Kerk en Staat in Duitschland
Nuttie's Vader
DINSDAG 27 NOVEMBER 1934
DERDE BLAD PAG. 9
Kerknieuws,
CHR. GEREF. KERK
Beroepen: Te Sneek, D. Biesma te Droge-
ham.
GEREF. KERKEN
Tweetal: Te Hoek. E. Jansen, caod. te Wier
den en J. A. Vink, cand. tc Bunschoten-Spaken
burg.
Bedankt: Voor Zutfen, W. H. van der Vegt
GEREF. KERKEN IN H. V.
Beroepen: Te Oostcrend (op Texel) E. E.
B. Kok te Nijemirdum.
Aangenomen: Naaf Zundert, J. C. B. Eyk-
man. pred. bij de Belg. Chr Zend Kerk te Ant
werpen. Naar Kortenhoef, C. C. H. de Loos,
cand. te Utrecht.
Bedankt: Voor toez. Asten. J. C. B. Eykman.
GEREF. GEM.
Bedankt: Voor Terneuzen, J. D. Barth te
Borsselen.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Met een predikatie over Jesaja 40 vers 29 heeft
cis. K. O. F i n k c n s i e p e r, predikant-evangelist
van de Ned. Hërv. evangelisatie te Wieringer-
mcer afsoheid genomen van deze vexeeniging.
Toespraken zijn gehouden door de hoeren Hoo-
gendoom (voorz. Bestuur Evangelisatie), Ds.
Snoep (pred. Evang. te Hoorn). Ds. Dijkstra
(Opperdoes). Deen (Evang. tc Hippolytushoef)
W. Wagenaar (Secretaris Comité tot steun v. d
Ev. in de Wieringermeer). Aanwezig waren ver-
der de heeren W. C. W. E. v. Voonst v. Beest
(namens Zuiderzeefcnds der Ned. Herv. Kerk), de
Bruin (namens Directie Wieringermeer), Heering
(namens onderwijs i. d. Wieringermeer), Ds. de
Jong (Medembkk)Pl.m. 400 bewoners van Wk
jiogermeer woonden het afscheid bij
JUBILEUM Ds. T. L. KROES
Morgen viert Ds. T. L Kroes, Geref predikant
te Ruinerwold, zijn zilveren ambtsjubileum.
Ds. Krees werd 2 Juni 1883 te Kuirrre geboren en
studeerde aan het Geref. Gymnasium en de Theol.
School, beiden tc Kampen. In 1909 candidaat ge
worden. aanvaardde hij 28 Nov. van dat jaar zijn
dienstwerk te Kielwindeweer. De jubilaris vertrok
in 1912 naar Schourwerzijl, welke standplaats in
1915 met Coevorden verwisseld werd. Vandaar
ging hij in 1920 naar Workum, om zich 14 Oct.
1923 aan zijn tegenwoordige gemeente te verbin
den. De dlassis Meppel vaardigde hem bij herha
ling af naar de Part. Synode van Drenthe en deze
deputeerde hem naar de Generale Synode der Ger.
kerken van Middelburg (1933).
Ds. Kroes was curator van het Geref. gymna
sium te Kampen en is oog sec. deputaat vao de
Theol. School aldaar. De jongste Part. Synode van
Drenthe diende hij als praescs.
Hot was het uitdrukkelijk verlangen van Ds.
Kroes dat zijo gedenkdag onopgemerkt zou voor
bijgaan.
NIEUWE GEREF. KERK TE UTRECHT
Gisteren is voor het terrein, waarop de nieuwe
Geref. kerk te Utrecht, ter vervanging van de
Begijnekerk aan de Breedstraat verazen zal de
koopacte gepasseerd. Het terrein ligt naast het
R.K. sportveld op het gebied der gemeente Maar
tensdijk tegenover de Lorentzlaan te Utrecht.
IN HET TEEKEN DER POLEMIEK.
Tijdens zijn (wisselend) redacteurschap
van de Delfshavensche Kerkb. is het (Ds.
H.) Kn(oop) opgevallen, dat de Kerkbladen
den laatsiten tijd zoo veelvuldig in polemiek
eijn. Hij schrijft er van:
„Onwillekeurig drong zich, na het lezen
van al deze min of meer hefitige strijd-
artikelen, aan mij de vraag: moet dat nu
zoo? Met wat voor een symptoom in ons
kerkelijk leven hebben we hier te doen?
Manifesteert zich in die polemiek nu een
ontstellend kerkelijk en geestelijk verval,
een gebrek aan geestelijk leven, of is dit
bijna algemeen verschijnsel van kerkelijke
polemische gezindheid een teeken van
frisch, opgewekt kerkelijk en geestelijk le
ven? Orvtsluit zich dat daarin nu in zijn
rijkdom? Of is het niet meer dan een aan
stekelijke manie en tijdelijke mentaliteit,
voortvloeiende uit de tijdsomstandigheden,
die de menschen wat prikkelbaar en humeu
rig maken, maar die straks zich wel weer
wijzigen zal?"
Dan het begrip van gezonde en verkeerde
polemiek uiteenzettend, eindigt de schrij
ver: „Wanneer de polemiek haar hooge
roeping verstaat: in het strijdperk te vech
ten voor wat waar en recht is en tegen
wat verwarring sticht en verblindt en de
zaak des Heeren in Wezen verderft, dan
brengt zij op den duur een rijken zegen
Voor het kerkelijk en geestelijk leven, dan
zullen later haar vruchten worden geplukt
en dan mag onze Kerkelijke pers gerust
staan in het teeken der polemiek",
KORTE BERICHTEN
In de vergadering van stemgerechtigden
tier Ned. Herv. Gemeente te Oenkerk-
G i e k e r k-W ij n s is besloten tot combina
tie van de drie dorpen tot één gemeente
van de Ned. Herv. Kerk. Het gevolg hiervan
is. dat het beroepingswerk thans een aan
vang kan nemen.
