llinuur ^ri&sdjr Courant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden 3n Omstreken
Vreemde historie
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 2.35
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending450
Bij dagelijksche zending5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/* ct
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestrvat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 5392
MAANDAG 4 FEBRUARI 1935
15e Jaargang
atibertentirprijjen:
Van I tot 5 regels
Elke regel meer 0.22
Ingezonden Mededeelingen
van 1—5 regels2.30
Elke regel meer0.45
Handelsadverlentiên per regel 0.17
Bij contract belangrijke korting
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend 0.10
De S.D.A.P. en de Liga
Vorige week verscheen in de roode pers
een zwaar artikel van den heer Albarda.
gericht tegen een beschouwing in Volk
en Vaderland van 26 Jan. 1.1., waarin
behandeld werd de breuk van de S.D.A.P.
mot de Liga. een besluit van 26 Febr. 1934
en daarna op het Paaschcongres bekrach
tigd. (De Liga heet voluit: Internationale
Soc. Anti-Oorlogs-Liga en zou ook genoemd
kunnen worden de „Schutzbund of Ned. Ar
beiders Vredeswacht).
Het artikel in Volk en Vaderland
zegt o.m.:
„Het is nu welhaast een jaar geleden,
dat op het Paaschcongres der SDAP de
heer Albarda met opzienbarende mede
deelingen kwam over zijn „Schutzbund"
de Liga. De Li get was eensklaps een ge
vaar voor de SDAP geworden. Niet om
dat zij met illegale middelen illegale
doeleinden nastreefde, maar omdat de
politie van deze illegale doeleinden en
middelen de bewijzen in banden had ge
kregen en de heer Van Schaik op grond
van die be wij en de geheele SDAP had
kunnen verbieden en ontbinden Hetgeen
hij om hem moveerende (bewegende)
redenen niet heeft gedaan".
Als gewoonlijk bij dergelijke gelegenheden
doet de heer Albarda zeer verontwaardigd.
Wie durft er nu aan de oprechtheid der
SDAP te twijfelen? Daar heeft men geen
geheimen en daar wordt niets weggemof
feld. Daarom staat er ook als motto boven
het artikel:
„In alle afdeelingen, op ieder congres der
SDAP, heeft ieder lid het recht zijn mee
ning te zeggen. Niets kan daar verborgen
blijven."
En dan volgt er, dat dit in de N.S.B. ge
heel anders is. Daar spreekt de leider en
de rest zwijgt. Dat laatste kan ons koud
laten. Het is een ietwat kinderachtige
methode van de roode pers, om als er cri-
tiek op de SDAP geoefend wordt, aan an
deren te verwijten, dat men juist daar dat
kwaad vindt.
De vraag rijst echter of de schrijver van
het artikel recht heeft er met groote letters
boven te plaatsen: „Met de waarheid in
strijd". Had de heer Albarda het recht om
in zijn venveer te concludeeren:
dat het besluit tot verbreking van alle
handen met de Liga niet in het congres
werd genomen, maar vijf weken vroeger:
dat de Liga niet te beschouwen was
als de Schutzbund der S.D.A.P., maar
dat de Partij zich in de Partijraad van
10 Februari 1934 tegen elke soort van ar-
beidersweer had uitgesproken, daarmee
bevestigende de uitspraken, die lang te
voren meer dan eens door het P.B. wa
ren gedaan;
dat de Partij tot het verbreken van
alle betrekkingen met de Liga niet over
ging nadat aan het P.B. gebleken
was. dat de politie een onderzoek naar
de Liga zou instellen, maar dat het P.B.
de zaak reeds ter hand had genomen, en
tot beslissing gebracht, vóór dat van
eenige bemoeiing der politie iets bekend
was.
Is dat een krachtige weerlegging? Met
groote nadruk verzekert de schrijver, dal
het roode P.B. de verhouding van S.D.A.P.
cn Liga reeds besprak, omdat er ongerust
heid heerschte over de wijze, „waarop deze
organisatie zich ontwikkelde"; dat het da-
gelijksch bestuur der S.D.A.P. op 22 Febr.
