«om
Kolonisatie in Nieuw-Guinea
Nuttle's Vader
MAANDAG 23 JULI 1934
Zijn er kolonisatie-mogelijkheden
voor Europeanen op dit eiland?
De voorbereiding eischt echter nog
een aantal jaren van onderzoek
en organisatie
IVoorloopig zou kolonisatie van
andere gebieden van Indië
zijn te bevorderen
Er is den laatsten tijd veel gesproken
I over Kolonisatie in Nieuw-Guinea, het uit-
j gestrekte meest oostelijke Nederlandsch be-
j zit in den Indischen Archipel.
I De berichten, die er over binnen kwamen,
I waren in het .algemeen niet gunstig. Dat
I dipéete kolonisatie tot weinig bevredigende
j resultaten leidde voor de betrokkenen en
voor het land, scheen er uit te mogen wor
den afgeleid.
ïntusschen, de zaak is daarmee niet uit.
Kolonisatie is nu eenmaal een werk van
I vele offers en langdurige voorbereiding der
omstandigheden, die zoo moeten worden,
dat ze redelijke kansen op welslagen bieden
aan degenen, dié ook zelf deugdelijk
voorbereid ten slotte het wagen om
een volksplanting te ondernemen of zich
daarin te begeven.
De kolonisatie van Nieuw-Guinea wordt
Van waarde geacht zooveel voor de bevol-
I king der overbevolkte gebieden in Oost-
I Indië als voor degenen, die hier te lande
j om' allerlei redenen buiten onze grenzen
I meenen een bestaan te moeten zoeken.
Tot degenen, die zich voor deze dingen
interesseeren, behooren het Indo-Europeesch
Verbond en de Vaderlandsche Clul». Dat is
gebleken uit de instelling van een speciale
j studiecommissie, die in Februari j.l. een
I zeer interessant rapport heeft uitgebracht.
1 Het is echter niet bij studeeren gebleven.
In opdracht van de V. Club heeft voorts Dr.
P. Vrijburg, een Indisch landfcouw-
I expert, eigenaar van een groote veeboerderij
in de Preanger, ter plaaise een onderzoek
ingesteld. Hij heeft langs de Noordkust van
N.-Guinea een langdurige studiereis ge
maakt, de reeds bestaande kolonisatie on
derzocht en voorts bijzondere aandacht ge
schonken aan nieuwe kolonisatiemogelijk-
heden op beter grondslag.
De studie-commissie en Dr Vrijburg acht
ten het vraagstuk van de ontwikkeling van
en de kolonisatie in Nieuw-Guinea én voor
Ned.-Indié èn voor Nederland van zoodanig
gewicht, dat naar hun oordeel in de eerste
plaats de pers daarover volledig diende te
Worden ingelicht.
De gelegenheid daartoe is er dezer dagen
geweest. Op die bijeenkomst heeft de heer
L. H. W. van Sandick, oud-lid van den
Raad van Ned.-Indië en Voorzitter van
voormelde Studie-commissie inlichtingen ge-
I geven over de Staatkundige beteekenis van
de ontwikkeling van Nieuw-Guinea, terwijl
j Dr B. Vrijburg de resultaten van het
I door hem ingestelde onderzoek heeft be-
I sproken.
Aan beider uiteenzettingen willen we
kort een en ander ontleenen.
De heer v. Sandick vroeg eerst de aan-
'dacht voor
het bevolkingsvraagstuk.
Jaarlijks vermeerdert de bevolking in Ne
derland met 100.000 zielen, op Java en Ma-
doera met 000.000 zielen en in het Japan-
sche rijk met ongeveer een millioen zielen.
Men moet voor die vermeerdering van be
volking bestaansmogelijkheden zoeken naast
die voor de reeds aanwezige bevolking. En
dat terwijl we midden in een geweldige
crisis leven, die aan de openbare geldmidde-
I len enorme eischen stelt en in Indië, even
als elders, tot groote verlaging van het
levenspeil geleid heeft. In Indië echter in
I veel sterker mate dan hier te lande.
Japan tracht zich te redden door ver-
I meerdering van export van goederen en van
menschen.
i We komen er echter op deze wijze niet.
Er zullen meer en andere maatregelen noo-
dig. Een dier maatregelen kan zijn emigra
tie en kolonisatie buiten het land.
Voor ons land komen in aanmerking Su-
j riname en Nieuw-Guinea als streken waar
volksplantingen kunnen ontstaan die de
reeds aanwezige bewoners niet hinderen.
I Voor Java en Madoera, met een bevolkings
dichtheid van 308 zielen per km2, komen in
I aanmerkjng de buitengewesten met een be
volkingsdichtheid van 10,33 zielen per km2.
Japan zendt zijn overtollige bevolking, zoo
wel mannen als vrouwen, naar alle streken
j der aarde, waar zij nog toegelaten worden;
J bovendien zoo mogelijk met toepassing van
een zekeren dwang, waar zulks practisch
mogelijk is. Dat is verkeerd, maar we kun-
üas er weinig tegen doen.
De mogelijkheden van Nieuw-Guinea.
