«om Kolonisatie in Nieuw-Guinea Nuttle's Vader MAANDAG 23 JULI 1934 Zijn er kolonisatie-mogelijkheden voor Europeanen op dit eiland? De voorbereiding eischt echter nog een aantal jaren van onderzoek en organisatie IVoorloopig zou kolonisatie van andere gebieden van Indië zijn te bevorderen Er is den laatsten tijd veel gesproken I over Kolonisatie in Nieuw-Guinea, het uit- j gestrekte meest oostelijke Nederlandsch be- j zit in den Indischen Archipel. I De berichten, die er over binnen kwamen, I waren in het .algemeen niet gunstig. Dat I dipéete kolonisatie tot weinig bevredigende j resultaten leidde voor de betrokkenen en voor het land, scheen er uit te mogen wor den afgeleid. ïntusschen, de zaak is daarmee niet uit. Kolonisatie is nu eenmaal een werk van I vele offers en langdurige voorbereiding der omstandigheden, die zoo moeten worden, dat ze redelijke kansen op welslagen bieden aan degenen, dié ook zelf deugdelijk voorbereid ten slotte het wagen om een volksplanting te ondernemen of zich daarin te begeven. De kolonisatie van Nieuw-Guinea wordt Van waarde geacht zooveel voor de bevol- I king der overbevolkte gebieden in Oost- I Indië als voor degenen, die hier te lande j om' allerlei redenen buiten onze grenzen I meenen een bestaan te moeten zoeken. Tot degenen, die zich voor deze dingen interesseeren, behooren het Indo-Europeesch Verbond en de Vaderlandsche Clul». Dat is gebleken uit de instelling van een speciale j studiecommissie, die in Februari j.l. een I zeer interessant rapport heeft uitgebracht. 1 Het is echter niet bij studeeren gebleven. In opdracht van de V. Club heeft voorts Dr. P. Vrijburg, een Indisch landfcouw- I expert, eigenaar van een groote veeboerderij in de Preanger, ter plaaise een onderzoek ingesteld. Hij heeft langs de Noordkust van N.-Guinea een langdurige studiereis ge maakt, de reeds bestaande kolonisatie on derzocht en voorts bijzondere aandacht ge schonken aan nieuwe kolonisatiemogelijk- heden op beter grondslag. De studie-commissie en Dr Vrijburg acht ten het vraagstuk van de ontwikkeling van en de kolonisatie in Nieuw-Guinea én voor Ned.-Indié èn voor Nederland van zoodanig gewicht, dat naar hun oordeel in de eerste plaats de pers daarover volledig diende te Worden ingelicht. De gelegenheid daartoe is er dezer dagen geweest. Op die bijeenkomst heeft de heer L. H. W. van Sandick, oud-lid van den Raad van Ned.-Indië en Voorzitter van voormelde Studie-commissie inlichtingen ge- I geven over de Staatkundige beteekenis van de ontwikkeling van Nieuw-Guinea, terwijl j Dr B. Vrijburg de resultaten van het I door hem ingestelde onderzoek heeft be- I sproken. Aan beider uiteenzettingen willen we kort een en ander ontleenen. De heer v. Sandick vroeg eerst de aan- 'dacht voor het bevolkingsvraagstuk. Jaarlijks vermeerdert de bevolking in Ne derland met 100.000 zielen, op Java en Ma- doera met 000.000 zielen en in het Japan- sche rijk met ongeveer een millioen zielen. Men moet voor die vermeerdering van be volking bestaansmogelijkheden zoeken naast die voor de reeds aanwezige bevolking. En dat terwijl we midden in een geweldige crisis leven, die aan de openbare geldmidde- I len enorme eischen stelt en in Indië, even als elders, tot groote verlaging van het levenspeil geleid heeft. In Indië echter in I veel sterker mate dan hier te lande. Japan tracht zich te redden door ver- I meerdering van export van goederen en van menschen. i We komen er echter op deze wijze niet. Er zullen meer en andere maatregelen noo- dig. Een dier maatregelen kan zijn emigra tie en kolonisatie buiten het land. Voor ons land komen in aanmerking Su- j riname en Nieuw-Guinea als streken waar volksplantingen kunnen ontstaan die de reeds aanwezige bewoners niet hinderen. I Voor Java en Madoera, met een bevolkings dichtheid van 308 zielen per km2, komen in I aanmerkjng de buitengewesten met een be volkingsdichtheid van 10,33 zielen per km2. Japan zendt zijn overtollige bevolking, zoo wel mannen als vrouwen, naar alle streken j der aarde, waar zij nog toegelaten worden; J bovendien zoo mogelijk met toepassing van een zekeren dwang, waar zulks practisch mogelijk is. Dat is verkeerd, maar we kun- üas er weinig tegen doen. De mogelijkheden van Nieuw-Guinea. Nieuw-Guinea ligt zoo goed als leeg in de betrekkelijke nabijheid van Java en Madoe ra en van Japan. Bovendien kan Nieuw- Guinea grondstoffen leveren aan Nederland, Ned.