Koninklijke Nederiandsche
Jaarbeurs
Een politieke conferentie
Wie is L.A?
Nuttie's Vader
DINSDAG 11 SEPTEMBER 1934
NA VIJF JAAR
WERELDCRISIS
Reden tot moedig voortgaan
Eéns moeten de volken
uit hun roes
ontwaken
Wat brengt de toek<wst?
De 31ste Kon. Ned. Jaarbeurs is vandaag
te Utrecht aangevangen. Zonder eenige lees
teiijkheici, zonuer eenig uiterlijk vertoon.
Alleen de Dumtoren in de Bisschopsstad
draagt op haar spits de vier vlaggen, als
aanwijzing tot de nonderden vreemdelingen,
die Utreemt in de komende weken zullen be
zoeken, dat de Messe in gang is. l\n naar
vast gebruik heeft de secretaris-generaal
Maandag de verschillende persvertegenwoor
digers ontvangen en hun mededeeling ge
daan van zijn inzichten en verwachtingen
voor de toekomst met betrekking tot den
toestand van den wereldhandel.
De lieer Graadt van Roggen is een opti
mistmaar zijn vertrouwen in de toekomst
heelt het nu toch wel zeer zwaar te verdu
ren. en eigenlijk was uit zijn rede te be
merken hoezeer hij teleurgesteld is over wat
in internationale kringen gebeurt.
Hij ving aan met een schildering van de
rooskleurige toekomst, welke er zich voor
deed, toen, vijl jaar geleden, na de Najaars
beurs 1929, de economische crisis losbarstte.
En nu, na vijf jaar, staat het economische
leven over heel de wereld verblind
in een ondoordringbaren mist
en is de blik beperkt tot een heden, dat van
de zakenwereld de volheid van haar aan
dacht vraagt Niemand heeft meer eenige
kijk op de economisch toestand, die de we
reld zelfs in de naaste toekomst, te wach
ten staat. Niemand ook meent daarop eeni-
gen kijk te hebben, en het interesseert ook
niemand meer hoe anderen daarover den
ken.
Als morgen bij het wakker worden, zoo
zeide een deelnemer aan de Jaarbeurs, pre
sident Roosevelt, of rijksleider en kanselier
Hit Ier of laten we niet vergeten, dat wij
in eigen land óók nog een reincultuur van
mannen van beteekenis hebben onze mi
nister-president Colijn zich de vraag zou
stellen hoe het bij hun naar bed gaan met
Europa's toekomst gesteld zou zijn, zouden
dan deze gróóte mannen met méér klem
van redenen en met méér grond van zeker
heid op hun eigen vraag bescheid kunnen
doen, als wij, eenvoudige zakenmenschen,
de vraag kunnen beantwoorden hoe het in
de naaste toekomst met het zakenleven zal
gaan? Deze opmerking typeert den wereld
toestand.
Wat Nederland betreft wij mo
gen ons in ons land, èn wat be
treft de handhaving van den gou
den standaard, wat betreft het spaar
zaam on met tegenzin toepassen van kunst
matige arlemhalingsmiddelen kranig teweer
gesteld hebben tegen den steeds wassenden
vloed van dreigende gevaren, een deugde
lijke en bestendige verbetering van 't zaken
leven is in Nederland in de eerste plaats
afhankelijk van een herstel der normale
handelsbetrekkingen met en tusschen de an
dere landen. Er is in het laatste half jaar
slechts een zeer geringe opleving in het
Nederiandsche bedrijfsleven geweest. Men
late zich niet van de wijs brengen door be
richten omtrent toenemende bedrijvigheid
en verminderde werkloosheid, die uit het
buitenland worden gesignaleerd. Ovenheids
bemoeiing en kunstmatige aanmoediging
op gmote schaal spelen veelal daarbij een
belangrijke rol.
Bij ons gaat. het misschien langzamer,
maar misschien daardoor ook zekerder.
Wie den economisehen toestand van ons
land vergelijkt met dien van het buitenland
heeft alle reden tot moedig voortgaan. Wij
hebben in de afgeloopen vijf jaren veel aan
economische kracht ingeboet, maar ons
volk en ons 'bedrijfsleven in het bijzonder,
heeft
nog kracht over
Grootere beurs
De Najaarsbeurs van thans is grooter
dan haar voorgangster. Het aantal deelne
mers. vergeleken met dat der vorige Na
jaarsbeurs. is eenigermate gestegen: tegen
over 1109 deelnemers aan de Najaarsbeurs
1933 staan thans 1138 deelnemers. De toe
neming is te danken aan het aantal binnen
lanclsche firma's.
W. GRAADT VAN ROGGEN
Het aantal buitenlandsche deelnemers
liep van 265 terug op 179 als gevolg
van de steeds meer 'belemmerde inter
nationale handelsbetrekkingen.
