N AT IO N A L E delfritcldelfiaffia- Wijziging van de Ziektewet Nuttie's Vader VRIJDAG 19 OCTOBER 1934 DERDE BLAD PAG. 9 LEVENSVERZEKERING-BANK rotterdam De besprekingen geëindigd Stemming op 7 November Het wetsontwerp tot bescherming van leerlingen tegen besmetting is aangenomen Kanaal naar Almelo Indische geldleening Ruilver- kavelingswet Vergadering van 18 October OVERZICHT Den 5den Januari 1933 is bij de Staten- Generaal ingediend een ontwerp van wet tot wijziging van de Ziektewet. Gisteren heeft de Tweede Kamer het in openbare behande ling genomen en snel afgedaan. Sedert 1 Maart 1929 werkt de Ziektewet. De practijk heeft de wenschelijkheid van verschillende wijzigingen en aanvullingen aangetoond en nu uedoelt het wetsontwerp die aan te brengen. Buiten twijfel wordt gesteld, dat ieder, die hoe dan ook in loondienst meer dan f 3000 verdient, buiten de verzekering valt Verder wordt voor de z.g. „thuiswerkers" een speciale regeling getroffen. Wie twee hulpen heeft, valt nog onder de Ziektewet, al is hij voor de Ongevallenwet werkgever. Duidelijk wordt uitgesproken, dat lichamelijk en gees telijk onvolwaardigen, die in een werkin richting werken, niet onder de wet vallen Voor de berekening van het dagloon wordt scherper omschrijving gegeven en dubia bij aangenomen werk worden weggenomen. Veel duidelijker wordt geregeld de verzekering van arbeiders na afloop hunner dienstbetrek king. Vollediger worden de voorschriften ten aanzien van afdeelingskassen, de vrijwillige verzekering nieuw opgezet en het beroeps- recht uitgebreid. Algemeene beschouwingen werden niet ge houden. Het korte debat bepaalde zich tot de talrijke amendementen, waarvan de meesten echter werden ingetrokken. Even kwam een principieel punt de aan dacAt vragen, toen Mevr. de Vries-Bruins het oudfe streven der soc.-dem. om de ongehuwde moeder met de gehuwde gelijk te stellen per amendement weer aan de orde poogde to stellen. Zoowel uit de Kamer als door den minister werd echter verklaard, dat zulks buiten het kader der technische wijziging viel en de principeele beslissing der Kamer, In 1928 genomen, behoort te worden geëer biedigd. Debat werd dus afgesneden en het amShdement met overgroote meerderheid .van stemmen verworpen. Alleen de soc.- den?., de heer de Visser en Mevr. Bakker- Nort stemden er voor. Laatstgenoemde was te voren echter door haar fractieleider ge desavoueerd. Voor het overige moge naar het verslag worden verwezen. Het heeft weinig zin om in beschouwingen te treden over de amende menten, die geen van alle van groote betee- ijjienis waren. Een iets meer ingrijpend amen dement van den heer Kupers betreffende de toelating van bedrijfsvereenigingen, werd met goedvinden van den voorsteller eveneens ter zijde gesteld. Bij een aanstaande herzie ning van de Ongevallenwet komt de kwestie terug en zal het vermoedelijk wel gaan in de richting van minder en krachtiger be drijfsvereenigingen dan de 54, die nu bij de uitvoering der Ziektewet betrokken zijn. De Kamer is tot 6 November uiteen gegaan. Zij komt dan terug om de Rijksbegrooting in dag- en avondvergaderingen in behande ling te nemen. Een spreektijd van ongeveer veertien en een half uur is onder de fracties verdeeld. De grootsten spreken niet langer dan twee uur, de kleinsten moeten het met 35 minuten doen. We juichen deze zelfbeper- king der