Naar en in Zuid-Afrika WOENSDAG 13 FEBRUARI 1935 EERSTE BLAD PAG. 3' Kerknieuws. NED. HERV. KERK Beroepen: Te Pierahil en De Krim (toer.) cand. A. v. d. Lee te Vreeland (Utr Aangenomen: Naar Veendam, cand. C. Niober te Hilversum. Bedankt: Voor Dmteloord, P. Bouw te Me lissant. Voor Garderen, B. G. C. Steenbeek i Bennekom. Voor Moordrecht, M. C. va iWljhc te Vught. CHR. GEREF. KERK Beroepen: Te Papendrecht, P. de Groot 1 Gorincliem. GEREF. GEMEENTEN Bedankt: Voor Dordrecht, M. Heikoop te Utrecht, GEREF. KERKEN Beroepen: Te Zwartebroek bij Amersfoort, H. Vel'tman te Bruchterveld (Ov.). DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP Aangenomen: Naar Leermens-Loppersum, mej H. C Leignes Bakhoven, voorheen tijdelijk predikante te Leenmens-Loppersum. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE Bij de Gerei. Kerk te Nijega-Opdnde Is Zondag cand. E. G. B ui t e n b o s bevestigd door Ds. G. Staal, van Dragten, met een predikatie over 1 Petrus 4 vs. 2 tot 4. De nieuwe leeraar deed zijn intrede met predikatie over 1 Cor. 2 vs. 1 en 2. Na den dienst werden de gebruikelijke toespra ken gehouden. Ds. Buitenbos werd namens kerke- raad, gemeente en schoolbesturen toegesproken door ouderling Hemmes, op wiens verzoek de ge meente Ps. 134 vs. 3 zong. Namens de Evangeli- satiecommissic sprak het hoofd der school, de heer P. de Jong. Namens de classis Dragten sprak Da, Staal. Ds. J. O. Mulder werd Zondag jd. door Ds. C. P. Boodit, van Molenaarsgraaf-Brandwijk., bevestigd bij de Gercf. Kerk van Laogerak met een predikatie over. Spr. 9 vs. 1 tot 6. Toegezon gen werd Ps. 121 vs. 4. 's Avonds deed Ds. Mulder zijn intrede met een predikatie over Rom. 1 vs. 15 en 16. Toespraken werden gehouden door oud. J. H. Verhey, namens de gemeente, die na Ps. 10524 liet toezingen Ps. 134 3: door Ds. J. W. Dragt als consulent en namens de classis; door Ds. C. P. Boodt als be vestiger en zwager. Onder de aanwezigen was Ds. Kamper van Meerkerk, Burgemeester en Wethou ders, en verschillende deputaten van de genabuur- de kerken. Ds. W. F. C. VAN HELSDINGEN De dag van heden is voor den pastor van 'de Geref. Kerk te H.-I.-Ambacht een 'dag der herdenking, 't Is 25 jaren gele den, dat de thans 56-jarige leeraar in zijn eerste ge meente Cubaard bevestigd werd. Ds v. Helsdin- gen, die in Ned.- Indië (Ambon) ge boren is. en ook nog enkele jaren 't Chr. onderwijs diende, heeft rijn liefde voor de Zending, die hij zoo ...gaarne per soonlijk bad wil len dienen, moe ten beperken tot daadwerkelijke be langstelling van het moederland uit, doch hieraan heeft hij dan ook zijn volle toewij ding gegeven. De Zending op Midden-Java, ïvan lïeeg en van de provincie Friesland uitgaande, vond in hem een krachtig mede werker en ook voor de Holl.-Chiiieesche school te Kehoemen heeft hij veel gedaan. Naast de Zending bad de Evangelisatie zijn bijzondere belangstelling. Bij de Evan gelisatie in Friesland maakte hij o.a. ge bruik van een drijvende Bijbelkiosk. Voor het Ned. Bijbelgenootschap heeft hij menige spreekbeurt vervuld en door zijn toedoen zijn ook nieuwe afde'elingen gesticht, j Voorts heeft Ds van Helsdingen zich ver dienstelijk gemaakt voor Patrimonium. Vel schillende Kerkelijke deputaatschappen wer deh door hem waargenomen. In de classis Dordrecht is hij deputaat voor artt. 11 eu 13 K.O. Bijna tien jaar staat de algemeen geachte leeraar te H.-I. Ambacht. Ds. E. KOLTHOF A.S. Zondag herdenkt Ds. E. Kolthof, predikant bij de Geref. Kerk van Veldhausen in de graaf- schap Bentheim den dag, waarop hij vóór 40 jaar aldaar het predikambt aanvaardde. Egbertus Kolthof werd 6 jan. 1870 te Buodc in Oostfriesland, waar zijn vader diaken was in dr Oud-Geref. kerk aldaar, geboren. Hij ontving zijn opleiding aan de Opleidingsschool der Oud-Geref. kerk coder leiding van Pastor jager. In 1891 ca.n- didaa-t geworden aanvaardde de jubilaris 14 Aug. 1892 het predikambt te fhrhove. In 1S93 vertrok Ds, Kolthof naar Laar in de Graafschap Bentheim weike standplaats hij 17 Fcbr. 1S95 verwisselde met zijn tegenwoordige. Ds. Kolthof is in de Geref. kerken van Neder land een bekende persoonlijkheid. Bij herhaling maakte hij deel uit van de Generale Synode der Geref. kerken hier te lande, eerst als buitenlandsch deputaat en nadat de Oud-Geref. kerken in Bent heim en Oostfriesland waren geïncorporeerd io de Geref, kerken hier tc lande als lid, n 