Naar aanleiding van een voorstel van den
leerkeraad van Slikkerveer in betrekking tot
de Geref. dde te Pienshil wonen, besloot de
classis Barendrecht der Geref. Kerken dat aan de
kerken van Oud- en Z u i d-B ey e r 1 a n d zal
worden gevraagd of zij tezamen met steun van de
classis de belangen van Piershil willen behartigen.
De zilveren koorde. Het standpunt van de Geref.
Bond. Het presbyteriale stelsel. Buitenlandsche
stemmen. Karl Barth geschorst. Weigerde den
eed af te leggen. De landskerk van Hannover
De positie vanDr. Müller. Een arrestatie te Kiel
Eenigcn tijd geleden, toen het huidig sta
dium van den kerkstrijd inzette, is in 'n be
richt over mogelijke interventie van Hitier
vermeld, dat ook gedreigd was met inhou
ding der subsidies, indien het conflict nht
tot een einde kwam. In „De Reform. Kir-
chenztg." zien de predikanten Dehnen en
Dr. Alvermannn die bedreiging onder het
oog en schrijven: „De vraag over de finan-
cieele afhankelijkheid onzer kerken van de
Staat is, naar onlangs een onzer leeraren
gezegd heeft, een vraag van den tweeden
rang, dus niet dp beslissende vraag. Dat
klopt, want stellig begint de vernieuwing
der k«rk niet met haar materieele zelfstan
digheid. En toch blijft het waai-, dat de
kerk niet vrij is. zoolang zij aan een macht
buiten hanr, haar bestaan danken moet. En
verder: in tijden van beslissing mogen
geen bijzaken ons ophouden.
Wij hebben er boete over te doen, dat
wij. ongehoorzaam aan Gods leiding,
aan een afhankelijkheid van den Staat,
welke in den tijd der Reformatie door
verschillende oorzaken is ontstaan, tot
heden hebben vastgehouden, in plaats
van gebruik te maken van de gelegen
heid, er los van te komen. Wij moesten
thans als Gereformeerde Kerken dezen
weg opgaan, bereid tot offer; het zou ook
een getuigenis van geloof en liefde voor
ons geliefd volk zijn'^.
Het Presbyteriale stelsel gehuldigd.
Hoezeer in de Geref. Kerken van het Rijn
land en Westfalen het gezonde kerkbegrip
wordt verdedigd, blijkt uit hetzelfde artikel,
waar we lezen, „De Kerk van Christus is
toch iets anders als een in zekere plaats
wonend, gedoopt en belijdend aantal men
schen. (Zie art. 29 der Ned. Geloofsbelijde
nis). Het Presbyteriale stelsel stelt voorop
het bestaan van een volk Gods, dat onder
Christus als zijn Koning leeft en zich niet
dekt met „volk" in de zin van „natie".
Niettemin heerscht onder ons nog groot
gebrek aan inzicht in het wezen van volks
kerk en Belijdeni3kerk Beide zijn elkander
uitsluitende begrippen. Een vaste belijdenis
is in een volkskerk niet meer dan gewe
tensdwang en blijft daarom een doode let
ter. Maar wij mogen niet langer zwijgen
en zeggen, dat wij aan de volkskerk vast
houden. Wij hebben niets vast te houden
en in 't bijzonder niet, wanneer God 't, gelijk
openlijk thans blijkt, veroordeelt en ver
werpt. In de Kerk van Christus is slechts
één vasthouden: het vasthouden aan haar
Hoofd Christus. Alleen zoo dient onze kerk
in waarheid ons volk".
In do agenda van de op 29 Nov. te Det-
mold te houden algemeene vergadering
van den Geref. Bond lezen wij in een toe
lichting op de voorstellen de volgende zin
sneden: „Wij zijn verheugd, dat wij thans
door Gods genade in de Duitsche Evange
lische Kerk een Bond van Belijdeniskerken
mogen zien groeien, waarvan de gemeen
ten, ieder in haar plaats, haar leer en haar
ordening op de eigen Belijdenis richten".
En verder: „De tegenstelling tusschen
Christus en den Antichrist begint in ons
Duitsche volk en .aderland zich scherp af
te teekenen. Wat wij tot dusver aan strijd
en nood hebben doorgemaakt, was slechts
een voorgevecht. Wij willen daarom den
Heere bidden, dat Hij verdrukking en nood
daartoe wil gebruiken, een gemeente te
verwekken, die alleen onder het gezag van
Zijn Woord tot den strijd wordt toegerust".
Buitenlandsche stemmen
Aan de dezer dagen geciteerde uitspraken
van buitenlandsche geestverwanten der Be
lijdenisbeweging voegen wij nog toe een
woord van Prof. Stachelin uit Basel. „Fei
telijk was", zoo lezen we van hem in het
„Kirchenbl. f. d. Ref. Schweiz", de door Dr.
Müller en Dr. Jager opgerichte kerk een
monsterachtige vermenging van de Open
baring Gods in Jezus Christus met een
menschelijk-zondige zaak. En het is iets
geweldigs, dat zij wederstaan is en dat
tegenover haar een klaar en duidelijk op
het Evangelie gegrondveste kerk gesteld is.
Niet alleen voor Duitschland, maar
voor de .gansche wereld beteekent dit
een overwinningsdaad Gods".
Wending van het roer?