Nog nimmer is op een der voorgaande
beurzen zoo sterk de hand over hand toe
nemende ineenschrompeling van het inter
nationale goederenverkeer tot uiting geko-
Het aantal vierkante meters verhuurde
oppervlakte steeg van 12.800 tot 13.200 M2,
De zijbeuken van het derde gebouw, die de
vorige Najaarsbeurs op alle verdiepingen
niet gebruikt zijn, moesten thans op ver
schillende verdiepingen met monsterkamers
worden volgebouwd. De kop van het derde
Jaarbeursgebouw, ter vorige Najaarsbeurs
met een inzending foto's en uitbreidings
plannen der gemeente Utrecht gevuld, werd
thans geheel voor Jaarbeursdoeleinden
huurd. De oppervlakte van het terrein Vree
burg is een goede 200 M2. grooter dan een
jaar geleden. Tot de stijging van het aantal
deelnemers hebben inzonderheid bijgedra
gen de groep Voedings- en Genotmiddelen,
de groep Zuivelwerktuigen, de groep Huis
houdelijke- en Luxe Artikelen, en de Duit-
sclie Sectie, een nieuwe buitenlandsche offi-
cieele collectieve inzending, die ditmaal,
dank zij het intermediair van de onlangs
opgerichte Duitsohe Kamer van Koophandel
voor Nederland te Amsterdam, voor de eer
ste maal aan de Nederiandsche Jaarbeurs
deelneemt,
Duitsche afdeeling
Bij onzen rondgang ter Beurze werd ook
deze afdeeling, welke zeer interessant is,
en waar ook tal van films van Duitsche ste
den en industrieën en Duitsche reisfilms
gearaaid woorden, bezocht. Ons werd toen
meegedeeld, dat het in de bedoeling ligt
bij een volgende Beurs reeds een geiieele
verdieping van een der vaste gebouwen at
te huren, om evenals b.v. de Meubel
beurs een permanente plaats te krijgen
ter Beurze. Ter gelegenheid van óa aanwe
zigheid voor de eerste maal, van een Duit
sche sectie, zal op Vrijdag 15 September een
„Deutscher Tag" worden gehouden, waarop
het bezoek van een aantal autoriteiten uit
Rijnland en Westfalen zal plaats hebben,
gevolgd door een buitengewone zitting van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
alhier, waar Prof. Dr. Lüer, voorzitter der
Kamer van Koophandel te Frankfurt en
leider van groep IX van de Deutsche Wirt-
schaft, een econorr>c-.che voordracht zal hou-
Helaas werden andere officieele collec
tieve buitenlandsche inzendingen ingekrom
pen en worden ook individueele buitenland
sche deelnemers door de contingenteerings-
maatregelen getroffen, waardoor ze 1
bleven of in kleiner formaat deelnamen. De
grootere deelneming van Nederiandsche zij
de, 9-19 deelnemers tegen 844 ter vorige Na
jaarsbeurs, mag worden toegeschreven aan
den natuurlijken groei van het Jaarbeurs
idee, naar de meening van den secretaris-
Aan het noenmaal, dat na de uiteenzet
ting volgde heeft de hlper F. H. Fentener
van Vlissingen, de voorzitter van den Raad
van Beheer der Kon. Ned. Jaarbeurs in 'n
rede gezegd, dat het voor de Nederiandsche
handel er nog nooit zoo somber had
uitgezien als thans wel het geval was. He
laas werden de verwachtingen, welke men
in den aanvang van het jaar, en gedurende
de eerste helft er van .koesterde, niet ver
vuld. Steeds meer sluiten de landen zich
op binnen tariefmuren, hoewel eiken dag
alle staatslieden elkaar zeggen dat dit fu
nest is. Er is maar één troost, aldus deze
spreker, nl. dat het zoo lang zal doorgaan,
tot men tot de erkenning moet komen, dat
niet alleen het zeggen, maar ook het ver
anderen der dingen noodig is, en men zal
hebben ingezien, dat de lompheid zich zelf
straft.
Enkele belangrijke stands
Uit het bovenstaande blijkt dus, dat de
heeren van de Kon. Ned. Jaarbeurs niet
blind zijn voor de moeilijkheden van thans,
en ze zich met zorg afvragen hoe het verder
zal gaan. Bij een rondgang ter Beurze be
speurt men evenwel, dat met veel zorg dooi
de deelnemers getracht is om goed voor den
dag te komen. Behalve de reeds genoemde
Duitsche afdeeling, verdient de afdeeling
Koloniën alle aandacht. Deze afdeeling wil
op deze Beurs een nieuw soort fruit popula
riseeren, en wel de pompelmoes, 'n groote
vrucht, eenigermate gelijkend op 'n groene
meloen, welke in bereiden toestand gesne
den wordt geconsumeerd, en dan doet den
ken aan lichte roode kool. Over de smaak
waren de meeningen niet onverdeeld; de
lezeres en de lezer kunnen evenwel zelf
ter Jaarbeurs deze vrucht van Java proeven
De Gerofabriek brengt iets aparts. Zij laat
nl. zien op welke wijze de pantry van
vliegtuig is ingericht. Nu dag en nacht door
gevlogen wordt op de groote internationale
lijnen is het noodig, dat verschillende maal
tijden aan boord genomen worden. Met he
hulp van Zilmeta heeft men nu op zeer
nuftige wijze de keuken aan boord der vlieg
tuigen ingericht. Om gewicht te besparen
werd alles zeer licht vervaardigd; men moet
bewondering hebben voor de ingenieuze
wijze, waarop alles kan worden opgeborgen,
waardoor met zeer weinig ruimte veel kan
worden bereikt. Dat Hollandseh fabri
kaat hier ook weer vooraan staat en in
vliegtuigen van alle internationale lijnen
wordt gebruikt, stemt zeer vreugdevol. Do
heer Plesman, directeur van de K. L. M.,
propageert dit ook zeer. Hij wil ook hotels
stichten langs de groote internationale lucht
vaartlijnen, in Bagdad b.v., dat een k
punt is van tal van lijnen, en die hotels
stichten met Nederlandsc-h kapitaal, door
Nederiandsche ondernemers, te bouwen door
Nederiandsche architecten, enz. Maar de
moeilijkheid is, dat Engeland niet zoo toe
schietelijk is, wat b.v. betreft het afstaan
van den grond. Dat onze ondernemings
geest echter ook hier beslag wil leggen op
w terrein is een bewijs voor den zaken
durf van den Nederlander.
