Minister Colijn over de Rijks-
begrooting 1935
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1935
TWEEDE BLAD PAG. 5
EERSTE KAMER
Minister Oud over de financiën
De toestand ernstig, niet
wanhopig
„De moeilijkheid schuilt in allerlei onzekerheden."
Contingenteering of hooge invoerrechten?
Vergadering van 8 Febr. 1935
Overzicht
Er bestond voor de rede van den Minister
president groote belangstelling: talrijke
boon Iers en hoorderessen vulden zoowel de
publieke als de gereserveerde tribune.
Twee uur lang heeft de heer Colijn ge
sproken. terwijl na de pauze de rede van
den Minister van Financiën nog ongeveer
anderhalf uur in beslag nam.
Als altijd was de rede van Minister
jColijn overzichtelijk in opzet, systematisch
van bouw. terwijl de argumentatie aan hel
derheid en klemmende argumenten niets te
wenschon overliet
Vooral gmgen de hors d' oeuvres; bespre
king van het crisisbcleid volgde en met een
verdediging van het algemeen regeerings-
beleid word besloten.
Over de bij de economische politiek te
volgen lijn is het Kabinet het volkomen
eens. Ten aanzien van Minister Steen-
berhge is er dus geeu sprake van eenige
gebondenheid.
Uitvoerig behandelde de Minister de
kwes'.ie van deflatie en devaluatie in ver
band met de economische omstandigheden.
op dit punt is het kahmet volkomen
homogeen Devaluatie helpt onze nijverheid
Biet omdat als we voor onzen export mee:
guldens ontvangen er voor den invoer
die veel grooter is dan de uitvoer veel
meer gedevalueerde guldens uit het lanu
zouden weggaan. Het staat ook niet zoo. dat
we maar raak kunnen uitvoeren. Ook het
buitenland heeft contingenteering en zou
den we van niet gecontingenteerde artike
len onzen uitvoer bijzonder gaan opvoeren,
dan zou prompt een contingenteerings-
mnatrecel het gevolg zijn. Ook de betalings
moeilijkheden belemmeren den uitvoer -iu
arnstige mate.
Gevolg is. dat onze productievormen moe
in worden gewijzigd" daarbij is echter het
moeilijke, dat de verhoudingen geen oogen-
Ibllk stabiel zijn. Handelsverdragen loopen
maar kort en ook is het vaak zoo dat als
onze land en tuinlmuw voordeelen ver-
kri'crt. de industrie daarvan de dupe is. Als
wij het een meer invoeren in eenlg land.
wil dat land '.ets anders van zijn eigen pro
ducten aan ons kwijt. Sluiten wij den in
voer van hnitenlandsche industrieproducten
Bf dat weert het huitenland onmiddelliiK
onze landhouwarfikelen Men bedenke ook.
da» wil door onze armoede aan grondstoffen
tltUd Veel zullen moeten blijven uivoeren.
Voor 't oogenblik hl ij ft de Regeering aan
eontingenteeri.ng in het algemeen de voor
keur geven, al zal zij als het geval er toe
leidt - het middel van verhoogde invoer
rechten niet ongebruikt laten.
Op de verlaging van productiekosten en
vaste lasten 'san de Regeering in vele ge
vallen slechts indirect invloed uitoefenen
Zij doet wat zij kan. Ten aanzien van den
woningbouw bv. zijn maatregelen geno
men, andere zijn nog in overweging. Bin
nenkort zal daarvan nader blijken.
Misschien zal ook voor het credietwezen
Iets moeten worden g°daan. Maar opgepast
moet dat het vertrouwen niet wordt onder
mijnd en zeker zijn staatsgaranties op dit
grv»r>d zeer ongewenscht Fr wordt gez->ch«
naar geschikte vormer om steun te bieden.
Men wil verlaging van vaste lasten, maar
daartoe behooren salarissen en loonen. land
bouwsteun en werkloosheidsuitgaven.
Daarbij is allerlei, waarvan niemand de af
schaffing wenscht.
Ook met betrekking tot deze dingen
brengt de devaluatie geen afdoende uit-
komsL
Vergeleken met 1929 i? de positie der
goudlanden in economisch opzicht niet
slechter dan die der landen met gedepre-
cieerde valuta, zoowel ten aanzien van de
daling van den uitvoer als van het aandeel
In den uitvoer. Hierbij is voorts rekening
te houden met het feit, dat men een land
sis Engeland, dat economisch invloed heeft
op 550 millioen menschen niet zonder meer
'Vergelijken kan met Nederland.