-Indië en aan Japan, voor de achter blijvende bevolking, welke grondstoffen vooi hun industrieën kunnen worden ge bruikt. Ten slotte is de ligging van Nieuw Guinea aan de Pacific uit een staatkundig oogpunt van groot belang. Wat moet allereerst voor Nieuw-Guinea gedaan worden: Het antwoord is: „Dit land helpen aan een goed bestuur". liet bestuur over Nederlandsch Nieuw- Guinea moet ge\oerd worden ten bate van land en volk. Nederland is verantwoordelijk voor een goed bestuur. Tot op heden kun nen wij niet zeggen dat ons Nieuw-Guinea goed bestuurd wordt. Onder een behoorlijk bestuur zouden wantoestanden als bestaan bij de kolonisatie te Manokwari niet hebben kunnen ontslaan. De regeering van N.-l. kan niet volstaan met een politiek van wei nig doen en daarbij ongeschikte ambtenaren op verwijderde plaatsen te werk stellen zon der behoorlijke controle. Beter geen bestuur dan een slecht bestuur. De ligging van Nieuw-Guinea aan de Pa cific, met zijn vele problemen, dwingt ons tot een goed bestuur van land en volk. Daarvoor is noodig kennis van land en volk. Aan die kennis ontbreekt nog veel, z.oodat vermeerdering van die kennis met kracht moet worden bevorderd. Eigenlijk weten we van N.-Guinea nog maar heel weinig. Het kustgebied kennen we, maar het binnenland is ons nog grootendeels ge heel vreemd. Noodig is daarom onderzoek, exploitatie van deze uitgestrekte onbekende wereld. Mits behoorlijk georganiseerd, zullen de kosten daarvoor nog wel te vinden zijn. Nederland kan dat' nog wel betalen, meen de de heer v. Sandick. Met Nederland be doelde hij blijkbaar den" Nederlandschen Staat. Die moest de kosten tijdelijk voor schieten aan het Indische bestuur. Hier ligt o. i. een teer punt, althans in dezen tijd. De Nederlander heeft, zoo betoogde de heer v. Sandick verder, evenveel recht op N.-Guinea als de volken van Ned.-Indië. Echter werd er aan toegevoegd, dat als tro pisch volk de Javanen betere kansen heb ben om zich op N.-Guinea een bestaan te venverven dan de Nederlander. Daarom moeten Nederlanders ook maar niet onvoorbereid op staanden voet naar Nieuw-Guinea vertrekken om er zich als kolonist te vestigen. Er moeten vooraf mo gelijkheden geschapen worden; onderzocht dient allereerst of deelen \an Nieuw-Guinea geschikt te maken zijn \oor kolonisatie door Nederlanders. Het is best mogelijk dat nerst over tien jaar aan daadwerkelijke be hoorlijke kolonisatie door Nederlanders te denken valt. Onderzoek en organisatie zijn daartoe als voorbereidend werk onmisbaar. Met de voorbereiding van die organisatie behoort nu reeds begonnen te worden Wil men bij de pakken neerzitten, dan mogen wij ons niet beklagen, dat anderen men spreekt in dit verband over Japan over Nieuw-Guinea willen beschikken. Dit kan ten bate zijn van het land Nieuw- Guinea, doch het is te vreezen dat het niet ten bate zal zijn van den Papoea en van Nederland. Maar we behoeven niet stil te zitten. Dr. Vrijburg heeft een plan waarover nader om te beginnen met kolonisatie van Ne derlanders in een gebied met een klimaat, dat niet het onze meer overeenkomt dan dat der kustgebieden van Nieuw-Guinea. Later moet dan getracht worden in meer gezonde streken van Nieuw-Guinea, hooger op dus, kolonisatie te ondernemen. Wat de voorkeur verdient. Dr. Vrijburg zou voorloopig de kolonisatie van Nederlanders naar de Daïrilanden op Sumatra, bij het Tobameer, in de Batak- landen dus, willen leiden. Dit gebied ligt op een hoogte van 1200 M. en is te beschouwen als een gezonde streek, waarin onze men schen zeer wel leven kunnen. Er. kan dan worden bewezen, dat een kolonisatie door Nederlanders uit Nederland op bepaalde voorwaarden in de tropen mogelijk is. De lessen die de ervaring geeft, kunnen wij ons ten nutte maken. De heer v. Sandick besloot met\ nogmaals het groote staatsbelang (dus van het Ne- derlandsche Rijk in en buiten Europa) van de kolonisatie door Nederlanders, eerst van de Daïrilanden, daarvan van Nieuw-Guinea in het licht te stellen. Het Nederlandsche volk moet dat weten. Blijkt alles tevergeefs, dan is de vrees misschien niet geheel on gegrond, dat Nederland Nieuw-Guinea op de duur niet zal kunnen behouden. Doch ik wil aannemen, zoo eindigde hij, dat het zoover niet komt, wanneer slechts liet na tionale geweten kan worden wakker ge schud. - EX.