De afdeeling Uitvindingen, georganiseerd
door den Bond van Uctrooi- en Merken-
houders en met uitsluitend doel don verkoop
van octrooirechten, draagt in tegenstel
ling met soortgelijke groepen op sommige
buitenlandsche beurzen, een streng zakelijk
karakter. Het handwerk is op deze Najaars
beurs vertegenwoordigd door een groep
smedenpatroons, een groep mandenmakers
en een groep klompenmakers.
De Nederiandsche Jaarbeurs draait weer:
mogen velen zich deze week opmaken naar
Utrecht om te zien wat de industrie wil laten
zien aan handel, opdat nijverheid en han
del tezamen de volkswelvaart weer zullen
kunnen vergrooten!
Het aantal deelnemers
Hieronder vermelden we de getallen der
deelname aan dezo beurs:
Nederland 949, Amerika 12, België 9, De
nemarken 8, Duitschland 83, Engeland 30,
Frankrijk 7, Italië 6, Noorwegen 1, Oosten
rijk 10, Polen 13, Tsjecho-Slowakije 4, Zuid-
Afrika 1, Zweden 2, Zwitserland 3. Totaal
aantal deelnemers 113S.
Overzicht van de een en dertig Neder
iandsche Jaarbeurzen.
Ie Beurs 690, 2e Beurs 1062, 3e Beurs
1276, 4e Beurs 1046, 5e Beurs 1508, 6e Beurs
909, 7e Beurs 539, Se Beurs 706, 9e Beur
755, 10e Beurs 827, 11e Beurs 76S, 12e Beurs
891, 13e Beurs 76-4, 14e Beurs 933, 15e Beur:
781, 16e Beurs 978, 17c Beurs 807, 18e Beurs
1089, 19e Beurs 8S1, 20e Beurs 1151, 21e
Beurs 890, 22e Beurs 1298, 23e Beurs 101"
24e Beurs 1349, 25e Beurs 1004, 26e Beurs
1556, 27e Beurs 1053, 28e Beurs 1415, 29e
Beurs 1109, 30e Beurs 1725, 31e Beurs 113S
deelnemers.
Minister Steenberghe ter Jaarbeurs
Morgen zal de Minister van Economische
Zaken een bezoek brengen aan de Najaars
Leidinggevende Anti
revolutionairen naar Lunteren
Vraagstukken van de dag
Ongeveer honderd en veertig van de meest
bekende anti-revol. voormannen in ons land
nemen heden, morgen en Donderdag deel
aan een conferentie, welke het Centraal Co-
mite van Antirev. Kiesvereenigingen te Lun
teren heelt georganiseerd.
Men hoopt daar de vraagstukken van de
dag bij het licht der beginselen in broeder
lijk samenzijn te bespreken, om alzoo ge
sterkt te worden voor de werkperiode, welke
wacht.
Hedenavond is het eerste van de twee
onderwerjjen aan de orde; Prof. Dr J. R i d-
uerJjus nandeit over „De Overheid en de
wet Gods'' en doet zulks aan de hand van
de volgende stellingen:
I. Onder „de vyet Gods" wordt hier ver
staan de religieus-zedelijke wet.
II. Deze wet Gods worat gekend uit de na-,
tuur (met inbegrip van den mensch en de
geschiedenis) en uit de H. Schrift; waarbij
is te bedenken, dat de openbaring door de
natuur slechts bij het licht der Schriftopen-
ban ng recht kan worden verstaan.
III. Voor de beantwoording van de vraag,
wat de H. Schrift ons aangaande de wet
Gods in verband met de Overheid leert,
moet de H. Schrift als eenheid worden be
schouwd, het Oude Testament worden gele
zen in het licht van het Nieuwe, en dienover
eenkomstig worden bedacht, dat de Oud
testamentische theocratie als zijnde een voor
loopige en schaduwachtige vorm van het ko-
ninkujk Gods een zeer speciaal en een tijde
lijk karakter droeg en daarom voor de Is
raëlitische Overheid voorrechten en eischen
met zich bracht, die voor geen andere Over
heid gelden.
