NATIONALE
De Spaansch-Protestantsche Kerk
WOENSDAG 12 DECEMBER 1934
TWEEDE BLAD PAG. 5
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
BRIEVEN UIT CATALONIE
IX-)
Hoe de Protestanten in Barcelona
samenkomen: Een bezoek
aan hun kerk
Op
ruim 23 millioen zielen zijn er
in Spanje slechts 21.900
Protestanten
Het was al lang mijn wensch
eens een godsdienstoefening bij te wonen in
de Protestantsolie of, zooals men hier zegt,
Evangelische kerk. Wij Hollanders, weten
toch eigenlijk zoo heel weinig van de Pro
test an tsche beweging in het Roomsche
Spanje, waar op 'n bevolking van 23.563.867
zielen (volkstelling van 31 Dec. 1930)
eleahts 21.900 Protestanten zijn. Hierbij zijn
dan nog een groot aantal, die zich alleen
Protestant noemen, zonder het inderdaad
te zijn, omdat zij met de Roomsche Kerk
gebroken hebben. Dit blijkt uit het aantal
Avondmaalsgangers, dat volgens dezelfde
statistiek, waaruit ik deze getallen put, over
1930 slechts 6259 bedroeg.
Naar het kerkgebouw
Op een Zondagmorgen stapte ik dus naar
het mij aangeduide kerkgebouw, dat zioh in
liet nieuwe gedeelte van Barcelona be
vindt. Het is een nog nieuw gebouw van
tivee verdiepingen, uit roode baksteen op
getrokken, dat door de belendende huizen
van zes verdiepingen een gedrukt voorko
men heeft. Niets in den bouw herinnert
aan een kerk. Veeleer zou men, wat de in
gang betreft, aan de vestibule van een
bioscoopgeliouw denken. Boven den in
gang is de bestemming van het gebouw
aangegeven in zandsteenen letters: „Iglésia
evangolica" met daarboven een eenvoudig
zandsteenen kruis.
Ik vermoedde, dat de kerk pas na de re
volutie van '31 gebquwd was. Dit bleek mij
echter later, niet het geval te zijn geweest
Nog onder het koningschap was de bouw
tot stand gekomen, maar bij de goedkeuring
der bouwplannen door het Gemeentebe
stuur, was als uitdrukkelijke eiseh gesteld,
dat niets van buiten aan een kerk mocht
doen denken, zelfs geen raam. 't Gebouw
moest geheel het voorkomen hebben
een gewoon woonhuis, 't Opschrift en het
kruis zijn er dan ook op aangebracht na
het uitroepen der Republiek. In de nieuwe
grondwet van 8 September '31 werd een
einde gemaakt aan de bevoorrechte positie
der ILK. kerk en der geestelijkheid en bij
de wet op de kerkgenootschappen van 17
Mei '33, werd absolute vrijheid gewaarborgd
aan alle godsdienstige gezindten inzake
uitoefening van den eeredienst en inwen
dige kerkinrichting.
Het eenvoudige zaaltje
Als men de vestibule door is, komt men
Sri een eenvoudig zaaltje, dat naar schatting
met zijn gaanderij mee. een twee honderd
personen kan bevatten en de grootste Pro
testanlsche kerk van geheel Spanje is. De
achterwand bestaat geheel uit cathedraal-
"glas." Hiertegen is het spreekgestoelte opge-
rieht. Daarboven van blauw glas een kruis
met de woorden ,,Dios es Amor". Ik vind
de opstelling van biet spreekgestoelte niet
gelukkig, daar de spreker nu met zijn rug
naar het licht staat en de toehoordei's tegen
het licht inkijken, wat op den duur nogal
yermoeiend voor 't oog is.
Het kerkgebouw is in medegebruik bij
den Zwi.tserschen predikant Dr. Charles
Brütsch, die den eenen Zondag voor
Duitsch-Zwitsers en den anderen voor
Fransch-Zwitsers spreekt. De Zwitsersche
dienst is van 1011; de Spaansche van
1112. Daar ik reeds om half elf aan 't ge
bouw was, kon ik nog een gedeelte van
den Duitsch-Zwitsersohen dienst bijwonen.
Na afloop hiervan en terwijl ik wachtte op
't begin van den Spaanschen dienst had ik
't genoegen met Dr. B. kennis te maken.