Er is een verlangen naar stabilisatie van
de valuta. De Minister is van de situatie
volkomen op de hoogte en zijn de omstan
Jdigheden er rijp voer, dan zal zeker vanuit
de goudlanden een initiatief niet achter
wege blijven.
Bestrijding van werkloosheid geschiedt in
velerlei vorm: steun aan den landbouw,
contingenteeringen en werkverschaffing.
Betreurd werd in dit verhand, dat hij het
Werkfonds zoo weinig serieuse plannen voor
industrialisatie van ons land zijn ingeko
men. Vaak ok houdt het overleg over de
loonen lang op. Over den bouw van een
„Statendam" is nog overleg gaande, met
hoop op gunstig resultaat
De „ordening" behoefde den Minister niet
lang op te houden. Hij was het volkomen
eens met wat Prof. Diepenhorst daarover
gezegd had De opmerking werd echter niet
teruggehouden, dat ordening nooit mag
leiden tot hot beschouwen van een deel
onzpr volkseconomie als een melkkoe en
dat het nie| onmogelijk is, dat bij gunstiger
tijden de individualistische karaktertrek in
ons volk weer zal opleven. Met liberalisme
beeft dat niets te maken.
Onrustige tijden als deze zijn echter voor
„ordening" niet bijzonder geschikt. Slechts
voorzichtig kan hier worden voortgegaan
en een slap op den af te leggen weg is het
door den Minister zelf ingediende wetsont
werp inzake liet verbindend en onverbin
dend verklaren van ondernemersovereen-
komston. Ook op dit punt is het Kabinet
volkomen homogeen.
Bij de beantwoording van hetgeen over
het. algemeen regeeringsbeleid was gezegd,
werd de spellingkwestie naar Hoofdstuk VI
verwezen. Ten aanzien van de revolutio
Daire volksvertegenwoordigers blijft het
Kabinet de voorkeur geven aan een princi-
pieele rpgeling van de Grondwet, al is het
aanstonds gereed, tot ingrijpen, indien de
omstandigheden dit noodig zouden maken.
Over dit standpunt bestaat wel eenig ver
schil van gevoelen. Afdoende zal een inci
denteele regeling zeker niet zijn ;op aller
lei wijzen zal zij kunnen worden ontdoken,
Wie is re\' lutionair? \lleen de communis
ten? Muest-rt. Sneevliet en Kersten kunnen
het niet minder zijn. De verkiesbaaheid tot
Kamerlid ie in de Grondwet bepaald; ont
zetting uit dat recht is niet zoo maar te
decreteeren in een reohtstaat.
Kori werd gewezen op de roekeloosheid,
waarmee men van vrijz.-dem. zijde met
onze defcnsiebeiangen omspringt Wo kun
nen ons zoo maar niet onttrekken aan onze
internationale militaire verplichtingen en
de zorg voor de veiligheid dos lands. In het
middeu van 1934 zijn we dicht bij een
Europeesch confbct geweest en wat er in
Oc-st Azie gebeuren kan. .kan niemand voor
uit zeggen. We '.ebben daar in ieder geval
zeer on onze hoede te zijn
Den heer Wihaut weid geen antwoord
waardig gekeurd op zijn ve^ achtmaking,
dat do Regeering met welgevallen de crisis
zou aangrijpen om de auton »mie dcu ge
meenten te vernietigen. H'-'. omgekeerde Is
de bedoeling.
Na de pauze heeft Minister Oud uitvoerig
en duidelijk 's lands mooiliik», maar mot
wanhopige financieele positie uiteengezet,
onder afwijzing ook zijnerzijds van elk
financieel expertlment.
We willen in dit verband een enkel cijfer
noemen. Onze Inkomstenbelasting bracht in
1930 nog 92 millioen op. In 1935 zal het nau
welijks 4.") millioen zijn, terwijl we voor de
werklooslvetdsui'gavon alleen 4fi millioen
beschikbaar hebben gesteld. Finnnt-eel zijn
we reeds niet onbelangrijk vooruitgegaan.
De tekorten zijn sterk ingeperkt, ondanks
het nr.ioinaUsrh accres. F.n wel zullen de
middelen voor 1935 zeker 25 k 30 millioen
hij de voorzichtige ramingen achterblijven
Toch mogen we den moed niet ver'iezon
cve in 1937 de eindjes weer hij elkaar
zullen hebben, mogen we het loven. Ter
bereiking van dit doe! werd op de Karuet
een krachtig beroep zedaon om de Regee
ring te steun ui ais ze e«nang met haar
groote lezuinigit gsontwerp voor de Staten
Generaal zal verschijnen.