IV. Wat de Schrift (en bij haar licht ook
de natuur en historie) ons in dit opzich
leert, bestaat dan ook niet in speciale aan
wijzingen voor allerlei concrete vragen,
maar is in hoofdzaak beperkt tov algemeene
beginselen en ordinantiën, waaruit wij, on
der inroeping van de leiding des H. Geestcs,
de conclusie hebben te trekken voor de spe
ciale vragen van het staatsbeleid.
V. Hierbij is van primordiaal belang een
juist inzicht in het karakter van het ambt
der overheid. Van groote beteekenis is de
door Calvijn (Institutie III, 19, 15; IV, 20, 1)
gemaakte onderscheiding tusschen de gees
telijke en de burgerlijke regeering, waarvan
de eerste de consciëntie tot de godvruchtig
heid van den godsdienst onderwijst, terwijl de
tweede alleenlijk tot onderwijzing van de
burgerlijke en uiterlijke rechtvaardigheid
der zeden behoort; al kan niet gezegd, dat de
taak der overheid hiermede volledig is be
schreven (zie stelling XIX).
VI Het gezag der overheid berust op de
Prof. Dr J. RIDDERBOS
wet Gods, die van de onderdanen gehoor
zaamheid aan de Overheid eisclit, behou
dens de uitzondering, dat men Gode meer
moet gehoorzamen dan de menschen; daar
om is als principieel revolutionair te ver
werpen de stelling van .Brunner (Das Gebot
und die Ordnungen blz. 192): „Als der
Schöpfer fordert Gott die Anerkcnnung sei
ner Ordnungen und die Einfügung in sie als
Erstes; als der Erlöser fordert er zugleich,
ais Zweites, die Nichtanerkennung der gege-
benen Ordnungen und ein neues Tun ïm
Bliek auf das kómimende Gottesreich".
VII. Bij het spreken over de gebondenheid
van tie Overheid aan de Wet Gods moet wel
onderscheiden worden tusschen de vraag,
of en in hoeverre de Overheid aan de wet
Gods gehoorzaamheid is verschuldigd, e
andere vraag, of en in hoeverre de 0\ erheid
geroepen is, de wet Gods te handhaven.
VIII. Aan de in natuur en Schrift ge
openbaarde wet Gods is de mensch altijd en
overal, dus ook als drager van het Overheids
gezag, onvoorwaardelijke gehoorzaamheid
schuldig, ook onafhankelijk van de vraag, of
hij zichzelf in zijn consciëntie aan de in de
Schrift geboden openbaring gebonden weet;
hierbij is echter in het oog te houden:
a. de wet Gods wel één, maar in die een
heid rijk gevarieerd is, in venband met de
velerlei verhoudingen, waarin de me
heeft op te treden, zoodat ze voor de Over
heid een eigen inhoud heeft;
b. dat bij samenwerking om het Overheids
gezag uit te oefenen of die uitoefening moge
lijk te maken niet ieder persoonlijk verant
woordelijk is voor alles wat door die samen
werking tot stand komt.
IX. De stelling van Brunner (Das Gebot
und die Ordnungen, blz. 211), dat er tus
schen hetgeen God wil en hetgeen men ,yhier
in dit ambt" (b.v. het Overheidsambt) doet,
een tegenstelling bestaat, die in het geheel
niet kan worden opgeheven, m.a.w. dat. men
in het ambt doen moet, wat op zichzelf be
schouwd kwaad is, is radicaal verwerpelijk.
X. De stelling, dat de Overheid de wet
RUBRIEK
WOENSDAG 12 SEPTEMBER
HUIZEN 301.5 M.
NED. CHR. RADIO-VEREENÏGING
8.00S.15 Schriftlezing en meditatie.
5 15—9.30 Morgenconcert (gr.muz.).
10.30—11.00 Morgendienst, te leiden door
Ds. J. Verkuyl.
11.00—12.00 Liederen-recital door Nico
Pieistroom, bariton. A. d. vleugel: Gerard
12.00—12.15 n.m. Politieberichten.
12.15—12 30 n.m. Leger des Heils-kwar-
12.30—2.00 om. Kwintet, o.l.v. Piet v. d
Hurk.
2 00—2.30 n.m. Gramofoonmuzlek.
2 30-3.00 n.m. Praatje voor jeugdige post
zegelverzamelaars. „Iets over de zegels van
Liechtenstein" dcor J. Ordelman.
3.00—3.45 n.m. Viool-recital door J. R. A.
Felderhof. A. d. vleugel: C. W. de Groot.
Hollandsch programma.
3 45—4.00 n.m. Verzorging zender.
4.00— 5.00 n.m. „Onze zang- en muziekver-
eenigingen". Prot. Ghr. Gem. Zangvereen.
„Crescendo" te Terwinselen. Dir. F. Noter-
mans: afgewisseld door gram. muziek.
5.00—6.00 n.m Kinderuurtje d'oor B. A. v.
Mourik en P. A. Joen Jr. Zang- en hoorspel:
„De Microootjes".
6,006.30 n.m. Landbouwhalfuurtje.
6.306 58 n.m. Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart.
