ZONDAGSBLAD
-I-er-krantje
Voor knutselaars
EEN HONDENHOK VAN DUN KAKTON
Begin met onderaan het karton een rechthoek te
teekenen 32 X 8 cM. Verdeel dezen rechthoek in
vier rcchtheokcn, zooals de teekening aangeeft. Op
twee van de kleine rechthoeken, die van 8X8 cM.
teekenen we gelijkzijdige driehoeken. De passer
opening op G cM. cn van de hoekpunten kruis-
boogjes zetten. De opening van het hok wordt ge
heel uitgesneden. Ook hier een drempel laten
Staan van c^.
9e stippellijnen zijn rits lijnen. Het dak zio jc
Afzonderlijk gctcokcnd, oen vierkant 12 X 12 cM.
met eer. ritslijn in midden. Dit dak steekt dus
naar alle zijden uit Jo plakt het vast aan de
plakstrookjes van de opslaande zijden. Het geheel
zeilen we op oen grondvlak ,cen rechthoek 12 X
8 cM Dit grondvluk steekt dus ook 1 cM. over.
Oplossing
Een dubbeltje op reis
door
RIEK v. d. L.
(OM VOOR TE LEZEN)
II.
„Nou, maar dan ik! Ik was b\i een
freule!" vertelt een dubbeltje, dat een
prachtig blinkend velletje heeft. „En weet
je wat die freule zei?„Och ma, kijk eens
wat een schat van een dubbeltje! Zoo mooi
en glanzend heb ik er nog nooit één gezien l
Ik lag op haar hand en koesterde me in
haar lof als een poes in de zon. Heerlijk is
dat, om zoo mooi te zijn en bewonderd te
worden
„Pas maar op", zegt nu een wijze oude
cent. „Ik ben wel van geen rijke familie,
maar ik weet veel door mgn jarenlang rei
zen onder de menschen. Ga maar niet zoo
veel hechten aan je schoonheid, want die zal
wel gauw verdwijnen! Dat is maar uiterlijk
en duurt niet lang. Je moet zien innerlijke
schoonheid te winnen!"
Het dubbeltje begreep niet alles, wat de
cent zei, maar toch wel genoeg om er iets
van te leeren.
„O, beste Mijnheer Rijksdaalder, kunt U
nu niet een klein beetje opzij gaan. Ik kan
het haast niet uithouden zoo. En er is nu
toch ruimte genoeg!"
„Ik ga niet opzij voor jou, kleine man!
Daar ben ik veel te deftig voor," antwoordt
de rijksdaalder uit de hoogte.
Nu wordt het halfje echter boos en zegt:
„Dat is toch geen manier van doen. Ik zou
niet weten, waarom ik ook niet een behoor
lijk plaatsje mag hebben. Als U dan niet
opzij wil gaan dan zal ik het zelf wel eens
probeeren
Het halfje gaat aan het wringen en be
wegen om los te komen. Maarde rijks
daalder is zwaar! Zoo gemakkelijk gaat dat
niet!
„Je hebt groot gelijk, hoor!" zegt de wijze
cent. „Ieder van ons heeft recht op een be
hoorlijk plaatsje."
Het halfje, aangevuurd door de cent, duwt
en wringt en dan
Pang!... Daar gaat de Rijksdaalder. Hij
kantelt om... komt tegen de kant van de
portemonnee enJa en wat er toen ge
beurde? Het leek wel een aardbeving of uit
barsting van een vuurspuwende berg voor
de geldstukjes!
De rijksdaalder, die tegen de kant van de
portemonnee gevallen is, heeft haar door de
schok omgekanteld en zoo is zij van het buf
fet af op de grond gerold met de opening
naar beneden 1
van het letterraadsel in het vorige nummer
Drieslag-stelsel.
L D voor 500; 2. urk: 3. lis; 4. reede; 5. assen;
6. .cwallen; 7. draakje; 8. draagbaar; 9. drosten
kratten; 11. cmelt, 12. polen; 13. esp. 14.
15. L. voor 50.
Kunstjes en Spelletjes Q
KUNSTJES MET DOMINOSTEENEN
Je legt alle steenon omgekeerd op lafcl op oen
rij. Van de 13 eerste moet no. 1 juist 12 oogen tel
len; no. 2 II oogen, no. 3 10 oogen enz. tot 0 toe.
