Calvinistische Studenten
Beweging
BINNENLAND.
Vraag en Antwoord.
DONDERDAG 6 SEPTEMBER 1934
EERSTE BLAD PAG. 3
lig worde herdacht en een collecte
wordt gehouden voor het jubileumfonds.
De Synode ging met een en ander ac-
coord. Verder werd op voorstel van het co
mité besloten op Woensdag 17 Oct.
de herdenkingssamenkomst te houden te
Utrecht In do middagsamenkomst z
hét woord gevoerd worden door Ds. P. de
Smit namens de gemeente Utrecht. Door
Prof. P. J. M. de Bruin als voorzitter van
het comité zal het woord gevoerd worden,
alsmede door Ds. R. E. Sluiter en Ds. L. H.
van der Meiden. Des avonds zal een bid-
en dankuur worden gehouden onder Ier
ding van Ds. H. Janssen, leger- en yloot-
predikant in algem. dienst.
De rapporteur, Ds. Kremer, deelde mede,
dat van Dr. II. Colijn, namens het comité
uit de Geref. Kerken een verzoek was in
gekomen betref feilde eventueele gezamen
lijke plaatsing van een gedenksteen. Naar
aanleiding hiervan sprak de generale sy
node uit dat zij geen deel neemt
aan de herdenking van 183-1, uit-
gaande van een comité uit een
andere kerkengroep.
Ds. W. Kremer lichtte de instructie toe
van de P.S. van het Noorden betreffende de
bestemming van de gelden van het jubileum
fonds, luidende: De Gen. Syn. besluit de
gelden uitsluitend te bestemmen tot steun
van hulpbehoevende gemeenten, gelijk bij
den aanvang gesteld is, en bepale, dat deze
steun alleen zal dienen om het beroepings-
werk ter hand te kunnen nemen, met dien
.verstande, dat er een stamkapitaal blijft.
Ds. J. Jongeleen verdedigde de instructie
van de P.S. van het Midden, bedoelende oin
de gelden te bestemmen voor de kas voor
emeritus-predikanten, pred.weduwen en
Oud. B. Nederlof stelde voor de gelden te
bestemmen voor de Theol. School. Oud. G.
Rijksen wilde de gelden voor 90 beschik
baar stellen voor steun aan hulpbehoevende
gemeenten en 10 pet. af staan .voor de eme-
rituskas.
Na gehouden stemming werd de instruc
tie van de P. S. van het Noorden aangeno
men, zoodat de ingezamelde gelden bestemd
worden voor de vorming van
In verband hiermede wees de synode een
drietal deputaten aan, die met het beheer
van dit fonds belast zullen zijn, nl.Ds. H. Vis
Ber (Dordt). Ds. J. Jongeleen (Apeldoorn)
en Ds. L. de Bruyne (Zwolle), naast wie als
financieel adviseur optreden zal ouderling
G. Rjjksen (Zeist). Tevens werd bessloten
dat een regeling ontworpen zal worden,
|»oor de toewijzing der gelden.
Predikant-Kamerlid
Nu kwamen in behandeling een tweetal
instructies, nl. van de P. S. van het Noorden
en het Zuiden, over het bekleeden van een
Overheidsambt door predikanten. Die van de
P. S. van het Noorden spreekt uit, dat het
thans op den weg der Gen. Syn. ligt een de
finitief principieel oordeel uit te spreken
over het lidmaatschap van kerkelijke perso
nen, nl. predikanten en hoogleeraren van
den gemeenteraad, de Staten Provinciaal en
Staten Generaal, en werd toegelicht door Ds.
L. de Bruyne (Zwolle).
Ds. H. Visser gaf een toelichting op die
van het Zuiden; De Gen. Syn. spreke uit of
het in strijd is met het ambt van dienaar
des Woords tegelijkertijd een regeeringsambt
te bekleeden.
Van de zijde dor prae-adviseurs werd er
voor gewaarschuwd, het lidmaatschap der
Tweede Kamer te beschouwen als een ambt
in overheidsdienst, alsof daardoor een pre
dikant in een anderen staat des levens zou
overgaan. Gewezen werd op de bepalingen
van de Synode van 1885, waarbij dit lid
maatschap niet werd afgekeurd. Een der
hoogleeraren wees er op, dat iemand in de
volksvertegenwoordiging niet zitting neemt
in de kwaliteit van predikant, cn meende
dat emeritaatsverleening niet plaats vindt
met de intentie om het lidmaatschap der
Staten Generaal te gaan bekleeden. Ouder
ling Nederlof vroeg, of een classis aan een
predikant, die in staat is zijn ambt te vervul
len emeritaat mag verleenen. Verder voer
den nog het woord Ds. J. A. Riekel, Ds. W.
Bijleveld, Ds. J. Jongeleen, Ds. K. G. van
Smeden, Ds. P. de Groot, Ds. W. Kremer,
die o.m. vroeg of een kerkeraad „onderla-
ting van den dienst" (zie art. 14 D.K.O.) ver
leenen mag voor kamerlidmaatschap, Ds. L.