6 587.00 n.m. Zenderoverschakeling.
7.00—7.15 n.m. Politieberichten en Ncd.
Chr. Persbureau.
7.15—7.30 n.m. Gramofocnmuziek. of „Een
greep uit het dagelijksch gebeuren".
7.30—8.00 n.m. Technische lezingen. Inl.
door J. Ofman.
800—10.00 n.m. Zangclub „Con Amore"
en H-E M.O.-orkest te Hoog. oJ.v. J. D. v.
Ramshorst.
10 00—10.10 nm. Vaz Dias.
10.10—11.30 njn. Gramofocnplaten.
HILVERSUM 1875 M.
V.A.R.A.
8.0Ö Gramofoonmuziek.
9.30 Onze keuken door P. J. Kers Jr.
V.P.R.O.
10.00 Morgenwijding.
VJLR.A.
10.15 Uitzending voor de arbeiders In dé
continubedrijven.
12 00 Klein VARA-ensemble O.I.V. FrSt?
Bakels. Muzikale Tweelingen.
I.00 n.m. De Flierefluiters o.'l.v. Jan v d
Horst.
2.00 n.m. Voor de vrouwen. Te verzorgen)
in samenwerking met dén Bond van Soc.
Dem. Vrouwenclubs. Vrouwen, juist nul
Toespraak door mevr. W. Ploegsma—
Bentum.
2.15 n.m. De Notenkrakers oJ.v. Daaf
Wins.
3.00 nm. Voor de kinderen.
5.30 njn. Orgelspel door Cor Steyn.
6.00 njn. Bemamino Gigh zingt (gr.muz.)
6.15 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de
Groot
7 00 n.m. Sportuitzcnding.
7.20 n.m. VARA-orkest oJ.v. Hugo d<a
7.40 o.m. Strijders van voorheen. „HermaiJ
Greiilioh". Lezing door Mr. A. de Roos.
8.03 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de
8.30 njn. Men vraagt! en wij draaien....^
9.10 n.m. De nieuwe VARA-knipcursussen,
Mevr. A v Blanken-v. Kuyk doet mede*
8.45 n.m. VARA-orkest
deelingen.
9.15 n.m. Vaz Dias en Vara-varia.
9.30 n.m. „Dat doet dc deur dicht". Eed
revue van een revue. Samengesteld uit
Meyer Hamei's succesrevue van dezelfde
naam, door Nico Boer.
II.00 njn. Gramofoonmuziek.
BUITENLAND
Daventry 1500 M.: 3.10 n.m. Reportage
van de St. Leger-rennen. 3.50 n.m. Con
cert uit Bournemouth. 9.15 n.m. „On the
dotted line", luisterspel met muziek.
London Reg. 342.1 M.: 8.20 nm. Promena
de-concert. Brahms-programma.
Brussel (Fr.) 483.9 M.: 8.35 n.m. „Léopold
II. Roi des Beiges": hoorspel van Theo
Fleischmann, naar het boek van Pierre
Daye.
Parijs (Radio) 1648.4 M.» 9.05 n.m. Sym-
phonie-concert.
Rome 420.8 M.: 9.05 n.m. „Requiem" vafl
Verdi.
Leipzig 382.2 M.: 9.20 n.m. „Im Walzer-
takt", populair concert, met Wilhelm Ui-
Brussel ^(VI.) 321.9 M.: 9.20 n.m. Tsjecht-
sche muziek.
Gods heeft te handhaven is in strengen zin
opgevat, onwaar, daar het karakter der wet
handhaving door Overheidsgezag buiten-
XI. .Wel ligt er in genoemde stelling een
belangrijke waarheid opgesloten, nl. deze, dat
de „burgerlijke en uiterlijke rechtvaardig
heid der zeden", die de Overheid niet alleen
te „onderwijzen" (Calvijn, zie stelling V),
maar ook te handhaven heeft, een flauwe af
druk is van de wet Gods, en aan deze haar
geldigheid ontleent.
XII. Deze „burgerlijke en uiterlijke recht
vaardigheid der zeden" is niet gelijk te stel
len met den inhoud van „de algemeene ze
denwet", daar deze eenerzijds meer, aan de
andere zijde minder omvat dan wat de
Overheid heeft te handhaven.
XIII. Deze „burgerlijke en uiterlijke recht
vaardigheid der zeden" is om dezelfde reden
evenmin gelijk te stellen met den inhoud
van de z.g. tweede wet? tafel. De uitspraak
van Calvijn (Inst. IV, 20, 9,) dat het ambt
der 'Overheid „zich uitstrekt tot beide ta
felen der wet" is clan ook juist te achten,
mits men bedenke, dat ook Calvijn hiermede
niet bedoelde, dat de Overheid de wet Gods
als zoodanig zou moeten handhaven, en
voorts, dat men over de toepassing van de
zen algemeenen regel met Calvijn van mea
ning kan verschillen.
XIV. Wat betreft die toepassing, dus de
vraag, in hoever de inhoud der wet naar
haar beide „tafelen" in die uiterlijke ge
rechtigheid, die de Overheid handhaaft, kan
worden opgenomen, vinden we in de H.
