VAN
NONHEBEL,
Apotheker te Middelburg
Gevaarlijke proeven
Met ons vieren waren we „gezworen kamera
den". Alle» wat jongens van veertien jaar zoo
voor kattekwaad uithalen, deden we met ons vie
ren. Dat kattekwaad echter betitelden wij met den
weidschen naam van natuurkundige proeven.
Nu zijn dergelijke proeven, uitgevoerd door des
kundigen in een daartoe ingericht laboratorium
uiterst feerzaam, maar liet is een bron.van ellende
cn gevaren, als jongens die nemen iiï hun huis
houdelijke omgeving.
Wij hadden geleerd, dat gassen door hitte en
samenpersing in staat waren enorme kracht uit
tc oefenen, zooals b.v. door het ontbranden van
kruit en we besloten dus enkele proeven te gaan
nemen, die we zelf hadden bedacht, dus origineel
waren. We namen nu een klein ledig mosterdbusjo
en sloegen met een spijker een gaatje in dt»
bodem, waardoorheen een kruitlontjo gestoken
werd. Hierop maakten we een gat in een der
tuinpaden, zotten het busje er in en stampten dc
grond er om heen goed vast. Daarop werd een
klein beetje kruit door het gaatje gegoten, liet
lontje aangelegd en aangestoken met een langen
stok aan het einde voorzien van een brandend
wasje. Wij meenden nu, dat door dc spanning
van de verbrandingsgassen van het. kruit onder
den bodem van het busje dit uit den grond zou
worden getild en naar boven vliegen. Toen dc
lont bet kruit had bereikt, hoorden we een knal,
maar het busje bleef vast in den grond zitten en
het kleine gaatje wils een eind opengescheurd. Er
volgde een nieuwe beraadslaging waarvan bet
resultaat wils, dat wo een losaeren grond noodig
hadden cn het kruit niet zoo onhandig door dat
kleine gaatjo moesten gieten. We staken dus een
ander busje in een Begonia bloemperk en legden
het kruit van te voren op de aarde, zoodat het
gaatjo in den bodem van de bus er juist boven
kwam. Dit bleek veel gemakkelijker. De lont werd
aangestoken oen knal en bet busje vloog een
huis boog. Twee Begonia's werden ontworteld,
ene! weer in het perk geduwd en waren na drie
dogen overleden. De proef was gelukt.
Het was een vrij diepe tuin achter het huis,
wuar één onzer woonde, die door een hoogen muur
gescheiden wils vun do even diepe tuin van het
naastgelegen pand. In dat huis woonden drie
oude dames, die het ongeluk hadden dien war
men middag in dien tuin thee te drinken.
Dat dergelijke proeven alleen genomen werden,
„als de kust veilig was" spreekt wel van zelf.
Thans zou de proef meer in het groot genomen
worden.
We hadden een groote beschuitbus weten mach-
onder Ij aar armals had ze gestolen. Het
water pjitste niet ir.eer tusschen haar teenen door
zo voelde de straat, koud noch natalleen
hard. En dc meisjes hadden wel eens gezegd:
Wat heb jij mooie voeten. Mooie voeten
rechtsaf... hier beegonnen de keisteenen en 't
was er donker, er brandde maar 'n enkele lan
taarn. Voor haar liep 'n vrouw met een schort
vol boodschappen. Enze kon het niet. hel
pen, riep zoo maar:
„O moeder!"
Zc schrok van haar eigen schreeuw.
Dc vrouw bleef stuan en keek vinnig dwars
door haur heen: Zij moest toch weten wuaroni die
malle meid zoo riep
Maar het meisje niet dc doos slak de straat
over en liep zonder haar tc zien voorbij
Iloe kon zc zich zoo vergeten hier midden op
straat
Wat he-jc! riep de vrouw haar na. Zc moes
ten haar niet naroepen. Do boodschappen wiegden
heen en weer voor liet, lijf van dc vrouw, die har-
dor liep om dal meisjedat geroepen had en
nu als 'n dievegge met de doos onder haar arm
langs dc muur van dc huizon schoof.
Hél Waf hè-jcf Waarom roep je!
Zc moetit er toch liet hare van hebben, stak dc
straat overhaastig, en
Hoep ik JiAiir soms toch? zei het meisje tegen
zichzelf enEven had die vrouw met haar
Zaterdagavond-bestelling aan haar moeder her
innerd. Huur moederen die zou geen bood
schappen kunnen doen vanavond......
