VOEDT WEKELIJKSCHE B IJ L A G E MODE-VAKSCHOLEN TOBBEN MET DE WASCH ■I ONNOODIGl W IJ verzorgen Uw geheele wawch, rtók ondergoed, wol, zijde, gekleurde roederen, kousen, sokken, werkelijk onberispelijk. ONZE tarieven zijn ONGELOOFLIJK GOEDKOOP! Kosteloos afhalen en thuisbezorgen •n de meeste plaatsen. N.V. OE GOUOSCHE STOOMBLEEKERIJ Turfslneel 29 Tel. 2600 GOUDA EEN MAN OVER DE MODE Wat Thoreau daar van dacht ï>e Man en de Mode, dat zijn twee groot heden, die weinig aanrakingspunten met elkander hebben. De man, die een m a n is, laat zich, voor wat zijn eigen uiterlijk be treft, in den regel maar weinig aan die periodieke veranderingen van snit en mate riaal gelegen liggen, die mode worden ge noemd. Hij trekt liefst aan, wat hem mak kelijk zit en practisch voorkomt en laat, voor zoover het de kleeding van vrouw en dochters betreft, dit gemoedelijk over aan zijn echtgenoote, vertrouwend op haar on derscheidingsvermogen, dat haar behoedt .voor extravagance. Een man, die de pen opneemt, om over zulk een hachelijk onderwerp als Mode zijn meening te uiten, moet dan ook wel een bijzonder iemand zijn. Dat was inderdaad de Amerikaan Henry David Thoreau, die in 1817 in den staat Massachusetts geboren ■werd, en die zich, behalve door zijn groote liefde tot de natuur, onderscheidde door zijn wijsgeerigen kijk op het leven. Deze aanleg leidde hem er toe, een zoo groot mo gelijke mate van onafhankelijkheid te zoe ken en zijn geheim, hoo hij dit tot stand bracht, drukte hij uit in deze woorden: my greatest skill has been to want but little; oftewel mijn grootste bekwaamheid is, slechts weinig noodig te hebben. Nog iets anders zat er vast aan zijn zoo uiterst sobere levenshouding. Thoreau was, als zoovele anderen voor en na hem, tot. de erkentenis gekomen, dat de prijs van een ding is het stuk leven, of zoo men wil tijd, welke daarvoor aan arbeid gegeven moeten worden. Bij voorkeur echter besteedde hij zijn leven aan d:ngen, die hij niet tijdelijk, doch onvergankelijk achtte. Wie deze karaktertrekken van den man kent, zal zich er niet over verbazen, dat hij ergens schrijft: „Bij de keus van onze klee ding laten wij ons waarschijnlijk dikwijls meer leiden door de begeerte naar iets nieuws, dan naar iets, dat waarlijk bruik baar is. Laat, wie werk te doen heeft, er aan denken, dat het doel van kleeren in de eerste plaats is, de lichaamswarmte te be waren en ten tweede, bij den huidigen stand van de samenleving, om de naakt heid te bedekken. Hoeveel noodzakelijk of belangrijk werk kon tot stand worden ge bracht, zonder dat wij eerst daanoor onze garderobe uitbreiden. Koningen en koningin nen, die maar één keer een costuum dragen ofschoon het door een hofleverancier is ge maakt, weten niet hoe heerlijk het is een costuum te dragen ,dat p a s L Eiken dag pssen onze kleeren zich beter bij ons aan en ontvangen zij meer den indruk van het karakter van den drager, zoozeer zelfs, dat wij aarzelen ze af te danken Thoreau, die zijn leven lang streefde naar essentieele dingen, spotte dikwijls met wat de mensehen om hem van zeer veel belang achtten. Zoo merkte hij terdege op, hoevelen er achter hun kleeding schuil gaan en drukte hij dit op de volgende manier uit: „Wij kennen slechts weinig mannen, wel feen groot aantal jassen en broeken" en laat hij zich tot de volgende humoristische beschouwing verleiden: „Als een heer iets aan zijn beenen krijgt, kunnen deze door gaans weer hersteld worden, maar als iets van gelijken aard met zijn pantalon plaats heeft, is er niets meer aan te doen. Het zou nog gemakkelijker voor hem wezen, meteen kapot been naar de stad te hobbelen, dan met een kapotte broek, want hij kijkt niet