„kennis kreeg van feiten, die inderdaad
niet overeen te brengen waren met een
richtige naleving van de besluiten van de
Partijraad en van de overeenkomst tus-
Bchen Partij en Liga, waarbij de vorming
van een arbeideasweer uitgesloten was; en
dat op 26 Febr. d.a.v. alle verbindingen met
de Liga werden verbroken.
Nu is het ook van belang te weten, dat
op diezelfde dag, 26 Febr. 1934, de politie
opdracht had gekregen, een onderzoek in
te stellen naar de Liga. Echter verklaarde
de heer Albarda nadrukkelijk op het
Paaschcongres en hij herhaalt het gespati
eerd nogmaals, dat het P.B. eerst later
van dit politie-optreden hoorde.
Het is wel een merkwaardig samentref
fen, dat even op dezelfde dag het politie
onderzoek begon en de S.D.A.P. zich los
maakte van de Liga; had zij dat een dag
later gedaan, dan zou dit voor de S.D.A.P.
onaangename gevolgen gehad kunnen heb
ben; doch wij willen geloovcn, dat het
P.B. dit pas later hoorde.
Hiermee is echter de zaak niet af.
Wat de S.D.A.P. en Liga aangaat, bepaalt
'de heer Albarda zich angstvallig tot hei
jaar 1934, zich richtend tegen een artikel
in Volk en Vaderland van 26 Jan
1.1. Echter verscheen een vorige week, en
gedateerd 25 Jan. 1935, No. 14 van het
L i g a-S i g n a a 1, het weekblad van
„Tak Nederland" van deze groep cn daar
in wordt heel wat meer gezegd dan in het
bestreden artikel van „Volk en Vaderland"
In de regel gaan wij op dergelijke scheid
partijtjes over en weer niet in; vaak zijn
het meer dikke woorden, dan wichtige ar
gumenten. Maar dit nummer bevat in
facsimilé een paar brieven van het partij
bestuur der S.D.A.P. aan de leiders van de
Liga, welke een wonderlijk licht werpen op
de betrouwbaarheid der partij en op nog
veel andere dingen.
Men kan moeilijk aannemen, dat deze
brieven fictief en gefantaseerd zijn; maar
dan blijkt er ook uit, dat de SJ7.A.P. zich
op 26 Febr. 1934 wel met groot gebaar van
de Liga kon afmaken, doch dat zij wezen
lijk verantwoordelijk was voor de verkeer
de richting. (Wat de ernstige feiten waren,
welke in vier dagen de beslissing brachteu,
voorzoover wij weten, nooit geopenbaard;
ondanks het hooge woord, dat op het con
gres niets verborgen kon blijven.)
In 't begin van 1932 correspondeerden de
leiders van de Vredeswacht druk met het
partijbestuur der S.D.A.P. Zij wenschten
erkenning \an hun organisatie en ophef
fing van het verbod van onverenigbaar
heid van het lidmaatschap. En toen gaf de
heer Oudegeest, destijds voorzitter van
de S.OA.P., aanwijzingen, hoe de statuten
an de Liga er moesten uitzien. Uit zijn
brief van 11 Maart 1932 knippen we de vol
gende citaten:
Vierde alinea (van af 2) te lezen.
„van die arbeiders, die, ongeacht de
gevolgen, bereid zijn iedere oorlogsdiens*
te weigeren".
Hieraan dient te worden toegevoegd
wat als corlogsdienst moet wor
den beschouwd. Is dit militieplicht? Ir»
dat geval moet ik er tegen waarschuwen
Mobilisa'.ie-plicht zou kunnen binnen het
raam der partij-resolutie (dappere onge
hoorzaamheid?). Ook zou kunnen: wei
geren van mobilisatieplicht, wanneer de
Staten-Generaal niet heeft besloten, doch
alleen de regeering.
