^laar en in Zuid-Afrika
Reisbrieven van Prof. Dr. V Hepp
XXVI
DE AFRIKAANDER
Emotionaliteit
Hoezeer men bij bet Afrikaansche volk van een eigen „ziel"
tan spreken, die op sommige punten contrasteert met die van
iet Hollandsche, waaruit het in meerderheid toch is gesproten,
ilijkt ook uit zijn emotionaliteit.
Ofschoon niet tot onze eer de Schiedammer ik bedoel niet
den inwoner van deze stad, maar het vocht, dat daar wordt
jebrouwen ver buiten onze grenzen beruchtheid verkreeg,
staat de Nederlander toch over heel de wereld als „nuchter"
lekend. Niet ten onrechte. De typische vertegenwoordiger van
ins land houdt het hoofd koel, als een ander het reeds kwijt is.
lij blijft zijn aandoeningen meester. Hij lf at ze vooral in moei-
ijke tijden niet spreken.
Qe Afrikaander daarentegen is emotioneel, vatbaar voor aan-
loeningen, reageert snel op gebeurtenissen, toont spoedig be
wogenheid 't zij in vreugde of verdriet De gemakkelijkste
iplossing biedt weer de Hugenoten-hypothese, evenals men het
licht veranderlijke van de Galaten, aan wien Paulus schrijft dat
hij over hun haastig afvallen tot een ander evangelie zich
ferwondert, wijt aan hun Gallische origine.
M.i. gaat deze beoordeeling zoowel ten aanzien van den
Mrikaander als van den Hollander scheef. De Hollander schijnt
;een gevoelsmensch, maar ook hier bedriegt de schijn voor de
zoveelste maal. Het mystieke in den ruimsten zin is bij ons
'olkssentiment. Overigens bestaan er sterke verschillen tusschen
óe onderscheiden deelen van ons land, die elkander neutrali
seren voor den buitenlander. Vooral in de kringen onzer bevol-
ting, waaruit de kolonisten werden gerecruteerd, beleeft men nog
teeds emotioneele momenten. Doch de overgang van Holland,
ngesloten door stevige dijken, dicht bevolkt, omringd alleen
loor eigen menschen, waar het eene huis het andere stut en de
ieiie inwoner den ander, naar Zuid-Afrika met zijn hooge bergen
in open vlakten, tusschen wilde dieren en roerige volksstammen,
iet zijn mysterieuse natuurverschijnselen, welke aan occulte
rachten doen denken, mag psychologisch niet worden onder-
ichat Zoodra iemand uit zijn omgeving wordt gelicht en naar
len vreemde overgebracht, remt hij zijn emotioneel leven niet
oo krachtig meer. Kan hij zich niet aanpassen, dan verkwijnt
'ij van heimwee. Gelukt 't hem wel, dan wordt hij beweeglijker,
lan haakt hij niet meer naar den ouden sleur, dan voelt hij
ich verjongd. 1-Iij wordt een ander. Zoo zijn de Afrikaanders
ca ander volk geworden. Hun gevoel uit zich gemakkelijker
0 traan, lach, gebaar, woord.
1 In een Afrikaansch blad las ik eens een beschrijving van
£nze kerkelijke samenkomsten. De preeken vond de auteur over
«iet geheel koud, de gemeenten weinig opgewekt. Hij kwam tot
de conclusie, dat het geestelijk leven hier was ingezonken. Nu
al ik niet beweren, dat het geestelijk leven -in ons land als
nodel mag worden gesteld, dat de prediking in vele gevallen
'iet bezielder en bezielender kon zijn. Maar bij den schrijver
XXV stoncl in- ons blad van 21 Januari,
heerschte niettemin een begrijpelijk misverstand. Hij had
zijn Afrikaanschen duimstok meegenomen, begon daarmee te
meten en ja, toen viel het in het nadeel van Holland uit Eerst
wanneer men zich tracht in te leven in het andere volkskarakter
wordt het oordeel billijker.
Toch verloochent de Afrikaander in zijn emotionaliteit zijn
Hollandsche afkomst niet. Men behoeft haar slechts te verge
lijken met die van Spanjaarden, Italianen, Grieken om de slot
som op te maken, dat zij veel gematigder is. Het is zelfs niet
noodig zoover van huis te gaan. Neemt de Vlamingen. Ook die
overtreffen ons in emotionaliteit. Maar de Vlaamsche lente en
het Pallieter-type vindt gij in Zuid-Afrika niet terug. De emotio
naliteit is er van dieper ernst doorweven.
Deze emotionaliteit doet heerlijk warm aan.
Doch zij brengt ook gevaren. Daarover later.
