llinuur ^ri&sdjr Courant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden 3n Omstreken Vreemde historie abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 2.35 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending450 Bij dagelijksche zending5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/* ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestrvat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 5392 MAANDAG 4 FEBRUARI 1935 15e Jaargang atibertentirprijjen: Van I tot 5 regels Elke regel meer 0.22 Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels2.30 Elke regel meer0.45 Handelsadverlentiên per regel 0.17 Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend 0.10 De S.D.A.P. en de Liga Vorige week verscheen in de roode pers een zwaar artikel van den heer Albarda. gericht tegen een beschouwing in Volk en Vaderland van 26 Jan. 1.1., waarin behandeld werd de breuk van de S.D.A.P. mot de Liga. een besluit van 26 Febr. 1934 en daarna op het Paaschcongres bekrach tigd. (De Liga heet voluit: Internationale Soc. Anti-Oorlogs-Liga en zou ook genoemd kunnen worden de „Schutzbund of Ned. Ar beiders Vredeswacht). Het artikel in Volk en Vaderland zegt o.m.: „Het is nu welhaast een jaar geleden, dat op het Paaschcongres der SDAP de heer Albarda met opzienbarende mede deelingen kwam over zijn „Schutzbund" de Liga. De Li get was eensklaps een ge vaar voor de SDAP geworden. Niet om dat zij met illegale middelen illegale doeleinden nastreefde, maar omdat de politie van deze illegale doeleinden en middelen de bewijzen in banden had ge kregen en de heer Van Schaik op grond van die be wij en de geheele SDAP had kunnen verbieden en ontbinden Hetgeen hij om hem moveerende (bewegende) redenen niet heeft gedaan". Als gewoonlijk bij dergelijke gelegenheden doet de heer Albarda zeer verontwaardigd. Wie durft er nu aan de oprechtheid der SDAP te twijfelen? Daar heeft men geen geheimen en daar wordt niets weggemof feld. Daarom staat er ook als motto boven het artikel: „In alle afdeelingen, op ieder congres der SDAP, heeft ieder lid het recht zijn mee ning te zeggen. Niets kan daar verborgen blijven." En dan volgt er, dat dit in de N.S.B. ge heel anders is. Daar spreekt de leider en de rest zwijgt. Dat laatste kan ons koud laten. Het is een ietwat kinderachtige methode van de roode pers, om als er cri- tiek op de SDAP geoefend wordt, aan an deren te verwijten, dat men juist daar dat kwaad vindt. De vraag rijst echter of de schrijver van het artikel recht heeft er met groote letters boven te plaatsen: „Met de waarheid in strijd". Had de heer Albarda het recht om in zijn venveer te concludeeren: dat het besluit tot verbreking van alle handen met de Liga niet in het congres werd genomen, maar vijf weken vroeger: dat de Liga niet te beschouwen was als de Schutzbund der S.D.A.P., maar dat de Partij zich in de Partijraad van 10 Februari 1934 tegen elke soort van ar- beidersweer had uitgesproken, daarmee bevestigende de uitspraken, die lang te voren meer dan eens door het P.B. wa ren gedaan; dat de Partij tot het verbreken van alle betrekkingen met de Liga niet over ging nadat aan het P.B. gebleken was. dat de politie een onderzoek naar de Liga zou instellen, maar dat het P.B. de zaak reeds ter hand had genomen, en tot beslissing gebracht, vóór dat van eenige bemoeiing der politie iets bekend was. Is dat een krachtige weerlegging? Met groote nadruk verzekert de schrijver, dal het roode P.B. de verhouding van S.D.A.P. cn Liga reeds besprak, omdat er ongerust heid heerschte over de wijze, „waarop deze organisatie zich ontwikkelde"; dat het da- gelijksch bestuur der S.D.A.P. op 22 Febr. „kennis kreeg van feiten, die inderdaad niet overeen te brengen waren met een richtige naleving van de besluiten van de Partijraad en van de overeenkomst tus- Bchen Partij en Liga, waarbij de vorming van een arbeideasweer uitgesloten