Nu ".'aal men de kamer uit cn verzoekt iemand
ccn aantal stconcr. (niet meer dan 12 stuks) van
achteren naar voren U willen verleggen. Als men
terugkomt, tolt men va den steen, die nü-vooraan
ligt, tot den lSden toe, keert dien om en de oogen
van dien steen wijzen altijd aan hoeveel stecnen
©C verplaatst zijn. Als men voor de grap, om je
er in te laten lon|»en I •■•lernanl geen steen -verlegd
heeft, is de 13de altijd blank. Als jc hot kunstje
eens zelf eerst geprobeerd hebt,.begrijp, je* direct
waarom die 13de «teen jc altijd precies verklapt
wat er i»j :>'bcid gebeurd is! Jc kunt er
Naar alle kanten stuiven de geldstukjes
heen! Ze huppelen en springen en rollen
zich om. Ze lachen van pret. Sommigen
dan zelf wel een geheimzinnig too verve rh aal bij
verzinnen;-je .doet maar erg geleerd!
WEDSTRIJD OP DRIE BEENEN
De -pelere gaan in paren staan, telkens kon
lachen zoo hard, dat ze van het schudden
kantelen en omvallen, maar dan lachen ze
op hun rug of buikje liggend nog door. Het
is toch ook zoo'n mop!... En die vrijheid
opeens, zoo heerlijk!
De rijksdaalder snort voor allen uit! Hy
wil laten zien, hoe hard hg wel loopen kan!
In zijn vaart botst hg tegen de tafelpoot
aan Bom Valt om En, o wee
schuift zonder dat hg er iets tegen doen kan
met zijn kop onder de tafelpootI
Daar blijft hij liggen stram en stijf met
zijn beentjes in de lucht spartelend!
Het halfje, dat even latér langs rolde, had
er dol plezier in. Het lachte, dat het schud
de en sloeg met zijn handjes op zyn buikje
van pret.
„Daar ligt nu onze baron!.... Ha, ha,
ha!Verdiende loon, meneer!.... Ha,
ha, ha!"
Boem! Daar is ook het halfje omgevallen,
door zijn drukke bewegingen, vlakbij zijn
oude tiran. De rijksdaalder probeert of hij
hem met zijn beentjes geen trap kan geven,
want hij is woedend op het halfje, maar hij
kan er net niet bij
Het mooie dubbeltje heeft groot plezier in
haar vrijheid. Ze springt vroolijk over aller
lei kleine heuveltjes op de grond, ze is licht
als een veertje en blijft lang aan het rol
lenDaar is de rand van een kinderbox,
dat is een groote heuvelDe sprong
maar wagenBoem. Ze is erover ge
sprongen en op een zacht kussentje terecht
gekomen en nu ligt ze plat op het zachte
dons, waar een klein kuiltje in gekomen is
door de vaart!
Hier lig ik best, denkt het tevreden.
Dan wordt het nacht en donker. Alle geld
stukjes vallen in slaap. Alleen de arnie
rijksdaalder kan niet slapen van de pijn aan
zijn hoofd.
(Volgende week verder.)
Wat Jantje zag
Janneman zit stil te droomen
In zijn hoekje voor het raanH
Groote wolken ziet hg komen
achter buurmans hek vandaan.
O! hij kan wel altijd kijken,
Naar die reuzen, wit en grauw,
Die zoo statig verder drijven
In de baan van zuiver blauw.
Kijk nu toch eens, wat een koppen
Koeien honden daar een schuit
Jantje bouwt maar luchtkasteelen
En hij kijkt zijn oogjes uit!
dos vier bccncn naast elkaar. Dc twee middelste
beenen worden inet oen touw of riem aan elkaar
vastgebonden, cn op een gegeven teeken bewegen
de paren op .,d: t boenen" zich orn het -hardst
naar de eindstreep. Hot paar, dat deze het eorst
bereikt, wint. Afstand ongeveer 50 meter.
16
I
II flil i O
behoorende bij
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 1 2 JANUARI - No. 2
JAARGANG 1935
In de dingen mijns
Vaders
En HU solde tot hon: Wat is het, dat Rit
MU Rococht hebt? Wist rU niet dat Ik moet
eUn In de dingen mUns Vaders?
Lukas 2 40.