-SURNUMERAIR REG. EN DOMEINEN In November en December zal te 's-Graven- hage worden afgenomen het vergelijkend exa men voor surnumerair der registratie en do meinen voor 15 plaatsen. De verzoeken om toe lating tot dit examen moeten vóór of uiterlijk 1 Aug. bij het departement ven financiën zijn TUSSCHEN AM STEL EN IJ DE NIEUWEAMSTERDAMSCHE BEGROOTING De bezuiniging bij het Openbaar Onderwijs De Almitento nadert haar voltooiing (Van onzen Amsterdanischen redacteur) De nieuwe begrooting van wethouder Rus tige is een leerzaam stuk voor doctrinaire optimisten in en buiten den Raad, wien men liet maar niet aan het verstand kan bren gen, dat de „crisis" nog niet voorbij is. Vooral de heer de Miranda heeft in de laat ste acht maanden nog al eens beweerd, dat we het ergste gehad hebben. Dc nieuwe begrooting leert het wel anders. Ze is circa 10 millioen lager dan de ten slotte goedgekeurd ibegrooting van 1934, en ze opent, naar te vermoeden viel, een weinig opwekkend perspectief. Voor een goeden gang van zaken is het voor den Raad noodig, de door B. en W. uitgestippelde lijnen te volgen. Met moties, waarmee sociaal-democraten en communis ten erg gul zijn, is de stad niet te besturen. Deze situatie schept intusschen telkens weer bijzondere (moeilijkheden niet alleen voor de raadsleden, maar ook voor bet College, omdat het, bij wijze van spreken, elk vrijgekomen dubbeltje naar zich toe haalt, ten einde daarmee altijd weer gapen de tekorten te dekken. Zoo moot het Gemeentepersoneel krachtens wettelijke verplichting 1V2 meer pensioen storten, hetgeen een bedrag van rond 6.3 ton uitmaakt. Volkomen begrijpelijk is nu de redeneering van sociaal-democratische en van roomsch-katholieke zijde: Dit bedrag, heeren van het College, behoeft U het perso neel toch niet te laten betalen, de Regeering verplicht U hiertoe niet! Geef het aan het Gemeentepersoneel om de arbeidsvoorwaar den te verbeteren, zei de heer Pothuis van de roode fractie; bestem het om de zwaarst getroffenen, de groote gezinnen, te helpen, vroeg Mr. Rom me, de roomsche leider. Met dit laatste standpunt kan ik mij ge heel vereenigen. Verleden jaar, bij de herziening der loonen en salarissen, is onrecht begaan tegenover bepaalde groepen van het personeel, die be halve het algemeene offer nog een extra offer moesten brengen, waarvoor geen reden was. Het totale bedrag wat nu eenmaal op de loon- en salarisuitgaven moest worden be spaard, had naar verhouding gelijkelijk moe ten drukken. Wel hebben B. en W. toen deze ongelijke behandeling willen bedokteren met een kindertoeslag, maar de Raad heeft die afgestemd, en zoo kregen de zwaarst getrof fenen toch weer geen „soelaas" zooals Mr. Romme deze tegemoetkoming noemt. Billijk en rechtvaardig zou nu toch ge weest zijn de vrijkomende 6.3 ton hiervoor aan te wenden. „Neen", zei wethouder Kropman Donderdagavond, „dat gaat niet: we hebben geen geld". Maar dat is het lied van eiken dag! Als men het er niet „af neemt" .is de 6.3 ton toch weer een druppel op de gloeiende plaat. Dat bleek trouwens den volgenden mor gen, toen wethouder Rustige de journalisten in persconferentie over de begrooting ont ving. De 6.3 ton waren gereserveerd ten gunste van de begrooting voor 1935. Deze. handelwijze acht ik uit sociaal punt niet verantwoord en te hopen is, dat B. en W. op hun schreden terugkeeren, en de groote gezinnen een billijke en rechtvaardige tegemoetkoming verstrekken. Men mag niet on noodig hard zijn! Met liet openbaar onderwijs staat de zaak andere. Ook bier zijn het de „vernielende" tijdsomstandigheden, zei wethouder Vos, die tot bezuiniging noodzaken. Het is zeer te betreuren, dat circa 1000 onderwijzers en onderwijzeressen in den laat sten tijd overbodig zijn geworden. Maar voor eerst staan deze menschen niet aan den dijk, want zij genieten wachtgeld, ook al zouden ze vanzelf sprekend veel liever hun geld in vol salaris willen verdienen. De bezuinigingen bij