TWEEDE INTERNATIONAAL CONGRES
VAN GEREFORMEERDEN (CALVINISTEN)
DONDERDAG 25 OCTOBER 1934
TWEEDE BLAD PAG. 5
Kerknieuws.
NED. HERV. KERK
Aangenomen: Naar Rotterdam (vac. Dr.
Berkelbach v. d. Sprenkel), J. A. Kwint, Evang.
predikant van de Vereen. „Christendom" te En
schedé. Naar Welsrijp c.a. (Fr.), J. Jellema te
Woubrugge.
Bedankt: Voor Enschedé (te stichten pred.
j- voor bijzondere werkzaamheden) J. A. Kwint te
Enschedé.
VRIJ EVANG. GEMEENTEN
CANDIDATEN TOT DEN H. DIENST
Cand. E. Torenbeek, beroepbaar bij de
Geref. Kerken, deelt mee, dat zijn adres met ingang
van 1 Nov. a.s. niet meer is: Stationsweg, Zuidla-
rcn, maar: Warnsveldscheweg 60, Zutphen,
JUBILEUM Ds. S. DOORNBOS
Het was gister een feestdag voor een van c
predikanten der Geref. Kerk van Amsterdam, D
S. Doornbos, die zijn zilveren jubileum als
Dienaar des Woords in de Geref. Kerken vierde.
Den geheelen dag bereikten den jubilaris geluk-
■wenschen van onderscheiden kanten, ook buiten
Amsterdam, en 's avonds was de ruime Funenkerk
gevuld met een belangstellende sohare
meenteleden, die het jubileum van den gezienen
predikant van wijk III wensch'ten mee te vieren.
Smaakvol was de kerk aangekleed. Het podii
was bevracht met hooge palmen en fraaie bloem
stukken en van de gaanderij hingen kostbare tapij
ten. Hoewel voor het grootste deel wijkbewoners
aanwezig waren, hadden ook uit andere deelender
stad velen zich naar de Funenkerk begeven. Verte
genwoordigd waren de kerkeraden van Amsterdam,
Doetinchem en 's-Hertogenbosch, in welke laatste
plaatsen Ds. Doornbos vóór zijn komst in de hoofd
stad een aantal jaren had doorgebracht. Eveneens
was de classis Amsterdam vertegenwoordigd. Tal
van kerkeraadsleden waren opgekomen, alsmede
vertegenwoordigers van corporaties en vereenigin-
gen in het midden der gemeente. Voorts afgevaar
digden van de Centrale Evangelisatie, de Joden-
Bending ede Paulusvereeniging.
Te.wijl de vele saamgekomeoen staande de ze
genbede uit Psalm 134 aanhieven, werd de jubila
ris met zijn echtgenoote binnengeleid, waarna ouder
ling H. Y p m a namens Wijk III Ds. Doornbos
waardeerend toesprak. Hij releveerde een en ander
uit diens ambtelijke loopbaan en bracht ook in her
innering, dat Ds. Doornbos in September 1921 de
vacature van Dr. J. C. de Moor kwam ver
In de jaren, te Amsterdam doorgebracht, vervolgde
spr., zijn vele banden gelegd en heeft Ds. Doorn
bos zich voornamelijk doen kennen als een herder,
wien de belangen der gemeente zwaar wegen en ie
zijn werk alom bemind is vanwege zijn trouwen ar
beid. De gemeente heeft daarom dezen dag niet on
opgemerkt willen laten voorbijgaan en daarom be
sloot de spr. zijn toespraak met Ds. Doornbos den
zegen des Heeren toe te wenschen. Namens de ge
meente bood spr. een schrijfbureau aan.
Hierna hebben nog eemge sprekers het woord
gevoerd. De avond mag welgeslaagd heeten
heeft Ds. Doornbos de overtuiging geschonken
hoezeer zijn arbeid te Amsterdam wordt gewaar-
Zondag a.s. hoopt de jubilaris In de Funenkerk
pijn jubileum te gedenken.
Prof. Dr. T. HOEKSTRA
Naar wij vernemen is er vooruitgang In
'den toestand van prof. dr. T. Hoekstra, die
ithans in het Luthersch Diaconessenhuis te
Amsterdam verpleegd wordt, te constatea-
ren. De benauwdheden zijn geweken. Na
enkele weken hoopt hij naar Kampen terug
jte keeren om daar de rustkuur .voort te
zetten.
HERDEKING VAN DE AFSCHEIDING
Donderdag 1 November a.s. hoopt de Geref.
Kerk van Genderen het feit te herdenken dat de
gemeente, onder leiding van Ds. H. P. Scholte
fcich een eeuw geleden van het Hervormd Kerkge
nootschap heeft afgescheiden. Er zullen daartoe op
dien dag een tweetal samenkomsten worden ge
houden.
De eerste samenkomst, waarin de pastor loei Ds.