1. van de Synode van Assen (1926); Groningen (1927); Arnhem (1930) en Middelburg (1933). Ds. Kolthof is kerk visitator vanwege d'e classis Bentheim en sedert 1897 redacteur van „Der Grenzbote", Van zijn hand zagen het licht: Wie stekt es urn die reforrnierte Kirche In der Grafschaft Bentheim"; Der feste Grund, Siebcn Predigten: Weefcruf ao die reformierten Kirchen und Gemeinschaften Deutschlands; terwijl hij met Ds. W. Brooger van Bentheim en Ds. J. E. Goudappel van Emlichheir> redigeert „Kunsdegebung der altreformierten Kirchen Deutschlands zur Kirchisohen Lage der Gegenwart". Ds. Kolthof zal a.s. Zondag een gedachtenis rede uitspreken, Ds. F. HAVERSCHMIDT 1835-14 Februari 1935 Bij den honderdsten geboortedag van Ds. F. Haverschmidt alias Piet Paaltjens, moge ook ge wezen worden op de rol die hij in bet kerkelijk leven gespeeld heeft. Teleurstelling eo tegenwer king hebben hem soms doen neigen tot afstand van zijn ambt. Hij had er veel leed van, dat zijn vrijzinnige geestverwanten zoo ontrouw opkwa men onder zijn gehoor in de kerk, terwijl velen hunner wel zijn lezingen b.v. voor het Nut bij- In zijn prediking hield hij met de leer geen reke ning, wat niet verwondert omdat hij als overtuigd moderne van de Academie was gekomen. Busken Huets „Brieven over den Bijbei" hadden hem daarin versterkt, hoewel hij toch ook gaarne zich verdiepte in Beets „Stichtelijke uren". In zijn preeken kwam zijn- sympathie uit voor de Ge- cestet, wiens leekedichtjes hij gaarne aanhaalde. Haverschmidt was een talentvol spreker, had daarbij een rijke verbeelding en zijn kanselwerk Na eerst Foudgum eri Raard en den Helder geiend te hebben, verbond hij zich op 25 Dec. 1864 aan de Ned. Herv, Gemeente van Schie dam na bvestigd te zijn door zijn voorganger al daar, de bakende Ds. F. C. A. Pantekoek van Amsterdam. Op huisbezoek deed hij zidh kennen als een wellevend pastor, ook tegenover andersdenkenden. In de tachtiger jaren heeft Haverschmidt in het kerkelijke leven van zich doen spreken. Wan neer hij een ringbeurt moest vervullen in het orthodoxe Maassluis, was de Grootc Kerk zoo goed als leeg. Ook geen enkele ambtsdrager was aanwezig en de koster of kerkekneebt moest col lecteeren. Tocb gevoelde een tweetal ouderlingen P. Brou wer Sr. cn J. Veltenaar Gzn.. bet plicht der consciëntie den dienst bij te wonen als Haver- sdhmidt preëkte. Zij zouden hem wijzen op bet zondige in zijn toestand en op Jezus Christus en dien gekruisigd. De heer Veltenaar versperde Haverschmidt eens den kansel met de woorden: „Zoo moogt gij den kansel niet op". Haverschmidt rukte zich los en vloog naar boveo. Het optreden vin Haver- sdhmidt en dergelijke predikanten te Maassludss was mede oorsaak dat de Doleantie er werd voorbereid. Ook te Schiedam, was men met de prediking vao Hayerscbmidf niet ingenomen, vooral in late-, ren tijd was zijn gehoor dan gezaaid. Haverschmidt was iemand die; zijrt zin voor humor zelfs op den kansel niet verloochende. Hij kende ook vlagen vao melancholie. Onverwacht diep-tragiadh was zijn sterven op 19 Januari 1894.- LIEFDE n Kiiidjie wat in u hospitaal! zêek gelê het, het dikwels urda-nk met gevoude bande doodstil gelê. „As jy so stil lê, is jy dan besig om tot die Heer te bid?" vra haar verpleegster eenmaal. „Nee, suster, ek het niet__gebid oie. Ek was net besig om Jezus lief te hê," antwoord die kind. Is dit nie mooi nle? (Die Kerkbode) GIFTEN EN LEGATEN Het bestuur van het Emma-kdnderhuLs, de nog liet laog bestaande Protestamtsche stichting (en bate van het onverzorgde kind, te Treebeek (L-). heeft voor het nieuwe gebouw, waarvan de kosten op f 40.000 zijn begroot, de toezegging ontvangen van twee giften: een van f 13.500 en een van f 800. ACCOUNTANTSKANTOOR WIELENGA M AU KITS WEG 5 CONTROLE Tel.: R'dam 15606, Den Haas 71647-1 cn 304258 JAARVERGADERING REVEIL- ARCHIEF Algemeene vergadering te 's-Gravenhage Rede Dr. Van Lonkhuyzen Hedenmorgen werd te 's-Gravenhage in Hotel Terminus de algemeene vergadering van de Stichting Réveil-Archief gehouden. Zij werd gepresideerd door Dr. Boisse- vain, Ned. Ilerv. pred. te Leidén. Afwij kende van den regel om de 3 jaar te verga deren, is dit jaar weer een algemeene ver gadering belegd, omdat de belangstelling sterk toenemende is. De secretaresse, mej. M. E. K1 u i t., brengt, het jaarverslag uit en wijst op het jaar 1934 als een actief jaar. De bezittingen va.n