Melasse Paardenvoer
Centralisatie der Proefstations
DIJKSTRA'KOEIENMEEL
Mest thans rijkelijk met Kali!
N.V. VEREENIGDE KALIMAATSCHAPPIJ
ONS PRAATUURTJE
LAND- Efi TU1NB0ÜW No. 267
WOENSDAG li DECEMBER 1934
Verplaatsing naar Wageningen voorgesteld
Zooals men weet, wordt de Landbouw
wetenschap gedoceerd te Wageningen. Maar
omdat deze wetenschap zeer veel praktische
kanten heeft zijn voor praktische' onderzoe
kingen verschillende inrichtingen noodig. In
de eerste plaats zijn daar de instituten te
.Wageningen, nl. dat voor landbouwwerktui
gen en gebouwen, voor phylopathologie
i(waarvan een onderdeel, dat voor bloembol-
lenonderzoek te Lisse is gevestigd) en voor
.veredeling van landbouwgewassen.
Verder heeft men de landbouwproefsta
tions. welke bestemd zijn voor bet verrich
ten van onderzoekingen en het leiden en uit
voeren van proefnemingen. Te Groningen
is gevestigd het proefstation op het gebied
van okker- en weidebouw; te Hoorn dat op
het gebied van zuivelbereiding en veevoeder
Zij zijn verdeeld in afdedlingen, en wel
dat te Groningen in de volgende vier: I. de
scheikundige afdeeling; II. de landbouwkun
dige afdeeling; III. do plantkundige aPdee
ling; IV. de micro-biologische afdeeling; dat
te I-Ioorn in de volgende drie: I. de schei
kundige afdeeling; II. de bacteriologische
afdeeling: III. de physiologische afdeeling.
Het station te Groningen wordt naar bui
ten vertegenwoordigd door een hoofddirec
teur, dat te Hoorn door den voorzitter van
den raad van bestuur, bestaande uit de
directeuren der afdalingen.
Het bodemkundig instituut is bestemd
voor natuur- en scheikundig bodemonder
zoek.
De proefstations voor controle-onderzoek
zijn bestemd: het eene te Wageningen voor
het onderzoek van zaden, het andere voor
het onderzoek van veevoeder-middelen en
van landbouwproducten en hulpmiddelen
voor aeij landbouw van verschillenden aard
en dat te Maastricht voor het onderzoek van
meststoffen.
Voorts zijn de proefstations voor controle
onderzoek bestemd voor het opsporen van
.vervalschingen.
Aan het proefstation te Hoorn is verbon
den een proefzuivelboerderij, welke echter
beheerd wordt door een afzonderlijke ver-
jeeniging.
Zooals men merkt zijn dus de proefsta
tions in vier verschillende plaatsen geves
tigd: Wageningen, Groningen. Hoorn en
Maastricht. Neemt men de instituten er bij
dan krijgt men 5 plaat sen, nl. Lisse ook nog,
waar onderzoekingen in 't belang van den
land- en tuinbouw plaats vinden.
Dit brengt groote kosten met zich meo,
v\*at vooral in deze tijden de aandacht trekt.
In verband met de algemeene zucht tot be
zuiniging heeft dan ook prof. dr J. A. Aber-
son in het Alg. Handelsblad van 27 Nov.
de aandacht er op gevestigd, dat centralisa
tie der proefstations noodig is. Hij betreurt
liet, dat niet reeds in 1921, toen reorganisa
tie plaats vond, „de radicale beslissing is
genomen om de stations te con centree ren
op één plaats, aangezien de voorlichting
van rle landbouwers door de landbouwcon-
sulenten reeds voldoende was verzekerd en
de stations zich dan meer tot hun eigenlijke
vverit konden bepalen. De groote welvaart,
die toen in ons land heerschte, maakte de
concentratie op één plaats niet dringend
noodzakelijk, hoewel dit economisch enprac
tisch beter zou zijn geweest.
In dezen crisistijd, nu uitgaven zooveel
mogelijk moeten worden beperkt, krijgt die
besparing een grootere beteekenis cn het is
daarom dringend noodzakelijk, naar een
zoodanige organisatie om te zien, waarbij
bovenstaand denkbeeld zoo goed mogelijk
.verwezenlijkt wordt.
In het proefstation voor veevoederonder
zo ck werd ondergebracht de bibliotheek der
Landbouwhoogesehool. Deze wordt thans
verplaatst naar het nieuwe gebouw, dat
achtei de aula is opgetrokken. Hierdoor
komt een ruimte vrij, groot genoeg om het
proefstation voor meststoffen op te nemen.