G. Merken hoopt voor te gaan, zal een ure van
dankzegging zijn en aanvangen om 2 uur 's mid-
De tweede samenkomst zal beginnen des avoods
6.30 uur. Dr. G. Keizer van Rheden-De Steeg
hoopt dan voor de gemeente op te treden tot het
houden van een feestrede.
KERK EN STAAT IN DUITSCHLAND
Men schrijft ons uit Berlijni
Wij hadden dezer dagen een onderhoud
met Pastor Eichhöfer, Gereformeerd predi
kant te Reichen hij Cassel, die een der lei
ders is van de oppositie in de Protestant
eche Kerk in Midden-Duitschland, en laten
Volgen enkele conclusies, die wij uit het
onderhoud met Pastor Eichhöfer hebben ge
trokken. De verantwoording hiervoor dra
gen dus wij (d.i. het Ned. Perskantoor te
Berlijn).
Er zijn in Duitschland ongeveer 22000 pre
dikanten, waarvan ruim 7000 bij de z.g. op
positie zijn aangesloten. Dit wil nu echter
niet zeggen, dat de overige twee derden met
het regime MüllerJager sympathiseeren.
Integendeel, de meesten van deze 15.000 niet-
officieel oppositioneele predikanten zijn in
stil verzet. Met het systeem-MüllerJager
sympathiseert alleen een gedeelte van de
„Duitsche Christenen". Van de predikanten
is hoogstens 15 pet. bij de „Duitsche Chris
tenen" aangesloten, van de leeken nog veel
minder. De predikanten, die tot de „Duit
sche Christenen" behooren, dwepen echter
in het algemeen geenszins met den Rijks
bisschop of met diens machtigen rechtskun
digen adviseur dr. Jöger. Men verwijt dr.
Jager van den kant der „Duitsche Christe
nen" o.a., dat zijn nationaal-socialistische ge
loofsbrieven van te jongen datum zijn. Eerst
in het voorjaar 1933, dus nadat Hitier aan
het bewind was gekomen, heeft hij zich bij
de N.S.D.A.P. aangesloten. Voor hij tot „ker
kelijk minister" werd benoemd, fungeerde
hij een week als kerkelijk staatscommissa-
ris. Hij werd echter niet erkend, noch door
de Kerk, noch door de competente regce-
rings-instanties, en zoodoende moest hij na
een week tijds het staatscommissariaat weer
opgeven. Verder wordt er dr. Jager door een
gedeelte der „Duitsche Christenen" een ver
wijt van gemaakt, dat hij, zij het dan ook
met de beste bedoelingen, veel te scherp
tegen de oppositie optreedt. Vandaar het
conflict met dr. Kinder en enkele andere lei
ders der „Duitsche Christenen". De Rijks
bisschop wordt als een goed, geloovig man
.voorgesteld, die echter veel te sterk onder
den invloed van zijn omgeving is geraakt.
Rijksbisschop Müller heeft den eed op den
Leider van partij en staat nog niet afge
legd en de Leider heeft zich ook nog niet
uitgelaten. De heele toestand blijft dus zwe
vend. Officieel wordt de afscheiding, welke
Zondag te Berlijn-Dahlem is afgekondigd,
nog niet als een schisma beschouwd, daar
de aanhangers van de oppositie bij deze ge
legenheid nog niet uitgetreden zijn. Iri de
zeer talrijke bladen welke in Duitschland
Verschijnen, vindt men van den heelen kerk-
Btrijd met geen woord melding gemaakt.
van 23-26 October te Amsterdam.
Belangrijke referaten van Binnen- en
Buitenlandsche sprekers
Toestand van het Calvinisme in verschillende landen
Pastor Langenohl
DE SAMENKOMSTEN
VAN GISTER
Middagzitting
Te 2 uur wordt de tweede zitting geopend
met het zingen van Ps. 89 7. Zij staat onder
leiding van Prof. Donald Maclean,
hoogleeraar in de Kerkgeschiedenis aan het
Free Church College te Edinburgh. Nadat hij
do sprekers van dezen middag heeft aange
kondigd, geeft hij het woord aan Prof. D r.
J. Severijn, hoogleeraar aan de Utrecht
sclie Universiteit, wiens referaat, handelend
over de souvereiniteit Gods en de cultuur, in
ons blad van gisteren opgenomen is.
Tweede spreker is
Rede Pastor W. A. Langennohl
predikant te Rheijdt in Rijnland en lid van
het moderamen van den Duitschen Gerefor
meerden Bond, die tot taak had over het
zelfde onderwerp te handelen.
Spreker erkent^ ietwat lichtzinnig te zijn
geweest, met dit
onderwerp te en-
tameeren, want
het „ligt" hem
niet. Bovendien is
de Duitsche theo
logie niet aller
eerst ingesteld op
de verhouding tus-
schen de Souve
reiniteit Gods en
de cultuur.