Hieromtrent zal ik graag nadere op
heldering hebben, alvorens ik het oor
deel van het P.B. vraag over de geheele
aangelegenheid.
Vijfde alinea: Het is haar plicht de
waarborgen te zoeken en de maatregelen
te nemen, door welke een massale wei
gering van oorlogsdienst door haar leden
en aanhangers met de grootst mogelijke
veiligheid worde omringd, opdat de kans
van welslagen zoo groot mogelijk zij.
Zesde alinea toe te voegen: „Eventu-
eele bewapening zal niet geschieden dan
in overleg met de Algemeene Raad van
S.D.A.P. en N.V.V.
Frappant is de herinnering aan de aan
sporing tot „dappere ongehoorzaamheid",
waarvan de heer Albarda nu liefst zwijgt
en over 't geheel blijkt er duidelijk uit, dat
de revolutionaire statuten van de Liga door
de leiding der SD.A.P. zijn gedicteerd. Na
dat „de Vredeswacht" zich ook onderworpen
had aan deze voorschriften, volgde wel niet
erkenning, dat ze een officieele instel
ling der roode beweging zóu zijn, maar op
17 Mei 1932 schreef de heer Woudenberg
namens het P. B. wel, dat „de bepalingen,
welke voor het P.B. voorheen aanleiding wa
ren de vereeniging van het lidmaatschap der
Vredeswacht met dat der Partij ongcwenscht
te verklaren, thans vervallen zijn".
Hieruit zijn verschillende conclusies te
trekken. En dan moet men alles in verband
zien met de onrust, welke de heer Duys in de
partij wekte. Mr. Duys schreef op 16 Jan.
1934 'een brief aan het P.B. ter begeleiding
van een ingezonden stuk van den heer Zwert-
broek, gedateerd 15 Sept. 1933, dat niet in de
roode pers was opgenomen. De heer Duys
drong op spoedige maatregelen aan, want,
zegt hij:
„Zou waar zijn, wat hier wordt mede
gedeeld, dan beteekent dit dus, dat het
P.B., nadat het wist, dat de doelstelling
der Liga onder meer was: „Het vormen
van straf georganiseerde groepen o.a. van
dienstplichtigen, om eventueel een mobi
lisatie te kunnen saboteeren", toch deze
Liga heeft goedgekeurd en de onverenig
baarheid van het lidmaatschap van de
Liga en S.D.A.P. heeft opgeheven.
Ik behoef U niet te zeggen, dat ik niet
weinig geschrokken ben, toen ik dit las.
Immers, wat zou het voor onze partij wel
beteekenen, indien bij alles wat wij reeds
hebben doorgemaakt, de regeering de we
tenschap hiervan kreeg en op grond daar
van natuurlijk maatregelen tegen de S.D.
A.P. zou moeten nemenl"
Hierbij kunnen we het laten. Maar men
overwege bij dit alles toch het volgende:
Er werd een commissie ingesteld om na
te gaan of Mr. Duys ook disciplinair gestraft
moest worden wegens het publiceeren van
.zijn geruchtmakende brochure. Het P.B.
heeft tenslotte kool en geit gespaard.
De heer Zwertbroek zou op het Paasch
congres een en ander uit de doekjes doen.
Men vond echter gelegenheid om hem op
18 Maart, twaalf dagen voor het congres, als
secretaris van de V.A.R.A. te ontslaan.
De heer Oudegeest, die op 5 Aug. a.s. pas
65 jaar wordt, trad vrij onverwacht, althans
op betrekkelijk jeugdige leeftijd, af als voor
zitter der S.D.A.P. Mr. Duys vreesde op 16
Jan. 1934 voor ingrijpen der regeering, op
grond van statuten, welke door den heer
Oudegeest gedicteerd waren: op 26 Febr.,
tegelijk met het optreden der politie, werden
de banden met de Liga verbroken.
Dat alles is toch zeer merkwaardig.