Toen hij hoorde, wie mijn gastheer en
gastvrouw waren, was 't ijs gebroken en
noodigde hij mij vriendelijk uit, eens een
avondje bij hem te komen praten. Intus-
schen waren de voorbereidingen voor den
Spaanschen dienst afgeloopen en betrad de
predikant Sr. D. Arenales het spreekge
stoelte voor een gehoor ran ongeveer dertig
personen, dat gedurende de preek tot een
vijftigtal aangroeide.
Natuurlijk heb ik van de preek niet veel
opgestoken, 't Was me meer om de sensa
tie te doen om in 't roomsche Spanje ëe'n
protestantsch kerkgebouw te bezoeken en
de ontvaneen indrukken op me te doen in
werken. De dienst was vrijwel gelijk aan
die in een Hollandsche kerk Gezongen
werd er uit een himnario, een 100-tal liede
ren bevattende, waaronder er waven met
echt Spaansche wijzen, maar ook met woor^
den en wijzen, overeenkomstig met onze"1
Hollandsche gezangen.
De samenstelling van het gehoor
Onder 't mannelijk gehoor bevonden zich
vele jongelieden, die naar hun voorkomen
-te' oordeelen, tot de intellectueelen gerekend
moesten worden; verder menschen uit den
werkenden en den burgerstand en slechts
VIII stond in ons blad van 11 December
een enkele, die mij voorkwam tot den meer
deftigen stand te behooren. Is 't standsver
schil dikwijls moei'ijk uit te maken, in
Spanje is dit althans wat de vrouwen be
treft, zeer gemakkelijk. Het criterium is het
al of niet dragen van eenhoed. Dienst
boden, vrouwen uit het volk en uit den
kleinen burgerstand zal men nooit 01' te
nimmer een hoed zien dragen. Ze zouden
er zich eenvoudig voor schamen en 't „gek"'
vinden. Hoe hoog nu precies de scheidings
lijn loopt, durf ik niet zeggen. Maar ze ligt
m.i. vrij hoog. Vrouwen, die in kleeding en
voorkomen en door haar gansche optreden
door ons tot de „echte dames" zouden ge
rekend worden, ziet men nog zonder hoed.
Alleen bij koud weer, zooals op 't oogen-
blik, nu er een ijzige mistral waait, ziet
men oudere vrouwen met een doek om 't
hoofd gebonden. Gaan ze naar de kerk, dan
hebben ze een mantilla over den arm, een
meer of minder gi'oote zwarte doek van
fijn weefsel, die zc zich bij 't binnentreden
der kerk over 't hoofd werpen. Deze man
tilla is soms zoo ragfijn, vooral bij jongere
vrouwen en meisjes, dat 't moeilijk is, te
onderscheiden of ze wel werkelijk wat op 't
hoofd hebben, maar aan 't voorschrift
van Paulus, dat een vrouw niet met onge
dekte» hoofde in de vergaderingen zal ver
schijnen, is voldaan.
Is dit regel in de Roomsche- en ook in de
Engelsohe Staatskerk ik zag dit beginsel
ook in de Piotestantsche kerk toegepast. Er
zat onder 't vrouwelijk gehoor niemand
met ongedekten hoofde en daar 't aantal
hoeden dat der mantillas overtrof, moet ik
aannemen, dat er vescheidene dames van
voornamere» stand aanwezig waren.
De dienst duurde een uur, maar gegeven
de radheid waarmee de Spanjaarden spre
ken, zal de inhoud van de preek niet veel
kotter geweest zijn. dan waarover een Hol
landschen predikant anderhalf a twee uui
doet. Ook trof mij de groote belangstelling
waarmee geluisterd werd en de broederlijke
wijze, waarop men bij 't einde van
dienst uiteten ging.
De Spaansche kerk in onze tijd
Mijn bezoek aan Dr. Brütsch heeft mij
heel wat omtrent den toestand der Profes
tantsche kerk in Spanje geleerd. Na een
historisch overzicht van de Hervorming in
Spanje, dat ik tot mijn spijt te dezer
plaatse, ter wille van de ruimte, niet kan
overnemen, kwam hij op den tegenwoordi-
gen tijd. Hij zag de toekomst niettegen
staande de mee/dere bewegingsvrijheid
onder de Republiek, niet zeer rooskleurig
t.
