TWEEDE INTERNATIONAAL CONGRES VAN GEREFORMEERDEN (CALVINISTEN) DONDERDAG 25 OCTOBER 1934 TWEEDE BLAD PAG. 5 Kerknieuws. NED. HERV. KERK Aangenomen: Naar Rotterdam (vac. Dr. Berkelbach v. d. Sprenkel), J. A. Kwint, Evang. predikant van de Vereen. „Christendom" te En schedé. Naar Welsrijp c.a. (Fr.), J. Jellema te Woubrugge. Bedankt: Voor Enschedé (te stichten pred. j- voor bijzondere werkzaamheden) J. A. Kwint te Enschedé. VRIJ EVANG. GEMEENTEN CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST Cand. E. Torenbeek, beroepbaar bij de Geref. Kerken, deelt mee, dat zijn adres met ingang van 1 Nov. a.s. niet meer is: Stationsweg, Zuidla- rcn, maar: Warnsveldscheweg 60, Zutphen, JUBILEUM Ds. S. DOORNBOS Het was gister een feestdag voor een van c predikanten der Geref. Kerk van Amsterdam, D S. Doornbos, die zijn zilveren jubileum als Dienaar des Woords in de Geref. Kerken vierde. Den geheelen dag bereikten den jubilaris geluk- ■wenschen van onderscheiden kanten, ook buiten Amsterdam, en 's avonds was de ruime Funenkerk gevuld met een belangstellende sohare meenteleden, die het jubileum van den gezienen predikant van wijk III wensch'ten mee te vieren. Smaakvol was de kerk aangekleed. Het podii was bevracht met hooge palmen en fraaie bloem stukken en van de gaanderij hingen kostbare tapij ten. Hoewel voor het grootste deel wijkbewoners aanwezig waren, hadden ook uit andere deelender stad velen zich naar de Funenkerk begeven. Verte genwoordigd waren de kerkeraden van Amsterdam, Doetinchem en 's-Hertogenbosch, in welke laatste plaatsen Ds. Doornbos vóór zijn komst in de hoofd stad een aantal jaren had doorgebracht. Eveneens was de classis Amsterdam vertegenwoordigd. Tal van kerkeraadsleden waren opgekomen, alsmede vertegenwoordigers van corporaties en vereenigin- gen in het midden der gemeente. Voorts afgevaar digden van de Centrale Evangelisatie, de Joden- Bending ede Paulusvereeniging. Te.wijl de vele saamgekomeoen staande de ze genbede uit Psalm 134 aanhieven, werd de jubila ris met zijn echtgenoote binnengeleid, waarna ouder ling H. Y p m a namens Wijk III Ds. Doornbos waardeerend toesprak. Hij releveerde een en ander uit diens ambtelijke loopbaan en bracht ook in her innering, dat Ds. Doornbos in September 1921 de vacature van Dr. J. C. de Moor kwam ver In de jaren, te Amsterdam doorgebracht, vervolgde spr., zijn vele banden gelegd en heeft Ds. Doorn bos zich voornamelijk doen kennen als een herder, wien de belangen der gemeente zwaar wegen en ie zijn werk alom bemind is vanwege zijn trouwen ar beid. De gemeente heeft daarom dezen dag niet on opgemerkt willen laten voorbijgaan en daarom be sloot de spr. zijn toespraak met Ds. Doornbos den zegen des Heeren toe te wenschen. Namens de ge meente bood spr. een schrijfbureau aan. Hierna hebben nog eemge sprekers het woord gevoerd. De avond mag welgeslaagd heeten heeft Ds. Doornbos de overtuiging geschonken hoezeer zijn arbeid te Amsterdam wordt gewaar- Zondag a.s. hoopt de jubilaris In de Funenkerk pijn jubileum te gedenken. Prof. Dr. T. HOEKSTRA Naar wij vernemen is er vooruitgang In 'den toestand van prof. dr. T. Hoekstra, die ithans in het Luthersch Diaconessenhuis te Amsterdam verpleegd wordt, te constatea- ren. De benauwdheden zijn geweken. Na enkele weken hoopt hij naar Kampen terug jte keeren om daar de rustkuur .voort te zetten. HERDEKING VAN DE AFSCHEIDING Donderdag 1 November a.s. hoopt de Geref. Kerk van Genderen het feit te herdenken dat de gemeente, onder leiding van Ds. H. P. Scholte fcich een eeuw geleden van het Hervormd Kerkge nootschap heeft afgescheiden. Er zullen daartoe op dien dag een tweetal samenkomsten worden ge houden. De eerste samenkomst, waarin de pastor loei Ds. G. Merken hoopt voor te gaan, zal een ure van dankzegging zijn en aanvangen om 2 uur 's mid- De tweede samenkomst zal beginnen des avoods 6.30 uur. Dr. G. Keizer van Rheden-De Steeg hoopt dan voor de gemeente op te treden