vermag tc veranderen. Er komen inderdaad groote veranderingen in de uitkeering. Maar die zonden 'toch zijn geko men. Door wijziging van de verdeel In gsformnle worden de verschuivingen nog grooter. .Maar die formule wordt er beter op en de gemeen ten worden er beter van, Ging de minister, zooals de heer ter Haar wilde, met foi'teliiken belastingdruk werken plaats van met belastingcapacïtcit, dan zt den de bes't gesitueerde, gemeenten er 1 voordeeligst aan toe zijn en Amsterdam zeer slecht af blijken. Het Werkloosheidssubsidiefonds is op meer nivelleertng bedacht. De heffingen bedoelen de druk dor werkloosheidskosten meer ge1 ijk te doen cragen. De oorzaken van dc werkloosheid zil'n niet beslissend, maar het gaat er hier or om bepaalde uitgaven zooveel mogelijk doel matig te verdoelen. De kosten vo.or de werk loozen beginnen bü de gemeenten en het Rille 'treedt helpend op. Sommige gemeenten waren reeds tot .den top belast en daarom iz gezocht! naar een metliodeiiom genieonlcn. die nóg wat konden bptalen, ook 'te betrekken in deze lasv ten. Tenslotte scheppen Riik en gcmecntéfi uit dezelfde bakken. De ontvangsten voor hot Werkloosheidssub sidiefonds zullen in minder ma'te den invloed van de crisis ondervinden dan die van het Ge meentefonds! Dat zit In de opcentenregëling. De minister kon niet zeggen, dat de. uitgaven voor de werkloosheid nie't zullen stijgen. Stij gen ze wel. dan ontstaat een tekort in het dan overeenkomstig deze tijdsomstandigheden. Wat de heer Michiels v. Kessinich zeide over controle op de wegenbelasting, zal de minister overwegen. Het vraagstuk der rijwielbelasting is zeer moeilijk: het stelsel der plaa'tjes Is thans administratief zeer eenvoudig; wat het aanbrengen van het plaatje aan he't rijwiel be treft, is men zoo toeschietelijk mogelijk. De minister blijft ter zake diligent. Het ls niet gemakkelijk in dezen tijd vooa Sorghvliet een oplossing te vinden. Z.li.st. werd de begrooting goedgekeurd. Daarna die voor het Gemeentefonds en voop liet StaatsmuntbedriJf. Indische begrooting afgehandeld Vergadering -v.an 21 Fe-bimari 1935 Verslag Minister Oud Subsidiefonds en is het mogelijk, dat de marge voor de „subjectieve bijdrage" wordt inge krompen, terwijl voorts de Regeering zal moe ten bijspringen. Het tekort" gaat naar de reke ning van het volgend jaar. Bekeken zal dan moeten worden, wat er gedaan moet worden met inachtneming der verschillende factoren. Daarom ook heeft de minister zich niet aan een vast percentage willen binden. Gemeenten, die voor ex'tra-hulp in aanmerking komen, aullen aan haar begrooting zekere eischen zien gesteld. Wat niet beteekent. dat ze in do positie van noodlijdende gemeenten zullen komen. De steunregelingen, waarover de heer Gel- dorman sprak, zijn gering in aantal en de be trokken 45 gemeenten hebben ongeveer -19.000 inwoners. Er zijn regelingen bij, die gunstiger zijn clan de regeling van het Rijk. De Regee ring zal zorgen het juiste midden te bewaren. Progressieve 'opcenten op een progressieve belasting zijn als de progressie goed is verkeerd. Dat de minister er in berust heeft in de,Tweede Kamer, was/omdat het aan het be reiken van 'het doel geen schade deed en do regeling tu'deliik was. De heer Wibaut wilde met tekorten gaan regeeren. Dat is zeer g-evaarlijk. Even kan dat, maar al spoedig zouden we voorweel verschrik keljjker "dingen komen te staan, zoo - niet voor een algeJieeie financieele ineenstorting. En dat vvii de minister mee alle kracht voorkomen. De heer WIBAUT repliceerde. Hii had allen eerbied voor 's ministers erhstïg betoog, maar de afstand tusschon hem en de Regeering met haar illusies was niet noemenswaard vermin derd.De wetsontwerpen zijn-niet aanbevelens waardig. Verzocht werd aan te teekenen. dat de soc.