H van der Meiden, die terugwees naar 1885,
waar het besluit over deze kwestie lang niet
eenparig werd genomen. Evenals de vorige
epr. meende ook hij, dat de roeping van een
predikant naar den wil van Christus niet te
vereenigen is met de volkswil om iemand
kamerlid te maken. Ds. de Bruyne vroeg
naar de juiste beteekenis van art. 14 D.K.O.
Hierna werd de vergadering een half uur
geschorst.
Na heropening werd de bespreking hier-
över voortgezet. Gehoord de besprekingen
werd deze zaak, naar aanleiding van de aan
de orde gestelde instructies in handen ge
steld van de volgende studiecommissie, die
ter Generale Synode in 1937 zal rapportee
ren: Ds. H. Janssen, Ds. P. J. de Bruin,
Ds. P. de Groot, Ds. J. L. de Vries, oud. B
J. Boerrigter, Ds. W. Kremer, met toevoeging
Van Prof. J. W. Geels als adviseur.
Huwelijk Oom en Nicht
Vervolgens werd in behandeling genomen
een rapport betreffende huwelijk tusschen
oom en nicht. De op de Synode van 1931 in
gestelde commissie betreffende deze aange
legenheid rapporteerde bij monde van Ds.
R. E. Sluiter, dat het niet in strijd is met
Gods Woord doch sterk ontraden dient te
worden. Daar dit rapport op de (mindere
kerkelijke vergaderingen is aangenomen,
werd het ter Generale Synode zonder hoofde
lijke stemming aangenomen. In verband hier
mede kwam in behandeling de instructie
van de P. S. van het Noorden, waarin ge
vraagd werd, of het niet wenschelijk is, zulk
een „ontraden" huwelijk ook niet kerkelijk
in te zegenen. De rapporteur (Prof. P. J. M.
Bruin, Ds. L. H. van der Meiden en Ds.
R. E. Sluiter) waren van meening, dat deze
instructie niet mag worden aangenomen,
aangezien het huwelijk niet kan verboden
worden op grond van Gods Woord. De in
structie werd hierna teruggenomen.
Eenheid in de liturgie
Na bespreking van de instructies van de
P. S. van het Noorden en het Midden, be
oogende meerdere eenheid in de liturgie te
verkrijgen, werd besloten de bestaande toe
stand te handhaven.
Hierna ging de Synode in commissie-ver-
èaderingerL,"
SCHOOLNIEUWS
Bespreking Referaat Prof. Dr.
A. A. van Schelven R
raat van Prof. Dr. K. Schilder
Avondtoespraak van Prof.
Dr. J. Bohatec Buitenge
wone belangstelling
Lunteren, 4 Sept. 1934
De tweede congresdag van de C.S.B. werd
begunstigd door heerlijk zonnig weer, zoo
dat met aller instemming besloten werd
buiten te vergaderen.
De deelnemers zochten zich ieder een
plekje uit in de door jeugdige werkloozen
amphitheatergewijs gebouwde openluchtver
gaderplaats, waar geluisterd werd naar het
referaat van Prof. Dr. A. A. van Schel
ven, over Nationale Ontwaking, waarvan
wij reeds verslag gaven.
Discussio
Na de koffie had de discussie plaats, welke
na den middag nog werd voortgezet, Behal
ve enkele studenten namen ook verschillen
de gasten aan de bespreking deel,
Het laatste gedeelte van het referaat, waar
in het ging over het „volkscho" of het „staat-
sche", vond eenige bedenking. Prof. Rut
gers meende, dat het „volksche" geen pri
maat heeft boven het „staatsche". Prof.
Dooyeweerd was van rneening, dat een
volk zonder staatsverband niet te begrijpen
is. Voorts werd gevraagd, hoe prof. Van
Schelven zich de Friesche nationale ople
ving dacht.
In zijn "beantwoording merkte de referent
op, dat het Friesche nationalisme de plaats
behoort in te nemen, die het hebben moet.
Anders zouden we den toestand van Vlaan
deren in België kunnen krijgen. Overigens
voelt spr. voor recht van wat recht is en niet
recht voor wat bestaat.
Op de vraag, wat wij in dezen ook als stu
denten moeten doen, antwoordt Prof. Van
Schelven, dat we niet te veel moeten pra
ten, maar practisch moeten demonstreeren,
dat we een volkseenheid zijn. God heeft ons
sa men geschapen en wij moeten samen huis
houden.
De gasten zijn weer met enkele vermeer
derd. Zoo zagen we een tweetal Duitsche
gasten, nl. de heeren Pastor K. Kuhn uit
Rheydt en Paul Jacobs uit Elberfeld. Voorts
Mevr. G. Kraanv. d. Burg, Vlaardingen;
Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven, Amsterdam;
A. Janse, Biggekerke; Ds. P. A. A. Klüsener,
Vinkeveen; Ds. A. Ringnalda, Ermelo; J.
Schipper, secretaris van het Chr. Nationaal
Vakverbond.