Over de replieken kunnen we zwijgen. Ze
handen weinig cm hrt lijf.
Dinsdagmiddag half twee hervat de Ka
mer haar werkzaamheden. Alsdan is De
fensie aan de beurt.
Minister Colijn
van 1928- "29 komen met onzen export, dan
zouden onze zorgen grootendeels zijn ver
dwenen, De vermindering van den export
heeft onze economische structuur geheel
gewijzigd. Deze vermindering heeft ook den
invoer verminderd en dat alles heeft door
gewerkt op handel, scheepvaart en bank
wezen. En voorts hebben we de ontwrichting
onzer publieke financiën door sterke ver
mindering van inkomsten met blijvende
hooge uilgavcn.
De toestand van nu is niet van voorbij
gaanden aard. Daaraan moeten we ons aan
passen.
Allereerst moet dat geschieden door
onze productie. Men meent, dat hot
kabinet daar geen oog voor heeft. Muar
de Minister is een van de eersten, die
op de noodzaak van wijziging der
structuur gewezen heeft.
De moeilijkheid schuilt echter in allerlei
onzekerheden, vooral in de verhoudingen
met het buitenland. Onze handelsverdragen
krijgen steeds korter looptijd en daardoor
wordt het moeilijk om ons productie-appa
raat op een bepaalde productie in te stel
len.
Men eischt
Industrialisatie van
Verslag
Minister Colijn spreekt
Dr Colijn begon met de hors d'oeuvres.
Het wetsontwerp inzake de cum u ia
t i e circuleert op 't oogenblik bij de leden
van hét kabinet.
De vraag naar de classificatie kon
niet beantwoord worden. Dezer dagen komt
het. denkbeeld bij het Georg. Overleg in be
handeling en dus kon de Regeering zich
u niei uitspreken.
Re Amste rdimsch e ha vengel
den zijn onlangs voor één jaar vastge
steld. maar het onderzoek wordt voortgezet
met de bedoeling de zaak opnieuw ondei
de oogen te zien
Verbaasd was de minister over het wan
trouwen in de circulaire van den
mi nister van Sociale Zaken. Deze
minister heeft vele deugden en is o. a. niet
achterbaks. Hij zelf zal ongetwijfeld een
loyale uitvoering bevorderen van zijn cir
culaire.
Inzake de steunregeling was in
het kabinet al een besluit gevallen eer de
zaak in het openbaar in de Tweede Kamer
besproken was.
Omtrent de vlag merkte de minister
op, dat de tweespalt gemaakt wordt door
de propagandisten voor de Princevlag in-
plaats van onze oude nationale driekleur,
die al vanuit de zeventiende eeuw als na
tionale vlag geldt Als de Regeering een
beslissing zou nemen werpt niet zij e»n
twistappel onder het Nederlandsche volk.
De Regeering kan niet op het gesprokene
>o breed ingaan als de sprekers hun on
derwerpen behandelen. Het weerleggen van
dwalingen kost meer tijd dan het uitspre
ken er van.
Voor ootmoed ia er in deze dagen wel
aanleiding, maar do Regeering heeft altijd
gezegd dat herstel onzer welvaart alleen
langs den weg van internationaal herstel
zou zijn te bereiken.
De heer Sehoemaker vroeg vrijheid van
beweging voor den minister van Ecnomi-
sche Zaken. Deze is echter niet gekluisterd.
Er is ter zake van de economische politiek
geen enkel verschil geweest met minister
Steenberghe. De economische politiek
wordt in groote lijnen besproken door een
commissie uit den ministerraad.
Komende tot de groote lijnen van het
debat, besprak Dr Colijn allereerst het
Crisisbeleid
Financieel zijn we al zijn we nog
lang niet waar we wezen moeten er niet
slechter aan toe dan vroeger. In 1933 was
er een tekort van 190 millioen; er is thans
belangrijke verbetering ingetreden.
In het weren van
revolutionaire vertegenwoordigers
uit openbare colleges is de Regeering tekort
gescholen, is gezegd. Moet er gelegenheids
wetgeving komen op dit stuk? Kan de Regee
ring incidenteel ingrijpen in haar verhou
ding tot de volksvertegenwoordiging? De
Kar'ner kan zelf op dit punt wel een en an
der doen. Een lid, dat den gang der beraad
slagingen belemmert, kan reeds voor be
paalden tijd worden uitgosloten.
