VOEDT
WEKELIJKSCHE
B IJ L A G E
MODE-VAKSCHOLEN
TOBBEN MET DE WASCH
■I ONNOODIGl
W IJ verzorgen Uw geheele wawch,
rtók ondergoed, wol, zijde, gekleurde
roederen, kousen, sokken, werkelijk
onberispelijk.
ONZE tarieven zijn
ONGELOOFLIJK GOEDKOOP!
Kosteloos afhalen en thuisbezorgen
•n de meeste plaatsen.
N.V. OE GOUOSCHE STOOMBLEEKERIJ
Turfslneel 29 Tel. 2600 GOUDA
EEN MAN OVER DE
MODE
Wat Thoreau daar
van dacht
ï>e Man en de Mode, dat zijn twee groot
heden, die weinig aanrakingspunten met
elkander hebben. De man, die een m a n is,
laat zich, voor wat zijn eigen uiterlijk be
treft, in den regel maar weinig aan die
periodieke veranderingen van snit en mate
riaal gelegen liggen, die mode worden ge
noemd. Hij trekt liefst aan, wat hem mak
kelijk zit en practisch voorkomt en laat,
voor zoover het de kleeding van vrouw en
dochters betreft, dit gemoedelijk over aan
zijn echtgenoote, vertrouwend op haar on
derscheidingsvermogen, dat haar behoedt
.voor extravagance.
Een man, die de pen opneemt, om over
zulk een hachelijk onderwerp als Mode zijn
meening te uiten, moet dan ook wel een
bijzonder iemand zijn. Dat was inderdaad
de Amerikaan Henry David Thoreau, die
in 1817 in den staat Massachusetts geboren
■werd, en die zich, behalve door zijn groote
liefde tot de natuur, onderscheidde door
zijn wijsgeerigen kijk op het leven. Deze
aanleg leidde hem er toe, een zoo groot mo
gelijke mate van onafhankelijkheid te zoe
ken en zijn geheim, hoo hij dit tot stand
bracht, drukte hij uit in deze woorden: my
greatest skill has been to want but little;
oftewel mijn grootste bekwaamheid is,
slechts weinig noodig te hebben.
Nog iets anders zat er vast aan zijn zoo
uiterst sobere levenshouding. Thoreau was,
als zoovele anderen voor en na hem, tot. de
erkentenis gekomen, dat de prijs van een
ding is het stuk leven, of zoo men wil tijd,
welke daarvoor aan arbeid gegeven moeten
worden. Bij voorkeur echter besteedde hij
zijn leven aan d:ngen, die hij niet tijdelijk,
doch onvergankelijk achtte.
Wie deze karaktertrekken van den man
kent, zal zich er niet over verbazen, dat hij
ergens schrijft: „Bij de keus van onze klee
ding laten wij ons waarschijnlijk dikwijls
meer leiden door de begeerte naar iets
nieuws, dan naar iets, dat waarlijk bruik
baar is. Laat, wie werk te doen heeft, er
aan denken, dat het doel van kleeren in de
eerste plaats is, de lichaamswarmte te be
waren en ten tweede, bij den huidigen
stand van de samenleving, om de naakt
heid te bedekken. Hoeveel noodzakelijk of
belangrijk werk kon tot stand worden ge
bracht, zonder dat wij eerst daanoor onze
garderobe uitbreiden. Koningen en koningin
nen, die maar één keer een costuum dragen
ofschoon het door een hofleverancier is ge
maakt, weten niet hoe heerlijk het is een
costuum te dragen ,dat p a s L Eiken dag
pssen onze kleeren zich beter bij ons aan
en ontvangen zij meer den indruk van het
karakter van den drager, zoozeer zelfs, dat
wij aarzelen ze af te danken
Thoreau, die zijn leven lang streefde naar
essentieele dingen, spotte dikwijls met wat
de mensehen om hem van zeer veel belang
achtten. Zoo merkte hij terdege op, hoevelen
er achter hun kleeding schuil gaan en
drukte hij dit op de volgende manier uit:
„Wij kennen slechts weinig mannen, wel
feen groot aantal jassen en broeken" en
laat hij zich tot de volgende humoristische
beschouwing verleiden: „Als een heer iets
aan zijn beenen krijgt, kunnen deze door
gaans weer hersteld worden, maar als iets
van gelijken aard met zijn pantalon plaats
heeft, is er niets meer aan te doen. Het zou
nog gemakkelijker voor hem wezen, meteen
kapot been naar de stad te hobbelen, dan
met een kapotte broek, want hij kijkt
niet naar wat respectabel is, slechts naar
wat gerespecteerd wordt".