Na enkele uren van rust en na den maal
tijd vereenigden we ons in de vergaderzaal,
waar Ds. C. J. Sikkel, van Amsterdam-
Zuid een avondtoespraak hield over: „Cal
vinisme en Intellectualisme", waarvan wij
reeds verslag gaven.
De dag werd op de gebruikelijke wijze ge
sloten door Mej. A. A. B o o n uit Den Helder
Lunteren, 5 September 1934.
De derde congresdag stond in het teeken
van de buitengewone belangstelling.
Dat was reeds in den morgen te zien.
Auto na auto bracht nieuwe gasten aan,
die fa eel kenmerkend met den naam ,dag-
jésmenschen" in het kamp werden betiteld.
Onder hen behoorde, ook ee'n auto uit Kam
pen, waarmede behalve de referent, Prof.
Schilder, nog een drietal Kamper professo
ren meekwamen. Prof. Rutgers sprak hier
van later in het debat toen hij de vergelij
king trok met het Trojaansche paard, waar
uit de helden stegen!
Bedialve de prof. Greydanus, Ridderbos
en den Hartogh trof ven wij heden verschil
lende predikanten aan, voorts Dr. B A Knop
pers als afgevaardigde van den Ned. Bond
van Jongelingsvereenigingen op Geref.
grondslag, Dr. Joh. H. Scheurer, Mr. A J
L van Beeck Calkoen, de heer J Schouten,
Dr. W. A. Langenohl uit Rheydt. Ook zijn
twee afgevaardigden van de N C S V. in
ons midden, terwijl vanmorgen ook Dr. H.
C. Rutgers aanwezig was.
De dagopening werd geleid door den heer
J. Thomas uit Leiden.
Daarna trokken de deelnemers naar het
openluchttheater, waar Prof. Dr. K. Schil
der van Kampen den katheder beklom om
tot ons té spreken over;
Spr. begint met er op te wijzen, dat "wij
eiken Zondagavond belijden: Ik geloof een
heilige, algemeene, christelijke kerk. Deze
belijdenis brengt mee alle obligaties, die in
elk spreken van geloof liggen opgesloten. De
kerk wordt daardoor ingeschakeld in het
groote geheel van den geloofsinhoud en de
geloofswaarheden. De kerk wordt dus op
één lijn geplaatst met bijv. de Drieënigheid,
de Godheid van Christus, het jongste oordeel,
enz. Vandaag kunnen we niet methodisch
anders over de kerk spreken dan 's Zondags.
De kerk moeten we a 1 tij d blijven zien als
een geloofsinhoud. Die geloofsinhoud wordt
alleen door bet geloof aangegrepen en ge
kend. Zoodra men de kerk als phaenomeen
gaat behandelen, dan heeft men inzake de
kerk een geheel andere methode toegepast
dan ten aanzien van andere geloofsstukken.
Spr. gaat er nu toe over, om de 'begrippen
pluriformiteit en pluraliteit nader te bezien.
Het concrete spreken van kerkelijke pluri
formiteit toont ons, dat wij op een verkeer
den weg zijn. Spr. zou het Woord plurifor
miteit kunnen critiseeren. Het woord heelt
geen zin, tenzij men zegt, dat de kerk
(enkelvoud) In veel voimen openbaar wordt
in deze wereld. Maar dan exegetiseert men
het woord vorm door gestalte. Zoo wil epr.
het. nu maar nemen.
Nu komt de vraag: Wat is dam die onder
scheiden gestalte van de kerk? Het woord
kerk blijft enkelvoud, universeele kerk, die
hier vandaan komt, dat de H. Geest de ge-
loovigen er toe heeft gebracht om samen
te komen.
De belijdenis spreekt nooit van congrega-
tio, maar altijd eerst van coetus, het vrij
willig samenkomen van de gelovigen. Door
deze eoetus komt de congregatio, waarin de
gedachte ligt, dat God als een herder Zijn
kudde bijeenvergadert. Het past dus niet om
te zeggen: Er is een um'verseele kerk en
die openbaart zich in verscheiden gestalten,
want dam negeert men de eoetus. Coetus en
congregatio beginnen gelijk.'
Prof. Dr K. SCHILDER
Er is een kloof tusschen hen, die de plu
raliteit beweenen en hen, die de ellende van
de pluraliteit yerdrijven door de pluriformi-
teitsgedachte.
Pluraliteit onderstelt eenvoudig tellen en
beteekent meervoudigheid. Men rekent hier
alleen met los van elkaar staande kerk-
instituten. De eene groep zegt, dat plurali
teit altijd een ramp is, gevolg van de zonde.
Zoodra in de wereld pluraliteit van institu
ten bestond, is bet scheef gegaan. Daarom
moet men terug naar de primitieve gedach
te, dat, indien de kerk de ware kerk zal zijn,
zij de nieuwe menschheid moet openharen.