naar wat respectabel is, slechts naar wat gerespecteerd wordt". Over mode, in engeren zin, zelde hij ook enkele zeer typeerende dingen. „Als ik naar een kleedingstuk van een bepaalden vorm vraag" schrijft hij, „deelt mijn kleermaak ster mij ernstig mede: „Zo maken ze nu niet zoo". Op dat „ze" legt ze niet eens den klemtoon, precies alsof ze een autoriteit be doelde, even onpersoonlijk als de sterren en ik merk, dat het moeilijk is, om gemaakt te krijgen, wat ik noodig hdb, eenvoudigweg omdat zij niet kan gelooven, dat ik werke lijk meen, wat ik zeg. Als ik deze orakel-uitspraak hoor, sta ik ©en oogenblik in gedachten verzonken, en accentueer voor mezelf woord voor woord om achter de bedoeling daarvan te komen, om uit te visschen door wat voor graad van bloedverwantschap die „ze" met m il verbonden zijn, wat „ze" voor autoriteit kunnen hebben in een kwestie waarbij ik zoo van dichtbij betrokken ben. 'lenslotte ben ik dan geneigd, haar met evenveel geheimzinnigheid te antwoorden, en met geen grein meer klemtoon op dat „ze": ,,'t Is waar, tot voor kort maakten ze ze zoo niet, maar nu doen ze het weer". Met een zinspeling op het bekende ver haaltje van den aap, die de muts van der: matroos had gestolen en hem weer weg gooide, omdat hij den beroofde eveneens een Hoofddeksel zag wegwerpen, schrijft hij: „De hoofdaap in Parijs zet een matrozen muts op en al de apen in Amerika doer? hetzelfde". Wij weten niet, hoe zijn Amerikaansche medeburgers op dezen uitval hebben gerea geerd. Niet on waarschijnlijk is het, dat zij in overgroote meerderheid hem nimmer on der de oogen hebben gehad en dat de wei nigen, die zich wel de moeite wilden geven, den filosoof te lozen, hun schouders ervoor hebben opgetrokken. Een verstandig mensch houdt zich meestal voor heel wat nuchter der dan een wijs mensch. Nog enkele dingen willen wij uit Thoreau's notities over de kleeding mededeelen. „Uver het algemeen", zoo schrijft hij, „denk ik niet. dat men kan volhouden, dat in dit of in welk ander land ook het klee- den lot de waardigheid van een kunst is opgeklommen. Op het oogenblik dragen de menschen maar zoo ongeveer hetgeen ze krijgen kunnen. Als zeelui die schipbreuk hebben geleden, aantrekken wat ze op het strand vinden, lachen ze om elkanders mas kerade, als ze op eenigen afstand zijn, een afstand m tijd of in ruimte. Elke generatie lacht om de oude modes, maar volgt de nieuwe met toewijding. „Het is een interessante vraag", aldus de wijsgeer, „in hoeverre menschen hun be paalde rang zouden houden, indien zij van hun klecderen waren beroofd. Zoudt u in zulk een geval van het een of ander gezel schap geciviliseerde menschen met zeker heid kunnen zeggen, wie tot de meest ge respecteerde klasse behoorden?" Toen mevr. Pfeiffer op haar avontuur lijke wereldreizen van Oost naar West weer zoo dicht bij huis kwam als Aziatisch Rus land, voelde ze, naar zij zegt de noodzaak om iets anders dan haar reiskostuum aan te trekken als zij bij autoriteiten op bezoek gmg, want ze was nu in een geciviliseerd land, „waarde menschen naar hun kleeding beoordeeld worden". Ook deze dame had dus blijkens deze door Thoreau geciteerde woorden, een eemgszms cynische kijk op onze bescha ving. HANDIGE MANIERTJES Sommige huisvrouwen hebben de ge woonte om als zij pinda-kaas maken, wat slaolie of boter aan de fijngemalen pinda's toe te voegen. Dit is echter niet noodig, wanneer men het op de volgende wijze doet. Men maalt de pinda's eerst door den notenmolen, daarna door den vleeschmolen. Zij worden daardoor zóó fijn, dat al de olie er vanzelf uitkomt en het geheel daardoor niet alleen vetter wordt, maar ook veel geuriger en fijner van smaak