Over mode, in engeren zin, zelde hij ook
enkele zeer typeerende dingen. „Als ik naar
een kleedingstuk van een bepaalden vorm
vraag" schrijft hij, „deelt mijn kleermaak
ster mij ernstig mede: „Zo maken ze nu
niet zoo". Op dat „ze" legt ze niet eens den
klemtoon, precies alsof ze een autoriteit be
doelde, even onpersoonlijk als de sterren en
ik merk, dat het moeilijk is, om gemaakt
te krijgen, wat ik noodig hdb, eenvoudigweg
omdat zij niet kan gelooven, dat ik werke
lijk meen, wat ik zeg.
Als ik deze orakel-uitspraak hoor, sta ik
©en oogenblik in gedachten verzonken, en
accentueer voor mezelf woord voor woord
om achter de bedoeling daarvan te komen,
om uit te visschen door wat voor graad
van bloedverwantschap die „ze" met m il
verbonden zijn, wat „ze" voor autoriteit
kunnen hebben in een kwestie waarbij ik
zoo van dichtbij betrokken ben.
'lenslotte ben ik dan geneigd, haar met
evenveel geheimzinnigheid te antwoorden,
en met geen grein meer klemtoon op dat
„ze": ,,'t Is waar, tot voor kort maakten
ze ze zoo niet, maar nu doen ze het weer".
Met een zinspeling op het bekende ver
haaltje van den aap, die de muts van der:
matroos had gestolen en hem weer weg
gooide, omdat hij den beroofde eveneens
een Hoofddeksel zag wegwerpen, schrijft hij:
„De hoofdaap in Parijs zet een matrozen
muts op en al de apen in Amerika doer?
hetzelfde".
Wij weten niet, hoe zijn Amerikaansche
medeburgers op dezen uitval hebben gerea
geerd. Niet on waarschijnlijk is het, dat zij
in overgroote meerderheid hem nimmer on
der de oogen hebben gehad en dat de wei
nigen, die zich wel de moeite wilden geven,
den filosoof te lozen, hun schouders ervoor
hebben opgetrokken. Een verstandig mensch
houdt zich meestal voor heel wat nuchter
der dan een wijs mensch.
Nog enkele dingen willen wij uit Thoreau's
notities over de kleeding mededeelen.
„Uver het algemeen", zoo schrijft hij,
„denk ik niet. dat men kan volhouden, dat
in dit of in welk ander land ook het klee-
den lot de waardigheid van een kunst is
opgeklommen. Op het oogenblik dragen de
menschen maar zoo ongeveer hetgeen ze
krijgen kunnen. Als zeelui die schipbreuk
hebben geleden, aantrekken wat ze op het
strand vinden, lachen ze om elkanders mas
kerade, als ze op eenigen afstand zijn, een
afstand m tijd of in ruimte. Elke generatie
lacht om de oude modes, maar volgt de
nieuwe met toewijding.
„Het is een interessante vraag", aldus de
wijsgeer, „in hoeverre menschen hun be
paalde rang zouden houden, indien zij van
hun klecderen waren beroofd. Zoudt u in
zulk een geval van het een of ander gezel
schap geciviliseerde menschen met zeker
heid kunnen zeggen, wie tot de meest ge
respecteerde klasse behoorden?"