Spr. neemt pluriformiteit -nu in zijn ge
wone beteekenis. In de schepping ziet spr.
dit, dat God uit éénen bloede het gansche
geslacht der menschen heeft .gemaakt, om
te verhinderen, dat pluriformiteit ooit zou
worden oorzaak van pluraliteit. Men mag
zoo maar niet een kerkje uit den grond
stampen.
De pluriformiteit komt pas ter sprake in
de ware kerk. Wie echter ze.-t: De plurifor
miteit grijp ik aan als een soort pluraliteit,
die verderft het kerkbegrip.
De andere groep zegt dat zij a posteriori
den pluriformen rijkdom Gods in de be
staande kerk instituten eert, maar dat his
torische mogen wij nooit als norm aan
nemen. Een feit is nooit normatief.
Voorts meet worden afgewezen elke po
ging, om de pluraliteit goed te praten met
den naam pluriformiteit De pluraliteit ls
gevolg van menschelijke zonde.
Wat moeten we nu doen, nu er verschil
lende kerken zijn? Spr. antwoordt, dat,
waar men alleen is, men geen nieuwe kerk
moet maken, doch de historie moet aan
vaarden. Wanneer men zichzelf bij die be
staande kerk meldt, zoekt men zich in ge
hoorzaamheid aan God te betoonen en a an
de poort van het geweten van die kerk te
kloppen.
Wij moeten blijven erkennen, dat ieder
een eigen roeping heeft. Wij gelooven, dat
God congregeert, ook door deze conferentie
Als de zaak van de kerk niet een zaak van
de christenen is, maar als Christus voor
Zich vergadert, dan moeten wij beven voor
het zoeken van eigen eer.
Discussie
Dit belangrijke referaat werd gevolgd
door een interessante discussie, waaraan
deelnamen de professoren Rutgers, Vol
le n li o v e n, Dooyeweerd, dr. W u r t h,
de heeren A. Janse en Everaars. Na
het stellen der vragen heeft prof. S c h i 1-
d c r des middags breed de gestelde vragen
beantwoord en op verschillende punten
zijn referaat toegelicht. Daarbij merkte de
referent o.a. het volgende op:
De twaalf artikelen spreken niet van de
Una Sancta. Het institueeren der kerk is
kerkvormend zelf. Voor de congregatie
geldt hetzelfde als voor de coetus, die zich
uitstrekt over organisme en instituut. De
congregatie is wel niet klaar, maar komt
ook nooit klaar. Men mag een gegeven feit
niet fixeeren
De discussie met de prof. Vollenhoven en
Dooyeweerd ging o.a. over de kwestie, of
de historie normatief is, hetgeen naar de
meening van prof. Schilder niet zoo is. Uit
de historie en de complicaties daarvan
kunnen we niet aflezen wat God wil. Wel
wil referent aansluiting bij het bestaande.
Des avonds hield prof. dr. J. Bohatec
uit Weenen een toespraak over het onder
werp:
Eeuwigheid en Tijd
De eeuwigheid blijft voor ons menschelijk
begrip ste'eds een raadsel. Is echter in de
eeu\vigheidfivraag de grondvraag van ons
leven verborgen, dan is elke lichtstraal, die
in deze duisternis valt, in staat om in ons
het verlangen te wekken naar ha,ar wezen.
De wetenschappelijke pogingen, die het kwa
litatieve zijns-verschil van tijd en eeuwig
heid eenerzijds, hun wederzijdsche betrek
king anderzijds naar voren brengen, kun
nen aan het probleem geen recht doen.
Is wisseling en ontwikkeling hot kënmerk
van den tijd. de eeuwigheid is een toestand,
waarin elk moment de gansche volfaeid des
Geest es. in zich draagt en waarover de adém
der reine liefde en van het reine leven gaat.
Het eeuwige eischt daarom voor zijn werke
Iij'kheid de levensvorm van het tegenwoor
dige, waarhij er geen verschil is tusschen
verleden en toekomst
God zelf is de zuiverste voorstelling van
eeuwigheid. God is niet langzamerhand ge-
r»«t TTij is. maar uit de' diepte van
Zijn innerlijk wezen komt met eigen kracht
i uRtiv. n.'erlijke verhevenheid de on
eindige volheid van Zijn loven te voorschijn.
En toch treedt. God buiten de volheid van
Zijn wezen: Zijn eeuwigheid blijft niet in
Hemzelf besloten. De tijd, dien Gpd niet
vóór of na, maar met de wereld hééft ge
schapen, wordt door Hem doordrongen,
evenals. Hij. de Verhevene, toch deze wereld
nabij is met Zijn macht «n liefde.
