Koninklijke Nederiandsche Jaarbeurs Een politieke conferentie Wie is L.A? Nuttie's Vader DINSDAG 11 SEPTEMBER 1934 NA VIJF JAAR WERELDCRISIS Reden tot moedig voortgaan Eéns moeten de volken uit hun roes ontwaken Wat brengt de toek<wst? De 31ste Kon. Ned. Jaarbeurs is vandaag te Utrecht aangevangen. Zonder eenige lees teiijkheici, zonuer eenig uiterlijk vertoon. Alleen de Dumtoren in de Bisschopsstad draagt op haar spits de vier vlaggen, als aanwijzing tot de nonderden vreemdelingen, die Utreemt in de komende weken zullen be zoeken, dat de Messe in gang is. l\n naar vast gebruik heeft de secretaris-generaal Maandag de verschillende persvertegenwoor digers ontvangen en hun mededeeling ge daan van zijn inzichten en verwachtingen voor de toekomst met betrekking tot den toestand van den wereldhandel. De lieer Graadt van Roggen is een opti mistmaar zijn vertrouwen in de toekomst heelt het nu toch wel zeer zwaar te verdu ren. en eigenlijk was uit zijn rede te be merken hoezeer hij teleurgesteld is over wat in internationale kringen gebeurt. Hij ving aan met een schildering van de rooskleurige toekomst, welke er zich voor deed, toen, vijl jaar geleden, na de Najaars beurs 1929, de economische crisis losbarstte. En nu, na vijf jaar, staat het economische leven over heel de wereld verblind in een ondoordringbaren mist en is de blik beperkt tot een heden, dat van de zakenwereld de volheid van haar aan dacht vraagt Niemand heeft meer eenige kijk op de economisch toestand, die de we reld zelfs in de naaste toekomst, te wach ten staat. Niemand ook meent daarop eeni- gen kijk te hebben, en het interesseert ook niemand meer hoe anderen daarover den ken. Als morgen bij het wakker worden, zoo zeide een deelnemer aan de Jaarbeurs, pre sident Roosevelt, of rijksleider en kanselier Hit Ier of laten we niet vergeten, dat wij in eigen land óók nog een reincultuur van mannen van beteekenis hebben onze mi nister-president Colijn zich de vraag zou stellen hoe het bij hun naar bed gaan met Europa's toekomst gesteld zou zijn, zouden dan deze gróóte mannen met méér klem van redenen en met méér grond van zeker heid op hun eigen vraag bescheid kunnen doen, als wij, eenvoudige zakenmenschen, de vraag kunnen beantwoorden hoe het in de naaste toekomst met het zakenleven zal gaan? Deze opmerking typeert den wereld toestand. Wat Nederland betreft wij mo gen ons in ons land, èn wat be treft de handhaving van den gou den standaard, wat betreft het spaar zaam on met tegenzin toepassen van kunst matige arlemhalingsmiddelen kranig teweer gesteld hebben tegen den steeds wassenden vloed van dreigende gevaren, een deugde lijke en bestendige verbetering van 't zaken leven is in Nederland in de eerste plaats afhankelijk van een herstel der normale handelsbetrekkingen met en tusschen de an dere landen. Er is in het laatste half jaar slechts een zeer geringe opleving in het Nederiandsche bedrijfsleven geweest. Men late zich niet van de wijs brengen door be richten omtrent toenemende bedrijvigheid en verminderde werkloosheid, die uit het buitenland worden gesignaleerd. Ovenheids bemoeiing en kunstmatige aanmoediging op gmote schaal spelen veelal daarbij een belangrijke rol. Bij ons gaat. het misschien langzamer, maar misschien daardoor ook zekerder. Wie den economisehen toestand van ons land vergelijkt met dien van het buitenland heeft alle reden tot moedig voortgaan. Wij hebben in de afgeloopen vijf jaren veel aan economische kracht ingeboet, maar ons volk en ons 'bedrijfsleven in het bijzonder, heeft nog kracht over Grootere beurs De Najaarsbeurs van thans is grooter dan haar voorgangster. Het aantal deelne mers. vergeleken met dat der vorige Na jaarsbeurs. is eenigermate gestegen: tegen over 1109 deelnemers aan de Najaarsbeurs 1933 staan thans 1138 deelnemers. De toe neming is te danken aan het aantal binnen lanclsche firma's. W. GRAADT VAN ROGGEN Het aantal buitenlandsche deelnemers liep van 265 terug op 179 als gevolg van de steeds meer 'belemmerde inter nationale handelsbetrekkingen. Nog nimmer is op een der voorgaande beurzen zoo sterk de hand over hand toe nemende ineenschrompeling van het