Nieuw-Guinea ligt zoo goed als leeg in de
betrekkelijke nabijheid van Java en Madoe
ra en van Japan. Bovendien kan Nieuw-
Guinea grondstoffen leveren aan Nederland,
Ned.-Indië en aan Japan, voor de achter
blijvende bevolking, welke grondstoffen
vooi hun industrieën kunnen worden ge
bruikt. Ten slotte is de ligging van Nieuw
Guinea aan de Pacific uit een staatkundig
oogpunt van groot belang.
Wat moet allereerst voor Nieuw-Guinea
gedaan worden: Het antwoord is: „Dit land
helpen aan een goed bestuur".
liet bestuur over Nederlandsch Nieuw-
Guinea moet ge\oerd worden ten bate van
land en volk. Nederland is verantwoordelijk
voor een goed bestuur. Tot op heden kun
nen wij niet zeggen dat ons Nieuw-Guinea
goed bestuurd wordt. Onder een behoorlijk
bestuur zouden wantoestanden als bestaan
bij de kolonisatie te Manokwari niet hebben
kunnen ontslaan. De regeering van N.-l.
kan niet volstaan met een politiek van wei
nig doen en daarbij ongeschikte ambtenaren
op verwijderde plaatsen te werk stellen zon
der behoorlijke controle. Beter geen bestuur
dan een slecht bestuur.
De ligging van Nieuw-Guinea aan de Pa
cific, met zijn vele problemen, dwingt
ons tot een goed bestuur van land en volk.
Daarvoor is noodig kennis van land en
volk. Aan die kennis ontbreekt nog veel,
z.oodat vermeerdering van die kennis met
kracht moet worden bevorderd. Eigenlijk
weten we van N.-Guinea nog maar heel
weinig. Het kustgebied kennen we, maar
het binnenland is ons nog grootendeels ge
heel vreemd.
Noodig is daarom onderzoek, exploitatie
van deze uitgestrekte onbekende wereld.
Mits behoorlijk georganiseerd, zullen de
kosten daarvoor nog wel te vinden zijn.
Nederland kan dat' nog wel betalen, meen
de de heer v. Sandick. Met Nederland be
doelde hij blijkbaar den" Nederlandschen
Staat. Die moest de kosten tijdelijk voor
schieten aan het Indische bestuur. Hier ligt
o. i. een teer punt, althans in dezen tijd.
De Nederlander heeft, zoo betoogde de
heer v. Sandick verder, evenveel recht op
N.-Guinea als de volken van Ned.-Indië.
Echter werd er aan toegevoegd, dat als tro
pisch volk de Javanen betere kansen heb
ben om zich op N.-Guinea een bestaan te
venverven dan de Nederlander.
Daarom moeten Nederlanders ook maar
niet onvoorbereid op staanden voet naar
Nieuw-Guinea vertrekken om er zich als
kolonist te vestigen. Er moeten vooraf mo
gelijkheden geschapen worden; onderzocht
dient allereerst of deelen \an Nieuw-Guinea
geschikt te maken zijn \oor kolonisatie
door Nederlanders. Het is best mogelijk dat
nerst over tien jaar aan daadwerkelijke be
hoorlijke kolonisatie door Nederlanders te
denken valt.
Onderzoek en organisatie zijn daartoe als
voorbereidend werk onmisbaar.
Met de voorbereiding van die organisatie
behoort nu reeds begonnen te worden
Wil men bij de pakken neerzitten, dan
mogen wij ons niet beklagen, dat anderen
men spreekt in dit verband over Japan
over Nieuw-Guinea willen beschikken.
Dit kan ten bate zijn van het land Nieuw-
Guinea, doch het is te vreezen dat het niet
ten bate zal zijn van den Papoea en van
Nederland.
Maar we behoeven niet stil te zitten. Dr.
Vrijburg heeft een plan waarover nader
om te beginnen met kolonisatie van Ne
derlanders in een gebied met een klimaat,
dat niet het onze meer overeenkomt dan
dat der kustgebieden van Nieuw-Guinea.
Later moet dan getracht worden in meer
gezonde streken van Nieuw-Guinea, hooger
op dus, kolonisatie te ondernemen.
Wat de voorkeur verdient.
Dr. Vrijburg zou voorloopig de kolonisatie
van Nederlanders naar de Daïrilanden op
Sumatra, bij het Tobameer, in de Batak-
landen dus, willen leiden. Dit gebied ligt op
een hoogte van 1200 M. en is te beschouwen
als een gezonde streek, waarin onze men
schen zeer wel leven kunnen. Er. kan dan
worden bewezen, dat een kolonisatie door
Nederlanders uit Nederland op bepaalde
voorwaarden in de tropen mogelijk is. De
lessen die de ervaring geeft, kunnen wij
ons ten nutte maken.