-dem. fractie er tegen is. Ten slotte' verklaarde de heer Wibaut niet te gelooven in een blijvend lager cultuurpeil als uitvloeisel van de huidige crisis. De wetsontwerpen werden, nadat MINISTER OUD nog had gedupliceerd, z.h.st. aangenomen. Aan de orde is daarna do BEGROOTING VAN FINANCIëN De heer GELDERMAN (lib.) betoogt, dat de hooge' belastingen ér inede toe leiden, dat groo te landhuizen en kasteden worden ontruimd. Er komen exorbitante heffingen voor. Do lieer ALICHIELS v. KESSENICH (r.k.) oefende critiek op het a,v3teem der rijwiel-, en wegenbelasting. De heer KNOTTENBELT (lib.) dringt aan op tijdige Indiening van een wetsontwerp be treffende stichting van een representatief ge bouw op het aan he't Rijk geschonken land goed Sorghvliet. Er is,een termijn van 10 jaar waarvan er al v-ijf om zijn. Dé heer WIBAUT (s.d acht hoogcr belas tingen economisch nietonmogelijk. MINISTER OÜD bestrijdt de heer Wibaut Deze pleit biet voor meer indirecte heffingen. Doch inkohist;en en varfnog-ensbelastingen z[jn reeds .gestegen tot een zeer hoog bedrag, soms wel tot 45 pet. Het gaa't er niet om of men van ecnigen wel wat meer zon kunnen afnemen. Het gaat om de economische gevol gen in het algemeen; mpn moet. niet de kip met dé gouden ciëren slachten. Do klacht over hét'verlaten van groote per- ceelcn onderschat de minister geenszins. Hij erkent -de moeilijkheid, maar da'oplossing is niet eenvoudig. De personeele belasting raakt de draagkracht blijkens vertering. Daarin to brengen draagkracht volgens inkomen, is niet eenvoudig. Bovendien, zou ingrijpen ten koste van de gemeenten komen. Dat is zeer moeilijk. De minister zal bevorderen, dat de huurwaar de van kasteden enz. niet hooger wordt gesteld THOMAS MORUS De schrijver van Utopia ii..*) Thomas More of, zooals zijn verlatini- seerde naam luidt, Morus, is bekend geble ven door twee oorzaken. Deze waren: het schrijven van Utopia, en zijn sterven op het schavot ter wille van zijn overtuiging. Utopia bestaat uit twee deelen. Het eerste boek gaat over wat Raphael Hythlodaeus vertelde over hoe een staat het best kon zijn ingericht; in het tweede verhaalt dezelfde persoon over het land genaamd Utopia, en over de regeering op dit eiland. Boek I is dus feitelijk een inleiding tot boek II, of, als men wil, II is een uitwer king in een gelijkenis van de algemeene grondbeginselen waarvan een ideaal-staat zou behooren uit te gaan. Utopia is een eiland, waar Hythlodaeus terecht is gekomen na allerlei omzwervin gen met Amerigo Vespuzzi. De naam is samengesteld uit de Grieksche woorden ou en. topos, wat „geen plaats" beduidt. De hoofdstad heet. Amaraut.um (d. i. donker, onbekend); het. ligt aan de rivier Anyder (d.w.z. zonder water). Men ziet direct dat Morus Engeland en Londen in z'n hoofd heeft. Alles is er op ideale wijze geregeld, al is de beschrijving doorspekt met critiek op personen en toestanden uit het begin der 16e eeuw. Er zijn op het eiland 54 groote steden, ze mogen niet te dicht bij elkaar liggen, min stens 33 mijlen moeten er tusschen zijn. De landbouw is het voornaamste werk, naast z'n vak moet ieder hem beoefenen. Vrouwen arbeiden evengoed als mannen. Ze dragen allemaal dezelfde kleeren, die iedere familie voor zichzelf maakt. Gewoon lijk leert verder ieder man het vak van zijn vader; als bij echter lust tot iets anders heeft wordt hij hij een andere familie on dergebracht. Op nietsdoen wordt scherp toegezien. De dag wordt aldus verdeeld: 6 uur werken, S uur slapen, de rest van de tijd