Jtkuuiy Cidïtótf\t (ïourant
Nieuwsblad voor Leiden ïn Omstreken
Dagelijks verschijne nd
BINNENLAND.
Beperking van c!e melkproductie
MEDDENS ZOON
f48.-
BRONCHITIS
Abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 2.35
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4.50
Bij dagelijksche zending5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7 7» 'cL
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 5408
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1935
15e Jaargang
abbertrntieprijjen:
Van I tot 5 regels 1.177»
Elke regel meer 0.22 'h
Ingezonden Mededeelingen
van 1—5 regels2.30
Elke regel meer0.45
Handelsadverlentiên per regel 0.177»
Bij contract belangrijke korting
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend 0.10
w,<
ie zich heden op ons blad abonneert, ontvangt de tot i Maart
a.s. nog te verschijnen nummers gratis.
Zoowel eigenlijk dagblad als Zondagsblad bevatten een keur van
lectuur, en gaan in hoeveelheid elk voor vergelijking in aanmerking
komend blad te boven, en in prijs er beneden.
Abonné's op te geven aan de Administratie van
DE NIEUWE LEIDSCHE COURANT
OVER ONBEGRIJPELIJKHEDEN
Op 22 Januari 1.1. schreven we een kort
artikel, waarin wij een vijftal „onbegrijpe
lijkheden" bespraken: een samenvatting
van enkele gevallen, welke verbazing wek
ten; n.l. het passeeren van de Nederland-
sche industrie en.het doen van bestellingen
in den vreemde.
Nieuwe feitén brachten wij niet te berde,
doch de combinatie trok de aandacht en
leidde o. a. tot een aangename bespreking
op 't Departement van Economische Zaken.
We zullen het resultaat van dit onder
houd kort weergeven en er een nog korter
commentaar aan toevoegen.
Er waren vijf gevaljen ter sprake gekomen.
lo. De bouw van een tweede Statendam.
De Regeering is ten deze zeer actief ge
weest en overeenkomstig de verklaring van
Minister Colijn in de Eerste Kamer mag
verwacht worden, dat deze zaak in ordo
komt.
2o. De bestelling van de 14 Douglas-
machines in Amerika, nog verergerd door
het feit, dat zelfs de Nederlandsche scheep
vaart werd uitgeschakeld om vlugge over
tocht te krijgen;
Minister Colijn heeft als waarnemend
Minister van Water-staat in de Memorie van
Antwoord aan de Eerste Kamer duidelijk
gemaakt, dat groote spoed noodzakelijk
was in verband met de ontwikkeling der
luchtvaart en met de 'rentabiliteit der K.L.M.
Wij verstaan, dat de Minister, toen de
zaak toch eenmaal haar beslag gekregen
had, de houding der K.L.M. zoo goed mo
gelijk verdedigde. Maar of ons volk zoo
licht denkt over de besteding van een paar
millloen in 't buitenland, is de groote vraag.
De K.L.M. zag ons graag met een natio
naal speldje op de borst loopen, liet ons
offeren en krijgt een dik rijkssubsidie;
maar laat de Amerikanen in hun vuistje
lachen en onze arbeiders naar het loon
fluiten.
Dat neemt ons volk niet goed op. Voorts
is' achteraf niet gebleken, dat alles even
voortreffelijk was; en het critische artikel
in het Vaderland van 17 Febr. 1.1. is
niet weerlegd met de bewering, dat er zóó'n
haast met de totstandkoming was.
Napleiten helpt nu overigens niet meer,
waarschuwen voor de toekomst wel.
3o. De melkbussen voor de Ned. Zuivel-
bond, welke om een prijsverschil van 5
in Duitschland werden besteld.
We hadden deze zaak verder laten rus
ten, omdat we na hoor en wederhoor niet
tot een scherpe conclusie konden komen.
De Regeering betreurt dat deze order
naar* het buitenland ging, doch miste de
bevoegdheid om dwingend op te treden.
4o. Het passeeren van do Ned. machine
industrie bij het bestellen van twee groote
stoomturbines.
.Het bleek ons thans, dat deze turbines
bestemd waren voor de Prov. Geld. Electr.
