EEN KONINKRIJK VAN
HONDERDDUIZEND ZIELEN
DE STERRENHEMEL
LODEWIJK VAN DEYSSEL
Studenten aan de hooi=oogst
Het land der kokende bronnen
Het oud-Noorscli.
Voor de derde maal heeft een gezelschap
!van Nederlandsche studenten een vijftal
weken doorgebracht op IJsland, ter bevor
dering van hun studie.
Prof. Dr. A. G. van Hamel, hoogleeraar
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht in de
beginselen der vergelijkende Germaansche
taalwetenschap, de oude talen en letterkun
de der Germaansche volken, en het Kel
tisch, nam drie jaar geleden het initiatief
voor een excursie naar IJsland teneinde zijn
studenten, die daarin belang stelden, gele
genheid te geven beter bekend te raken met
de IJslandsche taal, waarin nog het zuiverst
bewaard gebleven is het oud-Noorsch. Wèl
is de uitspraak iets gewijzigd, doch overi
gens bleef de taal dezelfde.
Deze eerste tocht slaagde uitnemend, en
verleden jaar vond een tweede excursie
plaats, toen onder leiding van Dr. Spoelstra.
een leerling van Prof. van Hamel.
Dit jaar is Prof. Dr. van Hamel zelf weer
als leider van de excursie opgetreden. Wij
werden door hem in de gelegenheid gesteld
om hem vragen te stellen over zijn tocht en
kunnen naar aanleiding daarvan het vol
gende vertellen.
Werken voor den kost.
E>« excursie is aldus ingericht, dat de stu-
«••nten gratis verblijf krijgen op boerderijen
op IJsland, over het geheele land verspreid,
en daar dan werken voor den kost. In den
dagelijkschen omgang kunnen ze de taal
beter leeren kennen. Niet alleen studenten
in de taalwetenschap namen aan den tocht
deel, doch ook van andere faculteiten, b.v.
geologen en bilologen, ook een enkele die
uit algemeene belangstelling medeging. Dit
4aar werd de excursie ondernomen door 14
studenten, waaronder negen mannelijke en
.vijf vrouwelijke.
De reis werd gemaakt per boot van Rot
terdam naar Huil en vandaar per boot re
gelrecht naar Reykjavik. Deze tocht duurt
zes a zeven dagen.
door twee uitvoerproducten: visch en wol.
Doordat de wolprijzen slecht zijn, is de toe
stand voor de boeren moeilijk. Met den
vischuitvoer gaat het wel, hoewel ook deze
beter kon zijn. Veel visch gaat naar Spanje.
Op het oogenblik verricht de IJslander een
nationale daad door... veel Spaansche wiju
te drinken, zulks in verband met het feit,
dat de Spaansche regeering het contingent
IJslandsche visch heeft gekoppeld aan den
uitvoer van Spaanschen wijn naar IJsland.
Uitvoer van haring geschiedt naar Duitsch-
land, maar men klaagt over moeilijkheden
inzake de betalingPrecies als in Neder
land zou men dus kunnen zeggen. In dit
seizoen is er op IJsland veel tourisme ge
weest, Veertien groote mailschepen met tou-
risten uit verschillende landen, hebben IJs
land aangedaan. Daaronder waren twee Ne
derlandsche schepen, de Rotterdam en de
Veendam, beide van de Holland-Amerika-
lijn. De touristen zien echter weinig van
het land, daar ze slechts een of twee dagen
blijven. Groepen belangstellende reizigers
hebben echter grootere tochten ondernomen
Er zijn verschillende wetenschappelijke ex
pedities geweest in verband met het feit,
dat in dit voorjaar een vulcanische uitbar
sting heeft plaats gehad, o.a. een Engelsche,
een Duitsche en een Deensch-Oostenrijksche
expeditie.
Het klimaat op IJsland is ongeveer als
dat in Nederland. Alleen wordt het er nooit
zoo warm als het bij ons kan worden. In
het Noorden was het ditmaal zeer koud. De
verschillende plaatsen zijn zooals gezegd
vrijwel alle langs de kust gelegen, en
men bereikt ze dus makkelijk per boot.
Tegenwoordig is het land echter ook goed
per auto te bereizen. Eén vijfde deel van
den bodem kan bebouwd worden, vier vijf
de is woeste grond. Men weet een goed ge
bruik te maken van
de kokende bronnen.