inter nationale goederenverkeer tot uiting geko- Het aantal vierkante meters verhuurde oppervlakte steeg van 12.800 tot 13.200 M2, De zijbeuken van het derde gebouw, die de vorige Najaarsbeurs op alle verdiepingen niet gebruikt zijn, moesten thans op ver schillende verdiepingen met monsterkamers worden volgebouwd. De kop van het derde Jaarbeursgebouw, ter vorige Najaarsbeurs met een inzending foto's en uitbreidings plannen der gemeente Utrecht gevuld, werd thans geheel voor Jaarbeursdoeleinden huurd. De oppervlakte van het terrein Vree burg is een goede 200 M2. grooter dan een jaar geleden. Tot de stijging van het aantal deelnemers hebben inzonderheid bijgedra gen de groep Voedings- en Genotmiddelen, de groep Zuivelwerktuigen, de groep Huis houdelijke- en Luxe Artikelen, en de Duit- sclie Sectie, een nieuwe buitenlandsche offi- cieele collectieve inzending, die ditmaal, dank zij het intermediair van de onlangs opgerichte Duitsohe Kamer van Koophandel voor Nederland te Amsterdam, voor de eer ste maal aan de Nederiandsche Jaarbeurs deelneemt, Duitsche afdeeling Bij onzen rondgang ter Beurze werd ook deze afdeeling, welke zeer interessant is, en waar ook tal van films van Duitsche ste den en industrieën en Duitsche reisfilms gearaaid woorden, bezocht. Ons werd toen meegedeeld, dat het in de bedoeling ligt bij een volgende Beurs reeds een geiieele verdieping van een der vaste gebouwen at te huren, om evenals b.v. de Meubel beurs een permanente plaats te krijgen ter Beurze. Ter gelegenheid van óa aanwe zigheid voor de eerste maal, van een Duit sche sectie, zal op Vrijdag 15 September een „Deutscher Tag" worden gehouden, waarop het bezoek van een aantal autoriteiten uit Rijnland en Westfalen zal plaats hebben, gevolgd door een buitengewone zitting van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, waar Prof. Dr. Lüer, voorzitter der Kamer van Koophandel te Frankfurt en leider van groep IX van de Deutsche Wirt- schaft, een econorr>c-.che voordracht zal hou- Helaas werden andere officieele collec tieve buitenlandsche inzendingen ingekrom pen en worden ook individueele buitenland sche deelnemers door de contingenteerings- maatregelen getroffen, waardoor ze 1 bleven of in kleiner formaat deelnamen. De grootere deelneming van Nederiandsche zij de, 9-19 deelnemers tegen 844 ter vorige Na jaarsbeurs, mag worden toegeschreven aan den natuurlijken groei van het Jaarbeurs idee, naar de meening van den secretaris- Aan het noenmaal, dat na de uiteenzet ting volgde heeft de hlper F. H. Fentener van Vlissingen, de voorzitter van den Raad van Beheer der Kon. Ned. Jaarbeurs in 'n rede gezegd, dat het voor de Nederiandsche handel er nog nooit zoo somber had uitgezien als thans wel het geval was. He laas werden de verwachtingen, welke men in den aanvang van het jaar, en gedurende de eerste helft er van .koesterde, niet ver vuld. Steeds meer sluiten de landen zich op binnen tariefmuren, hoewel eiken dag alle staatslieden elkaar zeggen dat dit fu nest is. Er is maar één troost, aldus deze spreker, nl. dat het zoo lang zal doorgaan, tot men tot de erkenning moet komen, dat niet alleen het zeggen, maar ook het ver anderen der dingen noodig is, en men zal hebben ingezien, dat de lompheid zich zelf straft. Enkele belangrijke stands Uit het bovenstaande blijkt dus, dat de heeren van de Kon. Ned. Jaarbeurs niet blind zijn voor de moeilijkheden van thans, en ze zich met zorg afvragen hoe het verder zal gaan. Bij een rondgang ter Beurze be speurt men evenwel, dat met veel zorg dooi de deelnemers getracht is om goed voor den dag te komen. Behalve de reeds genoemde Duitsche afdeeling, verdient de afdeeling Koloniën alle aandacht. Deze afdeeling wil op deze Beurs een nieuw soort fruit popula riseeren, en wel de pompelmoes, 'n groote vrucht, eenigermate gelijkend op 'n groene meloen, welke in bereiden toestand gesne den wordt geconsumeerd, en dan doet den ken aan lichte roode kool. Over de smaak waren de meeningen niet onverdeeld; de lezeres en de lezer kunnen evenwel zelf ter Jaarbeurs deze vrucht van Java proeven De Gerofabriek brengt iets aparts. Zij laat nl. zien op welke