Omtrent Jezus' eerste kindsheid is wis weinig
geopenbaard behalve dan, dat Hij oen tijdlang In
Egypte geweest is en in Nazareth zijn eerste jeugd
gesleten heeft. Wel staat het vast, dat Hij als
waarachtig, maar dan toch zondeloos mensch,
ofschoon Ilij do Zone Gods en als zoodanig onver
anderlijk was, dc gchcele menschelijkc ontwikke
ling evenals wij heeft doorgemaakt Kr was óók
bij Ilem naar liet lichaam een opgroeien van
klein naar groot, cn tevens een toenemen naar den
geest in wijsheid. Er was slechts één punt van
verschil met dc andere menschen. Aan dozen
wordt de al meerdere kennis van buiten af toe-
gedruppeld door ouders, leermeesters cn geschrif
ten. In zijn menschelijkc natuur schuilde echter
do Zone Gods. Deze deelde Hem van binnen u»t
een hlimmcnde kennis, ook omtrent zich zoIven,
mede naar de mate zijner menschelijkc ontwikke
ling cn vatbaarheid. En zoo moest er in zijn ziels
leven een oogenblik aanbreken, waarop Hij zich
holder bewust werd dc Zone Gods to zijn.
Dit grooto keerpunt viel samen met zijn bezoek
aan de tempel té Jeruzalem. Op de drie groot®
feesten trokken do mannelijke Israëlieten, soins
met hun vrouwen, op naar de heilige stad om or
Gods aangezicht te zoeken. Ditmaal was het op t
Pascha. Niet slechts Maria, maar ook Jezus was
met Jozef mcdcgcroisd. de Heilige Familie was
klein, maar in geestelijk opzicht vormde zij een
gesloten kring*., 't is beschamend voor do ge
zinnen, die op den rustdag uiteenvallen, omdat
ieder lid zijn eigen weg gaat, en op eigen hand
stichting zoekt. Voor Jezus' meegaan was er een
bijzondere roden. Hij was nu twaalf jaar. Op dien
leeftijd werden dc knapen voor mondig verklaard
en zelfstandig onder dc Wet geplaatst. Zij heetten
dan „zonen der wet", cn kwamen in retigicuzo
zin op eigen bccncn en onder eigen verantwoorde
lijkheid to staan, gelijk bij ons na het afleggen
van belijdenis.
Vandaar, dat aan Jezus door Maria on Jozef
een zekere male van vrijheid gelaten werd. 't Was
geen onachtzaamheid hunnerzijds, dat zij Ilom
op den terugtocht eerst na één dagreize misten.
Zij verkeerden in den waan, dat Ilit zich bij vrien
den of magen aangesloten had. En van 's Hol
lands kant was het geen ongehoorzaamheid, dal
Hij in den tempel achterbleef. Dc moederlijke bo-
risping was géénszins verdiend: „Kind!, waarom
bobt Gij ons zóó gedaan? Zie. uw vader en ik
hebben U met angst gezocht!" Jezus wijst dit zacht
verwijt met stQlIigheld af. Moeder sprak daar van
„uw vader en ik". Maar Jezus is zich in dc sfeer
van het heilige, op de plaats der Goddelijke open
baring, in de woonstede Gods, kianr bewust ge
worden, dat hier zijn eigenlijke Tehuis is, omdat
hier zijn ware Vader troonde. In tcrueslag op Ma
ria's „Uw vader en ik" antwoordt Ilij daarom
in 't besef Gods Eeniggeborene te zijn: „Wist gij
niet, dat Ik moet zijn i» de d'ngeti mijnt Va-
dens?"Voor dien Vader moeten op dc keer
punten des levens alle aardsche betrekkingen wij
ken, gelijk zij onder óns in de levenscrisis voor
Chr'stus terug moeten treden naar zijn woord:
„Wie vader of moeder liefheeft boven Mij. is mijns
niet waardig!"
In de dingen zijns Vaders,'t is zijn levens
program.
Zie Hom daar zitten in den tempel in 't midden
der leeraren, hen hoorende en hen ondervragende.
Hij zit daar niet als één hunner, dit zou niet
bij zijn Jonkheid gepast hebben. Hij wist to goed
wat Ilom betaamde, maar Hij zat aan dc voeten
dier wijze mannen, die, verbaasd over dc wijsheid,
die uit zijn antwoorden cn vragen om opheldering
sprak. Ilom naderbij kennelijk tot zich geroepen
hadden. Wat is het schoon, dat Ilij in den ruimen
tempel, waar zooveel te bewonderen viel, juist het
plckske uitgezocht had, waar dc Schriftrol ge
opend en verklaard werd. In onzen tijd dweept
men met een onbestemdo „sfeer" van 't heilige, 3n
verwacht daar wonderen van. Maar de heiligste
sfeer roept hoogstens een vrome stemming te
voorschijn, die meestal gelijk een morgenwolk
voorbij gaat. Men valt van de ééne stemming in
de andere en hoeft er geen stevig houvast aan.