Schrift weinig concrete aanwijzingen, daar
het feit, dat iets in de wet (als algemeene
aan den mensch gestelde regel) staat ge
schreven, hier uiteraard niet kan beslissen,
en de aan de Overheid gestelde concrete
eischen in het Nieuwe Testament schaarsch
zijn, terwijl hetgeen het Oude Testament in
dezen biedt, grootendeels samenhan-' met
Israels theocratisch staatsbestuur, en in
zooverre voor de hedendaaersche Overheid
geen letterlijke geldicrheid heeft.
XV. Men zal hebben te onderscheiden tus
schen primaire eischen, die de Overheid al
tijd en overal heeft te stellen en te hand
haven, en secundaire eischen, waarvan het
stellen en handhaven afhankelijk is van
omstandigheden, o.a. van het zedelijk peil
der bevolking.
XVI. Op het terrein van hetgeen de
menscli rechtstreeks aan God verschuldigd
is (de „eerste wetstafel") is tot de eerstge
noemde groep (de primaire eischen) te re
kenen het verbod der smalende Godslaste
ring, gegrond niet enkel op de hierdoor
aan menschen gegeven ergernis, maar op
de hierin gelegen verregaande ontheiliging
van Gods Naam, en op de overweging, dat
het weren van een dergelijke ontheiliging
alleszins tot de competentie der Overheid
(m.a.w. tot de handhaving der onder haar
hoede staande uiterlijke gerechtigheid en
goede zeden) behoort.
XVII. Niet tot de taak der Overheid lëait
worden gerekend wat in het ongewijzigde
art. 36 der Ned. Geloofsbel., in overeenstem
ming met de opvatting van Calvijn, wordt
genoemd met de woorden „om te weren en
uit te roeien alle afgoderij en valschen gods
dienst, om het rijk des antichrists te grondo
te werpen", daar deze woorden naar hun
historischen zin bedoelen, dat dc Overheid
op het publieke terrein allen, die zich vol
gens haar oordeel schuldig maken aan af
goderij, vervalsching van don dienst Gods
of medewerking aan het rijk van den Anti
christ, met alle haar ten dienste s.taande
middelen, dus ook met geweld, moet tegen
staan en onderdrukken; en omdat dit in
strijd is met het karakter der Nieuwtesta
mentische bedeeling van het genadever-
bond.
XIX. De be* ordering der Christelijke re
ligie (in het gewijzigde art. 36 beschreven
met de woorden „maar ook de hand te
houden aan den heiligen kerkedienst en het
koninkrijk van Jezus Christus te doen vor
deren, het Woord des Evangelies te doen
prediken, opdat God van een iegelijk ge-
eerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn
Woord gebiedt") kan van de Overheid niet
gevraagd worden als handhaving van de
Goddelijke wet (ze kan tot het geloof niet
dwingen), ook niet als handhaving van da
„burgerlijke en uiterlijke gerechtigheid"
(van meer dan deze toch is hier sprake);
maar kan wel als eisch van Gods wet aan
de Overheid worden gesteld op grond van
de overweging, dat zij, gelijk in maatschap
pelijk en cultureel, zoo ook in religieus op
zicht, en gelijk voor het heil der 'onderda
nen, zoo ook voor de eere Gods een nog
breedere taak heeft dan het handhaven
eener uiterlijke gerechtigheid. Hierbij is
echter te bedenken, dat de zorg voor den
kerkedienst en de prediking de eigenlijke
taak der kerk zijn, en dat de Overheid zich'
heeft te wachten voor alle bemoeiing, die
deze in haar vrijheid belemmeren, en voorts
dat in ons land ook het gemengd karakter
der bevolking en het in geestelijk opzicht
sterk wisselend regeerbeleid factoren zijn,
die alle ingrijpende bemoeiing der Overheid
in dit opzicht bedenkelijk maken.
XX. Art. III van het Antirevolutionair
Program vereischt herziening, daar de
band der Overheid aan de Wet en het Woord
Gods hier niet op de juiste wijze en ook
niet in overeenstemming met de onder ons
geldende meening wordt beschreven.
UIT HET ENGELSCH
VAN CHARLOTTE M. YONGE
(37
I-lij wilcle zijn vrouw altijd véél vroeger
op den dag, gedurende de morgenuren, hij
zich hebben om brieven voor hem te schrij
ven en hem dc couranten voor te lezen. Zij
verheugde zich over dezen vooruitgang
maar Nuttie was daardoor veel vaker al
leen. Hoewel die tijd soms met overleg be
steed werd, gaf bet haar toch iets onbesten
digs in weerwil van haar lessen in bet
Fransch, het Italiaansch en liet teekenen.
Later op den dag kwam de rijtoer of de
wandeling naar de publieke tuinen als het
muziekkorps speelde, maar deze werden
zeldzamer, toen mijnheer Egremont de koe
le beleefdheid, die zijn vrouw bewezen werd
opmerkte, en hij, nu hij sterker werd, meer
afspraken voor zichzelf maakte. Toen had
Nuttie gelukkige namiddagen, zij ging toe
ren. op eon ezel rijden, of met haar moeder
wandelen, schetsen, botaniseeren, iets be
zichtigen en voorraad opdoen voor de lange
brieven met beschrijvingen, die een groot
genoegen waren voor de vrienden van St.