In Luxemburg is oen bepaalde afgevaar
digde geweerd op grond van de eigen bepa
lingen van het parlement
Zonder Grondwetswijziging is een afdoen
de regeling niet te verkrijgen. Wat binnen
het raam der Grondwet kan geschieden, is
niet afdoende. Wordt een bepaald persoon
vervallen verklaard, dan volgt een ander
hem dadelijk op. Hot beste is om de zaak
ten principale in de Grondwet tc regelen.
De discussie over de zorg voor
iet economisch leven
wordt soms door twee woorden getypeerd:
deflatie of devaluatie.
De hoofdoorzaak van onze depressie is te
zoeken in do belangrijke inkrimping van on
zen uitvoer, versterkt nog door allerlei bcta-
lingsmoeiiijkheden. Konden we op het peil
Maar ook daarbij past voorzichtig
heid. omdat men tegenwoordig niets
meer voor niets krijgt van hot buiton
land. Als wij iets vragen aan hel bui
tenland moeten we betalen. Daardoor
worden allerlei onderhandelingen zoo
QUl&n|>U| f»ZUO OM uapiajg ^fllIOOUI
uit, dan sluiten we het buitenland af.
Doen we dat, dan beteekeut dat met
een minder uitvoer. Want dan neemt
het buitenland van ons prompt wat
af. Daarin schuilt de groote moeilijk
heid van het probleem.
Er is hierbij nog meer in het geding.
Redingon wij voordeelen voor land- on
tuinbouw, dan betaalt de industrio vaak 't
gelag en omgekeerd. Meer landbouw
producten. naar 't byjten.la.nd bcT
teekent meer invoer van huitenlandsche-prO'
dueten. We kunnen ook tal van grondstof
fen uit het buitenland niet. missen. .Gaan
snel industrialiseoren, dan hebben we
veel grondstoffen noodig, die dan betaald
moeten worden bij een steeds verminderden
uitvoer
Er is zorgvuldig overleg om een gewenscht
goed niet te doen verkeeren in een ernstig
kwaad.
Wij kunnen ons niet vergelijken met lan
den. die rijk zijn aan grondstoffen.
Er ontstaat bij onze economische
politiek een strijd over methode; con
tingenteering of hooge invoerrechten. De
eerste is tegenover het buitenland soepeler
en makkelijker los te laten: binnenslands
verstart zij de toestanden. Bescherming
heeft het nadeel, dat de invloed van den
invoer op de binnenlandsche prijsvorming
wordt uitgeschakeld en terugkeer tot vrijer
goederenverkeer wordt belemmerd.
Voorlooplg geelt de Regeering nog de
voorkeur aan contingenteering. Echter
wordt geval voor geval bekeken.
Voor zich omvormende industrieën kan
nl. een verhoogd invoerrecht soms betor
werken. Alvorens raditaal van koers te ver
anderen zullen de Staten-Generaal haar
woord mep kunnen spreken.
De Regeering houdt rekening met gewij
zigde omstandigheden en betracht daarbij
de voorzichtigheid.
Aanpassing der productiekosten zal moe
ten gaan tot we komen op één vlak met de
landen, welke cultureel met ons te verge
lijken ziin.
Door onze munteenheid ziin we ten aan
zien van invoer van grondstoffen in een
gunstige positie.
Ook de vaste lasten moeten omlaag.
Ou haar "icen terrein moet de Overheid
daartoe meewerken. Ten aanzien van de
woninghuren kan zü ook iets doen. Daar
Is ook iets voor gedaan. En er is nog meer
in voorbereiding Spoedig zullen de denk
beelden der Regeering bekend worden en
wel bii het voorstel tot saneering van da
financiën
Ook de salarissen van overheidspersoneel
moeten aanpassen. Maar de klacht is, dat
de R.-geerlng te ver gaat.
Hoeft op deze beide punten de Overheid
ook een taak in het vrije maatschappelijke
leven? Principieel niet, maar de omstan
digheden kunnen dwingen van het goede
beginsel nf te wijken. In de Crisispaohtwet
is het al geschied en uitgesloten is niet
dat in deze richting verder moet worden
gegaan. De gevaren worden daarbij voort
durend grooter. Wie ten aanzien van het
kapitaal ingrijpt, brengt gevaren voor het
credietwezen. met name voor het hypothe
cair crediet. Ook irigrijiHin ten aanzien van
de loonen kan van verstrekkende betceke-
Gezocht wordt naar bruikbare vormen om
de bezwaren van het ingrijpen te onder
vangen.
De deflatie wordt door allerlei invloeden
geremd. O.a. door den landhouwsteun. Maar
niemand durft dien afschaffen. Echter stelle
men zich niet teveel voor van een verlaagd
prijspeil bij afschaffing van den landbouw
steun. De kosten van bodemliewerking zul
len niet ver liggen beneden het niveau van
Devaluatie
Met devaluatie zullen we echter ook niet
beter worden.