Dit zal gepaard gaan met een groote bezui
niging aan personeel en onderhoud der ge
bouwen. Het gebouw te Maastricht zal óf
voor andere rijksdoeleinden waarvoor thans
huurhuizen betrokken zijn, dienstbaar ge
maakt kunnen worden, óf de regeering zou
kunnen trachten het te verkoopen. De waar
de wordt geschat op f 120.000. De onderbren
ging van het station in dat te Wageningen
zal een jaarlijkscbe besparing van f25.000
kunnen geven.
Het station te Hoorn houdt zich bezig met
onderzoekingen voor de melk en de daaruit
bereide producten en voor de veevoeding.
Een verplaatsing van dit station naar Wa
ningen zou betrekkelijk groote kosten mede
brengen. Het doel rechtvaardigt deze on
kosten. die bovendien voor een groot deel
compensatie vinden in;
le. den verkoop van de bezittingen, die
het rijk te Hoorn heeft;
2e. het overbodig worden van den veesta
pel van prof. Broekema;
3e. het onnoodig worden van de stichting
van een laboratorium voor zuivelbereiding
en melkkunde aan de Landbouwhoogesehool
waartoe anders overgegaan zal moeten wor
den.
De gronden voor den bouw van het labo
ratorium, de veestallen en de zuivelfabriek
behoeven ni^t aangekocht te worden, aan
gezien het Rijk daarvoor voldoende ruimte
beschikbaar heeft.
Het proefstation te Groningen bestaat uit
een oud hoofdgebouw cn een particuliere
woning aan het Eemskanaal, die zoo goed
mogelijk voor laboratorium is ingericht
voor de bacteriologische en botanische af-
deelingen. Zoomin het hoofdgebouw als de
ingerichte woning hebben voldoende ruim
te. om het werk behoorlijk te kunnen ver
richten, zoodat beide afdeelingen noodzake
lijk een flinke uitbreiding moeten krijgen.
De hoofddirecteur van het station is over
tuigd, dat de gewenschte toestand alleen be
reikt wordt door het stichten van een nieuw
gebouw.
Wanneer de regeering daartoe zou over
gaan, zou een verplaatsing van dit station
naar Wageningen de rationeele oplossing
zijn. Door de ligging midden in het land
kunnen dé besnoeiingen met do praktijk zoo
wel voor land- als tuinbouw doeltreffender
worden. Zooals de toestand op het oogen-
blik is, kunnen die bemoeiingen zich niet
uitstrekken ten Zuiden van Zwolle. De ver
dere voordcelen zijn dezelfde als die voor
het proefstation te Hoorn.
Het is hier de plaats oin te wijzen op de
schitterend ingerichte iandbouw-bibliotheek
die bij een centralisatie, door allen gemak
kelijk geraadpleegd kan worden.
In het kort gezegd, zoo eindigt Prof. A.
zijn betoog: Wageningen wordt het centrale
punt voor alle wetenschappelijke inrichtin
gen, dié in hot belang van land- en tuin-
bouw werkzaam zijn. De wetenschap, de
praktijk en het onderwijs zullen van deze
samenvoeging in sterke mate profiteeren.
Het voortdurend contact zal de grootst mo
gelijke samenwerking tusschen de verschil
lende laboratoria tengevolge hebben en de
ze zal de beste kansen bjeden voor den
bloei van land- en tuinbouw!"
A.S.F.-korrels
Door de Amsterdamsche Superfosfaat-
fabriek en de Vereen. Chemische fabrieken
te Utrecht, Maliebaan 81, wordt een bro
chure uitgegeven over een der producten
dezer fabrieken, n.l. de A. S. F.-korrels. Deze
brochure is van de hand van Dr. Ir. W. H.
C. Knapp, die in de inleiding opmerkt, dat
in onzen tijd de bezwaren, die men had te
gen het gebruik van gemengde meststoffen
hun beteekenis verloren hebben.
Het mengen, dat voorheen vaak niet al te
nauwkeurig geschiedde en vaak door de
gebruikers veel te duur betaald werd, ge
schiedt door de A.S.F. en de V.C.F. nu
langs ehemischen weg en dus grondig en
er worden door hen samengestelde meststof
fen met hoog gehalte aan planten voedsel
geleverd. De naam van den fabrikant xs
DOELMATIG VOEDEREN
MET
HOOGERE MELKOPBRENGST
waarborg dat geen bedrog gepleegd wordt,
terwijl bovendien waarborg gegeven wordt
en iedere kooper een monster kan opzen
den naar Maastricht voor onderzoek.