kan men naar believen besteden. Do meesten volgen lezingen, die zelfs in dé vroege ochtend gehouden worden; ze stellen buitengewoon veel belang in wetenschap pelijke vraagstukken. Anderen houden zich met spelen bezig. Als er overproductie dreigt worden de werkuren verminderd; als er te veel bewoners komen, gaat men emigreeren. Geld heeft men er niet; goud en edel gesteenten minacht men. De misdadigers worden met gouden ketenen geboeid; edel- steenen dragen de kinderen en ze mogen ermee spelen. Als groote menschen ze zou den dragen, zou het dezelfde indruk maken als wanneer bij ons volwassenen met een I stond in ons blad van 21 Febr. blokkedoos zouden spelen: de kinderen zou den hen uitlachen. Waar het geld de baas is, zegt Hythlodaeus, daar komt men nood zakelijkerwijs tot vele ijdele en nuttelooze bezigheden. Zindelijkheid eischen de Utopiërs van iedereen. Oorlog verafschuwen zij; zij vree- zen zoozeer het opwekken van bloeddorst, dat het slachten van vee alleen door slaven mag geschieden. Elke stad is in vier gelijke deelen ver deeld. Midden in elk gedeelte is de markt, waar ieder kan halen wat hij wil; en om dat men altijd alles kan krijgen, haalt nie mand ooit meer dan hij noodig heeft Ook als iemand op reis moet, kan hij op ver toon van zijn pas krijgen wat hij moet heb ben. I-Iet eten geschiedt meest in groote zalen, maar doet men bet liever thuis, dan kan dat ook, doch er wordt weinig gebruik van gemaakt. Onder de maaltijden wordt er gelezen of muziek gemaakt; de bedie ning geschiedt door de jongelui. De politieke constellatie in Utopia is aldus: Elke dertig families of boerderijen kiezen elk jaar een bestuurder, die eerst sypho- granten heetten, en later philarchen. Tien syphogranten met hun 300 families staan onder een tranibor, nu genoemd proto- philarch. Aan het hoofd van elke stad staat een vorst. Deze wordt bij geheime stemming door dc syphogranten gekozen uit vier door het volk genoemde namen. Ze kiezen al tijd wie hun het meest geschikt voorkomt. De vorst is dat voor z*n leven, tenzij hij wordt afgezet op verdenking van tyrannic. Traniboren worden jaarlijks gekozen, maar verandering brengt men niet licht aan. Om te voorkomen dat de traniboren sa men gaan spannen tegen het gemeenebest bepaalt de wet, dat met de doodstraf wordt gestraft wie buiten de vergadering van syphogranten besprekingen voert over het welzijn van het gemeenebest. In die verga deringen worden alle zaken beslist, maar niet dan nadat er eerst drie dagen over gesproken is. Elke drie dagen, of zoo noodig vaker, vergaderen de syphogranten met de vorst. Daar wordt uitsluitend gepraat over het algemeen welzijn. De heele staatsinrichting is erop berekend, dat het heele eiland één familie vormt. De kern van de staatsinrichting is een soort senaat, die in Amarautum samen komt, en waarheen iedere stad drie verte genwoordigers zendt. Hier worden ook „buitenlandsche zaken" behandeld. Het laatste hoofdstuk van „Utopia" han delt over de godsdiensten der bewoners •Dit is van belang, omdat tolerantie hier op de voorgrond staat, en we straks nog iets moeten zeggen over More's optreden tegen „ketters" tijdens zijn kanselierschap, dat nu niet bepaald met onze ideeën over ver draagzaamheid overeenstemt. Er zijn op het eiland verschillende gods diensten. Sommigen' vereeren de zon, ande ren de maan, of een of ander beroemd man. Maar de besten en verstandigste!) gelooven dat er een soort onbekende godde lijke kracht is, eeuwig, onbegrijpbaar, on verklaarbaar, die in de heele wereld aan wezig is door deugd en kracht. Allen ech ter stemmen hierin overeen, dat ei' één hoogste God is, die de heele