De Schrift zegt: „Voor God zijn duizend
iaren als één dag" Voor God verdwijnen in
den grootci) tijd jaren, dagen. uren. Ligt
alzoo de tijd in den schoot der eeuwigheid,
ook de eeuwigheid daalt af in den tijd. Uit
•het daaruit voortkomende troostrijke ge
loof. dat iedere afzonderlijke mensch met
een verdwijnende golf in de woelige zee is.
maar dat ieder een Gortsgedachte, is en
daarom eeuwigheidswaarde heeft, volgt de
taak, in dezen tijd ons gefaeele innerlijke
en uiterlijke leven met onze eeuwigheids-
beslemming in overeenstemming te' brengen,
een verheven taak, die wij niet zelf kunnen
volbrengen, maar alleen door de werking
der Goddelijke genade. Want wij leven niet
alléén onder den vloek van den tijd, onder
de last der zorgen. Veel erger dan de vloek
van den tijd is de eeuwigheid van de zonde,
een voortdurende verschrikking.
in Zijn eeniggeboren Zoon verbonden. In
Hem is de tijd vervuld en geheiligd, de eeu
wigheid tot concrete werkelijkheid gewor
den. In Christus en door Hem, in het geloof
aan Hem, komen wij boven den tijd uit. In
Hem en door Hem is het eeuwige leven geen
ideaal, maar een werkelijkheid, waardoor de
Geest van Christus als principe van een
nieuw leven in de diepte van ons binnenste
gegrond is. In Christus en slechts door Hem
heeft de tijd het neerdrukkende verloren.
Veel meer moet de wet van de vergankelijk
heid van den tijd dienstbaar gemaakt wor
den aan het doel der Goddelijke liefde. Door
Christus is de tijd een genadegeschenk ge
worden. Het streven naar de eeuwigheid is
door en in Christus tevens begeleid door een
werkelijk bezit en genot van het eeuwige.
De ware kennis, die wij hier op aarde ver
krijgen, dc zuivere schoonheid, die wij in
kunst en leven tot uitdrukking brengen,
draagt krachten van het eeuwige leven in
zich en daarmee de waarborg van een leven
dat de wisseling der tijden onaangetast laat
En zoo zijn ook de banden der ware lief
de, wanneer zij wortelen in het leven Gods,
oneindig en eeuwig. In den hoogsten graad
geldt dit van de liefde, waarmede de ziel
God Zelf bemint en van den geestelijken
zegen, die daarmee gepaard gaat.
De vrede, de kinderlijke eenvoud en het
gebed zijn een voorsmaak van het eeuwige
leven, dat wij hier op aarde reeds wezenlijk
zij het ook verborgen en in kiem in ons
dragen en op welks heerlijke ontplooiing in
de nieuwe wereld wij vurig hopen en ons
verheugen. Maar de wortels der eeuwigheid
moeten reeds in den tijd geplant en verzorgd
worden.
In het licht van de erkenning dat uit God,
door God en tot God alle dingen zijn, wordt
ook ons leven tot een leven onder eeuwig-
heidslicht en de geschiedenis tot een schouw
tooneel van de souvereine macht Gods.
Aan de avondtoespraak ging nog vooraf
een hartelijk woord van een der afgevaar
digden der N.C.S.V., den heer Stegenga, dat
door den congres-praeses beantwoord werd.
De dag werd met bijbellezing en gebed ge
sloten door den heer W. Vreugden hi 1
van Rotterdam.
REORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
„Tijdelijke beperking" der uitgaven verlengd tot
1 Januari 1935
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van
de wet van 4 Augustus 1933 tot beperking van
uitgaven, welke voor de openbare kassen voort
vloeien uit dé uitvoering der lager onderwijs-wet
1920.
De opzet bij dezen tijdelijken maatregel was om
inmiddels te kunnen nagaan, of op andere wijze
zonder benadeeling van het onderwijs een grootere
bezuinig.ng kon worden bereikt. Aangezien 't vast
staat, dat de „nadere wettelijke regeling", welke
is bedoeld als onderdeel van de uitwerking van
het voorgenomen plan tot reorganisatie van het
onderwijs, niet vóór 1 Januari a.s. zal tot stand
komen, acht de minister van onderwijs bet nood
zakelijk, tot behoud van de met de wet van 4
Augustus 1933 bereikte bezuiniging en tot het ver
krijgen van de gewenschte aansluiting, den wer
kingsduur dier wet voorloopig te bestendigen.
Hiertoe strekt het wetsontwerp. Het voorstel, om
den werkingsduur te verlengen tot 1 Ja
nuari 1937, berust tevens op de verwachting,
dat de tegenwoordige moeilijke om
standigheden voor dien datum niet
zullen zijn geëindigd.
Dr. R. LEYDS f
Op 77-}arigen leeftijd is te Oosterbeek overleden
dT. Reimer Leyds, oud-conrector van het stedelijk
gymnasium te Groningen.
HET NEDERLANDSCH LYCEUM
Het Haagsche 25 jaren bestaan
Hoe snel wij leven: een kwart eeuw is het k.
deze maand aJ geleden, dat het Haagsche Lyceum
als eerste in ons land geopend werd. Tien jaren
later waren er negen: 3 „neutrale", 3 Prot. Chr. en
3 R.K. Thans zijn er 44, met ruim 10.000 leerlin
gen. Bij het zilveren feest, dat voorloopig met de
leerlingen alleen gevierd wordt en m de Kerstva-
cantie pas officieel, rijst in-herinnering terstond de
figuur van Prof. C a s i m i r, die van het Haagsche
Lyceum eotor ds geweest van 1909—1930. De in
de Gids door Dr. J. A. Gunning uitgesproken Ly
ceum-gedachte werd door hem en dcor Dr. J. W.