Wat het gehalte aangaat: de A.S.F.-kor-
rels hebben samenstellingen, die overeen-
komen met wat jarenlange ervaring en
proefnemingen met enkelvoudige meststof
fen in Nederland aan het licht brachten,
terwijl ze niet anders beoogen dan in som
mige gevalllen enkelvoudige meststoffen te
vervangen zonder wijziging in de verhou
ding tusschen stikstof fosforzuur en kali,
noch in de totale hoeveelheid plantegvoed-
sel te brengen, indien deze juist gebleken
zijn.
Geleverd worden dan ook korrelmesten
in elko gewenschte samenstelling.
Ook kan het gebruik van de A.S.F.-kor
rels aanleiding zijn voor den boer of tuin
der om zich beter dan voorheen reken
schap te geven van de bemesting van zijn
land cn voorkomt hij hen, die er niets van
weten, in elk geval eenzijdige bemesting.
Verder wordt in deze brochure de samen
stelling behandeld, waarna do eigenschap
pen van dit product besproken worden. Bij
de toepossing staat de schr. uitvoerig stil.
Meerdere vooraanstaande personen gaven
oen gunstig oordeel over de A.S.F.-korrels.
Zoo schroef o.a. Ir. J. M. Riemens. rijks-
tuin bonwconsulent voor het Westland en
Directeur aan den Proeftuin te Naaldwijk:
„Zonder eenig voorbehoud verkies ik voor
de glascultures hoog geconcentreerde samen
gestelde meststoffen, hoven enkelvoudige';
dc korrelvorm vol dopt in de practijk uitste
kend".
Ook anderer oordeel was gunstig.
Wij raden allen die kunstmest gebruiken
of gebruiken willen voqr hun tuin, dus ook
particulieren, aan deze gratis brochure aan
te vragen bij bovengenoemd adres.
10 verteerbaar eiwit, 25 suiker,
6.per 100 K.G. vrij aan booi'd/spoor
te R'dam bezorgd, event, onder rembours
M VERHEUL'*? krachtvoeder-
'tnncülb handel n.v.
TELEFOON 56892 ROTTERDAM
^yratziekte vrije
aardappelen
Dit najaar heeft de Plantenziekterxkundi-
ge Dienst alle belanghebbenden erop ge
wezen, dot het in de bedoeling van de Re
geering lag, de teelt von de Bravo met in
gang van 1935 te verbieden, terwijl ook
rekening moet worden gehouden met de
mogelijkheid dat te gelegenertijd hetzelfde
zal geschieden voor de rassen de Wet en
Kampioen.
In het toen dealrover uitgegeven bericht
is met de meeste klem aangeraden ter ver
vanging van Bravo en eventueel van de
Wet en Kampioen, alleen die rassen te ver
bouwen, welke onvatbaar zijn voor de wrat
ziekte.
Uit ingekomen berichten cn uit adver
tenties in bladien blijkt nu, dat als vervan
ger van de Bravo o.a. worden aanbevolen
de rassen Zeeuwsche Blauwe en Zeeuwsche
Bonte. Dit moet echter ten sterkste wor
den ontraden, aangezien deze rassen vat
baar zijn voor de wratziekte.
Het is duidelijk, dat de aardappel cultuur
hoe langer hoe moer gericht zal moeten
worden op den verbouw van voor wrat
ziekte onvatbare rassen.
Daarom wordtnogmaals aan hen, die
van den verbouw van de Bravo tot dien
van een ander ras moeten overgaan m°t
nadruk aangeraden, alleen die rassen te
verbouwen, welke onvatbaar zijn voor wrat
ziekte.
Ook op de handelaren in poo!goed wordt
hierbij een dringend beroep gedaan om er
toe mede te werken, dat ter vervanging
van de Bravo en eventueel van de Wet en
Kampioen, uitsluitend voor wratziekte on
vatbaar pootgoed wordt aangeschaft.