het openbaar onder wijs beteekenen evenwel het fiasco van de sociaal-democratische onderwijs-politiek, die de uitgaven buitensporig hoog opdreef. Voor het „volkskind", heette het altijd weer, was niets goed genoeg en daarom moesten de klassen zoo klein mogelijk zijn, de duurste leermiddelen aangeschaft en de schoolgebouwen nagenoeg luxueus zijn. Het aantal onderwijzeres moest zoo groot moge lijk wezen, want onderwijs was het eenige wat men het volkskind kon meegeven; voor elk denkbaar onderwijssysteem bovendien een school; curssussen voor alles en nog wat, de „moeder-onderwijzeres" voor de klas, ook al verzuimde ze schrikbarend veel; bo ventallige onderwijzers schier zonder tal, enz. Stonden in een nieuwe buurt een paar huizen, dan aanstonds besloten tot den bouw van een nieuw schoolpaleis, ook al waren in de directe omgeving meer kippen dan kin deren. Ondanks den gestadigen groei van het bijzonder onderwijs bouwde men hier maar openbare scholen! De liberalen maakten het in vroeger da gen al bont, door het openbaar onderwijs kosteloos te laten geven, teneinde zoo het opkomend bijzonder onderw-'js te fnuiken, de sociaaldemocraten, die hen in de machtspositie vervingen, deden overal een flinke schep op. De ouders moesten later, krachtens de Onderwijswet-de Visser school geld betalen, welnu, ze kregen het school geld dubbel en dwars terug. Het blijkt nu, dat in enkele maanden tijds ruim 60 openbare lagere scholen konden worden gesloten, het meerendeel buiten ver band met de opvoering van het aantal leer lingen per klas. De 21 scholen, waarmee men tegen het voorjaar begon .bleken nage noeg leeg. Alleen de communisten hebben zich toen tegen de sluiting verzet. Nu er weer 41 scholen worden gesloten, moet men niet denken aan volgepropte loka len in de andere scholen, waarin onderwij zers noch kinderen zich kunnen bewegen. Wethouder Vos heeft het tegenoverge stelde bewezen. Neen, nu wordt de toestand langzamerhand zooals die bij het bijzonder ook na 1920 was. Het gemiddelde van 42 leerlingen wordt nu bereikt en daardoor ook op onderwijs gebied het walletje bij het schuurtje gehouden. Dat is de goede" kant van de bezuiniging. Jammer is alleen, dat deze niet geleidelijk, vroeger al, is doorge voerd, maar thans, tot schade van velen, moet worden doorgezet, ook al neemt de meerderheid van den Raad moties yan onwil aan. De „Almitento" nadert langzamerhand haar voltooiing. Men weet dat hieronder wordt verstaan de Algemeene Middenstands tentoonstelling, die hier van 30 Augustus tot 9 September in het R.A.I. gebouw wordt gehouden. Naar het Uitvoerend Comité mij mededeel de, is alle ruimte ongeveer volgeboekt en belooft de expositie, die vooral beoogt te zijn een moreele steun voor den midden stand, zeer interessant te worden, zoowel voor den zakenman als voor den leek. Men verwacht druk bezoek en gelijk met de Almitento worden eenige Middenstands congressen gehouden. Er is derhalve alle reden tot bezoek op te wekken. FRISO. Gemengd Nieuws. Doktershulp in volle Zee Te Plymouth arriveerde het Nederland sche stoomschip „Venezuela" van de KNSM, dat de voldoening mocht smaken, kort te voren te hebben bijgedragen tot het behoud van het leven van een der officieren van het Engelsche vrachtschip „Maidenhead". In den Atlantischen Oceaan ving de „Vene zuela" een draadloos verzoek om hulpver leening op van het te Londen thuis behoo- rende vrachtschip „Maidenhead", waarvan de eerste- machinist ziek was en in ernsti- gen toestand verkeerde. De „Maidenhead" vroeg een dokters-advies en nadat de scheeps arts van de „Venezuela", dr Van der Sluy draadloos oe symptomen van de ziekte had gevraagd, seinde hij, welke medicijnen den patiënt moesten worden toegediend. Het bleek echter al spoedig, dat de „Maiden head" deze medicijnen niet aan boord had, waarop de beide schepen elkaar tegemoet stevenden en dr Van der Sluys zich boord liet brengen van het Engelsclie vracht .schip, waar liij den eersten machinist per- sbonlijk behandelde en de noodige medicij nen alsmede verdere vérplegings-voorschrif- ten achterliet. Van Engelsche zijde wordt verklaard, dat de patiënt er ernstig aan toe was en ver moedelijk het leven dankt aan de behande ling van den Nederlandschen