Zc hoorde oen gil en een vloeken keek om
Danr lag de vrouw boven op haar bezit tegen
de slrau!bij 't haustig oversteken gestruikeld.
Jouw schuldlhoorde ze zich toe sissen
Het meisje klemde haar d<>os steviger vast en
zette het op een holletjeLinks om't twee
de straatje rechtsgelukkig, zkende «le vrouw
hiefbinnen.
mW -Is £5 c '5 -a g-o'5 S
tig te worden en deze met een hoeveelheid kruit,
voorzien en een extra lange lont. We staken de
lont aan en renden toen uit voorzichtigheid naar
liet tuinhuisje, dat oen houten dak bezat om ons
voor eventueele verrassingen te sparen. We zagen
de lont ontbranden, terwijl ons hart hoorbaar
klopte. Op eens oen knal als van een klein ka
nonnetje, dc bus vliegt omhoog, uitgeleide gedaan
door een escorte van schoongekleurde Begonia-
blaadjes. We volgen dc groote bus met het oog
cn zien zc ten slotte nog kleiner worden dan ons
mosterdlnisje. Dan begint de daling en wij reke
nen al uit, waai- zo terecht zal komen. Helaas op
die groote hoogte komt zc onder den invloed van
den wind, drijft af en is nu bijna hoven den tuin
der dames. Wc houden ons hart vast. Ten slotte
een oorverdoovend gekletter, luid damesgegil
cn vier naar de straat rennende jongens, die in
ile gang de dood verschrikte dienstbode nog om-
verloopen. De bus was door een groote ruit van
het .lak van de waranda gevallen.
Des avonds werden wc gesommeerd voor den
vader van dien jongen te verschijnen, die ons een
geduchte réprimande gaf en ons beval excuses te
gaan vragen en de schade te vergoeden. Wij kre
gen vergiffenis, maar onze hoop, dat de gegoede
dames onze spaarpot niet zouden aanspreken,
bleek ijdel en wij beloofden de nieuwe ruit met
ons vieren te betalen. Een onzer, die zijn geld
juist \oor een ander dool had bestemd, zei toen
erg kregelig: „dut. liet toch maar een geluk was,
dat zc die bus niet op hun hoofd gekregen had
den", waarop hij door alle drie met zeer giftige
blikken werd aangekeken. Onze spaarpot werd
daardoor bijna leeg en de rest moest nog dienen
voor nieuwe Begonia s en dc natuurkundige proe
ven hadden dien middag voor goed een einde ge
nomen.
Daar onze scJioone serie natuurkundige proeven
door het u verhaalde échec, zoo droevig besloot,
beproefden we thans onze krachten op de schei
kunde.
Daar aan een proef, die wc hadden gozten, wat
gevaar verbonden was, werden we natuurlijk sterk
daartoe aangetrokken. Als men nl. zwavelzuur en
zink in oen flesch brengt en de gevormde water
stof door een huis voert, duu kan men die aan
steken en is de ontstane vlam zoo heet, dat or
ijzer in kan smelten. Als terrein voor die proef
kozen wc mijn kanier.
De flesch was van heel dik glas en toen we
alles bijeen hadden gedaan, werden hierop de ge
beurtenisson afgewacht. Nu had men ons wel ver
teld, dat men de waterstof niet mocht- aansteken,
vóór ulle gewone lucht uit de flesch was verdreven
daar er zich anders knalgas vormt, dat tof een
explosie aanleiding kan geven, maar men had ons
niet verteld, dat zuiver zink op zuiver zwavelzuur
heel slecht, inwerkt en men dit moet bevorderen
door een droppel pluünuchloride.
Nadat we voor de zekerheid dc stoffen nog al
lang op elkaar hadden doen inwerken, meenden
wc nu wel liet gas te kunnen aansteken.
Of ik nu door een of andere intuïtie werd ge
leid, weet ik niet, maar ik haalde een breed ta
felblad, zette dit op zijn kant en kroop er achter.
In een prop in elkaar gedoken, kropen de vrien
den er toch ook maar achter. Het heele toeslel
«- Hè! hijgde ze achter de deur.
Wat ben jij laat! zei haar moeder.
Ja!
Moet je nil nog 'n doos wegbrengen?Zeg
zus, hoor es jó
Moeder!
Meer kwam er nietZo wilde bot zeggen, al
les in één keerdirectwaarom praatte haar
moeder nu?