Ambrose Road welke ziöh in den geest ver
plaatsten in die heerlijke natuurtooneelen.
Zij brachten ook vele avonden met haar
beiden dooi-, en het kon niet anders dan
Alice een pijnlijk gevoel geven de blijdschap
te zien, die hare dochter niet ontveinsde als
dit het geval was, ook al had zij e'r zelf
eenige verpoozing door van de aanhouden
de waakzaamheid die ze in acht moest ne
men om botsiijgen tusschen vader en doch
ter te voorkomen. Er kwam geen meerdere
toenadering tussche'n deze twee, ofschoon
Nuttie zich over het geheel zeer goed en
onderdanig gedroeg en zelden teekenen van
vörzet gaf. Dit bleef zoo gedurende den
eersten tijd van hun verblijf, doch later
kreeg Nuttie rr|>er en meer het gevoel dat
zij en haar moeder door eenige' jonge da
mes aan wie zij waren voorgesteld en die
zij geregeld bij de dagelijksche godsdienst
oefeningen in de St. Michaelkerk zagen,
vermeden werden. Die meisjes zagen er
aardig uit. zoodat Nuttie gaarne in nadere
kennis met haar gekomen was, en er 'n ver
nedering in vond niet verder te mogen gaan
dan eenige onbeduidende beleefdheidster
men op straat, vooral als zij toevallig pic
nics en gezelschappen die samen schetsen
gingen opnemen, ontmoette waarbij zij nooit
uitgenoodigd werd.
Het hielp niet of haar moeder haar
brom on haar bevreemding beantwoordde
met: „Gij weet hoe uitsluitend de menschen
hier zij>n mijn lieve". Nuttie begon te
moeden dat haar vader tn haar naam de
ware reden waren en haar oogen werden
later in het voorjaar nog meer geopend
toen mijnheej; Egremont, die veel gezonder
en krachtiger geiwordeh was, zijn dames
een paar dagen meenam naar Mentone om
daar nog meer nieuws te zien. Alice ge
voelde ecnigen argwaan, maar het uitstapje
werd, zoo het heette, gedaan om haar de
plaats te laten zien, en het zou niet verstan
dig geweest zijn er zich tegen te verzetten.
Hij was bijzonder goed gehumeurd, en ver
droeg zelfs haar ojigetogenheid over de
schoon e natuur eh de bloemen, dineerde
aan de table d'hote, vond er kennissen, en
amuseerde zioh; en in den voormiddag tér-
wijl Nuttie om zooveel mogelijk te zienen te
genieten, zoover ging als ze Martin mee kon
krijgen, zei hij tot zijn vrouw dat zij be
paald verwonderd zou zijn van de tuinen en.
de muziek van Monte Carlo. Maar nu stond
Alice vast op haar stuk. „Dank u, het is
zeer vriendelijk", zeide zij op verontsohuldi
geilden toon, „maar ik zou Ursula niet
gadame meenemen naar Monte Carlo, noch
er zejf heen willen".
Hij lachte. „Hoe! zijt gij bang een ver
woede speelster van de' kleine meid te
maken?"
„Neen, dat weet gij wel, maar
„Gij denkt dat de kleine ijdeltuit besmet
zal worden is het niet?"
„Och, ik vind het gelukkiger voor haar
dat zij iets dergelijks in bet geheel niet
ziel."
„Gij kleine, dwaze Edda! alsof haar oogen
en ooren nooit iets anders zouden zien en
hooren dan bloemen eai muziek, en goed
gezelschap."
„Dat weet ik wel, maar ik wou het veel
liever niet"
Het was een vriendelijk gelaat e"n een
vleiende stem die dit zoo dringend verzoch
ten, en bij bleef in een goecl humeur.
,.Good, goed, ik begeer er u niet tegen uw
zin heen te sleeuen, oude dame, schoon ik
me voorstel dat gij nog al vreemd zoudt
staan te kijken over het ware uiterlijk van
het verblijf van ongerechtigheid dat uw ver
beelding u afschildert."
„O dank u, daar ben ik u zoo dankbaar
Voo>'!"
„Wat zijt ge toch een dwaas vrouwtje! Ik
ben benieuwd of ge mij even hartelijk zoudt
bcdTTi'hpn als ik duizend r™nd w*n Pr\ n bij
voorbeeld een diamanten collier gaf"
,Dal zou ik zeker niet'"
„Neen, dat geloof ik ook niet. Dat onrus
tige gewetentje van u zou er tegen op ko
men. Wel beschouwd weet ik niet of gij er
minder om zijt, met uw bruine kijkers ziet
gij er toch al mooi uit. Ik ben nieuwsgie
rig om te weten wat gij vernacht te zien?
Op elk pad een te gronde gericht speler, is
liet niet?"
„Neen, neen; ik denk niet dat ik er iets
afgrijselijks of zeifs onaangenaams zien zou.