Mor. venvacht er meer export van. Maar
de e.\|>oi1niogelijkhed«in ziin beperkt door
de huitenlnnri>che contingenteering. Daar
boven krijgen we er niets in. zelfs niet voor
Zouden we niet-gecontingenteorde goede
ren Invoeren, dan komt al spoedig ook
daarvoor contingenteering. Devaluatie leidt
op deze manier tot verslechtering der econo
mische verhoudingen.
Een hooger opbrengst aan guldens zal bij
uitvoer wel worden verkregen. Maar onze
uitvoer zal evenzoo meer guldens kosten.
En omdat onze invoer grooter is dan de uit
voer, raken we veel meer guldens kwijt.
Devaluatie werkt als een algemeen slecht
invoerrecht.
Verlaging van vaste lasten een derde
vermeend voordeel zou alleen worden ver
kregen als de prijzen stijgen. Stijgen de prij
zen, dan verandert er in de vaste lasten
niets. Bij prijsstijging loopen ook de loonen
op en dan gaat het voordeel in vaste lasten
weer te loor.
We zijn niet gebonden aan het goud-
blok. Het is ook niet zeker, dat ze
bijeen zullen blijven. De stabilisatie
is ln voortdurende bespreking, niet
met ons, maar de Minister is op de
hoogte. De actie voor stabilisatie moet
uitgaan van een der landen, die als
een beslissende factor kan worden
opgemerkt.
De minister had lof voor de obj'ectivlteit
van de rede van den heer Serrarens, maar
had niettemin ernstige bedenkingen.
Vergelijking met andere landen met geheel
uitecnloopcnde omstandigheden is moeilijk.
Engeland heeft vijftig millioen inwoners en
een gebied waarop 500 millioen menschen
leeft, waarop het preferentie heeft.
Engeland is ondanks devaluatie, protec
tie en Ottowa in zijn aandeel in den export
achteruitgegaan, sedert 1929: van 10.74 pet.
op 10.37 pet. Nederlands aandeel steeg van
2.42 tot 2.50. De goudlanden zijn er over het
algemeen niet slechter aan toe.
Handelspolitieke maatregelen moeten het
bedrijfsleven helpen en niet devaluatie.
Voorts kan overbruggen van een tijdelijke
overgangstoestand noodig zijn.
De werkloosheidsbestrijding
heeft o.a. plaats door de contingenteerings-
maatregelen en den steun aan den land
bouw. Waren die er niet, dan werkte op het
land bijna niemand meer.
Er is veel werkverschaffing. In Gelderland
loopt vrijwel niemand meer leeg.
Het Werkfonds
bracht teleurstelling, ook voor de Re
geering, maar omdat er voor de ver-
sterking van het industrieele leven
zoo weinig gebruik van wordt ge
maakt. Het overleg over de loonen
werkte vaak vertragend.
Voorgelezen werd een circulaire van
een combinatie, die voor bepaalde
werkzaamhe.den tarieven vaststelde
voor werken van het Werkfonds, maar
er bijvoegde dat voor andere werk
zaamheden de tarieven aanmerkelijk
gunstiger waren, (Beweging 1
Over de „Statendam" zijn onderhandelin
gen gaande. De situatie ziet er niet kwaad
uit. Het gaat alleen nog over het bedrag,
dat de Regeering kan beschikbaar stellen.
Komende tot het algemeen beleid van het
kabinet, werd.allereerst da
ordening
besproken.
Midden in een economischer» chaos kan
men niet ordenen. Dat is de overtuiging
van het hecle kabinet. Men moet niet mor
gen afbreken, wat vandaag werd opgebouwd.
Ordening is verwijderen van het econo
misch liberalisme uit het bedrijfsleven, be
vordering van samenwerking met terug
treden van den staat u'ti allerlei.
Met wat door de heeren Diepenhorst en
Lobman over dit onderwerp is gezegd, is
de minister het volkomen eens.
Worden de toestanden i ïts beter, dan zou
het Nederlandsche individualisme in
eens kunnen herleven. Want dat individu
alisme is niet een prerogatief van het libe
ralisme, maar een karaktertrek van het
heele Nederlandsche volk.
De Regeering voelt niets voor die
ordenaars, die de baas zouden willen
6pelen over de volkseconomie. Die is
geen soort melkkoe. De overheid kan
ook geen opperfabrikant of opper
koopman worden. Dat wordt staats-
slavernij.