Kamer zeer toe. Trouwens ook gis teren heeft zij daarvan een uitstekend voor beeld gegeven, terwijl de behandeling van zaken niettemin niet ondeugdelijk mag worden genoemd en geschiedde in volkommen zakelijkheid. De eindstemming over de Ziektewetherzle hing werd op 7 Nov. bepaald. Z.h.s. Is de Beschouwing van leerlingen aangenomen en eveneens de motie-Krijgar, die echter na het voorafgegane debat weinig beteekenis meer had overgehouden. Ook een Indische geldleening passeerde z.h.s. VERSLAG opening- der vergadering vastgesteld als volgt: Kath. en soc.-dem., leder 'st. en liberalen leder uur s.G.P. en Commu- de eenmansgroepen 35 uur; vrtjz.-dem. Het wetsontwerp: Bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelüke zlektei van onderwijzend personeel, werd z.h.st goedKekeui Ook werd z.h.st GER betreffende de wensoheHjkheid spoedig mogelUk de kanalen naar Twente bö Almelo met de bestaande Overljselsche ka nalen te verbinden. Aan de orde was daarna de wijziging der Ziektewet otle-KRIJ- uitwonende kinderen, onder de »stlg be- dle b|j hun ouders werkzaam zü Ziektewet te brengen. MINISTER SLOTEMAKER had het ln loondienst werks ringsorganen zün het i wet op dit punt verhoudingen groeien dan vroeger bestonden. Maar moot men hen helpen door een wöziging der Ziektewet? De minister meende van niet. Men zal niet de voor alle gevallen passende formule kunnen vinden; altüd zullen er buiten zelfstandig onderne er zön, onder de wet kunnen vallen. Kunnen ingediende amendementen in dezen zin ge- - - overeenstemming mo- het over. zoodat ieder geval zü, die voor niét meer dan één i z|jn, onder de b|J zwangerschap en bevalling. Bü dit betoog sloot mevr. BAKKER-NORT (v.d.) zich aan. De heer AALBERSE (r.k.) was van meening. dat het amendement buiten het kader der her ziening valt. In 1529 is alleen voor de gehuw de vrouw ultkeerlng verzekerd; principieel kun non we nu niet ineens verder gaan. De MINISTER merkte op, dat door subsidlee- rlng van stichtingen voor de ongehuwde moeders een en ander ged'aan wordt Mevr. de Vries wil ook het woord „gehuwde" uit de wet nemen, daar waar met ziekte wordt gelijkgesteld zwangerschap en bevuiling van een gehuwde vrouw. Daar valt niet aan te donken. De Kamer heeft ter zake een princi pieels beslissing genomen en daaraan kan niet worden getornd en zeker niet bü deze techni sche herziening. De heer JOEKES (v.d.) verklaarde, dat het argument, dat het amendement valt bulten het kader der technische herziening, volkomen af doende ls. Gaan we dezen weg op, dan verloopt do herziening ln het zand. Het amendement werd 52 tegen 21 mevr. Bakker-Nort en de heer Do Visser. De heer KUIPER (r.k.) verdedigde een amen dement met betrekking tot de wachtdageo. HU wenschte do loonderving bü den aanvang der arbeidsongeschiktheid gelük te doen zijn. ongeacht den dag, waarop de arbeidsonge schiktheid begint De MINISTER ontwikkelde bezwaren: de be woordingen van het amendement zün niet prac- om af te wüken bestaat tisch. De r reeds. gelükheid idement werd Ingetrokken. Een amendement-KORTENHORST hield ln: Indien een verzekerde gedurende zün arbeids ongeschiktheid wegens ziekte krügt doorbetaald, wordt 80 honderdsten van dat loon als ziekengeld beschouwd. De heer KUPERS (s.d.) betoogde, dat vol loon geen ziekengeld meer ls en we niet moe ten gaan bepalen, dat welwillende