We werden inlangs in een paar bladen
vermaand niet zooveel te schrijven over de
onbetrouwbaarheid der S.D.A.P. Deze partij
deed toch immers, zij het met vallen en op
staan, haar best om op de goede weg te ko-
Het kan zijn: maar het vallen schijnt meer
met de eigen wenschen over een te stemmen
dan het opstaan.
INDIE'S ECONOMISCHE
POSITIE
De industrieele ontwikkeling
Financieeele toestand nog zeer
zorgelijk
Aan de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer in
zake de begrooting van Ned.-Indië 1935 ont-
leenen wij bet volgende:
Ontwikkeling van een eigen nijverheid in
Nedcrl.-Indië kan slechts geleidelijk plaats
vinden; van een forceeren kan en mag geen
sprake zijn, vooral omdat een ruime afzet
van Indische landbouw- en mijnbouwpro-
ducten op den duur slechts mogelijk zal
blijken in rail teger. industrieproducten.
Overigens zal er inderdaad reken***g mee
moeten worden gehouden, dat industrieele
bedrijfsontwikkeling aan de bestendigheid
van een herwonnen Indische welvaart ten
goede zal kunnen komen. De drang van de
omstandigheden zal er daarbij vanzelf toe
leiden, dat een ruimer gebruik van inheem
sche krachten zal moeten worden gemaakt-
De nog zoo overheerschende onzekerheden
op economisch gebied sluiten elk gefun
deerd oordeel over den toestand, die uit het
heden voortkomen zal, buiten. Alleen waar
schuwt de minister tegen al te sombere be
schouwingen. De wondere aanpassing hij de
gewijzigde toestanden doet de toekomst van
Indië niet zonder vertrouwen tegemoet zien,
tenvijl de over het algemeen gunstige voed
selvoorziening in deze tijden mede als een
lichtpunt mag worden beschouwd.
Het op de begrooting uitgetrokken bedrag
ter bevordering van de industrialisatie van
Indië is tot dusver toereikend gebleken.
De oprichting van een groot textielbedrijf
in -Ned.-Indië is thans na voltooing van 't
plaatselijk onderzoek, bij de belanghebben
den in overweging.
Geen crisisraad
De Minister is van meening, dat het niet
wensohelijk is naast de Economische Com
missie nog een speciale Crisisraad in te
stellen. Het ligt ln de bedoeling het. depar
tement van Eicon. Zaken te Batavia zoo
danig te reorganiseeren en uit te breiden,
dat de bearbeiding van de verschillende in
dezen tijd aan de orde komende aangelegen
heden zoo vlot en deskundig mogelijk kan
'aats vinden.
Samenwerking met Nederland
Teneinde èen nauwere- samenwerking te
bevorderen, heeft de minister èe'n ambte
lijke commissie ingesteld, welke in samen
werking met eenige daartoe door zijn ambt
genoot van Econ. Zaken aangewezen amb
tenaren een stelselmatig onderzoek instelt
naar de mogelijkheid om door concrete
maatregelen een versterking van den econo-
mischen band tusschen het Moederland en
de overzeesche gewesten te verkrijgen.
Intusschen kan reeds medegedeeld wor
den, dat als resultaat van de voortgezette
bemoeiingen der Regeering onlangs is be
reikt, dat een groot afnemer van copra en
palmolie zich bereid heeft verklaard, deze
producten voortaan voor zooveel mogelijk
uit Ned.-Indië te betrekken.
De Japansche besprekingen
Omtrent het verloop en de vooruitzichten
an de onderhandelingen met Japan meent
de minister voorloopig geen mededeelingen
te mogen doen. Hij kan echter de verzeke
ring geven, dat hetgeen tot nu door de dele
gaties is bereikt, een goeden grondslag op
levert voor eventueele verdere besprekingen
Het tot stand brengen van een betere han
delsvoorlichting in den vreemde ten bate
an Indië zal worden voorbereid door de
z.g. handelswaarnemers. Er is thans een
handelswaamemer voor Ned.-Indië werk
zaam in Zuid-Afrika, terwijl voorts de in
stelling van een dergelijke functie in Britsch
Indië in overweging is.