IJzerman omgezet in een daad, en in opmerkelijk
snel tempo is het eerste Lyceum gevolgd door
meerdere. Van het Haagsche is thans de heer W.
Reindersma Rector: het telt 400 leerlingen. Pre-
Lyceum Rector is geweest van 1909—1930. De in
geweest. Prof. Casimir heeft een Gedenkboek ge
schreven.
ONDERWIJSBENOEMINGEN
De Gemeenteraad van Kam pen heeft wijzi
ging gebracht in het leerplan voor de nijverheids-
avondschool, in verband waarmee werd opgehe
ven de betrekking van leeraar in de staatsinrich
ting, als gevolg waarvan aan C. Th. R u y s eer
vol ontslag werd verleend. Tot leeraar, belast
met de leiding der nijverheidsavondschool werd
benoemd ir. J. S n o e p.
Benoemd tot tijdelijk onderwijzer te Wier
den (hoofd J. Budding): de lieer E. A. H.
ten Kate te Almelo; als kweekeling mei
acte te Z enderen (gem. Borne): mej. D.
Spies te Almelo.
SCHOOLJUBILEUM TE WASSENAAR
De tweede Chr. Nat. School te Wassenaar heeft
haar 25-jarig bestaan gevierd met onthaal van de
leerlingen en een samenkomst van ouders van
leerlingen, oud-leerlingen, personeel, bestuur, enz.
Daarbij hebben Ds. W. A. B. ten Kate, Ned.
Herv. predikant en Dr. J. C. Rullmann, Geref. pre
dikant te Wassenaar gesproken, voorts de burge
meester de heer G. Wiegman, de heer Duchateau.
Inspecteur L. O., het hoofd der school de heer
H Dam en de heer J. C. Ligtvoet. Ds. H. J.
Honders, Ned. Herv. predikant en voorzitter van
het schoolbestuur, leidde de vergadering.
GYMNASTIEK
TJTrECHTI Vrije- en orde-oefeningen). I
de heeren C. Klein. Apeldoorn: M. J. Eerelf
Haren- W. O. H. van Zutphen, De Bilt; J. E
Den Haag; H. Engberts, Vrlezeuveen.
d. VaJk te Haarlem
Nationaal Middenstandscongres
DE MIDDENSTAND EN DE CRISIS
Onder voorzitterschap van den heer Ed.
G. Schürma n werd to Amsterdam het
31e Nationaal Middenstandscongres gehou
den.
Onder het motto „Sluit de gelederen!'
sprak de voorzitter een openingsrede uit.
Na de openingsrede van den voorzitter
kwam aan de orde het eenige onderwerp:'
„De Toekomstige Middenstandspolitiek" en
wel voor de volgende vraagpunten:
1. Leidt de recente ontwikkeling van hel
bedrijfsleven tot de wenscheiijkheid van in
grijpen in de bestaande machtsverhoudin
gen?
2. Zoo ja, van welke aard zouden de ver-
eisohte maatregelen moeten zijn en door wel
ke instantie zouden zij getroffen moeten
worden
3. Zoo -neen, kunnen er dan zonder princi-
pieele koerswijziging bepaalde middelen wor
den toegepast ter beteugeling van uitwas
sen?
4. a. Is het stellen van eischen, waaraan
de zelfstandige kleinondernemer moet vol
doen, alvorens zich als zoodanig te kunnen
vestigen wenschelijk en een doeltreffend
middel tot ordening der hedrijfsverhoudin-
gen?
b. Welke beteekenis moet in dit verband
worden toegekend aan een eventueel vesti
gingsverbod (spertijd) voor alle of bepaalde
takken van middenstandsbedrijf gedurende
zekere tijd?
5. Heelt de overheid een taak met betrek
king tot eventueele regeling der bedrijfsver-
houdingen? Zoo ja, op welke wijze dient zij
die taak te vervullen? Welke zijn de grenzen
van eigen wetgevende bevoegdheid van even
tueele bedrijfsorganen.
6. Bestaat er aanleiding tot het nemen van
maatregelen tot bescherming van het mid-
denstandsbedrijf tegen de sociale en econo
mische gevolgen van de ontwikkeling van
grootwinkelbedrijf, verbruikscoöperatie en
andere concurreerende bedrijfsvormen.
Over deze vraagpunten zijn een zestal in
leidende beschouwingen geleverd.
Officier ontslagen
De Krijgsraad te 's-iHertogenbosch behan
delde Maandag een eigenaardig geval van
dienstweigering.
De 32-jarige reserve le luit. L A J M van
de le tirailleur compagnie van het reg. wiel
rijders die op 3 Juli geweigerd had te vol
doen aan 't bevel van zijn regimentscomman
dant luit. kol. baron van Lawick om de ver
klaring te onderteekenen dat hij bad ont
vangen de legerorders 1933 no. 59, 79 M.A. en
1934 no. 68 (handelende over het verbod der
regeering voor militairen om lid te zijn van
daarin genoemde vereenigingen). Na op het
strafbare ervan gewezen te zijn, had bekl.
volhard in zijn weigering om aan het dienst
bevel te voldoen.