Verschillende boerderijen hebben hun
eigen centrale verwarming uit een kokende
Boerderij van het
Zeer heftige politieke strijd.
IJsland is een klein Koninkrijk, met een
bevolking van honderdduizend zielen. De
koning van Denemarken is ook koning over
IJsland, welk land dus door een personeele
Unie aan Denemarken verbonden is. Maar
overigens is het geheel zelfstandig. Het
heeft een eigen parlement, dat 49 leden telt,
en eigen ministers. Het ministerie wordt
door drie ministers gevormd. Bij het bezoek
van Prof. van Hamel en zijn studenten was
er pas een zeer heftige politieke strijd af-
geloopen. De verkiezingen waren geweest
in Juli en die hadden een verandering in
de regeering teweeg gebracht, doordat de
boerenpartij een verbond had aangegaan
met de socialisten tegenover de derde partij,
welke men de conservatieve zou kunnen
noemen, en in welke partij met name de
reeders vertegenwoordigd zijn. De nieuwe
coalitie had de meerderheid verkregen en
het ministerie was gevormd door twee leden
van de boerenpartij en een socialist. De
nieuwe regeering, die dus tegen den zin der
reeders optreedt heeft aangekondigd, dat ze
zal streven naar meer staatsbemoeiing. In
haar leuze is opgenomen :strijd tegen werk
loosheid, woelzucht en Nazisisme. Dit
„woelzucht" slaat op he£ tamelijk groote
aantal communisten, dat zich in IJsland
bevindt.
Eens in de 14 dagen de post.
Wat de economische toestand van IJsland
betreft, kan vermeld worden, dat het land
slechts bewoonbaar is langs de kuststreken,
niet in het vrijwel ontoegankelijke binnen
land, dat uit woestijn bestaat, zand- lava-
en gletschergebieden. De boerderijen liggen
zeer ver uit elkaar verspreid. Een der ge
volgen daarvan is, dat de bewoners zeer af
gezonderd levèn de post ontvangen ze
b.v. maar eenmaal in de veertien dagen.
De radio heeft hier uitkomst gebracht. Prof.
van Hamel kon tijdens zijn verblijf op IJs
land door de radio de uitzending van de
begrafenis van Dollfuss volgen, welke gere-
layeerd werd en door het zendstation op
IJsland opnieuw werd uitgezonden. Maar
als dit niet gebeurt, dan zijn de bewoners
vrijwel aangewezen op het IJslandsche zend
station. Er is ook een zendtijdverdeeling
yoor de politiek.
IJsland en de Spaansche wijn.
Dit echter terloops. De economische toe
stand van 't land wordt vrijwel beheerscht
Gezicht op Reykjavik.
Dat onze studenten op IJsland gaarne ge
ziene gasten zijn, komt omdat
de landaard der beide volkeren
vrijwel overeenstemt, en ook door het feil,
dat de IJslander zeer afgezonderd leeft en
gaarne de afwisseling van het studenten
bezoek he'eft.
Uit ons gesprek met Prof. van Hamel
bleek ons, dat ook dit jaar de excursie vaa
Nederlandsche studenten naar het kleine
koninkrijk in het Noorden weer uitstekend
geslaagd is, en ook nut gehad zal hebben
voor de taalstudie der excursisten.
Prof. Dr. van Hamel heeft het vorig jaar
een uitvoerig boek doen verschijnen over
IJsland, waarin het land en de bevolking,
de zeden en gewoonten beschreven worden.
Het boek is verschenen bij Thieme en Co.
te Zutphen.
Brug over de Oei
bron, vlak bij hun terrein gelegen, en men
was nu bezig om in geheel Reykjavik cen
trale verwarming z.g. stedenverwarming,
zooals wij in Utrecht die als eenige plaats
in Nederland kennen aan te leggen,
waartoe de kokende bronnen gebruikt wor
den.
Natuurlijk spraken we met Prof. Dr. van
Hamel ook over de taal van het land, en de
cultuur. IJsland is het eenige land waa:
het Noorsch goed bewaard gebleven is. Er
is eenspellingkwestie. Op enkele pun
ten wil men de taal wel moderniseeren,
maar men is daar zeer voorzichtig mee;
wijziging der spelling stuit af op het groote li
bezwaar, dat men dan los zou raken van de
Sagalitteratuur. De litteratuur op IJsland
staat op hoog peil. Er wordt veel en goed
geschreven en gedicht. Iedereen heeft er
ook belangstelling voor.