In verband hiermede worden nogmaals
de in de rassenlijst van het Instituut voor
Plantenveredeling opgenomen voor wrat-
ziekte onvatbare rassen vermeld. Het zijn
de geelvleezige rossen: Alberta, Alpha, At-
Het oude beproefde adres voor alle ia Nederland gebruikte Kalizouten 3
KAINIET 14% KALIZOUT 40% ZWAV. KALI 48%
KALLZOUT 20% PATENTKALI. 26%
AMSTERDAM C. POSTBUS 147 HEERENGRACHT 342
Voor aankoop wende men zich tot Kunstmesthandelaren en Coöperaties.
Onze voorlichtingsdienst verstrekt omtrent aanwending
van Kalimeststoffen alle gewenschte inlichtingen.
las, Rato, Bevelander, Curba, Erdgold,
Friso, Furore, ubileum, Juli, Konsuragis,
Muntinga 17, Monocraat, Noordeling, Ooe-
termperache, Populair, Puisus^en, Record,
Robijn, Souvenir, Unicum en West-Braban
der, en de wit-vleezige rassen: Albion, Ar-
ran Crest, Arran Pilot, Concurrent, Great
Scot, Hellena, Majestic en Pamassia.
Nadere inlichtingen worden ve-nstrekt
door den Plantenziektenkundigen Dienst, te
Wageningen, door de bij dezen dienst werk
zameambtenaren, alsmede door de Rijles
land- en tuinbouwooneulenten.
Qe onttroonde numus
in eere hersteld
Een campagne in Duitschland ten
gunste van den humus, die de
oogsten zekerder maakt en de
nadeelen van droogte steifk ver
kleint
Zooals men weeft heeft de vader van den
wetenschappelijken landbouw, Albrecht
Thacr, dio van 1752 tot 1828 leefde, de mee-
nimg verkondigd, dat de planten zich moes
ten voeden met humus. Naar Thaer is dan
ook rle „humustheorie" genoemd cn het
heeft geduurd tot den tijd, waaiin Justus
von Liebir zijn mineraaltheorie lanceerde,
vóór de humustheorie aan het wankelen
gebracht werd.
In de laatste tientallen jaren werd wel
een groote waarde aan den humus als bo
dembestanddeel gehecht, maar als vrucht
baarheidsfactor werd ze meestal door de
minerale meststoffen m de schaduw ge
steld geacht, met het gevolg dat de bemes
ting met organische meststoffen voldoende
werd geoordeeld om ook het humusgehalte
van den bodem op peil te houden.
Vaak is er tegen deze voorstelling van
zaken opgekomen. Die Deutsche Landwirt-
schaftliche Presse kwam 10 dezer met
een Stalmestnummer uit („Betriebseigene
Düngerwirtschafl"), waarin een groot aan
tal artikelen voorkomt, die de waarde van
den humus voor den landbouw en daardoor
voor het -geheele Duitsche volik in een hel
der licht stellen. Eigenlijk staat het ge
heele „Stalmestnummer" in het teeken der
autarkie op het gebied der voedselvoor
ziening.
Prof. dr. G. Ruschmann van het Instituut
voor Bodemkunde en Plantenvoeding, Lands
berg a. d. Warthe, opent de rij van bijdra
gen met „Duitschlands voeding van eigen
bodem, een vraag van gezonde humuswaar
deering".
De schrijver beweert., dat er in de Duitsche
cultuurgronden een toenemend gebrek aan
H.H. TUINDERS
Verwarming - Waterleiding
Luchtwerk, enz.
M. WILSCHUT Bzn.
Tel. 149 RIJSOORD
humus bestaat, waardoor geen maximale
oogsten worden verkregen. Hij wijst op de
groote beteekenis van den humus als voe
dingsbodem voor de bodem bacteriën en op
het groote belang eener rijke bacteriën-
flora voor de opname van het anorganische,
voedsel, dat in den vorm van de verschil
lende kunstmeststoffen wordt aangebracht.
Prof. dr. Th. Roemer te Halle a cl S wijst
op de groote beteekenis van den humus als
bodembestanddeel in droge tijden.
Als gecontroleerd voorbeeld van deze in
landbouwkundige kringen bekende ervaring
geeft schrijver een staatje van de opbreng
sten aan rogge, verkregen op het geduren
de 55 jaren bestaand rogge proefveld, door
Julius Kuéhn in 1879 aangelegd.