scheepsarts. Duiker breekt nekwervel Ernstig ongeval bij Reeuwijk In de zwemgelegenheid in de plas Elf hoeven bij Reeuwijk is de 27-jarige J. den Edel, wonende Tuinstraat to Gouda, bij het duiken met zijn hoofd op een andere zwem mer terecht gekomen. Hij verdween in do diepte en kwam niet meer boven. Een vriend van hem, J. Signer, dook hem na en slaagde er in den man boven water en aan den kant te brengen. Het medisch onderzoek, waartoe dr. Van Elk uit Gouda werd geroe pen, wees uit, dat Den Edel een nekwervel had gebroken. Per auto van den G.G.D. is hij naar het Van Iterson Ziekenhuis ver voerd, waar hij Zondagmorgen is overleden. Het slachtoffer was gehuwd en vader van een kind. ERNSTIG MOTORONGELUK Te Overschie heeft een ernstig motor ongeluk plaats gehad. De 21-jarige motor rijder P. S. reed door tot nu toe nog onbe kende oorzaak tegen de gesloten tolboom op. Hij werd van zijn motor geslingerd en ernstig gewond. Nadat de eerste hulp ver leend was is hij in zorgwekkènden toestand door den behandelenden geneesheer was een hersenverbloeding geconstateerd per Roode Kruis-auto naar een der ziekenhui zen te Rotterdam vervoerd. DINSDAG 24 JULI HUIZEN 301.5 M. K.R.O. 8.00—9.15 Morgenconcert. 10.0010.30 Gramofocomuziek 10.3011.00 Muziekuitzending voor fabrie- 11.00—11.30 Gramofocomuziek. 12.15—1.45 n.ra. Lunchconcert op gramo- foonplaten. 2.00— 3 00 Vrouwenuurtje. 3.00—3.15 n.m, Gramofoonmuziek. 3.15—3.30 Zangrecital door Tosca v. d. Burg. 5.15—5.45 n.m. Orgelconcert door Alphons Dreissen op Cinema-orgel in de Standaard- fafcridken te Schiedam. 5.45—6.15 n.m. ,,'n Muzikale Tournée door Europa". VI. Spanje. 6.15—6.45 n.m. Vervolg van het orgelpro gramma door Alphons Dreissen. 6.45—7.00 n.m. Gramofoonmuziek. 7.15—7.35 n.m. „Het Achtste Eeuwfeest van de Abdij van Berne", door Pater Dr. H. Heyman O. Praem. 7.35—7.50 n.m. Gramofoonmuziek. 7.50—<8.20 n.m. Onkest o.l.v. Pierre Rei- 8.20—8.30 n.m. Gramofoonmuziek. 8.30-8.35 n.m. Vaz Dias. 8.35—9.15 n.m. Solistenconcert door Orkest. 9.15—9.30 n.m. „Het Eiland van Isis". De Nacht der Tranen. Voordracht door H. v. d. Eerenbeemt. 9.30— 9.45 Vioolsolo door Jo Juda. 9 45—10.00 n.m. Gramofoonmuziek. 10.00-10.30 n.m. Orkest o.l.v. Pierre Rei- 10.30-10.35 n.m. Vaz Dias. 10.35—12.00 n.m. Gramofoonmuziek. HILVERSUM 1875 M. A.V.R.O. 8.019.00 Gramofoonmuziek. 9.00—10.00 Ochtendconcert door het ensem ble Rentmeester. 10-01 10.15 Morgenwijding. Lezen: Lucas 7 36—50. Zingen: Gezang 45 1 en 2. Psalm 107 1. 10.1510.30 Gramofoonmuziek. 10.30—11.00 Voortzetting ochteniconcert. 11.00—11J0 Kook- en bakpraa'.ie door mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Ijs ma- 11.3012.15 n.m. Gramofoonmuziek. 12.15—1.45 njn. Lunchconcert. 1 45—2.00 njn. Gramofoonmuziek. 2.00—3.00 n.m. Orgelconcert door Frans Hasselaar. 3.00—4.00 n.m. Kovacs Lajos en zijn orkest. 4.154.30 n.m. Gramofoonmuziek. 4 30—5.00 njn. Radiokinderkoorzang o.l.v, Jacob Hamel. 5.00—5.30 n.ra. Voor kleinere kinderen, door Suze Wintershoven. 5.30—7.40 n.m. Dinerconcert. 7.408.00 n.m. Causerie door Mr. K. Jan* sma, secretaris v. d. Zuiderzeeraad. „Waar om verdere inpoldering der Zuiderzee?". 8.01-8.05 n.m. Vaz Dias. 8.05—9.10 njn. Operette-concert door „Da 9.3010.30 n.m. Aansluiting met het Kur- haus te Soheveningen. Fransch concert door het Residentie-orkest. 10.30—11.00 n.ra. Gramofoonmuziek. 11.00-11.10 non. Vaz Dias. 11.10 njn.—12.00 Kovacs Lajos en zijn or* kest. BUITENLAND 5.20 n.m. Brussel (Vlaamsch) 321.9 M.« Concert. 6.05 n.m. Kinderuurtje. 6.50 n.m. Gramofcommuziek. -8.20 n.m. Con cert door orkest. 1.20 n.m. Daventry 1500 M.: Orgelconcert, 2.00 njn. Orkestconcert. 3.20 n.m. Or kestconcert. 4.50 njn. Concert door Trio. t 6.55 n.m. Concert. 7.50 n.m. Concert door solisten. 8.20 n.m. Concert door so listen en orkest. 5.40 n.m. Keulen 455.9 M.: Concert door Trio en soliste. 8.20 njn. London Reg. 342.1 M.: 12.50 n.m. Concert. 1.50 n.m. Gramofoonplaten. 2.20 n.m. Concert. S.20 n.m. Concert door solisten. 9.20 njn. Werken van A. Rey nolds en Haydn Wood door orkest o.l.v. de componisten. 8.35 n.m. Midland Reg. 391.1 M.: Concert door Stafmuziek. 