patroons, tlgen risico-dragers, die vol loon doorbetalen, kunnen worden gedwongen een deel daarvan te gaan Inhouden. Op dezelfde gre Een amender iden ontried de MINISTER werd Ingetrokken. -KUIPER bedoelde bulten lat den verzekerde, wien vrü rzekei it D t-KORTENHORST bedoelde nitkeerina van ziekengeld geheel of ten deele te kunnen weigeren, niet al leen. wanneer contröle opzetteltk wordt ver hinderd, maar ook wanneer zü wordt bemoel- lUkt en bovendien wanneer grove eigen schuld uorzaak van dc ziekte ls. De heer KUPERS (s.d.) vroesde voor chica nes van de zijde van de Raden van Arbeid. Grove schuld Is een te rekbaar begrip. Art. 50 c biedt gelegenheid om af te snüden, wat de heer Kortenhorst op het oog heeft. De heer KUIPER lichtte een amendement t De MINISTER bestreed het amendement-Kor- tenhorst Het introduceert allerlei rekbare be grippen. Het amendement-Kuiper werd overge- Het omendement-Kortenhorst werd bü zitten en opstaan verworpen. Een amcndement-TILANUS (c.h.) bedoelde ln art. 62 de bepaling op te nemen: Als dag, waarop de ongeschiktheid tot werken ls aangevangen, geldt de dag, waarop de ziek- 01 De "MINISTER9"' gevonden, waarmc tük Instemmen. H dement niet aan niet geheel te ove zien en laat toch nog aller- Mcvr. DÉ VRIES-BRUINS (s.d.) informeerde hoe het gaan zal mot gehuwde vrouwen, die ziekengeld genieten ln afwaohtlng van haar bevalling, maar die ln dien tüd weduwe worden. De MINISTER antwoordde, dat de ultkeerlng den wettelüken termün zal voortduren, dus tien weken. Het amendement-TIDANUS werd Ingetrokken. 't recht van parate executie verleenen (art. 75). De heer KUPERS (s.d.) was er tegen: er zün teveel zwakke broeders onder de bedrüfsver eeniglngen. Ook de MINISTER kon het amendement niet aanbevelen. De positie van een voorzitter van den Raad van Arbeid, die invordering van pre- miën bü dwangbevel kan doen geschieden, ls een andere dan die van den voorzitter van een bedrüfsvereenlglng. Laatstgenoemde beschikt bovendien nog wel over andere middelen om te bereiken, wat een voorzitter van een Raad van Arbeid mag doen. Het amendement werd Ingetrokken. Volgde een amcndement-KUPERS om niet representatieve gelegenheidsvereenlglngen niet toe te laten als erkende bedrijfsvereenigingen Bedrüfsvereeniglngen moeten sterke lichamen zün. Er zün er nu teveel en daaronder zün er. die slechts den naam gemeen hebben met de echte bedrüfsvereenlglng. De vakbedrüfsver- ging moet de voorkeur hebben boven de al- :ene bedrüfsvereeniging. Dat is de bedoe- der wet. Het amendement steH_ strengere eischen voor Si. nlsatles, om i amend. De MINISTER opvatting eens, d maar sterke bedrüfsvereenlgin; het ln principe men wilde het die noodig ls. wil "/e gingen Inschakelen. Maar dat moeten dan ster ke vereeniginpen zün. Den heer Kupers werd verzocht tot dien tüd geduld te hebben. De „zwakke broeders" kunnen dan verdwünen. Gaan we ze nu executeeren, dan zouden we to oh een overgangsbepaling moeten maken. De heer DROP (s.d.) wilde zich vrü houden ten aanzien van de herziening der Ongevallen wet met Inschakeling der Bedrüfsvereeniglngen De heer KUPERS wilde aan den wensch van den minister voldoen nu er toch geen nieuwe onvolwaardige bedrüfsvereeniglngen meer bü minister de bedrüfsvere kunnen komen. Het i vervolgens een redactlo- De'MINISTER neel-amendement van den heer KORTENHORST over. (Onder