Op dit proefveld gaven de perceelen. die
en volledige kunstmestbemesting ontvangen
hadden, in jaren met ongeveer normalen re
genval een hoogere opbrengst dan de stal-
mestperceëlen maar in het droge jaar 1934
was het andersom, en was de verhouding
der opbrengsten stalmest-: kunstmestpereeël
100 S5. Op grond van deze en andere uit
komsten wordt de stelling geponeerd, dat
een flinke humusvoorraad in den bodem
de oogsten zekerder maakt en de jaarlijk-
schommelingen in de opbrengsten verkleint.
Ook deze schrijver houdt een pleidooi
voor hetero stalmestbewaring en voor be
mesting der akkers met humus leverende
meststoffen
Onder de volgende artikelen komt et een
voor, waarin een 12-tal geboden ten opzich
te van het besproken humus-vraagstuk ge
geven wordt maai' 't is den schrijver niet
gelukt ze kort te formuleeren wat we een
nadeel achten.
(Alg. Ned. LandbouwbL)
Ontvangen Geschriften
Aanleg en Onderhond van Gazons
en Sportvelden. Uitgave van Tur-
kenburgs Zaadhandel, te Bode
graven. Prijs f 0.30.
Zooals alles wat door Turkenburgs Zaad-
handel uitgegeven wordt, ziet deze uitgave
ei' keixrig uit De eigen drukkerij van deze
welbekende zaadhandel weet prachtig werk
to leveren. Mooie druk. fraaie afbeeldingen,
die op het kunstdrukpapier prachtig uit
komen. een prettig formaat, alles maakt
deze uitgave tot een luxe-uitgave.
En de inhoud is als de uitvoering. Een
deskundige moet dit geschreven hebben.
Eerst wordt behandeld het aanleggen van
gazons door het gebruikmaken van graszo
den en daarna door inzoaien van graszaad.
Precies wordt aangegeven, hoe gehan
deld moet worden, en daarbij worden prac
tische wenken gegeen. Ook het onderhoud
der gazons wordt uitvoerig behandeld.
Voor hen die 't zij in een groote, 't zij in
een kleine tuin gesteld zijn op een keurig
gazon is dit boekje een onmisbare wegwij-
Marktoverzicht
Medegedeeld door het Centraal Bureau
Voerartikelen
Nog steeds laat de kwaliteit van de bin
nenkomende partij Laplatamais te wen-
schen over. Ook, thans zijn weer een paar
binnenkomende partijen ten deele met scha
de. Nu is het in dit verband wel bijzonder
opmerkelijk, dat onze vereenigingen toch
deze mais prefereeren boven prima droge
Donau of Zuid Afrikaansche mais, omdat
deze laatste natuurlijk een paar gulden peü
last duurder zijn. Toch kunnen wij dit niet
begrijpen, daar men, afgezien nog van het
gevaar van warm worden en daardoor ge
wichtsverliezen, toch zeer zeker bij de duurt
dere soorten aan droge stof wint, omdat cis
minder vocht in zit.
Overigens blijft de markt vast, ook voor
gerst en rogge. De vraag was tamelijk in dq
afgeloopen week. Voeriarwe en haver wa
ren eveneens prijshoudend.
Inlandschc voorslag- en Amerikaanscli<4
lijnkoeken bleven in de afgeloopen weck
vast gestemd, met langzaam oploopendp
prijzen. Ook de overige koeksoorten wat
hooger in prijs, terwijl hot aanbod in in*
landsche grondnoten- en cocoskoek wat
sohaarscher is geworden.
Meststoffen,
Stilcstofmeststcffen. De stille tijd
in de stikstof is voorbij; er begint op ven
schillende plaatsen' des lands al weer wat
vraag te komen. De afgeloopen week braoUt
al aardig wat orders in alle soorten. In ver-»
bond met. den tijd van het jaar was kalkstik-
stof niet van de minste. Deze meststof word C
elk jaar. meer aangewend met het oog op
onkruidbestrijding, vooral op de tarweak-*
kers.
Van het prijsveiioop valt nog niet veel te
zeggen. In den groothandel is tot heden nog
zeer weinig van de producenten gekocht en
daaruit meenen we te mogen besluiten, dat
eï niet gegooid zal behoeven te worden uit
angst van met onverkochte partijen te blij
ven zitten. Hetgeen er van een vorig seizoen
onverkocht oxergebleven is, zal zeker niet!
zoo enorm zijn, of het zal gemakkelijk ge-
plaatst kunnen worden.