Wat wij gisteren hebben gemeld over de
inbeslagneming van het orgaan der Duit
sche Christenen vindt thans een pendant in
een ander bewijs van de wending, welke
zich in den kring der Rijksregeering schijnt
te voltrekken t.o.v. het beleid van den
Rijksbisschop. Het N.C.P. toch vernam uil
berlijn dat de (in ons blad van .24 Nov.
medegedeelde) opheffing van een aantal
kerkelijke wetten door Dr MijHer (die ze
zelf had uitgevaardigd) toegeschreven kan
worden aan het juridisch advies van den
leidenden nat.-soc. adviseur prof. dr. Noak
te Halle, die aan de Rijkskerkregeering op
verzoek harerzijds in een uitvoerig advies
mededeelde, dat hij over de geheele
kerkelijke wetgeving van het
verloopen jaar (sinds 11 Juli 1933,
de onderteekening van de kerkgrondwet)
precies eender denkt als do jurist Flor (die
de juridische adviseur der belijdenisbewe-
ging is en deze onwettigheid sinds lang uit
sprak). Hiermee wordt de kerkpolitiek der
Rijkskerkregeering tot een beslissen
de wending genoodzaakt. De ge
heele Eingliederungs-politiek is veroordeeld
en terugkeer tot de kerkgrondwet van
Juli 1933 is thans noodzakelijk geworden.
Dit is, zoo zegt het N.C.P., eeri juridisch en
kerkpolitiek succes voor de belijdenisbewe
ging, waardoor in wezen en feite de zege op
het al te geprononceerde Fijhererprincipo
van de Rijkskerkregeering behaald is
De „Reichsbote" merkt op, dat hiermee
de rijksbisschop MiflIer eigenlijk onmogelijk
geworden is „Kan men in het practische
leven als men zijn doel mist, steeds op
nieuw beginnen, zij die verantwoordelijk
zijn voor hart en geweten van millioenen,
kunnen slechts éénmaal hun naam aan
zulk een werk verbinden. De terugkeer tot
de wetmatigheid, die thans algemeen en
openlijk als het doel der naaste toekomst
door alle partijen geëischt wordt en
24cn November met de samenroeping der
oude Pruisische kerkvertegenwoordigingen
begonnen is (na opheffing der Eingliede-
rungswetten) is de grootste nederlaag, die
de Rijkskerkregeering lijden kon. Ze
wordt daarmee verantwoordelijk gesteld
voor den kerkstrijd van het verloopen jaar
en kan niet anders dan in feite zelve hier
aan haar toestemimng geven".
De nieuwe rechtstoestand
Nader meldt men ons nog, dat de Rijks
kerkregeering het juridisch advies van 14
der bekendste Duitsche juristen ter zake
ingewonnen had en hun adviezen alge
meen de wetmatigheid der kerkelijke
wetgeving sinds Juli 1933 aanvochten
en bestreden. Zoodra dit in Duitsch
land bekend werd, stonden de landskerken
voor de moeilijkheid, een nieuwen rechts
toestand te scheppen. Beieren en Württem-
berg deden dit'reeds. Hannover greep dit
ook met krachtige hand aan. Badens lands-
bisscliop dr. Kifhlewein trad uit den bis
schopsraad, door Ludwig Mifller onlangs
(na het artreden van Jaeger) ingesteld en
doet hetzelfde, Silezië eveneens, de-andere
landen volgen.
De „Duitsche Christenen" zelve keeren
zich thans, »u zij zien, dat de Rijkskerk
regeering hen kerkpolitiek en juridisch
verkeerd heeft geleid, tegen den rijksbis
schop. Ook in Münster nam het juridisch
lid van het evangelisch kerkbestuur nooa
maatregelen. Hetzelfde wordt voorts uit
Maagden-burg gemeld, waar do Duitsch-
Christelijke laudshisschop hot voorbeeld
van Hannover schijnt na te willen volgen
Ook de Duitsch-Christelijke landsbi&schop
van Sleeswijk-Holstein, dr. Paulsen, publi
ceerde een gelijkluidend besluit.
Karl Barth geschorst
Blijkens een V. D.-telegram uit Berlijn
heeft Rijksminister Rust den gewonen hoog-
leeraar in de Evangelische Theologie tc
Bonn, dr. Karl Barth, di e geweigerd
heeft den op grond van de wet op de
beëediging van ambtenaren van 20 Aug,
1934 voorgeschreven eed op den Leider
en Rijkskanselier af to leggen
in zijn functie geschorst en een
disciplinair optreden tegen hem gelast.
De Tel. voegt hieraan toe een telefonisch
gesprek met prof. Barth, waarin deze zeide,
dat het niet juist was, dat hij geweigerd
had den eed af te leggen. De professor was
bereid hem af te leggen, doch met de vol
gende toevoeging: „Voorzoover ik als
Duitsch. .Christen dat verant
woorden ka n".
De professor deelde verder mede, dat zijn
werkzaamheden aan de universiteit te
Bonn bestaan uit vijf colleges en twee se
minarie-bijeenkomsten per week.
„Nadat ik", aldus prof. Barth. „heden
middag aan de universiteit mijn college
gegeven had en om vijf uur thuis kwam,
werd mij van, officieele zijde medegedeeld,
dat ik den eed mo^st afleggen, of dat ik
anders van mijn functie zou worden ont
heven. Ik deed het bovengenoemde voorstel,
hetwelk echter niet geaccepteerd werd.
Daarom werd ik uit mijn ambt ontzet".