was; en dat op 26 Febr. d.a.v. alle verbindingen met de Liga werden verbroken. Nu is het ook van belang te weten, dat op diezelfde dag, 26 Febr. 1934, de politie opdracht had gekregen, een onderzoek in te stellen naar de Liga. Echter verklaarde de heer Albarda nadrukkelijk op het Paaschcongres en hij herhaalt het gespati eerd nogmaals, dat het P.B. eerst later van dit politie-optreden hoorde. Het is wel een merkwaardig samentref fen, dat even op dezelfde dag het politie onderzoek begon en de S.D.A.P. zich los maakte van de Liga; had zij dat een dag later gedaan, dan zou dit voor de S.D.A.P. onaangename gevolgen gehad kunnen heb ben; doch wij willen geloovcn, dat het P.B. dit pas later hoorde. Hiermee is echter de zaak niet af. Wat de S.D.A.P. en Liga aangaat, bepaalt 'de heer Albarda zich angstvallig tot hei jaar 1934, zich richtend tegen een artikel in Volk en Vaderland van 26 Jan 1.1. Echter verscheen een vorige week, en gedateerd 25 Jan. 1935, No. 14 van het L i g a-S i g n a a 1, het weekblad van „Tak Nederland" van deze groep cn daar in wordt heel wat meer gezegd dan in het bestreden artikel van „Volk en Vaderland" In de regel gaan wij op dergelijke scheid partijtjes over en weer niet in; vaak zijn het meer dikke woorden, dan wichtige ar gumenten. Maar dit nummer bevat in facsimilé een paar brieven van het partij bestuur der S.D.A.P. aan de leiders van de Liga, welke een wonderlijk licht werpen op de betrouwbaarheid der partij en op nog veel andere dingen. Men kan moeilijk aannemen, dat deze brieven fictief en gefantaseerd zijn; maar dan blijkt er ook uit, dat de SJ7.A.P. zich op 26 Febr. 1934 wel met groot gebaar van de Liga kon afmaken, doch dat zij wezen lijk verantwoordelijk was voor de verkeer de richting. (Wat de ernstige feiten waren, welke in vier dagen de beslissing brachteu, voorzoover wij weten, nooit geopenbaard; ondanks het hooge woord, dat op het con gres niets verborgen kon blijven.) In 't begin van 1932 correspondeerden de leiders van de Vredeswacht druk met het partijbestuur der S.D.A.P. Zij wenschten erkenning \an hun organisatie en ophef fing van het verbod van onverenigbaar heid van het lidmaatschap. En toen gaf de heer Oudegeest, destijds voorzitter van de S.OA.P., aanwijzingen, hoe de statuten an de Liga er moesten uitzien. Uit zijn brief van 11 Maart 1932 knippen we de vol gende citaten: Vierde alinea (van af 2) te lezen. „van die arbeiders, die, ongeacht de gevolgen, bereid zijn iedere oorlogsdiens* te weigeren". Hieraan dient te worden toegevoegd wat als corlogsdienst moet wor den beschouwd. Is dit militieplicht? Ir» dat geval moet ik er tegen waarschuwen Mobilisa'.ie-plicht zou kunnen binnen het raam der partij-resolutie (dappere onge hoorzaamheid?). Ook zou kunnen: wei geren van mobilisatieplicht, wanneer de Staten-Generaal niet heeft besloten, doch alleen de regeering. Hieromtrent zal ik graag nadere op heldering hebben, alvorens ik het oor deel van het P.B. vraag over de geheele aangelegenheid. Vijfde alinea: Het is haar plicht de waarborgen te zoeken en de maatregelen te nemen, door welke een massale wei gering van oorlogsdienst door haar leden en aanhangers met de grootst mogelijke veiligheid worde omringd, opdat de kans van welslagen zoo groot mogelijk zij. Zesde alinea toe te voegen: „Eventu- eele bewapening zal niet geschieden dan in overleg met de Algemeene Raad van S.D.A.P. en N.V.V. Frappant is de herinnering aan de aan sporing tot „dappere ongehoorzaamheid", waarvan de heer Albarda nu liefst zwijgt en over 't geheel blijkt er duidelijk uit, dat de revolutionaire statuten van de Liga door de leiding der SD.A.P. zijn gedicteerd. Na dat „de Vredeswacht" zich ook onderworpen had aan deze voorschriften, volgde wel niet erkenning, dat ze een officieele instel ling der roode beweging zóu zijn, maar op 17 Mei 1932 schreef de heer Woudenberg namens het P. B. wel, dat „de