wijze de pantry van vliegtuig is ingericht. Nu dag en nacht door gevlogen wordt op de groote internationale lijnen is het noodig, dat verschillende maal tijden aan boord genomen worden. Met he hulp van Zilmeta heeft men nu op zeer nuftige wijze de keuken aan boord der vlieg tuigen ingericht. Om gewicht te besparen werd alles zeer licht vervaardigd; men moet bewondering hebben voor de ingenieuze wijze, waarop alles kan worden opgeborgen, waardoor met zeer weinig ruimte veel kan worden bereikt. Dat Hollandseh fabri kaat hier ook weer vooraan staat en in vliegtuigen van alle internationale lijnen wordt gebruikt, stemt zeer vreugdevol. Do heer Plesman, directeur van de K. L. M., propageert dit ook zeer. Hij wil ook hotels stichten langs de groote internationale lucht vaartlijnen, in Bagdad b.v., dat een k punt is van tal van lijnen, en die hotels stichten met Nederlandsc-h kapitaal, door Nederiandsche ondernemers, te bouwen door Nederiandsche architecten, enz. Maar de moeilijkheid is, dat Engeland niet zoo toe schietelijk is, wat b.v. betreft het afstaan van den grond. Dat onze ondernemings geest echter ook hier beslag wil leggen op w terrein is een bewijs voor den zaken durf van den Nederlander. De afdeeling Uitvindingen, georganiseerd door den Bond van Uctrooi- en Merken- houders en met uitsluitend doel don verkoop van octrooirechten, draagt in tegenstel ling met soortgelijke groepen op sommige buitenlandsche beurzen, een streng zakelijk karakter. Het handwerk is op deze Najaars beurs vertegenwoordigd door een groep smedenpatroons, een groep mandenmakers en een groep klompenmakers. De Nederiandsche Jaarbeurs draait weer: mogen velen zich deze week opmaken naar Utrecht om te zien wat de industrie wil laten zien aan handel, opdat nijverheid en han del tezamen de volkswelvaart weer zullen kunnen vergrooten! Het aantal deelnemers Hieronder vermelden we de getallen der deelname aan dezo beurs: Nederland 949, Amerika 12, België 9, De nemarken 8, Duitschland 83, Engeland 30, Frankrijk 7, Italië 6, Noorwegen 1, Oosten rijk 10, Polen 13, Tsjecho-Slowakije 4, Zuid- Afrika 1, Zweden 2, Zwitserland 3. Totaal aantal deelnemers 113S. Overzicht van de een en dertig Neder iandsche Jaarbeurzen. Ie Beurs 690, 2e Beurs 1062, 3e Beurs 1276, 4e Beurs 1046, 5e Beurs 1508, 6e Beurs 909, 7e Beurs 539, Se Beurs 706, 9e Beur 755, 10e Beurs 827, 11e Beurs 76S, 12e Beurs 891, 13e Beurs 76-4, 14e Beurs 933, 15e Beur: 781, 16e Beurs 978, 17c Beurs 807, 18e Beurs 1089, 19e Beurs 8S1, 20e Beurs 1151, 21e Beurs 890, 22e Beurs 1298, 23e Beurs 101" 24e Beurs 1349, 25e Beurs 1004, 26e Beurs 1556, 27e Beurs 1053, 28e Beurs 1415, 29e Beurs 1109, 30e Beurs 1725, 31e Beurs 113S deelnemers. Minister Steenberghe ter Jaarbeurs Morgen zal de Minister van Economische Zaken een bezoek brengen aan de Najaars Leidinggevende Anti revolutionairen naar Lunteren Vraagstukken van de dag Ongeveer honderd en veertig van de meest bekende anti-revol. voormannen in ons land nemen heden, morgen en Donderdag deel aan een conferentie, welke het Centraal Co- mite van Antirev. Kiesvereenigingen te Lun teren heelt georganiseerd. Men hoopt daar de vraagstukken van de dag bij het licht der beginselen in broeder lijk samenzijn te bespreken, om alzoo ge sterkt te worden voor de werkperiode, welke wacht. Hedenavond is het eerste van de twee onderwerjjen aan de orde; Prof. Dr J. R i d- uerJjus nandeit over „De Overheid en de wet Gods'' en doet zulks aan de hand van de volgende stellingen: I. Onder „de vyet Gods" wordt hier ver staan de religieus-zedelijke wet. II. Deze wet Gods worat gekend uit de na-, tuur (met inbegrip van den mensch en de geschiedenis) en uit de H. Schrift; waarbij is te bedenken, dat de openbaring door de natuur slechts bij het licht der Schriftopen- ban ng recht kan worden verstaan. III. Voor de beantwoording van de vraag, wat de H. Schrift ons aangaande de wet Gods in verband met de Overheid leert, moet de H. Schrift als eenheid worden be schouwd, het Oude Testament worden gele zen in het licht van het Nieuwe, en dienover eenkomstig worden bedacht, dat de Oud testamentische theocratie als zijnde