De heer v. Sandick besloot met\ nogmaals
het groote staatsbelang (dus van het Ne-
derlandsche Rijk in en buiten Europa) van
de kolonisatie door Nederlanders, eerst van
de Daïrilanden, daarvan van Nieuw-Guinea
in het licht te stellen. Het Nederlandsche
volk moet dat weten. Blijkt alles tevergeefs,
dan is de vrees misschien niet geheel on
gegrond, dat Nederland Nieuw-Guinea op
de duur niet zal kunnen behouden. Doch ik
wil aannemen, zoo eindigde hij, dat het
zoover niet komt, wanneer slechts liet na
tionale geweten kan worden wakker ge
schud. -
EX.-SURNUMERAIR REG. EN DOMEINEN
In November en December zal te 's-Graven-
hage worden afgenomen het vergelijkend exa
men voor surnumerair der registratie en do
meinen voor 15 plaatsen. De verzoeken om toe
lating tot dit examen moeten vóór of uiterlijk
1 Aug. bij het departement ven financiën zijn
TUSSCHEN AM STEL EN IJ
DE NIEUWEAMSTERDAMSCHE
BEGROOTING
De bezuiniging bij het Openbaar
Onderwijs
De Almitento nadert haar
voltooiing
(Van onzen Amsterdanischen redacteur)
De nieuwe begrooting van wethouder Rus
tige is een leerzaam stuk voor doctrinaire
optimisten in en buiten den Raad, wien men
liet maar niet aan het verstand kan bren
gen, dat de „crisis" nog niet voorbij is.
Vooral de heer de Miranda heeft in de laat
ste acht maanden nog al eens beweerd, dat
we het ergste gehad hebben.
Dc nieuwe begrooting leert het wel anders.
Ze is circa 10 millioen lager dan de ten
slotte goedgekeurd ibegrooting van 1934, en
ze opent, naar te vermoeden viel, een weinig
opwekkend perspectief.
Voor een goeden gang van zaken is het
voor den Raad noodig, de door B. en W.
uitgestippelde lijnen te volgen. Met moties,
waarmee sociaal-democraten en communis
ten erg gul zijn, is de stad niet te besturen.
Deze situatie schept intusschen telkens
weer bijzondere (moeilijkheden niet alleen
voor de raadsleden, maar ook voor bet
College, omdat het, bij wijze van spreken,
elk vrijgekomen dubbeltje naar zich toe
haalt, ten einde daarmee altijd weer gapen
de tekorten te dekken.
Zoo moot het Gemeentepersoneel krachtens
wettelijke verplichting 1V2 meer pensioen
storten, hetgeen een bedrag van rond 6.3 ton
uitmaakt. Volkomen begrijpelijk is nu de
redeneering van sociaal-democratische en
van roomsch-katholieke zijde: Dit bedrag,
heeren van het College, behoeft U het perso
neel toch niet te laten betalen, de Regeering
verplicht U hiertoe niet! Geef het aan het
Gemeentepersoneel om de arbeidsvoorwaar
den te verbeteren, zei de heer Pothuis van
de roode fractie; bestem het om de zwaarst
getroffenen, de groote gezinnen, te helpen,
vroeg Mr. Rom me, de roomsche leider.
Met dit laatste standpunt kan ik mij ge
heel vereenigen.
Verleden jaar, bij de herziening der loonen
en salarissen, is onrecht begaan tegenover
bepaalde groepen van het personeel, die be
halve het algemeene offer nog een extra offer
moesten brengen, waarvoor geen reden was.
Het totale bedrag wat nu eenmaal op de
loon- en salarisuitgaven moest worden be
spaard, had naar verhouding gelijkelijk moe
ten drukken. Wel hebben B. en W. toen deze
ongelijke behandeling willen bedokteren met
een kindertoeslag, maar de Raad heeft die
afgestemd, en zoo kregen de zwaarst getrof
fenen toch weer geen „soelaas" zooals Mr.
Romme deze tegemoetkoming noemt.
Billijk en rechtvaardig zou nu toch ge
weest zijn de vrijkomende 6.3 ton hiervoor
aan te wenden. „Neen", zei wethouder
Kropman Donderdagavond, „dat gaat niet:
we hebben geen geld". Maar dat is het lied
van eiken dag! Als men het er niet „af
neemt" .is de 6.3 ton toch weer een druppel
op de gloeiende plaat.
Dat bleek trouwens den volgenden mor
gen, toen wethouder Rustige de journalisten
in persconferentie over de begrooting ont
ving. De 6.3 ton waren gereserveerd ten
gunste van de begrooting voor 1935.
Deze. handelwijze acht ik uit sociaal punt
niet verantwoord en te hopen is, dat B. en
W. op hun schreden terugkeeren, en de
groote gezinnen een billijke en rechtvaardige
tegemoetkoming verstrekken. Men mag niet
on noodig hard zijn!
Met liet openbaar onderwijs staat de zaak
andere. Ook bier zijn het de „vernielende"
tijdsomstandigheden, zei wethouder Vos, die
tot bezuiniging noodzaken.
Het is zeer te betreuren, dat circa 1000
onderwijzers en onderwijzeressen in den laat
sten tijd overbodig zijn geworden. Maar voor
eerst staan deze menschen niet aan den dijk,
want zij genieten wachtgeld, ook al zouden
ze vanzelf sprekend veel liever hun geld in
vol salaris willen verdienen.
De bezuinigingen bij het openbaar onder
wijs beteekenen evenwel het fiasco van de
sociaal-democratische onderwijs-politiek, die
de uitgaven buitensporig hoog opdreef.