Humor
Ook uit den humor kan het worden aangetoond, dat de Zuid-
Afrikaanders tot een nieuw volk zijn gevormd. Geen volk ter
wereld is van humor ontbloot. Alleen uit die zich op evenzooveel
manieren als er volken zijn. Als zij elkander op één punt niet
verstaan is het op dit. Specifieke humor kan nooit worden
vertaald.
Ik heb getracht tot het bijzondere van Afrikaanschen humor
door te dringen. Ik durf niet te verzekeren, dat ik daarin ben
geslaagd. Maar wat is er van meen te begrijpen zou een afzonder
lijke verhandeling vereischen om het uit te leggen.
Evenwel behoudt de zoo rijk gevarieerde humor ook een alge
meen menschelijken trek.
Zelfs in den droeven Boerenoorlog begaf de humor den Afri
kaander niet. Toen de Boeren eens een troep Engelschen gevan
gen namen, sleepten zij hen niet in triumftocht mee, ze sloten
hen niet binnen prikkeldraad onder strenge bewaking, maar zij
sneden van hun kleedingstukken alle knoopen af en lieten hun
vijanden zoo heengaan.
Ook de verkiezingsstrijd verloopt niet zonder humor. Het vol
gende gesprek tusschen een „smelter" en een „anti-smelter"
werd afgeluisterd. De laatste zou den eerste eehs duidelijk
maken, wat het gevolg van de fusie zou zijn. En hij deed het
volgende verhaal. Oom Jan ging naar den winkel en kocht een
pak boter. Hij stopte het in zijn broekzak. En toen hij thuis
de boter op tafel wou leggen, was die gesmolten en lekte in
straaltjes op den grond. Kijk, dat is een smelterl
De Afrikaansche humor werpt zich met voorliefde op typee
ringen. Daaruit zijn o.a. vele bijnamen ontstaan. Maar er zijn
ook andersoortige.
Zoo bevond ik mij in een klein gezelschap. Het gesprek kwam
op het chiliasme, dat ook door sommige Gereformeerden, zij
het getemperd, wordt aangehangen. „Wil ik je eens zeggen, wat
een chiliast is?" vroeg mijn gastheer aan een ander. „Het is een
Gereformeerde Sapl"
De eerepositie van de Vrouw
De vrouw staat bij de Afrikaanders in hooger eer dan wellicht
ergens elders.
Verschillende omstandigheden hebben haar die positie bezorgd,
Onder de oude kolonisten was er gedurende langen tijd een
aanmerkelijk tekort aan vrouwen. Wie er een kon veroveren
gold als een gelukkig man. Import hielp weinig. Eerst door
natuurlijke vruchtbaarheid werd langzamerhand het evenwicht
hersteld,
Daarenboven had de vrouw immer een zware taak. De arbeid
riep den man dikwijls ver van huis. Zij was de bewaakster van
de hoeve, de opvoedster der kinderen, terwijl bij haar ook de
interne bedrijfsleiding berustte. Zoo werd zij de vaste pilaar van
de woning. Dapper sloeg zij zich door de moeilijkheden heen.
Zij had gelegenheid zich te ontwikkelen in den zin van
Spreuken 31. En die benutte zij ook.
Maar dat is niet alles. De Afrikaander woonde te midden
van polygamisten, voor wie de vrouw weinig anders dan koop
waar was. Daar tegenover had hij zijn christelijk beginsel hoog
te houden. Hij gevoelde die roeping. Tegen de verlaging der
vrouw rondom hem werkte hij aan haar verhooging. Daarmee
stelde hij een voorbeeld.
In den Boerenoorlog hield zij zich bewonderenswaardig, ook
al moest zij het met haar leven boeten.
Hoewel de Afrikaansche het thans heel wat gemakkelijker
heeft en de man, wijl door het moderne verkeer de afstanden
zijn ingekort meer op zijn schouders kan nemen, is haar
activiteit niet verslapt. Gewoonlijk kan zij beter met het zwarte
personeel omgaan dan de man. De man heeft alweer in den
regel geen lust om zich over de veelvuldige conflictjes het
hoofd te breken. Hij heeft de neiging gemakshalve te toegeeflijk
te zijn. Loopt het de spuigaten uit, dan heeft hij het middel
bij de hand: ontslag. Maar de Afrikaansche houdt voet bij stuk.
Zij ziet minder door de vingers. Zij wordt niet moede terecht
wijzingen uit te deelen. Van haar gaat meer opvoedende
kracht uit
Zij openbaart zich als een geboren gastvrouw. De tafel is haar
glorie. Verzorgd in haar voorkomen vormt zij het middelpunt
Zij geeft aan huisgenooten en gasten, niet een bescheiden, maar
een overvloedig deel En al zitten er nog zoovelen aan, soms ook
die vrij onverwacht zijn binnengevallen, zij kent geen oogen-
blik van verlegenheid. Zij heeft alles tot in de finesses geregeld.