Thomas meel. De markt in Nedea-land
blijft onder druk. Groote vraag is er nog
niet en het aanbod van Frankrijk enl
Luxemburg houdt aan De daling in de prij-
zen is dus nog niet tot stilstand gekomen*
Uitvoeroverschot België/Luxemburg: Octo
ber 1934: 75.700 ton; October 1933: 55.100 ton;
April-October 1934: 503.000 ton; April-Octo*
ber 1933: 484,100 ton.
Uit deze cijfers blijkt, dat de uitvoer nog
zeer goed is geweest, vooral naar Duitsch-»
land en Nederland.
Superfosfaat. Men kan constate eren,
dat de marlet er wat rustiger op is geworden
De Nederlandsche fabrieken handhaven de
prijzen. De Russische super wordt hier en
daar beneden de prijzen verkocht. Ook dej
Belgische super concurreert in het Zuiden
nog sterk. Het komt daar evenwel ook voor,
dat er Nederlandsche super wordt aangebo
den, alhoewel het zeer onwaarschijnlijk is,
dat ze van Nederlandsche fabrieken afkom
stig is. Men zij dus op zijn hoede en vraga
levering van Nederlandsche super in origi-
neele zakken, gestempeld met het merk*
ïachtstreeks van de fabriek.
Neemt het zekere
voor het onzekere en koopt BIJ ONS
UW GLAS in de betere kwaliteit!
54 ruiten 51.5x38 cm a 5.40 p. kist
hen 50.5 x 48.5 cm a 5.40 p. kite
jiten 43 x 32.5 cm a 5.40 p. kist
94 ruiten 38 x 29.5 cm a 5,40 p. kisj
47 ruiten 59.5 x 38 erna/ 5.40 p. kL<C
'21 ruiten 141 x73 cm a 15.40 p. kis
Dubbeldik glas Niet franco Kisten gratis
v. d. BURGH's Glashandel
Tel. 15 Maasland (Z.-H.J
'tls tegenwoordig heeleinael geen vetpot.
Neitgcns.
En om dan in zoon vetlooze tijd te hoo-
ren en te lezen van een „vetrapport" doet
wel een beetje vreemd aan.
Toch ie het wel goed dat dit rapport uit
gekomen is, want over het boter-margarine
vraagstuk was men het niet met elkaar
eens.
Nu geloof ik er geen oogenblik aan, dat
men het nu wel eene met elkaar zal wor
den, ma&r men heeft nu tenminste een wel
doordachte opvatting over wat mogelijk is.
Ook bij de Centrale landbouworganisaties
en de F.N.Z., de Alg. Ned. ZuiveMxmd was
men het onder el kaai' niet eene over dit
vraagstuk.
Thans schijnt dit wel het geval te zijn,
n.l. in zooverre, dat men, al gelooft men dat
liet kan, toch nog niet op opheffing van het
menggebod durft aandringen.
Door grondig beetudeeren van een ver
schilpunt kan men tot overeenstemming
komen.
't Ware te wenschen, dat men wat meer
onderlinge verschilpunten ging bestudeeren
Dat gaf rost meer waardeering voor elkan
ders standpunt. Dit blijkt ook als men be
studeert de opvatting, die de F.N.Z. over
DE VEEBEPERKING
heeft, en die welke de Di'entsohe boeren
bond propageert. De eerste wil geen vee-
beperking voor kleine bedrijven en louter
weidgbedrijvcn, geen graanrechten en meer
der verbruik dooi* propaganda voor melk-
brood en voor melkgebruik en wil beper
king van de margarinebereiding. De Dront-
eche Boerenbond, of, als ik het wel heb is
thans de naam kortweg Boerenbond, daaren
tegen wil een veebeperking, die het sterkst
moet zijn bij de vartkens en iets mipder
sterk hij hst rundvee. Maar de invoerhef
fing op krachtvoeder moet zeer beduidend
verhoogd worden en van 1.50 op 5 ge
bracht worden. Hierdoor zullen volgens de
voorstellers van dit plan, de prijzen van
boter en kaas niet behoeven te stijgen, in
tegendeel nog terugloopen. terwijl de boer
toch een loonende melkprijs zal ontvangen!
Alles moet op vooroorlogsch peil gebracht
worden en het invoerrecht op veevoeder kan
dienen om de eindprijs der zuivelproducten
lager te stellen.
Dat zijn dus twee tegenstrijdige opvat
tingen, die men, zonder aan bijoogmerken
der voorstellers te denken, goed moet over
wogen wil men tot een eigen opvatting ko
men, die misschien van beide andere op
vattingen weer afwijkt.