Mij. te Nijmegen en dienden tot moderni
seering van het bedrijf. De machines wer
den in Zwitserland besteld, omdat ook
vroegere door de Zwitsersche fabriek ge
leverd waren. Het prijsverschil bedroeg
f 100.000.—; de werf Feijenoord was in de
zaak gekend, krijgt een deel van de uitvoe
ring en is tevreden. Later zijn twee groote
turbines bij Werkspoor besteld.
Deze verklaring stemt tevreden. Echter
vraagt men hierbij met grooter nadruk nog
dan in de andere gevallen: Waarom heeft
do Regeeringspersdienst ons volk niet in
gelicht? De Zwitsersche fabriek ging er
prat op, dat ze hier zoo'n mooie bestelling
haalde en liet het publiceeren; maar hier
hoorde men niets.
Dat kan o. i. anders.
5o. De Vereeniging van Ned. Gemeenten
bestelt verkiezingspapier in Duitschland.
Hieraan is thans een eind gemaakt door
'de conti ngenteering; waarbij men o. i. een
vergissing maakte ten opzichte van
hangselpapier.
Wat de zaak zelf betreft, zijn wij het mei
het bestuur van Ned. Fabrikaat eens, dat
de houding van het bestuur der Ver. van
Ned. Gemeenten zeer te betreuren valt.
Juist van die zijde had niemand het ver
wacht. En dat hef slechts een bestelling
van f 3000— betreft, maakt de zaak niets
minder erg. Dit feit, zegt Ned. Fabri
kaat, „gaf de gelegenheid om over het
„zeer geringe" prijsverschil heen te stap
pen en gedachtig aan het spreekwoord
„vele kleintjes maken een groote" do be
stelling in het eigen land te houden."
De zaak werd ook niet mooier, toen het
bestuur zich in voornaam stilzwijgen hulde.
Datdient nergens voor.
Wij begrijpen, dat de Regeering met
allerlei omstandigheden rekening moet
houden; wat wij schreven en schrijven be
doelt niets anders dan haar te steunen in
het pogen om de werkgelegenheid in eigen
land te bevorderen.
Steunverleening en armenzorg
Onder leiding van den heer L. A. van
Doorn, direc'eur van Maatschappelijk
Hulpbetoon te Dordrecht, heeft de Vereeni
ging van directeuren van Maatschappelijk
Hulpbetoon, afd. Zuid-Holland, te 's-Graven-
hage een vergadering gehouden ter bespre-
kign van vraagpunten omtrent steunverlee
ning en armenzorg, o.a. over de circulaire
van 16 Januari jl. van den minister van
Sociale Zaken over den „ruimeren armslag"
voor particuliere instellingen van weldadig
heid.
Tot bijwoning der vergadering waren uit-
genoodigd allen, die op eenigerlei wijze in
aanraking komen met vraagstukken van
steunverleening en armenzorg.
De heer G. W. F. van Hoeven, referen
daris bij het Departement van Sociale Zaken,
chef der afd. Steunverleening, hield een in
leiding over doel en strekking van deze
circulaire.
DE JEUGD IN GEVAAR
Geadresseerd aan jongens en meisjes van
veerten jaar of daaromtrent, verspreidt het
Soc. Jeugd Verbond te IJmuiden opruiende
pamfletten.
Het begin is niet kwaad, al doet het een
beetje zonderling aan, dat schoolkinderen
èen circulaire krijgen, waarboven staat „Ik
doe niet aan politiek". Menschen met een
nuchter verstand zouden zeggen: geef een
kind wat des kinds is en dus geen politiek.
Vooral róode en zeer roode opvoeders (een
dikwijls voorkomend soort bij het openbaar
onderwijs!) werkten vroeger veel met deze
wijsheid, om zoo de Bijbel -van de school te
Echter, afgedacht hiervan begint het pam
flet met een goede waarschuwing. Zeg niet,
heet het, ik doe niet aan politiek, want
daar gaat het toch maar om de baantjes.
.Wanneer wij ons niét met de politiek zou
den bemoeien, zou dat slechts een bewijs
1 a f h e i d en d o m h e i d zijn. Immers,
de politiek bemoeit zich wel met jou".