Boeren als dichters en schrijvers.
Het komt meerdere malen voor, dat een
boer des winters dicht of romans schrijft.
Reykjavik heeft een uitstekende bibliotheek.
Ook in kleinere plaatsen zijn goel'e biblio
theken. Door wisselbibliotheken worden ook
de afgelegen streken bereikt. Wat het cul
tuurleven betreft, is het op IJsland ped in
orde, zeide ons de Professor. Reykjavik
heeft een universiteit, waar 150 studenten
zijn ingeschreven. Op een bevolking van
100.000 zielen is dit getal niet onbevredi
gend. De faculteiten zijn Theologie, Rech
ten, Medicijnen en Letteren en Geschiedenis.
De studenten van de universiteit van Reyk
javik hebben aan de Nederlandsche studen
ten bij hun afscheid een feest gegeven. De
Nederlandsche studenten zijn altijd zeer
welkom op de boerderijen. Vooral zij, die
reeds meer dan één keer den tocht deden,
omdat zij al iets van het werk verstaan.
Het voornaamste werk is helpen bij het win
nen van hooi. De arbeid is ongewoon voor
de studenten en ook vrij zwaar. De eerste
dagen hebben ze er wel eens moeilijkhedeu
mee, maar dat went vrij spoedig. De om
gang op de boerderijen tusschen de gezins
leden en de studenten is hartelijk. Zondags
zijn de studenten vrij, maar nu en dan heb
ben ze ook een vrijen dag om tochtjes te
maken teneinde het land te leeren kennen.
Studenten die nog niet voldoende in de IJs
landsche taal zich kunnen uitdrukken, kun
nen zich zeer goed met Engelsch behelpen,
daar dit veel op IJsland gesproken wordt.
Ook wel met Duitsch, op bepaalde plaatsen.
De veranderlijke ster AlgoL
De sterrenhemel vertoont zich als een
koepelvormig gewelf, waaraan de sterren,
evenals de zon en de_maan in het Oosten
opkomen en in het Westen ondergaan.
De circumpolair-sterren, die men op het
Noordkaartje binnen de gebogen lijn vindt,
gaan op onze breedte niet onder.
De Steorenkaartjes.
De kaartjes stellen elk het halve hemel
gewelf voor, boven den Noordelijken en den
Zuidelijken horizon, in den stand van 15
October 's avonds te negen uur. Het
zelfde aspect vindt men begin October te
tien uur en aan het einde der maand te
acht uur.
De Poolster, welke deel uitmaakt van het
sterrenbeeld de Kleine Beer en het eenige
hemellicht is dat altijd op dezelfde plaats
staat, geeft het Noorden aan.
De Sterrenbeelden.
De Groote Beer staat laag in het Noorden.
Stier en Tweelingen komen in het Oosten
op, daarboven schittert Capella in de Wa
genman. In het Westen gaan Hercules en
Boötes onder.
Deneb van de Zwaan, Wega van de Lier
en Altaïr van de Arend, drie stérren van
de eerste grootte, vragen nog steeds de aan
dacht. Pegasus staat hoog in het Zuiden, in
15 SEPT II U
30 I OU
het Oosten komt de Walvisch op en laag in
het Zuiden staat de heldere ster Fomalhaut
van de Zuidelijke Visch. De Steenbok, die
geen enkele heldere ster bevat, trekt de
aandacht door de aanwezigheid van Satur-
nus.
De Melkweg gaat ongeveer door het
zenith M i r a of omicron van de Walvisch
en A 1 g o 1 of bèta van Perseus zijn twee
merkwaardige veranderlijke sterren. De
ste is een langperiodische, de andere een
kortperiodische veranderlijke en door den
hoogen stand van Perseus aan den Oostc-
lijken hemel, thans voor waarneming bij
zonder geschikt. De periode van Algol is
bijna drie dagen. De ster is meestentijds
van de tweede grootte doch daalt in vijf
uren tot de derde grootte. Het eigenlijke
minimum duurt slechts enkele minuten,
I lama de ster eveneens in vijf uren weer
tot haar gewone helderheid rijst.
Algolminima in October w
baar:
13 Oct. 3 uur vjn.
16 Oct. even voor middernacht.
18 Oct. 8 uur 45 min. n.m.
Omstreeks 18 October zijn vallende ster
ren, de Orioniden, te verwachten waarvan
het uitstralingspunt in Orion ligt.
