ociEOjj
SPIT
ARBITRAIRE BESLISSINGEN
MAANDAG 17 DECEMBER 1934
DERDE BLAD PAG. 9
De rechtszekerheid in gevaar
Bij de totstandkoming van het noodwetje
tot beperking van uitgaven, welke voor de
openbare kassen voortvloeien uit de uitvoe
ring der Lager-Ondenvijswet 1920 (Wet van
4 Augustus 1933) werd van verschillende
zijden gevaar geducht van de voorschriften
van artikel 7 dier wet, dat onderscheiden
ingrijpende bevoegdheden in handen legt
van den Minister van Onderwijs. Wel trok
de Minister, nadat bij de debatten het
woord vooral was gericht tegen dit artikel
ten slotte het vijfde lid in, waardoor het
zwaarste verzet, werd ondervangen, maar
het stemmen vóór het ontwerp hief nog de
overblijvende bedenkingen niet op: men
maakte zich zorg over de arbitraire beslis
singen, die voortaan de Minister krachtens
dit artikel zou geven.
In een vorig artikel legden wij er den
nadruk op, dat het hantee'ren der nieuwe
bevoegdheden met de uiterste omzichtig
heid dient te geschieden. Wordt zulks ver
zuimd, dan kan een lichtvaardig genomen
besluit om een openbare school voor de be
rekening der exploitatievergoeding buiten
aanmerking te laten, funest zijn voor het
bijzonder onderwijs en evenzeer kan een
overhaast aanvaarde beslissing om een
bijzondere school een abnormale vergoeding
toe' te kennen, ernstige financieele gevolgen
.voor d"1 gemeentekas met zich brengen.
Ook in formeel opzicht dienen behoorlijke
waarborgen te worden geboden. De Minis
ter neemt hier belangrijke administratief
rechtelijke beslissingen, waarvan beroep in
vele gevallen niet mogelijk is. In verband
daarmee mag de eisch worden gesteld, dat
do te nemen besluiten juridisch voldoende
zijn toegerust.
De practijk leert, dat dit meermalen n i e't
het geval is. Herhaaldelijk staat men voor
het feit, dat naar het oordeel van een g&-
meentebcstuur de exploitatiekosten eener
openbare school naar verhouding te hoog
oploopen en men uitziet naar een middel
om hieraan paal en perk te stellen. Men
meent dan dit te hebben gevonden door den
Minister te vragen ten aanzien van die be
paalde school toepassing te geven aan het
eerste licl van artikel 7 der noodwet, zoodat
aan de kosten per leërling voor het open
bare onderwijs (meestal gaat hiet om de
ecnige openbare school ter plaatse) een
limiet wordt gesteld.
Dit eerste lid van artikel 7 is echter in
zoo'n geval niet van toepassing. Op zijn
plaats zou het zijn/ gebruikmaking te vra
gen yan het derde lid, zoodat de open
bare school bij de berekening der vergoe
ding buiten aanmerking wordt gelaten. Aah
vraagster heeft dit evenwel noch bedoeld,
noch geschreven. En wat is niettemin het
ministerieele bescheid? Dat de bepaling
van het eerste lid, gezien de feitelijke om
standigheden, niet van toepassing is, maar
dat het verzoek naar z ij n aard is te be
schouwen als een verzoek om overeenkom;
stig artikel 7, derde lid, der wet te be
palen, dat bij de vaststelling der vergoe
ding de school buiten aanmerking kan" wor
den gelaten.
Ziehier een bedenkelijk soort beslui ten-
regeling, dat in volkomen strijd is met "het
geen naar de letter werd gevraagd en, .ge
lijk ons van nabij bekend is, bewust werd
beoogd. Waren deze ministerieele besluiten
voor vernietiging vatbaar, de Kroon, ver
tegenwoordigd door den Minister van On
derwijs, zou het bezwaarlijk kunnen nala
ten!
De juiste weg zou zijn, dat verzoeker niet
ontvankelijk werd verklaard. Men voerè
hiertegen niet aan, dat 's Ministers methode
tijdbesparing brengt, wijl zij voorkomt, dat
een nieuw verzoek moet worden inge
diend. De eisch, dat een nieuwe aanvrage
moet worden ingediend, kan voor-het bij
zonder onderwijs d i t gunstig gevolg heb
ben, dat het geval ruchtbaar wordt en men
in tweede instantie de gelegenheid heeft ter
bevoegder plaatse het noodige verweer te
bieden. Het geeft eenige meerdere rechts
zekerheid, al is deze van bescheiden om-
ivang.
R e t h t s z e k e r h e i d. D a t is het, waar
aau wel een en ander ontbreekt bij de toe
passing van artikel 7 der noodwet, van
Augustus 1933.