een voor loopige en schaduwachtige vorm van het ko- ninkujk Gods een zeer speciaal en een tijde lijk karakter droeg en daarom voor de Is raëlitische Overheid voorrechten en eischen met zich bracht, die voor geen andere Over heid gelden. IV. Wat de Schrift (en bij haar licht ook de natuur en historie) ons in dit opzich leert, bestaat dan ook niet in speciale aan wijzingen voor allerlei concrete vragen, maar is in hoofdzaak beperkt tov algemeene beginselen en ordinantiën, waaruit wij, on der inroeping van de leiding des H. Geestcs, de conclusie hebben te trekken voor de spe ciale vragen van het staatsbeleid. V. Hierbij is van primordiaal belang een juist inzicht in het karakter van het ambt der overheid. Van groote beteekenis is de door Calvijn (Institutie III, 19, 15; IV, 20, 1) gemaakte onderscheiding tusschen de gees telijke en de burgerlijke regeering, waarvan de eerste de consciëntie tot de godvruchtig heid van den godsdienst onderwijst, terwijl de tweede alleenlijk tot onderwijzing van de burgerlijke en uiterlijke rechtvaardigheid der zeden behoort; al kan niet gezegd, dat de taak der overheid hiermede volledig is be schreven (zie stelling XIX). VI Het gezag der overheid berust op de Prof. Dr J. RIDDERBOS wet Gods, die van de onderdanen gehoor zaamheid aan de Overheid eisclit, behou dens de uitzondering, dat men Gode meer moet gehoorzamen dan de menschen; daar om is als principieel revolutionair te ver werpen de stelling van .Brunner (Das Gebot und die Ordnungen blz. 192): „Als der Schöpfer fordert Gott die Anerkcnnung sei ner Ordnungen und die Einfügung in sie als Erstes; als der Erlöser fordert er zugleich, ais Zweites, die Nichtanerkennung der gege- benen Ordnungen und ein neues Tun ïm Bliek auf das kómimende Gottesreich". VII. Bij het spreken over de gebondenheid van tie Overheid aan de Wet Gods moet wel onderscheiden worden tusschen de vraag, of en in hoeverre de Overheid aan de wet Gods gehoorzaamheid is verschuldigd, e andere vraag, of en in hoeverre de 0\ erheid geroepen is, de wet Gods te handhaven. VIII. Aan de in natuur en Schrift ge openbaarde wet Gods is de mensch altijd en overal, dus ook als drager van het Overheids gezag, onvoorwaardelijke gehoorzaamheid schuldig, ook onafhankelijk van de vraag, of hij zichzelf in zijn consciëntie aan de in de Schrift geboden openbaring gebonden weet; hierbij is echter in het oog te houden: a. de wet Gods wel één, maar in die een heid rijk gevarieerd is, in venband met de velerlei verhoudingen, waarin de me heeft op te treden, zoodat ze voor de Over heid een eigen inhoud heeft; b. dat bij samenwerking om het Overheids gezag uit te oefenen of die uitoefening moge lijk te maken niet ieder persoonlijk verant woordelijk is voor alles wat door die samen werking tot stand komt. IX. De stelling van Brunner (Das Gebot und die Ordnungen, blz. 211), dat er tus schen hetgeen God wil en hetgeen men ,yhier in dit ambt" (b.v. het Overheidsambt) doet, een tegenstelling bestaat, die in het geheel niet kan worden opgeheven, m.a.w. dat. men in het ambt doen moet, wat op zichzelf be schouwd kwaad is, is radicaal verwerpelijk. X. De stelling, dat de Overheid de wet RUBRIEK WOENSDAG 12 SEPTEMBER HUIZEN 301.5 M. NED. CHR. RADIO-VEREENÏGING 8.00S.15 Schriftlezing en meditatie. 5 15—9.30 Morgenconcert (gr.muz.). 10.30—11.00 Morgendienst, te leiden door Ds. J. Verkuyl. 11.00—12.00 Liederen-recital door Nico Pieistroom, bariton. A. d. vleugel: Gerard 12.00—12.15 n.m. Politieberichten. 12.15—12 30 n.m. Leger des Heils-kwar- 12.30—2.00 om. Kwintet, o.l.v. Piet v. d Hurk. 2 00—2.30 n.m. Gramofoonmuzlek. 2 30-3.00 n.m. Praatje voor jeugdige post zegelverzamelaars. „Iets over de zegels van Liechtenstein" dcor J. Ordelman. 3.00—3.45 n.m. Viool-recital door J. R. A. Felderhof. A. d. vleugel: C. W. de Groot. Hollandsch programma. 3 45—4.00 n.m. Verzorging zender. 4.00— 5.00 n.m. „Onze zang- en muziekver- eenigingen". Prot. Ghr. Gem. Zangvereen. „Crescendo" te Terwinselen. Dir. F. Noter- mans: afgewisseld door gram. muziek. 5.00—6.00 n.m Kinderuurtje d'oor B. A. v. Mourik en P. A. Joen Jr. Zang- en hoorspel: „De Microootjes". 