Op onze vraag wat hij van plan was te
doen, antwoordde de theoloog in het En-
gelsch: „Wait and see". Hij was niet be
reid zijn meening over het kerkconflict te
zeggen, maar hij verklaarde, dat .hij, hoe
wel er nog verschillende moeilijkheden te
overwinnen zijn, overtuigd was, dat uit het
«•onflict iets goeds zou voortvloeien voor
degenen, die aan de beginselen van het
Christendom vasthouden.
Men lette op het verschil in bewoordin
gen van het V. D.-telegram (geschorst) en
liet Tel.-gesprok (ontzet).
Dc Geref. landskerk van Hannover en
Oost-Friesland (praeses dr. Koopmann-
Aurich) vaardigt een publicatie uit, inhou
dende, dat deze landskerk zich principieel
verzet „tegen de oprichting van eèn nieuw
pausdom in de evangelische kerk, welke
voor haar 'n verloochening van de reforma
tie bedïidt" en dat zij waken wil „dat ook
geen sdhaduw van een pauselijk systeem"
over haar kerk valt, maar dat zij teven9
verklaren moet, dat „de rijkskerkregeering
haar tot dusver in geenerlei wijze geweld
heeft aangedaan", dat zij derhalve „aan
haar. gelijk als aan elke overheid die God
bestaan laat, de schuldige gehoorzaamheid
niet weigeren mag in datgene wat niet te
gen Gods Woord en onze belijdenissen, als
mede tegen het geldende recht strijdt en
daarbij overigens vasthoudt, dat zij Gode
meer gehoorzaam moet zijn dan de men
schen", Voorts verklaart deze kerk. dat zil
bij alle hoogachting voor den strijd der
belijdenisbeweging, die „noodig was en ook
wellicht verder noodig zal zijn" en bij alle
sympathie bij het lijden van velen, „toch
onmogelijk zich in de belijdenisbeweging
kan laten inlijven". Zij wenscht eigen weg
te gaan „naar Gods Woord en de belijde
nisgeschriften", in afkeer van alle ,ver-
bijten en verete%*" van elkander, niet „on
gehoord veroordeelende", wandelend in do
liefde Gods in Christus Jezus en de ovenge
kerk van Duitschland vermanende, dat „de
gansche kerk van Duitschland gediend zou
wezen, indien zij dezen weg ging",
De Oost-Pruisische Kerk.
De Oost-Pruisisohe kerkelijke leiders (37
superintendenten en hun plaatsvervangers,
onder voorzitterschap van bischop Kessel)
publiceeren, dat zij éénstemmig besloten dc
kerkregeering-Müller krachtig te steunen.
Een arrestatie te Kiel.
Eeh V.-D. bericht uit Kiel behelst de me-
dedeeling, dat op verzoek van de kerkelijke
autoriteiten te Maagdenburg, tc Kier is ge
arresteerd een spreker van de Duitsche
geloofsbeweging, Orlowski. Orlowski s]
over Noordsch Heidendom en Duitsch
loof en verklaarde o.a., dat Christendom,
kapitalisme en bolsjewisme uit één wortel
waren gesproton n.l. uit het Jodendom en
dat het Christendom niets anders was dan
een Joodsch minderwaardigheidscomplex.
Ds. A. Littooy
1834 27 November 1934.
Bij de namen, waarvan het hooren on
middellijk de associatie met die eener stad
of provincie tot stand brengt, behoort di6
van Ds Littooy, Zeeland en Zeeland al
leen, maar ook Zeeland geheel, dat is de
meest natuurlijke omlijsting, waarin men
het portret van dezen talcntvollen dienaar
des Woords zetten kan. Dicht er bij is hij
geboren: in Noord-Brabant. Heel ver er
vandaan heeft hij, heel kort maar, zijn
ambt bediend, n.l. te St Anna-Parochie.
Dat was van I860—1867. Maar verder is zijn
gansche werkzame en gezegende leven
doorgebracht in Middelburg, \va,ar hij het
'Gereformeerde kerkelijke leven plaatselijk
eri gewestelijk tot in hoogen ouderdom heeft
geleid, om niet te zeggen gestuwd.
Velen onzer lezers zuilen zich deze in
goeden zin steile figuur nog helder voor
den geest kunnen stellen, niet alleen als
predikant der Geref. kerk van Middelburg,
maar ook als het telkens weer terugkeeren-
de lid van provinciale en Generale Syno
des, waar hij steeds een deelnemer was,
met wien gerekend werd. Man van groote
wilskracht en helder verstand, begaafd met
een dege kennis van de Gereformeerde leer
stukken, heeft Ds Littooy voor het Zeeland
van zijn tijd veel mogen spreken en doen,
om het Geref. kerkelijk leven daar op te
bouwen tot den omvang en den diepgang,
waarin het zich tot op dezen dag afteekent.
Doch niet alleen op kerkelijk gebied, ook
op andere terreinen heeft Ds Littooy het
stempel van zijn volhardend streven naar
Calvinistische levensopenbaring gezet. De
Christelijke pers in Zeeland en de politieke
actie hadden zijn volle belangstelling-van-
de-daad en als lid van het Centraal Comité
van de Antirev. partij heeft hij vele jaren
gearbeid, om ook dit levensterrein te helpen
ordenen voor den strijd tegen de Christus-
vijandige machten.
I-Ioewel zoon der Afscheiding en als (25
jaren lang) curator der Theol. School te
Kampen ijverig pleitbezorger van haar be
langen, heeft Ds Littooy toch ook met
vreugde de Doleantie begroet, getuige zijn
in 1886 verschenen tijdpreek „Voltooiing
der uitleiding, de bede der uitgeleiden".
Evenzeer heeft hij geijverd voor de vereeni-
ging van 1892.