Wal is 'twat heb je?Vader heeft
wérk, zus!Moeder; juichte het uit.
Z<1Szóó noemde moeder haar oudste wan
neer ze heel blij wns, als vroeger.
'n Wonder... zóó nuiar gekregen en vast
wat geld vooruit. Als ze liet mij vertelden geloofde
ik het zelf niet! Ben je nie.l blij?
Moeder!Zucht vroeg ze het.
Eli 'k heb schoenen voor je besteldje
moot direct even passen. Foei, wat ben je nat
Druk geweest V
Toen kon ze hot niet meer houden, het meisje,
cn schreide het uit
Best liegrijpeik kan 'I bost begrijpe, kind!
zei de vader. De vader!
En de moeder zei:
Och, jammer, had nu toch even gewachtl
- En nu wil ik óók een nieuwe mantel! riep
de zuslcr
s>h S.'ö "S
ii daarop hoefde zc pas om
n moest eerst de etalage van
ze haar nieuwe mantel ge-
De Maanclngmorj;
tien uur in dienst,
de winkel zien wu;
kocht had
Ja... daar hing de mantel van vijftien nog...
Ze zag 'm direct. Prachtig!Wat?
„Voor twaalf" slond onder de roode streep
dwars door het cijfer vijftien.
De groote jaarlijksehe uitverkoop was begonnen
Philips van Habsburg.
stond dus achter die plank en alleen het fijne
puntje van de glazen buis stak er uit. Toen ik
brandende lucifer voor dc opening bracht, boorden
we een grappig „pi-oet" geluidje, maar direct
daarop een slag, die ik mijn leven lang niet zal
vergoten. Wij waren alle vier stokdoof. Drie rui
ten waren geheel vernield en vielen kletterend op
straat. In plafond, kasten, en ander meubilair
zaten pieken van glas als een muur zoo vast. De
stovige flesch was aan splinters geslagen. Als die
plank er niet was geweest, die ons beschermde,
dan waren mogelijk nooit deze artikelen versche
nen. Alles kwam doodverschrikt aangoloopen en
ook dc buren vlogen nuar buitciu Deze catastrophe
beëindigde echter onze reeks scheikundige proe
ven, daar hot streng verbód werd uitgevaardigd:
„ons geen chemicaliën meer te verstrekken".
De Moeder van Karei V
Wie van historische studieën houdt cn veel op
dat gebied loost zul iels opmerken dat gewoonlijk
niet met even zoo veel woorden wordt aange
duid. Ik bedoel den rol van overwegend belang,
welken keer op keer een erfdochter speelde. Stond
bij den dood eens konings een volwassen zoon als
't ware gereed om kroon en scepter te ontvangen,
dan gebeurde er niets bijzonders. Was dc nieuwe
koning nog een kind, dan kwam er een regent
schap dut ton goede of ten kwade, doch in elk ge
val slechts tijdelijk werkzaam kon zijn. Doch liet
een vorst een eenigc dochter na,- dan was dc toe
stand niet zoo gemakkelijk te ©verzien, en de ver
warring meestal groot. Want de prinses zou dc
erflanden in een vreemd Huis brengen.
Wc moeten ,orn tc begrijpen wat een erfopvol
ging vroeger zeggen wiklc, niet naar ónze dagen
rekenen. Dc vorstenhuizen zijn in aantal zoo ge
slonken dat men zc tellen kun, en hun glans is
zeer getaand. Van successieoorlogen. die zoo vaak
dc wereld in rep on roer gebracht hebben, hoort
men niet meer. Waar het een troon betreft wordt
eventueel oen „schikking" getroffen.
Doch wanneer in vorige ecuwon een koning
stierf zonder mannelijk oir, dan kwamen van alle
zijden do pretendenten aan, en zclifs zeer verre
verwanten lieten hun erfelijke aanspraken gelden,
voornamelijk natuurlijk diegenen, welke door hun
inüclit cn invloed \oldoemte klem konden bijzet
ten .Tin de erfrechtep waivn toon, praktisch ge
sproken, ongelimiteerd. Neven in den twintigsten,
twee on Iwintigsten graad waren er hij. Ik kies
een bekend voisl als voorbeeld, en wel Hendrik IV,
dc Bearner, zooals hij dikwijls genoemd wordt; zoon
vun Antoine de Bourbon en Jeaivno d'Albrot, ko
ningin van Navarre, wier erfgenaam hij was in
liet Zuid-Fransclio koninkrijk van dien-naam. Hen
drik was de Hugenootsche prins, die „Parijs wel
oen Mis waard vond."