Waarlijk, eeii nuttige wenk, welke we
gaarne doorgeven aan alle onze lezers met
vriendelijk verzoek er vooral in de komende
weken een rollende sneeuwbal van te maken.
Voöï dit laatste is altijd reden.
Het klemt te meer, wanneer1 men nota
neemt van hetgeen het pamflet verder on
der de aandacht der jeugd brengt Brutaal
weg wordt beweerd: „de politiek der regee
ring heeft tallooze vaders werkloos gemaakt.
Honger gebracht. Ondervoeding. Verslechte
ring van het onderwijs. Oorlogsgevaar. Fa-
e. En daarom is het noodig te strijden
tegen het spook der werkloosheid, de drei
gende honger, de naderende verschrikke
lijke oorlog." En die strijd beteekent, dat wij
ons „met groote felheid moeten keeren tegen
allen, die in deze maatschappij de macht
hebben; dat zijn de regeering, de kapitalis
ten en de fascisten".
Op die manier gaat het door. Kwaadspre
ken, ophitsen, afgunst kweeken, onrust sto
ken, revolutie preeken.
Het is mogelijk, dat zulks alles ook onder
de nieuwe wetsbepalingen nog geoorloofd is.
In de Kamer zou men het tegenwoordig on
der het nieuwe Reglement van Orde niet
meer mogen zeggen. En misschien zou de
rechter, werd de zaak voor hem gebracht,
ook het strafbaar uitspreken. Naar onze
meening heeft de politie hier dan ook een
taak, voorzoover ze dergelijke propaganda
achterhalen kan.
Echter, met straf bereikt men ten deze in
de regel niet zoo heel veel. Straffen kan
noodig zijn, om aan 't recht te voldoen; z
keert het booze niet. Daarvoor is omzetting
der geesten noodig. En deze bereikt men^pas
door telkens weer een beroep op het gewe
ten te doen. Daarvoor dient heel onze Chris
telijke actie.
Wie eerlijk oordeelt, zal erkennen, dat
tarbij nog veel te veel vakwerk is; wij lief
hebberen te vaak in wat wij het prettigst
vinden en bepalen ons dan tot één terrein.
Wé zijn vëelzins geestelijke specialisten.'We
rubriceeren te veel en organiseeren te weinig.
Een pamflet als 't bovenaangehaalde kan
ons opnieuw overtuigen van de waarheid,
dat er 'te strijden valt naar alle zijden; niet
het minst tot behoudenis van onze jongeren.
Het Amsterdamsche
Werkfonds
Een kleine commissie uit de Amsterdam
sche burgerij, waarin o.a. zitting hebben de
voorzitter van de Kamer van Koophandel,
de heer Gottfr. Crone en de president van de
Nederlandsche Bank, mr. L. J. A. Trip, heeft
gisteren ten stadhuize een conferentie gehou
Het Koninklijk verblijf in
Zwitserland
De Prinses gaat skiën
Nadat H. M. de Koningin en II. K. H.
Prinses Juliana gistermorgen in Unterwas-
ser waren aangekomen en intrek hadden
genomen in hotel „Sterren", heeft H. K. II
Prinses Juliana des middags met haar ad
judant en haar hofdames deelgenomen aan
de skilessen, waarvan zij om 5 uur weer
voor de thee in het hotel terugkeerdei:
II. M. de Koningin heeft den geheelen dag
in haar vertrekken doorgebracht.
In l'nterwasser houdt op het oogenblik
ook verblijf de Russische grootvorstin Kira,
dochter van den Russischen troonpreten
dent,
den inzake de eventueele oprichting van een
eigen, specifiek Amsterdamsch Werkfonds.
De bedoeling is, aldus de „Tel", dat het ge
meentebestuur als zoodanig geen leidende
positie in dit Werkfonds zal innemen, doch
het particulier initiatief voorop zal staan.
Stormschade te Veur
Hoe de burgerij meeleefde
Woensdag is in de gemeente Veur (en
dëar alleen) gecollecteerd voor den tuinder
wiens kassen vorige week Zaterdag door de
storm (waarschijnlijk een windhoos) zijn
vernield.