Vóór ons ligt zoo'n ministerieele beslis
sing in een geval, waarbij het gemeentebe
stuur den Minister van Onderwijs bewust
en letterlijk, vroeg een maximum-bedrag te
willen voorstellen in verband' met de uitkee
ring.per leerling krachtens art. '101 der.La
geronderwijswet, waarop de Minister de zoo
even uiteengezette gemoedelijke beslissing
gaf, dat hier naar zijn aard sprake was van
een verzoek om de 9Chool buiten aanmer
king te laten. In hetzelfde besluit willigt de
Minister het verzoek in op niets anders
dan. deze luttele overweging „dat op grond
van de stukken kan worden aangenomen,
dat in dit geval bijzondere omstandigheden
Een werkende Vrouw
Naar het Engelsch
aanwezig zijn, als in het derde lid van
kei 7 der wet van 4 Augustus 1933 bedoeld".
Kan het simpeler?
Waar is hier de rechtszekerheid? Het
feit, dat de Onderwijsraad werd gehoord,
zegt in dit geval weinig, want dit hooren
werd alleen vereisoht, omdat het verzoek
werd ingediend op grond van het eerste
lid, dat het hooren van den Onderwijsraad
voorschrijft Maar beschouwd als aanvrage
krachtens het derde lid en als zoodanig
werd het verzoek ten slotte aanvaard
wordt het hooren van de Onderwijsraad
niet vereischt, al stemmen we toe, dat de
Minister bevoegd is de Raad onverplicht te
hooren.
Erger is intusschen, dat bet stuk in afwij
king van de gewoonte geen melding maakt
van het advies van Inspecteur en Hoofd
inspecteur, en zoover onze inlichtingen
gaan kwamen van die zijde geen adviezen
in. Dit is 'begrijpelijk, wanneer men
dat tusschen den datum van het besluit tot
het indienen van het verzoek door het ge
meentebestuur en het tijdstip van de beslis
sing van den Minister slechts ruim! een
maand ligt. Wij ijveren niet voor bureau
cratie, maar een dergelijke behandeling is
al te vlot!
Want van deze snelle rechtspraak wordt
het bijzonder onderwijs de dupe. Men oor-
deele zelf. Nu de eenige openbare school,
die vrij duur van exploitatie was, buiten
aanmerking wordt gelaten, heeft straks het
gemeentebestuur de bepaling der vergoe
ding per leerling vrijwel jn handen, wan
neer het van elders gegevens vraagt. Daar
om heeft het bijzonder onderwijs bij de be
slissing van den Minister het grootste be
lang. En daarom moest bet niet kunnen
voorkomen, dat het oordeel der schoolbestu
ren, die straks de gevolgen in de exploita
tie voelen, niet wordt gevraagd.
Dat do Minister zelf liet bijzonder onder
wijs als belanghebbende beschouwt, blijkt
hieruit, dat in de ministerieele beslissing
wordt bepaald, dat afsohrift daarvan zal
worden gezonden aan de besturen der ter
plaatse gevestigde bijzondere scholen. Zij
krijgen nog wel tijding van de ramp, maar
nadat de teerling is geworpen!
Dan maar in hooger beroep, zult ge zeg
gen? Maar strijd voor rechtsherstel is hier
niet mogelijk! Artikel 10 geeft aan belang
hebbenden enkel recht van beroep wanneer
een ingediend verzoek door den Minister
werd afgewezen, maar in dit geval
werd de aanvrage ingewilligd en het ge
meentebestuur kreeg zelfs belangrijk meer
dan het ooit bedoeld had te vragen!
Wie bovendien het elementaire aanvraag-
je van het gemeentebestuur ziet, dat aan
elke behoorlijke motiveering en aan vol
doende cijfermateriaal gespeend is, ver
baast zich nog meer over het feit, dat de
Minister zóó lichtvaardig een beslissing kan
en ten nadeele van bet bijzonder onder
wijs, En als men dan in aanmerking neemt,
dat het gemeentebestuur door een doelbe
wuste maar weinig gelukkige bestuurshan
deling van het laatste jaar zijn kosten tot
eèn abnormaal bedrag opvoerde en een der
bijzondere scholen buiten eigen toedoen
duur -moet è.xploiteeren, vraagt men zich
toch af, waarom geen inlichtingen zijn ge
vraagd d a a i', waar men er over beschikte.
Intusschen is fyet kwaad geschied. De
vr.ojes. voor arbitraire beslissingen, in dé
Kamer van verschillenden kant tot uiting
gekomen, is gerechtvaardigd gebleken en de
kans is aanwezig, clat bij de toepassing, van
artikel 7, waarvoor men zoo beducht was,
in de toekomst onvoldoende waarborg
zullen worden geboden.
Liet zal daarom zaak zijn op dit. punt be
hoorlijke toezeggingen te vragen. De nood
wet, die slechts anderhalf jaar, namelijk tot
1 Januari 1935 geldt, komt weldra weder
om in het parlement aan de orde. Inmid
dels verscheen het Voorloopig Verslag en de
Memorie van Antwoord, waarin aan de
king van het bedenkelijke artikel 7
dacht wordt, geschonken. Vele leden opper
den bezwaren tegen het voortbestaan van
dit artikel, daar het toezicht van Gedep.