't Was Jezus te doen om 't Wóórd der waarheid,
dat niet vaag en zwevend als een stemming is,
maar dat ons God in zijn werken cn wegen ver
klaart, cn waarbij het geestelijke leven op een
onwankelbaren bodem komt te rusten.
Gods Woord. ziedaar de dingen des Vaders.
In die dingen is Jezus gebleven .zoolang Hij
op aarde gewandeld heeft. Telkens weer stijgt
Hom een spreuk uit dat Woord naar do lippen:
bij de verzoeking in de woestijn, bij de tempel
reiniging, bij de aanzegging van Petrus' verloo
chening, bij den kreet in de duisternis van Gol
gotha, ja, tot bij zijn laatsten snik: „Vader, in
uwe handen beveel Ik mijnen geest!"
Jezus leefde in en uit het Woord.
Maar dit niet alleen. Do leermeesters in den
tempel verwonderden zich over zijn wijsheid in
zake het Woord. Do jonge wijsheid, die uit Hem
sprak, wees reeds heen naar den tijd, waarin Hij
als de hoogste Profeet, zelf dit Woord zou ver
kondigen. Overal had Ilij zijn kansel: op den berg
der zaligsprekingen, or een visschensscheepke. on
derweg met zijn apostelen, in dc ziekenkamer en
bij dc doodsspondo, op dc kokende golven der zee,
bij dc spelonk, waarin Lazarus begraven lag. ia,
hot kruis was zelfs zijn kansel, waar Hij het
eenige Woord der waarheid verkondigde,... zóó
was Hij in de dingen zijns Vaders.
Do spreuk is ook Jezus' lijdensprogram.
Naast zijn profetischo werkzaamheid staat in de
tweede plaats zijn priesterlijke bediening, gelijk
wij Hem belijden als onzen éénigen Hoogepricster
der verzoening. Do verzoening cn de verlossing
behoort ook tot ,.de dingen des Vaders", waarin
Jezus zich gevoegd heeft naar den wil des Vaders.
Zijn iijdens- cn stervensweg was in Gods Raad
uitgestippeld tot in dc kleinste bijzonderheden toe,
als het geoorloofd is in dit vorband van klein
on groot te spreken, daar ftlics op den weg der
smarten «rroot geweest is. zóó groot, dat wij er
niet bij kunnen. Uit dien verborgen Raad voorzeg
de Christus in alle trekken zijn lijden cn daarop
volgende verhooging: „De Zoon des menschen zal
den Overpricsters en Schriftgeleerden overgeleverd
worden, en zij zullen Ilem ter dood vcroordcelcn;
cn zij zullen Hem den heidenen overleveren, om
Ilem te bespotten, en te peeseion, en te kruisigen;
cn ten derde dage zal Ilij weder opstaan." In één
adem voegde Hij er aan toe het woord der vast
beradenheid, waarin zijn gehoorzaamheid aan
's Vadem wil uitkwam: „Ziet, wij gaan op naar
Jeruzalem",naar dien smaad, dien vloek en
dat kruis!
Telkens weder verklaarde Hij. dat liet een heilig
„moeten" was, zoonis Ilij als jongeling in den
tempel reeds gezegd had: „Wist gij niet. dat Ik
moet zijn in dc dimen mijns Vaders,"... Hij was
in al deze dingen de Knecht dos Hoeren die zich
gewillig aan den wil des Vaders onderwierp, we
tende, dat zijn zolfofft randc he., éénigo middel
was, om een verloren wereld tnct God te verzoe
nen. en haar schuld in zijn bloed te bedekken.
Gehoorzaam nis ccn Knecht zag Hij steeds op de
klok der eeuwigheid. Voor elk zijner benauwingen
cn anonstcn was een bepaald tijdstip vastecstcld.