Nu, deze Hendrik van Bourbon-Navarre was bi,;
het uitsterven met Hendrik Itl van dc linie Valoi6-
Orlénns-Angoulémc „de naaste mannelijke verwant
tot den troon van Frankrijk". Dat was in 158& Doch
om den gerncrnsiiinppolijkori stamvader te vinden
moet men teruggaan heel tot. Lodowijk IX den Hei
lige, die in 1270 stierf! Sindsdien hadden er in
Frankrijk achttien koningen geregeerd ,velc slechts
kort; tweemaal volgde eoil reeks van drie broeders
elkaar op, on) tweemaal was er een zijlinie
aan 't bewind gekomen Doch als men nu bedenkt
dat volle neven, broerskinderen) elkander in dc.
12
vierden graad bestaan; achterneven (sous-gcrmaln
in 't Frarisch; second cousin in 't Engelsch; wij
holibcn er geen afzonderlijk woord voor) in den
zesden graad; de kinderen van dezen weer in den
achtsten en zoo vervolgens, dan wordt een erfrecht
als dat van Hendrik van Navarre, naar onze
begrippen vrijwel theoretisch. Hij bestond
zijn „neef" en voorganger op den Franschcn troon
in den twintigstcn graad! Van Hendrik III op
waarts tot Lodewijk den Ileiligo waren liet el!
graden, en van Lodewijk tot Hendrik van Navarré
benedenwaarts negen graden.
Was er nu evenwel een erfdochter, cn huwde
deze zelf met zoo'n verren, verren neef, den
„naasten mannelijkcn verwant" ,dan kon de op
volging zonder 6Cliokken, bijna zou men zeggen
„tot aller genoegen" verloopen, want de gehoopte
kleinkinderen waren dan, door zijn dochter, toch
weer even goed de kleinkinderen van den vorigen
Koning. Zoo is het bijvoorbeeld gegaan toen
Madame Claude, oudste dochter van lodewijk II
en eenige zusters der uit dc geschiedenis der Her
vorming zoo bekende Renata van Ferrara (eigen
lijk Renée tic Valois, gehuwd naar het Italiuansche
Renaissance hof van hertog Brcolc (l'Estc) met
Frans I trouwde.
Nu moet men dit alles geen dorre genealogie of
„cindelooze geslachtsrekeningen" noemen. Want
zonder de kennis ervan is liet niet mogelijk om
de geschiedenis te volgen. Voor een behoorlijk
historisch inzicht is een genealogisch inzicht niet
alleen gewenscht, doch zelfs vereischt. Dc prinsen
en koningen hadden weliswaar nok hun vrienden,
maar toch in de eerste plaats hun magen, hun
bloedverwanten. De belangen van liet Huis, dc
familie, gingen voorop. En 't was voor liet rijk zelf
van het allergrootste gewicht hoe de dynastie zich
vermaagschaptc. Want 't kon gebeuren dat landen,
die niets met elkaar uitstaande hadden, of zclTs
van tegenstrijdige belangen waren gediend, door
aanhuwelijk!ng tot een gedwongen gemeenschap
werden gebracht, die beide teil vonlerve werd.
Langs dezen weg komen we hij liet tragisch feit
dat onmiddellijk tot den tachtigjarigen oorlog
geleid heeft. Dat was de dood van een tweejarig
jongetje
Weinig dagen, zoo merkt Fruin op in zijn
beroemd geworden geschrift Het Voorspel van den
Tachtigjarigcn Oorlogweinig data verdienen in
onze annalen met zoo zwarte kool gctcckond le
staan als dien 25stcn Juli, 1500, den sterfdag van
den kleinen Miguel, infanT van Portugal. Had hel
kind geleefd, dan zou hij Spanje met Portugal
vereonigd hebben, een alleszins natuurlijke ver
bintenis van twee landen, die volksaard en be
langen in hoofdzaak gemeen hebben. Doch don
Miguel stierf, en zijn Spaansclie erf rechten gingen
over op zijn tante, de jongere zuster van zijn moe
der, en door deze op haar zoontje, den latcrcn
Keizer Karei V.