Bekl. zeide dit geweigerd te hebben omdat
hij door de onderteekening van de verkla
ring de consequentie aanvaardde van den
inhoud der legerorders, wat hij niet wensch-
te te doen.
Bekl. heeft op een daartoe ontvangen
wenk ontslag uit den dienst aangevraagd
Dit ontslag is nog niet afgekomen.
De auditeur militair vond hierin aanlei-
din geen ontslag te eischen. Hij bepaalde er
zich toe wegens ongehoorzaamheid twee we
ken gevangenisstraf te eischen.
Door Mr. H. Brans te Amsterdam werd
vrijspraak gepleit
De krijgsraad veroordeelde bekl. tot 14 da
gen gevangenisstraf met ontslag uit den mili
tairen dienst.
ZENDING EN PHILANTHROPE
ZENDINGS-WEEKEND
Van 1517 Sept. zal de Zendings-Commis-
sie van het Nederl. Jongel. Verbond bet 10e
Zendings-YVeekend houden op de Ernst
Sillem Hoeve. Tot de sprekers behooren Zen
deling G F C Bakker, die (bij lichtbeelden)
spreekt over „den zom van Borneo's Oer
woud". Mevr. AdrianiGunning zal spreken
over: „Het Evangelie des Vredes in het land
van de 100 talen"; zendeling J. A. Roose
boom over: „Stoffelijke, lichamelijke en
geestelijke nood op Haknahera".
GIFTEN EN LEGATEN
Wijlen barones J. C van Heekeren
van Keil heeft aan de Ned. Herv. Diaccoie te
R u u r 1 o een legaat vaa 3000 vermaakt.
ONTSPANNING
LANDELIJKE RUITERSPORT
De „Federatie-Rijschool"
De „Nederlandsohe federatie van landelijke
rijvereen iglngen" die, ni< -
moeilijke tijden en de naai
staande beperkte middelen, t
paardenfokkei
school" te stichten.
Die rijschool komt er ook. De gemeentera
van Haarlemmermeer heeft in dit plan ze
terecht een groot algemeen belang gezien
vrijwel voor niets een flink stuk. gc-mee"'
grond in erfpacht gegeven. De leiding is
.- K..—op paarden
gebied, den heer
leiding van W. Slob,
federatie. Een unicum voor ons land." Een in
richting. -waar men intern kan zijn eu dan ci
sussen volgt op vrijwel elk gebied, theoretic
en practisch, het paard betreffende. Vooi_.
trekt de aandacht de mogelijkheid vnn den bok
te tr'f^€n met enkel span, met
Die cursussen van meerdere weken met
Internaat zullen zich kenmerken door
ige tuchthandhaving, hard werken, ki
i omgang tusschen
i tusschen hen
3814. P. te O. Een Inwonende dienst
bode. ook al wordt ze per week betaald, maak
dezelfde aanspraken in geval van ziekte, d.w.z
gedurende zes weken doorbetaling van loon
vergoeding verpleglngs-, dokterskosten enz.
voor de Inkomstenbelasting behalve
diende loon een bedrag voor kost-
ning in aanmerking wordt genomen.
belasting-adm 1 nI s t rat°e sèhax'lte'kent
voor in A. a. d. R. f 400 per i»»r
aanslag niet to hoog. Wilt u
wendt u dan om inlichtingen
tingadminlstratie. Ook al ls di
kan zoo noodig nog worde
van het aanslagbiljet
:ekerheid hebben,
aanslag betaald
n gereclameerd,
na dagtcekening
Weerbericht.
Het dunne pijltje geeft d«n vorigen stand
BAROMETERSTAND
Hoogste stand te Vardö 773.4.
WEERVERWACHTING
Zwakke tot matige wind uit O. tot Z.
richtingen, half of zwaar bewolkt, waar
schijnlijk droog behoudens dauw, warm
iverdag.
TEMPERATUUR
Stand vanm rgen halftwaalf 17.2 C.