Wat de Regeering positief wil, is bekend;
gelijk blijkt uit het wetsontwerp inzako de
bindendverklaring der ondernemersovercen
komsten. Dat bedoelt misbruik van be
voegdheden te voorkomen. Want overeen-
sten zullen ook onverbiudend kunnen wor
den verklaard, als ze de volkseconomie zien
als de koe. die moet worden uitgemolken.
Ordening is niet te maken; het leven
moet er rijp voor zijn on groeibodem er
«oor ziin. Toen de heer Aalberse in 1920
zijn geciteerde uitspraak deed, was hij mi
nister. Dat beteekent meer dan het verschil
tn tijd.
Bii de beslissing over
Rusland
Is ook gerekend met de stemming in het
Nederlandsche volk en in het Nederland
sche parlement In Genève behoefde onze
minister niet opnieuw te herhalen wat
Motta zoo voortreffelijk gezegd had. Zoo
iets komt in het Nederlandsche parlement
wel eens voor. Maar in Genève behoeft dat
niet. Minister de Graeff heeft zich bij den
inhoud van die rede aangesloten.
Minister Marchant kan zich beter zelf
verdedieen als Onderwijs aan de orde komt
Daarna kan men oordeelen.
De heer v. E m bd e n (v.d.): Zeer juist.
Minister Colijn: Voor den heer v. Emb-
den geldt hetzelfde (gelach). Hij moet cij
Defensie
zijn. Nederland kan geroepen worden tot
gewapende neutralileitshandhaving; ze:f<
heel gemakkelijk in Europa.
Nog sterker geldt deze stelling voor Azlö
leder begrijpt wol welke mogelijkheden
zich daar kunnen voordoen
Het is verder onjuist onze defensie in
verband te brengen met den toestand in
een bepaald land op een bepaald tijd/ o.
Het is onjuist om van de stelling uit 'e
gaan, dat maar één bepaald land als aan
va lier kan optreden.
De politieke hemel Is niet zoo onbewolkt
als de heer v. Embdcn beweerde. Verteden
jaar waren we niet ver van een oorlog nf.
De toestand in Oost-Azië is thans niei
van dien aard, dat we zorgeloos kunnen
zijn. Waakzaamheid is noodig. Wat we
meer uitgeven aan defensie, is voor Indiè.
Onze hooge defensie-uitgaven zijn niet ge
volg van de kosten der matcrieele weer
macht, maar \an de sterke stijging van
-alnries'Mi en pensioenen.
We hadden na 1930 63 millioen moeten
uitgevon voor Defensie krachtens het aan
genomen vlootplan. Er is echter nog geen
42 millioen uitgegeven. E* is dus een groote
achterstand. Zeker mag de boel niet verder
wegzakken. Waar mogelijk wordt bezuinigd
Voor do Indische landmacht is zes millioen
kregen, voor Nederland is een plan voor
vijf millioen besparing in ver gevorderden
staat- Voor Marine is het onderzoek nog
gaande.
De binnenlandsche wapenfabricage. die
in ons land van geringen omvang is, is bij
de procureur-generaal in onderzoek. Berich
ten over wapenvooiTaten zijn steeds onder
zocht en altijd onjuist bevonden. Voor een
verdachtmaking van de Nederlandsche pers
bestaat geen grond
Voor gemeenten, die van het Rijk
financieel onafhankelijk
zijn, gelden normale verhoudingen. Voorde
andere bestaat een speciaal toezicht in haar
eigen belang, opdat de verloren onafhanke
lijkheid worde hersteld.
Dat de Regeering de crisis aangrijpt om
in haar anti-culturcel streven de gemeenten
aan te tasten, is een beschuldiging van den
heer Wibaut, die geen antwoord verdient
Het Kabinet Is het nog steeds eens over
zijn program en voert dat uit in een doel
bewust beleid. Over ziju
homogeniteit
maakt het zich geen zorg. Het program
wordt uitgevoerd in samenwerking met de
Staten-Generaal. Over medewerking heeft
het Kabinet niet te klagen. Het hoopt, dat
die samenwerking er ook zal zijn bij het
spoedig komende bezu.nigingsontwerp.
De partijen staan vrij tegenover nei Ka
binet. F.r zijn geen afspraken. Bij conflicten
moet men onderscheiden tusschen betrekke
lijk ondergeschikte onderwerpen en gevallen
waarin het regeeren onmogelijk wordt ge
maakt.
Wie een Kabinet ten val brengt, moet in
staat zijn het bewind over te nemen. Vrees
voor oppositie zal het Kabinet niet beïn
vloeden omtrent de richting, welke T meent
in het belang van het 'and te moeten gaan.