tot het houden van een feestrede. KERK EN STAAT IN DUITSCHLAND Men schrijft ons uit Berlijni Wij hadden dezer dagen een onderhoud met Pastor Eichhöfer, Gereformeerd predi kant te Reichen hij Cassel, die een der lei ders is van de oppositie in de Protestant eche Kerk in Midden-Duitschland, en laten Volgen enkele conclusies, die wij uit het onderhoud met Pastor Eichhöfer hebben ge trokken. De verantwoording hiervoor dra gen dus wij (d.i. het Ned. Perskantoor te Berlijn). Er zijn in Duitschland ongeveer 22000 pre dikanten, waarvan ruim 7000 bij de z.g. op positie zijn aangesloten. Dit wil nu echter niet zeggen, dat de overige twee derden met het regime MüllerJager sympathiseeren. Integendeel, de meesten van deze 15.000 niet- officieel oppositioneele predikanten zijn in stil verzet. Met het systeem-MüllerJager sympathiseert alleen een gedeelte van de „Duitsche Christenen". Van de predikanten is hoogstens 15 pet. bij de „Duitsche Chris tenen" aangesloten, van de leeken nog veel minder. De predikanten, die tot de „Duit sche Christenen" behooren, dwepen echter in het algemeen geenszins met den Rijks bisschop of met diens machtigen rechtskun digen adviseur dr. Jöger. Men verwijt dr. Jager van den kant der „Duitsche Christe nen" o.a., dat zijn nationaal-socialistische ge loofsbrieven van te jongen datum zijn. Eerst in het voorjaar 1933, dus nadat Hitier aan het bewind was gekomen, heeft hij zich bij de N.S.D.A.P. aangesloten. Voor hij tot „ker kelijk minister" werd benoemd, fungeerde hij een week als kerkelijk staatscommissa- ris. Hij werd echter niet erkend, noch door de Kerk, noch door de competente regce- rings-instanties, en zoodoende moest hij na een week tijds het staatscommissariaat weer opgeven. Verder wordt er dr. Jager door een gedeelte der „Duitsche Christenen" een ver wijt van gemaakt, dat hij, zij het dan ook met de beste bedoelingen, veel te scherp tegen de oppositie optreedt. Vandaar het conflict met dr. Kinder en enkele andere lei ders der „Duitsche Christenen". De Rijks bisschop wordt als een goed, geloovig man .voorgesteld, die echter veel te sterk onder den invloed van zijn omgeving is geraakt. Rijksbisschop Müller heeft den eed op den Leider van partij en staat nog niet afge legd en de Leider heeft zich ook nog niet uitgelaten. De heele toestand blijft dus zwe vend. Officieel wordt de afscheiding, welke Zondag te Berlijn-Dahlem is afgekondigd, nog niet als een schisma beschouwd, daar de aanhangers van de oppositie bij deze ge legenheid nog niet uitgetreden zijn. Iri de zeer talrijke bladen welke in Duitschland Verschijnen, vindt men van den heelen kerk- Btrijd met geen woord melding gemaakt. van 23-26 October te Amsterdam. Belangrijke referaten van Binnen- en Buitenlandsche sprekers Toestand van het Calvinisme in verschillende landen Pastor Langenohl DE SAMENKOMSTEN VAN GISTER Middagzitting Te 2 uur wordt de tweede zitting geopend met het zingen van Ps. 89 7. Zij staat onder leiding van Prof. Donald Maclean, hoogleeraar in de Kerkgeschiedenis aan het Free Church College te Edinburgh. Nadat hij do sprekers van dezen middag heeft aange kondigd, geeft hij het woord aan Prof. D r. J. Severijn, hoogleeraar aan de Utrecht sclie Universiteit, wiens referaat, handelend over de souvereiniteit Gods en de cultuur, in ons blad van gisteren opgenomen is. Tweede spreker is Rede Pastor W. A. Langennohl predikant te Rheijdt in Rijnland en lid van het moderamen van den Duitschen Gerefor meerden Bond, die tot taak had over het zelfde onderwerp te handelen. Spreker erkent^ ietwat lichtzinnig te zijn geweest, met dit onderwerp te en- tameeren, want het „ligt" hem niet. Bovendien is de Duitsche theo logie niet aller eerst ingesteld op de verhouding tus- schen de Souve reiniteit Gods en de cultuur. Niettemin wil hij toch trachten - den weg aan te j duiden waarlangs hij gekomen is tot het geven van en kele grondstellin gen. De eerste Is, dat de souvereine God