Ingezameld werd de onverwacht groote
som van 1100.—. Hierbij is inbegrepen wat
bij de leden van het comité is bezorgd, zoo
als b.v. een gift van 45.— eenvoudig in
een envelop gestoken, alleen met aanwijzing
van het doel en door een onbekende afge
geven aan het huis van den heer Borst. Ook
was er een gift van 50, doch overigens
waren het guldens en rijksdaalders van
menschen, die het ook- zwaar hebben.
Voorts zijn ontvangen 163 ramen, eenige
kisten met glas en 200 gebruikte, doch goede
rietmatten:
Tenslotte is er nog 250.— toegezegd; ter
wijl er hoop is, dat op het giro-nummer van
heer T. Borst, 250118, Veur, nog wel iets ge
stort, zal worden.
Het comité hoopt nu reeds de helft van
de schade te kunnen vergoeden.
Rekening wordt gehouden met
den aard der bedrijven
Ingrijpende voorstellen van
de commissie
De beperking loopt van
5 tot 40 procent
Zooals men weet bestond het plan om
behalve het direct werkende middel, n.l.
door 'de afslachting van jong, drachtig vee
ook nog op andere wijze de productie van
melk tegen te gaan. Dit middel dacht men
zich zóó, dat men aan een geringere hoe
veelheid melk steun zóu verleenen. In to
taal zou echter hetzelfde bedrag uitgekeerd
worden, zoodat men op deze wijze meteen,
een verhooging van de prijs, die de melk
veehouders per Liter ontvangen zou be
werkstelligên.
Door het onthouden van steun aan een
bepaald gedeelte van de melk wil men be
vorderen, dat de melkveehouders minder
melk gaan afleveren, wat ook weer prijs-
verbeterend zal werken.
Het gemakkelijkst zou het zijn, dat alle
leveranciers van melk een gelijk contingent
van de door hen voorheen geleverde hoe
veelheid zou worden toegewezen als voor
steun in aanmerking komende. Maar recht
en billijk zou dit niet zijn, omdat er zoo
veel verschil is in de geaardheid der be
drijven en dus ook in de mogelijkheid om
de melkproductie te beperken.
Voor deze aangelegenheid is daarom een
commissie benoemd om advies uit te bren
gen over de grootte van het melkpercentage
dat geen steun meer zou ontvangen in de
verschillende gebieden.
Toen de Minister 29 October zijn plannen
publiceerde heeft hij den dag daarop een
persgesprek gehad en daarin medege
deeld, dat hij zich de beperking van 10 pCt.
over het geheele land had gedacht.
Toen werd medegedeeld door Z.Exc., dat
„zeer binnenkort" definitief bekend zou
worden gemaakt de grootte van het kor
tingspercentage;
Dat „zeer binnenkort" schijnt een nogal
rekbaar begrip te zijn, want op de verga
dering van de Melkfederatie Z.-H. 1.1. Dins
dag te Rotterdam gehouden was het nog
niet bekend en sprak de voorzitter van
12 pCt. wat dan 15 pCt. verhooging voor
de gesteund melk zou beteekenen.
Nu is het ons bekend, dat h e de n door
de landbouwcrisisorganisaties de voorstel
len van de betreffende Commissie behan
deld worden.
Deze voorstellen z ij n van zeer
ingr ij penden aard en tamelijk
ingewikkeld.
Wij willen uit deze voorstellen, die we in
extenso bezitten, het een en ander mede-
deelen.
Als uitgangspunt voor de vaststelling
dér percentages waarmede de melkproduc
tie in de verschillende gebieden zal dienen
te werden beperkt, zoo begint het schema,
waarvan men uitging om tot een voorstel
te komen, is gekozen de aard der be
drijven, zooals die tot uiting komt in de
indeeling voor de groepen van landbouw
gebieden.welke bij de samenstelling van
landbouwgebieden wordt gebruikt. Bij deze
indeeling vertegenwoordigt iedere groep een
hoofdbedrijfstype.