wereld heeft gemaakt en haar regeert In onderdeelen gaan ze uiteen, maar hoe langer hoe meer verdwijnt alle bijgeloof en ze worden het eens in die godsdienst, waarvan de rede hen zegt, dat hij boven de andere uitgaat. Het Christendom aanvaardden ze ook toen ze ervan hoorden, vooral toen ze ver namen, dat Christus had ingesteld, dat on der de zijnen alle dingen gemeen zouden zijn. Ze praten en discussieeren graag over allerlei punten. Ook zij die niet voor het Christendom voelden, mochten daar gerust over praten. Vóór alles waren de Utopiërs tolerant. Toen een tot het Christendom be keerde bij de verdediging ervan zich op wond en zei dat hij aan de godsdienst van Hythlodaeus boven alle andere de voor keur gaf, en de. andere verachtte, en de vol gelingen ervan slecht en duivelachtig noemde, „kinderen der eeuwige verdoeme nis", grepen ze hem vast, en veroordeelden hem tot verbanning, omdat hij „twisten en muiterijen" aanrichtte. Want een van hun oudste wetten is, dat niemand zal kwalijk worden genomen, dat hij z'n eigen gods dienst verdedigt. Ieder mocht gelooven wat hij wilde, behalve dat atheïsme niet was toegestaan. De dood vreest men niet'. De Utopiërs denken, dat men vreugdevol moet sterven, omdat men God tegemoet gaat. Wie angst heeft voor de dood, kan niet welkom ziju bij God. De begrafenis geschiedt onder vroolijk gezang. Zij gelooven, dat de doodeti ook onder de levenden blijven verkeeren. hun woorden hooren en hun daden gade slaan. De priesters munten uit door heiligheid; vandaar ook, zegt Hythlodaeus, dat er zoo weinig zijn. Ook vrouwen kunnen priester zijn. Als er oorlog is, gaan ze mee te velde en bidden met opgeheven handen, aller eerst. om vrede, dan om de overwinning van de bunnenmaar vooral dat deze niet bloedig moge zijn. Als het eigen leger zege viert, voegen ze zich onder de strijdenden om hen van wreedheid en onnoodig bloed vergieten af te houden. Daarom worden ze in de eigen zoowel als in de vreemde legere hoog geacht. Godsdienstige feestdagen zijn de eerste en de laatste dag van de maand, dan gaan ze naar de kerken, om God te danken voor de voorspoed van de voorbije maand of lo bidden voor de nieuwe. In een -slotartikel hopen wc de vraag te bezien, wat 'de bedoeling yan Morus was mot dit bock. 't BeS'on wat al te lang te duren. Veertien dagen aan de Indische begrooting besteden is welletjes, meenden voorzitter en Koloniën. At doen dus en vergaderen tot het bittere einde. Dan blijft de Vrijdag vrij voor Suriname en kan minister Coliin Dinsdag naar de Eers'te Kamen- om Waterstaat te behandelen. Zoo is het geschied. Telkens weer dezelfde sprekers van gisteren en eergisteren en van de vorige week met op merkingen, die vaak sterk aan die van een vorig jaar herinnerden. Maar we vorderden toch en om kwart voor achten was de eind streep bereikt, na een gedaehtenwissellng. die op de keper beschouwd weinig om het lijf had, na de echxiftelijke behandeling der begrooting. He't moet o.i. werkelijk veel korter kunnen zonder eenige schade aan eenig In disch belang te veroorzaken. Na een regeling van werkzaamheden, waarbij o.a, de wijziging der Kieswet op de agenda ge bracht werd, zette de Kamer de behandeling van de INDISCHE BEGROOTING voort. Bü de afd. „Oiidenvüs" betoogde de heer K. TER LAAN. dat op de Onderwijsuitgaven veel te veel besnoeid, is. Ook de onderwijzers zijn te zwaar getroffen. Ontslagen aan inland- sclie onderwijzers werden afgekeurd. De beer KETELAAR (v.d.) erkende, dat de laatste dertig iaar in Indië ontzaglijk veel is verbeterd. Thans echter ls er ernstige reden om zich ongerust te maken over achteruitgang als gevolg van ,de