Voor het „volkskind", heette het altijd
weer, was niets goed genoeg en daarom
moesten de klassen zoo klein mogelijk zijn,
de duurste leermiddelen aangeschaft en de
schoolgebouwen nagenoeg luxueus zijn. Het
aantal onderwijzeres moest zoo groot moge
lijk wezen, want onderwijs was het eenige
wat men het volkskind kon meegeven; voor
elk denkbaar onderwijssysteem bovendien
een school; curssussen voor alles en nog
wat, de „moeder-onderwijzeres" voor de klas,
ook al verzuimde ze schrikbarend veel; bo
ventallige onderwijzers schier zonder tal,
enz. Stonden in een nieuwe buurt een paar
huizen, dan aanstonds besloten tot den bouw
van een nieuw schoolpaleis, ook al waren in
de directe omgeving meer kippen dan kin
deren. Ondanks den gestadigen groei van
het bijzonder onderwijs bouwde men hier
maar openbare scholen!
De liberalen maakten het in vroeger da
gen al bont, door het openbaar onderwijs
kosteloos te laten geven, teneinde zoo het
opkomend bijzonder onderw-'js te fnuiken,
de sociaaldemocraten, die hen in de
machtspositie vervingen, deden overal een
flinke schep op. De ouders moesten later,
krachtens de Onderwijswet-de Visser school
geld betalen, welnu, ze kregen het school
geld dubbel en dwars terug.
Het blijkt nu, dat in enkele maanden tijds
ruim 60 openbare lagere scholen konden
worden gesloten, het meerendeel buiten ver
band met de opvoering van het aantal leer
lingen per klas. De 21 scholen, waarmee
men tegen het voorjaar begon .bleken nage
noeg leeg. Alleen de communisten hebben
zich toen tegen de sluiting verzet.
Nu er weer 41 scholen worden gesloten,
moet men niet denken aan volgepropte loka
len in de andere scholen, waarin onderwij
zers noch kinderen zich kunnen bewegen.
Wethouder Vos heeft het tegenoverge
stelde bewezen. Neen, nu wordt de toestand
langzamerhand zooals die bij het bijzonder
ook na 1920 was. Het gemiddelde van 42
leerlingen wordt nu bereikt en daardoor
ook op onderwijs gebied het walletje bij het
schuurtje gehouden. Dat is de goede" kant
van de bezuiniging. Jammer is alleen, dat
deze niet geleidelijk, vroeger al, is doorge
voerd, maar thans, tot schade van velen,
moet worden doorgezet, ook al neemt de
meerderheid van den Raad moties yan
onwil aan.
De „Almitento" nadert langzamerhand
haar voltooiing. Men weet dat hieronder
wordt verstaan de Algemeene Middenstands
tentoonstelling, die hier van 30 Augustus tot
9 September in het R.A.I. gebouw wordt
gehouden.
Naar het Uitvoerend Comité mij mededeel
de, is alle ruimte ongeveer volgeboekt en
belooft de expositie, die vooral beoogt te
zijn een moreele steun voor den midden
stand, zeer interessant te worden, zoowel
voor den zakenman als voor den leek.
Men verwacht druk bezoek en gelijk met
de Almitento worden eenige Middenstands
congressen gehouden. Er is derhalve alle
reden tot bezoek op te wekken.
FRISO.
Gemengd Nieuws.
Doktershulp in volle Zee
Te Plymouth arriveerde het Nederland
sche stoomschip „Venezuela" van de KNSM,
dat de voldoening mocht smaken, kort te
voren te hebben bijgedragen tot het behoud
van het leven van een der officieren van
het Engelsche vrachtschip „Maidenhead".
In den Atlantischen Oceaan ving de „Vene
zuela" een draadloos verzoek om hulpver
leening op van het te Londen thuis behoo-
rende vrachtschip „Maidenhead", waarvan
de eerste- machinist ziek was en in ernsti-
gen toestand verkeerde. De „Maidenhead"
vroeg een dokters-advies en nadat de scheeps
arts van de „Venezuela", dr Van der Sluy
draadloos oe symptomen van de ziekte had
gevraagd, seinde hij, welke medicijnen den
patiënt moesten worden toegediend. Het
bleek echter al spoedig, dat de „Maiden
head" deze medicijnen niet aan boord had,
waarop de beide schepen elkaar tegemoet
stevenden en dr Van der Sluys zich
boord liet brengen van het Engelsclie vracht
.schip, waar liij den eersten machinist per-
sbonlijk behandelde en de noodige medicij
nen alsmede verdere vérplegings-voorschrif-
ten achterliet.
Van Engelsche zijde wordt verklaard, dat
de patiënt er ernstig aan toe was en ver
moedelijk het leven dankt aan de behande
ling van den Nederlandschen scheepsarts.
Duiker breekt nekwervel
Ernstig ongeval bij Reeuwijk
In de zwemgelegenheid in de plas Elf
hoeven bij Reeuwijk is de 27-jarige J. den
Edel, wonende Tuinstraat to Gouda, bij het
duiken met zijn hoofd op een andere zwem
mer terecht gekomen. Hij verdween in do
diepte en kwam niet meer boven. Een
vriend van hem, J. Signer, dook hem na en
slaagde er in den man boven water en aan
den kant te brengen. Het medisch onderzoek,
waartoe dr. Van Elk uit Gouda werd geroe
pen, wees uit, dat Den Edel een nekwervel
had gebroken. Per auto van den G.G.D. is
hij naar het Van Iterson Ziekenhuis ver
voerd, waar hij Zondagmorgen is overleden.