Staten op de begrooting en het speciale toe
zicht van de Ministers van Binnenlandsche
Zaken en van Financiën op de van Rijks
wege ondersteunde gemeenten en op die ge
meenten, welke dreigen noodlijdend te wor
den, voldoende waarborg biedt. De vraag
werd verder gesteld of de belanghebbende
schoolbesturen steeds worden geboord, wan
neer de gemeentebesturen toepassing van
art. 7, lid 3, vragen en of hetzelfde ge
schiedt met de gemeentebesturen bij verzoe
ken van schoolbesturen om toepassing van
art. 7, lid 4. Ook werden inlichtingen ge
vraagd omtrent de gevallen, waarin de Mi
nister het artikel toepaste.
In de Memorie van Antwoord nu ver
klaart de Minister, dat toepassing van het
eerste lid niet plaats had. Waar het
•scherpte toezicht de behoefte aan dit voor
schrift minder sterk doet voelen, wordt
voorgesteld lid 1 en 2 in te trekken.
Toepassing van lid 3 werd negen maal
gevraagd, terwijl in drie gevallen inwilli
ging volgde. Yan de zeven gevallen, waar
in ten bate van een bijzonderé school
toepassing werd verzocht van het 4e lid,
volgde slechts eenmaal succes. „Tot het
hooren van de andere partij is alleen dan
overgegaan, wanneer dit inderdaad noodig
bleek."
Deze laatste opmerking verschuilt de
kwestie achter eenige departementale wa
zigheid. Of, om niet in hetzelfde euvel te
vervallen: ze is onjuist
Het hierboven geschetste geval heeft toch
wel aangetoond, hoezeer daarbij in elk op
zicht behoefte was aan het hooren der
tegenpartij, en tóch het is niet ge -
scheid.
Wanneet ten slotte de oogst van ander
half jaar wetstoepassing niet vei'der reikt
dan dat de Mniister vier maal een beslis
sing nam en dit viertal niet eens onaantast
baar is, mag de vraag worden herhaald,
door vele leden blijkens het voorloopig ver
slag gesteld, of handhaving dezer voorschrif
ten gewenscht is. De behoefte aan toepas
sing bleek gering en, toegepast, bleven ze
niet zonder schadelijk gevolg.
1-Iet voorstel van den Minister om bij nota
van wijziging alsnog de beslissing te leggen
in handen van de Raad en recht van beroep
toe te kennen op den Minister, moge goed
zijn bedoeld, wij geven de voorkeur aan
volledige schrapping van het artikel. Een
amendement van die inhoud lijkt ons rede
lijke kans op aanneming te bieden.
BINNENLAND
SUBSIDIE WERKLQOZENKASSEN 1935
Do minister van sociale zalcen heeft aan
de besturen van de werkloozenkassen, waar
voor het subsidiepercentage meer dan 100
pet. bedraagt, medegedeeld, clat hij het noo
dig acht reeds thans het voor 1935 toe te
kennen percentage- vast te stellen. Dat per
centage zal voor de meeste, kassen gemid
deld 20 pet. lager zijn dan toegekend voor
.1934. De besturen cler werkloozenkassen
worden uitgenoodigd op grondslag van die
verlaagde percentages de begrootingen van
inkomsten en uitgaven vast te stellen. Ver
hindering van het maximum aantal uit-
keeringsdagen zal niet door den minister
worden goedgekeurd.
De monumentale zonnewijzer, die de A. N. W. B. ter gelegenheid van zijn gouden jubi
leum ten geschenke kreeg, werd Zaterdag op de Apollolaan te Amsterdam door Burge
meester de Vlagt onthuld.
ROBINSONS STEVIGE TRED
De meest moderne schoenen-
fabricage
De nieuwe fabriek eenig
in Europa
Van geen enkele zaak in Nederland kan
het. zóó gezegd worden als van de Robinson
schoenfabriek te Nijmegen, dat ze ondanks
crisis en tegenslag blijft groeien, krachtig
groeien.
Als bij de geweldige brand van 21 Juni
van dit jaar de geheele Robinsonfahriek
totaal afbrandt, zoodat er niets anders over
blijft dan de kluis en dus de administratie,
dan geelt cle directie denzelfden 21en Juni
aan bet architectenbureau Beltman te En
schedé opdracht plannen voor den herbouw
te maken.
Op 6 Augustus wordt met den bouw be
gonnen en op 23 October is de fabriek weer
iii volle working. Het geheele personeel, dat
tijdens de stilstand schadeloos gesteld was,
is weer in dienst, zelfs werd het nog eenigs-
zins uitgebreid, om de goede Robinson
schoen (voor vade'r en zoon) nog sierlijker
te maken.
Ih icorte jaren heeft deze Robinsonschoen
eeid groote naam gemaakt. Dat had de heer
Frans Verschuur, een der directeuren, op
richter var. de zaak, in 1918 niet gedacht,
tóen hij met vier man begon. Begon, na in
Duitschland eerst goede studie van het vak
gemaakt te hebben. Zijn organisatiegeest, de
dóór hem gevonden pakkende naam Robin
son, een doelmatig opgezette, groote recla
me-campagne waarbij Van Alphens be
kend reclamebureau een staaltje van zijn
kunnen gaf en nog geeft. deed de zaak
eerst langzaam, maar zeker vooruitgaan.