Gij hoort Hem in het hoogcpriestcrlijke gebed zeg
gen: „Vader, dc ure is gekomen," als om er den
Vader op te wijzen, dat Hij bereid was ook het
zwaarste offer te brengen. Simon Petrus trachtte
Hem wel in onverstand van den lijdensweg af te
houden, zeggende: „Heerc, wees u genadig!, dit
zal u geenszins geschieden!" Maar Jezus wees hem
als een satanss achter zich. wijl hij Hem een
aanstoot was. omdat hij niet bedacht dc dingen
Gocfe, maar de dingen der menschen. Hij wilde
Jezus verhinderen orn te zijn in de „dineren des
Vadem", omdat zij hem to hartverscheurend
waren.
De spreuk is tenslotte Jezus' li eerlijkheids-
program.
Banden Zondagsblad 1934
Vanaf heden zijn banden voor het
Zondagsblad iaargang 1934 te bestel
len. Prijs per band met uitvoerig register
65 cents
Op te geven aan de Administratie
In den tempel te Jeruzalem cn tijdens zijn pro
fetische bediening was Hij zekerlijk doende in »e
dingen zijns Vaders. Hij was er eveneens in bij de
vervulling zijner priesterlijke bediening der ver
zoening. Maar in nog veel hooger zin is Ilij er
toe ingegaan door ziji hemelvaart, waardóór Hij
als onze eeuwige Koning den troon beklom. De
Zone Gods keerde er als Middclaur door terug
in het wezenlijke Huis des Vaders, wuarvan de
tompel op den Zion slechts een schaduwbeeld was;
in ccn Huis Gods, niet met handen gemaakt, maar
ecuwig in de hemelen. En daiir is Hij in den rij li
sten zin in de dingen des Vaders, in de onzien
lijke dingen, wier heerlijkheid ons bekrompen den
ken vorre te boven gaat
Hij profeteerde op aarde óns ten goede
Hij vergoot zijn priesterlijk bloed óns ten goede.
Maar Hij is daarboven ook bezig óns ten goede,
om het verlossende Middelaarswcrk in zijn heil
rijke vruchten toe te eigenen aan zijn gemeen te,
waarmede Hij in de glorie verbonden blijft, gelijk
het Hoofd met 't lichaam.
1-Iij is daar niet in ruste cn ledig.
Zijn Vader werkt tot nu toe, cn Ilij werkt ook
onophoudelijk aan den opbouw van zijn gemeente
door het profetisch woord te laten verkondigen;
door den zogen der verzoening priesterlijk te leg
gen op allen, die op zijne goedcrtieronb'cid hopen;
cn door zijn vergaderde volk met den koninklijknn
schepter des Woords te regeeren. te beschermen te
bewaren, cn door zijn Geest tot do voleinding
te leiden.
Hij is voortdurend bezig in dio dingen 'les
Vaders.
Wij zijn niet aan ons zelf overgelaten.
Hij steunt en helpt ons met zijn genade.
Hij bestiert onze kinderlijke schreden.
Ilij vat. eer wij struikelen, onze hand.
Wist gij nog niet, evenmin als Maria, dat deze
volheid van zogen reeds in den twaalfjarig-n
Jezus besloten lag als de bloem in dc knop? Gij
weet het dan nü tenminste. En cij zult dien zeg°tt
ook zelf ervaren, als gij niet verder opgaat in „Jo
dingen der wereld", maar „do dingen des Vaders**
u 't hoogst geworden zijn.
Dood en Leven
Hij lag te sterven cn hij lag alleen,
en vreesde niet het waaien door do hoornen
on van den regen het ontzaglijk atrooinen,
cn niet de schaduwen der dingen om hem heen,
Hij vreesde niet. maar wist God zeer nabij,
want in zijn moeders bijbel stond geschreven:
Ik ben de weg, de waarheid en het leven;
niemand komt tot den Vador dan door mij.
Iïeni kende hij, want van zijn vroegste dagen
had hij Hein aangebeden en Zijn hulp ontmoet;
en in den stroom van Zijn vergevend bloed
wist hij zich opgenomen en gedragen.
Eu wachtende en ruggelings cn recht
vroeg hij met zwakke mond cn met wijd-open
oogen,
en handen, die niet meer bewogen,
der engelen bijstand in zijn laatst gevecht
En die hem 's morgens vonden, moegezworvon,
bogen zich luisterend naar zijn geloken hart
Maar hij ontvoerd van aarde cn tijd en smart,
was tot het loven aar. den dood ontetorven.
BERT RAKKER.