Toen mevr. Pfeiffer op haar avontuur
lijke wereldreizen van Oost naar West weer
zoo dicht bij huis kwam als Aziatisch Rus
land, voelde ze, naar zij zegt de noodzaak
om iets anders dan haar reiskostuum aan
te trekken als zij bij autoriteiten op bezoek
gmg, want ze was nu in een geciviliseerd
land, „waarde menschen naar hun
kleeding beoordeeld worden".
Ook deze dame had dus blijkens deze
door Thoreau geciteerde woorden, een
eemgszms cynische kijk op onze bescha
ving.
HANDIGE MANIERTJES
Sommige huisvrouwen hebben de ge
woonte om als zij pinda-kaas maken, wat
slaolie of boter aan de fijngemalen pinda's
toe te voegen. Dit is echter niet noodig,
wanneer men het op de volgende wijze
doet. Men maalt de pinda's eerst door den
notenmolen, daarna door den vleeschmolen.
Zij worden daardoor zóó fijn, dat al de olie
er vanzelf uitkomt en het geheel daardoor
niet alleen vetter wordt, maar ook veel
geuriger en fijner van smaak is.
Als men vensters heeft, waardoor het
tocht, kan men dit voorkomen door er
zandkussens voor te leggen. Men kan deze
zelf maken van cretonne, fluweel e. d. stof
fen, die men mei zand opvult Wil men ze
extra mooi hebben, dan is het aardig, om
de randen te borduren en ze af te maken
met kwasten of pompons.
Wie zijn ruiten graag lang schoon houdt,
moet het eens probeeren om ze met petro
leum af te nemen. Daarna nawrijven mei
een linnen lap.
HANDWERKEN
Gehaakt kraagje en manchetjes
voor een kinderjurkje
Benoodigd: 3 kluwetjes Angora wol, haak
pen no. 3.
70 losse steken haken.
Ie toer: Op de 70 losse haakt men 70
stokjes.
2e toer: 4 stokjes, 3 losse, 8 stokjes, 3 los
se, S stokjes, enz., op het eind weer 4 stok
jes.
3e toer: 3 stokjes, 4 losse, 2 stokjes, om de
boog van de vorige toer, 4 losse, 6 stokjes
boven de 8 stokjes der vorige toer, 4 losse,
2 stokjes, 4 losse, 6 stokjes, enz.
4e toer: 2 stokjes, 5 losse, 4 stokjes, 5
losse, enz.
5e toer: 1 stokje, 5 losse, 6 stokjes, 5 losse,
2 stokjes, 5 losse enz.
Voor de manchetjes zet men 32 steken op,
verder kan men ditzelfde patroon gebrui-
DE W O L, B A A L,
HEEFT
WOL voor Uw nieuw op te zetten werk.
WOL als ge te kort komt.
WOL die gij alléén kunt koopen in
DE WOLBAAL
Bij aankoop van Wol GRATIS
Patroon en onderricht door deskundige
LET OP DE JUISTE ADRESSEN
f Zwartjanslraai 31 tel. 42053
Rotterdam Binnenweg 133 tel. 11605
noueraaal Vlerambachloetr. 137b tel. 30218
l Lustbofatraat 77 tel. 11740
f* u f BoeKhorststraat 132 tel. 113514
Den Maag L.v.Meerdervoon 435 tel. 335021
Oierenscbelaan 83
SCHIEDAM Broertre»! 87 tel. 68745
RAND MET HOEK VOOR TAFELKLEED
Deze rand kan zoowel met wol op Noor-
sche stof of canvas, als met perlé-garen op
zijde of linnen worden uitgevoerd. Het ge
heele patroon Is opgebouwd uit rijgsteken,
platte en schuine steken. Kruissteken zijn
hierbij nier toegepast Kleuren kunnen zelf
bij de omgeving uitgezocht worden.