Het slachtoffer was gehuwd en vader van
een kind.
ERNSTIG MOTORONGELUK
Te Overschie heeft een ernstig motor
ongeluk plaats gehad. De 21-jarige motor
rijder P. S. reed door tot nu toe nog onbe
kende oorzaak tegen de gesloten tolboom
op. Hij werd van zijn motor geslingerd en
ernstig gewond. Nadat de eerste hulp ver
leend was is hij in zorgwekkènden toestand
door den behandelenden geneesheer was
een hersenverbloeding geconstateerd per
Roode Kruis-auto naar een der ziekenhui
zen te Rotterdam vervoerd.
DINSDAG 24 JULI
HUIZEN 301.5 M.
K.R.O.
8.00—9.15 Morgenconcert.
10.0010.30 Gramofocomuziek
10.3011.00 Muziekuitzending voor fabrie-
11.00—11.30 Gramofocomuziek.
12.15—1.45 n.ra. Lunchconcert op gramo-
foonplaten.
2.00— 3 00 Vrouwenuurtje.
3.00—3.15 n.m, Gramofoonmuziek.
3.15—3.30 Zangrecital door Tosca v. d.
Burg.
5.15—5.45 n.m. Orgelconcert door Alphons
Dreissen op Cinema-orgel in de Standaard-
fafcridken te Schiedam.
5.45—6.15 n.m. ,,'n Muzikale Tournée door
Europa". VI. Spanje.
6.15—6.45 n.m. Vervolg van het orgelpro
gramma door Alphons Dreissen.
6.45—7.00 n.m. Gramofoonmuziek.
7.15—7.35 n.m. „Het Achtste Eeuwfeest van
de Abdij van Berne", door Pater Dr. H.
Heyman O. Praem.
7.35—7.50 n.m. Gramofoonmuziek.
7.50—<8.20 n.m. Onkest o.l.v. Pierre Rei-
8.20—8.30 n.m. Gramofoonmuziek.
8.30-8.35 n.m. Vaz Dias.
8.35—9.15 n.m. Solistenconcert door Orkest.
9.15—9.30 n.m. „Het Eiland van Isis". De
Nacht der Tranen. Voordracht door H. v.
d. Eerenbeemt.
9.30— 9.45 Vioolsolo door Jo Juda.
9 45—10.00 n.m. Gramofoonmuziek.
10.00-10.30 n.m. Orkest o.l.v. Pierre Rei-
10.30-10.35 n.m. Vaz Dias.
10.35—12.00 n.m. Gramofoonmuziek.
HILVERSUM 1875 M.
A.V.R.O.
8.019.00 Gramofoonmuziek.
9.00—10.00 Ochtendconcert door het ensem
ble Rentmeester.
10-01 10.15 Morgenwijding. Lezen: Lucas
7 36—50. Zingen: Gezang 45 1 en 2.
Psalm 107 1.
10.1510.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Voortzetting ochteniconcert.
11.00—11J0 Kook- en bakpraa'.ie door
mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Ijs ma-
11.3012.15 n.m. Gramofoonmuziek.
12.15—1.45 njn. Lunchconcert.
1 45—2.00 njn. Gramofoonmuziek.
2.00—3.00 n.m. Orgelconcert door Frans
Hasselaar.
3.00—4.00 n.m. Kovacs Lajos en zijn orkest.
4.154.30 n.m. Gramofoonmuziek.
4 30—5.00 njn. Radiokinderkoorzang o.l.v,
Jacob Hamel.
5.00—5.30 n.ra. Voor kleinere kinderen,
door Suze Wintershoven.
5.30—7.40 n.m. Dinerconcert.
7.408.00 n.m. Causerie door Mr. K. Jan*
sma, secretaris v. d. Zuiderzeeraad. „Waar
om verdere inpoldering der Zuiderzee?".
8.01-8.05 n.m. Vaz Dias.
8.05—9.10 njn. Operette-concert door „Da
9.3010.30 n.m. Aansluiting met het Kur-
haus te Soheveningen. Fransch concert door
het Residentie-orkest.
10.30—11.00 n.ra. Gramofoonmuziek.
11.00-11.10 non. Vaz Dias.
11.10 njn.—12.00 Kovacs Lajos en zijn or*
kest.
BUITENLAND
5.20 n.m. Brussel (Vlaamsch) 321.9 M.«
Concert. 6.05 n.m. Kinderuurtje. 6.50
n.m. Gramofcommuziek. -8.20 n.m. Con
cert door orkest.
1.20 n.m. Daventry 1500 M.: Orgelconcert,
2.00 njn. Orkestconcert. 3.20 n.m. Or
kestconcert. 4.50 njn. Concert door Trio. t
6.55 n.m. Concert. 7.50 n.m. Concert
door solisten. 8.20 n.m. Concert door so
listen en orkest.
5.40 n.m. Keulen 455.9 M.: Concert door
Trio en soliste.
8.20 njn. London Reg. 342.1 M.: 12.50 n.m.
Concert. 1.50 n.m. Gramofoonplaten.