6,006.30 n.m. Landbouwhalfuurtje. 6.306 58 n.m. Onderwijsfonds voor de Binnenvaart. 6 587.00 n.m. Zenderoverschakeling. 7.00—7.15 n.m. Politieberichten en Ncd. Chr. Persbureau. 7.15—7.30 n.m. Gramofocnmuziek. of „Een greep uit het dagelijksch gebeuren". 7.30—8.00 n.m. Technische lezingen. Inl. door J. Ofman. 800—10.00 n.m. Zangclub „Con Amore" en H-E M.O.-orkest te Hoog. oJ.v. J. D. v. Ramshorst. 10 00—10.10 nm. Vaz Dias. 10.10—11.30 njn. Gramofocnplaten. HILVERSUM 1875 M. V.A.R.A. 8.0Ö Gramofoonmuziek. 9.30 Onze keuken door P. J. Kers Jr. V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. VJLR.A. 10.15 Uitzending voor de arbeiders In dé continubedrijven. 12 00 Klein VARA-ensemble O.I.V. FrSt? Bakels. Muzikale Tweelingen. I.00 n.m. De Flierefluiters o.'l.v. Jan v d Horst. 2.00 n.m. Voor de vrouwen. Te verzorgen) in samenwerking met dén Bond van Soc. Dem. Vrouwenclubs. Vrouwen, juist nul Toespraak door mevr. W. Ploegsma— Bentum. 2.15 n.m. De Notenkrakers oJ.v. Daaf Wins. 3.00 nm. Voor de kinderen. 5.30 njn. Orgelspel door Cor Steyn. 6.00 njn. Bemamino Gigh zingt (gr.muz.) 6.15 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot 7 00 n.m. Sportuitzcnding. 7.20 n.m. VARA-orkest oJ.v. Hugo d<a 7.40 o.m. Strijders van voorheen. „HermaiJ Greiilioh". Lezing door Mr. A. de Roos. 8.03 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de 8.30 njn. Men vraagt! en wij draaien....^ 9.10 n.m. De nieuwe VARA-knipcursussen, Mevr. A v Blanken-v. Kuyk doet mede* 8.45 n.m. VARA-orkest deelingen. 9.15 n.m. Vaz Dias en Vara-varia. 9.30 n.m. „Dat doet dc deur dicht". Eed revue van een revue. Samengesteld uit Meyer Hamei's succesrevue van dezelfde naam, door Nico Boer. II.00 njn. Gramofoonmuziek. BUITENLAND Daventry 1500 M.: 3.10 n.m. Reportage van de St. Leger-rennen. 3.50 n.m. Con cert uit Bournemouth. 9.15 n.m. „On the dotted line", luisterspel met muziek. London Reg. 342.1 M.: 8.20 nm. Promena de-concert. Brahms-programma. Brussel (Fr.) 483.9 M.: 8.35 n.m. „Léopold II. Roi des Beiges": hoorspel van Theo Fleischmann, naar het boek van Pierre Daye. Parijs (Radio) 1648.4 M.» 9.05 n.m. Sym- phonie-concert. Rome 420.8 M.: 9.05 n.m. „Requiem" vafl Verdi. Leipzig 382.2 M.: 9.20 n.m. „Im Walzer- takt", populair concert, met Wilhelm Ui- Brussel ^(VI.) 321.9 M.: 9.20 n.m. Tsjecht- sche muziek. Gods heeft te handhaven is in strengen zin opgevat, onwaar, daar het karakter der wet handhaving door Overheidsgezag buiten- XI. .Wel ligt er in genoemde stelling een belangrijke waarheid opgesloten, nl. deze, dat de „burgerlijke en uiterlijke rechtvaardig heid der zeden", die de Overheid niet alleen te „onderwijzen" (Calvijn, zie stelling V), maar ook te handhaven heeft, een flauwe af druk is van de wet Gods, en aan deze haar geldigheid ontleent. XII. Deze „burgerlijke en uiterlijke recht vaardigheid der zeden" is niet gelijk te stel len met den inhoud van „de algemeene ze denwet", daar deze eenerzijds meer, aan de andere zijde minder omvat dan wat de Overheid heeft te handhaven. XIII. Deze „burgerlijke en uiterlijke recht vaardigheid der zeden" is om dezelfde reden evenmin gelijk te stellen met den inhoud van de z.g. tweede wet? tafel. De uitspraak van Calvijn (Inst. IV, 20, 9,) dat het ambt der 'Overheid „zich uitstrekt tot beide ta felen der wet" is clan ook juist te achten, mits men bedenke, dat ook Calvijn hiermede niet bedoelde, dat de Overheid de wet Gods als zoodanig zou moeten handhaven, en voorts, dat men over de toepassing van de zen algemeenen regel met Calvijn van mea ning kan verschillen. XIV. Wat betreft die toepassing, dus de vraag, in hoever de inhoud der wet naar haar beide „tafelen" in die uiterlijke ge rechtigheid, die de Overheid handhaaft, kan worden opgenomen, vinden we in de H. Schrift weinig concrete aanwijzingen, daar het feit, dat iets in de wet (als algemeene aan den mensch gestelde regel) staat ge schreven, hier uiteraard niet kan beslissen, en de aan de Overheid gestelde concrete eischen in het Nieuwe Testament schaarsch zijn, terwijl hetgeen het Oude Testament in dezen biedt, grootendeels samenhan-' met Israels theocratisch staatsbestuur, en in zooverre