Elk ruitje van de teekening geldt voor een
draad van het weefsel. Men kan dit natuur
lijk geheel afhankelijk stellen van de stof,
waarop gewerkt wordt Als de verhoudin
gen der teekenir.g maar worden aangehou
den. Ook de grootte van het kleed kan naar
verkiezing bepaald worden.
DUITSCHE DIENSTBODEN
EEN SOCIALE NOOD
ZAKELIJKHEID?
Een Nederlandsche huisvrouw te Berlijn
schnjft ons:
De NederlandscSie Minister van Sociale
Zaken heeft dus verklaard, dat Duitsche
dienstboden voorloopig voor Nederland nog
een sociale noodzakelijkheid vormen. Dat
doet de vraag rijzen: hoe komt het Duij.-
sche dienstmeisje aan haar bekwaamheden
die haar in Nederland onmisbaar maken?
Wie Nederlandsche en Duitsche toestanden
kent kan als oorzaak allereerst aanwijzen,
dat huishoudelijk werk in Duitschland meer
achting geniét dan in Nederland. Hoe dat
komt is natuurlijk niet te zeggen, maar 't
is nu eenmaal zoo. Een feit is het, dat ook
in zeer gegoede kringen de huisvrouwen,
vaak in gezelschap van het keukenmeisje,
persoonlijk boodschappen gaan doen. Met
kennis van zaken zoekt ze het gewenschte
vleesch uit, maakt een keuze uit het aan
geboden fruit, ziet ter plaatse de diverse
soorten rijst maakt piersoonlijk aan eiken
leverancier haar wenschcn kenbaar en
werkt daardoor in hooge mate opvoedend
op haar personeel. Waar het in de stad
vaak onmogelijk is, degelijke kennis van
onderdeel en van het huishouden op te doen,
wordt een meisje en men deed dat reeds
voor er van een „landjaar" sprake was
naar een groot boerenbedrijf, een zgn. „Gut"
gestuurd, om alles in de perfectie te leeren.
Dat beteekent voor het meisje zwaar wer
ken, van 's morgens vier tot 's namiddags
6 uur, met korte pauzen, maar ze leeren
er veel, want zoo'n „Gut" heeft gewoonlijk
een gemengd bedrijf. Van worstmaken tot,
het fijnste gebraad, van ordinaire zure melk
tot de heerlijkste roompudding, van gioen-
tekweéken, inmaken, wecken, alles wordt
geleerd. In weinige dagen wordt het huis
grondig schoongemaakt. Er wordt zelfs bij
geschilderd. Kortom, alle mogelijke werkjes
komen daar te pas.
Wie op een dergelijke wijze heeft leeren
wérken, vindt het Hollandsche huishouden
een peulesdhilletje. Nu heeft natuurlijk niet
ieder Duitsch meisje, dat in .Nederland
komt, zoo'n leerjaar achter den rug, maar
de heele maatstaf en het tempo van wer
ken richt zich daarnaar.
Dan vindt het huishouden vooral van
manlijke zijde, veel meer waardeering. Voor
al in den arbeiders- en kleinen midden
stand valt dat op. Dat hangt in hooge mate
samen met den grooten dunk, die de am
bachtsman van zijn beroep heeft. Waai-
schijnlijk spelen hier ook restanten van de
opvoeding, als militair genoten, een rol. Als
soldaat heeft de Duitscher vooral netheid
op zijn kleeren geleerd en dat is hem bij
gebleven.
Dat de lagere school niet minder dan acht
jaar duurt, vetklaart het keurige briefje,
dat een Duitsch diensmeisje weet te schrij
ven. Er wordt in die acht jaar aardig ge
drild. Een slecht rapport wordt met een
fiksch pak slaag beantwoord en daar is nu
eenmaal speciaal het meisje zeer gevoelig
voor.
Kortom, de heele opvoeding, en speciaal
die in de standen, waaruit het dienstmeisje
spruit; is heel wat minder malsch, dan we
vaak in Holland zien. Het heele onder
scheid in Nederlandsche en Duitsche menta
liteit, dat zich bv. openbaart in den toon,
waarop het in de kazernehoven, vroeger
althans, hier en ginder toegaat, spreekt een
woordje mee.