2.20 n.m. Concert. S.20 n.m. Concert door
solisten. 9.20 njn. Werken van A. Rey
nolds en Haydn Wood door orkest o.l.v. de
componisten.
8.35 n.m. Midland Reg. 391.1 M.: Concert
door Stafmuziek. 9.35 njn. Concert door
orkest.
DOOR AUTO OVERREDEN
Te Nijmegen is het twee-jarig zoontje van
den heer V op den Heyendaalschen weg toen
het plotseling den weg overstak, door een
auto van den heer H. uit Nijmegen gegre
pen. Het kind kreeg een ernstige hoofd
wonde en inwendige kneuzingen aan het
onderlijf. Het ventje werd naar het Cani
siusziekenhuis overgebracht waar het in
den loop van den avond is overleden.
Te Wolvega is op den Heerenveenschen
weg het zeven-jarig zoontje van den heer
T. Holwenta in de nabijheid van zijn wo
uing door een auto overreden. Het knaapje
werd opgenomen met een ernstige hoofd
wond en gebroken beenen en is naar het
ziekenhuis overgebracht,
ONGELUK IN CIRCUS
Te Tilburg heeft de 18-jarige circus
acrobaat van de Chineesche Acrobatentroep,
die in het cabaret op Klein Venetië op de
tentoonstelling te Tilburg optreedt, een ern
stig ongeluk opgeloopen. Vóór iedere voor
stelling liet do man zich aan zijn haren
langs een kabel van de tentoonstellingstoren
naar het attractie-terrein zakken. Zaterdag
middag schijnt de kabel iets gerekt te zijn.
De man sloeg in volle vaart tegen de leu
ning yan de brug over dc vijver on Klein
Venetië. Met een bekkenfractuur en een
beenbreuk is hij, nadat hem geneeskundige
hulp was verleend, naar het St. Elisabeth-
ziekenhuis overgebracht.
NAAR ZEDDAM IN DE VACANTIE!
Aan den voet van het oude Montferland
ligt Zeddam, vroeger een eenvoudig, simpel
heidedorpje, thans een plaats, welke de
polsslag van den tijd heeft gevoeld en zich
heeft aangepast aan veranderde omstandig
heden. Zoo neemt jaarlijks de stroom van
natuurliefhebbers naar Zeddam toe. Geen
wonder. Montferland is een stuk ongerept
natuur van zeldzame schoonheid. Een onge
rept brok natuur, dat nog niet geschonden
is door reclame makende en schreeuwende
exploitanten. Een stuk natuurschoon, dat
nog zijn eigen cachet bewaard heeft en
bewaren zal. Hier vindt de bezoeker met
recht rust en kan de stedeling met volle
longen Je zuiverende dennenlucht inade
men; hier kan men zich ongestoord neer
zetten en staren in de geheimzinnige koepe-
ling der hooge beuken; of verrast staren
op een ver panorama, dat zich plotseling
voor het oog ontvouwt
Dit is juist het kenmerkende van deze
streek. Gij kunt er met de modernste ver
voermiddelen komen, maar zij brengen u
slechts tot aan de poort van dezen groenen
tempel. Daar zult gij, verwende mensch,
uw stroomlijnwagen of touringcar moeten
verlaten en te voet verder dwalen en ge
dwongen zijn de rust van het woud en bet
gezang der vogels te eerbiedigen. Een
oogenblik zult gij verbaasd zijn, maar dan
zult gij verder dwalen en uren van onge
kend genot beleven.
Daarom: ga in uw vacantie eens naar
Zeddam. Ge zult er geen spijt van hebben!
.(Adv.)
Mijnheer Pimpelmans gaat paardje rijden
door G. Th. ROTMAN
'IILj1|
23. Met hevig gekletter vielen de fles-
schen op de steener te pletter. Nu, je weet
allemaal, dat chloroform een verdoovend
middel is, en het gevolg was dan ook, dat
alle voorbijgangers subiet bewusteloos op
den grond vielen, mijnheer Pimpelmans en
zijn schimmel incluis. Zonder boe of bah te
zeggen lagen ze allemaal op en over elkaar.
24. Alle overige menschen, die in de
buurt waren, sloegen op de vlucht, niet an
dere denkende, of er was plotseling de een
of andere vreselijke ziekte uitgebroken. Een
politieagent echter naderde vol doodsverach-
(Wordt Woensdag vervolgd)
i"- FEUILLETON
UIT HET ENGELSCH
VAN CHARLOTTE M. YONGE
(7
Op den lsten Jul ja hier heb ik den
'datiun, kwam er een telegram aan het hotel
om tegen den avond kamers gereed te heb
ben voor lady de Lyonnais en den heet
Egremont. Het geheele plaatsje wist het en
een of andere bemoeizieke dame kwam eens
klaps ofl Alice af en vertelde ruw en gro'
dat zij kwamen om haar rekenschap te
vragen van haar gedrag. Kapitein Egremont
vond haar schreiende, ia den vreeselijksteri
angst en zij begreep nauwelijks wat hij tof,
haai' zei, zij meent dat hij haar voorstelde
haar aan boord van de Ninon te beschermen
Ivoor lady de Lyonnais' eersten toorn, ter-
wijl hij en mevrouw Houghton de zaken
uitlegden; maar zij weet het niet rechL want
zij was buiten zichzelf van schrik; zij wist
alleen dat hij vriendelijk en zacht voer haar
Was in haar verlegenheid en dat zi> aan
niets dacht dan aan ontkomen. O, ik zeg
niet dat zij geen schuld heeft. Natuurlijk
was het 't verschrikkelijkste en gevaarlijk-,
ste dat zij doen kon en" de goede oude
dame was geheel van streek, en lady Kor-
kaldy had tranen in de oogen toen zij
zeide:
„Het was vreeselijk dwaas, maar zij werd
beschermd".