De Zon en de Maan.
De zon treedt 24 October in het teeken
Schorpioen.
Het eerste kwartier der maan van 15 Oc
tober staat in de Schutter, de volle maan
van 22 October in de Visschen.
De Planeten.
De planeten voor het bloote oog zichtbaar
zijn: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en
Saturnus.
Mercurius is 10 October in grootste
oostelijke elongatie en dus avondster, maar
tengevolge van ongunstigen stand de
planeet gaat een half uur na de zon onder
niet zichtbaar.
Venus wordt als morgenster langza
merhand onzichtbaar. De planeet gaat nocK
slechts één k een half uur voor de zon op.
Mars, rechtloopend (oostwaarts) in de
Leeuw, komt tusschen een en twee uur v.m.
op en is dus in den nanacht zichtbaar.
Jupiter is niet zichtbaar. De grootstej
der planeten is 27 October in conjunctie
(samenstand) met de zon.
Saturnus, die men op het kaartje ln(
de Steenbok aangegeven vindt, staat aan
den avondhemel, maar gaat aan het einde
der maand reeds voor middernacht onder.
De tijdsopgaven zijn in Amsterdamschen
tijd. Zomertijd die 7 October ein
digt—is dus één uur later.
By zijn 70sten verjaardag
Het leven van dezen Tachtiger is vrij arm
aan gebeurtenissen. Dit komt, omdat ge
lijk Dr. Ritter in zijn betreffende biografie
van hem opmerkt bij Van Deyssel, den
excessieven bespiegelaar, de ontwikkeling
van het leven des geestes niet, gelijk dit
met den staatsman het geval kan zijn, van
feiten, publieke invloeden en omstandig
heden afhangt, maar meestal het levensfeit
uitsluitend resultaat te achten is van nei
ging en overdenken".
Van Deyssel was uit een schrijversfamilie
Zijn vader was de bekende Katholieke
emancipator Josephus Albertus Alberdingk
Thijm, auteur van een massa geschriften,
van welke vooral de Portretten van
Joost van den Vondel, geïnspireerd
op van Lenneps groote Vondeluitgave, be
kend zijn.
Zijn jeugd bracht Van Deyssel ten deele
door op de kostschool te Rolduc, waar zijn
geloof een eerste knak kreeg. Op veertien
jarige leeftijd keerde hij in de huiselijke
kring terug.
„Ik zag mijn vader altijd schrijven, en
toen ben ik het ook maar gaan probeeren."
De oude Thijm nam zijn zoon geregeld mee
naar de Schouwburg. Wat lag meer voor de
hand dan dat tooneelkritieken Van Deys-
sels eerste pennevruchten werden?
Toen de jonge kunstenaar 16 jaar was,
vond een aardig voorv.al plaats. In Dr.
Schaepman's tijdschrift „Onze Wachter"
had dr. W. Nuyens een artikel gepubliceerd
dat vooral gericht was tegen Victor Hugo.
De jonge Thijm had reeds toen veel Fran-
sche lectuur verwerkt, bewonderde Hugo en
nam het dus voor hem op. Het artikel D e
eer der Fransche meesters zag 't
licht in De Dietsche Warande, het
Lodewijk van Deyssel.
tijdschrift van zijn vader, dat niet eens op
vaste tijden verscheen; het was ondertee
kend met de schuilnaam, welke Alberdingk
Thijm nog altijd voert.
In 1882 kwam Van Deyssel in aanraking
met de kring, waaruit straks De Nieuwe
Gids zou voortkomen. Van Deyssel produ
ceerde in die tijd geweldig veel kritieken.
Het was in deze periode, dat zijn bekendste
en beste proza werd geschreven:
„Ik houd van het proza, dat als een man
op mij toekomt, met schitterende oogen,
met een luide stem ademend en met groote
gebaren van handen
Ik houd van het proza, dat van uit de on
eindigheid der kunstenaarsziel als een
klankenzee komt aanstroomen, met zijn
wijde golving kalm voortspoelend, nade
rend, altijd nader, effen en breed, plotseling
verlicht door hevige glansplekken.
Ik houd van het proza, dat op mij toe-
druischt, op mij aanraast, op mij nederdon
dert in een stormenden stortvloed van pas
sie."