Niettemin wil
hij toch trachten -
den weg aan te j
duiden waarlangs
hij gekomen is tot
het geven van en
kele grondstellin
gen.
De eerste Is, dat de souvereine God de
mensch voor de cultuur heeft gesteld als
een „Aufgabe" (Gen. 1 26). Dit geldt ook
den gevallen mensch (Gen. 91). Deze
taak mag de mensch niet laten liggen; hij
mag niet vluchten uit de cultuur naar een
stil eiland, want zij betrekt hem in allerlei
levensverhoudingen: techniek, economie, op
voedkundige, sociale, politieke vragen.
De tweede stelling, die spr. ziet, is, dat
God als Schepper der cultuur ook haar sou
vereine Heer is. Daarom komt alle dank en
aanbidding voor de werken der cultuur al
leen Hem toe. Er mag dus geen aanbidding
van menschen, noch van de cultuur zijn. En
ook ondanks de machtige ontwikkeling der
cultuur door de uitvinding der machine
heeft de Chr. Kerk nimmer de knieval ge
daan voor de werken der cultuur.
In zijn derde stelling betrekt spr. tweeërlei:
de bijzondere, verkiezende en de algemeene
genade Gods. Tusschen die twee is de cul
tuur in spanning. De door Gods vrije ver
kiezing tot het geloof gekomen mensch is
an den invloed der cultuur. De uit
verkiezing toch knoopt niet aan bij natuur
of cultuur; „Hij verkiest dien Hij wil; Zijn
volk is vrij onder Zijn souverein bestel en
deswege ook vrij van alle cultuurgebonden
heid.
Dit voert ons echter naar een positieve
en een pegatieve opmerking. De eerste is.
dat, vooral de moderne Christenheid, moet
weten, dat haar eerbied voor de cultuur
gerechtigheid voor God is; de voor het
Technisch wonder knielende Amerikaan is
niet daarom nader bij God. De negatieve
opmerking: de afkeer of negatie van de
cultuur, als ware zij uit den Booze, is n i e t
de levenshouding van den Christen. Ook do
cultuur is een schepping Gods en de Calvi
nist kan geen monnik zijn.
Zoo komen wij tot de algemeene genade,
tevens spr.'s 4c stelling: aan alle menschen
heeft de souvereine God een zekere kennis
ingeschapen, waardoor zij de Goddelijke or
dening kennen kunnen en door redelijk en
zedelijk inzicht verplicht zijn, haar te ge
hoorzamen. Daarom is er geen eigenlijke
Christelijke, evenmin een eigenlijke atheïs
tische cultuur. Het Calvinisme breekt den
waan der schijnbaar louter wereldsche cul
tuur, maar het zet voorop, in haar allereerst
orde-scheppendgji wil Gods te zien en te
dienen.
Hieruit is verklaarbaar, dat de kerken der
Reformatie, in tegenstelling met die van Ro
me, aan de cultuur geen plaats geven in
hun gebouwen, tenzij een dienende. De cul
tuur is niet heiligings-fahig want zij is van
andere orde dan de genade. Goede wer
ken, ook goede cultuurwerken zijn alleen
die, welke, naar Cath. vraag 91, uit een
waar geloof, naar de Wet Gods, Hem ter eere
geschieden en niet op eigen goeddunken
steunen.
Voorzoover de Christen meedoet aan cul
tuucwerk, geldt voor hem: „Wij zijn in
Christus geschapen tot goede werken";
alles staat dan onder het Goddelijk gebod „du
so 11 st'k. Niet in dienst van cultureele idea-
alen, maar ter eere Gods aanvaardt en ver
vult hij zijn taak, want zijn gehoorzaamheid
heeft geen waarde, tenzij ze geboren is uit
de erkenning van Gods souvereine verkie
zing en Zijn souvereine genade.
Door Prof. H a i t j e m a en Prof. Rut
gers werd de rede van Pastor Langenohl
l'iinproviste vertaald resp. in het Engelsch
en in het Fransch.
Na het zingen van Ps. 86 6 werd de mid
dagzifting gesloten.
Avondzitting
Ten derden male vereenigden zich de Con
gresleden te 8 uur in de Nieuwe Waalsche
Kerk, thans om te luisteren naar de mede
deelingen uit verschillende landen omtrent
den tegenwoordigen
toestand van het Calvinisme
In Engeland
Deze samenkomst stond onder leiding van
Pasteur L e c e r f, die liet zingen Ps. 100 op
wijze van Ps. 134. Als eerste van de bui
tenlandsche afgevaardigden sprak Mr. D.