het Arclïief zijn aanmerkelijk uitgebreid. Spr. brengt dank aan Dr. M o 11, den directeur van het Haagsche Gemeen te-Archief, voor zijn loyiTfe hulp, geboden bij de aanrichting van de hedenmiddag te openen tentoon stelling. Verder deelt spr. mede, dat aan de Afsoheidingstentoonstelling eenige docu menten van het Réveil-Archief waren toege voegd. De specificatie van de aanwinsten ir» 193-1 door het Archief ontvangen, verschijnt in het jaarverslag binnen enkele maanden. De penningmeester, Mr. B. C. de Gaay Fortman, van Amsterdam, brengt ver slag uit en wijst erop, dat de kasmiddelen der Stichting ten zeerste versterking be hoeven. Het woord wordt thans gegeven aan J. van Lonkhuyzen, Geref. predikant te Zierikzee, cue een referaat hield over: „De waarde van de studie van het Réveil voor dezen tijd". De spreker begon met er aan te herinne ren hoe hij dertig jaren geleden met de nalatenschap van het Réveil in aanraking was gekomen bij zijn studie over Kohlbruggè en toen tot de schat van Willem de Clercas archief door de vriendelijkheid van cu Clercqs jongste kleindochter geleid werd. Dat was maar één goudader, sinds is-door de goede zorg van het Réveil Archief, welks arbeid spreker zeer waardeerde, een ware goudmijn saamgevloeid door het bijeenbren gen van de verzamelingen van de Clercq, Da Costa, Koenen, de Marez Oyens, Elout van Soetenvoude, Van der Brugghen en anderen. Ook waardeerde hij de correspon dentie, welke het Reveil Archief hield met de bezitters van de archieven van Da Costa (persoonlijk archief), Kohlbruggè, Beets Van Hogendorp, het groote archief van Groen van Prinsterer e.a. Wat zullen we nu met die schatten doen?, zoo vroeg spreker. Wat we met al het aan ons toebetrouwde zullen doen? Aanwenden tot Gods eer en des naasten heil. Dat doet ook het Réveil Archief. Waarbij spreker bijzonder waar deerde den arbeid van mej. Kluit (dochter van de bovenvermelde kleindochter van Willem de Clercq). Toch wil spr. nog iets meer dan bewaren en gelegéntlich gebrui ken, hij wil opzettelijke en syste matische studie van den Réveil-schat, Het belang van de Réveil-studie springt in het oog. Het Réveil was voor heel het Ne-1 derlandsche volk voor schier ieder gebied van beteekenis. Bijzonder voor het Protes-' tantsch-Christeiijk Nederland. Voor de Chr. staatkunde, de Kerk, de school, de philan- tropie, de letteren. Dit werd breeder door spr. toegelicht. Dit bracht hem tot het eigen lijke doel zijner rede, namelijk de beteeke- nis van de studie van het Réveil in onzen tijd. Tn het Réveil werden - de 'lijnen- voor het. Christelijk Nederland gezocht, én met. name, door het Révèil ,in zijn latere periode ge trokken. Die lijnen hebben irij nu zdo betoogde sor. met klem en nadruk"— do o r te trekken. En bij dat doortrékken- ko men we steeds weer met de studie van het Réveil in aanraking. Om te zien hoe daar gewikt en gewogen \verd en- hoe God in Zijn voorzienigheid onderscheidene lijnen bij aanvang hoeft doen trekken en onderscheiden beginselen bij aanvang deed toepassen. Hoé op staatkundig gebied twee Chr. partijen (de Anti-rev. en de Chr.-hist.) haar ontstaan daaraan te danken hebben, en hoe ook heden het stuk van den Chr. Staat weer met nieuwe kracht naar voren komt. Hoe het Réveil geworsteld heeft met de v rijm a king der Kerk en ook deze nog niet ten volle haar beslag gekregen heeft. Hoe de vrijma king van de School niet zonder de studie van het Réveil verstaan kan worden, hoe het Réveil de school weer aan de ouders gegeven heeft én nog blijft de vraag: Wat doen we met de openbare school? Ook in de letterkunde is ook heden de studie van het Réveil van groot gewicht gelijk met getui genissen van hedendaagsohe letterkundigen gestaafd werd tegenover hen die op het voetspoor van Barth, Brunner en Gogarten van een nieuw maar ander réveil droomen. daar roept het Réveil en de Réveil-studie ook voor do letterkunde terug tot gehoor zaamheid aan Gods geopenbaarde Woord. Het Réveil heeft zoo betuigde spr. Schoolnieuws. 