bepalingen, welke voor het P.B. voorheen aanleiding wa ren de vereeniging van het lidmaatschap der Vredeswacht met dat der Partij ongcwenscht te verklaren, thans vervallen zijn". Hieruit zijn verschillende conclusies te trekken. En dan moet men alles in verband zien met de onrust, welke de heer Duys in de partij wekte. Mr. Duys schreef op 16 Jan. 1934 'een brief aan het P.B. ter begeleiding van een ingezonden stuk van den heer Zwert- broek, gedateerd 15 Sept. 1933, dat niet in de roode pers was opgenomen. De heer Duys drong op spoedige maatregelen aan, want, zegt hij: „Zou waar zijn, wat hier wordt mede gedeeld, dan beteekent dit dus, dat het P.B., nadat het wist, dat de doelstelling der Liga onder meer was: „Het vormen van straf georganiseerde groepen o.a. van dienstplichtigen, om eventueel een mobi lisatie te kunnen saboteeren", toch deze Liga heeft goedgekeurd en de onverenig baarheid van het lidmaatschap van de Liga en S.D.A.P. heeft opgeheven. Ik behoef U niet te zeggen, dat ik niet weinig geschrokken ben, toen ik dit las. Immers, wat zou het voor onze partij wel beteekenen, indien bij alles wat wij reeds hebben doorgemaakt, de regeering de we tenschap hiervan kreeg en op grond daar van natuurlijk maatregelen tegen de S.D. A.P. zou moeten nemenl" Hierbij kunnen we het laten. Maar men overwege bij dit alles toch het volgende: Er werd een commissie ingesteld om na te gaan of Mr. Duys ook disciplinair gestraft moest worden wegens het publiceeren van .zijn geruchtmakende brochure. Het P.B. heeft tenslotte kool en geit gespaard. De heer Zwertbroek zou op het Paasch congres een en ander uit de doekjes doen. Men vond echter gelegenheid om hem op 18 Maart, twaalf dagen voor het congres, als secretaris van de V.A.R.A. te ontslaan. De heer Oudegeest, die op 5 Aug. a.s. pas 65 jaar wordt, trad vrij onverwacht, althans op betrekkelijk jeugdige leeftijd, af als voor zitter der S.D.A.P. Mr. Duys vreesde op 16 Jan. 1934 voor ingrijpen der regeering, op grond van statuten, welke door den heer Oudegeest gedicteerd waren: op 26 Febr., tegelijk met het optreden der politie, werden de banden met de Liga verbroken. Dat alles is toch zeer merkwaardig. We werden inlangs in een paar bladen vermaand niet zooveel te schrijven over de onbetrouwbaarheid der S.D.A.P. Deze partij deed toch immers, zij het met vallen en op staan, haar best om op de goede weg te ko- Het kan zijn: maar het vallen schijnt meer met de eigen wenschen over een te stemmen dan het opstaan. INDIE'S ECONOMISCHE POSITIE De industrieele ontwikkeling Financieeele toestand nog zeer zorgelijk Aan de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer in zake de begrooting van Ned.-Indië 1935 ont- leenen wij bet volgende: Ontwikkeling van een eigen nijverheid in Nedcrl.-Indië kan slechts geleidelijk plaats vinden; van een forceeren kan en mag geen sprake zijn, vooral omdat een ruime afzet van Indische landbouw- en mijnbouwpro- ducten op den duur slechts mogelijk zal blijken in rail teger. industrieproducten. Overigens zal er inderdaad reken***g mee moeten worden gehouden, dat industrieele bedrijfsontwikkeling aan de bestendigheid van een herwonnen Indische welvaart ten goede zal kunnen komen. De drang van de omstandigheden zal er daarbij vanzelf toe leiden, dat een ruimer gebruik van inheem sche krachten zal moeten worden gemaakt- De nog zoo overheerschende onzekerheden op economisch gebied sluiten elk gefun deerd oordeel over den toestand, die uit het heden voortkomen zal, buiten. Alleen waar schuwt de minister tegen al te sombere be schouwingen. De wondere aanpassing hij de gewijzigde toestanden doet de toekomst van Indië niet zonder vertrouwen tegemoet zien, tenvijl de over het algemeen gunstige voed selvoorziening in deze tijden mede als een lichtpunt mag worden beschouwd. Het op de begrooting uitgetrokken bedrag ter bevordering van de industrialisatie van Indië is tot dusver toereikend gebleken. De oprichting van een groot textielbedrijf in -Ned.