W a k e 1 e y. uit L o n d e n, die de hartelijke
groeten van het Engelsche Comité over
bracht en eraan herinnerde dat de Westmin
ster Confessie en de 39 artikelen van de
Church of England in hoofdzaak overeen
stem met de in 1618 vastgestelde Dordtsche
leerregelen. Gegeven dat zuivere reformatie
alleen mogelijk is, als het geïnspireerde
Woord van God ons leidt, willen wij in En
geland geen compromis met de dwaling,
maar strekken ons dén ook uit tot allen, ker
kelijk en onkerkelijk, om hen de verlossing
door Jezus Christus te prediken. Sedert 1932.
het jaar van het le Intern. Calvin. Congres,
heeft in Engeland weinig verandering plaats
gehad. Het Calvinisme is een b 1 ij v e n d e
kracht sedert Calvijn optrad en heeft zijn in
vloed op het geheele leven. Men vindt in
Engeland veel onverschilligheid t. o. v. hei
Calvinisme, zoowel voor zijn doctrines als
voor zijn praktijk. Echter, het ware Calvi
nisme zal in heel de wereld de autoriteit
van Gods Woord handhaven, en spr. dankt
God, dat het Engelsche volk althans nog lui
stert naar dat Woord. Hij bidt Gods zegen
over dit Congres af, waarmee de Engelsche
Calvinisten zich één gevoelen.
In Frankrijk
De volgende spreker was Ds. J. C a d i e
overbodig te zijn. Met zeldzaam voortvarende
en vurige welsprekendheid schetste hij de
vorderingen, door het Calvinisme in Frank
rijk gemaakt onder den. invloed van Dou-
mergue, den grooten Calvijn-kenner. Hij wees
op een merkwaardig boek van een R.-K.
over Calvijn, op het Calvijn-Museum te
Noyon, op den arbeid van Prof. Lecerf aan
de Parijsche Universiteit en diens invloed op
andere theologische professoren aan die
Universiteit. Het Calvinisme wint. veld ook
in de praktijk van het geestelijke leven,
want de Hervorming bracht bevrijding der
zielen. Ook in het kerkelijke leven, bij tal
van jonge predikanten, blijkt groote ijver
voor het Evangelie van den souvereinen God.
Zoo worden de vergeten geestelijke wapenen
weer gehanteerd en theologische vraagstuk
ken weer bestudeerd. God heeft ons dit ge
geven en wanneer het Intern. Calvin. Con
gres t z. t. naar Parijs komt, zal het dit
bewaarheid vinden.
In aansluiting aan deze toespraak las
Prof. Lecerf een brief van E m i 1 e Dou-
mergue voor, die gaarne aanwezig had
willen zijn, doch door ziekte verhinderd was.
Hij herinnerde aan de heerlijke dagen ia
Holland doorgebracht en aan het werk van
Kuyper.
Voorts las Prof. Lecerf een brief van Dr.
Dürrleman, directeur van „La Cause"
dat te Lausanne pas zijn congres heeft ge
houden, en waarin deze, bij verschil van in
zichten, de eenheid met de groote beginselen
van het Calvinisme in het licht stelt.
In Duitschland
Het woord was nu aan Pastor Lange
nohl uit Rijnland, die de groeten overbracht
van de collega's Hasselmann, Lie. Hesse,
Prof. Bauer, Dr. Lang en Kaufmann voor
Prof. Rutgers. De Gereformeerden in Duitsch
land, aldus Ds. Langenohl, zijn thans in de
verstrooiing. Globaal tellen zij slechts 1/10
van alle Duitsche Protestanten, die samen
een 40.000.000 personen tellen. Er zijn 550
gemeenten, die de Heidelb. Cathechismus tot
hun leer- en levensboek hebben, maar zij
hebben onderling geen band. Er zijn nog
oude Hugenootsche groepen, er is Oost
Friesland en Bentheim, het Rijnland, enz.
Maar het zijn nog slechts de ruïnen van de
vroegere oude sterke Geref. Kerk in Duitsch
land.
De inwendige toestand is nog zorgwekken
der; liberalisme en spiritisme oefenen hun
invloed; de kerkelijke crisis heeft echter
deze bate, dat men wakker geschud is om
zich te bezinnen, waarom men Gereformeerd
is of heet. Een lichtpunt is, dat er meer na
vraag komt naar Calvijn; diens Institutie
bijv. wordt in stijgende mate verkocht, even
zoo Calvijns Bijbelverklaringen en preekeo
God geve en spr. vraagt aller voorbede
dat Gods Geest moge verwekken tot meer
bewust leven op den grondslag van Gods
Woord en de Geref. belijdenis.
In Zwitserland
Ds. J. Saussure uit Genève, ge
waagt van de kleine groep Calvinisten in
Zwitserland; hij noemt ze „nog slechts debu
tanten", die pas enkele jaren geleden door
eigen inspanning Calvijn „ontdekt" hebben.
Toch wordt zijn invloed, inzonderheid op de
Chr. instituten meer kenbaar. Wij zien, dat
God ook hier werkt in en door Zijn Kerk.