is. Als men vensters heeft, waardoor het tocht, kan men dit voorkomen door er zandkussens voor te leggen. Men kan deze zelf maken van cretonne, fluweel e. d. stof fen, die men mei zand opvult Wil men ze extra mooi hebben, dan is het aardig, om de randen te borduren en ze af te maken met kwasten of pompons. Wie zijn ruiten graag lang schoon houdt, moet het eens probeeren om ze met petro leum af te nemen. Daarna nawrijven mei een linnen lap. HANDWERKEN Gehaakt kraagje en manchetjes voor een kinderjurkje Benoodigd: 3 kluwetjes Angora wol, haak pen no. 3. 70 losse steken haken. Ie toer: Op de 70 losse haakt men 70 stokjes. 2e toer: 4 stokjes, 3 losse, 8 stokjes, 3 los se, S stokjes, enz., op het eind weer 4 stok jes. 3e toer: 3 stokjes, 4 losse, 2 stokjes, om de boog van de vorige toer, 4 losse, 6 stokjes boven de 8 stokjes der vorige toer, 4 losse, 2 stokjes, 4 losse, 6 stokjes, enz. 4e toer: 2 stokjes, 5 losse, 4 stokjes, 5 losse, enz. 5e toer: 1 stokje, 5 losse, 6 stokjes, 5 losse, 2 stokjes, 5 losse enz. Voor de manchetjes zet men 32 steken op, verder kan men ditzelfde patroon gebrui- DE W O L, B A A L, HEEFT WOL voor Uw nieuw op te zetten werk. WOL als ge te kort komt. WOL die gij alléén kunt koopen in DE WOLBAAL Bij aankoop van Wol GRATIS Patroon en onderricht door deskundige LET OP DE JUISTE ADRESSEN f Zwartjanslraai 31 tel. 42053 Rotterdam Binnenweg 133 tel. 11605 noueraaal Vlerambachloetr. 137b tel. 30218 l Lustbofatraat 77 tel. 11740 f* u f BoeKhorststraat 132 tel. 113514 Den Maag L.v.Meerdervoon 435 tel. 335021 Oierenscbelaan 83 SCHIEDAM Broertre»! 87 tel. 68745 RAND MET HOEK VOOR TAFELKLEED Deze rand kan zoowel met wol op Noor- sche stof of canvas, als met perlé-garen op zijde of linnen worden uitgevoerd. Het ge heele patroon Is opgebouwd uit rijgsteken, platte en schuine steken. Kruissteken zijn hierbij nier toegepast Kleuren kunnen zelf bij de omgeving uitgezocht worden. Elk ruitje van de teekening geldt voor een draad van het weefsel. Men kan dit natuur lijk geheel afhankelijk stellen van de stof, waarop gewerkt wordt Als de verhoudin gen der teekenir.g maar worden aangehou den. Ook de grootte van het kleed kan naar verkiezing bepaald worden. DUITSCHE DIENSTBODEN EEN SOCIALE NOOD ZAKELIJKHEID? Een Nederlandsche huisvrouw te Berlijn schnjft ons: De NederlandscSie Minister van Sociale Zaken heeft dus verklaard, dat Duitsche dienstboden voorloopig voor Nederland nog een sociale noodzakelijkheid vormen. Dat doet de vraag rijzen: hoe komt het Duij.- sche dienstmeisje aan haar bekwaamheden die haar in Nederland onmisbaar maken? Wie Nederlandsche en Duitsche toestanden kent kan als oorzaak allereerst aanwijzen, dat huishoudelijk werk in Duitschland meer achting geniét dan in Nederland. Hoe dat komt is natuurlijk niet te zeggen, maar 't is nu eenmaal zoo. Een feit is het, dat ook in zeer gegoede kringen de huisvrouwen, vaak in gezelschap van het keukenmeisje, persoonlijk boodschappen gaan doen. Met kennis van zaken zoekt ze het gewenschte vleesch uit, maakt een keuze uit het aan geboden fruit, ziet ter plaatse de diverse soorten rijst maakt piersoonlijk aan eiken leverancier haar wenschcn kenbaar en werkt daardoor in hooge mate opvoedend op haar personeel. Waar het in de stad vaak onmogelijk is, degelijke kennis van onderdeel en van het huishouden op te doen, wordt een meisje en men deed dat reeds voor er van een „landjaar" sprake was naar een groot boerenbedrijf, een zgn. „Gut" gestuurd, om alles in de perfectie te leeren. Dat beteekent voor het meisje zwaar wer ken, van 's morgens vier tot 's namiddags 6 uur, met korte pauzen, maar ze leeren er veel, want zoo'n „Gut" heeft gewoonlijk