Het is het grandioze proza van Van Deys-
sels eerste, hartstochtelijke periode, dat zijn
waarde zal behouden, zoolang onze taal
wordt gesproken en geschreven. Het is dèl
proza, dat een der sterkste krachten van
de taalzuiverende en taalherscheppende ac
tiviteit der Tachtigers was.
Van Deyssel heeft zijn geweldige macht
over de taal gesteld in dienst van de af
braak van wat hij in de Nederlandsche lite
ratuur van zijn dagen verkeerd achtte. Van
Deyssel lette daarbij niet op de regelen van
fatsoen en beschaving, die in het gewone,
maatschappelijke leven gelden. Hij was be
zeten van „den hartstocht voor het schoone"
en uit die „hartstocht" is „de woestheid" te
verklaren, waarmee hij allerlei schrijfsters
en schrijvers, die naar zijn meening prulle-
werk publiceerden, te lijf ging. Dat officieele
naam en titel niet als schild konden die
nen, heeft prof. ten Brink ondervonden, die
zich hoorde toesnauwen: „De maatschappij
is een rare boel, JanJe bent niet hoog
geleerd, allemaal malligheid, je bent geen
uitnemende geest, je bent geen psycholoog,
geen visionair, geen stylist, geen denker en
geen wijsgeer. Je bent niets bizonders."
Naast deze felle ontboezemingen staan de
bezadigde kritieken, waarin Van Deyssel
J. A. 'Alberdingh Thijrri.
nauwkeurig ontleedde en het kunstgehalte
der besproken werken bepaalde.
Dat is niet steeds afbraak, dat is ook be
wondering. Diep met name was zijn ver
eering voor Zola.
Van Deyssel heeft zich in tegenstelling
met Kloos en Venvey ook aan de romax
gewaagd. Bekend is Een liefde, geschre
ven op jeugdige leeftijd, een psychologiscl
werk, dat door Van Eeden op aesthetische
en door zeer vele anderen op ethische gron
den werd veroordeeld.
In De Kleine Repub-liek geeft d<
schrijver ons het kostschoolleven te Roldui
weer. Ook dit boek is veel omstreden, maai1
heeft het groote publiek nimmer kunnen
boeien.
In elf deelen heeft Van Deyssel zijn verj
spreide opstellen verzameld. Voorts gaf hn
o. m. dagboekbladen „Het Ik", de „Ad ra
a a n t j e s", „M enschcn en Bergen!
„Het Leven van Frank Roselaarl
„Verbeeldingen", „Causerie ove
Haarlem" „Amsterdamsch srhoo|
leve n". Bij zijn zestigste jaardag verschep
nen zijn Gedenkschriften. Onder hel
pseudoniem A. J. verschenen „Het Leven
van J. A. Alberdingk T h ij m", „M u H
t a t u 1 i", „Blank en Gee 1".
Uit het leven van den jubilaris stippen
wij nog enkele bizonderheden aan:
In 1887 trouwde Van Deyssel. Eenige jaj
ren woonde hij te Houffalize, in een groot
jachthuis in eenzaamheid. Na de dood van
zijn vader in 1889 eindigde deze periode en
vestigde de familie zich te Bergen op Zoomj
In 1893 stierf Mevr. Alberdingk Thijm in
het geestelijk gesticht te Hoogerheide. Van
Deyssel ging toen wonen in Baarn, waar hij
aan allerlei cultureel leven een werkzaam
aandeel nam. Sinds 1918 woont hij in Haan
lem.
„De naam van Van Deyssel aldus een
artikel over dezen Tachtiger in Chr. Let
te r k. Studiën IV als groot literain
kunstenaar zal op den duur alleen blijven
leven door zijn kritisch proza der eersta
tien of vijftien jaren. Door zijn kritisch werla
is hij een vernieuwer geweest, een wereld]
ontdekker, een die een horizon zag, welks
bestaan bijna niemand had vermoed, een
die onze literatuur opstiet tot een hoogtej
die zij nimmer te voren bereikteWil
bewonderen hem, maar van uit de verte]
op eerbiedigen afstand. Want zijn levens]
beginsel is van het onze radicaal verschil]
lend, het is het beginsel der ik-middelpun]
tigheid
Een luijnflesch van 33 eeuweneen det
laatste vondsten van de Egypt Exploration
Society te Tell-El-Amarna, geëxposeerd lt
Londen.