vroolükhe'.d werd de heer Kor tenhorst met dit succes door verschillende Kamerleden gelukgewenscht). d. PUTT (r.k.) verdedigde een termün inperken van Het NISTEI kort h. to verklaren aan den recli niet ontvankelük zal worden verklaard. Het veelvuldig lichtvaardig ln beroep gaan kan agen. P :nt-Kortenhorst noemde de MI NISTER in den vorm nic-t juist, maar ook ver kort het de rechten van de verzekerden. Wat de heer Kupers wil, zal de gelegenheid om in beroep te gaan teveel beperken. Het an werd Ingetrokken, een ander, van den heer Kuiper, overgenomen. Het wetsontwerp werd afgedaan. Da eind stemming werd bepaald op 7 Nov. te 1 uur. Z.h.st. werden nog goedgekeurd: conversleleening voor IndiS groot f 250.000.000; wüzlglng van het Indlsohe tarief van uitvoer rechten en wüzlglng van eenige artikelen van de Rull- ver k ave 11 n gs we t. De Kamer glnt 1 uur. Het ls de bedoeling di tlng te gaan behandelen. Dinsdags en Donder dags zullen avondvergaderingen worden ge- Minimum kosten Een jonge man betaalde van zijn 30ste Jaar af per jaarƒ258.— Hij overleed op 33-Jarlgen leeftijd. In totaal betaald: ƒ774.- Maximum verzorging Zijn gezin ontvangt ƒ12000.— Ineens en bovendien, gedurende 17 Jaren, een op voedingsrente van 1200.— per Jaar. Totale uitkeering: ƒ32.400.- met Opvoedingsrente LAND- EN TUINBOUW VEE-AFSLACHTING Op ethische, zoowel als practische gronden af te keuren Volgens wat medegedeeld werd in de bla den heeft het bestuur van de Veehouderij centrale plannen om ongeveer 150.000 dra gende pinken en vaarzen op te ruimen Onder dit opruimen zal wel verstaan moeten worden, dat het grootste gedeelte, zoo niet alles, afgeslacht wordt Dat er een zeker kwantum naar het buitenland ver kocht zou worden, men spreekt van Rus land, is nog lang niet zeker en zal in geen geval een hoeveelheid van eenige beteeke nis zijn, vergeleken bij het aantal, dat men kwijt wil. Dus staat als de plannen doorgaan, de vee-afslachting weer voor de deur. Wij meenen daartegen te moeten protes teeren. In de eerste plaats wel omdat, hoewel erkennend dat de mensch als heer der schepselen, ook recht heeft voor zijn levens behoeften vee te dooden en dat wat op een zeker moment voor zijn bedrijf overtollig is van de hand mag doen, wij 't niet verdedigen kunnen om jong vee, dat aan het begin van zijn productie-periode staat, dat boven dien een nieuw jong leven bij zich draagt, aan de vernietiging prijs te geven. Want vernietiging is het te noemen, als bij de elf millioen blikken vleesch, die van de vorige afslachting nog onverkocht zijn, weer achttien millioen zullen gevoegd wor den, die zoo goed als zeker geen afname zullen vinden. Was de vorige vee-afslachting een van oud en minderwaardig vee, en dus niet zoo zeer te misprijzen, de nu voorgestelde moet op ethische gronden beslist afgekeurd wor den, wijl elk zedelijk gevoel zich verzet tegen een vernietiging van het geschapene, dat in het begin van het bloeitijdperk van het, ook hier door God geschonken, leven staat. Ook op praktische gronden moet deze vee-afslachting afgekeurd worden, omdat het doel, dat men beoogt, niet zal bereikt worden. De melkproductie zal lang niet in die mate gestuit worden als men zegt, dat noo- dig is. Bovendien is wel op andere en meer goedkoope en doeltreffender wijze het over schot van melk weg te werken. Door het verwerken van melk