VOERTUIGEN MOETEN HUN LICHTEN
OP HEBBEN
7 SEPTEMBER.
Van 's avond 8 04 uur tot 's morgens 5.53 uub
WATERSTANDEN RIVIEREN
Heden Vorltr
Rhetnfelden ?.«t 9.P4
Breisaeh 3.01 9.04
K°hl 3.02 308
MnxflU 4.48 4.54
Diedeshelm 0.32 035
Mnnnheim
Cfiub
Fm
Coblens
Trier
Keulen
Riihrort
We.->el
Emmerik
Dusseldorf
0.78 0.75
0 87 0.88
1.91 1.90
211 2.0fi
3.05 1.03
246 2 00
-0.08 0.10
1.61 1.53
0.06 0.02
-0.27 -0 36
0.98 0.88
0.95 0.87
Nijmegen 7.59 7,52
St Andries 2.38 2.29
Arnhem 7.62 7.56
Vreeswijk Iw 0.25 0,28
Wester voort 8.20 8,15
Deventer 1 96 1,92
Kampen -0.11 -0.13
Ev sden 45.83 45.1:2
Grevenblcht 27.54 27.49
Venlo 10.72 10.74
Grave (sluis) 3.81 3,48
St Andries 0.74 0.72
Gorkum 0.00 0,00
Dordrecht 0.00 0.00
HOOGWATER NED. ZEEHAVENS
(Oude Amsterdamsche ttfd)
7 Sept
Deifzijl 10.28 23.02 Hellevoetsl 2.08 14.31
Terschelling 7.46 20.14 Willemstad 3.05 15.21
Hariingen 8,35 21.00 Brouwersh. 1.20 13,43
Den Helder 6.05 18.55 Zierikzee 1.58 14.10
I.lmuiden 2.18 14.41 Wemeldinge 2.17 14,34
Hoek v. Holl. 1.25 13.51 Vlissingen 0.34 12.42
Scheveningen 2.45 15.11 Teraeuzen 1.04 13,16
Rotterdam 3.34 15.35 Hansweert 1.46 13,53
Een rond blauw bord
met witte fiets (langs
rijwielpaden) bétee-
kent, dat wielrijders
uitsluitend op het
fietspad moeten rij
den. Een rond bord
(roode rand, zwarte
fiets) geeft aanVer
boden voor rijwielen.
Dit laatste bord is
VISSCHERIJ
VLAARDIN'GSCHE HARINGVISSCHERIJ
Overzicht van de Vlaardingsche schepen die
dit jaar aan de haringvisschern' deelnemen, het
aantal reizen en de kantje,, haring (kolmaatjea
inbegrepen) welke reeds zjjn aangevoerd.
,r t Aantal KantjeS
Merk Schipper reizen haring
VL 3 Th. v. Zwleten 5 1409
VL 14 Jb. Rog 2 663
VL 16 C. van Ree 1 273
VL 17 Joh. Schouten 3 719
VL 20 H. Struy3 3 647
VL 25 W. Spanjersberg 2 778
VL 27 P. den Heyer 3 656
VL 29 G. Brouwer 2 li>97
VL 39 D. Poot 2 10S8
VL 41 G. Koensdregt 3 836
VL 47 A. v. Noort 5 10'7
VL 49 M. Westerdtik 2 417
VL 60 D. v. Santen 1 695
VL 66 J. Rog 1 442
VL 61 A. Don 3 922
VL 70 P. Keus 2 6''2
VL 71 A. Wane naar 2 496
VL 73 L. Muls 5 Tf'O
VL 78 H. v. Zelm 1 476
VL 79 P. Groeneveld 4 t6S
VL SO C. v. Oosten 6 1309
VL 83 Alb. v. Emden 4 682
VL 84 G. v. d. Snoek 3 797
VL 85 A. Visser Jz 5 688
VL 86 S. Broek 5 Tl9
VL 89 A. Bot 2 685
VL 97 C. Storm 3 102114
VL IJS L. Muls Jr. 2 698
VL 112 H. Krulniger 1 493
VL 114 T. Eygenraam 5 719
VL 115 L. v. Gyzen 1 255
VL 121 J. v. Zwieton 3 831
VL 130 H. J. v. Leeuwen 2 866
VL 132 H. Plugge 1 476
VL 142 C. Poot Azn. 1 493
VL 150 P. v. BrandwUk 3 1147
VL 155 A. Korpershoek 1 408
VL 156 S. van Hoogteylingen 1 610
VL 160 J. v. d. Pijl 2 468
VL 166 J. Bos 1 S74
VL 167 H. v. Roon 6 750
VL 172 C. Poot S 736',4
VL 180 A. Poot lil. 1 459
VL 19J J. Goedknegt 6 115fi»4
VL 195 A. Poot 4 669
VL 196 W. Schaar 1 340
VL 197 A. v. Roon 6 803'4
VL 199 Adr. Visser 3 1338
VL 203 D. v. Haren Sr. 3 645
VL 204 W. v. Zelm 6 926
VL 205 A. v. d. Zwan 3 687
VL 206 D. de Hond 1 476
VL 207 H. Woensdregt 2 816
VL 208 D. v. Haren Jr. 5 '323V4
VL 216 A. Visser Jz. 2 4 42
VL 217 Jb. v. Minnon 1 610
Totaal 56 schepen 157 39.857^4
Bovenstaande opgaaf loarpt tot 31 Augustus.
atjes
zijn
Op 31 Aug 1933
9104 knntje0 kelim
aangevoerd. Hoewe
ren door 55 schepen. 57
65 kantjes haring en
is, totaal 36.269 kantjes
van«r-ten in 1933 reeds
'ter waren dan In 1932. blijkt dat dit Jaafl
meer ls aangevoerd. Toch z"un de aanvoo
in de laatste weken niet zoo groot.