de mensch voor de cultuur heeft gesteld als een „Aufgabe" (Gen. 1 26). Dit geldt ook den gevallen mensch (Gen. 91). Deze taak mag de mensch niet laten liggen; hij mag niet vluchten uit de cultuur naar een stil eiland, want zij betrekt hem in allerlei levensverhoudingen: techniek, economie, op voedkundige, sociale, politieke vragen. De tweede stelling, die spr. ziet, is, dat God als Schepper der cultuur ook haar sou vereine Heer is. Daarom komt alle dank en aanbidding voor de werken der cultuur al leen Hem toe. Er mag dus geen aanbidding van menschen, noch van de cultuur zijn. En ook ondanks de machtige ontwikkeling der cultuur door de uitvinding der machine heeft de Chr. Kerk nimmer de knieval ge daan voor de werken der cultuur. In zijn derde stelling betrekt spr. tweeërlei: de bijzondere, verkiezende en de algemeene genade Gods. Tusschen die twee is de cul tuur in spanning. De door Gods vrije ver kiezing tot het geloof gekomen mensch is an den invloed der cultuur. De uit verkiezing toch knoopt niet aan bij natuur of cultuur; „Hij verkiest dien Hij wil; Zijn volk is vrij onder Zijn souverein bestel en deswege ook vrij van alle cultuurgebonden heid. Dit voert ons echter naar een positieve en een pegatieve opmerking. De eerste is. dat, vooral de moderne Christenheid, moet weten, dat haar eerbied voor de cultuur gerechtigheid voor God is; de voor het Technisch wonder knielende Amerikaan is niet daarom nader bij God. De negatieve opmerking: de afkeer of negatie van de cultuur, als ware zij uit den Booze, is n i e t de levenshouding van den Christen. Ook do cultuur is een schepping Gods en de Calvi nist kan geen monnik zijn. Zoo komen wij tot de algemeene genade, tevens spr.'s 4c stelling: aan alle menschen heeft de souvereine God een zekere kennis ingeschapen, waardoor zij de Goddelijke or dening kennen kunnen en door redelijk en zedelijk inzicht verplicht zijn, haar te ge hoorzamen. Daarom is er geen eigenlijke Christelijke, evenmin een eigenlijke atheïs tische cultuur. Het Calvinisme breekt den waan der schijnbaar louter wereldsche cul tuur, maar het zet voorop, in haar allereerst orde-scheppendgji wil Gods te zien en te dienen. Hieruit is verklaarbaar, dat de kerken der Reformatie, in tegenstelling met die van Ro me, aan de cultuur geen plaats geven in hun gebouwen, tenzij een dienende. De cul tuur is niet heiligings-fahig want zij is van andere orde dan de genade. Goede wer ken, ook goede cultuurwerken zijn alleen die, welke, naar Cath. vraag 91, uit een waar geloof, naar de Wet Gods, Hem ter eere geschieden en niet op eigen goeddunken steunen. Voorzoover de Christen meedoet aan cul tuucwerk, geldt voor hem: „Wij zijn in Christus geschapen tot goede werken"; alles staat dan onder het Goddelijk gebod „du so 11 st'k. Niet in dienst van cultureele idea- alen, maar ter eere Gods aanvaardt en ver vult hij zijn taak, want zijn gehoorzaamheid heeft geen waarde, tenzij ze geboren is uit de erkenning van Gods souvereine verkie zing en Zijn souvereine genade. Door Prof. H a i t j e m a en Prof. Rut gers werd de rede van Pastor Langenohl l'iinproviste vertaald resp. in het Engelsch en in het Fransch. Na het zingen van Ps. 86 6 werd de mid dagzifting gesloten. Avondzitting Ten derden male vereenigden zich de Con gresleden te 8 uur in de Nieuwe Waalsche Kerk, thans om te luisteren naar de mede deelingen uit verschillende landen omtrent den tegenwoordigen toestand van het Calvinisme In Engeland Deze samenkomst stond onder leiding van Pasteur L e c e r f, die liet zingen Ps. 100 op wijze van Ps. 134. Als eerste van de bui tenlandsche afgevaardigden sprak Mr. D. W a k e 1 e y. uit L o n d e n, die de hartelijke groeten van het Engelsche Comité over bracht en eraan herinnerde dat de Westmin ster Confessie en de 39 artikelen van de Church of England in hoofdzaak overeen stem met de in 1618 vastgestelde Dordtsche leerregelen. Gegeven dat zuivere reformatie alleen mogelijk