een gemengd bedrijf. Van worstmaken tot, het fijnste gebraad, van ordinaire zure melk tot de heerlijkste roompudding, van gioen- tekweéken, inmaken, wecken, alles wordt geleerd. In weinige dagen wordt het huis grondig schoongemaakt. Er wordt zelfs bij geschilderd. Kortom, alle mogelijke werkjes komen daar te pas. Wie op een dergelijke wijze heeft leeren wérken, vindt het Hollandsche huishouden een peulesdhilletje. Nu heeft natuurlijk niet ieder Duitsch meisje, dat in .Nederland komt, zoo'n leerjaar achter den rug, maar de heele maatstaf en het tempo van wer ken richt zich daarnaar. Dan vindt het huishouden vooral van manlijke zijde, veel meer waardeering. Voor al in den arbeiders- en kleinen midden stand valt dat op. Dat hangt in hooge mate samen met den grooten dunk, die de am bachtsman van zijn beroep heeft. Waai- schijnlijk spelen hier ook restanten van de opvoeding, als militair genoten, een rol. Als soldaat heeft de Duitscher vooral netheid op zijn kleeren geleerd en dat is hem bij gebleven. Dat de lagere school niet minder dan acht jaar duurt, vetklaart het keurige briefje, dat een Duitsch diensmeisje weet te schrij ven. Er wordt in die acht jaar aardig ge drild. Een slecht rapport wordt met een fiksch pak slaag beantwoord en daar is nu eenmaal speciaal het meisje zeer gevoelig voor. Kortom, de heele opvoeding, en speciaal die in de standen, waaruit het dienstmeisje spruit; is heel wat minder malsch, dan we vaak in Holland zien. Het heele onder scheid in Nederlandsche en Duitsche menta liteit, dat zich bv. openbaart in den toon, waarop het in de kazernehoven, vroeger althans, hier en ginder toegaat, spreekt een woordje mee. Ten slotte mag de straffe organisatie van de Duitsche huisvrouwenvereenigingen niet vergeten worden. Deze verrichten zeer nut tig werk. Van overheidswege hebben ze steeds alle denkbare steun en waardeering ondervonden. Huishoudscholen en huishoud cursussen worden door haar onderhouden. Ze richten op geregelde tijden tentoonstel lingen in. In Berlijn onderhoudt ze zelfo een permanente tentoonstelling, waar iedei fabrikant, die met een nieuw huishoudelijk artikel aan de markt komt, van waschmid- delon tot kachels toe, proeven laat nemen. Vrouwelijke technici vinden hier een dag taak. Onder de auspiciën van die vereeniging staat ook het instituut der „Lehrfrauen' De huisvrouw, die blijk gegeven heeft, zelf het huishouden grondig te verstaan, kan een meisje in de leer nemen, hetzij tegen vergoeding, hetzij tegen kost- en inwoning, naar gelang der omstandigheden. Dat meis je kan later examen deen. De leervrouw krijgt, wanneer ze eenige meisjes met suc ces heeft opgeleid, een diploma, dat haar eventueel het recht geeft, een positie aan een inrichting, weeshuis, ziekenhuis, of iets dergelijks te aanvaarden. Al deze dingen kunnen natuurlijk door Nederland overgenomen worden, wil men het euvel, want laten we ruiterlijk be kennen, dat het een euvel Is, waar taalver bastering en nog veel meer nadeelen dan alleen dat van dc over de grens verdwijnen de spaarpenningen uit voortvloeienl be strijden. Laten we intusschen hopen, dat de waardeering voor huishoudelijk werk, die in Nederland cenigszins begint op te komen nu zooveel jongemannen werkloos thuis zitten en de vrouwen veelal werk gevonden hebben, meer veld mag winnen. Wanneer het Nederlandsche meisje dan ook nog haar wel eens een Iets te grooten mond afwent, dan bestaat er nog wel moge lijkheid, dat Gretchen plaats maakt voor Greet en Ursula voor Marietje. WEKELUKSCH KNIPPATROON Het zijn ditmaal de kinderen weer eens, die voor een warme mantel en een mooi overjasje aan de beurt zijn. Bedde patronen zijn eenvoudig en kinderlijk