De kerken zijn voor haar stoffelijk be
staan voor 't grootste deel aangewezen op
het buitenland. Behalve de Nederlandsche
Vereeniging „Het Evangelie in Spanje", die
m het Zuiden werkt, te weten in Malaga,
Los Rubios, Utrera. Cartagena en Sevilla.
in welke plaatsen zij drie predikanten en
elf onderwijzers en onderwijzeressen bezol
digt, en waarover Dr. Brütsch met zeer
veel waardeering sprak, zijn het vooral En
gelsche en Amerikaansche vereenigingen,
die zich het lot. der Spaansche protestanten
aantrekken. In Madrid is het de Duitsohe
predikant Ds. Fliedner, die evenals voor
heen zijn vader, de beweging leidt.
Nu doet zich op 't oogenblik een soort
van inzinking gevoelen, die aan verschil
lende oorzaken is toe te schrijven. Zij is
reeds begonnen onder de dictatuur van
Primo de Rivera, waardoor tusschen 1923
en 1930 velen uit Spanje emigreerdon
Thans zijn het vooral financieele moeilijk
heden, waarmee men te worstelen heeft,
hoofdzakelijk door de val van het pond en
do dollar.
Daarbij komt, dat de -resultaten, althans
in 't oog van een Amerikaan, niet erg aan
moedigend zijn; hij wil graag zichtbare
resultaten zien en, aangezien deze voorals
nog uitblijven, beschouwt hij zijn bijdragen
min of meer als weggegooid geld, en daar
om gaat hij de toelagen voor Spanje ver
minderen, zoodat menschelijkerwijs gespro
ken er heel weinig perspectief in het Spaan
sche protestantisme zit.
Andere oorzaken, dat 't werk der Evan
gelieverkondiging zoo weinig resultaat op
levert, liggen in de Spanjaarden zelf. Een
Spanjaard is uiterst beleefd, maai' wil ook
zoodanig behandeld worden. Hij houdt er
niet van om op den man af te worden toe
gesproken. Denkt ge hier nu maar om,
dan zal liij u gaarne in uw beweringen ge
lijk geven, des noods op alles ja en amen
zeggen; maar hebt ge u omgekeerd dan zal
hij met dezelfde bonhommie een ander
die 't tegenovergestelde beweert, weer bij
vallen.
Ge hebt dus weinig vat op hein; hij doet
denken aan de gelijkenis van den zaaier,
waar 't zaad verdorde, omdat 't geen diepte
van aarde had. Ook in de preek heeft hij
liever, dat hij van hart tot hart wordt toe
gesproken. Dr. B. was een paar keer in een
Spaanschen dienst opgetreden en had,
volgens zijn gewoonte recht op den man al
gesproken, maar dat was hem na afloop
zeer kwalijk genomen, dat was men niet
gewoon. Om tot het hart van den Span
jaard te genaken moet men den langen
weg van de spiraal inslaan!
Een ander bezwaar is 't analfabetisme,
vooral bij volwassenen. Mag de Republiek
't leven behouden, dan zal dat in de toe
komst wel bef er worden, dank. zij de op
richting van steeds meer nieuwe scholen
Dr. B. houdt o.a. ook een Spaanschen bijbel
Maria als „de Moeder Gods" gesproken
wordt en hij aanraadt er zelf den Bijbel op
na te lezer., dan komt 't hooge woord er
uit: Ik kan niet lezen. Bedenkt men nu, hoe
al die Roomsche opvattingen den menschen
van kindsbeen af zijn ingeprent, dan be
grijpt men, hoe moeilijk het is, die er op
latcren leeftijd uit te krijgen.
De invloed der Zendingscholen
Wat nu de invloed der scholen betreft,
die uitgaan van de Zendingsgenootschap
pen ook daarvan moet men zich geen te
hoog denkbeeld vormen. Wel keeren door
het daar gegpven onderwijs de leerlingen
zich van de Roomsche kerk af, maar
den daardoor nog geen overtuigde Protestan
ten. Als dit met één op de honderd het ge
val is, mag men dankbaar zijn.