Op 26 Juni 1909 js Ds Littooy van de strij
dende naar de triomfeerende Kerk overge
gaan. Op zijn lOOen geboortedag zal in me-
nigen kring en vooral in Zeeland, met eer
bied en liefde de persoon en het levenswerk
van Ds Littooy worden herdacht. En al is
Gods werk van menschen volkomen onaf
hankelijk, middelijkerwijs zou kerkelijk
Zeeland zonder Ds Littooy's energieken ar
beid, geadeld door vronjen zin, zeker niet
het beeld vertoonen, dat het in zijn tijd en
daarna heeft gehad. De sterkste trekken in
dat beeld zijn de afspiegeling van zijn per
soonlijkheid in religieuzen zin: gezonde,
Verbondsmatige, kennis, op den voorgrond
stellende vroomheid, gevoed uit een doel
bewust leven der bekeering.
GIFTEN EN LEGATEN
De heer E. Leuring te Stedum overleden,
heeft vermaakt aan de N. H. kerk aldaar f 2000,
alsook aan de Ned. Herv. Kerk te Wirdum
(Grco.) f 2000, beide vrij van successie.
AMSTERDAM
De politie van het bureau Linnaeusstraat
had in samenwerking met de geneeskundige
dienst speciale maatregelen getroffen wegens
de enorme belangstelling voor de demonstra
ties op de Zaterdag j.l. geopende kunstijsbaan.
Aangezien de directie van deze instelling
aangekondigd, dat de schoolkinderen de
gratis konden bezoeken, was de jeugd bij vele
duizenden opgekomen, waaronder geheele
klassen. Gelukkig hebben zich geen incidenten
of ongelukken voorgedaan.
INSLUIPING
Tijdens afwezigheid van de 86-jarige be
woonster heeft een tot nu toe onbekend
gebleven persoon zich met behulp van een
valschen sleutel toegang verschaft tot de
eerste étage van perceel Gr. Wittenburger-
straat 84. Bij onderzoek bleek de electrische
meter verbroken te zijn, terwijl van een kast
enkele laden geopend waren. Of er veel
vermist wordt is nog niet bekend.
Ingezonden Stukken.
(Bulten verantwoordelijkheid Van de Redactie)
AARDAPPELWEE 1
Onze koeien eten „Ijonken",*)
Bonken zijn bela^ingvrij.
Is het arme Oobbsns voedsel,
Komt er één cent heffing bij.
Dat er koeien reeds te veel zijn,
Blijkt! Zij worden afgeslacht.
Daarom tobbems ('t zijn toch mensohen):
Bonken heffingvrij gebracht!
T—- V.
LANDBOUWSTEUN EN PACHTEN
Hooggeachte Redactie!
Zott U onderstaande een plaatsje willen ge
ven als ingezonden ln uw veel gelezen blad.
bij voorbaat dank.
Er wordt thans zeer veel gesproken over de
steun welke de Landbouwers ontvangen, en
vooral de Landbouwers op de kiel. De steun
aan tarwe, bleten, erwten, gerst, vlas enz. be
loopt een bijzonder groot bedrag, en dan in
twee zeer gunstige oogstjaren 1933 en 1934
was do opbrengst zeer groot. Dat er nu voel
animo is om land te pachten, ligt voot do
hand. Men spreekt aidus: als ik oerst de boer
derij maar^ bewoonde pacht'
Itil Dc
_;ht hebben b|j lage productie-prij:
de steun) krijgen soms nu nog 40 4 50 pCt
pachtverl&glng van de Pachtoommlsi
deze huurders strijken een groote w
Het zou zeer gemakkelijk zijn de gemiddelde
opbrengst per H. A. in cijfers om te zetter
wordt veel geschri
edwongen lant
an wien zijn de:
van vernuurders, die zelf hun panden met Hy
potheekschuld hebben belast, en de boerderij
voorheen verhuurd hebben, en soms hiertoe ge
noodzaakt waren. hetzij door ouder
dom of Invaliditeit en nu. door de uitspraken
der Pacht-Commlssle, niet eons aan hun ver
plichtingen kunnen voldoen, als hypotheekren
te. polderladten, grondlasten, assurantiën, on
derhoud gebouwen, enz. Alzoo zijn do land-
pachters. die zich tot de Pacht-Commlssle won
den keurig uit de put gehaald door de Rogee-
ntnomen werd. Waarom Is er gee
ieroep op do uitspraak der Pscht-Commlssle?
PRAKTISCH OPMERKER.
H. Nov. *3L
HOLLAND EERT ZIJN HELDEN!?
De Ulver is fccnouder thuia. De bemanning
heeft plichtsgetrouw do reis volbracht, dis
hun was opgedragen en voor hen was uitgeba
kend. Een prachtprestalle. Allerwegen z«n xf
gehuldigd. Jammer dat de machine buiten-
landsch fabrikaat was. anders konden w U we
naast onze schoenen gaan loopen; het doet
echter niet af aan de nauwgezette plichtsver
vulling der bemenning. Ook de huldiging
heeft een zeer goede zlide. gooi dat er weer wal
leven ln de brouwerij komt, er is weer gele
aan 't rollen gebracht.
recht schreef ons blad „wie kent nog de namen
van die twee?" Nadat zü vijf explosies gehoord
en gezien hadden gingen zü met doodsverach
ting naar de brandende wagen en stelden nog
WOENSDAG 28 NOVEMBER
HUIZEN 1875 M. NCRV.-uitzending. 8.00 Schrift
lezing en meditatie. 8.159.30 Gram.pl. 1030
Morgendienst olv Ds J L de Wolf. 11.00 En
semble v. d. Horst. 12.15 Gram.voonpl. 13.30
Vervolg concert. 1 15 Orgelspet 3 Parker. 2.00
Zang door W. Hejs me (bas-bariton) A. a.
vie-ugel: mevr. C. Kempers—Koster. 3.00 Chr.
lectuur. 3 303.45 Gram.pl. 4.0G Causerie H.