9.35 njn. Concert door orkest. DOOR AUTO OVERREDEN Te Nijmegen is het twee-jarig zoontje van den heer V op den Heyendaalschen weg toen het plotseling den weg overstak, door een auto van den heer H. uit Nijmegen gegre pen. Het kind kreeg een ernstige hoofd wonde en inwendige kneuzingen aan het onderlijf. Het ventje werd naar het Cani siusziekenhuis overgebracht waar het in den loop van den avond is overleden. Te Wolvega is op den Heerenveenschen weg het zeven-jarig zoontje van den heer T. Holwenta in de nabijheid van zijn wo uing door een auto overreden. Het knaapje werd opgenomen met een ernstige hoofd wond en gebroken beenen en is naar het ziekenhuis overgebracht, ONGELUK IN CIRCUS Te Tilburg heeft de 18-jarige circus acrobaat van de Chineesche Acrobatentroep, die in het cabaret op Klein Venetië op de tentoonstelling te Tilburg optreedt, een ern stig ongeluk opgeloopen. Vóór iedere voor stelling liet do man zich aan zijn haren langs een kabel van de tentoonstellingstoren naar het attractie-terrein zakken. Zaterdag middag schijnt de kabel iets gerekt te zijn. De man sloeg in volle vaart tegen de leu ning yan de brug over dc vijver on Klein Venetië. Met een bekkenfractuur en een beenbreuk is hij, nadat hem geneeskundige hulp was verleend, naar het St. Elisabeth- ziekenhuis overgebracht. NAAR ZEDDAM IN DE VACANTIE! Aan den voet van het oude Montferland ligt Zeddam, vroeger een eenvoudig, simpel heidedorpje, thans een plaats, welke de polsslag van den tijd heeft gevoeld en zich heeft aangepast aan veranderde omstandig heden. Zoo neemt jaarlijks de stroom van natuurliefhebbers naar Zeddam toe. Geen wonder. Montferland is een stuk ongerept natuur van zeldzame schoonheid. Een onge rept brok natuur, dat nog niet geschonden is door reclame makende en schreeuwende exploitanten. Een stuk natuurschoon, dat nog zijn eigen cachet bewaard heeft en bewaren zal. Hier vindt de bezoeker met recht rust en kan de stedeling met volle longen Je zuiverende dennenlucht inade men; hier kan men zich ongestoord neer zetten en staren in de geheimzinnige koepe- ling der hooge beuken; of verrast staren op een ver panorama, dat zich plotseling voor het oog ontvouwt Dit is juist het kenmerkende van deze streek. Gij kunt er met de modernste ver voermiddelen komen, maar zij brengen u slechts tot aan de poort van dezen groenen tempel. Daar zult gij, verwende mensch, uw stroomlijnwagen of touringcar moeten verlaten en te voet verder dwalen en ge dwongen zijn de rust van het woud en bet gezang der vogels te eerbiedigen. Een oogenblik zult gij verbaasd zijn, maar dan zult gij verder dwalen en uren van onge kend genot beleven. Daarom: ga in uw vacantie eens naar Zeddam. Ge zult er geen spijt van hebben! .(Adv.) Mijnheer Pimpelmans gaat paardje rijden door G. Th. ROTMAN 'IILj1| 23. Met hevig gekletter vielen de fles- schen op de steener te pletter. Nu, je weet allemaal, dat chloroform een verdoovend middel is, en het gevolg was dan ook, dat alle voorbijgangers subiet bewusteloos op den grond vielen, mijnheer Pimpelmans en zijn schimmel incluis. Zonder boe of bah te zeggen lagen ze allemaal op en over elkaar. 24. Alle overige menschen, die in de buurt waren, sloegen op de vlucht, niet an dere denkende, of er was plotseling de een of andere vreselijke ziekte uitgebroken. Een politieagent echter naderde vol doodsverach- (Wordt Woensdag vervolgd) i"- FEUILLETON UIT HET ENGELSCH VAN CHARLOTTE M. YONGE (7 Op den lsten Jul ja hier heb ik den 'datiun, kwam er een telegram aan het hotel om tegen den avond kamers gereed te heb ben voor lady de Lyonnais en den heet Egremont. Het geheele plaatsje wist het en een of andere bemoeizieke dame kwam eens klaps ofl Alice af en vertelde ruw en gro' dat zij kwamen om haar rekenschap te vragen van haar gedrag. Kapitein Egremont vond haar schreiende, ia den vreeselijksteri angst en zij begreep nauwelijks wat hij tof, haai' zei, zij meent dat hij haar voorstelde haar aan boord van de Ninon te beschermen Ivoor lady de Lyonnais' eersten toorn, ter- wijl hij en mevrouw Houghton de zaken uitlegden; maar zij weet het niet rechL want zij was buiten zichzelf van schrik; zij wist alleen dat hij vriendelijk en zacht voer haar Was in haar verlegenheid en dat zi> aan niets dacht dan aan ontkomen. O, ik zeg niet dat zij