En dan ten slotte heeft 't Protestantisme
in Spanje altijd een humanistischen geest
geademd. Van uitersten wil men niets
weten: Luther is te onstuimig, Calvijn
geeft men het nog nimmer, dat hij hun
landgenoot Michael Servet heeft doen ver
branden dit althans is de Spaansche op
vatting van dc zaak en zoo is eigenlijk
Zwingli degeen, waartoe men zich 't meest
voelt aangetrokken.
Dit belet, een energiek optreden naar bui
ten. Een schrijver van den tegemvoordigen
tijd zegt hieromtrent, dat zijn geloofsgenoo
ton uit vrees voor het roomsen fanatisme
en de vervolging zich te veel in zioh zelf
hebben opgesloten, waarbij de passieve aard
van 'iet Zwinglianismc ook een voorname
rol speelt „Espana no os conoce". Spanji
kent ons niet.
Nadat Dr Brütsch mij nog had medege
deeld. dat op het door mij bezochte kerkge
bouw nog n schuld rust van 70.000 pesetas
d.i. ongeveer f 14.000, die men met den bes
ten wil ter wereld niet in staat is af te los
sen, en hij mij voor meerdere bijzonder
heden verwezen had naar den beheerder
van de ,Casa de la Biblia", het Bijbelhuis,
nam ik dankbaar afscheid en begaf mi]
eenige dagen later naar 't opgegeven adres.
Een verbijsterende ontdekking
Hier -Yed ik een verbijsterende ontdek
king. De beheerder deelde mij nl. mede, dat
op niet minder dan elf plaatsen in Barcelo
na des Zondags protesten tsche godsdienst
oefening gehouden werd en dat al die
kerkjes onder Engelschen of Amerikaan-
schen invloed stonden. De door mij bezochte
kerk is presbyteriaanse!); dan zijn er drie
methodistische kerken, die onderling ook
weer eenigszins verschillen; verder een
doopsgezinde, een darbistischc, vier van
genootschap der „Broederen".
Eigenlijk gezegd, wist hij ook niet, wat
dit voor een genootschap was; later is mi]
van andere zijiVï medegedeeld, dat dit
schijnlijk een tak der „Plymouth Brethren"
was en dan nog een „andere", zooals hij mij
zeide. Toen ik dit alles hoorde, dacht ik
vor een oogenblik in Holland te zijn! Latei-
bleek me, dat dit getal nog tot twintig kon
opgevoerd worden. Ik kwam nl. in 't bezit
van een boekje: „La religión en la Repü-
blica Espanola'een uittreksel uit een groo-
ter Engelsch werk en in 't Spaansch ver
taald door Dr. Juan Orts Gonzdles. Dit.
bevat een kort overzicht van de Hervorming
in Spanje var. den tijd van Karei V (I) af
tot op heden, benevens statistieken omtrent
den protestantschen godsdienst en het on
derwijs.
Uit een dier statistieken bleek mij, dat tot
die twintig „kerken" behooren 8 predikan
ten, 3 evangelisten en 1349 avoncknaalgan
gers, d.i. ruim 67 per „kerk". En dat
stad van een millioen inwoners! Een andere
statistiek leerde mij dat onder 't- koning
schap in 1928 op elke 300 inwoner
heel Spanje één R.K. wereldlijke geestelijke
was. In 1930 kon 45.4 pet der bevolking
boven de 16 jaar lezen noch schrijven. In
slechts vijf provincies waren meer dan dertig
onderwijzers op de 10.000 inwoners; in
prov. 10 leerkrachten op de 10.000 inw. In
Madrid waren 117.802 kinderen, die van on
derwijs verstoken waren. Maar kloosters
waren er 3313, waarvan in drie provincies
één op de 2000 inwoners en in vier andere
één op de 15.000 inwoners! Op de begroo
ting var. 1929 bedroegen de „civiele" kosten
40.000 000 pesetas; de ..geestelijke" klommen
van 62.000.000 tot 6S.000.000 pesetas!! Geen
wonder, dat in 1931 de Republiek met ge
juich werd ingehaald. In 't eerste jaar der
Republiek werd het aantal scholen met niet
minder dan 7000 vermeerderd; einde 1932
was dit aantal tot 9600 gestegen. Maar „het
land heeft er nog 18.000 meer noodig, alswi'
onderwijs villen geven aan alle jongens ei
meisjes van den schoolplichtige» leeftijd'
Dit zijn nog maar eenige getallen: die doen
zien hoe droevig het er op intellectueel en
geestelijk gebied in Spanje nog uitziet En
dat bii een volk, dat in den grond der zaak
zulk een goeden aanleg heeft! De Roomsche
Kerk, gesteund door de Inquisitie Leeft hier
heel wat op haar geweten!