Voor de verschillende
groepen zijn door taxatie
de volgende voorloopige be
perkingspercentages vast
gesteld:
Zeeklei (met akkerbouw en ge
mengd bedrijf) 20 pCt., rivierklei met
gemengd bedrijf 15 pCt., weidestre
ken 10 pCt., zandgrond I2V2 pCt.,
veenkoloniën 20 pCt. en tuinbouwge
bieden 10 pCt.
De overwegingen welke tot het vaststel
len dezer cijfers leidden worden in het rap
port der commissie nader medegedeeld.
Aangevoerd wordt b.v. dat op de zeeklei
en in de veenkoloniën de akkerbouw hoofd
bedrijf is en de mogelijkheid het grootst
om veehouderij in akkerbouw om te zet
ten, terwijl het percentage gesteunde ge
wassen dan ook liet grootst is.
Op de rivierk'ii is het grasland niet
overwegend, doch er worden meer akker
bouwgewassen vooi de verkoop geteeld dan
op zandgrond en in weidestreken. Ook is
het ontwijken naar akkerbouw hier beter
mogelijk. Op zandgrond is de mogelijkheid
tot omzetten weer beter mogelijk dan in
weidstreken. Vandaar dat daarvoor het
percentage nog op I2V2 is gesteld en voor
de uitsluitend weidebedrijven op 10 pCt
In de jaren na den oorlog en in de eerste
crisisjaren is de intensiteit van de melk
veehouderij sterk vergroot. Deze intensiteit
moet teruggedrongen worden. Dit kan op
de eenvoudigste wijze geschieden volgens
bedoeld schema, door bij de vaststelling
der beperkingspercentages rekening ie
houden met het aantal stuks melk- en kalf-
koeien per 100 H.A. grasland en wel zoo,
dat bij hooger aantal koeien per H.A. ook
hooger beperkingspercentage wordt aange
legd.
In de derde plaats moet rekening gehou
den worden met de uitbreiding van de vee
stapel in de laatste jaren.
Met deze factoren rekening houdend is
men volgens een bepaalde formule tot een
tamelijk ingewikkelde berekening gekomen
en heeft deze i.i het schema voor de ver
schillende gebieden uitgewerkt.
Het percentage waarmede de productie
volgens de ontworpen methode beperkt zal
worden is ongeveer 12.4. Hiervan gaat of
een reserve ter distributie aan bedrijven
welke in bijzondere omstandigheden ver-
keeren, zooals kleine bedrijven en ontgin-
ningsbedrijven.
Berekend wordt, dat de melkproductie
van 4.648.750 ton in Juni 1934 zal dalen tot
4.070.310 ton d.w.z. melk, die gesteund wordt.
Naar aanleiding van dit schema is de
commissie met een voorstel gekomen, waar
aan we het volgende ontleenen:
Beperkingspercentages zul
len volgens het voorstel van de
Commissie als volgt worden:
Nationaal tusschen 11 en 11.7
provinciaal van 10.8 tot 17.5 per
landbouwgebied 7.5 tot 25 per ge
meente van 6 tot 30 en per bedrijf
van 5 (resp. 2/2) tot 40
Dé eerste drie worden door de Commissie
vastgesteld, de beide laatste door de próv.
Landbouworganisaties.
Zooals men ziet is het voorstel volgens het
schema van 12.4 pCt verlaagd tot 11.7 pCt
Van deze voorgestelde 117 pCt wordt 0.7
in reserve gehouden door de Commissie o.m.
voor toewijzing van nieuwe, (on tg innings-)
bedrijven.
Wat de bevoegdheid der Landbouwcrisis-
organisatie betreft heeft de Commissie be
sloten, dat deze
Landbouwcrisisorganisatie de provin
ciale toewijzing krijgt te distribueeren
en zoo noodig in de groep landbouw
gebieden verandering kan aanbrengen
b.v. een gebied in twee verschillende
deelen splitsen. Maar de commissie
moet dit sanctioneeren Dit is ook noo
dig voor een andere bevoegdheid, nl.
een bepaald beperkingspercentage over
te hevelen naar een ander gebied of
de grenzen 7% pCt en 25 pCt. te over
schrijden. Ook mag de landbouwcrisis-
organisatie voorstellen per bedrijf de
grenzen 5 pCt. en 40 pCt. te overschrij
den. De beperkingspercentage per ge
meente en per bedrijf wordt eveneens
door deze organisatie vastgesteld.