zoo sterke besuoeiiug. De op leiding van de inlandsohe onderwijzers laat nog heel wat te wenschen. De heer VAN BOETZELAER (c.'n.) wil de vraag behandelen of men nu in Indië met het onderwijs wel op den goeden weg is. He't volks onderwijs zou. door de unificatie worden Inge schakeld in het westersch gedachte systeem. De volksschool moet weer worden losgemaakt van dc tweede-klassesehool. zij moet uitgaan van de dessa's en het beginsel van het dessa- onderwijs dient te worden hersteld. Sjr. bepleit veirder herziening van de rege ling der zending in verband met de Balinee- sehe kwestie. De heer ROESTAM (communist) zeide dat de Regeering geen kans ziet het bestaan de volksonderwijs verder te brengen. In het tempo van nu duurt het nog 500 jaar voordat de Indische bevolking in haar geheel kan lezen en schrjiven. Aan het Nederlandsoh als voertaal behoort niet te worden vastgehouden. Er moet één type standaard-school voor geheel Indonesia komen. Dr RUTGERS (a.r.) meent, dat in de laatste 'twintig jaren het dep. van onderwijs zich te zeer op centralisatie van het onderwijs heeft gericht. Aanpassing aan den aard van de be volking in de buitengewesten moet mogelijk bliiven. Primair rust "net onderwijs op de maat schappij; de Staat dient aanvullend werkzaam te zijn. De heer Rutgers, die centraliseering en nivel leering bn' 't onderwijs een verkeerd uit.gangs- oun't vindt, was van meening. dat de Regeering het maatschappelijk initiatief op onderwijsge bied heeft aan te moedigen. Het preyentiéf toezicht op de verkondiging van het Evangelie is principieel verkeerd. Het wordt In de praktijk ook verkeerd toegepast en ook gvoelt do praktijk er vaak overheen-, daar waar zich een aantal christenen van ver schillende richting heeft gevestigd. De Regee ring- kan dan niet beletten, dat deze menschen de geestelijke zorg ontvangen, waarop zij recht hebben. De heer MOLLBR (r.k.) wees er op, dat tus schen 1920 en 1929 bet onderwös in omvang verdubbeld: in do latere jaren is er voor het dessa-onderwjjs nog 20 pet bovenop gekomen. Aleer ver-inheemsching van het onderwijs is noodig. Gewenscht ware het de Hollandsch-in- landsohe scholen tot standaardscholen te ma ken. Ook zorge de Regeering voor afzonder lijke meisjesscholen op Java. Het Hooger Onderwijs moet. zoo mogelijk, worden gehandhaafd in den bestaanden om vang. Zoo mogelijk dienen inhcemsche hoog leeraren te worden benoemd. Met de opmerkingen over art. 177 van den heer Rutgers ls de heer Holler het volkomen eens. De daarin genoemde vergunning voor de Evangelieverkondiging is onaanvaardbaar. De heer JOEKES (v.d.) was van meening. dat het Hollandsch-inlandsch onderwijs basis is voor verdergaand onderwijs en daarom niet kan worden gemist. Holl.-inl. scholen moeten niet algc-meen worden omgezet in standaard- scholen met Nederlandsoh. omdat voor velen dan de toegang tot verder onderwös wordt af gesloten. Met de ver-inheemsching der leerkrachten gaat het in te snel tempo. MINISTER COLIJN, die zich in specifieke oridorwösvragen niet competent achtte, wees er op. dat men bij het onderwijs niet van „af braak" opreken kan. Er ziju niet alleen meer leerlingen, maar ook de aangebrachte veran deringen in het stelsel wijzen in andere rich ting. Er is meer aandacht geschonken aan het zelfbekostigingsbeglnseh Voor de dessascholcn op Java betalen de deasas gemiddeld 21.3 pet zelf. Dc standaardscholen ziin ten deele tot kop scholen geworden voor groepen van dessascho- len. De leertfld is dan 2 k 3 jaar, al ziin er andere standaardscholen met langer leertijd, Voorloopig is niet te spreken van verlaagd on- derwijspelï. Ook voor de andere schooltypen