voor de hedendaaersche Overheid geen letterlijke geldicrheid heeft. XV. Men zal hebben te onderscheiden tus schen primaire eischen, die de Overheid al tijd en overal heeft te stellen en te hand haven, en secundaire eischen, waarvan het stellen en handhaven afhankelijk is van omstandigheden, o.a. van het zedelijk peil der bevolking. XVI. Op het terrein van hetgeen de menscli rechtstreeks aan God verschuldigd is (de „eerste wetstafel") is tot de eerstge noemde groep (de primaire eischen) te re kenen het verbod der smalende Godslaste ring, gegrond niet enkel op de hierdoor aan menschen gegeven ergernis, maar op de hierin gelegen verregaande ontheiliging van Gods Naam, en op de overweging, dat het weren van een dergelijke ontheiliging alleszins tot de competentie der Overheid (m.a.w. tot de handhaving der onder haar hoede staande uiterlijke gerechtigheid en goede zeden) behoort. XVII. Niet tot de taak der Overheid lëait worden gerekend wat in het ongewijzigde art. 36 der Ned. Geloofsbel., in overeenstem ming met de opvatting van Calvijn, wordt genoemd met de woorden „om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen gods dienst, om het rijk des antichrists te grondo te werpen", daar deze woorden naar hun historischen zin bedoelen, dat dc Overheid op het publieke terrein allen, die zich vol gens haar oordeel schuldig maken aan af goderij, vervalsching van don dienst Gods of medewerking aan het rijk van den Anti christ, met alle haar ten dienste s.taande middelen, dus ook met geweld, moet tegen staan en onderdrukken; en omdat dit in strijd is met het karakter der Nieuwtesta mentische bedeeling van het genadever- bond. XIX. De be* ordering der Christelijke re ligie (in het gewijzigde art. 36 beschreven met de woorden „maar ook de hand te houden aan den heiligen kerkedienst en het koninkrijk van Jezus Christus te doen vor deren, het Woord des Evangelies te doen prediken, opdat God van een iegelijk ge- eerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt") kan van de Overheid niet gevraagd worden als handhaving van de Goddelijke wet (ze kan tot het geloof niet dwingen), ook niet als handhaving van da „burgerlijke en uiterlijke gerechtigheid" (van meer dan deze toch is hier sprake); maar kan wel als eisch van Gods wet aan de Overheid worden gesteld op grond van de overweging, dat zij, gelijk in maatschap pelijk en cultureel, zoo ook in religieus op zicht, en gelijk voor het heil der 'onderda nen, zoo ook voor de eere Gods een nog breedere taak heeft dan het handhaven eener uiterlijke gerechtigheid. Hierbij is echter te bedenken, dat de zorg voor den kerkedienst en de prediking de eigenlijke taak der kerk zijn, en dat de Overheid zich' heeft te wachten voor alle bemoeiing, die deze in haar vrijheid belemmeren, en voorts dat in ons land ook het gemengd karakter der bevolking en het in geestelijk opzicht sterk wisselend regeerbeleid factoren zijn, die alle ingrijpende bemoeiing der Overheid in dit opzicht bedenkelijk maken. XX. Art. III van het Antirevolutionair Program vereischt herziening, daar de band der Overheid aan de Wet en het Woord Gods hier niet op de juiste wijze en ook niet in overeenstemming met de onder ons geldende meening wordt beschreven. UIT HET ENGELSCH VAN CHARLOTTE M. YONGE (37 I-lij wilcle zijn vrouw altijd véél vroeger op den dag, gedurende de morgenuren, hij zich hebben om brieven voor hem te schrij ven en hem dc couranten voor te lezen. Zij verheugde zich over dezen vooruitgang maar Nuttie was daardoor veel vaker al leen. Hoewel die tijd soms met overleg be steed werd, gaf bet haar toch iets onbesten digs in weerwil van haar lessen in bet Fransch, het Italiaansch en liet teekenen. Later op den dag kwam de rijtoer of de wandeling naar de publieke tuinen als het muziekkorps speelde, maar deze werden zeldzamer, toen mijnheer Egremont de koe le beleefdheid, die zijn vrouw bewezen werd opmerkte, en hij, nu hij sterker werd, meer afspraken voor zichzelf maakte. Toen had Nuttie gelukkige namiddagen, zij ging toe ren. op eon ezel rijden, of met haar moeder wandelen, schetsen, botaniseeren, iets be zichtigen en voorraad opdoen