geen schuld heeft. Natuurlijk was het 't verschrikkelijkste en gevaarlijk-, ste dat zij doen kon en" de goede oude dame was geheel van streek, en lady Kor- kaldy had tranen in de oogen toen zij zeide: „Het was vreeselijk dwaas, maar zij werd beschermd". „Ja, haar onschuld werd, Godc zij dank, beschermd", sprak juffrouw Headworth met vuur. „Zooals ik u vertelde, wist zij, dat mijnheer en mevrouw Hougthon aan boord waren en mevrouw Houghton was 'n waar lijk goede beschermster, die haar vertrou wen verdiende, schoon de ongelukkige vrouw mij meedeelde, dat haar eigen ge drag niet onberispelijk was geweest". „Hoe lang duurde het, voordat u van haar hoorde?" „Er kwam een ijzingwekkende brief van mijnheer Egtemont, waar het salaris, dat ze nog moest hebben, was ingesloten, en verder hoorde ik in zeven maanden niets. Ik ging naar het eiland Wight en deed alle mogelijke navragen, maar de bonne en de kinderen waren onmiddellijk vertrokken, en ik kon geen spoor van hen vinden". „En zij uw nichtje schreef dus niet". „Zij was bang, het arme kind. Zij had zich nooit op haar gemak gevoeld bij mij. Haar moeder had haar geleerd mij streng en hardvochtig te noemen, en in dien tijd stortte zij haar hart nooit bij mij uit. Daar enboven had hij het haar verboden. Ten laatste kwam er in Januari een brief van deze mevrouw Houghton, waarin ze me mee deelde, dat mijn Alice te Dieppe zwaar ziek lag, dat zij niets hoorden van haar echt genoot, kapitein Egremont, met wien zij den 20sten Juli te St. Philippe op Jersey ge trouwd was, en dat zij zelve genoodzaakt was bijna onverwijld Dieppe te verlaten; maar zij wilde, zoo mogelijk, tot mijn aan komst wachten, omdat mevrouw Egromont niet in een toestand was om alleen gelaten te worden. Mijn lieve vrienden, bij wie ik toen woonde, waren zoo welwillend mogelijk, en lieten mij vrij om te gaan. Ik was er binnen drie dagen, en waarlijk het lieve, mooie, vroolijke meisje, dat ik een paar jaar geleden voor 't laatst gezien had, zag er uit om medelijden mee te hebben. Mevrouw Houghton scheen zeer bedroefd haar te moe ten verlaten en meende dat er weinig kans was dat zij zou blijven leven; maar mijnheer Hougton, die, naar ik vrees, een onverbeter lijk speler was, was in een of andere moei lijkheid geraakt, en naar Parijs gegaan, waar zij beun moest volgen. Zij vertelde mij de geheele zaak, en hoe zij, terwijl kapitein Egremont zich verbeeldde dat een huwelijk op de Kanaaleilanden niet verbindend was, gezorgd bad dat de formaliteiten in alle op zichten aan de wet voldeden. De arme Alice bad wel is waar dwaas en verkeerd gehan deld, maar zij had de beste zijde van de na tuur dier ongelukkige vrouw doen ontwa ken, en geen moeder kon zorgvoller en har telijker voor haar geweest zijn. Zij gaf mij de akte hier is ze en verzekerde mij dat zij geldig was. Ik 'heb ze aan een rechtsge leerde laten zien en die zeide hetzelfde; maar toen ik een afschrift aan den heer Egre mont stuurde kwam mijn brief ongeopend „Kapitein Egremont had het huwelijk ontkend en zij geloofden hem," zei Ladv Kirkaldy. „Het is moeilijk te gelooven dat hij zoo gewetenloos kon zijn, maar hij zat on der den duim van den ouden generaal Egremont, en was bang zijn erfenis te ver liezen". „Dat vertelde hij haar bij zijn bezoek te Dieppe. Hij zei dat hij zijn huwelijk geheim moest houden, maar beloofde een geldelijke toelage, op vooi"waaarde dat Alice stil te Dieppe zou blijven wonen, en geen betrek king zou onderhouden met een van haar of zijn familie. Hij had haar honderd pond ge geven, maar dat was bijna op, en zij had nooiit meer van hem gehoord. Zij was mis moedig en zoo ziek dat ik, evenmin als me vrouw Houghton, verwachtte dat zij heretel len zou. Ik bleef bij haar; zij kon niet ver voerd worden, ook al had zij er in toege stemd, terwijl zij hem voortdurend bleef ver wachten; maar ten laatste vier dagen na de geboorte van haar dochtertje kwam het bericht dat de Ninon drie maanden ge leden, met a' wat er op was, was verbrand. Ik had er tegen opgezien liet haar te ver tellen, en 't, schijnt vreemd, maar zij begon van dien tijd af te herleven. De onzekerheid en het wachten was uit. Zij zag dat hij haar niet verlaten had en geloofde dat hij haar