Een kleine Theol. School zou ons predikan
ten geven en daardoor een nieuw Calvin
geslacht kunnen kweeken. Intusschen onder
gaat de kleine Calvin, groep ook den invloed
van Karl Barth; spr. vreest de nieuwe refor
matorische scholastiek, welke er het gevolg
van zou zijn; zij kan de zuivere reformatie
niet brengen. Wij zoeken contact met de
Geref. theologen van andere landen, met wie
we één zijn in Jezus Christus, den Koning der
Kerk.
In Zuid-Afrika
Over de Calvinisten in Z.-Afrika sprak
vervolgens Prof.
-4 Dr G. Besse-
laar. Er is daar
een nieuwe ople-
JF ^^1% "ving van het Cal-
m vinisme. vrucht
K ook van het inter-
S^SjHpKBL nationale contact,
dat 6011 wel<iadi-
- fWW gen im'loed oefent
°P het jonge Z.-
gAfrika, waar zich
een Chr. natio-
naal volksbewust-
z'in ontwikkelt.
De Bond van Cal-
vinisten in Zuid-
Afrika, door spr.
in voordrachten
Prof. Dr G. Besselaar en pers artikelen
bekend gemaakt,
heeft een verklaring gepubliceerd waarin
Prof. Mr. A. Anema,
hij protest aanteekent tegen gewe
tensdwang, Zondags-ontheiliging e. d. Er
moet een Chr. nationaal volksonderwijs ko
men, ook voor de kleurlingen. Het Z.-Afri-
kaansche Calvinisme heeft sinds 2 jaren zijn
verdedigenden en antithetischen arbeid inge
ruild tegen aanvallende en thetische en
het wil zijn toepassing op het volksleven
ontwikkelen. Z.-Afrika is de ingangspoort van
het Zuiden, Z.-O.-Afrika staat onder do
Halve Maan, in Midden-Afrika heerscht het
donkerst heidendom. Daarom moet de Zuid-
Afrik. Kerk Zendingskerk zijn, want een
kerk, die dat niet is, wordt uitgebluscht.
TWEEDE CONGRESDAG
Morgenzitting
Hedenmorgen te 10y2 uur werden de Con
greszittingen heropend. Nu was eerste spre
ker Prof. Mr. A. Anema, hoogleeraar aan
de Vrije Universiteit.
Referaat Prof. Mr. A. Anema
de
zijde, vervolgens
van de dogmati
sche zijde en ein
delijk van de prac
tische zijde.
Eerst ging hij
na de verschillen
de beteekenissen
van dit leerstuk
in de geschiede
nis
ïn de middel
eeuwen is het
ontstaan uit reac
tie tegen den
eisch van supre
matie van de
Kerk over de
Staat, van de zijde
van de Staat werd gesteld, dat de souve
reiniteit van de Overheid haar toekomt on
middellijk van Godswege en niet door be-
mideling van de Kerk. Allengs verflauwde
echter deze overtuiging: zij werd wel niet
losgelaten, maar raakte op den achtergrond,
doordat de verhouding van Overheid en
Volk meer in het middelpunt van de aan
dacht kw\m te staan. Zij ontving nieuwe
steun door de Hervorming, vooral van de
zijde der Calvinistische theologen en juris
ten, die het leerstuk aanwendden tot het
steunen van het gezag der Overheid, maar
tevens tot fundeering der volksvrijheden. In
Frankrijk en Engeland werd het later aan
gewend om een absolutistisch vorstengezag
te verdedigen. Zoo raakte het door toene
mende humanistisch-democratische stroo
mingen in discrediet, maar herleefde in de.
19de eeuw in Duitschland door Stahl en in
Nederland door den arbeid van Groen van
Prinsterer, Kuyper en de Savornin Lohman.
Dogmatisch heeft het leerstuk een nega
tieve en 'n positievfe zijde. Negatief verwerpt
het alle souvereiniteit van den mensch, in
welken vorm die ook wordt ingekleed. Posi
tief fundeert het zoowel een krachtig gezag
der Overheid als eigen rechter van het volk
zoowel in de Maatschappij als in den Staat,
Practisch kweekt dit leerstuk bij het volk
krachtig staatsbesef en fiere burgerzin,
waardoor het de grondslag wordt voor een
goedgeordend politiek- en sociaal volksleven.
Een en ander werd door spr. nader uit
gewerkt en toegelicht.
Referaat Prof. Dr. I. Bohatec
Hierna werd daar de referent
niet aanwezig kon zijn voorgele
zen het referaat van Prof. Dr. I. Bohatec
uit Weenen over „De Souvereiniteit Gods en
de Staat volgens de opvatting van Calvijn".
Het probleem
„Souvereiniteit
Gods en de Staat"
is thans aldus
Spr. actueel,
doordat Fascisme
en Nat.-Soc. roe
pen om een lei
der, die zelf
souverein, zijn
macht heeft van
God. In verband
hiermee wil Spr.
de vraag stellen,
hoe Calvijn zich
de verhouding
dacht tusschen
God en de autori
teiten op aarde.