P. J.
d. S.
Kunst en Letteren.
VRAGEN VAN DEN DAG
Dit liberale maandschrift houdt met
1 Januari a.s. op te verschijnen. Het zal dan
juist een lialvc eeuw hebben bestaan..
DE FRANSCHE ACADEMIE
heeft dezer dagen een open plaats aange-
vuld door de benoeming van Bérard,
cursus. Dan komt natuurlijk ook Maria „del schrijver van een boekje over klassiek
Moeder Gods", nog al eens ter sprake. Als onderwijs. Georges Dulhamel. wereldbekend,
hij dan vertelt dat nergens in den bijbel van I werd om hem gepasseerd!
Minimum kosten
Een Jonge man betaalde van zijn 30ste
jaar af per Jaarƒ258.—
Hij overleed op 33-Jarlgen leeftijd.
Maximum verzorging
Zijn gezin ontvangt ƒ12000.— Ineens en
bovendien, gedurende 17 Jaren, een op-
voedingsrente van 1200.— per Jaar.
In totaal betaald: 774.- 1 Totale uitkeering: ƒ32.400.—
volgens het
„N ATION A AL-TARIEF" m.. Opvoedingsrente
ARNOLD SPOEL OVERLEDEN
Zanger, paedagoog, componist
Schepper van de Volkszang
beweging
Op bijna 75-jarigen leeftijd is gister-
namiddag vier uur in „Bronovo" te
Den Haag, na een aldaar ondergane
operatie, overleden de bekende musi
cus, Arnold Spoel.
Arnold Spoel is afkomstig uit Dubbeklam,
bij Dordt. In Jiet ouderlijk huis werden, zoo
als hij eens in een interview verklaarde,
psalmen en gezangen gezongen en zijn va
der, die hij reeds jong verloor, wilde dat hij
onderwijzer ènorganist in zijn kerk
worden. De schoonheid van onze kerk-ko-
ralen wist hij al spoedig te waardeeren,
"maar hij had geen instrument dan een mond
harmonica. Daarop begonnen de eerste oefe
ningen. Later op de Rijksnormaallessen diri
geerde hij een clubje medeleerlingen. Hij
was toen 15 of 16 jaar.
Bij dc mondharmonica was het intus-
schen niet gebleven. Hij wist van zijn vader
een oude piano los te krijgen en die werd
op zolder bespeeld, want beneden mocht het
ding niet staan. Later huurde zijn moeder
voor hem een betere piano.
Hij was inmiddels muzieklessen gaan ne
men en begon ook al zoo'n beetje te compo-
neeren.
Toch slaagde hij er in zijn onderwijzers
akte te halen en hij werd aangesteld te
Maasdam.
Een oom wist te bewerken dat hij in de
muziekwereld kwam. Hierbij hielp hem
bazend zijn a prima vista lezen van muziek.
Zoo moest hij eens te Zaandam voor Mes-
schaert invallen en hij zong dien avond
zonder de muziek ooit gezien te hebben.
Spoel had een omvangrijke stem. Hij kon
zoowel tenor als bas zingen.
Op 20-jarigen leeftijd kwam hij te Berlijn
aan de Hochschulc für Musik en werd daar
in de opera-klasse geplaatst Hij leerde daar
zijn toekomstige vrouw kennen, die hem, na
een gelukkig huwelijk, ongeveer veertien
jaar geleden door den dood ontviel. Twee
dochters werden hem geboren, die beide ook
zangeres werden. Beiden wonen in Duitsch-
land.
Spoel zelf is wel Hollander in hart ei
ren gebleven. Een verzoek om in Keulen te
komen werken heeft hij afgeslagen. De Ha
genaars hebben hem toen uit dank een
mooien vleugel gegeven.