J. Steiovoort. 5.00 Kinderuur. _6.t0 Landbouw-
halfuur. 6.30 Afgestaan. 7.15 Gramofoonpl,
7.30 Tec.i 1 he causerie. 8.00 Samenkomst v,
h. Leger des He.ls te Rotterdam olv. Komm.
Bouwe Vlas en Maj. F. J. Buiterman.
Mmv, het muziekkorps eo de zangbrigade. 9.30
Concert. Fr. Gaillard (cello) en A. Engels
(orgel). Om 10.00 Vaz Dias. 11.00—12.00
Gramofoonmunek.
HILVERSUM 301 M. VARA-uitzending. 10.00-t
10.15 VPRO. 8.00 Gramofocopl. 9.30 P. J.
Kers: Onze keuken. 10.00 Morgenwijding.
10.15 Voor arb. i. d. ContinubedrSchalmei
olv. P. Renes. strijkorkest olv. E. Waks, Vara-
toneel olv. W. v. Cappellen, Dr. W. G. v. Dil
len (lezing) 12.00 Gramofoonpl. 12.30 XX-en-
semble olv. C. Steyn. 1.00 Piano-recital G.
Dwain. 1.15 Vervolg concert. 1.45—2.00 Gra
mofocopl. 2.15 Kniples. 3.00 Voor dc kinderen.
5.30 De Zonnekloppers olv. C. Steyn. 6.00 Ho-
borecital B. Blez. 6.10 Vervolg concert. 6.30
Trioconcert. 7.00 Sportuitzeoding. 7.20 Con
cert op 2 piano's door C. Lemaire en F. Freed.
7.40 Prof. Dr. G. Minderhoud: Voor het platte
land. 8.00 SOS.-ber. 8.03 Vaz Dias en Vara-
Varia. 8.10 Gramofoonpl. 830 Orvitropia olv.
J. v. d. Horst. 9.00 Oome Keesje. 9.10 Va:
Dias. 9.15 De Flierefluiters olv. E. Waks. 10.00
Uit Londen: BBC-symphonie-orkest olv. I.
Strawinkski (piano). 10.50—12.00 Gramofoon-
muziek.
DROITWICH 1500 M. 10.35-10.50 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing, 11.20 Gram.pl. 11.50 Voor
de scholen. 12.05 Orgelspel Q. MacLean. 11.20
Ch. Manning en zijn orkest. 1.50 Gramofoonpl.
2.25 Voor de scholen. 3.15 Piano-recital I.
Short.. 3.35 Sted. orkest Bournemouth oiv. R.
Austin mmv. F. Merrick (piano). 5.05 Het
Mac Arthur kwintet 5.35 BBC-dansorkest olv.
Hall. 6.20 Berichten..6.50 en 7.05 Lezingen. 7.25
Koorconcert. 7.50 E. Pini en zijn tango-orkest.
8.35 Concert-inleiding. 8.50 Straw-insky-concert
mmv BBC-Symphome-orkest. koor en solisten,
(o.a. I. Strawinsky, piano) olv. Sir Henry
Wood. 10.55 Voordracht. 11.20—12.20 Het
Casand Club orkest olv. Ch. Kunz.
KEULEN 456 M. 6.05 Gramofoonpl. 6.35 Omroep-
kwinlet. 10.15 Zang. 11.20 Keulsoh Symphonie-
orkest olv. Gillessen. 1.35 Omroepschrammel-
kwartet .3.20 Omroeporkest olv. Kühn. 6.20
Gramofoonpl. 7.35 Stunde der jungen Nation.
8.20 Fraokforter Omroeporkest olv. Kohlbrand,
9.4011.20 Omroepkleinorkest dv. Breuer.
ROME 421 M. 8.05 Puccini-concert.. 9.35 Popu
lair concert.
BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 12.20 Gramo
foonpl. 1.30—2.20 Omroeporkest olv. Ga son.
5.20 Dansmuziek. 6.20, 6.50 en 7.35 Gramo
foonpl. 8.20 Symphotueconcert olv. A. Amfi-
theatroff. 10.05 Gramofoonpl. 10.3011.20
Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Omroeporkest
olv. Gason. 1.30—2.20 Gramofoonpl. Zang
voordracht. 5.20 en 6.35 Gramofoonpl. 7.05
Piano-recital 7.25 en 8.20 Gramofoonpl. 8.35
Hoorspel. 9.35 Omroeporkest olv. Gasco. 10.30
—11.20 .Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 ,.Un-
sere Saar den Weg-frei zur Verstandigung".
7-55 Toespraak door den Rijksjeugdleider. 8.20
Orkestconcert olv. M. Ewers. 9.20 Berichten-
oauserie, weerbericht. 10.20—11.20 Dansmuziek
door F. Hauck en zijn orkest.
veilig stellen door den brand te ontloopen.
Hadden zll die twee fleschcn niet veilig ge
steld. mischien was dan nu Alblasserdam een
puinhoop en betreurden w(j een nationale
ramp. 'k Las van een huldiglngstelegram der
HUlegersbergsche brandweer cn gisteravond
nog vijf of zes regeltjes In ons blad en anders
Welke vercenlglng of persoon pakt
ens aan. n.l. om die twee helden een
aan te bieden? 'k Wil
kracht daar gaarne
LICHAMELIJKE OEFENING
Voetbal
Nagekomen uitslagen
Delft: Vitesse Trekvogels I uitgest.