49STE DIES S.S.R. Rede Prof Dr. J. Severijn Gister en vandaag heeft de S. S. R. haar 49ste Unie-Dies gehouden to Rotterdam. Gistermiddag verzamelden zich unistcn en reünisten in Coomans waar een begroetings- samenkomst werd gehouden. Mr. P. B. B o li ra a n, die het woord zou voeren, was ver hinderd. De unievergadering, die 's avonds gehou den werd en een besloten karakter droeg, werd geopend met een rede van den Unie- praeses, de he.er H. van An del. Verschil lende voorstellen kwamen vervolgens, aan Na schorsing van deze huishoudelijke ver gadering hebben de afd. Rotterdam en Delft het tooneelstuk „De Goudmijn" op gevoerd. Vanmorgen werd de huishoudelijke ver gadering voortgezet en beëindigd. Vanmiddag werd in de aula van hot Maroix-Gymnasium aan het Henegouwer plein een openbare bijeenkomst gehoudeu, waar P rof. D r. J. Sever ij n 'een rede hield, getiteld „Geloof, Wetenschap, We reldbeschouwing". Het geloof speelt een gewichtige rol in 't- kenproces. Het eenvoudige feit, uitgedrukt in een zin als: ik zie, ik hoor, de zintuige- lij-ke gewaarwording dus, wijst op een ge schiedenis, welke we niet kennen. De i stelling, dat wij in rapport staan met op zich zelf onbekende buitenwereld, in een geloofsrelatie. Zoo ook gelooven 'Wij, dat wij zien, wat wij als het object van ons zien kenmerken. In dat geloof rust ook de zeker heid van ons ken nen als een on- middelijke. Het geloofsmomenit is de laatste grond van onze kennis. Wij onderschei den in óns zelf duidelijk tus- schen een ge waarwording, een rapport van bui ten en een ver beelding. Er is dus aanleiding, om te vragen naar den grond vau 't geloofsmo- ment. In ieder bepaald geval is een bijzon dere geloofsovertuiging ten aanzien Van de gekende verschijnselen en hun verband. Daarin openbaart zich de werking van een geloof in algemeenen* zin tot een bepaalde overtuiging. Het geloof stelt verband tus- sdhen de verschijnselen: bv. de causaliteit. Wij zien nimmer het propter, maar we) het post, doch geJooven in het propter. Kant' schreef dit toe aan een werking dés verstands a priori. Dit sluit geloof niet uit. Liet zoeken naar de oorzaak in een bepaal de situatie bedoelt de vestiging van een bepaalde overtuiging daaromtrent. Men ga<at uit van het geloof in een oorzaak, ter wijl de geloofsovertuiging zich richt naai' de data van waarneming en redewerkmg. Voortdurende ervaring kan leiden tot be vestiging .-van. _een. bepaalde geloofsovertui ging omtrent eon groep van verschijnselen; en hun relatiën, bv. bij de ontdekking van een zg. natuurwet. Kenmerk van deze geloofswerMng is, dat Prof. Dr J. Severijn de natie in tweeën gesplitst, een stuk dyna miet gelegd onder de liberale staatkunde, onder de kerkelijke organisatie van Wil lem I. onder de ontkerstende staatsschool, onder de humanistische philan tropie, onder heel de Jacobijnsche levensbeschouwing, het stelde God weer op den voorgrond."Wilt gij de rust en vrede, sluit dan de kasten dér Réveil-archieven dicht, hermetisch, hang er een bord voor met „Staatsgevaarlijk", zet er een politie-wachtpost voor als koning Willem deed voor Da Costa's huis want nog leven die beginselen, nog zijn ze ge vaarlijk voor de rust en vrede der natie, maar het is een valschc rust en vrede. AJ- leen in een weg der consequente toepassing der Réveil-beginselen ziet spr. heil voor Nederlands beteekenis, naar Da Costé's pro fetie. Het Réveil deed uit een eigen beginsel (dat van het geloof) leven. Spr. pleit voor een kring „Vrienden van het Réveil" onder opzicht van het Réveil- Archief, welke de beginselen van het Réveil voor onzen tijd onderzoekt en bespreekt. Voor een Réveil-dag, waarin deze beginselen op onderscheiden terrein in Christelijken toon te zaam besproken worden. Hij hoopt en bidt dat uit de studie van het Réveil een nieuw réveil geboren mag worden. zij zich richt op het niét-waarneembare, en dus op bet niet gekende. Bevestiging van een overtuiging door de uitkomsten van onderzoek en ervaring leidt tot wetenschap pelijke kennis, di. kennis in verband. Uit den aard der zaak staat de wijsbe geerte op den algemeenen bodem van ge loof. De menscholijke geest, gelooft aan de eenheid, vastheid cn orde der dingen. Zij zoekt tot een systematische! conceptie van geloofsovertuigingen te komen, welke zich ten aanzien van bepaalde complexen in het vepband des geheels hebben gevormd. In iedere wereld- en 1 evensbeschouwing treedt zulk een wijsgeerig geloof aan den dag. De verschillende richting, waarin dit zijn bij zondere expressie heeft, laat zich waar némen in de verscheidenheid van wijsgee- rige systemen. Zelfs aan wetenschappelijke systemen is zulk een verscheidenheid eigen. Verschil lende theorieën kunnen naast en tegenover elkander staan betreffende eenzelfde object van beschouwing. Indien