Ten slotte mag de straffe organisatie van
de Duitsche huisvrouwenvereenigingen niet
vergeten worden. Deze verrichten zeer nut
tig werk. Van overheidswege hebben ze
steeds alle denkbare steun en waardeering
ondervonden. Huishoudscholen en huishoud
cursussen worden door haar onderhouden.
Ze richten op geregelde tijden tentoonstel
lingen in. In Berlijn onderhoudt ze zelfo
een permanente tentoonstelling, waar iedei
fabrikant, die met een nieuw huishoudelijk
artikel aan de markt komt, van waschmid-
delon tot kachels toe, proeven laat nemen.
Vrouwelijke technici vinden hier een dag
taak.
Onder de auspiciën van die vereeniging
staat ook het instituut der „Lehrfrauen'
De huisvrouw, die blijk gegeven heeft, zelf
het huishouden grondig te verstaan, kan
een meisje in de leer nemen, hetzij tegen
vergoeding, hetzij tegen kost- en inwoning,
naar gelang der omstandigheden. Dat meis
je kan later examen deen. De leervrouw
krijgt, wanneer ze eenige meisjes met suc
ces heeft opgeleid, een diploma, dat haar
eventueel het recht geeft, een positie aan
een inrichting, weeshuis, ziekenhuis, of iets
dergelijks te aanvaarden.
Al deze dingen kunnen natuurlijk door
Nederland overgenomen worden, wil men
het euvel, want laten we ruiterlijk be
kennen, dat het een euvel Is, waar taalver
bastering en nog veel meer nadeelen dan
alleen dat van dc over de grens verdwijnen
de spaarpenningen uit voortvloeienl be
strijden. Laten we intusschen hopen, dat de
waardeering voor huishoudelijk werk, die
in Nederland cenigszins begint op te komen
nu zooveel jongemannen werkloos thuis
zitten en de vrouwen veelal werk gevonden
hebben, meer veld mag winnen.
Wanneer het Nederlandsche meisje dan
ook nog haar wel eens een Iets te grooten
mond afwent, dan bestaat er nog wel moge
lijkheid, dat Gretchen plaats maakt voor
Greet en Ursula voor Marietje.
WEKELUKSCH KNIPPATROON
Het zijn ditmaal de kinderen weer eens,
die voor een warme mantel en een mooi
overjasje aan de beurt zijn. Bedde patronen
zijn eenvoudig en kinderlijk en hebben toch
iets moois over zich.
No. 352: mantel voor meisjes van 12 tot
16 jaar. De mantel is vervaardigd van
wollen, klein geruite stof. Een kleine kraag
en epauletten van astrakan zorgen voor de
noodige warmte. De knoopen aan de mou
wen zijn oveneens overtrokken met astra
kan.
Benoodigd materiaal: 3 Meter stof van
130 cM. breed. Prijs van dit patroon is
3 cent per stuk.
No. 353: jasje voor jongens van 7 tot 12
jaar. Het wordt gemaakt van een ruige
Engelsche stof en is in raglamnodel ge
knipt Benoodigd materiaal: 2 Meter vaui
130 cM. breedte. Prijs van dit patroon is
38 cent
Als men soep binden wil en men heeft
bloem, sago noch aardappelmeel bij de
hand, neem dan een geschilden rauwen
aardappel, rasp dien en roer hem vervol
gens door de soep. De soep moet nu nog
'n minuut of vijf doorkoken.
LEVE DE HUTSPOT!
Eet peen! Ziedaar het nieuwe parool,
helwelk in Duitschland doorgegeven wordt
De professoren hebben er natuurlijk het
Initiatief toe genomen.