„Ja, haar onschuld werd, Godc zij dank,
beschermd", sprak juffrouw Headworth met
vuur. „Zooals ik u vertelde, wist zij, dat
mijnheer en mevrouw Hougthon aan boord
waren en mevrouw Houghton was 'n waar
lijk goede beschermster, die haar vertrou
wen verdiende, schoon de ongelukkige
vrouw mij meedeelde, dat haar eigen ge
drag niet onberispelijk was geweest".
„Hoe lang duurde het, voordat u van haar
hoorde?"
„Er kwam een ijzingwekkende brief van
mijnheer Egtemont, waar het salaris, dat
ze nog moest hebben, was ingesloten, en
verder hoorde ik in zeven maanden niets.
Ik ging naar het eiland Wight en deed alle
mogelijke navragen, maar de bonne en de
kinderen waren onmiddellijk vertrokken, en
ik kon geen spoor van hen vinden".
„En zij uw nichtje schreef dus
niet".
„Zij was bang, het arme kind. Zij had
zich nooit op haar gemak gevoeld bij mij.
Haar moeder had haar geleerd mij streng
en hardvochtig te noemen, en in dien tijd
stortte zij haar hart nooit bij mij uit. Daar
enboven had hij het haar verboden. Ten
laatste kwam er in Januari een brief van
deze mevrouw Houghton, waarin ze me mee
deelde, dat mijn Alice te Dieppe zwaar ziek
lag, dat zij niets hoorden van haar echt
genoot, kapitein Egremont, met wien zij den
20sten Juli te St. Philippe op Jersey ge
trouwd was, en dat zij zelve genoodzaakt
was bijna onverwijld Dieppe te verlaten;
maar zij wilde, zoo mogelijk, tot mijn aan
komst wachten, omdat mevrouw Egromont
niet in een toestand was om alleen gelaten
te worden. Mijn lieve vrienden, bij wie ik
toen woonde, waren zoo welwillend mogelijk,
en lieten mij vrij om te gaan. Ik was er
binnen drie dagen, en waarlijk het lieve,
mooie, vroolijke meisje, dat ik een paar jaar
geleden voor 't laatst gezien had, zag er uit
om medelijden mee te hebben. Mevrouw
Houghton scheen zeer bedroefd haar te moe
ten verlaten en meende dat er weinig kans
was dat zij zou blijven leven; maar mijnheer
Hougton, die, naar ik vrees, een onverbeter
lijk speler was, was in een of andere moei
lijkheid geraakt, en naar Parijs gegaan,
waar zij beun moest volgen. Zij vertelde mij
de geheele zaak, en hoe zij, terwijl kapitein
Egremont zich verbeeldde dat een huwelijk
op de Kanaaleilanden niet verbindend was,
gezorgd bad dat de formaliteiten in alle op
zichten aan de wet voldeden. De arme Alice
bad wel is waar dwaas en verkeerd gehan
deld, maar zij had de beste zijde van de na
tuur dier ongelukkige vrouw doen ontwa
ken, en geen moeder kon zorgvoller en har
telijker voor haar geweest zijn. Zij gaf mij de
akte hier is ze en verzekerde mij dat
zij geldig was. Ik 'heb ze aan een rechtsge
leerde laten zien en die zeide hetzelfde; maar
toen ik een afschrift aan den heer Egre
mont stuurde kwam mijn brief ongeopend
„Kapitein Egremont had het huwelijk
ontkend en zij geloofden hem," zei Ladv
Kirkaldy. „Het is moeilijk te gelooven dat hij
zoo gewetenloos kon zijn, maar hij zat on
der den duim van den ouden generaal
Egremont, en was bang zijn erfenis te ver
liezen".
„Dat vertelde hij haar bij zijn bezoek te
Dieppe. Hij zei dat hij zijn huwelijk geheim
moest houden, maar beloofde een geldelijke
toelage, op vooi"waaarde dat Alice stil te
Dieppe zou blijven wonen, en geen betrek
king zou onderhouden met een van haar of
zijn familie. Hij had haar honderd pond ge
geven, maar dat was bijna op, en zij had
nooiit meer van hem gehoord. Zij was mis
moedig en zoo ziek dat ik, evenmin als me
vrouw Houghton, verwachtte dat zij heretel
len zou. Ik bleef bij haar; zij kon niet ver
voerd worden, ook al had zij er in toege
stemd, terwijl zij hem voortdurend bleef ver
wachten; maar ten laatste vier dagen na
de geboorte van haar dochtertje kwam
het bericht dat de Ninon drie maanden ge
leden, met a' wat er op was, was verbrand.