-Indië is thans na voltooing van 't plaatselijk onderzoek, bij de belanghebben den in overweging. Geen crisisraad De Minister is van meening, dat het niet wensohelijk is naast de Economische Com missie nog een speciale Crisisraad in te stellen. Het ligt ln de bedoeling het. depar tement van Eicon. Zaken te Batavia zoo danig te reorganiseeren en uit te breiden, dat de bearbeiding van de verschillende in dezen tijd aan de orde komende aangelegen heden zoo vlot en deskundig mogelijk kan 'aats vinden. Samenwerking met Nederland Teneinde èen nauwere- samenwerking te bevorderen, heeft de minister èe'n ambte lijke commissie ingesteld, welke in samen werking met eenige daartoe door zijn ambt genoot van Econ. Zaken aangewezen amb tenaren een stelselmatig onderzoek instelt naar de mogelijkheid om door concrete maatregelen een versterking van den econo- mischen band tusschen het Moederland en de overzeesche gewesten te verkrijgen. Intusschen kan reeds medegedeeld wor den, dat als resultaat van de voortgezette bemoeiingen der Regeering onlangs is be reikt, dat een groot afnemer van copra en palmolie zich bereid heeft verklaard, deze producten voortaan voor zooveel mogelijk uit Ned.-Indië te betrekken. De Japansche besprekingen Omtrent het verloop en de vooruitzichten an de onderhandelingen met Japan meent de minister voorloopig geen mededeelingen te mogen doen. Hij kan echter de verzeke ring geven, dat hetgeen tot nu door de dele gaties is bereikt, een goeden grondslag op levert voor eventueele verdere besprekingen Het tot stand brengen van een betere han delsvoorlichting in den vreemde ten bate an Indië zal worden voorbereid door de z.g. handelswaarnemers. Er is thans een handelswaamemer voor Ned.-Indië werk zaam in Zuid-Afrika, terwijl voorts de in stelling van een dergelijke functie in Britsch Indië in overweging is. De financieele toestand Dat de financieele toestand van Ned.Indië nog als zeer zorgelijk is te beschouwen, valt inderdaad niet te loochenen Dit mag intus schen het oog niet doen sluiten voor het moedgevend verschijnsel, dat de snelle ach- teraitgang gedurende de eerste jaren van de crisis heeft plaats gemaakt voor een meer stabielen toestand bij de middelen, ter wijl de uitgaven haar dalende lijn blijven voortzetten. Met dat al blijkt nog een belangrijk te kort van f50 millioen op den gewonen dienst te overbruggen, waarna als verder liggend einddoel alle inspanning zal moe ten worden gericht op terugkeer tot een ge zond systeem van schulddelging door ver snelde aflossing. Met partieele besparingen alleen kan de klove tusschen uitgaven en inkomsten niet worden overbrugd. Daartoe zullen ook maatregelen van algemeenen aard moeten meewerken zooals een verdere aanpassing van personeelsuitgaven, verdere reorganisatie van overheidsdiensten, ook door overdracht van bestuurszorg aar gere ressorten, renteverlaging door conversie enzoovoort Of verdere inkrimping van de machts- en gezagsmiddelen verantwoord mag heeten na al hetgeen te dier zake reeds geschied is, moet de minister ernstig betwijfelen. Op 't gebied van nieuwe middelen ziet de minis ter weinig mogelijkheden meer. terwijl van een verhooging van bestaande belastingen geen sprake zal kunnen zijn. Alleen ten aanzien van het denkbeeld tot heffing van een algemeen fiscaal uitvoer recht op rubber staat hij niet volstrekt af wijzend. Te dezer zake is hij reecis met do Indische regeering in overleg getreden. Het dienstjaar 1934 zal vermoedelijk een nadeelig slot opleveren van 63.9 millioen. De ambtenaarssalarissen Inzake verdere aanpassing van de finan cieele positie der landsdienaren aan de ge reduceerde draagkracht van 's Lands bud get, nl. de wijze waarop die zal geschieden, maakt nog een punt van overleg met de Indische regeering uit» Inderdaad is de dis pariteit tusschen