en hebben toch iets moois over zich. No. 352: mantel voor meisjes van 12 tot 16 jaar. De mantel is vervaardigd van wollen, klein geruite stof. Een kleine kraag en epauletten van astrakan zorgen voor de noodige warmte. De knoopen aan de mou wen zijn oveneens overtrokken met astra kan. Benoodigd materiaal: 3 Meter stof van 130 cM. breed. Prijs van dit patroon is 3 cent per stuk. No. 353: jasje voor jongens van 7 tot 12 jaar. Het wordt gemaakt van een ruige Engelsche stof en is in raglamnodel ge knipt Benoodigd materiaal: 2 Meter vaui 130 cM. breedte. Prijs van dit patroon is 38 cent Als men soep binden wil en men heeft bloem, sago noch aardappelmeel bij de hand, neem dan een geschilden rauwen aardappel, rasp dien en roer hem vervol gens door de soep. De soep moet nu nog 'n minuut of vijf doorkoken. LEVE DE HUTSPOT! Eet peen! Ziedaar het nieuwe parool, helwelk in Duitschland doorgegeven wordt De professoren hebben er natuurlijk het Initiatief toe genomen. Zoo schrijft prof. Scheunert, de leider van het Tierpsvchologisch Universitats-Institut te Leipzig, dat hij op grond van langdurig onderzoek tot het resultaat is gekomen, dat de enorme voedingswaarde van peen niet met een zeer groot aantal calorieën in ver band staat maar uitsluitend aan 't groote vitaminegehalte is toe te schrijven. Daar door wordt de stofwisseling bevorderd en komt het andere voedsel als het ware meer tot zijn recht. Voor zuigelingen weet de professor geen boter voedsel dan peensap, dat uit de rauwe peen geperst wordt. In dat peensap bevindt zich de kleurstof, de carotine, die aan vita mine A verwant is. Deze carotine elimi neert de schadelijke zuren, die in het li chaam aanwezig zijn. Prof. Scheunert krijgt assistentie van zijn oollega pitrf. Bachem te Bonn, die Scheu- nerts theorieën bevestigt en er nog aan toe voegt, dat het gebruik van rauwe wortelen vooral goed is voor het verdrijven van wor men. Verder beveelt hij wortelsap ook als een prima huismiddel aan, hertwelk in geen enkel particulier medicijnkastje mag ont breken; bij geelzudht, bij stoornis der inge wanden, bij opzwelling van den lever, steeds is wortelsap een succes. Alle goede dingen bestaan uit drieën. En zoo is het niet te verwonderen, dat ook Ilugo Schulz, een bekend Duitsch pharma- coloog, in het geweer komt, om wortelbrei aan te bevelen als zalfje op etterende won den en zweren. Ongekookte wortelen hebben een grootere geneeskracht dan gekookte. Wil men wor telen niet rauw eten, dan koke men ze kort Laat ons hutspot etenl Maar kook hem niet te lang! INSCHRIJVING tagen 1 Maart a.s. ROTTERDAM: Goudsche- L. MAASOEVER: Frans! HILLEGERSBERG: singel 21P Telefoon 15877 Bekkerstraat 89. Spreekuur I Berglaan 6 Spreekuur: Spr.uur: Dind. en Donderd. Maandagavond v. 79 u. I Donderdag van 24 uur. v. 2—4 u. Dir. M. WOLS Dlrectr. N. LAGENDIJK. Directrice: J. STOK. Gelegenheid voor DAMES en MEISJES in korten tijd hun eigen kleeding te leeren vervaardigen. DAG- EN AVONDLESSEN Speciale Middagcursus voor Meisjes v. 1418 j, 4 middagen per week VRAAGT PROSPECTUS Beide patronen zijn in alle maten te ver krijgen bij de „Afdeeling Knippatronen." van de Uitgeversmaatschappij „De Mijl paal'', postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het verschuldigde bedrag, dat kan worden voldaan in postzegels, per postwis sel of per postgiro 41G32. Den lezeressen wordt vriendelijk ver zocht bij bestelling van één der patronen duidelijk het gewenschte nummer en de ver langde maat, d.w.z. boventaille-, heup wijdte enz. op te geven, benevens de leeftijd van het kind, voor wie het patroontje be stemd is. Gelieve verder naam en adres duidelijk te vermelden, men voorkomt daardoor