Voorop sta, dat
Calvijn de Staat rekende tot de externae
mediae salutis, zoodat deze in het algemeen
leeft naar de wetten der causae mediae nl.
afhankelijk van de causa prima. Ook de
oorsprong van den Staat moet bij God
worden gezocht. Het moment van de z o n d e
brengt Calvijn naar voren: de afval van God
maakt het zwaard noodzakelijk. Een
sterke staat is in de bestaande toestand
Gods goedheid (contra Wederdoopers!)
Maar ook positief waardeert Calvijn dc
Staats als een heilige, goede, Goddelijke orde.
Zijn positieve taak is het bevorderen van
zuivere Godsvereering en eerbaarheid en
vrede, de negatieve de afwering van afgo
derij en Godslastering, maar ook van onrecht
aan weduwen, kinderen enz. Zoo is hier in
de leer van de in de wereld geldende regel
de verbinding van Gods transcendentie met
Zijn immanentie. Daarom is Calvijns theo-
cratieleer geen verdediging van het be
staande, maar toepassing van zijn teer om
trent de Voorzienigheid. Spr. toont dat aan
door te wijzen op Calvijns critiek op de
formules Dei gratia en Servi Servorum, beide
door vorsten gebezigd en zijn bestrijding van
het staatsabsolutisme in Frankrijk. Volgens
is de aristocratie de staatsvorm, die het
gemakkelijkst excessen voorkomt.
Tegenover machtswillekeur staat de bur-
er 1 ij ke vrijheid, die tevens politieke
r ij h e i d is. Deze vrijheid zij een b e-
e r k t e, wat zijn uitdrukking vindt o.a.
het beperkte actieve en passieve kiesrecht
De koningen weten hun autoriteit behou
den, gebonden aan Gods autoriteit. Hun
macht is niet inhacrent aan hun persoon,
doch gegeven aan den Heerscher.
De heerscher staat boven de wet, in zoo
verre hij haar, door handhaving, levend
maakt, onder de wet, omdat hij zelf naar
haar voorschriften handelen moet. Spr.
werkte dit breeder uit en wees erop, dat C.
dit ook bij God erkent: God is vrij van dc
wet, maar God handelt niet zonder de v et,
D. Dr. Josef Bohatec
De verhouding van de vorsten tot God be
paalt C. van uit het Dei Gratia. Hij bestrijdt
de zalving der Fransche koningen als on-
noodig en menschelijk. De zalving is niets
waardig! Gratia Dei beteekent gratia Spiri
tus Sancti. Parallel aan de verkiezende ge
nade op religieus terrein ontvangen de
vorsten een bijzondere genade een heroi-
cum ingenium, beslaande in pruden-
tia en strenuitas.
Zoo gaf Calvijn nieuwen inhoud aan hel
Dei Gratia nl. begiftigd met den H. Geest.
De autoriteiten zijn niet quolitatief maar gra
dueel van elkander onderscheiden. Alle ge
zag, vanaf 't patriarchale tot het vorstelijke,
vormt een lichaam, culmineert echter op
aarde niet in-absoluut gezag! De H.
Geest verbindt God met de autoriteiten en
verbindt deze onderling tot een organische
eenheid, zoodat de aardsche autoriteiten
het geheel dienen als hun leden. De beste
naam voor dit stelsel is Pneumatocra-
tie. De term Christocratie gebruikte Calvijn
alleen, als hij het over de Kerk heeft.
Maar Pneumatocratie toont karakter en
w e r k w ij z e van Theocratie èn Christo
cratie.
Des middags werd geen zitting gehou
den; een deel der bezoekers had een verga
dering van de te Londen benoemde Intern.
Commissie; een ander deel ging het Paedol.
Instituut van Prof. Waterink of de gebou
wen van de wis- en natuurkundige faculteit
der V. U. bezichtigen, ofwel deelnemen aan
een autotocht.
De deelnemers aan het congrss
Het aantal deelnemers aan het Congres
is plm. 250, van wie 26 buitenlandlens. Van
de laatste noemen wij, behalve de reeds in
die verslagen vermelde referenten: Rev. T.
C. Innes uit Londen, Ds Dominieé en Ds
Saurivoisier en Ds. J. Saussure uit Genève,
Ds Alfred Monod uit Parijs, Ds J. Cadiier
uit Valence, Dr Sohlefnmer uit Parijs, Syno-
dalvikar G. Eickelberg uit Aken, Pastor K
Schneider uit Neukirohen, Pastor W. L.
Jack uit Wernigerode, Pastor F* Roessle
uit SoLingen en Prof. L. Wencelius van het
Swarthmore-College in Noord-Amerika.