Daar de Spaansclie kroonprins, don Juan, reeds
in M97 kinderloos was gestorven, was zijn oudste
zuster, Isabelle geheeten en niet Koning
Manuel van Portugal getrouwd, de Spaansclie
troonopvolgster. Doch ook Isabella stierf, ee.n jaar
later.cn haar cenig kindje,deze don Miguel, volgde
tiaar in den dood. Ook bet kindje, dat don Juans
jonge weduwe nog ter worold bracht had geen
levensvatbaarheid. Zoo word hot Spaansche
Koningshuis in vier jaar tijds vier maal getrof
fen. En niet alleen voor de Nederlanden, die
straks met Spanje onder één kroon zouden komen,
doch voor geheel Europa was het sterven van
iohanna van Arayonerfgci
tvm A maan cn Castilië
Handschrift van Johanna van Ar agon.
den kleinen prins Miguel van ontzaglijke bctecke-
nis. Want zijn tante, thans de Spaansclie erf
dochter, was met Philips den Schoonc gehuwd,
eenigc zoon en erfgenaam van Maria van Bour-
gondiö en bracht haar erflanden in het Huis
Habsburg over; Bourgondië, Oostenrijk" cn Spanje
geraakten in dezelfde hand, een Europcosche
grootmacht, die niets kon weerstaan.
Deze tante was dc rampzalige Juuna la loca,
Koningin Johanna, die bijna Jiaar leven lang
krankzinnig is geweest.
Niemand, men schel ijkerwijs, had dit alles voor
zien, ook de Habsburgers zelf niet, die toch anders
genoeg op rijke huwelijken uit waren. Toen
Maxinhliaan van Oostenrijk zijn zoon Philips aan
haar uithuwelijkte was Johanna, nu ja, een mooie
partij, want Aragon cn Castilië, door Feixiinand
en Isabella tot eenheid gevormd, vertegenwoordig
den aanzien cn macht. Maar toen MaximJliaans
dochter Margaretha met den Spaanschcn kroon
prins zelf trouwde leek dit toch dc alliantie van
boteekenis. Johanna was liet derde kind van het
Spaansche Koningspaar; vier personen stonden
nog tusschen haar cn den troon. Wie had ooit
gedacht dat deze allen zouden worden weggeno
men, en Johanna tenslotte dc erfenis nog krijgen
zou?
De zware terugslag in onze gewesten werd niet
gedragen onder Philips den Schoonc eu Johanna
zelf, want zij hebben nauwelijks geregeerd omdat
dc dood ook Philips vroeg wegnam cn Johanna
zich nimmer met eenigc staatszaken heeft bezig
gehouden. En ook onder Karei V niet, die veel
meer Nederlander dan Sjianjaard was, in Gent
geboren en in Vlaanderen opgevoed door zijn tante
Margaretha. Het kwam pas onder Philips II, die
dacht, dat hij ook dc Nederlanden wel op Spaan
sche manier regeeren kon. En 't is opmerkelijk
hoe hier naast de Jijn van „een onzinnig erfrecht",
zooals Fruin het noemt, de sombere lijn der ziels
ziekte loopt Want Johanna was niet de eerste in
haar geslacht, die getroffen werd. Zij had een
krankzinnige grootmoeder geluid, die twee en
veertig jaar opgesloten heeft gezeten. De ziekte
was een geslacht overgesprongen, en tastte haar
aan, terwijl haar zusters gespaard bleven. Jolian-
na's zoon, Keizer Karei, was een groot en wijs vorst.
Van haar achterkleinzoon, don Carlos, kan ge
zegd worden, dat er niets heels ®f gezonds
aan hem was, geestelijk noch lichamelijk, don
Carlos was volslagen gedegenereerd. En hij die
daartusschen staat, is Philps II.
Er bestaat een interessant Fransch werk: F om
Couronnes, dat zooveel wil «eggen als Gekroonde
Gekken. Niet in den zin van gekroonde dwazen,
want die zijn niet te tellen geweest, en als men
hun woorden en werken moest boekstaven kwa
men de bibliotheken ruimte te koit. De schrijver
bedoelt er mede: gekroonde waanzinnigen.
,Van sommigen is dc zielsziekte duidelijk geble
ken, en ook openlijk erkend, zooals bijvoorbeeld
de ongelukkige Lodewijk II van Beieren, dien de
©uderen van ons zich nog wel herinneren. Maar
van andere, gekroonde hoofden, die, we zouden 1
populair kunnen zeggen „nog iets te goed waren
voor 'n Gesticht", heeft de geleerde historicus-
medicus, dr. Cabanès, toch wel zoo veel geestelijke
afwijking kunnen registrecren, dat hij er aan een
plaats in zijn beschrijving gunt.