on* noodige vertraging in de toesturing. Voor Uw jongen! EEN MECCANODOOS Alle onderdeelen voorradig J. v. d. TOORN Co. - Rotterdam Mathenesserweg 77-79, Tel. 33628 en 36628 E WEG NAAR 'T HART JULIENNESOEP: Maak een paar wortel tjes, knolletjes, en een stukje knolselderij schoon en snipper alles. Kook de reepjes in de helft van de bouillon gaar, doe er de rest van de bouillon bij en een klein stukje boter en even voor het opdoen wat fijngehakte peterselie. BR. LOF MET KAASSAUS: Kook ander half pond Br. lof op de gewone wijze gaar met een beetje zout en laat ze uitlekken. Houd ze zoo goed mogelijk heet en maak een rnelksausje zooals voor bloemkool, roer hierdoor 3 eetlepeltjus geraspte kaas, giet dit over hét lof, doe in de schaal hierover nog wat nootmuskaat CUSTARDPUDDING MET CITROEN- SAUS: Kook pudding van een halve liter inelk, 4 eell. custard en 5 eetl. suiker en een dun citroenschilletje. Laat voor de saus een halve liter water zachtjes trekken met dunne schillen van 2 citroenen, zeef het vocht en bind het met 2 eetl. aangemengde sago. Roer er van het vuur nog een ons basterdsuiker en het gezeefde sap van de citroenen door. AARDAPPELSOEP: Maak een L. bouil lon, snijd 3 preitjes fijn en fruit ze even in wat boter. Doe ze met de boter bij de bouillon en laat er ongeveer 8 aardappels mee in koken tot ze volkomen fijn zijn. Wrijf, de soep door een zeef en doe er voor HUTSPOT MET KLAPSTUK: Laat 1 pond klapstuk ca. 1 uur zachtjes trekken in een halve liter water (koud opzetten), kook hierin 3 pond schoongemaakte en in stukken gesneden wortels en een half pond uien tot ze gaar zijn, zonder deksel. Kook 2 pond aardappels gaar, stamp ze door de groenten. Doe er een half ons vet bij en laat alles nog éven op een zacht vuurtje sto ven. RIJST MET PRUIMEN: Zet 1 pond prui men na ze gewasschen te hebben in de week met zoovepl water tot ze net onder staan, en een ons sudlcer, desgevvensclht met een citroenschilletje. Laat ze een nacht wee kon en breng ze langzaam aan de kook, laat ze gaar koken. Kook stijve rijstebrij van I I. melk en 2 ons rijst, roér er een half ons basterdsuiker door en voorzichtig de pruimen en geef er hot met sago gebonden sap als saus bij. GESTOOFDE PEERTJES: Söhil 2 pond peertjes, snijd ze in de helft, verwijder steeltjes en klokhuizen. Zet ze op met een halve liter water, anderhalf ons basterd suiker en wat kaneel, breng ze aan de kook cn laat ze zoo lang mogelijk heel zachtjes koken tot ze rood en gaar zijn. Schep ze voorzidhtig uit de pan en bind het vocht. KOOLSOEP: Trek van andeithalve liter water en 1 pand soepvleesch bouillon, snijd de helft van een groen kooltje in dunne reepjes, en bak deze m wat boter en een half theelepeltje kerry lichtbruin. I.aat de kool in de boter met een kopje bouillon gaar koken, doe er, dan de rest van de bouil Ion bij. Bind de soep met wat sago. CITROENRIJST: Kook 2 ons rijst ga: kopjes water met een dun citroenschille tje en een theel. zout. Verwijder het schil letje, neem de pan van het vuur, roer er gezeefde sap van 2 citroenen door en 2 ons basterdsuiker.. Doe ze in een vorm, presen teer ze desgev. cnscht met vanillevla. ZULLEN WE ETEN? ZONDAG: Jolienncsoep, baklapje, Br. lo! met kaassaus, custardpudding met citroensaus. MAANDAG: Aardappelsoep, hutspot met klapstuk. DINSDAG: Gehakt, spruitjes, rijst mei pruimen. WOENSDAG: Gestoofde schelvisch, wortel tjes, ksrnemelksche pap. DONDERDAG: Varkenscarbanaadjes, ge stoofde peertjes, chocoladevla. VRIJDAG: Koolsoep, grcenekool met gebra den saucijsjes. ZATERDAG: Uitgebakken spek met grauwe erwten, citroenrijst. STEREO 4 KANTE BESCHUIT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 12