Zoo schrijft prof. Scheunert, de leider van
het Tierpsvchologisch Universitats-Institut
te Leipzig, dat hij op grond van langdurig
onderzoek tot het resultaat is gekomen, dat
de enorme voedingswaarde van peen niet
met een zeer groot aantal calorieën in ver
band staat maar uitsluitend aan 't groote
vitaminegehalte is toe te schrijven. Daar
door wordt de stofwisseling bevorderd en
komt het andere voedsel als het ware meer
tot zijn recht.
Voor zuigelingen weet de professor geen
boter voedsel dan peensap, dat uit de rauwe
peen geperst wordt. In dat peensap bevindt
zich de kleurstof, de carotine, die aan vita
mine A verwant is. Deze carotine elimi
neert de schadelijke zuren, die in het li
chaam aanwezig zijn.
Prof. Scheunert krijgt assistentie van zijn
oollega pitrf. Bachem te Bonn, die Scheu-
nerts theorieën bevestigt en er nog aan toe
voegt, dat het gebruik van rauwe wortelen
vooral goed is voor het verdrijven van wor
men. Verder beveelt hij wortelsap ook als
een prima huismiddel aan, hertwelk in geen
enkel particulier medicijnkastje mag ont
breken; bij geelzudht, bij stoornis der inge
wanden, bij opzwelling van den lever, steeds
is wortelsap een succes.
Alle goede dingen bestaan uit drieën. En
zoo is het niet te verwonderen, dat ook
Ilugo Schulz, een bekend Duitsch pharma-
coloog, in het geweer komt, om wortelbrei
aan te bevelen als zalfje op etterende won
den en zweren.
Ongekookte wortelen hebben een grootere
geneeskracht dan gekookte. Wil men wor
telen niet rauw eten, dan koke men ze kort
Laat ons hutspot etenl Maar kook hem
niet te lang!
INSCHRIJVING tagen 1 Maart a.s.
ROTTERDAM: Goudsche- L. MAASOEVER: Frans! HILLEGERSBERG:
singel 21P Telefoon 15877 Bekkerstraat 89. Spreekuur I Berglaan 6 Spreekuur:
Spr.uur: Dind. en Donderd. Maandagavond v. 79 u. I Donderdag van 24 uur.
v. 2—4 u. Dir. M. WOLS Dlrectr. N. LAGENDIJK. Directrice: J. STOK.
Gelegenheid voor DAMES en MEISJES in korten tijd hun eigen kleeding te leeren
vervaardigen. DAG- EN AVONDLESSEN
Speciale Middagcursus voor Meisjes v. 1418 j, 4 middagen per week
VRAAGT PROSPECTUS
Beide patronen zijn in alle maten te ver
krijgen bij de „Afdeeling Knippatronen."
van de Uitgeversmaatschappij „De Mijl
paal'', postbox 175 te Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het verschuldigde bedrag, dat kan
worden voldaan in postzegels, per postwis
sel of per postgiro 41G32.
Den lezeressen wordt vriendelijk ver
zocht bij bestelling van één der patronen
duidelijk het gewenschte nummer en de ver
langde maat, d.w.z. boventaille-, heup
wijdte enz. op te geven, benevens de leeftijd
van het kind, voor wie het patroontje be
stemd is.
Gelieve verder naam en adres duidelijk
te vermelden, men voorkomt daardoor on*
noodige vertraging in de toesturing.
Voor Uw jongen!
EEN MECCANODOOS
Alle onderdeelen voorradig
J. v. d. TOORN Co. - Rotterdam
Mathenesserweg 77-79, Tel. 33628 en 36628
E WEG NAAR 'T HART
JULIENNESOEP: Maak een paar wortel
tjes, knolletjes, en een stukje knolselderij
schoon en snipper alles. Kook de reepjes
in de helft van de bouillon gaar, doe er
de rest van de bouillon bij en een klein
stukje boter en even voor het opdoen wat
fijngehakte peterselie.
BR. LOF MET KAASSAUS: Kook ander
half pond Br. lof op de gewone wijze gaar
met een beetje zout en laat ze uitlekken.