MIDDAGVERGADERING
Rede van Minister Oud
Na de pauze was het woord aan den
Minister van F i n a n c i e n.
De Minister begon met de opmerking dat
het doel van de saneering der staats
financiën is het handhaven van don gulden
op de.n tegenwoordigen grondslag. Daardoor
wordt een soüed regeeringsbeleid het best
gewaarborgd.
Waardcverschnivingcn
kunnen ten allon tijde, bij elke waarde
meter voorkomen. De vraag is hop we bij
veranderingen, het economisch leven zoo
goed en zoo «mei mogelijk aanpassen.
Over devaluatie had de Minister ook
enkele opmerkingen ta maken.
Devaluatie brtpokent onzekerheid en
willekeur en wordt daardoor immoreel.
Ingrijpen der overheid in het algemeen
belang is volkomen verantwoord, maar de
vorm van ingrijpen moet moreel verant
woord zijn. Devaluatie is dat niet en voert
af van de verdeelende rechtvaardigheid. Zij
houdt geen rekening met de &eor uiteen-
loopende particuliere omstandigheden. De
ee.n zal groote voordeelen verkrijgen, een
ander wonlt even ongemotiveerd benadeeld.
Daaraan kan de overheid niet meedoen.
Bij het aanpassingsproces moet de over-
hoid optreden. Zij moet dat ook, doen. als
bepaalde groepen door aanpassingsmaatre
gelen zouden ondergaan. Landbouw en
werkloozen zouden moeten ondergaan als
we het aanpassingsproces ongeremd lieten
doorgaan Het zou dan wel snel gaan, maa"
niemand zou er de verantwoordelijkheid
voor durven aanvaarden.
Bij devaluatie is de overheid ln belang
rijke mate partij in het geding. Daarom
moet zij temeer voorzichtig zijn, ook na
haar herhaalde verklaringen, dat zij de
goudwaarde van ons geld niet zou aan
tasten.
Onder bepaalde omstandigheden kan het
ingrijpen in privaatrechtelijke verhoudin
gen noodig zijn. Onderscheiden moet daar
bij tusschen oude en nieuwe overeenkom-
Mlnister Oud
sten. Onverstandig ingrijpen zou een ver
trouwenscrisis in het crediet kunnen ver
oorzaken. Daardoor is ook het hypotheek
probleem zoo moeilijk. Bovendien komt
hier de vraag op: wordt het doel bereikt?
Dat is niet aTitijd zeker.
Hypotheekgolcl tegen lage rente verstrek
ken met staatsgarantie is we! bezwaarlijk.
De staat zou de groote debiteur worden. Met
het opleggen van dien last moet men zeer
zeker heel voorzichtig zijn. Gaat het crediet
wankelen, dan komen we nog verder van
huis dan met devaluatie.
Aantasting van het credietwe
zen waro een sprong in den
afgrond.
De verdeeling van de opbrengst der pro
ductie tusschen arbeid en kapitaal zal door
devaluatie niet verbeteren.
In het aanpassingsproces heeft het kapi
taal al geweldige offers gebracht, soms
veel grooter dan die van den arbeid.
Men heeft rie beteekenis der conversie
van de staatsschuld in beteekenis onder
schat. Die conversie is van groote beteeke
nis geweest ook voor provincies gemeen
ten en andere lichamen. Aanpassen is niet
gemakkelijk, omdat onze verhoudingen stcu
nen op toestanden uit het verleden, die
thans voorbij zijn. Gaan we de rente der
fondsen van sociale instellingen verlagen,
dan brengen we de daarop steunende uitkce
ringen in gevaar.
De aanpassing wordt bemoeilijkt door het
gebrek -aan stabiliteit in de valulavcrhou
dingen. Ook bij devaluatie zouden we daar
voor komen te staan. Het beste om de
internationale stabilisatie te bevorderen, ia
Dc aankomst van Prof. Dr Karl Barth bij hel
gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te
Utrecht, waar hij gisteren zijn eerste college
gaf. V.l.n.r. Prof. Barth, de heeren G. Lans
en B. Logger,
het handhaven van de goudwaarde van den
gulden. Laten we die los, dan vergrooten
we de verwarring.
Om het groote doel te bereiken moeten
onze staatsfinanciën gezond zijn: de begroo
ting moet sluiten De toestand is niet mooi,
maar er is reels heel wat reëel verbeterd,
ondanks het feit, dat onze middelen in da*
lende lijn blijven gaan.