in het brood zou de melk van ongeveer 80.000 koeien nuttig aangewend worden, terwijl de broodprijs maar heel weinig verhoogd behoeft te wor den. En zelfs is heelemaal geen prijsver- hooging noodig, als de melk voor het brood bestemd voor denzelfden prijs werd gele verd ,als nu de waarde er van is bij export van de daaruit bereide zuivelproducten. En waarom zullen wij de Engelschen boter voor 17 cent per pond leveren, als we de melk voor deze boter benoodigd, zelf kun nen gebruiken in ons brood en daarmede onze volksvoeding stimuleeren? Bovendien zal het afslachten het publiek zooveel geld kosten, door extra accijns op het vleesch, met die van de vorige afslach ting mee ca. 30 millioen gulden, dat we meerdere jaren zullen moeten betalen om deze afslachting weer te financieren, daar de vorige afslachtingskosten nu nog niet uit de verhoogde accijns zijn teruggekomen. Het vleeschverbruik neemt door den hooger wordenden prijs beduidend af, wat bij lange niet goed gemaakt wordt door het ter beschikking zijnde en komende blik- vleesch. Zoowel op ethische als op praktische gronden is deze afslachting af te keuren. JEast van Gebruik dan Laxeer-Akkertjes, de nieu we vinding van Apotheker Dumont. Ge proeft niets. Geen kramp, geen over matige ontlasting, géén hèr-constipatie. Ze herstellen de normale werking Uwer darmen en bevatten bovendien bestand- deelen, die heel Uw gestel verbeteren. JBoxeer- akkertjes Par 12 iluki 60 cam Vlaken. Schoon.Schip CHR. BOEREN- TUINDERSBOND Door het bestuur der Holl.-Brabantsche afdeelig van de C.B.T.B. is een ledenverga dering uitgeschreven op 24 October in De Pool te Amsterdam met de bedoeling, dat de leden hun meeningen en opmerkingen eens kunnen uiten en hun vragen kunnen doen Deze vergaderingen zijn uiterst leer meisjes van de landarbeiders en klein-land- bouwers door middel van cursussen. Mej. Smit, inspectrlce van het nüverhelds- onderwüs zette het doel der büeenkomst uit- dit doel. Algemeen oordeel, dat samenwerking van ties voor dit doel noodlg ls, wil ir :lsjes ten plattelando in ilüke aanwezigen verklaarden zich bereid een vergadering te beleggen met enke le arbeidsvrouwen ter samenstelling van eer werkprogram waarna dan op 12 Nov. a_s weer een vergadering ln breederen kring zal volgen. Van regeerlngswege ls reeds toezegging eenige subsidie voor dit doel gedan. ROFFELRIJMEE. DE WINDMAKER Met vreugde meldt de roode pers datl Prof. Dr. J. A. Veraart de voorzitten van de IC D.P gezegd heeft: „In elk geval zal een reconstruntleblok van actieve democraten het kabinet- Colün bii de volgende verkiezingen Naast Veraart de Regenmaker Die van tijd tot tijd zich roert, Kregen we een Windverwekker Die dezelfde stamnaam voert. Als ik zoomaar durf te spreken Van den Windmaker Veraart Een R.K. professor-doctor, Dient dat eenigszins verklaard. Best. De Roomsche democraten Thans vereend in één partij, Zetten met vereende krachten Alle slappe zeilen bij Om de kiezers weg te lokken Van de Roomsche Staatspartij En de puurste volksmisleiding Speelt een groote rol daarbij Alle opgeblazen frasen, Die de roode pers stoffeert, Worden, om wat gang te krijgen Gretiglijk geannexeerd; Dikke holle roode woorden Worden extra opgepompt. In de hoop dat 't Roomsche volksdeel ln verzet in actie komt; Ja men hoopt dat straks een sterke Democratische orkaan 't Kabinet der