r de veranderingen na, •an in- Jandsche onderwijzers heeft allerlei onderwijs» s,£^!c"ill=en.. minder moeilijk gemaakt. Bü het bijzonder onderwijs is de subsidie rermlridord. Vroeger scheen men er wel eens ran over te houden, maar het geld werd dan weer voor andere categorieën van onderwijs ge brulkt. Terugvragen van overschotten heeft- daarom practisch niet veel nut. De heer Ter Laan wilde nu onderwüsuitbrel- ding, maar vertelde niet wie dat betalen moest. Verbeteringen bjj verbeterde toestanden wees de minister echter niet af. Dessa-onderwiis. meent de minister, moet eigenlijk vrij onderwijs zijn Maar men kan de klok niet zoo gemakkelijk terugzetten. De vrüheid voor onderwös zou in den Archi pel in het algemeen groó'ter moeten ziin, zulks met het oog op de groote verscheidenheid x-au toestanden. De centralisatie is 'thans zeer sterk en niet zoo gemakkelijk te veranderen. D>- vraag schijnt thans echter in overweging om aan het uit de bevolking opgekomen onderwijs eenigen steun te verleenen. Bij het Hooger Onderwijs ln Indië worden ook wel inheemsche hoogleeraren benoemd..'t Gegeven onderwijs zal niet geheel indifferent gegeven kunnen worden', gezien Indië's büzon- dere omstandigheden. De Indische zendingskwestie is bezig zich. zelf op te lossen. De gewaarborgde vrtiheïd van godsdienst brengt nL mee. dat godsdienstlee raars worden toegelaten waar groepen christe nen gevestigd zijn. Die toelating gaat om bui ten de toelating van de missie. Zelfs op Zuid- Bali züri nu reeds groepen Katholieken, wien men hun Katholieke voorgangers niet onthou den mag. Algeheele vtijheid voor de Zending zal vermoedelök nooit mogelük zön. Aan rust en orde moet aandacht worden geschonken. Het verheugde den minister, dat hij nu de administratieve scheiding van Kerk en staat kan bevorderen: lui hoopt eerlang ook de ad ministratieve scheiding tot stand te ltunnen brengen. Het volgend wetsontwerp had betrekking op? de „Volksgezondheid". Mevr. DE VRIES-BRUINS (s.d.) betoogde, dat op dit onderdeel teveel bezuinigd is. Ge- dat pest, lepra en tuberculose toe ging de minister de veranderingen na. De belangrölc verbeterde opleiding vi k Jecovitol levertraan weten- schappelijk de beste lever» traan voor U en Uw kind. Verkrijgbaar bii apothekers en drogisten a fö.75 p.flacon De heer v. BOETZELAER (c.li.) informeerde1 of de lichttherapie mogelpkheden kan openen voor de leprabestrijding en vroeg de aandacht voor verschünselen in de richting van onder voeding. De heer WIJNKOOP (comm.) bestreed de op vatting, dat ook in betere tijden de pestuit- breidlng waarschijnlijk zou ziin doorgegaan.., Verder beweerde Mi, dat er schandelöke onder voeding is. MINISTER COLIJN zal nog geen uitspraak doen over den voeding-toestand. Het desbetref fend rapport kent hij nog niet. Voor genees kundig schooltoezicht zijn de geldmiddelen thans nie't aanwezig. Dc proeven met de licht therapie vonden steun bü de Indische Regee ring. maar de Volksraad stemde de voorgestel de post af. De minister hoopt nog een weg tér oplossing te vinden. Hü vindt een onderzoek wel van belang. Dat de gezondheidstoestand le'ts verminderd is, is een feit. Maar wat moet er practisoh ge beuren? Ook bü gunstigen gezondheidstoestand kunnen ziokte-explosie3 voorkomen. Mocht voor pcscbestrüding meer geld noodig blijken, dan zal dat worden aangevraagd. „Verkeer en Waterstaat" „Verkeer en Waterstaat" wees de been CRAMER (s.d.) op de. nadeelen. die z.i. ver bonden zön aan fusie van de tinbedrüven op Banka en BI Ui ton. Er worde ge-en beslis-» sing genomen buiten de Staten-Generaal 'om, De heer v. KEMPEN (I.ib.) zou de over schotten van de