het gemiddelde salaris peil in de inlandsche ambten en het geld- inkomen in buitenlandsohe groepen der in- heemsche samenleving door de sterke da ling van dit laatste belangrijk grooter ge worden, zoodat een nadere beschouwing op haar plaats is. De Internationale toestand De ontwikkeling van den internationalen toestand in het Verre Oosten heeft uiter aard de volle aandacht der Regeering. Wel iswaar nopen enkele verschijnselen tot waak zaamheid, maar voor ernstige ongerustheid is, naar de minister meent, geen aanleiding Overneming van de zorg voor de werk- loozen in Indië door de Overheid zou tot consekwcnties van financieelen aard leiden welke in de huidige omstandigheden niette dragen zouden zijn. De pensioenen Van de wenschelijkheid eener spoedige totstandkoming van een doeltreffende rege ling van de pensioenen, waarbij de thans bestaande tegenstellingen tusschen de. op verschillende regelingen gegronde pensioe nen zooveel mogelijk worden opgeheven is de minister ten volle doordrongen. Daartoe strekkende voorstellen zijn thans bij de Indische regeering in overweging De zeemacht Een commissie van deskundigen is inge steld met opdracht te onderzoeken of her ziening van de maritieme weermiddelen in Ned.-Indië mogelijk en gewenscht is. Eerst wanneer deze commissie haar rap port zal hebben uitgebracht, zal do regee ring haar standpunt kunnen bepalen teD aanzien van de toekomstige organisatie der Zeemacht. „Imperiale zelfvoorzieningg" Aan de memorie is toegevoegd een uitvoe rig antwoord van den minister op de nota van den heer v. Poll inzake „imperiale zelf voorziening". In deze antwoordnota zegt de minister, •dat de problemen die zich hier voordoen, veelzijdiger en ingewikkelder zijn dan de uiteenzettingen van den steller der nota zouden doen vermoeden. De Minister komt tot de conclusie, dat Ln genoemde nota de omschrijving is gegeven van een politiek, welke even weinig mogelijk als wcnschelijk moet worden geacht en zoowel voor Neder land als voor Indië slechts schadelijke ge volgen zou hébben. De wijziging der Vleesch- keuringswet Ernstige bezwaren tegen het ontwerp Blijkens 't Voorloopig Verslag der Tweede Kamer inzake de wijziging der Vleeschkeu- ringswet hadden vele leden tegen dit wets ontwerp overwegende bezwaren De voorge stelde regeling zal tot effect hebben, dat de centrale gemeente van een vleeschkeurings- kring eventueel de leiding krijgt van een slachbhuisdienst van een andere gemeente Zulk een inbreuk op de gemeentelijke auto nomie achtten de hier aan het woord zijn de leden in beginsel volstrekt onaanvaard baar en practisch niet uitvoerbaar De vraag rijst, waarom de regeering, in dien zij werkelijk van meening is dat maatregelen moeten getroffen worden tot verlaging van overheidslasten ten gunste van den vleeschprijs, de rijkslasten niet vermindert, die thans op den vleeschprijs drukken, in plaats van een maatregel voor te stellen, waarvan voor niemand een noe menswaard voordeel, doch voor de gemeen ten slechts nadeel is te verwachten, een na deel, waardoor de financieeele positie van een aantal gemeenten in ernstige mate zal worden bemoeilijkt. Verscheidene leden vreesden, dat het wets ontwerp voor een aantal gemeenten een groot geldelijk nadeel zal beteekenen. Dat gemeenten op de slachthuisbedrijven een matige winst maken, achtten zij volstrekt niet aan bedenking onderhevig, omdat daar mede het aan deze bedrijven verbonden risico goedgemaakt moet worden. Verscheidene leden verklaarden zich met dit ontwerp te kunnen vereenigen. Met de regeerinp waren zij van oordeel dat de in de memorie van toelichting vermelde grie ven het treffen van den voorgestelden maat regel rechtvaardigen. Zij vertrouwden, dat dit ontwerp ook tot meer eenheid in de tarie ven zal leiden. Verscheidene leden verklaarden zich met de afzonderlijke regeling van keurloon en slachtrecht niet te kunnen vereenigen. Het lot der