Onder de talrijke deelnemers uit eigen
land zien we de namen van Prof. Anema,
Prof. Kuyper, Prof. Bouman, P. Bergmeijer,
■oud-red. van De Banier (N'ed. Indië), Dr J.
P. de Bie, Mr G. van Baren, Dr H. Colijn,
Prof. Coops, Prof. Diepenhorst, Gen. Duy-
maer van Twist, II. Dienier, Prof. Dooye-
weerd, Ds Dreeselhuis, oud-Min. J. J. C. van
Dijk, Dr G. Oorthuys, Mr N. Oknm, Dr E. J.
W. Posthumus Meyjes, Mr. A C G v Proosdij
Dr H. W. v. d. Vaart Smit, Dr H. C. Rutgers,
Mr J. J. R. Schmal, Prof. Sizoo, Dr H. Schok
king, B. D. Smeenk, W. Strijbis Pzn, Dr R.
B. Everthuis, Ds T. Ferwerda, Ds K. Fern-
h*Mit, Prof. Gerbrandy, Prof, van Gelderen,
Prof. Geels, Prof, van der Herat, Mr J. W.
Goedbloed, Mr C. J. Heemskerk, A. W. F.
Ideribung, Dr G. P. van Itterson, Ds H. Jans-
sen, Mr P. J. Idienburg, Dr P. J. Kromsigt,
Dr E. D. Kraan, Prof, van Schelven, Ds H
Thomas, Prof. Waterink. Prof. Wille, Dr D.
Wielenga, Dr J. J. de Waal Malefijt, Prof.
Woltjer, Prof. Ir van Wijngaarden, Mr Dr
J. Schokking, Prof. Goslinga.
Het algemeen college van toezicht op het
beheer der kerkelijke goederen en fondsen
van de Hervormde gemeenten in Nederland
heeft 23 October zijn najaarsvergadering
gehouden te 's-Gravenhage in het gebouw
der Algemeene Synode.
De voorzitter, mr. W. J. baron van Lijn
den, heet de leden welkom, alsook den af
gevaardigde der Synode, dr. Weyland.
Tot lid van het algemeen college is be
noemd mr. H. van der Beke Callenfels, die
tevens voorzitter is geworden van het pro
vinciaal college in Zeeland. Hij wordt door
den vooraitter toegesproken en daarbij
wordt herinnerd aan zijn voorgangers wijlen
mr. A. de Veer en mr. J. II. Bybau. Ook de
heer Albertie, secundus-lid uit Drenthe,
wordt als zoodanig begroet.
Door verschillende provinciale colleges
zijn léden benoemd ter voorziening in de
vacaturen, welke in die colleges zijn ont
staan. In Friesland is ds. F. H. Bruins te
Leeuwarden tot secretaris van het provin
ciaal college benoemd.
Aan de provinciale colleges is afschrift
gezonden van een uitspraak van den Cen-
tralen Raad van Beroep inzake de verzeke-
ringsplichtigheid van een secretaris, die niet
tevens lid is van een provinaal college.
Het algemeen college is vertegenwoordigd
geweest op de jaarvergadering der vereeni-
ging van kerkvoogdijen in de Nederl. Herv.
Kerk.
Ingekomen is het jaarverslag van de com
missie van het Zuiderzcefonds over 1933, als
ook het jaarverslag van den Raad van
Beheer en van den pensioenraad.
In een appèl van ds. Broers te Asch tegen
een beslissing van het provinciaal college
in Gelderland betreffende het onwettig be
noemd zijn van notabelen, is niet-ontvan-
kelijkheid uitgesproken, in overeenstemming
met het gevoelen van 't provinciaal college.
Een appèl van F. J. Brinkman en drie
anderen, notabelen te Heerewaarden, tegen
een beslissing van het provinciaal college
in Gelderland, moet worden beschouwd als
te zijn afgedaan, omdat de betrokken per
soon is overleden.
De gemeente Colmschate heeft zich aan
gesloten bij het Toezicht. Het quotum wordt
voor die gemeente vastgesteld.
Verkrijgbaar bij apothekers en
drogisten a f 0.75 per flacon.
Behandeld wordt een appèl van H. Snij
der c.s. te Zuidwolde (Drenthe) betreffende
de vraag, of het kohier voor den hoofdelij-
ken omslag in overeenstemming met de
verordening is opgemaakt. Volgens art. 12
Algem. Reglement moeten de grondslagen
van den hoofdelijken omslag in bet plaatse
lijk reglement worden geregeld. Het pro
vinciaal college heeft inderdaad geoordeeld,
dat het kohier aan de verordeningen niet
voldoet. Een uitdrukkelijk bevel tot het op
maken van een nieuw kohier is echter ach
terwege gebleven. Deze zaak wordt nu ge
steld in handen van een commissie ad hoe.