Pernis P.V.V. IGroen Wit I 7—0
Rotterdam: Z.W. IT.T.B I uitgest.
Rotterdam: D.O.8. II—P V.V. II 0—9
Elburg: Quick I—Volharding I 1—2
Kampen: Go Ahead IO.V.V. I uitgest.
Zwolle: C.S.V. I-—Z.S.V. I 8—2
Kampen: D.O.S. IISportclub II afgebr.
Zwolle: Be Quick II—Volharding III 6—2
Enter: Ent. Boys I—Excelsior I 4—4
Rljssen Sparta IVolharding I 5ft
Hengelo: Juliana I—Oranje Na/ssau I 2—2
Borne: B.C.S.V. I—Sparta I 1—7
Almelo: Oranje Nassau II—Sparta III 2—4
Enschede: Sparta IIS.D.O. II 4—1
Eibergen S S S. I—Sparta II 6—2
1—4
Borne: Wilhelmlna II—B C.S.V. II
FEUILLETON
VAN CHARLOTTE M. YONGE
UIT HET ENGELS CH
i '87 (Slot)
Zonder twijfel was dit grootendeels toe te
schrijven aan de traagheid en het gebrek
aan energie der Egremonts, waardoor zij 't
liefst de zaken liet gaan zooals zij wilden.
En nu Gregorio er niet meer was om hem te
amuseeren en al wat hem lastig viel voor
hem te doen, zou mijnheer Egremont zijn
dochter bezwaarlijk hebben kunnen missen;
en in weerwil van de parapluies en den
godsJienst, speet het hem niet een in alle
opzichten te vertrouwen schoonzoon in zijn
huis te krijgen, die zijn huishouden kon be
sturen, en alle moeite met pretendenten naar
de erfgename voorkwam. Daarenboven wa
ren zijn betere gevoelens wakker geschud
door danki>aanheid voor hetgeen mijnheer
Dutton voor zijn zoontje gedaan had, en wist
hij zeer goed, dat 'n schitterender partij voor
zijn dochter hem in zijn ouderdom niet de
zorg en attentie zou verzekerd hebben,
waai O Ml nu kon rekenen. Ook moest hij
wel pdnoven aan de belangeloosheid, die af
stand deed van alle aanspraken op do bezit
ting, wijl zij zorgen, en plichten meebracht
mijnheer Dutton geen opleiding
gehad had, ook was hij werkelijk blij, dat
de bezitting in de rechte lijn bleef. Zijn oude
genegenheid voor Mark, en het besef, dat de
uitsluiting hard voor hem geweest was, kwa
men terug, nu versterkt door zijn achting
voor Annaple; terwijl hij zich tevens van
veel zorg bevrijd gevoelde door hem als rent
meester te hebben.
Eenmaal tot een besluit gebracht, was
mijnheer Egremont altijd overhaast en drif
tig, voornamelijk om er af te zijn en verder
ongestoord en met rust g?laten te worden.
Zoo kwam het, dat dienzelfden avond, terwijl
Nuttie de vrijheid nam Annaple de blijde
tijding mee te deelen, dat mijnheer Dutton
aangenomen was en in z'n verheven goedheid
beloofd had haar vader bij zich in huis te
nemen, Mark bijna verplet werd door de me-
dedeeling, hem zoowel door mijnheer Dut
ton als door zijn oom gedaan, dat hij erkend
zou worden als de erfgenaam van Bridge-
field Egremont, en reeds nu het bestuur over
de bezitting zou krijgen met een inkomen
passend voor een oudste zoon.
Hij kwam aanstonds alleen boven en
wenkte Nuttie om bij hem te komen, waar
van zijn vrouw min of meer schrikte.
„Ursula", zeide hij, haar beide handen
vattende, „ik kan niet toelaten, dat gij dit
voor mij doet."
„Niet Mark? Gij kunt 't niet beletten, dat
moet gij maar begrijpen. En weet gij niet, dat
het 't begin is van mijn geluk?"
„Maar waarlijk, ik kan 't niet goed vinden.
Het ia een oyerdieyen begrip yan rechtvaar
digheid. Dat moet gij haar eens aan het ver
stand brengen, Nannie".
„Wat?" zei Annaple naderbij komende.
Zij zwegen1 beiden een genblik en toon
zei Nuttie: „Alleen dat de bezitting in de
mannelijke lijn over moet gaan
„O, is dat alles?" zei Annaple, „ik was
bang, dat mijnheer Egremont een beroerte
had!"
„Och! gij: begrijpt niet wat dat beteekent",
zei Mark. „Zij willen doen alsof Bridgefield
een onvervreembaar erfgoed was en om
te beginnen mij dadelijk behandelen als een
oudste zoon. Het is 't bedrijf van Ursula om
zichzelf van de opvolging uit tc sluiten."
„Ik was cr altijd tegen een erfgenaam te
zijn", zei Nuttie. „En het zou nu vreeselijker
zijn dan ooit. Wees verstandig, Annaple!
Ziet gij niet dat het zoo alleen goed kan
„Willy!" wa§ het ëenige woord dat Anna
ple uitbracht.
„Ja, Willy en Jenny en allen", zei Nuttie,
„voordat gij allen sterft door die afschuwe
lijke woning! O! dat hebt ge nog niet ge
hoord. Natuurlijk zal Mark te Bridgefield
moeten gaan \\oiïen, voor liet landgoed zor
gen en als een heer leven".