zulks het geval is blijkt duidelijk, dat zich daarin een verscheidenheid, soms zelfs een conflict van geloofsmomenten voor doet. Zulk een conflict zal minder waar schijnlijk zijn naarmate het object meer onder liet algemeen waarneembare valt. De geloofsovertuiging wordt ste viger gericht. Omtrent den aard van de al gemeene werkzaamheid van het geloof en zijn diepste-principia valt weinig te zeggen. Dat deze van essentieelen aard zijn kan moeilijk worden betwijfeld. De vitale kracht welke zich daarin openbaart wijst naar de activiteit in de ontologische diepte dei- dingen. Aan die levenswerking dankt het men- schelijk kennen en weten ten slotte zijn ob jectieve waarde. De onafhankelijke werkin gen in het kenproces weerspie-gelen zich in het bewustzijn af en iJhrnen daardoor ob jectieve beteekenis aan. Daarbij is de es- sentieele werking van het geloof echter niet van het eigenlijke kenproces te onderschei den. Hét geloof mag een intuïtieve functie vervullen, do concrete geloofsovertuiging wordt gesteund door kenfactoren, welke be paalde voorstellingen geven, die wederom dienstbaar woren gemaakt aan de vorming van begrippen. De geloofswerking jn het kenproces leert derhalve, dat niet alleen de theologie op den bodem des geloofs staat Dit heeft ook zijn beteekenis voor de waardeering der wetenschap in het algemeen en die der theologie in het bijzonder. Bij het natuurlijke kunnen dient zich een kenprincipe aan, zoo algemeen en algemeen waarneembaar, dat de geloofswerking daar door wordt gericht. Geloof en ervaring gaan hand aan hand. Het principiura essen di en cognoscendi zijn tezamen werkzaam in allen Bij het religieuze kennen is dat anders. Ook hier grijpt het geloof naar het onzien lijke, en wel naar liet bovenaardsche, on zienlijke in tegenstelling met het algemeen, wijsgeerig en wetenschappelijk geloof, dat zidh uitstrekt naar het onzienlijke in het ond ermaan sclie. Essentieel werkt 't religieus geloof zeker ook algemeen. Het Godsbesef is algemeen menschelijk. Doch het geloof kan eerst existentie aannemen in het bewustzijn, zoo ook een principe tot kennis van zijn object .in het bewustzijn met concrete verschijn selen optreedt. Religie en openbaring kun nen niet worden gescheiden. Llierdoor ver schilt dus ook de theologie van de andere w-etenschappen. Zij rust"op geloofsovertui ging, welke niét wordt gewekt door liet kosmische kenprincipe zooals in de overige wetenschap; maar door het goddelijk ken principe. Evenals het object van het natuur lijke kennen, de kosmos, zich zelf voor het bewustzijn manifesteert, zoo ook reveleert zich het óbject der theologie' aan den men- schelij'ken geest De confessioneele bepaaldheid der tüieolo gie mag geen grond zijn om haar weten schappelijk karakter te ontkennen. Evenals bjj de wetenschappelijke theorieën en scholen op ander gebied, heeft zij objec tieve waarde door linar aanhang en beves tiging in een bepaalden kring. De rol, welke het geloof speelt in -weten schap en wereldbeschouwing, kan ook tot gevaarvolle illusies leiden, gelijk de ont wikkeling van 't geestelijk proces der 19de eeuw heeft aangetoond. Eenerzijds de wijs begeerte1 en anderzijds de naturalistische wetenschap, die tot de cvisis niet weinig hebben bijgedragen manifesteeren de ar moede eener illusie, die ten onrechte de waardeering heeft opgewekt, welke haar op geen enkelen grond kan worden toegestaan dan op die van menschelijke hoogmoed Haar sociale kracht school in de misken ning van de hoogste geestelijke en zedelijke goederen. Haar objectiviteit is de heer schappij der zonde, welke de heerlijkheid Gods verkeert in die van het verderfelijk schepsel. Daarom zal ook slechts de macht van Hem, Die de zonde overwon, genezing bren gen in den nacht van onzen tijd en vernieu wing in de erkenning van Zijn Naam. Voor vanavond staat nog het unie-diner en een feestelijke bijeenkomst met tooheel op liet programma. D. J. SCHEKMAN f Te Deventer is op 61-jarigen leeftijd over* leden óc heer D. J. ScheJcman. oud-hoofd eener opleidingsschool, de BrinkpoortschooL aldaar. Hi| had io 1933 zijn ambt wegens gezondheidsrede nen neergelegd, KOSTEN VAN LEERMIDDELEN Door het bestuur vao de School m. d. Bijbel te VaJdie—Klijndijk was verzocht om de coodige gelden voor leermiddelen voor de jaren 1930—- 1932, Door de Gemeenteraad van Odoprn ec& Gedep. Staten van Drente was afwijzend beschikt, doch de Krooo heeft nu bij besluit van 21 Jan, j.l. bepaald, dat de gemeente Odoom de gevraag de gelden moet beschikbaar stellen. LANDBOUWHOOGESCHOOL Een nieuwe aula. Als blijvend monument der dankbaarheid vart landbouwend Nederland en Ned.