De Commissie denkt zich dat voor de
werkwijze der Landbouwcrisis-organisaties
een aantal theoretische standaardbedrijfs
typen opgesteld worden aan de hand van
de veedichtheid per H.A. grasland en de
verhouding van bouw- en grasland.
De veehouder verneemt niet het
beperkings-percentage, alleen het
bedrag zijner toewijzing wordt hem
medegedeeld.
Kleine bedrijven met hoogstens drie melk
en kalfkoeien in hoogstens 5 H.A. gron I,
terwijl de exploitant zijn hoofdberoep in de
landdbouw moet hebben zullen de helft van
het beprekingsnercenlage toegewezen krij
gen, dus minstens 2y2 pCt.
Of de landbouworganisaties over deze be-
landbouw moet hebben zullen de helft van
worden is niét bekend. Wel meenen we te
weten, dat ze nog niet gehoord zijn.
OORLOG EN VREDE
Rede van Jhr. Mr. D. J. de Geer
te Rotterdam
Het Christendom moet ijveren
voor vrede door recht
Gisteravond heeft Z. Exc. Jhr. Mr. D. J.
de Geer, Minister van Staat, voor de
Vereeniging „Gemeenteleven" in de Wester
kerk te Rotterdam een rede gehouden over
het onderwerp: „Oorlog en V r ed e".
De vergadering werd geopend door den
voorzitter, Ds. W. S. van Leeuwen.
Deze las een gedeelte van Rom. 13, ging
voor in gebed en sprak een kort openings
woord.
Nadat gezongen was Ps. 25 2 was het
woord aan Jhr. de Geer.
Spr. ving aan met het stellen van de
vraag of oorlogvoeren zonde is. Het ant
woord op deze vraag na 1914'18 is niet
twijfelachtig.
Maar dan komen de moeilijkheden. Wan
neer 's nachts een onverlaat uw woning
binnendringt en ge maakt gebruik van een
vuurwapen, kan dat uw eenige reddins»
zijn. Ge handelt uit noodweer.
Of als er een oproer uitbreekt, dan wordt
de gewapende macht opgeroepen en er val
len, soms ook onschuldige, slachtoffers. Ook
dat kan niet iets zijn waarop Gods oog met
welgevallen rust Maar de Overheid draagt
het zwaard niet tevergeefs.
Toch dient men hier wel te onderschei
den. Tusschen oorlogvoeren en politioneel
optreden is een wezenlijk onderscheid.
Als de politie optreedt is zij de partij, die
zulks doet ter handhaving van de rechts
orde, tegenover degenen, die die orde be
lagen. Bij het oorlogvoeren zijn er twee
partijen, die optreden ter handhaving der
rechtsorde, of althans meenen dat zij zulks
doen, doch zeker bij een en misschien bij
beide partijen is zulks niet het geval.
Dat is de kern van het vraagstuk, welke
het oorlogvoeren tot een moreele puzzle,
tot een zedelijke spanning maakt.
Nu zijn er die zeggen dat een rechtvaar
dige oorlog met politioneel optreden gelijk
staat, doch deze oplossing is buitengewoon
onbevredigend, omdat men zich dan laat
leiden door subjectief inzicht. MeestaJ
meenen beide partijen het recht aan haai
zijde te hebben.
Weer anderen maken onderscheid tus
schen een verdedigings en een aanvals
oorlog. Ook deze oplossingis onbevredi
gend, want alle landen, 'zie maar naai
1914, trekken op tot verdedigjng van eigea
land.
Voldoende vaststaande objectieve ken-
teekenen van een aanvalsoorlog zijn niev
te geven. Uit de internationale omstandig
heden zal dat moeten worden opgemaakt,
'doch dan blijft er steeds plaats voor twij
fel.