Het blijkt zelfs, dat de voorzichtige ra
mingen van een half jaar terug, te hoog
zijn geweest. Er is zeker eon nadeelig ver
schil van 13 millioen gulden. Bij de ge-
meentefinancien is voorts 6 millioen be
schikbaar gesteld en voor de scheepvaart
moet wat worden gedaan. In totaal ziju
we dan zeker 25 millioen achterop.
Kost de werklooosheid meer. dan moet
het noodige op andere wijze worden ge
vonden. Individueel kan deze of gene mis
schien nog wel wat meer betalen, maar over
de geheele lijn is dat niet mogelijk.
De stelling, dat bij het Werkloosheids-
subsidiefonds overhevelen van geld van de
gemeenten naar het Rijk zou hebben plaats
gehad, is onjuist.
Beiden moeten uit hetzelfde reservoir
putten. Het gaat hier naar den regel: met
elkander voor een ahdc-r. De gemeenten zijn
met de wijziging der Financieele Verhou
dingswet in 1929 beter af geworden. Het
Rijk bracht toen groote offers. En nu moet
het allerlei nalaten, gelijk ook de gemeen
ten moeten doen.
Noodig is verdere vermindering der uit
gaven. Reeds onder het vorig kabinet is
veel bezuinigd. Daarmee is doorgegaan en
we moeten nog verder. Was in het verleden
niet bezuinigd, waar zouden we dan nu
In 1.930 was de Inkomstenbelasting 92'
millioen: voor 1935 zal het niet meer dan
45 millioen zijn. Voor de werkloosheids
uitgaven is alleen 46 millioen noodig, meeï
dus dan de Inkomstenbelasting opbrengt
Bij de Spoorwegen daalden sedert 1929 da
exploitatie v. uitgaven met 31 millioen,
maar de inkomsten met 71 millioen.
Het kabinet begon met 190 millioen te
kort. Nu is het 92 millioen, maar daar zit
ten 42 millioen in. die dooi de Staten-
Generaal reeds zijn toegestaan aan vermin
dering van uitgaven. We staan er dus bud-
eetair 140 millioen beter voor. waaronder
92 millioen aan nieuwe lasten. Bovendien
is het automatisch accries in deze cijfers
venverkt
Voor bezuiniging blijft slechts een betrek
kelijk klein terrein over. Niemand heeft nog
suggesties gegeven hoe het sneller kan. zelfs
niet degenen, die zeggen, dat er te weinig
gedaan is.
Als er nu voorstellen worden aangekon
digd. begint men al te zeggen: hier moet ga
niet bezuinigen en daar moet ge afblijven,
Onju;-t is de voorstelling alsof het
Kabinet gezegd zou hebben, dat het in
korten tijd de financiën zou saneeren.
We zijn nog bezet met een noodver
band en zouden we er in slagen in 1937
de zaak in orde te hebben, dan zou het
Kabinet dankbaar zijn.
Er is thans machtiging van de Staten-
Generaal noodig, ten einde te zorgen, dat
bepaalde maatregelen voor 1936 ten volle
kunnen werken. Die machtigingen zullen
eerlang gevraagd worden De voorbereiding
vorderde tijd en er is hard aan gewerkt.
Tijdig zal de Staten-Generaal een beslissing
kunnen nemer-
Wie de Regeering wil steunen in het be
reiken van het doel. moet geen bezwaren
maken tegen één wetsontwerp. Het plan is
één geheel en moet zoo gezien worden.
De toestand is ernstig, maar niet wan
hopig. Wie dit laatste beweert is on
juist De Regeering is niet defaitistisch,
maar zet er alles op om met medewer
king van de Staten-Generaal het doel,
dat ze zich gesteld heeft, te bereiken.
Er volgden replieken van de heeren
Fock (I-b.), de Savornin Lobman
(C.H.), Wihaut (S.D.), Serrarens
(RK.) en v. F.mbden (V.D.)
Min'ster Colijn dupliceerde, Den
heer Wibaut merkte hij nog op. dnt men bij
de niet-goudlanden bevreesd schijnt, dat de
goudlanden nog van het goud af zullen
gaan. Ze duchten dan een wedloop naar
beneden. Een gezamenlijk initiatief ia nog
op 5 Januari met den Minister president
van een der belangrijkste goudlanden be
sproken. Het gunstige oogenblik zal niet
ongebruikt voorbijgaan.
De beraadslagingen worden gesloten en
de zitting verdaagd tot Dinsdagmiddag
half twee.
Rechtzaken.
Jesia
te Oc-g.-tgei
geviingenl.sf
diende F.
IS-Jnrlgvn winkel
wegens diefstal
wegens mede-