Ik weet dat alles heel mooi is; maar ieder
die er heen gaat om een onschuldig genoe
gen te smaken helpt de geheele zaak, dus
ook het slechte, :n stand houden".
„En wat zouden de oude dames van aller
lei soort hier te Nice doen zonder zulk een
uitverkoren tempel van schandalen om haar
tanden op te scherpen? Nu, mij dunkt, dat
gij en uw fijn beschaafde dochter wel op u
zelf kunt passen. Gij kunt naar de tuinen
gaan, of Gregorio opdragen een rijtuig te
bestellen".
„Gaat gij er dus heen?"
„Ja, ik heb 't Grafton beloofd. Wees maar
niet bang, mevrouw Edda, ik zal Bridgefield
niet op 't spel zetten en u tot den bedelstaf
brengen. Ik ben een oud,en was in mijn
ergste dagen een koel speler en wat ik win
zal ik om u gerost te' stellen aan u over
handigen."
Dat was alles wat zij gedaan kon krijgen
en zij hoopte in stilte dat zij niet lastig ge
vallen zou worden met het gewonnen geld.
Dankbaar dat zij hem niet boos had ge-
mankt met den tegenstand, waartoe' zij zich
door een stil gebed had voorbereid van het
oogeniblik al dat het plan voor Mentone be
sproken was, stelde zij zich voor liet overige
van den dag te beschikken voor Nuttie.
Zij reden prettig op ezels, en steeds on
verzadigd van het schoone haalde Ursula
haar moeder over om nog eens uit to gaaa
om de hoornen in de publieke tuinen te be
wonderen Omdat ze wat moe waren gingen
zij in de schaduw op een bank zitten en
hoorden een stem dicht bij hen uitroepen:
„Ja, ja, zij is liet, zij moet het zijn; 't is
baar stem Ja, en haar gezicht is mooier
dan ooit. Kleine Alice och! kent gij mij
niet? De tijd is goedgunstiger geweest voor
u dan voor mij"
„O! nu ken ik u! Ne'em mij niet kwa
lijk", riep -Alice, in liet magere, parkamen
ten vogelgezicht en de slordig gekleede ge
dgante liet overschot herkennende van het.
levendige gelaat met den arendsneus en da
opgeschikte kleeding van voor achttien jaa
„Mevrouw Houghton! wat ben ik blij u 'e
ontmoeten, gij zijt zoo (hartelijk voor xr Ij
geweest En hier is zij»"
„Wat! is dit het kind? Welk een bew js
dat de. tijd vliegt! Jonge dame, gij zult r iij
niet kwalijk nemen dit ik u niet ken. Gij
waart een heel lastig persoontje dat n ig
nie»t op de wereld was toen ik uw moec' ir
het laatst ontmoette. Welk een gelijken s!
Ik zou haar overal als de dochter van .1-
wyn Egremont kunnen herkennen!"
„Ja, zij zeggen allen, dart. zij geheel en al
een Egremont is"
.Dan is alk's in orde Ik zag onder de
aangekomenen te Nice den héér Alwyn
Egremont en familie, maar durfde nauwe
lijks verwachten dat gij het waart. liet
scheen te goed om waar te zijn, ofschobn
ik er voor zorgde dat. de knoop vaster ge
legd werd clan mijnheer vermedde".
"»;Ocb, doe m-ij (hert genoegen!" riep Alice,
die éérst de kracht harer woorden niet be
greep omdat zij nooit geweten had voor
welk een afgrond mevrouw Houghton haar
gered had; en daar ook deze dame zag
dat het meisje met open ooren zat te luiste- j
ren en dacht aan kleine potjes mét groote I
ooren, hield zij haar herinneringen voor I
zich en vroeg met een ware, warme belang
stelling: „En hoe kwam het? Hoe hebt gij
hem weer ónitanoet?"
„Hij kwam me opzoeken", zei Alice met
voldoening.
„Zoo! Toch niet te Dieppe; want hij leef-
de als een ongetrouwd lieer toen ik hem
tien jaar geleden toevallig te Florence I
zag'.
„O noen! Hij deed onderzoek te Dieppe1,
maai' zij hadden het adres, dat mijn tante
had achtergelaten, verloren".
„Zoo! Dat had ik niet gedacht van dc
oude madame Leroux, zij scheen zooveel
belang te stellen in la pauvre petite Wat
hefat gij gedaan Uw tante schreef mij toen
uw moeilijke dagen achter den rug waren
en hij, naar zij meende, met de Ninon ver
gaan was, dat zij plan had zich te vestigen
in een stadje met een afschuwelijke' langen
Yorkshire-schen naam."
„Micklëthwayte ja, daar hébben we ge
woond, en daar is het ons goed gegaan Wij
hadden inwoning, en ik had eenige lieve
leerlmgetjes; maar verleden jaar was Mark
Egremont, gij herinnert u dien lieven klei
nen Mark nog wel, in de buurt, en toen liij
mijn naam hoorde, vertélde hij het aan zijn
oom, die ons al dien tijd gezocht had. Mijn
heer Egremont is toen gekomen en heeflt
ons mee naar zijn huis genomen,, en o! de
familie! is zoo vriendelijk geweest!'"
(Wordt vervolgd}