Welke opvatting men moet huldigen, daar
over willen ws het nu eens niet hebben.
We hebben er alleen maar op willen wijzen
clat men steeds goed doet elkanders stand
punt grondig te bekijken en daarbij niet
altijd moet beginnen met hot zoeken van
persoonlijke belangen achter een afwijkend
standpunt.
Het zijn ook wel algemeene belangen die
een andersdenkende ken voonstaan.
Zooals de geheele internationale handel
berust op het. principe van al;
lengen. Dat komt b.v. uit in
DE RUILHANDEL MET CHILI.
Zooals men zal weten is door de regee
ring van ons land met die van Chili een
handelsverdrag gesloten waarbij bepaald is
dat 40% van de opbrengst der verkoopen in
Nederland van Chilisalpeter en bijproduc
ten hiervan, besteed zullen worden op de
volgende wijze: 15% dient voor het ont
dooien van bevroren Nederlandsche credie-
ten in Chili, waardoor men geld dat rost
zet en voor ons dus geen dienst deed, weer
vrij komt en dus bruikbaar wordt, terwijl
25% dient om nieuwe leveringen van Ne
derland aan Chili te verrekenen, zoodat de
Nederlandsche leveranciers daarvan, zeker
kunnen zijn van hun glcL Nu is onze handel
met Chili in de laatste maanden zeer toe
genomen. In de eerste 10 maanden van 1933
leverden wij voor 270.000 gulden aan Chili
en in de eerste 10 maanden van dlit jaar
was dit reeds gestegen tot 748.000 guldien,
bijna driemaal zooveel.
Maar nu het eigenaardige. Wij ontvangen
uit Chili zoo goed als niets anders dan Chili
salpeter, de bekende kunstmeststof, dus
een landbouwproduct, en we leveren aan
Ghilv. kunstzijde, radio- cn gloeilampen,
verfstoffen en Indisohe producten Hier
help! de eene branche de andere. Dat gaat
met een ander land weer eens andersom.
Op deze wijze wordt die uitvoer weer wat
gesteun, en wel door invoer.
Dat onze land- en tuinbouw gesteund
wordt is voor velen een doom in het oog.
LAND- EN TUINBOUW WORDT
VERWETEN DE HOOGE KOS
TEN VOOR LEVENSONDERHOUD
Men gaat clan alles in cijfers en guldens
uitdrukken en zegt dan triomfantelijk zoo
veel kost den NederLandaehen staatsburger
de landbouwsteun!
Nu geloof ik, dat 99% der Nederlanders
het beneden zioh achten om van bloedgeld
van anderen te leven: het beneden zich
aohtcn om er vermaak in te scheppen hun
waren goedkoop te kunnen krijgen omdat
de leveranciens dier warten in de grootste
ellende verkeeren en de wanhoop ten prooi
zijn. Dat zou zoo worden als de steun over 't
algemeen genomen beduidend verlaagd
werd.
Mgar wat is er van aan, dat de prijzen
dor landbouwproducten de kosten ven het
levensonderhoud opdrijven?
Als die koeten voor den oorlog 100 waren,
dan zijn ze nu volgens de statistieken 140.1
voor arbeidersgezinnen en 134.5 voor de
meer gegoeden (voor deze laatsten is de
stijging dus niet zoo groot als voor de eer
sten). Maar als we nu bovenbedoelde criti
casters moeten gelooven, dan komt de stij
ging door de hooge landbouwproducten.
Laat eens zien, wat daarvan aan is. Alles
vóór den oorlog op 100 gesteld, staart, thans
melkbrood op 72, waterbrood op 76, melk
op 57, kaas op 43, eieren op 36, rundvlees oh
(bief) op 72, lappen op 64, boter op 64, rund
vet op 53. Alles in kleinhandelsprijzen. Dat
de koeten van levensonderhoud zoo hoog
zijn, 34 a 40% boven voor-oorlogsch peil, zit
hem dus niet in de landbouwproducten,
doch ontegenzeggelijk in industrie- en han
delsproducten, waarvan de leiders nu zoo
te keer gaan tegen de landbouwsteun. Hun
eigen producten moeten op 170 a 180 staan.
Zeg het met cijfers schijnt hun parool.
Welnu, dat deden w ijhier ook. Maar het is
velen niet kwalijk te nemen, omdat ze heele-
maal geen kijk op de land- en tuinbouwaan-
gelegenheden hebben. Toch praten ze er
over!