Slechts hij neutraliteitsschending is er
geen twijfel, maar deze is secundair, want
zij heeft plaats als er uit anderen hoofde
reeds oorlog is
Is er een weg ter ontkoming? Ongetwij
feld! Op internationaal gebied moet de
anarchie vervangen worden door organi
satie, Vrucht-van 1914 is, dat de denk
beelden in deze richting sterk zijn bevor
derd. Een duurzame overwinning van den
oorlog ligt in het vestigen van een inter
nationale rechtsoi'de en het brengen varn
deze orde tot een zoodanige organisatie
als waartoe ieder volk in den loop der
historie is gekomen
De weg, die de Volkenbond gaat, Is
lang en moeizaam, doch dat is de gang
van alle groote hervormingen geweest.
De Volkenbond zal nu hebben te letten
op drie elementen en wel een internationa
le rechtsregeling; een internationale recht
sprekende organisatie en' een internatio
nale sterke arm, welke de naleving van
rechterlijke uitspraken zoo noodig kan af
dwingen.
T.a.v. het tweede element heeft de Vol
kenbond het meest bereikt, Spr. denkt aan
het Hof van Arbitrage, maar vooral ook
aan het in 1922 geïnstalleerde Hof van
Internationale Justitie te 's-Gravennage.
Toch is dit nog niet voldoende, want
voor een goede rechtspraak zijn goede
rechtsregelen noodig. Voor de nationale
samenleving geeft de -vet de regelen aan,
in de internationale samenleving zijn daar
voor de tractaten aangewezen.
Ten aanzien van de internationale poli
tiemacht ontbreekt vrijwel nog alles.
Van dit instituut kan echter geen sprake
zijn, indien niet tevoren zeer vérgaande
nationale ontwapening heeft plaats gehad.
In een volkengemeenschap zal ongebrei
delde bewapening der staten uitgesloten
moeten zijn.
Bezwaren van zedelijken aard kunnen
tegen een internationale politiemacht niet
worden aangevoerd, evenmin als nationaal
zulks het geval is. Zooals in het binnen
land zoowel preventief als repressief op
treden noodig is, is zulks ook internatio
naai het geval.
Dat optreden moet zeker ultima ratio
zijn, doch kan niet worden uitgesloten.
Maar dan is ook niet onzeker aan welke
zijde het recht is. Want dan is oorlog geen
rechtschappen de, doch een rechts
ha nd havende factor.
Er moet in het werk van Genève nog
veel groeien. Als een vluchtheuvel in een
wereld van eigen richting staat in Den
Haag het Internationaal I-Iof van Justitie,
Het begin is gemaakt, de handwijzer is ge
plaatst.
Hoe moet nu onze houding als Christen
tegenover dit alles zijn?
Dc zeer uiteenloopende houdingen, die
men daarentegenover kan innemen, zou
men kunnen terugbrengen tot een viertai
hoofdgroepen.
Allereerst zijn er menschen, die zich
abstraheeren van het wereldgebeuren. Zij
zien in het afleggen der wapenen het
meest radicale protest tegen den oorlog.
Zij vinden zich zeer beginselvast, maar
staan in wezen gelijk met den man, aie
zijn kind voor zijn oogen laat dooden, om
dat hij niemand kwaad wil doen. Practis'h
komt deze houding niet voor. Zie maar naar
1914. Toen gaven hun stem aan mobilisatie
credieten menschen, die de jaren tevoren
een politiek hadden gevoerd, welke, als zij
was doorgevoerd, tot gevolg had gehad, dat
er in 1914 niet te mobiliseeren viel. Natio
nale ontwapening biedt dus geen perspec-
ROTTERDAM DEN HAAG
Gedurende Februari en Maart
olireeren wij een goed
COLBERT COSTUME
NAAR MAAT
voor
Voornaamste Nieuws.
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
Biz. 1
Jhr. Mr. D. J. de Geer heeft te Rotterdam een
red; gehouden over „Oorlog en Vrede".
De beperking van de melkproductie.
Dc gemeenteraad van Utrecht heeft zich z. h. 5,
vereenigd met het voorstel van B. en W. tot ver
betering van de spoorwegtoestanden in die gc-
BIz. 2
Er is thans sprake van dat Sir John Simon
behalve naar Berlijn ook naar Moskou zal gaan.