is, als het geïnspireerde Woord van God ons leidt, willen wij in En geland geen compromis met de dwaling, maar strekken ons dén ook uit tot allen, ker kelijk en onkerkelijk, om hen de verlossing door Jezus Christus te prediken. Sedert 1932. het jaar van het le Intern. Calvin. Congres, heeft in Engeland weinig verandering plaats gehad. Het Calvinisme is een b 1 ij v e n d e kracht sedert Calvijn optrad en heeft zijn in vloed op het geheele leven. Men vindt in Engeland veel onverschilligheid t. o. v. hei Calvinisme, zoowel voor zijn doctrines als voor zijn praktijk. Echter, het ware Calvi nisme zal in heel de wereld de autoriteit van Gods Woord handhaven, en spr. dankt God, dat het Engelsche volk althans nog lui stert naar dat Woord. Hij bidt Gods zegen over dit Congres af, waarmee de Engelsche Calvinisten zich één gevoelen. In Frankrijk De volgende spreker was Ds. J. C a d i e overbodig te zijn. Met zeldzaam voortvarende en vurige welsprekendheid schetste hij de vorderingen, door het Calvinisme in Frank rijk gemaakt onder den. invloed van Dou- mergue, den grooten Calvijn-kenner. Hij wees op een merkwaardig boek van een R.-K. over Calvijn, op het Calvijn-Museum te Noyon, op den arbeid van Prof. Lecerf aan de Parijsche Universiteit en diens invloed op andere theologische professoren aan die Universiteit. Het Calvinisme wint. veld ook in de praktijk van het geestelijke leven, want de Hervorming bracht bevrijding der zielen. Ook in het kerkelijke leven, bij tal van jonge predikanten, blijkt groote ijver voor het Evangelie van den souvereinen God. Zoo worden de vergeten geestelijke wapenen weer gehanteerd en theologische vraagstuk ken weer bestudeerd. God heeft ons dit ge geven en wanneer het Intern. Calvin. Con gres t z. t. naar Parijs komt, zal het dit bewaarheid vinden. In aansluiting aan deze toespraak las Prof. Lecerf een brief van E m i 1 e Dou- mergue voor, die gaarne aanwezig had willen zijn, doch door ziekte verhinderd was. Hij herinnerde aan de heerlijke dagen ia Holland doorgebracht en aan het werk van Kuyper. Voorts las Prof. Lecerf een brief van Dr. Dürrleman, directeur van „La Cause" dat te Lausanne pas zijn congres heeft ge houden, en waarin deze, bij verschil van in zichten, de eenheid met de groote beginselen van het Calvinisme in het licht stelt. In Duitschland Het woord was nu aan Pastor Lange nohl uit Rijnland, die de groeten overbracht van de collega's Hasselmann, Lie. Hesse, Prof. Bauer, Dr. Lang en Kaufmann voor Prof. Rutgers. De Gereformeerden in Duitsch land, aldus Ds. Langenohl, zijn thans in de verstrooiing. Globaal tellen zij slechts 1/10 van alle Duitsche Protestanten, die samen een 40.000.000 personen tellen. Er zijn 550 gemeenten, die de Heidelb. Cathechismus tot hun leer- en levensboek hebben, maar zij hebben onderling geen band. Er zijn nog oude Hugenootsche groepen, er is Oost Friesland en Bentheim, het Rijnland, enz. Maar het zijn nog slechts de ruïnen van de vroegere oude sterke Geref. Kerk in Duitsch land. De inwendige toestand is nog zorgwekken der; liberalisme en spiritisme oefenen hun invloed; de kerkelijke crisis heeft echter deze bate, dat men wakker geschud is om zich te bezinnen, waarom men Gereformeerd is of heet. Een lichtpunt is, dat er meer na vraag komt naar Calvijn; diens Institutie bijv. wordt in stijgende mate verkocht, even zoo Calvijns Bijbelverklaringen en preekeo God geve en spr. vraagt aller voorbede dat Gods Geest moge verwekken tot meer bewust leven op den grondslag van Gods Woord en de Geref. belijdenis. In Zwitserland Ds. J. Saussure uit Genève, ge waagt van de kleine groep Calvinisten in Zwitserland; hij noemt ze „nog slechts debu tanten", die pas enkele jaren geleden door eigen inspanning Calvijn „ontdekt" hebben. Toch wordt zijn invloed, inzonderheid op de Chr. instituten meer kenbaar. Wij zien, dat God ook hier werkt in en door Zijn Kerk. Een kleine Theol. School zou ons predikan ten geven en daardoor een nieuw Calvin geslacht kunnen kweeken. Intusschen onder gaat de kleine Calvin, groep ook den invloed van Karl Barth; spr. vreest de nieuwe refor matorische scholastiek, welke er het gevolg van zou zijn; zij kan de zuivere reformatie niet brengen. Wij zoeken contact met de Geref. theologen van andere landen, met wie we één zijn in Jezus Christus, den Koning der Kerk. In Zuid-Afrika Over de Calvinisten in Z.