De financieele toestand
Dat de financieele toestand van Ned.Indië
nog als zeer zorgelijk is te beschouwen, valt
inderdaad niet te loochenen Dit mag intus
schen het oog niet doen sluiten voor het
moedgevend verschijnsel, dat de snelle ach-
teraitgang gedurende de eerste jaren van
de crisis heeft plaats gemaakt voor een
meer stabielen toestand bij de middelen, ter
wijl de uitgaven haar dalende lijn blijven
voortzetten.
Met dat al blijkt nog een belangrijk te
kort van f50 millioen op den gewonen
dienst te overbruggen, waarna als verder
liggend einddoel alle inspanning zal moe
ten worden gericht op terugkeer tot een ge
zond systeem van schulddelging door ver
snelde aflossing. Met partieele besparingen
alleen kan de klove tusschen uitgaven en
inkomsten niet worden overbrugd. Daartoe
zullen ook maatregelen van algemeenen
aard moeten meewerken zooals een verdere
aanpassing van personeelsuitgaven, verdere
reorganisatie van overheidsdiensten, ook
door overdracht van bestuurszorg aar
gere ressorten, renteverlaging door conversie
enzoovoort
Of verdere inkrimping van de machts- en
gezagsmiddelen verantwoord mag heeten na
al hetgeen te dier zake reeds geschied is,
moet de minister ernstig betwijfelen. Op 't
gebied van nieuwe middelen ziet de minis
ter weinig mogelijkheden meer. terwijl van
een verhooging van bestaande belastingen
geen sprake zal kunnen zijn.
Alleen ten aanzien van het denkbeeld tot
heffing van een algemeen fiscaal uitvoer
recht op rubber staat hij niet volstrekt af
wijzend. Te dezer zake is hij reecis met do
Indische regeering in overleg getreden.
Het dienstjaar 1934 zal vermoedelijk een
nadeelig slot opleveren van 63.9 millioen.
De ambtenaarssalarissen
Inzake verdere aanpassing van de finan
cieele positie der landsdienaren aan de ge
reduceerde draagkracht van 's Lands bud
get, nl. de wijze waarop die zal geschieden,
maakt nog een punt van overleg met de
Indische regeering uit» Inderdaad is de dis
pariteit tusschen het gemiddelde salaris
peil in de inlandsche ambten en het geld-
inkomen in buitenlandsohe groepen der in-
heemsche samenleving door de sterke da
ling van dit laatste belangrijk grooter ge
worden, zoodat een nadere beschouwing op
haar plaats is.
De Internationale toestand
De ontwikkeling van den internationalen
toestand in het Verre Oosten heeft uiter
aard de volle aandacht der Regeering. Wel
iswaar nopen enkele verschijnselen tot waak
zaamheid, maar voor ernstige ongerustheid
is, naar de minister meent, geen aanleiding
Overneming van de zorg voor de werk-
loozen in Indië door de Overheid zou tot
consekwcnties van financieelen aard leiden
welke in de huidige omstandigheden niette
dragen zouden zijn.
De pensioenen
Van de wenschelijkheid eener spoedige
totstandkoming van een doeltreffende rege
ling van de pensioenen, waarbij de thans
bestaande tegenstellingen tusschen de. op
verschillende regelingen gegronde pensioe
nen zooveel mogelijk worden opgeheven is
de minister ten volle doordrongen.
Daartoe strekkende voorstellen zijn thans
bij de Indische regeering in overweging
De zeemacht
Een commissie van deskundigen is inge
steld met opdracht te onderzoeken of her
ziening van de maritieme weermiddelen in
Ned.-Indië mogelijk en gewenscht is.
Eerst wanneer deze commissie haar rap
port zal hebben uitgebracht, zal do regee
ring haar standpunt kunnen bepalen teD
aanzien van de toekomstige organisatie der
Zeemacht.