In 1924 was de jaarproductie 30210 paar
schoenen, circa 100 per dag en alleen jon-
gènsschoenen. In 1933 was de productie vijf
tien maal zoo groot, nl. 450.000 paar per jaar
terwijl er nu ook heerenschoenen worden
gemaakt Nog gaat alles naar vaste maten.
De geheele kracht dezer fabriek zit in de
standaardiseering: 't maken volgens enkele
maten men gebruikt slechts vier leesten
alles bij elkaar slechts zestien modellen
(hoogc, lage, bruine, zwarte, deze weer met
leer of met rubberonderwerk en in popu
laire, van rundboxleer en in luxe uitvoering
van boxcalfs).
De geheele arbeid is op deze standaardi
sering ingesteld, waardoor het mogelijk is,
dat ruim acht paar schoenen per man en
per dag gefabriceerd worden. Dit is belang
rijk meer dan in ëeflig ander bedrijf. Het
loon per arbeider is 20 pet hooger dan in
de Brabantsche fabrieken, doch per schoen
is de kostprijs beduidend lager.
De fabriek is geheel ingericht op leve
ring uit voorraad, wat voor den winkelier
van waarde is, die nu bv. elke week zijn
voorraad kan aanvullen. In dé stille maan
den wordt vooruitgewerkt om aan de groote
vraag in de herfst en voor Pasohen en Pink
steren te kunnen voldoen.
In de geheele fabriek zit systeem
Dat begint al bij den ingang. Op een lan
gen entree-gang, monden alle kant.oorlo.ka
len uit, "alsmede het grondstoffen- en het
schoenenmagazijn, met zulk comfort, dat
'ëik voertuig, van Avelke afmeting ook, de
grondstoffen direct on de plaats barer be
stemming kan brenger.. De mechanisatie,
welke op de fabriek zco modemiseerend is
aangebracht, vindt men ook op de kantoren
waar drie kostbare boekhoudmachines er
voor zorgen, dat de administratie eiken dag
bij is en steeds de juiste cijfers geeft.
Het directiekantoor is hooger gelegen en
door de glazen wanden heeft men van hier
uit een overzicht over kantoorlokalen en
fabriek.
De fabriek heeft een oppervlakte van 55
bij 35 M. Langs de eene wand zijn de toe
gangsdeuren tot mannentoiletten, mannen-
kleedkamers, mannen-schaftlokaal, cantine,
r voor 2 cent een goede kop koffie of
thee geschonken wordt, vrouwen-schaftlo
kaal, vrouwenkleedkamer, vrouwentoiletten.
Tegen een herhaling van brand is zooveel
mogelijk gewaakt. In het geheele gebouw
zijn aangebracht zelfblusschende sprinkler
installaties (totaal 580), die in geval van
van brand automatisch in werking treden.
Elke sprinkler geeft per minuut 80 liter
water in breede parapluievorm. Tegelijk
vallen do metalen afsluitdeuren dicht, om
alle lokaliteiten af te sluiten, zonder dat
nochtans aan het personeel de gelegenheid
ontnomen wordt een veilig heenkomen te
zoeken. Een demonstratie dezer dagen voor
talrijke gemeente-autoriteiten en assuradeu
ren bewees de deugdelijkheid van deze
blusch-installatie!
De schoen-iabricage
De fabricage van schoenen in deze fabriek
geschiedt op een wijze, die geheel eenig is
in Europa. Wij hebben de geheele. gang ge
volgd, van huid tot ingepakte schoen. Het
gaat niet aan, om alles na te vertellen.
Ongeveer 200 machines van de meest Inge
nieuse vinding, doen hier, geleid door een
300 arbeiders en arbeidsters hun werk. Elke
machine hééft zijn eigen motor. Zeer ver
nuftig is alles geregeld. Allereerst worden
in de afdeeling snij de rij de verschillende
'bovendeden van de schoen machinaal uit
groote vellen leder gesneden. Vervolgens
gaan deze deelen naar de afd. Stikk-RHj,
waar zij aait elkaar gestikt, voorzien wor
den van de noodige versieringen, haken,
ringen enz. Middelerwijl zorgt de afd. stan-
serij, dat de verschillende deelen van
oiidertuig van den schoen in gereedheid ge
bracht worden.
Dit alles komt tezamen in een centraal
magazijn, vanwaar, uit de groote zelfloopen-
de montageband wordt gevoed-
Aan deze zelfloopcnde montageband wordt
de schoen langzamerhand opgebouwd.
Even blijven boven- ondertuig nog afzon
derlijk, maar geleidelijk zien wij den Robin-
son-schoen geboren worden.
Het was een zeer interessante wandeling
langs al die tafels en „toopende banden",
voorbij al die 300 arbeidsters en arbeid*
die ieder hun vaste taak hebben, waardoor
langzamerhand de Robinson Schoen ont
staat. Veel er over navertellen gaat niet,
zooals we reeds opmerkten.