tot het laatste toe lief gehad had. Zij schrei de veel, maar het was een kalme, natuur lijke droefheid. lik schreef toen weer, zooals ik reeds meer gedaan had aan lady Ade laide en den beer Egremont, maar kreeg geen antwoord." „Daar kan ik u de reden van zeggen", zei lady Kirkaldy. „Mijn zuster had in het na jaar naar Madera moeten gaan, en bleef daar tot haar dood in Mei. Al de brieven werden aan mijn moeder gestuurd, en zij vond het niet goed eenig bericht die zaak betreffende op te sturen of te openen. On dertusschen was mijnheer Egremont levend bij zijn familie teruggekomen en had zich gevestigd te Bridgefield Egremont. En ging u toen hier wonen?" „Natuurlijk kon ik mijn arme Alice niet weer alleen laten. Mijnheer en mevrouw Tordyec, wier dochter ik lang geleden had opgevoed, waren altijd niet mij in corres pondentie gebleven; zij wisten de geheele ge schiedenis en stelden mij voor hier te komen. Hij was toen predikant in de oude kerk, en door hun hulp en recommandatie kon ik met het kap 'aaltje dat ik bezat een schooltje be ginnen; en schoon we dat op moesten ge ven door c'e Hooge re Burgerschool, hebben we het, moet ik met dankbaarheid zeggen, gedeeltelijk door inwoning, gedeeltelijk door Alice's betrekking als gouvernante-externe, zeer goed gehad. Mijn lief kind beeft haar opgeruimdheid teruggekregen, schoon zij nooit getfeel kan zijn wat zij zeide de oude dame met. een droeven glimlach „naar mijn oordeel had moeten worden, schoon zij misschien nu beter is". „Gelooft u dat zij volkomen overtuigd is van zijn dood?" „Bedoelt u, dat. hij leeft?" riep juffrouw Headworth verslagen uit. „O! hij is nog slechter dan ik veronderstelde, dat hij al die jaren niets van zich heeft laten hooren. Is mijn ami kind in zijn macht? Moet haar vrede, nu zij dien eenmaal gekregen heeft, verstoord worden?" „Er is veel, dat in aanmerking moet Pp- noraen worden", zei lady Kirkaldy. ,.Ik moest u liever de aanleiding van mijn be zoek vertellen en u een en ander aangaande de familie Egremont meedeelen". Zij verhaalde toen, hoe kapitein Egre mont, na een korten tijd in de Lijfwacht gediend te hebben, zijn ontslag had geno men, omdat de oude generaal, wiens erfge naam hij was ,hem tot zijn dienst wilde hebben. Reeds uit zijn aard zelfzuchtig en buitensporig, had het nuttelooze leven, dat hij met den afgeleefden ouden roué geleid had, zijn betere gevoelens verstikt en hem aan verkwisting gewend, terwijl zijn schul den, zijn kostbare gewoonten, en zijn vrees om de erfenis te verliezen hem afhankelijk hadden gemaakt van den ouden generaal. Bij 't verbranden van de Ninon waren zij beiden gered, een schip uit Chili had hen opgeno men, en het had lang geduurd voor er thuis bericht van ben was ontvangen. Dc generaal had een afkeer van Engeland en was lijdend; hij had de laatste jaren zijns levens in ver schillende plaatsen op het vasteland doorge bracht, waar hij een warmer klimaat kon vinden, en tevens gemakkelijke gelegenheid om hoog te spelen. Toen hij ten laatste stierf, had kapitein Egremont het leven voortgezet, waaraan hij gewoon was geworden, en had in den laat sten tijd zijn hoop te kennen gegeven, dat zijn neef Mark dezelfde rol bij hem zou spelen, als hij bij den generaal gedaan had; maar deze, een geheel verschillende opvoe ding genoten hebbende, wilde in geen geval zich als een slaaf laten gebruiken. Zijn strenge deugd droeg de kenmerken der jonk heid, hij gevoelde weinig verdraagzaamheid voor de denkwijze van zijn oom; maar toch had hij, toen de oude man ziek, terneerge drukt pn half blind thuis kwam zich dade lijk aangeboden om hem behulpzaam te zijn in zijn zaken. En zoo had hij het huwelijk ontdekt, en aangezet door een ridderlijk ge voel voor het schoone visioen zijner kinds heid, welks plotseling verdwijnen een einde had gemaakt aan zijn vroolijkste dagen, de zaak met ijver in handen genomen. „Ik geloof gaarne, dat de jonge man braaf en edelmoedig is," zei juffrouw Head worth. „Maar aangezien hij die man nog leeft, had ik liever dat men mijn arme Alice met rust liet!" „U vergeet, dat haar dochter rechten heeft, die wel in aanmerking genomen moeten worden", (Wordt vervolgd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 3