„Imperiale zelfvoorzieningg"
Aan de memorie is toegevoegd een uitvoe
rig antwoord van den minister op de nota
van den heer v. Poll inzake „imperiale zelf
voorziening".
In deze antwoordnota zegt de minister,
•dat de problemen die zich hier voordoen,
veelzijdiger en ingewikkelder zijn dan de
uiteenzettingen van den steller der nota
zouden doen vermoeden. De Minister komt
tot de conclusie, dat Ln genoemde nota de
omschrijving is gegeven van een politiek,
welke even weinig mogelijk als wcnschelijk
moet worden geacht en zoowel voor Neder
land als voor Indië slechts schadelijke ge
volgen zou hébben.
De wijziging der Vleesch-
keuringswet
Ernstige bezwaren tegen het ontwerp
Blijkens 't Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake de wijziging der Vleeschkeu-
ringswet hadden vele leden tegen dit wets
ontwerp overwegende bezwaren De voorge
stelde regeling zal tot effect hebben, dat de
centrale gemeente van een vleeschkeurings-
kring eventueel de leiding krijgt van een
slachbhuisdienst van een andere gemeente
Zulk een inbreuk op de gemeentelijke auto
nomie achtten de hier aan het woord zijn
de leden in beginsel volstrekt onaanvaard
baar en practisch niet uitvoerbaar
De vraag rijst, waarom de regeering, in
dien zij werkelijk van meening is dat
maatregelen moeten getroffen worden tot
verlaging van overheidslasten ten gunste
van den vleeschprijs, de rijkslasten niet
vermindert, die thans op den vleeschprijs
drukken, in plaats van een maatregel voor
te stellen, waarvan voor niemand een noe
menswaard voordeel, doch voor de gemeen
ten slechts nadeel is te verwachten, een na
deel, waardoor de financieeele positie van
een aantal gemeenten in ernstige mate zal
worden bemoeilijkt.
Verscheidene leden vreesden, dat het wets
ontwerp voor een aantal gemeenten een
groot geldelijk nadeel zal beteekenen. Dat
gemeenten op de slachthuisbedrijven een
matige winst maken, achtten zij volstrekt
niet aan bedenking onderhevig, omdat daar
mede het aan deze bedrijven verbonden
risico goedgemaakt moet worden.
Verscheidene leden verklaarden zich met
dit ontwerp te kunnen vereenigen. Met de
regeerinp waren zij van oordeel dat de in
de memorie van toelichting vermelde grie
ven het treffen van den voorgestelden maat
regel rechtvaardigen. Zij vertrouwden, dat
dit ontwerp ook tot meer eenheid in de tarie
ven zal leiden.
Verscheidene leden verklaarden zich met
de afzonderlijke regeling van keurloon en
slachtrecht niet te kunnen vereenigen.
Het lot der Ned. Scheepsbouw-
Maatschappij
Sluiting voorloopig uitgesteld
Naar wij vernemen is de dreigende slui
ting bij gebrek aan orders, van de Neder-
landsche Scheepsbouw-Mij. in April a.s.
voorloopig afgewend. De Maatschappij
heeft geen nieuwe opdracht voor den bouw
van een schip ontvangen, maar reeds eehi-
gen tijd geleden heeft de directie na rijpe
overweging besloten, een schip in voorraad
te gaan bouwen, een schip dus, voor den
bouw waarvan geen bestelling is gegeven,
doch waarviov men tijdens den bouw een
gegadigde hoopt te vinden. In dit verband
is een aanvang gemaakt met deconstructie
van een schip van do Koninklijke Shell
Voor het in voorraad te bouween schip
was eind November het materiaal besteld.
Dezer dagen is dit aangekomen.
De bijzondere omstandigheden, waaronder
dit nieuwe schip wordt gebouwd, zijn door
de directie van de werf met het personeel
besproken
WERK VOOR DE NEDERL.
SCHEEPSWERVEN
Bouw van zes motor-tankschepen
Naar wij vernemen, heeft de Bataaf-
sqhe Petroleum Mij. aan de Ned. Scheeps
werven opdracht gegeven voor den bouw
van zes groote motortankschepen. Dit
zullen zijn twee tankschepen van 12100
ton en vier van 9250 ton.