-Indië heeft de Landbouwhoogeschool te Wageningen een nieuwe aula gekregen. Zij was reeds in 1926, bij bet 50- jarig jubileum, beloofd, doch allerlei tegenslagen hebben de vervulling doen uitstelen tot 1933. toen met den bouw onder den architect Ir. H. T. Zwiers werd aangevangen. De nieuwe aula bevat o.a. een gedenkraam, door W. Bogtman vervaardigd, en waarop te zien is. wie de aula geschonken, hebben. Voorts is in de vestibule een plaquette aange bracht met het volgende inschrift: 1876 1926 Als blijk van dankbaarheid voor vijftig jaretf Rijkslandbouwonderwijs werd door den landbouw van grooter Nederland een Aulafonds bijeenge bracht. waaruit dit gebouw naar het ontwerp e» onder leiding van den architect ir. H. T. Zweers is tot stand gekomen 1934. ONDERWIJSBENOEMINGEN Benoemd tot tijdelijk onderwijzer aan de Chr. school te IJsselrnonde (hoofd de heer C. vatt Rooljen) de heer B. J. van der Zwaai te Ridder kerk. Examens PROMOTIES RIJKSUNIVERSITEIT, TE LEIDEN. Eeror- derd tot doctor in de Wtó- en Natuurkunde, op proefschrift getiteld: „Explosiviteit van gas- -Is", de heer E. W. Llndeijer, geh, u~' Spailan-d. ACADEMISCHE EXAMENS RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN. Geal* Wis- en Natuurkunde (hoofdvak Plantkunde): doet ex., de -heer K. Griffioen. Geneeskunde: doet. ex., mej. C. Sohutz en O» heer C. A. de Reede. Indisch recht: oand.e^., do heer J. H. Schwab Godgeleerdheid: cand.ex., D. J. de Reus. GEM. UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM, Ge.il.: Geschiedenis: cand.ex.. de heer L. de Jong Germaanfche taal en letteren .(Duifcëch) J cand.ex.. de heer P. C. van Dijk. RIJKSUNIVERSITEIT TE GRONINGEN. Geal Vraag cn Antwoord. Vrogpu moeten vergezeld gaan van 20 ean<« aan postzegels, nullen eSJ voor beantwoording In aanmerking kannen komen, 3719 J. C. S. te B. Voor uw doel Ismb te bevolen „de Harmon iumspeler", door H. P. Steenhuls, uitgegeven bij J. B. Wolters voud van .het gezamenlijke bedrag der betaald» premlën deelt door het aantal weken, dat de verzekering geduurd heeft. Stel, do man ia 65 jaar en de verzekering heeft geduurd 17 Jaar of 884 weken. Er Is thans betaald ƒ255.15. Er nog 2 jaar geplakt worden, dat ff««ft ƒ26, 281.16. Uitkeering wordt dan 260 x 281.16 884 is 82.69. Hierbij komt 11.2 van 281.15 is 31.49, besamen ƒ114.18. Uitkeering per week dus ƒ2.19. 3721 G. B. te V. wenscht ta 't bezit te ko men van de voordrachten getiteld: L De gepo litoerde beenen en 2. Do collectant. ïeled wordt, dat werknemer weigerachtig is. terug zenden. De R. v. A zorgt da.n wel dat de zaalc verdar in orde komt. 3723 Al.onné te D. U kunt hieromtrent inlichtingen bekomen bij de stichting „Land verhuizing" Be-zuidenhoutscheweg 97 te 's-Gra- 3724 'Aan hen die "bij ons informeerden naar de Chr. Friesohe Vereeniging te Rotter dam. deelen wij mede, dat de afdeellng Rot terdam het Frysk elskip „Slpke Hüsman" nog: steeds feitelijk bestaat, al heeft zij eenigen tijd niet vergaderd. Degenen die er belang in stellen de afd. tot nieuw leven te wekken, kunnen zich wenden tot den heer G. Slkma, Piaslaan 35. Schiebroek. Reisbrieven van Prof. Dr. V Hepp XXXVII DE WETENSCHAP IN ZUID-AFRIKA De Schoolstrijd Overeenkomstig liet doel van mijn reis liad ik hoofdzakelijk contact met het Hooger Onderwijs. Toch werd mij een paar maal verzocht mijn lezingen zóó te vereenvoudigen, dat ook leerlingen uit de hoogste klas der Normaal Kolleges wij zouden zeggen: kweekscholen, voor onderwijzers en onderwijzeressen ze kon den volgen. Of ik erin ben geslaagd durf ik te ontkennen noch te bevestigen. Maar in elk geval was het verzoek niet zoo vreemd als het wel leek. Immers, de opleiding voor het Lager Onderwijs staat in Zuid-Afrika in den regel op hooger peil dan bij ons. Zelfs wordt van de toekomstige opvoeders en opvoedsters ge- eischt, dat zij gedurende een jaar Hooger Onderwijs hebben ge noten. Zoo vertelde mij een onderwijzeres je, dat zij ook Latijn - had moeten bestudeeren. Eerlijk biechtte zij daarbij echter op, dat zij totnogtoe het nut daarvan niet. had ingezien. Vele leera ren en l'eeraressen aan dezo kolleges bezitten een academischen graad. Welk