-Afrika sprak vervolgens Prof. -4 Dr G. Besse- laar. Er is daar een nieuwe ople- JF ^^1% "ving van het Cal- m vinisme. vrucht K ook van het inter- S^SjHpKBL nationale contact, dat 6011 wel<iadi- - fWW gen im'loed oefent °P het jonge Z.- gAfrika, waar zich een Chr. natio- naal volksbewust- z'in ontwikkelt. De Bond van Cal- vinisten in Zuid- Afrika, door spr. in voordrachten Prof. Dr G. Besselaar en pers artikelen bekend gemaakt, heeft een verklaring gepubliceerd waarin Prof. Mr. A. Anema, hij protest aanteekent tegen gewe tensdwang, Zondags-ontheiliging e. d. Er moet een Chr. nationaal volksonderwijs ko men, ook voor de kleurlingen. Het Z.-Afri- kaansche Calvinisme heeft sinds 2 jaren zijn verdedigenden en antithetischen arbeid inge ruild tegen aanvallende en thetische en het wil zijn toepassing op het volksleven ontwikkelen. Z.-Afrika is de ingangspoort van het Zuiden, Z.-O.-Afrika staat onder do Halve Maan, in Midden-Afrika heerscht het donkerst heidendom. Daarom moet de Zuid- Afrik. Kerk Zendingskerk zijn, want een kerk, die dat niet is, wordt uitgebluscht. TWEEDE CONGRESDAG Morgenzitting Hedenmorgen te 10y2 uur werden de Con greszittingen heropend. Nu was eerste spre ker Prof. Mr. A. Anema, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit. Referaat Prof. Mr. A. Anema de zijde, vervolgens van de dogmati sche zijde en ein delijk van de prac tische zijde. Eerst ging hij na de verschillen de beteekenissen van dit leerstuk in de geschiede nis ïn de middel eeuwen is het ontstaan uit reac tie tegen den eisch van supre matie van de Kerk over de Staat, van de zijde van de Staat werd gesteld, dat de souve reiniteit van de Overheid haar toekomt on middellijk van Godswege en niet door be- mideling van de Kerk. Allengs verflauwde echter deze overtuiging: zij werd wel niet losgelaten, maar raakte op den achtergrond, doordat de verhouding van Overheid en Volk meer in het middelpunt van de aan dacht kw\m te staan. Zij ontving nieuwe steun door de Hervorming, vooral van de zijde der Calvinistische theologen en juris ten, die het leerstuk aanwendden tot het steunen van het gezag der Overheid, maar tevens tot fundeering der volksvrijheden. In Frankrijk en Engeland werd het later aan gewend om een absolutistisch vorstengezag te verdedigen. Zoo raakte het door toene mende humanistisch-democratische stroo mingen in discrediet, maar herleefde in de. 19de eeuw in Duitschland door Stahl en in Nederland door den arbeid van Groen van Prinsterer, Kuyper en de Savornin Lohman. Dogmatisch heeft het leerstuk een nega tieve en 'n positievfe zijde. Negatief verwerpt het alle souvereiniteit van den mensch, in welken vorm die ook wordt ingekleed. Posi tief fundeert het zoowel een krachtig gezag der Overheid als eigen rechter van het volk zoowel in de Maatschappij als in den Staat, Practisch kweekt dit leerstuk bij het volk krachtig staatsbesef en fiere burgerzin, waardoor het de grondslag wordt voor een goedgeordend politiek- en sociaal volksleven. Een en ander werd door spr. nader uit gewerkt en toegelicht. Referaat Prof. Dr. I. Bohatec Hierna werd daar de referent niet aanwezig kon zijn voorgele zen het referaat van Prof. Dr. I. Bohatec uit Weenen over „De Souvereiniteit Gods en de Staat volgens de opvatting van Calvijn". Het probleem „Souvereiniteit Gods en de Staat" is thans aldus Spr. actueel, doordat Fascisme en Nat.