Na te Berlijn heeft hij nog een poosje in
Wesel gewoond. Te Berlijn terug solliciteer
de hij naar de vacature aan de Kon. Muziek-
voor dc zangklasse. Op 1 Mei 1885 werd hij
benoemd.
school (nu Conservatorium) te Den
Met zijn Volkszangavonden begon Spoel
ongeveer in 1914, maar zijn liefde voor het
Hollandsche lied bestond al zoo lang hij zin
gen kon. .Al veertig jaar geleden zong hij in
Den Haag Hollandsche liederen op een con
cert en dat was toen een evenement. Zelf
heeft hij er zeker een honderdtal gecompo
neerd. De bekendste zijn wel „Van een Ko-
ningsvrouwe" en „Wij willen Holland liouen"
Eenigen tijd geleden nog verscheen een mooi
lied van zijn hand „Juliana van Nassauen".
Spoel beschouwde het als een groot, succes
van zijn leven, dat hij in ons volk liefde
heeft gewekt om in zijn eigen taal te zin
gen.
Niet alleen in Den Haag, maar ook daar
buiten: Groningen, Assen, Hengelo, Almelo,
Vlissingen en Maastricht, heeft Spoel succes
rijke zangavonden gegeven.
Het Koninklijk Huis sympathiseerde met
_eze avonden zeer. De Koningin zelf is ver
scheidene keeren op Spoel's avonden ge-
'eest. Ook heeft Spoel eens een zangmid-
ag op het Loo gegeven met 400 personen
uit de hofkringen en de omgeving.
1 Van die volkszang-beweging is ook een ver
edelende invloed op den straatzang uitge
gaan.
Met zijn Vocaal-Ensemble is Spoel_ook ver
schillende malen in het buitenland: België,
Frankrijk, Duitschland, geweest, om het Hol
landsche lied te propagecren.
Deze bijzondere man, zanger en paedagoog
en componist, die vervuld was van liefde
voor eigen land en taal en lied, is thans
van ons heengegaan. Velen, zeer velen zul
len hem missen. Zijn dood is een nationaal
verlies, dat niet licht kan worden goedge
maakt. Maar het spoor, dat zijn nuttig leven
heeft achtergelaten, zal niet gemakkelijk ver
dwijnen, want het is diep.
Het Volkszangkoor in Den Haag, dat gis
teravond het Kerstprogram voorbereidde
voor de volgende week, heeft zijn geliefden
stichter en voorganger herdacht en is van
plan bij zijn laatsten gang werken van den
ontslapen meester ten gehoore tc brengen.
Arnold Spoel was behalve ridder in de
orde van Oranje Nassau, officier in de Huis
orde van Oranje, begiftigd met dc zilveren
medaille voor Kunsten en Wetenschappen
van de Koningin, officier de l'lnstruction
publiqué, officier in de Danebrogorde en rid
der van den Rooden Adelaar van Pruisen.
Verder was Arnold Spoel eerelid van het
Orkest Euterpe en Lid van Verdienste van
de Kon. Zangvereei-iging Cecilia.
De eerste Kerst
vce-tentoon*
stelling te Rot
terdam. Links,
de bekroonde
kampioen
eerste prijs-win
naar wordt
behangen met
de teekenen
zijner waardig
heid onder het
oog van den
baas. Rechts:
twee bekroon
de ossen heb
ben een plaats
je onder den
kerstboom ge
kregen.
ROFFELRIJMEN.
DRAAG EEN SNIPPER BIJ
Vrijdagnacht, wanneer ivij slapen,
Snapt de Snip weg van zijn nest
Om de eerste sprong te wagen
Voor een snèlvlucht naar de West.
Naar de West, het stiefbemoederd
Over.:ecsche deel van t Rijk
Dat de K.L.M. wil brengen
Dichter onder ons bereik.
't Is geen snoepreis die de Snip maakt
't Is een vlucht van veel gewicht
Denk slechts aan het open water
Dat er voor zijn snavel ligt.
't Is geen luchtsprong in het duister,
't Is een tocht, dieweldoordacht,
Door de K.L.M.'sche jongens
Goed verantwoord wordt geacht.
Hondong zal de knuppel houden;
Holland zal het gadeslaan
En de Snip gespannen volgen
Schietend over d' oceaan.