Het gaat hier om een bedrag van ruim
zes millioen gulden. Het werk zal gemid
deld een jaar duren.
De Nederlandsche werven zullen on
derling in overleg treden in verband met
de uitvoering van deze opdracht.
Dank zij deze groote opdracht van de
Bataafsche is nu weer geruimen tijd voor
vele handen werk.
De Crisis-collecte te Den Haag
De collecte, j.l. Zaterdag voor het Haag-
sche Crisis-Comité gehouden, heeft opge
bracht ruim f 23.000.
Ruim 1300 collectanten hielpen mee dit
edrag inzamelen.
Zware brand te Rosmalen
Een brand, die weldra een groote
omvang aannam, brak Zaterdagraid-
dag te omstreeks vier in het dorp
Rosmalen (N.-Br.) uit
Door onbekende oorzaak ontstond
brand in de woning van den ijshan-
delaar Verhagen. Onmiddellijk werd
de brandweer gewaarschuwd en be
gon men den inboedel naar buiten te
dragen. Het vuur greep door den
sterken wind snel om zich heen en
weldra stond ook het naastgelegen
huis, bewoond door den heer v. cL
Donk en zijn gezin in lichter laaie.
Van den inboedel kon niet veel won-
den gered. De brandweer was intus
schen op het terrein verschenen en
met man en macht werd de strijd met
het vuur aangebonden.
Het vuur breidde zich nog steeds uit;
twee woningen, ook tot het complex be-
hoorende en bewoond door de gezinnen
Heyman en Vos, stonden weldra in brand.
De brandweer stond vrijwel machteloos te
gen de vuurzee en moest zich beperken tot
het nathouden van de belendende percee-
len. De R.K. jongensschool, die vlak in de
nabijheid staat, liep ernstig gevaar en de
brandweer had veel moeite het gebouw vol
doende nat te houden, temeer daar dooi
den sterken wind de vonken honderden
meters ver stoven.
Nog tot ongeveer half acht heeft het ge
duurd voor de brandweer het vuur meester
was en het gevaar voor uitbreiding geheel
was geweken. Het was, dank zij het krach
tig optreden van de brandweer, die assisten
tie had gekregen van de brandweer te Hin
tham, gelukt de school te behouden, die
echter veel waterschade opliep evenals de
andere aangrenzende woningen.
De schade wordt voor een gedeelte door
verzekering gedekt. De huizen zijn hut
eigendom van Gebr. van Crey.
De brand was op groote afstand zicht
baar en velen hadden zich naar de plaats
des onheils gespoed om bij het blusschings-
werk behulpzaam te zijn.
Nog langen tijd was men bezig met
nablusschen. Omtrent de oorzaak tast
men in het duister. Bij de nablus-
sching zijn twee brandweermannen
gewond.
Bij het inslaan van een ruit liepen
de brandweerlieden K. van Grinsven
en v. d. Eist verwondingen aan de
handen op.
K. v. Grinsven, waarvan een ader
werd geraakt, is nadat het eerste ver
band was gelegd, de woning van een
dokter binnengedragen.
Felle brand te Berkel
Varkens in vlammen
Zaterdagmiddag heeft te Berkel aan don
Westsingel in een landbouwschuur van
den tuinder K Vogelaar een felle brand
gewoed. In de schuur, waarin eenige hon
derden rieten matten lagen geborgen, be
nevens een auto en uinbouwgereedschap-
pen, waren ook varkens gehuisvest. Onmid
dellijk na het uitbreken van den brand
laaiden de vlammen, aangewakkerd door
een feilen wind, hoog op. De brandweet
werd gealarmeerd, doch het duurde eenigen
tijd voor de motorspuit verscheen. De ge
heele loods was toen reeds bijna tot den
grond toe afgebrand.