Aan die zelfde commissie wordt de behan
deling toevertrouwd van een appèl van den
kerkeraad te Zuidwolde tegen een beslissing
van het provinciaal college in Drenthe be
treffende een aangelegenheid van den lig
ger van het predikantstraktement.
De Algemeene Synodale Commissie heeft;
aan het Alg. College verzocht zijn mede
werking te willen verleenen, opdat gemeen
ten, welke achterstallig zijn in de betaling
van het quotum voor de Algemeene Kas der
Ned. Herv. Kerk, aan haar verplichtingen
zullen voldoen. Besloten wordt, overeenkom
stig het verzoek, een brief te richten aan de
provinciale colleges.
Behandeld werden de jaarverslagen der
provinciale colleges. Verschillende punten
lokten bespreking uit. Zoo wordt gehandeld
over de kerkelijke toestanden te Harich e.a.
Alsnu komt in behandeling de voordracht
van het provinciaal college in Gelderland
tot ontzetting van vier notabelen te Heere
waarden. Deze nolabelen zijn opgeroepen,
doch niet verschenen. Besloten wordt het
viertal op grond van art. 7 al. 2 Alg. Regle
ment uit hun betrekking te ontzetten.
Vastgesteld wordt de quotiscitie t.w. de
bijdrage van elke gemeente in de kosten vaa
het to.ezicht op het beheer.
Ingekomen is een verzoek om voorlichting
betreflende de aansluiting van de gemeente
Boxtel bij het beheer. Het geldt hier de
vraag betreffende degenen die bevoegd zijn
hun stem hierover uit te brengen. Besloten
wordt te antwoorden, dat alle stemgerech
tigde lidmaten der gemeente moeten beslis-
Het Provinciaal College van Overijssel
heeft aan de kerkvoogdijen in zijn ressort
een rondschrijven gericht betreffende de per
soonlijke aansprakelijkheid en kas-contröle
van de kerkvoogdijen.
Bij de rondvraag vraae-t een der leden tot'
hoelang de secretaris van een Provinciaal
College die geen lid van het college is, zit
ting heeft. Geantwoord wordt, dat zulk een
secretaris moet beschouwd worden in ge
wone dienstbetrekking werkzaam te zijn.
Tot voorzitter voor het dienstjaar 193o
wordt herbenoemd mr. W. J. baron van
Lijnden te 's-Gravenhage; tot vice-voorzitler
mr. W. Tj. van der Ley, te Heerenveen en
tot secretaris mr. J. H. Bijbau te Zutfen
Tot led |n van de Commissie voor spoed-
vorderende zaken worden herbenoemd, mr.
W. Tj. van der Ley, te Heerenveen; mr. D.
F. W. Scheidjus; mr. A. M. A. baron van
Boetzelaer van Loenen en Wolferen en de
secretaris.
„UTRECHTS SCHOOLHULP"
De vereeniging „Utrechts Schoolhulp"
komt Dinsdag 30 Oct., des avonds 7% uur,
in jaarvergadering bijeen in „Het Wapen
van Zeist" te Zeist.
Aan de orde komt, naast jaarverslagen en
rapporten, o.a. bestuursverkiezing (aftr. de
heeren prof. dr. A. Noordtzij en G. Koning
Hzn.). Het jaarverslag van den penning
meester over het afgeloopen boekjaar sluit
met een nadeelig saldo van 77,651/».
Te Valence in Frankrijk hebben Roomsch-Katho-
lieken en Protestanten samen op een bergtop een
Christusbeeld opgericht. De Roomsch-Katholieke
bisschop der diocese verrichtte de inwijding, de
Protestantsche predikant hield de feestrede.
Ds. D. Boer schrijft in het Orgaan van den Bond
van Nederlandsche Predikanten (Octobernummer)
ojn. het volgende:
„Wij stellen er prijs op om nu post festum open
lijk uit te spreken dat er niet de minste reden is
voor de kerk om zoo te zuchten over deze belas
ting. Veel meer dan aan den staat zal moeten wor
den betaald, kan de kerk er bij winnen, wanneer
zij eens kordaat den spijker op den kop gaat slaan,
die haar nu van zoo bevoegde zijde is getoond. En
juist omdat wij dit er tenslotte toch van zien ko
men. hebben wij nog altijd vrede met de belasting
op de goederen in dc doode hand. Indien deze tot
eenigen ondergang leiden zal. dan stellig niet tot die
der Nederlandsche Hervormde Kerk; misschien,
naar wij hopen, tot dien van de duistere praktijken
met het kerkeland. wat de kerk ieder jaar zoo be
langrijke sommen kost en moreel zoo onnoemelijk
veel schade doet.
Een tweede voorwereldlijk monster van Loch Ness, denkt u; of een ondier in de wilder
nis der rimboe? Niets van dat alles. Slechts een zonderling verwrongen en verweerde
knoestige boomstainstronk, liggende, en. te. zien in een boerensloot tegenover dc
IV ijkerbrug by Voorburg