geldmagnaten i Vroolijk zal te pletter slaan..m Juichend zien de roode heeren Hoe hun Roomsche makkerraast, Hoe voortreffelijk hij 't windje In de roode zeilen blaast. Dat is koren op hun molen Dat is olie op hun vuur, En ze prijzen des professors Open, eerlijke natuur. Het succes des regenmakers Was tot heden toe niet groot; Het succes des Windverwekkers: bij Rood (Nadruk verboden.) Mijnheer Pimpelmans gaat paardje rijden door G. Th. ROTMAN 85. De auto van apotheker Pil was no? zoo'n knus wagentje uit den tijd, toen ze pas uitgevonden waren, maar hij liep in elk geval nog hard genoeg om er ongelukken mee te maken, en dat was de hoofdzaak. Bles werd er met de teugels aan vastgebon den en moest meedraven. „Waarom mag i k niet meerijden?" dacht hij verontwaardigd. 86. En hij begon nijdig aan de teugels tfl rukken. Nu die waren niet erg best vastge bonden en schoten spoedig los. Bles liet da auto een eindje vooruit rijden, om 'n goeden afstand te krijgen; vervolgens nam hij, in vliegende vaart, een aanloop en sprong...» pardoes hoven op de auto! (Wordt Maandag vervolgd) FEUILLETON UIT HET ENGELSCH iVAN CHARLOTTE M. JONGE (59 KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS In het provinciestadje Mlcklethwayte woonde met haar tante, Miss Ursula Head/worth, en haar dochter, de achttienjarige Nuttle, Me vrouw Alloe Egremont, die samen met haar tan te een meisjesschool hield. Twintig Jaar geleden was zij do gouvernante geweest van den klei nen Mark Egremont. Zij had toen kennis ge maakt met den oom van haar leerling, en was in het geheim met hem getrouwd. Kort na het huwelijk ging Mijnheer Egremor.t met zijn oom. wiens erfgenaam hij was, een groote reis Zijn'jonge vrouw, die hij ln DL ten achterlaten, hoorde kort di eppo had mo< laarna dat het Gedurende achttien jaar beschouw Zich als weduwe, totdat zij Mark ontmoette, die haar vertelde, dat haar echt- B°Mark Egremont! die, omdat nlemon-1 Iets var het huwelijk van zijn oom afwist, de vermoe delijke erfgenaam van de bezittingen der Egre- monts was had namelijk bij het ordenen dei papieren van zijn oom, de huwelijksakte ge vonden. Od onzelfzuchtige wijze was hij dade lijk begonnen nasporlngen te doen in Dieppe naar het adres van zijn '.ante. Doe zijn toedoen kwam dan ook de hereenl- ging tusschen man en vrouw tot stand. Mü.nhecc Egremont had zich, mede door den IdeeiTn.nd 1 Invloed van zün kneoht Gregorlo, het gebruik van bedwelmende ml< kostte zün vrouw groote inspanning hem te helpen tegen die verderfelüke gewooh.e te BtrUden, vooral ook oondat Gregorlo haar ln alles tegenwerkte. Haar gezondheid leed sterk daaronder, zoodat zü kort na de geboorte van een zoon en erfgenaam stierf. Nuttie's taak werd het toen haar vader lief te hebben on te verzorgen en haar broertje op te voeden, zooais zü haar moeder op haar aterfbed beloofd had. Mark Egremont was ln 't huwelük gelreden met Annaple Ruthven en was te Mlcklethwayte gaan wonen, waar hü jongste compagnon werd in de parapluiefabrlek „Greenleaf and Dutton". MUnheer Dutton wan een kennis van Mevrouw Egremont en haar dochter geweest. Na het ovwlüden van Mevrouw Egremont waa hü naar Australië gegaan. Bij zün terugkomst, na drie Jaar, trof hü groote veranderingen aan. Er was een nieuwe compagnon ln de firma gekomen: Goodenough, en de firmanaam was gewüzigd ln „Greenleaf Goodenough