Toen we de fabriek eindelijk verlieten
was het ons wel duidelijk geworden, hoe
de Robinsonschoen zoo'n goede tred heeft
kunnen maken in zoo korte jaren, en on
danks zulk een geweldige tegenslag als de
brand van 21 Juni 1.1., met te meer ijver
weer is begonnen.
Zóó moet de Robinsonfabriek goed loopen,
mede omdat de Robinsonschoen zoo goed
loopt.
Vrede te Culemborg
De grondaankoop komt opnieuw in de raad
Onze lezers weten, dat het hommeles was
in Culemborg. In de raad stonden partijen
en personen zóó scherp tegenover elkaar,
dat samenwerking schier onmogelijk was
geworden. Over en weer werden zulke booze
woorden gesproken, dat men het ergste
moest vreezen. Vooral ook, omdat een deel
der plaatselijke per-s zóó grof en beleedi-
gend tegenover enkele raadsleden, speciaal
van de Chr. Prot. fractie optrad, als wij in
onze dagen ondenkbaar achtten. En een
vredestichter was de burgemeester heele-
maal niet. Gevolg was ook dat tegen hem
een motie van wantrouwen in zijn leiding
werd aangenorpen.
Te rechter tijd heeft echter de Commis
saris der Koningin zijn bemiddeling aange
boden. En dezer dagen heeft hij met B. en
W. en de raadsleden Peek (r.k.), Middel
hoven (a.r.), de Groot (c.h.) en Klumper
(s.d.) heel de dag geconfereerd over de ge
rezen kwesties en de afgestemde grondaan
koop voor woningbouw.
Het Verheugt ons te kunnen melden, dat
de zoen getroffen is. Van beide zijden was
men gelukkig bereid te erkennen, dat men
zich te veel bad laten gaan. Verklaringen
daaromtrent zullen in de_ raad afgelegd
worden. Ook de grondaankoop zal opnieuw
studie worden genomen.
Iet is te hopen, dat volledige overeen
stemming wordt bereikt, want de totaal be
dorven verhouding zou cle gemeente slechts
schade doen.
Nederlanders over de spellingkwestie.
Herdenking van Karei van de Woestijne.
In de te Antwerpen gehouden jaarverga
dering van de Vereeniging van Letterkun
digen sprak o. a. Dr. P. C. B o u t e n s na
mens de Noord-Nederlandsche zusterver-
eeniging over cultureele samenwerking en
drong erop aan, dat de Vlaamsche Vereeni
ging van 'Letterkundigen stelling zou nemen
inzake de spellingkwestie.
Prof. August Verweylen antwoord
de, dat het vraagstuk in Vlaamsche krin
gen herhaaldelijk besproken was en dat
zich in België voorloopig houden zal
aan de spelling Dc Vries en Te Winkel, ter
wijl de kwestie verder grondig onderzocht
zal worden.
Dr. Frans Bastiaanse deelde mede,
it in Noord-Nederland een actie in dezelf
de geest op touw gezet wordt.
Te twaalf uur werd in het Museum der
Vlaamsche Letterkunde een herdenkings
tentoonstelling, gewijd aan de nagedachte
nis van Ivarel van de Woestijne, plechtig
geopend.
Als gij lijdt aan
^of STEKEN IN DE ZIJ
bedek dan de pijnlij
ke plaats met een vel
DE WATTEN, DIE WARMTE OPWEKT
Doozen 35 «n 55 ct.
Bij alle apothekers en drogisten.
DINSDAG 18 DECEMBER
HILVERSUM 301 M. AVRO-uitzending. 5.30
VPRO. 6.30 RVU. 8 00 Gramofoonpl. 9.00 En
semble Rentmeester. 10.00 Morgenwijding. 10.15
Gram.pi. 10.30 Ensemble Rentmeester. 11.00
Kook- en bakpraatje. 11.30 Gramofoonpl. 12.00
Het Rembrandt-Theater-orkest olv. D. Hartogs.
I.45 Concert door E. Veen (piano) en Jean du
Béla (zang). 3.00—4.00 Knipcursus. 4.15 Gra
mofoonpl. 4.30 Radiokinderkoorzang olv. J.
Hamel. 5.00 Voor kleine kinderen. 5.30 Jeugd-
uur v. d. VPRO door Ds. B. J. Aris. 6.00 Om
roeporkest olv. N. Gerjiarz. 6.30 RVU. Dr P.
Eodt: Amerika's nieuwe economische politiek
(II). 7.00 Vervolg Omroeporkest. 7.15 Kerst
liedjes voor de kinderen. 7.30 Engelsche les
Fred Fry. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Barnabas ven
Géczy en zijn orkest. 9.45 The Hawaiian
Three. 10.00 Omroeporkest olv. N. Gerharz,
mmv. Ferd. Helman (viool). 1100 Vaz Dlas.
II.10—12.00 Dansmuziek uit ..La Boïte des
Matelots", Den Haag, door Majo Marco en
zijn orkest.