Houd ze zoo goed mogelijk heet en maak
een rnelksausje zooals voor bloemkool, roer
hierdoor 3 eetlepeltjus geraspte kaas, giet
dit over hét lof, doe in de schaal hierover
nog wat nootmuskaat
CUSTARDPUDDING MET CITROEN-
SAUS: Kook pudding van een halve liter
inelk, 4 eell. custard en 5 eetl. suiker en
een dun citroenschilletje. Laat voor de saus
een halve liter water zachtjes trekken met
dunne schillen van 2 citroenen, zeef het
vocht en bind het met 2 eetl. aangemengde
sago. Roer er van het vuur nog een ons
basterdsuiker en het gezeefde sap van de
citroenen door.
AARDAPPELSOEP: Maak een L. bouil
lon, snijd 3 preitjes fijn en fruit ze even
in wat boter. Doe ze met de boter bij de
bouillon en laat er ongeveer 8 aardappels
mee in koken tot ze volkomen fijn zijn.
Wrijf, de soep door een zeef en doe er voor
HUTSPOT MET KLAPSTUK: Laat 1
pond klapstuk ca. 1 uur zachtjes trekken
in een halve liter water (koud opzetten),
kook hierin 3 pond schoongemaakte en in
stukken gesneden wortels en een half pond
uien tot ze gaar zijn, zonder deksel. Kook
2 pond aardappels gaar, stamp ze door de
groenten. Doe er een half ons vet bij en
laat alles nog éven op een zacht vuurtje sto
ven.
RIJST MET PRUIMEN: Zet 1 pond prui
men na ze gewasschen te hebben in de
week met zoovepl water tot ze net onder
staan, en een ons sudlcer, desgevvensclht met
een citroenschilletje. Laat ze een nacht wee
kon en breng ze langzaam aan de kook,
laat ze gaar koken.
Kook stijve rijstebrij van I I. melk en 2
ons rijst, roér er een half ons basterdsuiker
door en voorzichtig de pruimen en geef er
hot met sago gebonden sap als saus bij.
GESTOOFDE PEERTJES: Söhil 2 pond
peertjes, snijd ze in de helft, verwijder
steeltjes en klokhuizen. Zet ze op met een
halve liter water, anderhalf ons basterd
suiker en wat kaneel, breng ze aan de kook
cn laat ze zoo lang mogelijk heel zachtjes
koken tot ze rood en gaar zijn. Schep ze
voorzidhtig uit de pan en bind het vocht.
KOOLSOEP: Trek van andeithalve liter
water en 1 pand soepvleesch bouillon, snijd
de helft van een groen kooltje in dunne
reepjes, en bak deze m wat boter en een
half theelepeltje kerry lichtbruin. I.aat de
kool in de boter met een kopje bouillon
gaar koken, doe er, dan de rest van de bouil
Ion bij. Bind de soep met wat sago.
CITROENRIJST: Kook 2 ons rijst ga:
kopjes water met een dun citroenschille
tje en een theel. zout. Verwijder het schil
letje, neem de pan van het vuur, roer er
gezeefde sap van 2 citroenen door en 2 ons
basterdsuiker.. Doe ze in een vorm, presen
teer ze desgev. cnscht met vanillevla.
ZULLEN WE ETEN?
ZONDAG: Jolienncsoep, baklapje, Br. lo!
met kaassaus, custardpudding met
citroensaus.
MAANDAG: Aardappelsoep, hutspot met
klapstuk.
DINSDAG: Gehakt, spruitjes, rijst mei
pruimen.
WOENSDAG: Gestoofde schelvisch, wortel
tjes, ksrnemelksche pap.
DONDERDAG: Varkenscarbanaadjes, ge
stoofde peertjes, chocoladevla.
VRIJDAG: Koolsoep, grcenekool met gebra
den saucijsjes.
ZATERDAG: Uitgebakken spek met grauwe
erwten, citroenrijst.
STEREO
4 KANTE BESCHUIT