en Co". Deze Goodenough had de oude firma in groote moellükheden gebracht. Mark Egremont vertelt MUnheer Dutton daar van bü een bezoek, dat deze hem en zün vrouw brengt. Maar ofschoon mijnheer Dutton zijn oor deel opschortte tot hij de boeken nauw keurig had nagezien, en zich geheel op dc hoogte had gesteld van hun verplichtingen was hij blijkbaar geneigd om ie gelooveu dat de zaak reeds te ver heen was, en dat de namen van Greenleaf en Egremont slechts voor werkelijke schande konden bewaard worden door tot liquidatie over te gaan en de vennootschap te ontbinden om daardoor van Goodenough af te komen. Mark luisterde gelaten. Annaple met veel doorzicht dat mijnheer Dutton wel moest denken dat zij van hen heiden het helderste hoofd had, schoon zij toch haar jes niet voor zich kon houden. „Ik kan u verzekeren dat het mij niet zou kunnen schelen hoe liquide we werden als we maar zuiver af konden komen van Goodenough" zeide zij. „Weet ge wat dat beteekent?" yroeg haar echtgenoot. „Ja, ik weet wat het zeggen wil. Het is het mooie woord voor den boedel aan den meestbiedende te verkoopeo. Kom, Mark, trek het u maar niet aan, we zijn jong en sterk en de kleine Willem zal er eigenlijk niet slimmer aan toe zijn dat hij van onder op moet beginnen." „Ik hoop mag ik u een vraag doen zit al uw geld in de ongelukkige oude firma?" zei mijnheer Dutton met eenige aarzeling. „Al wat van mij is", zei Mark, met zijn elleboog op de tafel en zijn kin op de hand. „Maar ik heb honderd pond 's jaars, die ik trek van de arme oude bezitting der Ron- nisglens", zei Annaple. „Al de anderen zagen bij hun huwelijk van hun aanspraken af en ik wilde dat ook doen, maar mijn lieve moeder wilde het niet hebben; zij zei dat ik liever eerst moest zien hoe het ons ging. Denk eens aan, Mark, honderd pond 's jaars. Wel, de oude Gunner of Thorpe zou meenen zich in weelde te baden als zij hoorden dat zij honderd pond in het jaar hadden!" „Gij zoudt er niet ver mee komen!" „Ja, dat zal ik wel, want dan geef ik u niets dan haverbrij en nu en dan ais trae- tatio een schapekop! Daarenboven zullen we wel wat te doen krijgen. Met werken moeten we er weer bovenop kornen, begrijpt ge. Maar eerst nu eens een ernstig woord, mijnheer Dutton. Ik heb hier eenige zaken van mijn lieve moeder, die werkelijk toebc- hooren aan Ronnisglen en die ik slechts bewaar tot hij thuis komt Zouden die niet in veiligheid kunnen gebracht worden?" „Mijn lieve, zoo ver zijn we nog aiet ge komen! Ik hoop dat het nog af te wendeu zal zijn!" riep Mark, Maar mijnheer Dutton was het eens met de jonge vrouw dat het beter was deze zaken weg te sturen, voordat er kwaad ver moeden door opgewekt kon worden. Er was niets anders dan een kleine zilveren saus kom, die in waarde werd gejiouden als een gift van Koningin Clementia aan een vrouwelijk voorzaat, en een zilveren trekpot en wat oude kant, en eenige niet zeer kost bare juweelen, wat alles te zamen zeer ge schikt in een doosje gepakt kon worden, dat mijnheer Dutton op zich nam bij dc bankiers van lord Ronnigslen te deponeeren. Hij was getroffen door de nauwgezette waar heidsliefde, waarmede Annaple oen iel. cv ding maakte tusschen de erfstukken en datgene wat haar eigendom was geworden, schoon dat waarschijnlijk ean de schuld- eischers ten offer zou gebracht worden Mark kon nauwelijks verdragen aan