een snelle vooruitgang vergeleken met het onderwijs vóór de 19de eeuw, toen dit op de „plaas'-scholen vaak door ma trozen werd gegeven! Ook aan Zuid-Afrika is de schoolstrijd niet gespaard gebleven. Vragen of de school behoort uit te gaan van den Staat, de Kerk of de Ouders doorkruisten elkaar. Maar ook of er afzonderlijke scholen voor Engelsche en Afrikaansche moesten worden ge sticht. De geschiedenis van den Afrikaansclien schoolstrijd is te in gewikkeld, dan dat ik die in het kort zou kunnen verhalen. Een veteraan uit dien strijd, de heer M. Vaandrager, wiens gast ik te Pretoria mocht zijn, bood mij een „Gedenkboek" ten geschenke, rijk aan gegevens. Ook promoveerde aan de Vrije Universiteit Dr. E. L< J. Venter op een proefschrift over „Die Verband tussen Kerk en Skool in Su'id-Afrika", waarnaar ik den belangstellende, k XXXVI stond in ons blad .van 12 Februari, die zich hieromtrent wil oriënteeren, verwijs. Ik bepaal mij hier tot den thans bestaanden toestand. Deze is zóó, dat de Staatsschool als de officieele wordt be schouwd, ofschoon er daarnaast tal van niet-gesubsidieerde private scholen bestaan. Veel is daarover te doen geweest op de Synodes, zoowel van de Nederd. Geref. als van de Geref. Kerk. In 1924 besloot de Synode van de Nederd. Geref. Kerk in de Kaapprovincie: „De Synode is ernstig bezorgd over de steeds toenemende secularisatie van onderwijs en draagt het aan de Synodale Opvoedingscommissie op dit feit voor de aandacht van het Opvoedings-Departement te brengen." Het einde van deze historie was, dat de publieke school d e school bleef. Maar de Nederd. Geref. Kerk heeft op die scholen grooten invloed. Door middel van haar Opvoedingscommissies en haar schoolinspec- teurs oefent zij controle. Van de plaatselijke schoolcommissies is meestal een Nederd. Geref. predikant voorzitter en zijn haar leden voor het grootste deel ook leden dier kerk. In Transvaal werkten op het gebied van het Lager Onderwijs de drie Afrikaansche Kerken door haar leidende mannen saam. Ik spreek hier natuurlijk alleen van den laatsten tijd. Men koos als basis ongeveer dezelfde als van Christelijk Nationaal te onzent Men ging uit vau de grondgedachte: de school behóórt aan de ouders, moet vrij zijn, maar op gelijken voet door den Staat gesubsidieerd worden als de publieke scholen in de Kaap provincie. Op de congressen in 1917 en 1918, wederom gesteund door de drie kerken, werd dit ouderrecht gehandhaafd en het groepsstelsel nader uitgewerkt Intusschen is men hierop weer teruggekomen en wenscht men ook in Transvaal een Christelijk Nationale Staatschool. Dat is op het oogenblik het standpunt ook van de Gereformeerde Kerk. Op haar Synocle van 1928 nam zij in dezen zin een besluit. Zij benoemde deputaten uit verschil lende provincies om een Ond er wijs-congres van geestverwanten samen te roepen. „Deur die Kongres moet dan pressie uitgeoefen word op die betrokke outoriteite om, soveel moontlik, leerboeke van kristelike gehalte vir die laer en middelbaar onderwys voorgeskrewe te kry en op parlementslede moet 'n beroep gedoen word om toe te sien, dat by die opstelle van wette in verband met onderwys, dit so sal geskied, dat dit 'n gesonde kristelike invloed op ons skoolondenvys sal oefen. Predikante en skool* raadslede moet deur bywoning van toesprake op onderwysver- gaderinge en kongresse hulle invloed in die gewenste rigting laat geld en Kerkrade moet (1e ouers opwek om belang te stel in die onderwys van en te weet wat hullo kinders op skool leer en tuis leer, om so skadelike clemente bytyds te kan teëgaan." Zoo heeft men dan van Afrikaanschen kant door heel de Unie heen gekozen voor de Christelijke openbare school. Evenals bij de politiek dient men bij zijn beoordeeling ook hier het verschil tussclien Zuid-Afrika en Nederland in het oog te houden. Als men zich daar uitspreekt voor de Christelijke openbare school beteekent dat niet, dat men hetzelfde wil als de Hervormd Gereformeerde Staatspartij hier. De laatste ijvert voor een kerste ning van het openbaar onderwijs. Dat houdt in, dat het op het oogenblik ontkerstend is. Zoo staat het in Zuid-Afrika niet. Daar heeft de Afrikaansche school over het geheel haar christelijk nationaal karakter behouden, al slopen er ook andere elementen binnen. Men richt nu zijn actie op afweer van die schadelijke factoren. Of men zich hiermee in de lijn van het ideaal