HUIZEN KRO-programma. 8.00-9.15 en 10.00
Gramofoonpl. 11.30—12.00 Godsd. halfuur.
12.15 Gramofoonpl. 1.00 Schlagermuziek. 2.00
Voor de vrouw. 3.00 Kniples. 4.00 Afgestaan.
5.10 Orkestconcert en lezing. 6.40 en 7.00 en
7.15 Lezingen. 7.35 Gramofoonmuziek. 8.00
Vaz Dias. 8.05 Gramofoonpl. 8.15 Orkestcoo-
cert en gramofoonpl. 9.30 Orkestccncert mmv.
soisste. 10.30 Vaz Dias. 10.35 Gramofoonpl.
10.45 Orkestconcert. 11.1512,00 Gramofoon
muziek.
DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgenwij
ding. 11.05 Gramofoonpl. 11.20 Lezing. 11.40
Orgelconcert S. Torch. 12.10 Het Fred. Walker
octet, mmv. Chr. True (bariton). 1.20 Het Bir
mingham Hippodrome orkest olv. Peil. 2.20 Het
Lockier-Grosvenor Sextet, mmv. E. Vaughan
(sopraan)3 20 Sted. Orkest Torquay olv. L.
W. Goss mmv. M. Mitchell (sopraan). 4.50
Het Chelsea strijkkwartet mmv. M. Muthesiij^
(sopraan). 5.35 Het String Rhythmic orkest.
6.2Ö Berichten. 6.50 Koorconcert mmv. orgel.
7.10 Fransche causerie. 7.40 Gramofoonpl, 7.50
Causerie. 8.20 Pianorecital Ad. Hallis. 8.50
„Bethlehem", spel van B, Walke. 9.50 Berich
ten. 10.20 Lezing. 10.35 BBC-orkest olv. Ch.
Webber, mmv. J. Wray (sopraan). 11.30 Voor
dracht. 11.35—12.20 Roy Fox en zijn band.
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoon-
platen. 12.20 Orkestconcert olv. André. 9.05
Zang olv. Clerouc. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG 1261 M. 11.20—1.20 Ccocert uit
„Rest. Wivex". 2.20 Concert uit rest. „Ritz".
3.204 35 Kerstconcert (voc. solisten en or
gel). 7.20 Kerstconcert. 8.05 Pianorecital. 8.20
Hoorspel. 8.50 Koorconcert. 9.10 Hoorspel.
9.45 Kamermuziek Inst. septet. 10.1511.50
Dansmuziek.
KEULEN 456 M. 5.20 Gramofoonpl. 6.35 Omroep
kwintet. 11.20 Omroepkleinorkest olv. Eysoldt.
I.35 Bioscooporgelconcert J. Schafgans. 3.20
Ccocert. 4.40 Zang en cello. 6.50 Gramofoon-
platen. 7.35 Zang. S.20 Omroeporkest, koor en
solisten, olv. Buschkötter. 9.55—10.15 Omroep-
kinderkoor en solisten.
ROME 421 M. 8.05 Poolsche muziek mmv. vocale
en instrumentale solisten. 9.20 Radiotooneel;
hierna concert.
BRUSSEL 322 en. 4S4 -M. 322 M-: 12,20 Gramo
foonpl. 1.302.20 Omroeporkest olv. André.
5 20 Gramofoonpl. 6.50 Salonorkest olv. P.
Douliez. 8.20 Salonorkest olv. Douliez, mmv.
leden van de A.J.C. en G. Dumont (zang). 9.20
Omroeporkest olv. André. 10.30—11.20 Gramo
foonpl. 4S4 M.: 12.20 Salonorkest olv. Dou
liez. 1.302.20 Gramofoonpl. 5.20 Omroep
orkest olv, André. 9.35 Salcmorkest olv. Dou
liez. 10.30—11.15 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M 7.35 Con
cert door Kinderkoor olv. Fr. Weichenmayr.
8.05 „Das Sternenlied", spel van A. Karrasch.
9.20 Berichten. 10.05 Weerbericht. 10.20—
II.20 Concert uit Kiel olv. Döring.
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDING
B(j beschikking van de minister van Defcn
sie is de officier van administratie der 2e kl
H.Bakker geplaatst te Amsterdam, den 22ei
December 1934 ter beschikking gesteld.
AUDIËNTIES
Donderdag 20 De-
Woensdag 19 Dei
ROODE KRUIS-TENTOONSTELLING.
Er bestaan plannen, om in" 1935 een Roorle
Kruis-tentoonstelling te Soerabaja te orga-
niseeren, waarvan het initiatief uitgaat van
Dr. v. d. Berg de Bruijn.
FEUILLETON
HOOFDSTUK IX
Esther was dien volgenden morgen laat
„p, want ze was heel moe na de opwinding,
die ze den vorigen dag had doorgemaakt. Na
het ontbijt ging zij kalm in den grooten stoel
zitten met haar naaiwerk en voelde zich ge
lukkig en tevredep, als ze dacht aan al wat
er gebeurd was en wat er nog ging ge
beuren'. I
Om elf uur werd er gebeld en kwam het
hitje zeggen, dat er een dame was, die naar
haar vroeg.