Ned. Scheepsbouw- Maatschappij Sluiting voorloopig uitgesteld Naar wij vernemen is de dreigende slui ting bij gebrek aan orders, van de Neder- landsche Scheepsbouw-Mij. in April a.s. voorloopig afgewend. De Maatschappij heeft geen nieuwe opdracht voor den bouw van een schip ontvangen, maar reeds eehi- gen tijd geleden heeft de directie na rijpe overweging besloten, een schip in voorraad te gaan bouwen, een schip dus, voor den bouw waarvan geen bestelling is gegeven, doch waarviov men tijdens den bouw een gegadigde hoopt te vinden. In dit verband is een aanvang gemaakt met deconstructie van een schip van do Koninklijke Shell Voor het in voorraad te bouween schip was eind November het materiaal besteld. Dezer dagen is dit aangekomen. De bijzondere omstandigheden, waaronder dit nieuwe schip wordt gebouwd, zijn door de directie van de werf met het personeel besproken WERK VOOR DE NEDERL. SCHEEPSWERVEN Bouw van zes motor-tankschepen Naar wij vernemen, heeft de Bataaf- sqhe Petroleum Mij. aan de Ned. Scheeps werven opdracht gegeven voor den bouw van zes groote motortankschepen. Dit zullen zijn twee tankschepen van 12100 ton en vier van 9250 ton. Het gaat hier om een bedrag van ruim zes millioen gulden. Het werk zal gemid deld een jaar duren. De Nederlandsche werven zullen on derling in overleg treden in verband met de uitvoering van deze opdracht. Dank zij deze groote opdracht van de Bataafsche is nu weer geruimen tijd voor vele handen werk. De Crisis-collecte te Den Haag De collecte, j.l. Zaterdag voor het Haag- sche Crisis-Comité gehouden, heeft opge bracht ruim f 23.000. Ruim 1300 collectanten hielpen mee dit edrag inzamelen. Zware brand te Rosmalen Een brand, die weldra een groote omvang aannam, brak Zaterdagraid- dag te omstreeks vier in het dorp Rosmalen (N.-Br.) uit Door onbekende oorzaak ontstond brand in de woning van den ijshan- delaar Verhagen. Onmiddellijk werd de brandweer gewaarschuwd en be gon men den inboedel naar buiten te dragen. Het vuur greep door den sterken wind snel om zich heen en weldra stond ook het naastgelegen huis, bewoond door den heer v. cL Donk en zijn gezin in lichter laaie. Van den inboedel kon niet veel won- den gered. De brandweer was intus schen op het terrein verschenen en met man en macht werd de strijd met het vuur aangebonden. Het vuur breidde zich nog steeds uit; twee woningen, ook tot het complex be- hoorende en bewoond door de gezinnen Heyman en Vos, stonden weldra in brand. De brandweer stond vrijwel machteloos te gen de vuurzee en moest zich beperken tot het nathouden van de belendende percee- len. De R.K. jongensschool, die vlak in de nabijheid staat, liep ernstig gevaar en de brandweer had veel moeite het gebouw vol doende nat te houden, temeer daar dooi den sterken wind de vonken honderden meters ver stoven. Nog tot ongeveer half acht heeft het ge duurd voor de brandweer het vuur meester was en het gevaar voor uitbreiding geheel was geweken. Het was, dank zij het krach tig optreden van de brandweer, die assisten tie had gekregen van de brandweer te Hin tham, gelukt de school te behouden, die echter veel waterschade opliep evenals de andere aangrenzende woningen. De schade wordt voor een gedeelte door verzekering gedekt. De huizen zijn hut eigendom van Gebr. van Crey. De brand was op groote afstand zicht baar en velen hadden zich naar de plaats des onheils gespoed om bij het blusschings- werk behulpzaam te zijn. Nog langen tijd was men bezig met nablusschen. Omtrent de oorzaak tast men in het duister. Bij de nablus- sching zijn twee brandweermannen gewond. Bij het inslaan van een ruit liepen de brandweerlieden K. van Grinsven en v. d. Eist verwondingen aan de handen op. K. v. Grinsven, waarvan een ader werd geraakt, is nadat het eerste ver band was gelegd, de woning van een dokter binnengedragen. Felle brand te Berkel Varkens in vlammen Zaterdagmiddag heeft te Berkel aan don