Schuschnigg en Berger-Waldcnegg zijn te Parijs
aangekomen. De roode manifestanten zijn aangaan
de hun punt van aankomst misleid.
Blz. 3
BIz. 5
Naar en in Zuid-Afrika XLII. Reisbrieven van
Prof. Dr. V. Hepp.
Blz. 9
De Eerste Kamer heeft de wetsontwerpen, ver
band houdende met de instelling van het werkloos-
heidssubsidiefonds, met dc s.-d. stemmen tegen
aangenomen en verder o-m. de begrooting van
financiën afgehandeld.
Dc Tweede Kamer beeft gister de behandeling
van de Indische begrooting ten einde gebracht.
Wrijf keel en borst
het slapen gaai
flink in met
tief. De strijd voor den vrede moet inter
nationaal gestreden en gewonnen worden,
Daartoe hebben we als Christenen ons ge
loof en onze geestkracht in te zetten.
Voorts zijn er de oudere pacifisten, die
hun doel zoeken te bereiken door alge*
ineene vredespropaganda. (o.m. Bertha
van Suttner). Maar een andere meer in
tensieve weg moet bewandeld worden. Dc
vrede moet niet verkondigd maar georga
niseerd worden.
Vervolgens noemt spr. de defaitisten, die
de oorlog verafschuwen, doch hem cien
als een noodzakelijk kwaad, dat toch niet
uit te bannen is. Deze houding acht spr.
verwerpelijk. Het beroep op de oorlogen
van David is niet juist, omdat men dan
miskent dc leiding van den Heiligen Geest
in de geschiedenis.
De vierde houding is die van hen, die uit
de geschiedenis geleerd hebben, dat. eigen
richting alleen kan worden overwonnen
door er iets anders, iets beters voor in de
plaats te stellen. Misschien zullen nog har
de lessen geleerd moeten worden, voordat
alle volken het begrijpen. Maar met volhar
ding zal het doel worden bereikt.
Wat in het Saargebied gezien is, is hef
prototype van wat we in de toekomst
noodig hebben. Spr. acht het onbegrijpelijk
dat er nog Christenen zijn, die vragen,
wat we als Nederlanders daar te maken
hadden. De dag der kleine dingen mag
niet worden veracht.
Het oordeel over de vier houdingen,
door spr. geteekend, is niet twijfelachtig.
Wie in den oorlog zonde ziet, heeft den
weg naar internationale rechtsorde te vol
gen, opdat eindelijk ook op internationaal
gebied het recht van den sterkste wordt
vervangen door de sterkte van het recht.
Maar men zal hebben te bedenken, dat
we ook op politiek terrein Gods zegen
noodig hebben, ook bij het ijveren voor
vrede door recht.
Gaan we dien weg, dan zal het nage
slacht, sprekend over den oorlog van
1914—1918 zeggen: Uit verlies wipst.
Nadat ten slotte nog gezongen is Gezang
2737 en Jhr. de Geer is voorgegaan in
dankgebed, wordt de vergadering gesloten.
Verbetering spoorwegtoestanden
te Utrecht
De gemeenteraad van Utrecht heeft ziclï.
gisteren na geheime bespreking z.h.s. ver
eenigd met het voorstel van B. en W. inzake
verbetering van de spoorwegtoestanden in
deze gemeente.
Deze plannen beoogen, als reeds eerder
door ons werd meegedeeld, ophooging van
de spoorbanen in het westen der slad,
met onderdoorgangen op verschillende pun
ten der stad, waardoor de bezwaren, welke
het verkeer over den weg van de spoorbanen
in het Westen der stad ondervindt, zullen
worden opgeheven en het scheepvaartver
keer bovendien zal worden bevrijd van twee
groote hindernissen, 11I. de lage spoorbrug
gen over de Vecht en den Vaartscheu Rijn,
in de plaats waarvan nieuwe verhoogde
bruggen komen.
De kosten worden geraamd np 7V£ mil-
lioen gulden, waarvan f 5.250.000 voor de
spoorwegwerken en f 2.250.000 voor dc ove
rige werken. Van laatstgenoemde kosten
komt een bedrag van iy2 millocn gulden,
voor rekening van de gemeente.