„Wie kan dat zijn?" vroeg ze zich af. Ze
Verwachtte Lady Adelaide Vane, maar in
plaats daarvan verscheen het levendige, pit
tige gezichtje van haar dochter Amy.
Esther begroette haar met. een vriendelijk
Welkom/Beide meisjes vormden dan wel een
groote tegenstelling: Esther was lang en
donker, met regelmatige, trekken, een bleeke
gelaatskleur en groote, ernstige oogen, ter
Wijl Amy klein en blond was, met kuiltjes
in de wangen en lachende, blauwe kijkers
als van een kind.
„Kijk eens, Miss Stewart, nu mag u niets
tegen mij zeggen, tot u dit gelezen hebt",
begon ze vroolijk en gaf Esther een brief.
Die kreeg een kleur, toen ze het hand
schrift van Max op dc enveloppe herkende.
„Gaat u dan zoo lang in dien makkelijken
stoel zitten en kijkt u misschien die tijdschrif
ten in?"
Miss Vane gaf gevolg aan die uitnoodiging
en Esther las den brief, en, te oordeelen naar
de uitdrukking op haar gezichtje was de
inhoud daarvan zeer aangenaam.
Max deelde haar mee, clat hij zijn oom op
de hoogte had gebracht van zijn verloving
en dat hij, na het gebeurde van dien avond,
geen moeilijkheden had ondervonden, om
diens toestemming te krijgen.
„Iedereen houdt je voor een ware heldin'!"
schreef hij. Van de beide mannen was nog
geen spoor ontdekt, maar de politie gaf goed
acht en het gebouw werd voorloopig dag en'
dacht bewaakt.
„En nu, liefste", luidde het besslnit, „hoop
ik, dat je geen oogenblik dralen zult, met de
uitnoodiging van Lady Adelaide aan te ne
men. Het is toch mogelijk, dat de mannen
er achter komen, welk aandeel jij hebt ge
had, in het geen er gisterenavond is aige-
speeld; daarom heb ik geen rust, eer ik weet,
dat jij in veiligheid bent. Lady Adelaide is
je uiterst dankbaar, zooals wij allen trou
wens, en ze zou zeer teleurgesteld zijn, als
je haar koud tegemoet traclt."
Miss Vane was nu niet al te zeer verdiept
geVveest in het tijdschrift, dat Esther haar
had gegeven en tersluiks wierp zij menigen
blik naar haar. Ze wist niets van de verlo
ving van Max, maar nu ze die steeds v
selende kleur zag op Esthers gezichtje, kw
onwillekeurig de gedachte bii haar op, wat
Max eigenlijk van die Miss Stewart afwist,
dat zijn schrijven haar blijkbaar zooveel ge
noegen gaf. Ze was wel heel mooi, maar ze
kon toch niet zijn gelijke heeten en hoe
kwam hij er dan bij, haar zulk een vriende-
lijlcen brief te schrijvenZe hoopte maar,
dat hij hen niet allen zou teleurstellen. Ja
renlang hadden Max en zii als broer en zus
ter omgegaan; dus geen wonder, dat ze zich
in dien zin over hem bezorgd maakte.
Op dat oogenblik keek Esther op en haar
blikken ontmoetten elkaar.
„Mf. Hamilton zegt, dat Lady Adelaide mij
op de Towers noodigt".
„Ja, hier is de invitatie. Maar Mr. Hamil
ton had mij verzocht, dr1 ik u eerst z ij n
brief zou geven."
Het schrijven van haar Ladyschap stond
vol uitbundige dankbetuigingen aan Esther
en besloot met het dringend verzoek, of zij
toch vooral ineens met Miss Vane terugkee-
ren wilcle op de Towers, zoodat Lacly Vane
het genoegen zou mogen hebben, haar nog
eens persoonlijk dank te zeggen en tegelijk
te weten, dat zij dan in veiligheid was.
„Heel vriendelijk van Ladv Vane!" zei
Esther, na lezing van den brief.
„O, hoe heeft u toch zoo moedig kunnen
zijn!" riep Amy geestdriftig. „Al waren er
ook zes. politieagenten bij geweest, dan had
ik nóg niet naar de fabriek durven gaan!"
„Misschien dat het. verstandiger was ge
weest, als ik dadelijk de politie had gewaar
schuwd, maar eerlijk gezegd, heb ik daar
niet aan gedacht. Mijn bedoeling was enkel,
dat Mr.. Hamilton, he* zoo gauw mogelijk
zou weten."
„Nu, u is echt de heldin van den dag!"
„Toch verdién ik dien naam niet. U zoudt
mij juist verschrikkelijk laf vinden, als .11 mij
liadt hooren gillen, toen er een boek van de
schrijftafel viel in het kantoor van den be
drijfsleider. Ilc verwachtte niet- anders, dan
dat het heele gebouw in de lucht zou vlie
gen!"