voor de lange brieven met beschrijvingen, die een groot genoegen waren voor de vrienden van St. Ambrose Road welke ziöh in den geest ver plaatsten in die heerlijke natuurtooneelen. Zij brachten ook vele avonden met haar beiden dooi-, en het kon niet anders dan Alice een pijnlijk gevoel geven de blijdschap te zien, die hare dochter niet ontveinsde als dit het geval was, ook al had zij e'r zelf eenige verpoozing door van de aanhouden de waakzaamheid die ze in acht moest ne men om botsiijgen tusschen vader en doch ter te voorkomen. Er kwam geen meerdere toenadering tussche'n deze twee, ofschoon Nuttie zich over het geheel zeer goed en onderdanig gedroeg en zelden teekenen van vörzet gaf. Dit bleef zoo gedurende den eersten tijd van hun verblijf, doch later kreeg Nuttie rr|>er en meer het gevoel dat zij en haar moeder door eenige' jonge da mes aan wie zij waren voorgesteld en die zij geregeld bij de dagelijksche godsdienst oefeningen in de St. Michaelkerk zagen, vermeden werden. Die meisjes zagen er aardig uit. zoodat Nuttie gaarne in nadere kennis met haar gekomen was, en er 'n ver nedering in vond niet verder te mogen gaan dan eenige onbeduidende beleefdheidster men op straat, vooral als zij toevallig pic nics en gezelschappen die samen schetsen gingen opnemen, ontmoette waarbij zij nooit uitgenoodigd werd. Het hielp niet of haar moeder haar brom on haar bevreemding beantwoordde met: „Gij weet hoe uitsluitend de menschen hier zij>n mijn lieve". Nuttie begon te moeden dat haar vader tn haar naam de ware reden waren en haar oogen werden later in het voorjaar nog meer geopend toen mijnheej; Egremont, die veel gezonder en krachtiger geiwordeh was, zijn dames een paar dagen meenam naar Mentone om daar nog meer nieuws te zien. Alice ge voelde ecnigen argwaan, maar het uitstapje werd, zoo het heette, gedaan om haar de plaats te laten zien, en het zou niet verstan dig geweest zijn er zich tegen te verzetten. Hij was bijzonder goed gehumeurd, en ver droeg zelfs haar ojigetogenheid over de schoon e natuur eh de bloemen, dineerde aan de table d'hote, vond er kennissen, en amuseerde zioh; en in den voormiddag tér- wijl Nuttie om zooveel mogelijk te zienen te genieten, zoover ging als ze Martin mee kon krijgen, zei hij tot zijn vrouw dat zij be paald verwonderd zou zijn van de tuinen en. de muziek van Monte Carlo. Maar nu stond Alice vast op haar stuk. „Dank u, het is zeer vriendelijk", zeide zij op verontsohuldi geilden toon, „maar ik zou Ursula niet gadame meenemen naar Monte Carlo, noch er zejf heen willen". Hij lachte. „Hoe! zijt gij bang een ver woede speelster van de' kleine meid te maken?" „Neen, dat weet gij wel, maar „Gij denkt dat de kleine ijdeltuit besmet zal worden is het niet?" „Och, ik vind het gelukkiger voor haar dat zij iets dergelijks in bet geheel niet ziel." „Gij kleine, dwaze Edda! alsof haar oogen en ooren nooit iets anders zouden zien en hooren dan bloemen eai muziek, en goed gezelschap." „Dat weet ik wel, maar ik wou het veel liever niet" Het was een vriendelijk gelaat e"n een vleiende stem die dit zoo dringend verzoch ten, en bij bleef in een goecl humeur. ,.Good, goed, ik begeer er u niet tegen uw zin heen te sleeuen, oude dame, schoon ik me voorstel dat gij nog al vreemd zoudt staan te kijken over het ware uiterlijk van het verblijf van ongerechtigheid dat uw ver beelding u afschildert." „O dank u, daar ben ik u zoo dankbaar Voo>'!" „Wat zijt ge toch een dwaas vrouwtje! Ik ben benieuwd of ge mij even hartelijk zoudt bcdTTi'hpn als ik duizend r™nd w*n Pr\ n bij voorbeeld een diamanten collier gaf" ,Dal zou ik zeker niet'" „Neen, dat geloof ik ook niet. Dat onrus tige gewetentje van u zou er tegen op ko men. Wel beschouwd weet ik niet of gij er minder om zijt, met uw bruine kijkers ziet gij er toch al mooi uit. Ik ben nieuwsgie rig om te weten wat gij vernacht te zien? Op elk pad een te gronde gericht speler, is liet niet?" „Neen, neen; ik denk niet dat ik er iets afgrijselijks of zeifs onaangenaams zien zou. Ik weet dat alles heel mooi is; maar ieder die er heen gaat om een onschuldig genoe gen te smaken helpt de geheele zaak, dus ook het