beweegt is een andere kwestie. Ik ben er trouwens van overtuigd, dat over deze zaak in Zuid-Afrika het laatste woord nog niet is gesproken. Universiteiten en Universitelts kolleges Van de Universiteiten en de Universiteits kolleges heb ik in mijn vorige brieven een en andermaal melding gemaakt. Een overzicht over het Hooger Onderwijs verkreeg men daardoor nog niet Dat Iaat ik thans volgen. Op het oogenblik telt Zuid-Afrika vier zelfstandige Universi teiten, nl. te Kaapstad, Stellenbosch, Johannesburg en Pretoria. Men stelle zich die niet voor als de onze. Geen enkele Uni versiteit heeft al onze vijf faculteiten. Zoo bezitten b.v. alleen de Universiteiten van Kaapstad en Johannesburg een medische fa culteit. Anderzijds worden daar vakken, waarvoor bij ons afzon derlijke Hoogescholen zijn ingericht als de Technische Hooge- school te Delft, de Landbouw-Hoogeschool te Wageningen, de Handelslioogescholen te Rotterdam en Tilburg, aan de Universi teiten gedoceerd. Ons onderscheid tusschen Hoogeschool en Uni versiteit kent men daar niet De Hoogeschool is daar als facul teit mi de Universiteit geïncorporeerd, gelijk ook de Gemeentelijke Universiteit een handelsfaculteit, de Rijksuniversiteiten te Leiden en te Utrecht een Indologische faculteit bezitten. Doch er is ook weer niet één Universiteit, waaraan alle Hoogeschoolsfacul- teiten zijn verbonden. Om dit ook weer met een voorbeeld toe te lichten: alleen Kaapstad heeft een volledige technische of ingenieursfaculteit, terwijl die te Johannesburg zich specialiseert op het mijnwezen. Daarnaast staan de Universiteits Kolleges, welke hierin van de Universiteiten verschillen, dat ze nog minder volledig zijn. Er zen er vijf: de R.U.K. (Rhodes Universiteits Kollege) te Graham- stad, de N.U.K. Natalse Universiteits Kollege) te-Pietermaritz- burg, de G.U.K. (Grey Universiteits Kollege) te Bloemfontein, de H.U.K (Hugenoot Universiteits Kollege) te Wellington en de P.U.K (Potchefstroomse Universiteits Kollege met de bijvoeging vir Christelike Hoër Onderwys). Deze Kolleges mogen niet den hoogsten academischen graad verleenen. Maar men heeft ook daar wat op gevonden. De Kolleges vormen tezamen en vormen als zoodanig ook door den Staat erkend de Universiteit van Zuid-Afrika. Wanneer iemand daaraan wil promoveeren wordt zijn proefschrift beoordeeld door een commissie uit de Kolleges. Op deze wijze verkreeg kort geleden Ds. J. LI. Eybers op een dis sertatie over: „Die Kerkinrigting van de Nederd. Geref. Kerke in Suid-Afrika" den titel van doctor in de theologie. Alle Universiteiten en Universiteits Kolleges worden door den Staat, mild gesubsidieerd. Bij de bespreking van de P.U.K. gaf ik enkele cijfers. De gang van het Hooger Onderwijs De gang van het Hooger Onderwijs in zijn finesses en variëtei ten te beschrijven is in deze brieven niet wel doenlijk. Opdat mijn lezers er zich toch ecnig idee van kunnen vormen, ontwerp ik er een schema van. Maar ik doe dat met het vriendelijk ver zoek niet te vergeten, dat daarop tal van afwijkingen voorkomen. Wanneer een jongen of meisje de lagere school van standaard 1 tot 6 heeft doorloopen, gaat het, indien het verder wil, naar de „hoëre skool". Deze omvat standaard 7 tot 10. Daar wordt naast, andere vakken onderwijs gegeven in Afrikaansch, Engelsch. Latijn, Grieksch, Duilsch, soms ook Fransch. Het eindexamen heet de „matrikulasie". Er bestaat ook een nieuwere regeling, maar die wordt naar mij werd meegedeeld weinig gevolgd. Door de „matriculasie" gaan de poorten van Universiteit of Universiteits Kollege voor den gegadigde open. Daar volgt hij een driejarigen cursus. In het eerste jaar heelt hij vijf vakken te bestudeeren. Laat ik zeggen: filosofie, psycho logie, logica, wiskunde cn één taal. Het volgende jaar worden daarvan twee vakken afgevoerd en het daaropvolgende nog één, zoodal er slechts twee overblijven. Aan het eind van het derde jaar kan hij dan den graad B. A. (Bachelor of Arts, wat moeilijk in hot Nederlandsch kan worden vertaald en waarmee eenige universitaire graad bij ons ook lastig te vergelijken is) behalen. Daarna kan hij er nog ecu jaar aan vastknoopeu. Dan gaat hij met één vak verder. De bekroning daarvan biedt den Utel M. A. (Master of Arts, waarbij ik dezelfde opmerking moet plaatsen als bij B. A.). De medicijnen vragen een cursus van vijf jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 3