Holland geeft zijn beste wenschen
Ook aan deze vliegers mee
Die vol goede moed op jacht gaan
Naar een nieuwe luchttrofee
Maar wij mogen niet- vergeten
Dat van ons iets wordt geëischt
Als de Snip met zijne snebbe
Naar het verre westen wijst
Hondong, die zich in zal spannen
Dat de Snip zijn doel niet mist,
Zal het liefste op de vlucht gaan
Met een volle snipperkist!
Laat ons ook vijf grammen werpen
In de Snipsche snippermand
Die een groet moét overbrengen
Van ons hééle vaderland!
Juichen, als de vlucht gelukt is,
Asjeblieft, dat kunnen, wij
Laat ons juichend kunnen zeggen:
Ik droeg ook een snipper bij.'
BINNENLAND
R.K. WERKGEVERS BIJEEN
Aanpassing en constructieve
welvaartspolitiek
De Algcmeene R.-K. Werkgevers-Vereeni-
ging en het R.-K. Verbond van Werkgevers
Vakvereenigingen hebben een gecombineer
de besturenvergadering gehouden te 's-Gra
venhage. Aan de openingsrede van ir. F. H.
E. Guljé, gemeenschappelijk voorzitter ont-
leenen we het volgende:
Tot de grootste gevaren van dezen
rekent spreker in de eerste plaats de verdoe
zeling en uitwissching der grenzen tusso'nen
de taak van het individu, die van de maat
schappelijke organisates, die van de Staat
en die van de internationale menschenge
meenschap.
Het steunen op de overheid kan bij lan
ger -voortduren van de huidige depressie
toestand verslappend en verzwakkend gaan
werken. Het ligt op de weg der maatschap
pelijke organisaties 0111 de staatsbemoeiing
te beperken en overbodig tc maken door
zeif de hond aan de ploeg te slaan.
Nadat spr. er op gewezen had dat evenals
in het verleden, de beweging ook nu moest
streven naar eenheid en synthese, vervolg
de hij:
Onze samenwerking met anderen bepaal i
zich niet tot onze geloofsgenooten. Wij heb
ben het altijd betreurd, dat de pogingen van
Staatsraad Kan. op verzoek van minister
Verschuur aangewend, om de centralen der
werkgevers en arbeiders actief in te schake
len in het crisisbeeld, zijn mislukt.
Daarom hebben wij met volle overtuiging
ons bereid verklaard aan het onderling
(Nadruk vèrboden.)
LEO LENS.
overleg, waartoe het N.V.V. ook ons heeft
uitgenoodigd, deel te nemen.
Een bescheiden resultaat was de verla
ging der woninghuren.
Zoolang de kosten van levensonderhoud
niet dalen, is van een bezuiniging op den
factor loon in vele bedrijven niet meer te
rekenen. Wij zijn daarbij zoo goed als aan
het einde.
De spanningen, die ontstaan tusschen de
kostpnjsfactoren die wèl en die niet aange
past zijn, kunnen niet gehandhaafd blijven.
Dat aanpassingsproces zal moeten ge
paard gaan met een constructieve welvaarts
politiek. Het bewijs is reeds geleverd, dat
zonder wijziging onzer liandelspoltiiek de
industrialisatie van ons land niet mogelijk
zal zijn.
Wat de regeering bij monde van minister
Steenberglie hieromtrent heeft toegezegd,
stemt tot eenig optimisme.
De inperking van de landbouw moet lei
den tot meer industrialisatie.
Constructieve welvaart-politiek betcekent
dat tegenover elke aanpassing, elke sanee
ring, elke vermindering van werkgelegen
heid, systematisch gezocht wordt naar be
vestiging en uitbreiding van gezonde bron
nen van bestaan en naar stichting en be
vordering van nieuwe bestaansmiddelen.
De staat is zonder twijfel daarbij onmis
baar maar slechts subsidiair. Primair blijft
de werkdadigheid der burgei's en der maat
schappelijke organisaties. Op die manier
kan ons land verschoond blijven van een
stelsel van staatssocialisme, dat elders in
allerlei vormen uit de crisisomstandigheden
is opgekomen.
De Hertogin van
York opent een
tentoonst elling
van Indische
Kunst in de New
Burlington Galle
ries. Naast de her
togin Mahajh-Ku-
mari van Burd-
wan.