„Achthonderd popd 's jaars", zei Mark
bijna fluisterend, „en de Hoeve bij het Huis
om te bewonen.
„Och, lieve hemel!" zuchtte Anrtaple. „Ik
had gewild, dat gij lord M^yor werd en iu
zult gij maar een domino oude landedelman
worden! Neen, neen, Nuttie, dat is dat is
dat is zoo iels waatoni men lacht omdat
men anders het andere zou doen!"
En zij greep Nuttie vast om het middel,
legde haar hoofd op haar schouder, terwijl
zij trilde onder een zacht gesnik, dat mis
schien het andere was.
„Het' zal haar gezondheid, misschien haar
leven redden", fluisterde Mark, Nuttie's hand
even aan zijn lippen brengende om daarna
weg te gaan terwijl Annaple zich genoeg her
stelde om te zeggen: „Ik ben taaier dan ge
denkt, mijnjieer. Maar de kleine Jenny! Och,
Nuttie ik geloof dat-het bijtijds gekomen is.
Ik heb altijd door geweten, dat een strootje
cr bij, den rug van den kameel zou doen
breken. We zijn zeer gelukkig geweest, maar
ik ben blij dat er een eind aan komt voor
dat Mark voor zijn tijd afgewerkt is. Hard
erken is zeer gezond, maar het kan ook te
•g worden: en de gemoedsbezwaren van
Mark heb ik niet, mijn lieve Nuttie, want ik
ind de plaats veel geschikter voor hem dan
voor u óf mijnheer Dutton".
,Ja", zei Ursula, „gij weet wel dat hij er
altijd gelukkig was cn ik nooit."
Het eerste dat mijnheer Dutton en Ursula
nu te doen hadden, was, mijnheer Egremont
zijn besluit te houden om het lang uit
stelde testament te maken; zij vonden dit
ook niet zoo moeilijk als zij verwacht had
den, want nu hij het eenmaal met zichzelf
eens was, wensclite hij de zaak tot een goed
einde gebracht te zien, en gaf den volgenden
dag zijn instructies aan mijnheer Bulfinch.
Natuurlijk moest Mark aan zijn chefs ge
legenheid geven om naar een plaatsvervan
ger uit tc zien; maar liet inkomen 'zou da
delijk beginnen, zoodat Annaple alleen naar
het magazijn terugging om op te pakken,
aangezien zij no. 5 ging bewonen, terwijl
mijnheer Egremont en zijn dochter onder ge
leide van mijnheer Dutten naar een bad
plaats in Dauphiné gingen, een geheel nieuw
toevluchtsoord, vrij van gezelschap, waarte
gen hij opzag; want hij kon nog niet verdra
gen den kleinen Willy den nieuwen „jeug
digen Egremont" te zien. Maar het testa
ment werd tot groote geruststelling van
Nuttie goed en wel geteeekend vóór hun ver
trek; want zij had zich nu eenmaal in 't
hoofd gesteld, dat zijn leven bezwaarlijk
veilig kon zijn voor er, zooals zij het noemde,
recht, gedaan was.
Ten slotte werd mijnheer Egremont gedu
rende de reis zoo afhankelijk van mijnheer
Dutton, dat hij na afloop daarvan zoo tegen
de scheiding opzag, dat hij nog meer haast
maakte met het huwelijk dan de beide aan
staande echtgenooten gepast vonden met
het oog op hun onlangs geleden verlies. Hij
drong er op aan dat Bulfinch bij hun terug
komst hun papieren in orde zou hebben, en
liet hun slechts den tijd om hun woning
naar hun zin in te richten, voordat het hu
welijk zeer stil in hun kerspelkerk, met de
nichten als bruidsmeisjes, voltrokken werd.
Mark en Annaple namen de zorg voor mijn
heer Egremont op zich .eedurende de veer
tien dagen dat mijnheer Dutton aan zijn
vrouw de plekjes'liet zien, waar hij in
Frankrijk 't meest verkeerd had, om daarna
naar Springfield House terug te keeren,
waar overvloedig plaats voor mijnheer Egre
mont was om bij hen in te komen wonen.
Annaple zei tot jufforuw Nugent, „ik heb
nooit zo° jeugdig en opgewekt gezien.
Zij lijkt meer op een jong meisje dan toen
ik haar voor 't eenst zag.
,,Ja zei Mary, „zij heeft nu iemand óp
wie zij zich kan verlaten?"
Mijnheer Egremont leefde nog tusschen
de drie en vier jaar, tevredener en rustiger
dan hij ooit geweest was, hoewel hij dikwijls
lijdend was en soms toegaf aan zijn slecht
humeur en zijn drift. Maar mijnheer Dut
ton wist hoe hij bij die gelegenheden met
hem moest omgaan, en kon, zonder zijn
eigen uitgebreiden werkking op te geven,
hem de zorg en dc attentie wijden cn de af
leiding bezorgen die hem zijn leed deden
vergeten en de taak zijner dochter gemakke
lijker maakten.
In hoever zijn vadsige, verzwakte natuur
vatbaar was voor "erlangen naar betere
dingen, en of zijn zwaarmoedigheid voort
kwam uit berouw, kon niemand beoordeelen.
In elk geval was er een einde gekomen
aan zijn hoonende wijze van spreken, en toen
hij naast zijn vrouw en zijn zoon begraven
werd, stond Ursula bij het graf met een veel
teederder en hoopvoller gevoel, dan zij voor
mogelijk kon gehouden hebben, toen hij haar
uit haar geliefd tehuis weggerukt had. Zij
zag op naar haar eohtgenoot en zeide: „Is
haar werk niet volbracht?"
EINDE