-Soc. roe pen om een lei der, die zelf souverein, zijn macht heeft van God. In verband hiermee wil Spr. de vraag stellen, hoe Calvijn zich de verhouding dacht tusschen God en de autori teiten op aarde. Voorop sta, dat Calvijn de Staat rekende tot de externae mediae salutis, zoodat deze in het algemeen leeft naar de wetten der causae mediae nl. afhankelijk van de causa prima. Ook de oorsprong van den Staat moet bij God worden gezocht. Het moment van de z o n d e brengt Calvijn naar voren: de afval van God maakt het zwaard noodzakelijk. Een sterke staat is in de bestaande toestand Gods goedheid (contra Wederdoopers!) Maar ook positief waardeert Calvijn dc Staats als een heilige, goede, Goddelijke orde. Zijn positieve taak is het bevorderen van zuivere Godsvereering en eerbaarheid en vrede, de negatieve de afwering van afgo derij en Godslastering, maar ook van onrecht aan weduwen, kinderen enz. Zoo is hier in de leer van de in de wereld geldende regel de verbinding van Gods transcendentie met Zijn immanentie. Daarom is Calvijns theo- cratieleer geen verdediging van het be staande, maar toepassing van zijn teer om trent de Voorzienigheid. Spr. toont dat aan door te wijzen op Calvijns critiek op de formules Dei gratia en Servi Servorum, beide door vorsten gebezigd en zijn bestrijding van het staatsabsolutisme in Frankrijk. Volgens is de aristocratie de staatsvorm, die het gemakkelijkst excessen voorkomt. Tegenover machtswillekeur staat de bur- er 1 ij ke vrijheid, die tevens politieke r ij h e i d is. Deze vrijheid zij een b e- e r k t e, wat zijn uitdrukking vindt o.a. het beperkte actieve en passieve kiesrecht De koningen weten hun autoriteit behou den, gebonden aan Gods autoriteit. Hun macht is niet inhacrent aan hun persoon, doch gegeven aan den Heerscher. De heerscher staat boven de wet, in zoo verre hij haar, door handhaving, levend maakt, onder de wet, omdat hij zelf naar haar voorschriften handelen moet. Spr. werkte dit breeder uit en wees erop, dat C. dit ook bij God erkent: God is vrij van dc wet, maar God handelt niet zonder de v et, D. Dr. Josef Bohatec De verhouding van de vorsten tot God be paalt C. van uit het Dei Gratia. Hij bestrijdt de zalving der Fransche koningen als on- noodig en menschelijk. De zalving is niets waardig! Gratia Dei beteekent gratia Spiri tus Sancti. Parallel aan de verkiezende ge nade op religieus terrein ontvangen de vorsten een bijzondere genade een heroi- cum ingenium, beslaande in pruden- tia en strenuitas. Zoo gaf Calvijn nieuwen inhoud aan hel Dei Gratia nl. begiftigd met den H. Geest. De autoriteiten zijn niet quolitatief maar gra dueel van elkander onderscheiden. Alle ge zag, vanaf 't patriarchale tot het vorstelijke, vormt een lichaam, culmineert echter op aarde niet in-absoluut gezag! De H. Geest verbindt God met de autoriteiten en verbindt deze onderling tot een organische eenheid, zoodat de aardsche autoriteiten het geheel dienen als hun leden. De beste naam voor dit stelsel is Pneumatocra- tie. De term Christocratie gebruikte Calvijn alleen, als hij het over de Kerk heeft. Maar Pneumatocratie toont karakter en w e r k w ij z e van Theocratie èn Christo cratie. Des middags werd geen zitting gehou den; een deel der bezoekers had een verga dering van de te Londen benoemde Intern. Commissie; een ander deel ging het Paedol. Instituut van Prof. Waterink of de gebou wen van de wis- en natuurkundige faculteit der V. U. bezichtigen, ofwel deelnemen aan een autotocht. De deelnemers aan het congrss Het aantal deelnemers aan het Congres is plm. 250, van wie 26 buitenlandlens. Van de laatste noemen wij, behalve de reeds in die verslagen vermelde referenten: Rev. T. C. Innes uit Londen, Ds Dominieé en Ds Saurivoisier en Ds. J. Saussure uit Genève, Ds Alfred Monod uit Parijs, Ds J. Cadiier uit Valence, Dr Sohlefnmer uit Parijs, Syno- dalvikar G. Eickelberg uit Aken, Pastor K Schneider uit Neukirohen, Pastor W. L. Jack uit Wernigerode, Pastor F* Roessle uit SoLingen en Prof. L. Wencelius van het Swarthmore-College in Noord-Amerika. Onder de talrijke deelnemers