En tot die „Gekroonde Gekken" rekent hij
ook Philips II van Spanje......
Het 'tragische bij Johaiuia was ook, dat haar
geval niet zoo spoedig onderkend werd. Zij was
gehuwd met den schooncn vroolijken Philips van
Habsburg en kreeg kind op kind; zij en haar go-
maal hielden hof in Binsscl, samen maakten zij
een staatsiereis, die maanden duurde, door ge
heel Frankrijk, op weg naar Spanje, waar zij de
gasten van Ferdinand en Isabella waren. Johanna
voerde staat, verscheen op hoffeesten, behoorde
zich te interessccren voor de landen welke*
Koningin zij straks wezen zou en niemand be
sefte hoe ziek zij eigenlijk was. Want, als kind was
«ij een normaal prinsesje geweest Door dc zon
gen haver voortreffelijke moeder Isabella hod zij
«cn waardige opvoeding genoten, zij beoefende de
muziek, borduurde, en kende dc Latijnsclic taal
zoo grondig, dat zij zich daarin gemakkelijk on
derhield met de huitenlandschc gezanten. Doch
kort na haar trouwen op zeventien jarigen leef
tijd heeft zich bij haar toch al wel iets vreemds
geopenbaard. Tenminste bereikten dc zorgvolle
moeder berichten omtrent haar dochter, welke
zeker in staat waren haar te verontrusten. Het
jonge hertogelijk paar resideerde afwisselend te
Brussel en Gent. Het heette, dat Philips een naar
Spaansche begrippen wel zéér galant edelman
was. Johanna zag naar haar hofhouding nauwe
lijks om, en scheen in godsdienstig opzicht onver
schillig geworden. Isabella zond een Spaansch
geestelijke, die haar volle vertrouwen genoot, uaar
Brussel om te onderzoeken wat hiervan waar was.
De geestelijke brengt bij de Spaansche Koningin
verslag uit: Johanna is metterdaad wat vreemd:
zeer achterdochtig en wantrouwend, gesloten en
humeurig, maar een en ander zal zijn grond wel
daarin vinden, dat het huwelijk van 't begin af
niet erg gelukkig is geweest
Maar dat was het niet; althans niet allocn.
Het was Johanna's opkomende waanzin, die ook
bet leven van haar wat lichtzinnigou, maar toch
.Vriendclijken en goedhartigen echtgenoot ver
woestte. Philips van Habsburg is tien jaar met
Johanna de Krankzinnige getrouwd geweest, van
zijn achttiende tot zijn acht-en-twintigstc, en het
was voor hem een hel. Toen stierf hij.
Er bestaat uit dezen tijd een portret van Johan
na; als men 't aandachtig bekijkt ziet men hos
vreemd gesloten dit gelaat is. Er ligt als 't ware
een sluier over heen. Heeft de kunstenaar, die het
schilderde, geweten wat hij weergaf? Heeft hij
niets vóór zich gezien dan een vroeg verouderde,
versomberde vrouw? Of geeft hij slechts het raad-
del van een doffe, doodsche oppervlakte, zonder
zich te hebben afgevraagd wat daaronder aan
waanzin cn ziedende gedachten mag hebben ge
scholen?
HENDR1KA KUYPERVAiN OORDT
F oio: Max Baat.
Vroeger....
floor
WILL. WEMERMAN
Wat hebben wij vroeger
toch samen gespeeld!
£j moeder, ik vader, de poppen de k indien;
die rollen had Jij hi
't begin zoo verdeeld;
jij was de flinkste, dat kon mij wel li Mndren,
Wat speelden we fijn, zeg,
bij mij in de tuin,
'tn tuin met de boomen en aalbeesenstruikenj J
wat werden we vuil! en
wat zagen wo bruin...
•n aan alle bloempjes wilde jij ruiken,
Wat speelden we, zeg,
met dat oxide gordijn,
oud stuk vitrage met een streepjo en 'n moesjej
jij was dan de bruid, zeg:
je sluier stond fljnl
au ilk was de bruigom gewoon in m'n bloesje
Wat hebben wo vroeger
toch samen gespeeldl j*
J9 moeder, ik vader, zeg, weet Je nog wof—JW
We hebben ons samen
niet dikwijls verveeld;
toen waren we klein, ja, toen was het nog spc1««*
tUIt: De Vriend des HuMV
•itgave Neerbosch.)