Aan de opleiding der meisjes wordt veel zorg besteed. In de
onderwijs-centra zijn de inrichtingen voor haar niet minder goed
ingericht dan voor de jongens. Wie het eenigszins doen kan,
stuurt zijn dochter erheen. Het komt dan ook wel voor, dat
de Afrikaansche vrouw het in ontwikkeling wint van haar
echtgenoot Geen feminisme oefent daarbij eenige stuwkracht,
maar alleen de begeerte om de toekomstige huisvrouw zoo
degelijk mogelijk voor haar eigenlijke levenstaak voor te berei
den. In een paar gezinnen zag ik aan den wand Afrikaansche
natuurtafereelen, door de meesteres van het huis niet onverdien
stelijk geschilderd. Ze getuigden in elk geval van kunstzinnig
heid. Het zou wel casueel zijn, indien zij als hooge uitzonderin
gen dienden te worden aangemerkt Verder mag ik echter in
mijn gevolgtrekking niet gaan.
Zoo kan het geen verwondering wekken, dat de Afrikaansche
een breede belangstelling koestert Niet alleen voor het kerke
lijke, maar met name ook voor het politieke leven. Ofschoon de
vrouw, voorzoover ik kan beoordeelen, zich op politieke ver
gaderingen zelden of nooit laat zien, bevordert zij haar man tot
verslaggever. Op die wijze voorgelicht oefent zij een stillen, doch
energieken invloed.
Ieder politiek leider heeft met haar te rekenen.
Irenie
Hoe vaak de Afrikaanders in de korte geschiedenis van hun
land ook hebben moeten vechten, zijn ze wel het tegendeel van
vechtjassen.
Algemeen hoort men de verzuchting: ik hoop nooit meer
zop 'n sreeselijken tijd te moeten meemaken.
NUARI 1935
WOENSDAG 23 JAf=
De Amsterdamsche brandweer aan het blusschen op de boerderij Weltevreden
aan den Amsteldijk bij het Kalfje
In verband met den aanleg van 't Vechtkanaal divars door de Kortenhoefsche Plas, is. de
Kórtenhoefsche dijk doorgestoken. In het gat is een pontonbrug gelegd waarover 't verkeer,
voorzichtig kan plaats hebben.
NIEUWE WETERING
LEZING
Vrijdag 25 Januari a.s. des avonds te 7y2
uur zal in de Chr. School alhier als spre
ker dptreden Ds. Velders, van Rotterdam,,
met een rede over: „De Opbouw van Pa-
RiJNSBur-:
BLOEMENHANDEL
Met eeti groote aanvoer werden de volgende
prijzen besteed. Tulpen per dozijn. Prins van Oos
tenrijk 14—20 ct:. King of the Yellow 13—19 ct..
Victoir d'Olieverre 20—28 ct., Prosperity 9—13
ctProsperity 10—13 ctVermilion Briilant 13—
17 ct.. Fred. Moore 1247 ct., Courone d'Or
17—22 ct., Max Havelaar 15—19 ct.. Gele Prins
14—20 ct.. Goud ink. 20—24 ct.. Tulpen met bol
per 100 30—55 ct.. Narcissen per bos 12—23 ct..
Hyacinthen per 100 f 4.50—6 S0.
SASSENHEIM
PATRIMONIUM
De heer A. Warnaar Jzn. spreekt
over „Zekerheid des Geloofs"
Voor de afd. Sassenheim van bovenge
noemd verbond sprak gisteravond de heer
A. Warnaar .Tz.
Spr. ving zijn betoog aan met er op te wij
zen dat Patrimonium altijd het. verband
heeft weten te behouden tusschen de soci
ale vraagstukken en de groote beginselen en
motiveert, daarmede de behandeling van
dit onderwerp.
Algemeen is een streven naar dingen die
niet gezien en getast worden en de afwen
ding van het Chr. geloof ge/it ook in onze
dagen veelal gepaard met schepping van
toekomstidealen die niet minder geloof ver
eischen. Het Chr. geloof gaat daarboven to
renhoog uit. Het grondt zich op God en Zijn
Woord cn rekent daardoor met het feit der
Naast wetenschappelijke zekerheid staat
de zekerheid des geloofs die niet berust op
•standelijke redeneering maar waarvoor
:epste overtuigingen liggen in het hart.
~"heid van het christendom kan
A worden betoogd langs de
'elijke redeneering en ook
'*ring schiet te kort.
Gcmei
Te Por chefontaine bij Versailles derailleerde 'n veetrein. Tien wagens werden min
Door lo °f meer ernstig beschadigd en lieten hun inhoud ontsnappen, zoodat in 'n minimum
van tijd schapen, koeien en ossen het emplacement bevolkten. Links: de kada-
Maanöagoc'wor^en verwijderd. Rechts: 'n spoor weg-employé vergeet den melktijd niet.
de schoen win Het gieten van betonpalen voor de te bouwen brug over de Schie in den nieu-
Hoogstraat 4 wen rijksiveg RotterdamDen Haag te Overschie.
zijn win'-
gedoe zullen lee
U beleefd
EEN
HH
INGEZ
IBulUn ««ran.