„Wist, u dan niet, wat het was, toen u dat
geluid hoorde?"
„Neen, ik dacht, dat het een dynamiet-
ontploffing was. Mr. Hamilton schrijft mij in
zijn brief, dat het een grootboek was, dat in
het kantoor van de tafel was gevallen."
„Geen wonder, dat u schrikte!' Moeder en
ik maakten zich gisterenavond zoo ongerust,
toen vader maar niet thuis kwam. Eerst om
elf uur was hij er en moeder had zicli toen
van allerlei verschrikkingen in het hoofd ge
haald. In het eerst wilde hij ons niet ver
tollen, wat er gebeurd was, maar zoo lang
zamerhand hebben wij 't er toch uitge
kregen!"
„Die mannen zullen nog wel niet gevon
den zijn?"
„Toen ik van huis ging, tenminste niet.
Pells, de koetsier, zegt, dat hij twee man
nen, langs de heg, liet rijtuig zag volgen.
Dit vond hij nu wel niet zoo aangenaam,
maar, omdat ze zich zoo doodstil hielden,
schonk hij er verder geen aandacht aan.
Toen de taxi van Mr. Hamilton het rijtuig
van vader liet stoppen, zag hij ze ijlings weg
sluipen. O, ik kan er van rillen, als ik er
aan denk!"
„Waren de mannen dicht genoeg bij, dat
hun gelaat te onderscheiden viel?"
„Neen, maar het moeten wel de twee zijn
geweest, die het onheil wilden aanrichten.
Vader denkt, dat zij het rijtuig volgden, om
getuige te zijn van de uitbarsting. Stel u
voor, Miss Stewart, zoodra dc voordeur open
ging, zou die verschrikkelijke machine uit
een spatten!"
„Mr. Hamilton zegt, dat ze niet handig in
elkaar gezet was en dat ze dus niet veel
schade had kunnen toebrengen".
„Het heele gebouw zou ook niet vernield
zijn, maar vader had toch doodelijk verwond
kunnen worden!"
Esther was innig dankbaar, dat zij het
werktuig had mogen wezen, waardoor het
ongeluk voorkomen was.
„En nu gaat. u met mij naar huis, niet
waar?" vroeg Amy.
„Ik ben er in het geheel niet op voorbereid,
om zoo dadelijk mee te gaan", zei Esther
weifelend.
„Toe bedenkt u zich maar niet langer. Wij
zouden geen van allen rust hebben, als u
niet kwam. Nu heb ik toch nog een paar
boodschappen te doen; dan heeft u meteen
een lialf-uur, om te pakken."
„Maar mijn broertje? Dien moet ik dan
tenminste op school in den ko9t doen."
„We zullen langs zijn school rijden en
ze 'gen, dat we hem later zullen laten halen,
want hij moet. ook op te Towers komen
Esther overlegde nog een enkele minuut
en toen begreep zij toch wel. dat het 't
beste zou zijn: Max zou het immers graag
hebben en z ij n verlangens zouden bij haar
vóórgaan.
„Nu heel graag dan", sprak ze. „Ik /al
zorgen, dat ik over een halfuur klaar ben."
Het pakken was gauw genoeg afgeloopen
en toen Miss Vane terugkeerde, stond ze al
met haar koffertje gereed.
Toen ze voor het buis stilhielden, sloeg
Lady Adelaide de meisjes vanuit het venster
van haar boudoir gade. Zij had zich altijd
Esther Stewart voorgesteld, als zij haar op
dien dag, bleek en mager en slecht-gekleed,
had gezien en ze had zich al voorgenomen,
om haar met neerbuigende vriendelijkheid
te ontvangen; maar, toen zij nu deze keurige
jongedame naast Amy in het ponywagentje
zag, voelde zij zich dus wel teleurgesteld, dat
Esther haar uitnoodiging niet had aangeno-
„Hier is Miss Stewart, moeder", zei Amy
onmiddellijk bij liet binnentreden.
„Miss Stewart?" herhaalde Lady Adelaide,
ten hoogste verwonderd.
Als vrQuw van de wereld overzag zij
echter dadelijk de situatie en gaf door niets
blijk van haar verbazing.
Toen Max dien avond kwam, vond hij zijn
verloofde naast haar Ladyschap in den
salon zitten, heel op haar gemak pratend,
terwijl Charlie zich aangenaam maakte bij
Miss Vane.
Hij volgde den raad van zijn oom en
sprak nog niet van zijn verloving. Het. zou
beter zijn, hiermee eerst tc voorschijn te
komen, als liet een algemeen erkend feit
was. dat Esther een dame was door geboor
te en opvoeding.
Zoo kwam het dan ook, dat Amy Vane heel
veel ging houden van Esther, wat misschien
niet het geval zoU zijn geweest, uls zij zich
bevooroordeeld had gevoeld, doordat zij wist,
dat Max haar had uitverkoren. Want dan
zou zij ongetwijfeld met zeer kritischon blik
de aanstaande vrouw van haar „broer"
hebben beschouwd.
(Slot volgt.)