Vijf arbeiderswoningen, welke dicht bij
het brandende perceel staan en groot ge
vaar liepen, bleven behouden. De loodsen
achter deze woningen evenwel vatten 7lam
en verbranden stuk voor stuk. Dertig var
kens zijn verbrand, alsmede een vracht
auto, eenige rijwielen en verscheidene land
bouwgereedschappen. Verzekering dekt de
schade.
Voornaamste Nieuws.
Oit nummer bestaat uit DRIE bladen
Blz. 1
Verschenen is de Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer inzake de Indische Begrooting.
De Bataafsche Petroleum Mij. heeft opdracht
gegeven voor dc bouw van zes motor-tankschepen.
Verschenen is hel Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer betreffende de wijziging der
Vleeschkeuringswu_
Te Rosmalen zijn
Te Londen zijn tusschen Frankrijk en
Engeland nieuwe grondslagen overeen
gekomen voor de vredes-organisatie van
Europa, waarbij de vraagstukken van
rechtsgelijkheid en veiligheid aan elkan
der worden gekoppeld en een luchtpact
aan de Locarno-mogendhedcn wordt
voorgesteld.
stof
Blz. 9
Vandaag maken wij een aanvang met een nieuw
feuilleton van de hand van D. Krijger, onder de
titel „Wu Chang Ho".
De Clearing met Du&schland. De Nederland
sche Bank zal voortaan wekelijks opgave dom
van het afgerekende bedrag.
Stijgende industrieele activiteit in de V.S.
Bij de stapelloop van de „Rotula" heeft burge
meester de Vlugs Zaterdag gesproken over rijn
reis naar Rusland.
Volgens mcdedeeling van minister Colijn heelt
de G. G. een beslissing gen ómen ten aanzien van
de toelating van missie en zeacJng op Ba!i.
WU CHANG-HO
Dit is de titel van het nieuwe
feuilleton, waarmede wij vandaag
beginnen.
Dit boeiende verhaal is weer van
de hand van den heer D. K r ij g e r,
van wien we onlangs in ons Zon
dagsblad die spannende novelle op
namen: De bruiloft zonder bruidegom.
Ook thans zal weer blijken hoe
deze auteur, mede door persoonlijke
ervaring, in staat is ons een blik te
doën slaan in 't veelszins geheim
zinnige en raadselachtige Chineesche
volksleven.
Maar ook heeft hij in dat land de
alles overwinnende kracht ervaren
van Christus Evangelie.
In dit verhaal laat hij ons op
vaak ontroerende wijze zien wat een
dappere Zendelinge in de kracht van
haar Zender durfde te bestaan. En
welk een rijke vrucht zij op haar
schier wanhopig pogen mocht zien.
Wij behoeven voor dit nieuwe ver-
volgverhafil verder geen aandacht te
vragen al onze lezers zullen 't met
klimmende spanning volgen!
De fabrieksbrand te Culemborg
Het blusschingswcrk gesaboteerd
Op het terrein van de sigarenfabriek der
firma Van der Tak Co. te Culemborg, is
het vuur opnieuw opgelaaid. Men trachtte
het te blussclien met eigen materiaad van
de fabriek, doch kon geen water krijgen,
het te blusschen met eigen materiaal van
van de gemeente gebluscht
Wij vernemen in verband hiermede, dat
gebleken is, dat de straalpijp, die aangesloten
moet worden op de waterleiding met zakken
was dichtgestopt. zoouat het brandblusch-
materiaal van de fabriek onbruikbaar was.
Zooals bekend, is reeds onmiddellijk na het
uitbreken van den brand geconstateerd, dat
er brandstichting in het spel moest zijn
Thans blijkt, dat ook het brandbtusrh-
matcriaal tevoren onbruikbaar was gemaakt.
De politie onderzoekt thans ook deze zaak.
VERDRONKEN
Te Amsterdam is uit het water ann
de Mauritskarle het lijk opgehaald van een
28-jarige vrouw. Het stoffelijk overschot is
vervoerd naar het Binnen-gasthuis,