Ja, dat is tegenwoordig gewoonte om te
PRATEN OVER DINGEN WAAR
MEN NIETS VAN WEET
En hoe minder men er van weet, hoe meer
men er over praat. Ik bedoel nu 'niet, dat ge
val waar de eene stadsche joffer de ander
inlichtte over een hengst, die ze paardestier
noemde. Noch over *4at geval, waarbij een
verstadstc boerendochter het had over een
eg, waarmee men ploegt. Ook niet over dat
plaatje op een door een groote winkeliers
firma uitgegeven tijdschrift, waarop eea
mannetjesvarken staat afgebeeld dat ver
baasd naar een biggetje kijkt en waarbij als
onderschrift staatmoederweelde!! Zulke
gevallen komen nog al eens voor en zijn
vrij onschuldig. Maar dat leiders en volks
voorlichters schrijven en spreken over din
gen waar ze niet de ©inste notie van hebben
en dat op grond van vaak uit het verhand
gerukte citaten en cijfers, dat is erger. Dat
maakt dat de geest van het publiek bedor
ven wordt. Én die geest is al zoo geworden,
dat overal over geklaagd en geprutteld
wordt. En natuurlijk krijgt de crisis overal
de schuld van.
Dit is voor velen een maar al te vlug ge
bruikt verdedigingsmiddel.
Van verdedigingsmiddelen gesproken: voor
al houders van heesters en hoornen hebben
verdedigingsmiddelen te gebruiken tegen:
parasieten en ziekten die het volgend jaar
de oogt kunnen dreigen. Die tijd van spuiten
enz. komt thans weer. Nu is hierbij ook al
weer veel kwakzalverij. En een wet daarte
gen schijnt nog niet op komst. Doch, we zijn
het met Ir. A. W. v. d. Plassche eens, dat
ook zonder van hooger hand ingrijpen, waar
door de geheele bedrijfsvrijheid verloren
gaat, wel wat gedaan kan worden
ORGANISATORISCH OPTREDEN
OOK BIJ ZIEKTEBESTRIJDING
kan hier helpen.
Gezamenlijk aankoopen van deugdelijke
middelen, onder controle van Proefstations
en op advies van den Plantenziektenkundi
gen Dienst zal heel goed zijn. Alleen wat
deugdelijk is gebleken wordt dan aange
kocht.
Ook voor de handelaren is dit beter, zegt
de heer v. d. Plassche. Ook zij zijn niet ge
baat bij die oyervloed van middelen die dik
wijls met groote kosten op de markt worden
gebracht om dan spoedig weer te verdwij-
Men zij echter niet al te wantrouwend.
Zoo zijn er b.v. verschillende koperprepara
ten, die even goed resultaat geven als de
Borde^uxsche pap en veel een
voudiger in het gebruik zijn.
Ze zijn echter duurder en het gaat er dan
tenslotte oq> hoe zwaar de factor arbeid
weegt.
Ook zijn er zwavel preparaten die wel min*
der werkzaam zijn maar een geringere kans
op beschadiging geven.
Men kan echter over al deze middelen te;
bevoegder plaatse advies krijgen.
In Amerika waar
van ontwikkeling staat, heeft men veel we
ten te bereiken door de coöperatieve paksta-
tions, dus de organisatie waar de teler zijn
product ten slotte aflevert, te laten zorgen
voor de aankoop van deugdelijke middelen.
Deze aankooporganisatie laat zich advi-
seeren door het proefstation en stelt zoo vast
wat gekocht zal worden.
Hun „fieldmen" adviseeren dan weer den:
teler.
Tot die toestand moeten wij in ons land
ook komen.
Het is echter niet noodzakelijk dat de aan-
~.i verkoop steeds is gecombineerd. Verschil
lende andere organisaties als plaatselijke
aankoopvereeniginge-n, Pomologische Ver-
eeniging enz., hebben zich soms reeds op
den aankoop toegelegd en dat kan zoo blij
ven.
Wat echter niet langer gewenscht is, dat is
het tot proefkonijn maken van de practische
teler.
Dat er geëxperimenteerd wordt, goed, maar
niet in de bedrijven en alleen onder deskun
dige leiding.
De fruitteler maar ook de fabrikant zal er
bij gebaat zijn.
Dit zijn ware woorden. Goed om ze eens
te overdenken en in de praktijk te brongen.
Tot de volgende week,
PRAATJESMAKER.