Ik had er tegen opgezien liet haar te ver
tellen, en 't, schijnt vreemd, maar zij begon
van dien tijd af te herleven. De onzekerheid
en het wachten was uit. Zij zag dat hij haar
niet verlaten had en geloofde dat hij haar
tot het laatste toe lief gehad had. Zij schrei
de veel, maar het was een kalme, natuur
lijke droefheid. lik schreef toen weer, zooals
ik reeds meer gedaan had aan lady Ade
laide en den beer Egremont, maar kreeg
geen antwoord."
„Daar kan ik u de reden van zeggen", zei
lady Kirkaldy. „Mijn zuster had in het na
jaar naar Madera moeten gaan, en bleef
daar tot haar dood in Mei. Al de brieven
werden aan mijn moeder gestuurd, en zij
vond het niet goed eenig bericht die zaak
betreffende op te sturen of te openen. On
dertusschen was mijnheer Egremont levend
bij zijn familie teruggekomen en had zich
gevestigd te Bridgefield Egremont. En
ging u toen hier wonen?"
„Natuurlijk kon ik mijn arme Alice niet
weer alleen laten. Mijnheer en mevrouw
Tordyec, wier dochter ik lang geleden had
opgevoed, waren altijd niet mij in corres
pondentie gebleven; zij wisten de geheele ge
schiedenis en stelden mij voor hier te komen.
Hij was toen predikant in de oude kerk, en
door hun hulp en recommandatie kon ik met
het kap 'aaltje dat ik bezat een schooltje be
ginnen; en schoon we dat op moesten ge
ven door c'e Hooge re Burgerschool, hebben
we het, moet ik met dankbaarheid zeggen,
gedeeltelijk door inwoning, gedeeltelijk door
Alice's betrekking als gouvernante-externe,
zeer goed gehad. Mijn lief kind beeft haar
opgeruimdheid teruggekregen, schoon zij
nooit getfeel kan zijn wat zij zeide de
oude dame met. een droeven glimlach
„naar mijn oordeel had moeten worden,
schoon zij misschien nu beter is".
„Gelooft u dat zij volkomen overtuigd is
van zijn dood?"
„Bedoelt u, dat. hij leeft?" riep juffrouw
Headworth verslagen uit. „O! hij is nog
slechter dan ik veronderstelde, dat hij al die
jaren niets van zich heeft laten hooren. Is
mijn ami kind in zijn macht? Moet haar
vrede, nu zij dien eenmaal gekregen heeft,
verstoord worden?"
„Er is veel, dat in aanmerking moet Pp-
noraen worden", zei lady Kirkaldy. ,.Ik
moest u liever de aanleiding van mijn be
zoek vertellen en u een en ander aangaande
de familie Egremont meedeelen".
Zij verhaalde toen, hoe kapitein Egre
mont, na een korten tijd in de Lijfwacht
gediend te hebben, zijn ontslag had geno
men, omdat de oude generaal, wiens erfge
naam hij was ,hem tot zijn dienst wilde
hebben. Reeds uit zijn aard zelfzuchtig en
buitensporig, had het nuttelooze leven, dat
hij met den afgeleefden ouden roué geleid
had, zijn betere gevoelens verstikt en hem
aan verkwisting gewend, terwijl zijn schul
den, zijn kostbare gewoonten, en zijn vrees
om de erfenis te verliezen hem afhankelijk
hadden gemaakt van den ouden generaal. Bij
't verbranden van de Ninon waren zij beiden
gered, een schip uit Chili had hen opgeno
men, en het had lang geduurd voor er thuis
bericht van ben was ontvangen. Dc generaal
had een afkeer van Engeland en was lijdend;
hij had de laatste jaren zijns levens in ver
schillende plaatsen op het vasteland doorge
bracht, waar hij een warmer klimaat kon
vinden, en tevens gemakkelijke gelegenheid
om hoog te spelen.
Toen hij ten laatste stierf, had kapitein
Egremont het leven voortgezet, waaraan hij
gewoon was geworden, en had in den laat
sten tijd zijn hoop te kennen gegeven, dat
zijn neef Mark dezelfde rol bij hem zou
spelen, als hij bij den generaal gedaan had;
maar deze, een geheel verschillende opvoe
ding genoten hebbende, wilde in geen geval
zich als een slaaf laten gebruiken. Zijn
strenge deugd droeg de kenmerken der jonk
heid, hij gevoelde weinig verdraagzaamheid
voor de denkwijze van zijn oom; maar toch
had hij, toen de oude man ziek, terneerge
drukt pn half blind thuis kwam zich dade
lijk aangeboden om hem behulpzaam te zijn
in zijn zaken. En zoo had hij het huwelijk
ontdekt, en aangezet door een ridderlijk ge
voel voor het schoone visioen zijner kinds
heid, welks plotseling verdwijnen een einde
had gemaakt aan zijn vroolijkste dagen, de
zaak met ijver in handen genomen.
„Ik geloof gaarne, dat de jonge man
braaf en edelmoedig is," zei juffrouw Head
worth. „Maar aangezien hij die man
nog leeft, had ik liever dat men mijn arme
Alice met rust liet!"
„U vergeet, dat haar dochter rechten heeft,
die wel in aanmerking genomen moeten
worden", (Wordt vervolgd!