Mijnheer de F
Naar aanlei
Baad door de
dustrieelen, z
willen opiner
Zooals het.
van de werkl
Leiden, in ve
particuliere b
De feitelijke
dus, dat de lo
nemers moete
Hiervoor mo
de gangmaker
Moeten wij d
dat de werklie
ad f 7 per wee
rale gedachte
konden
het tien of
TWEEDE BLAD PAG. 5
Generaal Weygand vertrekt van den Oppersten Oorlogs
raad te Parijs na zijn volmachten aan generaal Gameling
te hebben overgedragen
Schetste ik daareven den man als toegeeflijk voor het inboor-
lingenpersoneel, toegeeflijkheid, meermalen te groote toegeeflijk
heid heeft zich in het karakter van den Afrikaander vastgezet.
Op de boot bestempelde een volbloed Afrikaander dit als een
minderwaardigheids-complex, dat aan de ervaring van de over
macht der Engelschen zijn ontstaan zou hebben te danken. Maar
hoe ik er mijn onderzoek ook op richtte, ik heb de kenmerkende
reacties van het minderwaardigheidsgevoel niet kunnen bc-
speuren.
Naar het mij voorkomt liggen de wortelen van die te groote
toegeeflijkheid dieper. Wie de Afrikaansche geschiedenis raad
pleegt, leest telkens van compromissen mei dc inboorlingen
getroffen. De kolonisten wenschten niets liever dan in vrede
met hun bruine of zwarte naburen te leven. Gedurig werden die
compromissen aangegaan in de hoop, dat die zouden worden
gehandhaafd. Dat voortdurend uitdenken van compromissen is
niet zonder uitwerking gebleven op de volksziel. Ik onrken niet,
dat de Engelschen de Afrikaanders murw hebben geslagen. Maar
hun vergaande toegeeflijkheid dagteekent van ouder datum. Zij
is bij hen tot irenie geworden, welke den vrede vóór alles ver.
kiest, soms ten koste van waarheid en recht De Smuts-figuren
mogen daarin bijna tot het uiterste zijn voortgeschreden, iets
ervan heeft, als ik mij niet bedrieg, ook de gemiddelde Afrikaan
der in zich.
De gevolgen daarvan zijn in de taalkwestie ik wees er
reeds op tastbaar.
Er schijnt echter bij de jongere generatie correctie op komst.
Doch men behoeft nooit te vreezen, dat de Afrikaandcr oorlogs
zuchtig zal worden.
Huiselijk leven
De Afrikaansche woning, met name de „plaas", blijft het bol
werk van het Afrikaanderdom.
In hot Afrikaansche gezin treft u bovenal de bijzondere eer
bied van de kinderen voor hun ouders. Amerikaansche stoutig
heden moet ge hier niet zoeken. Toen Andrew Murray eens
voorzitter van de Kaapsche Synode was en zijn vader als gewoon
afgevaardigde het woord voerde, bleef de zoon al dien tijd met
gebogen hoofd staan. Dat was geheel in overeenstemming met
den Afrikaanschen geest.
Evenwel bezit het Afrikaansche gezin niet de intimiteit van
het Hollandsche. Van een gesloten samenleven kan er ook
moeilijk sprake zijn. De gastvrijheid vormt daarvoor wel liet
voornaamste beletsel. De eene gast is nog niet vertrokken of de
andere komt. Dat wordt niet als hinderlijk gevoeld. Ik heb den
indruk, dat, wanneer een huis geen bezoekers heeft, men to
moede is, alsof er een leegte gaapt Zoo krijgt het gezin geen j
gelegenheid om tot zichzelf te komen, al lijden hartelijkheid en
zorgzaamheid er geen schade onder.
Ook merkte ik hier en daar op, dat wanneer de oudere zich
aan hun gasten wijdden, de kinderen zich met vrienden en I
vriendinnen verwijderden. Op mijn navraag werd geantwoord,
dat dit zich overal als gewoonte voordoet Een idealen toestand'
vind ik dit niet De jongere generatie sluit zichzelf zoo uit van
den omgang met do oudere. Ik kan niet andere inzien of dit
beteekent voor beide schade. De jongeren blijven verstoken van
de ervaring der ouderen, de ouderen van dc frissche inzichten
der jongeren.
Openhartig heb ik licht en schaduw laten vallen op de Afri-
kaansche volksziel, zooals die zich voor mij opendeed.
Ik heb haar vele en rijke deugden geprezen.
Maar tegelijk sloot ik mijn oogen niet voor „les défauts do -=es
qualités".