Westsingel in een landbouwschuur van den tuinder K Vogelaar een felle brand gewoed. In de schuur, waarin eenige hon derden rieten matten lagen geborgen, be nevens een auto en uinbouwgereedschap- pen, waren ook varkens gehuisvest. Onmid dellijk na het uitbreken van den brand laaiden de vlammen, aangewakkerd door een feilen wind, hoog op. De brandweet werd gealarmeerd, doch het duurde eenigen tijd voor de motorspuit verscheen. De ge heele loods was toen reeds bijna tot den grond toe afgebrand. Vijf arbeiderswoningen, welke dicht bij het brandende perceel staan en groot ge vaar liepen, bleven behouden. De loodsen achter deze woningen evenwel vatten 7lam en verbranden stuk voor stuk. Dertig var kens zijn verbrand, alsmede een vracht auto, eenige rijwielen en verscheidene land bouwgereedschappen. Verzekering dekt de schade. Voornaamste Nieuws. Oit nummer bestaat uit DRIE bladen Blz. 1 Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de Indische Begrooting. De Bataafsche Petroleum Mij. heeft opdracht gegeven voor dc bouw van zes motor-tankschepen. Verschenen is hel Voorloopig Verslag der Tweede Kamer betreffende de wijziging der Vleeschkeuringswu_ Te Rosmalen zijn Te Londen zijn tusschen Frankrijk en Engeland nieuwe grondslagen overeen gekomen voor de vredes-organisatie van Europa, waarbij de vraagstukken van rechtsgelijkheid en veiligheid aan elkan der worden gekoppeld en een luchtpact aan de Locarno-mogendhedcn wordt voorgesteld. stof Blz. 9 Vandaag maken wij een aanvang met een nieuw feuilleton van de hand van D. Krijger, onder de titel „Wu Chang Ho". De Clearing met Du&schland. De Nederland sche Bank zal voortaan wekelijks opgave dom van het afgerekende bedrag. Stijgende industrieele activiteit in de V.S. Bij de stapelloop van de „Rotula" heeft burge meester de Vlugs Zaterdag gesproken over rijn reis naar Rusland. Volgens mcdedeeling van minister Colijn heelt de G. G. een beslissing gen ómen ten aanzien van de toelating van missie en zeacJng op Ba!i. WU CHANG-HO Dit is de titel van het nieuwe feuilleton, waarmede wij vandaag beginnen. Dit boeiende verhaal is weer van de hand van den heer D. K r ij g e r, van wien we onlangs in ons Zon dagsblad die spannende novelle op namen: De bruiloft zonder bruidegom. Ook thans zal weer blijken hoe deze auteur, mede door persoonlijke ervaring, in staat is ons een blik te doën slaan in 't veelszins geheim zinnige en raadselachtige Chineesche volksleven. Maar ook heeft hij in dat land de alles overwinnende kracht ervaren van Christus Evangelie. In dit verhaal laat hij ons op vaak ontroerende wijze zien wat een dappere Zendelinge in de kracht van haar Zender durfde te bestaan. En welk een rijke vrucht zij op haar schier wanhopig pogen mocht zien. Wij behoeven voor dit nieuwe ver- volgverhafil verder geen aandacht te vragen al onze lezers zullen 't met klimmende spanning volgen! De fabrieksbrand te Culemborg Het blusschingswcrk gesaboteerd Op het terrein van de sigarenfabriek der firma Van der Tak Co. te Culemborg, is het vuur opnieuw opgelaaid. Men trachtte het te blussclien met eigen materiaad van de fabriek, doch kon geen water krijgen, het te blusschen met eigen materiaal van van de gemeente gebluscht Wij vernemen in verband hiermede, dat gebleken is, dat de straalpijp, die aangesloten moet worden op de waterleiding met zakken was dichtgestopt. zoouat het brandblusch- materiaal van de fabriek onbruikbaar was. Zooals bekend, is reeds onmiddellijk na het uitbreken van den brand geconstateerd, dat er brandstichting in het spel moest zijn Thans blijkt, dat ook het brandbtusrh- matcriaal tevoren onbruikbaar was gemaakt. De politie onderzoekt thans ook deze zaak. VERDRONKEN Te Amsterdam is uit het water ann de Mauritskarle het lijk opgehaald van een 28-jarige vrouw. Het stoffelijk overschot is vervoerd naar het Binnen-gasthuis,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1