slechte, :n stand houden". „En wat zouden de oude dames van aller lei soort hier te Nice doen zonder zulk een uitverkoren tempel van schandalen om haar tanden op te scherpen? Nu, mij dunkt, dat gij en uw fijn beschaafde dochter wel op u zelf kunt passen. Gij kunt naar de tuinen gaan, of Gregorio opdragen een rijtuig te bestellen". „Gaat gij er dus heen?" „Ja, ik heb 't Grafton beloofd. Wees maar niet bang, mevrouw Edda, ik zal Bridgefield niet op 't spel zetten en u tot den bedelstaf brengen. Ik ben een oud,en was in mijn ergste dagen een koel speler en wat ik win zal ik om u gerost te' stellen aan u over handigen." Dat was alles wat zij gedaan kon krijgen en zij hoopte in stilte dat zij niet lastig ge vallen zou worden met het gewonnen geld. Dankbaar dat zij hem niet boos had ge- mankt met den tegenstand, waartoe' zij zich door een stil gebed had voorbereid van het oogeniblik al dat het plan voor Mentone be sproken was, stelde zij zich voor liet overige van den dag te beschikken voor Nuttie. Zij reden prettig op ezels, en steeds on verzadigd van het schoone haalde Ursula haar moeder over om nog eens uit to gaaa om de hoornen in de publieke tuinen te be wonderen Omdat ze wat moe waren gingen zij in de schaduw op een bank zitten en hoorden een stem dicht bij hen uitroepen: „Ja, ja, zij is liet, zij moet het zijn; 't is baar stem Ja, en haar gezicht is mooier dan ooit. Kleine Alice och! kent gij mij niet? De tijd is goedgunstiger geweest voor u dan voor mij" „O! nu ken ik u! Ne'em mij niet kwa lijk", riep -Alice, in liet magere, parkamen ten vogelgezicht en de slordig gekleede ge dgante liet overschot herkennende van het. levendige gelaat met den arendsneus en da opgeschikte kleeding van voor achttien jaa „Mevrouw Houghton! wat ben ik blij u 'e ontmoeten, gij zijt zoo (hartelijk voor xr Ij geweest En hier is zij»" „Wat! is dit het kind? Welk een bew js dat de. tijd vliegt! Jonge dame, gij zult r iij niet kwalijk nemen dit ik u niet ken. Gij waart een heel lastig persoontje dat n ig nie»t op de wereld was toen ik uw moec' ir het laatst ontmoette. Welk een gelijken s! Ik zou haar overal als de dochter van .1- wyn Egremont kunnen herkennen!" „Ja, zij zeggen allen, dart. zij geheel en al een Egremont is" .Dan is alk's in orde Ik zag onder de aangekomenen te Nice den héér Alwyn Egremont en familie, maar durfde nauwe lijks verwachten dat gij het waart. liet scheen te goed om waar te zijn, ofschobn ik er voor zorgde dat. de knoop vaster ge legd werd clan mijnheer vermedde". "»;Ocb, doe m-ij (hert genoegen!" riep Alice, die éérst de kracht harer woorden niet be greep omdat zij nooit geweten had voor welk een afgrond mevrouw Houghton haar gered had; en daar ook deze dame zag dat het meisje met open ooren zat te luiste- j ren en dacht aan kleine potjes mét groote I ooren, hield zij haar herinneringen voor I zich en vroeg met een ware, warme belang stelling: „En hoe kwam het? Hoe hebt gij hem weer ónitanoet?" „Hij kwam me opzoeken", zei Alice met voldoening. „Zoo! Toch niet te Dieppe; want hij leef- de als een ongetrouwd lieer toen ik hem tien jaar geleden toevallig te Florence I zag'. „O noen! Hij deed onderzoek te Dieppe1, maai' zij hadden het adres, dat mijn tante had achtergelaten, verloren". „Zoo! Dat had ik niet gedacht van dc oude madame Leroux, zij scheen zooveel belang te stellen in la pauvre petite Wat hefat gij gedaan Uw tante schreef mij toen uw moeilijke dagen achter den rug waren en hij, naar zij meende, met de Ninon ver gaan was, dat zij plan had zich te vestigen in een stadje met een afschuwelijke' langen Yorkshire-schen naam." „Micklëthwayte ja, daar hébben we ge woond, en daar is het ons goed gegaan Wij hadden inwoning, en ik had eenige lieve leerlmgetjes; maar verleden jaar was Mark Egremont, gij herinnert u dien lieven klei nen Mark nog wel, in de buurt, en toen liij mijn naam hoorde, vertélde hij het aan zijn oom, die ons al dien tijd gezocht had. Mijn heer Egremont is toen gekomen en heeflt ons mee naar zijn huis genomen,, en o! de familie! is zoo vriendelijk geweest!'" (Wordt vervolgd}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8