uit eigen land zien we de namen van Prof. Anema, Prof. Kuyper, Prof. Bouman, P. Bergmeijer, ■oud-red. van De Banier (N'ed. Indië), Dr J. P. de Bie, Mr G. van Baren, Dr H. Colijn, Prof. Coops, Prof. Diepenhorst, Gen. Duy- maer van Twist, II. Dienier, Prof. Dooye- weerd, Ds Dreeselhuis, oud-Min. J. J. C. van Dijk, Dr G. Oorthuys, Mr N. Oknm, Dr E. J. W. Posthumus Meyjes, Mr. A C G v Proosdij Dr H. W. v. d. Vaart Smit, Dr H. C. Rutgers, Mr J. J. R. Schmal, Prof. Sizoo, Dr H. Schok king, B. D. Smeenk, W. Strijbis Pzn, Dr R. B. Everthuis, Ds T. Ferwerda, Ds K. Fern- h*Mit, Prof. Gerbrandy, Prof, van Gelderen, Prof. Geels, Prof, van der Herat, Mr J. W. Goedbloed, Mr C. J. Heemskerk, A. W. F. Ideribung, Dr G. P. van Itterson, Ds H. Jans- sen, Mr P. J. Idienburg, Dr P. J. Kromsigt, Dr E. D. Kraan, Prof, van Schelven, Ds H Thomas, Prof. Waterink. Prof. Wille, Dr D. Wielenga, Dr J. J. de Waal Malefijt, Prof. Woltjer, Prof. Ir van Wijngaarden, Mr Dr J. Schokking, Prof. Goslinga. Het algemeen college van toezicht op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde gemeenten in Nederland heeft 23 October zijn najaarsvergadering gehouden te 's-Gravenhage in het gebouw der Algemeene Synode. De voorzitter, mr. W. J. baron van Lijn den, heet de leden welkom, alsook den af gevaardigde der Synode, dr. Weyland. Tot lid van het algemeen college is be noemd mr. H. van der Beke Callenfels, die tevens voorzitter is geworden van het pro vinciaal college in Zeeland. Hij wordt door den vooraitter toegesproken en daarbij wordt herinnerd aan zijn voorgangers wijlen mr. A. de Veer en mr. J. II. Bybau. Ook de heer Albertie, secundus-lid uit Drenthe, wordt als zoodanig begroet. Door verschillende provinciale colleges zijn léden benoemd ter voorziening in de vacaturen, welke in die colleges zijn ont staan. In Friesland is ds. F. H. Bruins te Leeuwarden tot secretaris van het provin ciaal college benoemd. Aan de provinciale colleges is afschrift gezonden van een uitspraak van den Cen- tralen Raad van Beroep inzake de verzeke- ringsplichtigheid van een secretaris, die niet tevens lid is van een provinaal college. Het algemeen college is vertegenwoordigd geweest op de jaarvergadering der vereeni- ging van kerkvoogdijen in de Nederl. Herv. Kerk. Ingekomen is het jaarverslag van de com missie van het Zuiderzcefonds over 1933, als ook het jaarverslag van den Raad van Beheer en van den pensioenraad. In een appèl van ds. Broers te Asch tegen een beslissing van het provinciaal college in Gelderland betreffende het onwettig be noemd zijn van notabelen, is niet-ontvan- kelijkheid uitgesproken, in overeenstemming met het gevoelen van 't provinciaal college. Een appèl van F. J. Brinkman en drie anderen, notabelen te Heerewaarden, tegen een beslissing van het provinciaal college in Gelderland, moet worden beschouwd als te zijn afgedaan, omdat de betrokken per soon is overleden. De gemeente Colmschate heeft zich aan gesloten bij het Toezicht. Het quotum wordt voor die gemeente vastgesteld. Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten a f 0.75 per flacon. Behandeld wordt een appèl van H. Snij der c.s. te Zuidwolde (Drenthe) betreffende de vraag, of het kohier voor den hoofdelij- ken omslag in overeenstemming met de verordening is opgemaakt. Volgens art. 12 Algem. Reglement moeten de grondslagen van den hoofdelijken omslag in bet plaatse lijk reglement worden geregeld. Het pro vinciaal college heeft inderdaad geoordeeld, dat het kohier aan de verordeningen niet voldoet. Een uitdrukkelijk bevel tot het op maken van een nieuw kohier is echter ach terwege gebleven. Deze zaak wordt nu ge steld in handen van een commissie ad hoe. Aan die zelfde commissie wordt de behan deling toevertrouwd van een appèl van den kerkeraad te Zuidwolde tegen een beslissing van het provinciaal college in Drenthe be treffende een aangelegenheid van den lig ger van het predikantstraktement. De Algemeene