te zien wat de crisis zoo verschrikkelijk maak te. „Dat ik u hiertoe brengen moest!" zeide hij tot zijn vrouw, toen hun bezoeker hun ten laatste goeden nacht had gewenscht. „Als we daaraan beginmen", zei Annaple, .dan was ik het die er u toe bracht! Ik heb later dikwijls gedacht dat het wel wat zelfzuchtig was om u af te raden de arme Ursula met haar lastpost van een vader fer zijde te staan! Het was alleen om geld bij elkaar te schrapen weet ge, en als we meer om onzen naaste dan om ons zelf gedacht hadden, dan hadden we misschien in weelde geleefd op dc Home Farm; want al had oom ruzie met u gemaakt, dan zou hij vermogen toch niet opgemaakt bobben. Ik heb dat dikwijls gedacht sedert ik dit zag aankomen." „Gij wilt mij toch niet vertellen, mijn lieve kind, dat gij dit hebt zien aankomen!" „Mijn profetische geest! Wel Mark, gij hebi het mij herhaalde koeren zoo goed ais te kennen gegeven. Zoo dikwijls ik dien Badenough (Vrijslecht) op straat tegen kwam, kreeg ik een gevoel alsor ik hem zou willen krabben. Ik kan de lust niet bedwingen om hem onder vier oogen één maal zoo te noemen" „Gij hebt het al dien tijd vermoed, terwijl ik dacht dat gij van niets wist." „Dan zou ik toch wel heel dom moeten zijn, in aanmerking genomen al wat gij mij verteld hebt. Wat zou het daarenboven ge holpen hebben om vooruit t-e huilen en te jammeren en treurig te zijn? Wat mij betreft, ik zou zelfs nu i'.i mijn handen kunnen klappen bij liet vooruitzicht van Goodenoogh (Vrijgoed) en zijn minzaam heid en beleefdheid af te komen! Kom, Mark het zal welbeschouwd zoo slim niet zijn, dat zult ge zien." ..Zoo mag ik het hooren. Zoolang we elkaar en den kleinen jongen hebben, d<vt al het andere weinig ter zake. We willen beiden de handen uit de mouw steken en dm goede man zal werk voor ons vinden, en doet hij het niet, dan koopen we "en gelrn spellewagen en gaan kousen breien én ze op het land te koop aanbieden. Wat zou dat grappig zijn! Stel u het gezicht van Janet voor! Ja, zoo is het good", toen er door het dwaze gezicht dat zij trok, ee'.i güüi'cch op zijn gelaat kwam, „ik zou me geschaamd bobben hierover ongelukkig lo zijn, zoolang onze goede naam gered wordt een er een zegen rust op de armen", voegde zij er 7 ach for bij, een teederen kus druk kende op het vermoeide voorhoofd van haar HOOFDSTUK Vli De kleine Egremont De doodstrijd van een firma als Greenleaf Goodenough en Co. was niet iets dat spoe dig af kon loopen, en mijnheer Dution reisde gedurende verscheidene weken heen en weer tusschen Londen en Micklethwavte en had van alle kanten veel te verduren. De oudste compagnons vonden het bijna boos aardig en bepaald leelijk van hem dat hij er zijn geld niet in stak of zich ki elk geval borg stelde ten einde hen over hun moeilijk heden heen te brengen. Er was een ge oefende hand en een helder hoofd noodig om Goodenough's knoeierijen te ontwarren. Dikwijls werd mijnheer Greenleaf zelf er door bedrogen; en toen hij na ecnigen tijd overtuigd was dat de geheele stand van zaken zoo slecht was dat zij moesten val len, zouden het gejammer en de klachten over mijnheer Dutton van zijn vrouw nog alles bedorven hebben; het was als deed hij hun een beleedïging aan. zoo namen zij de goede vooruitzichten, welke hij hun in Australië kon aanbieden, aan. .(Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9