rubber restrictie willen ge bruiken \'oor wegenaanleg. Ook in Indië is d<3 autobus van groote beteekenis geworden en is verkeers-coördinatie noodig. Voor Banka en Billiton zou de a'oorkeur zön te geven aan een gemengd bedrijf. Minister •JOLIJN was van meening dat we Otis met de verkeersoTdeningén In een netéjig' vraagstuk zullen begeven. De översctlöt"tf-n. van liet rubberuitvoerrecht wil de Rcgoerlng ook nuttig besteden. - De Bllliton-Mü staat buiten de kwes» tie van een gemengd bedrüf. De idee daarvait is van den minister afkomstig. Maar dan moet eerst de mogelijkheid er van komen vast ta staan. Er is nog geen plan en is het er. dan gaat he't niet buiten de Staten-Generaal om. Oorlog en Marina Bij Oorlog en Marine erkende de heer CRA MER (s.d.), dat er bezuinigd ls. maar z.i. niet voldoende, althans niet voor de marine. De heer VAN DE BILT (r.k.) wpst op den plicht van Nederland om de overzeesche onder danen te helpen beschermen tegen buiten landsche aanvallen. Er wordt bü de marine hard gewerkt- Onze K XVIII praesteert een meesterstuk. In het Saai-gebied waren onze mariniers de best af gerichte troepen. Aan de Indo's moet meer plaats bü do Ma rine worden gegeven. De heer v. KEMPEN (Lib.), die een krachti ge vloot noodig acht. zou reparaties aaji groot© schepen in Nederland willen doen verrichten. Dr RUTGERS (a.r.) waarschuwde tegen 'te ver doorgevoerde bezuiniging bü de Marine en tegen sommige afbraakpogingen. Ook de heer AVESTERMAN (Nat. Herst)' drong aan op voorzieningen voor onze weer macht. De heer SCHAEPMAN (r. k.) staat dichter bü hen. die versterking van de weermacht wen schen dan bü den heer Cramer c.s. Het rap port van de commissie dient afgewacht. De lieer AVIJNKOOP (comm.) gelooft, dat het proletariaat in alle landen een sterke vre« desfactor ls. de Sovjet-Unie is een vrdesefac- tor bij uitnemendheid, ook tegen de oorlogs- pogingen van diverse zü'den In den Pacific. Minister COLIJN deelde mede, dat een aan tal voor Indië geleverde pantserauto's niet voor do Indische benzine geschikt bleken. Ook werd in het chassis van een dezer wagens-een fout ontdekt. Do schuld ligt niet bü een be paald persoon. Inmiddels zün de auto's aan een ander land verkocht voor den vollen priis en na onderzoek door deskundigen van dat land. Aan Indo's zal zoo mogelijk meer gelegen heid worden gegeven om bü de A'loot 1e die nen. Rekening moet worden gehouden met goed beleid, ondanks de bezuiniging. Er moe ten geen schepen worden gebouwd, die wellicht dadelük zullen blüken verouderd te zün. Vraagt de heer AA'esterman of de vloot voor haar taak is berekend, dan antwoordt dc mi nister bevestigend. Op de vraag of zü all e-e a in staat eon zijn de buitenlandsche vloten t© verelaan antwoordt hü: neen. De stemming over deze afdceling werd aan- Sehoudeij tot hedenmiddag l uur. Te 7.40 uur werd do vergadering verdaagd. door G. Th. ROTMAN. 45. We gingen naar binnen, maar op ons geroep kw on niemand opdagen. Zonder te bedenken, dat dit toch eigenlijk geen pas had, besloten avc toen zélf alvast uiaar naai den pot te gaan zoeken We liepen van be neden naai boven en van voor naar achter dooi- bet heele huis, alle kasten doorsnuffe lend; maar van den pot was nergens oen spour tc bekennen 16. Tot avc opeens de huisdeur hoorden opengaan en stemmen in de gang boorden. Verschrikt gooidt ik het kastje dicht, waar ik juist in zocht, en rende naar de achter deur, terwijl Saar in haar verbouAvereerd- beid regelrecht tegen een stoel opliep en er mee op den grond .iel... „Halt!" bulderde een stem achter ons... 0Yordt Maandag vervolgdJJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9