Synodale Commissie heeft; aan het Alg. College verzocht zijn mede werking te willen verleenen, opdat gemeen ten, welke achterstallig zijn in de betaling van het quotum voor de Algemeene Kas der Ned. Herv. Kerk, aan haar verplichtingen zullen voldoen. Besloten wordt, overeenkom stig het verzoek, een brief te richten aan de provinciale colleges. Behandeld werden de jaarverslagen der provinciale colleges. Verschillende punten lokten bespreking uit. Zoo wordt gehandeld over de kerkelijke toestanden te Harich e.a. Alsnu komt in behandeling de voordracht van het provinciaal college in Gelderland tot ontzetting van vier notabelen te Heere waarden. Deze nolabelen zijn opgeroepen, doch niet verschenen. Besloten wordt het viertal op grond van art. 7 al. 2 Alg. Regle ment uit hun betrekking te ontzetten. Vastgesteld wordt de quotiscitie t.w. de bijdrage van elke gemeente in de kosten vaa het to.ezicht op het beheer. Ingekomen is een verzoek om voorlichting betreflende de aansluiting van de gemeente Boxtel bij het beheer. Het geldt hier de vraag betreffende degenen die bevoegd zijn hun stem hierover uit te brengen. Besloten wordt te antwoorden, dat alle stemgerech tigde lidmaten der gemeente moeten beslis- Het Provinciaal College van Overijssel heeft aan de kerkvoogdijen in zijn ressort een rondschrijven gericht betreffende de per soonlijke aansprakelijkheid en kas-contröle van de kerkvoogdijen. Bij de rondvraag vraae-t een der leden tot' hoelang de secretaris van een Provinciaal College die geen lid van het college is, zit ting heeft. Geantwoord wordt, dat zulk een secretaris moet beschouwd worden in ge wone dienstbetrekking werkzaam te zijn. Tot voorzitter voor het dienstjaar 193o wordt herbenoemd mr. W. J. baron van Lijnden te 's-Gravenhage; tot vice-voorzitler mr. W. Tj. van der Ley, te Heerenveen en tot secretaris mr. J. H. Bijbau te Zutfen Tot led |n van de Commissie voor spoed- vorderende zaken worden herbenoemd, mr. W. Tj. van der Ley, te Heerenveen; mr. D. F. W. Scheidjus; mr. A. M. A. baron van Boetzelaer van Loenen en Wolferen en de secretaris. „UTRECHTS SCHOOLHULP" De vereeniging „Utrechts Schoolhulp" komt Dinsdag 30 Oct., des avonds 7% uur, in jaarvergadering bijeen in „Het Wapen van Zeist" te Zeist. Aan de orde komt, naast jaarverslagen en rapporten, o.a. bestuursverkiezing (aftr. de heeren prof. dr. A. Noordtzij en G. Koning Hzn.). Het jaarverslag van den penning meester over het afgeloopen boekjaar sluit met een nadeelig saldo van 77,651/». Te Valence in Frankrijk hebben Roomsch-Katho- lieken en Protestanten samen op een bergtop een Christusbeeld opgericht. De Roomsch-Katholieke bisschop der diocese verrichtte de inwijding, de Protestantsche predikant hield de feestrede. Ds. D. Boer schrijft in het Orgaan van den Bond van Nederlandsche Predikanten (Octobernummer) ojn. het volgende: „Wij stellen er prijs op om nu post festum open lijk uit te spreken dat er niet de minste reden is voor de kerk om zoo te zuchten over deze belas ting. Veel meer dan aan den staat zal moeten wor den betaald, kan de kerk er bij winnen, wanneer zij eens kordaat den spijker op den kop gaat slaan, die haar nu van zoo bevoegde zijde is getoond. En juist omdat wij dit er tenslotte toch van zien ko men. hebben wij nog altijd vrede met de belasting op de goederen in dc doode hand. Indien deze tot eenigen ondergang leiden zal. dan stellig niet tot die der Nederlandsche Hervormde Kerk; misschien, naar wij hopen, tot dien van de duistere praktijken met het kerkeland. wat de kerk ieder jaar zoo be langrijke sommen kost en moreel zoo onnoemelijk veel schade doet. Een tweede voorwereldlijk monster van Loch Ness, denkt u; of een ondier in de wilder nis der rimboe? Niets van dat alles. Slechts een zonderling verwrongen en verweerde knoestige boomstainstronk, liggende, en. te. zien in een boerensloot tegenover dc IV ijkerbrug by Voorburg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5