Jlteuuir £riiisdjr (üounvnt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden sn Omstreken
w
Offers gebracht?
NI HOUTHANDEL v.Hj, VAN SCHIJNCEL CO
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agenlschap gevesligd is 235
Franco per post 235 portokosten
Per week0.18
Voor hel Buitenland bij wekelijksche
zending430
Bij dagelijksche zending530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7 '/a et
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
NO. 5203
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 {na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
ZATERDAG 23 JUNI 1934
15e Jaargang
Sifoertmtieprirscn:
Van I tot 5 regels M7'/>
Elke regel meer 0.22'/»
Ingezonden Mededeeiingen
van 1—5 regels 2.30
Elke regel meer0.45
Handelsadvertentiën per regel 0.17'/»
Bij conlract belangrijke korting
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend0.10
TE zich heden voor minstens één jaar op ons
blad abonneert, ontvangt al de nummers, welke
in de maand Juni verschijnen, GRATIS. Het
abonnement gaat dan 1 Juli a.s. in.
Aanbrengers van nieuwe lezers hebben recht
op een keurige premie, in denzelfden stijl, als
men van ons gewend is, en waarvoor wij zoo
vele vriendelijke woorden van dank In ontvangst
mogen nemen. Elders in dit nummer vindt men
een inteekenbillet ter Invulling.
Abonné's geve men op aan de Administratie van
NIEUWE LEIDSCHE COURANT.
Het is slechts machtsverlies
Spreken wy in onze tyd niet al te
gauw van een offert Brengen we het
wel zoo vaak? Een offer toch heeft
twee hoogstbelangrijke eigenschappen.
In de eerste plaats, dat wij ons zelf iets,
waarop we recht hebben, ontzeggen om
een ander te helpen of een goed doel te
bevorderen.
Gebeurt dat zoo vaak?
Geldt ook van onze beste werken,
welke we in dit opzicht brengen, niet
veeleer, wat Jezus sprak, staande bij de
schatkist: Deze allen hebben van hun
overvloed daarin geworpen?
Geworpen, versta dat wel. In dat
woord, bijkans ruw en hard, ligt de
absolute ontkenning, dat er een offer
gebracht was. Want wie zooveel van
het zijne afstaat, dat hij zijn levens
standaard zonder bezwaar kan hand
haven, die heeft zichzelf niets'ontzegd
en kan niet van een offer spreken.
Dit in de eerste plaats. Wat wij zoo
vaak een offer noemen, vraagt niet de
minste opoffering.
P'och daariia moeten we Ietten op
een ander kenmerk van het offer: het
wordt vrijwillig gebracht.
Wie op tijd zijn belasting betaalt,
brengt geen offer; zelfs niet al kost
het hem moeite, gelijk in deze dagen
zoo vaak het geval is.
Daarentegen brengt wel een offer,
de moeder, die haar gezondheid niet
acht en door toegewijde zorg het leven
van haar kind poogt te redden; en die
ouders, die zich het brood uit de mond
sparen, om hun kinderen behoorlijk te
laten onderwijzen.
Dat zijn offers, al is het ook de na
tuurlijke plicht van moederliefde en
ouderzorg om het welzijn der kinderen
te bevorderen.
Kunnen er in de politiek ook offers
gebracht worden?
Ongetwijfeld; maar het is daar nog
veel moeilijker om een juiste definitie
te geven, dan in het persoonlijke leven.
Men vroeg dezer dagen een „offer"
van anti-rev. en christ.-historische
groepen. Die moesten hun verzet tegen
de uitbreiding der verkoopgelegenheid
op Zondag staken, terwille van de poli
tieke vrede en in 't belang van de mid
denstand.
Het gevaar groeit, zoo schreef een
vrijzinnig journalist, dat de politiek
van A.R. en C.H. te groote invloed
krijgt.
En een ander vrijzinnig blad laakte
het, „dat in het Nederlandsche parle
ment' tusschen regeering en volksver
tegenwoordiging met vuur gespeeld
wordt over een kwestie van enkele uren
meer of minder verkoopsgelegenheid
op Zondag".
Met andere woorden wil dit zeggen:
in plaats van iets van hun principes op
te offeren in 't algemeen belang, doen
die Christelijke partijen hun best om
hun invloed te vergrooten.
Geheel ten onrechte wordt hier van
een offer gesproken. De Christen
staatsman brengt dat niet, als hij mar
chandeert met zijn beginsel; hij ver
zaakt dan zijn plicht en staat schuldig
tegenover God, voor Wiens wet en ge
zag hy immers wilde opkomen. De be
slissing ligt toch niet bij hem; men
verwarre niet zijn ontrouw met het
brengen van een offer.
De vrijzinnige pers schijnt dat onder
scheid niet te verstaan. Zij dicht ons
onwil toe, waar slechts van gehoor
zaamheid sprake is. En zij moet dat
wel doen, omdat zij tegenover onze
dusgenaamde halsstarrigheid eigen of
fervaardigheid wil stellen.
Wij hebben het in vorige artikelen
reeds meermalen aangeduid: telkens
schuift men van liberale zijde de stel-,
ling naar voren: wij brachten offers,
maar gij, rechterzijde, profiteert van
de economische omstandigheden om
met onze hulp principieele verlangens
te bevredigen.
Wat is daarvan nu toch waar, zouden
we willen vragen; ook in verband met
de twee eigenschappen, welke het ka
rakter van het offer bepalen.
Op drieërlei is in de laatste weken
In de eerste plaats is gezegd: wij
liberalen gevoelen zooveel voor de vrij
heid, dat we met elke uitbreiding van
het Kiesrecht meegegaan zyn, al moest
onze partij ook het loodje leggen in
menig opzicht.
Dit lijkt ons al een heel vreemd offer.
Voor een oogenblik aangenomen, dat
de kiesrechtwijzigingen der laatste
jaren werkelijk een zegen waren voor
ons volk, mag toch gevraagd, welke
schoone rol het liberalisme hier ge
speeld heeft.
Het is waar, voordeel heeft men er
niet van gehad; de politieke invloed is
verminderd en het aantal baantjes ge
slonken. Maar wat zegt dat? Hierin
zou alleen een offer schuilen, indien
het billijk en rechtvaardig was, dat de
kiesdistricten ten bate van het libera
lisme waren verknipt en dat het recht
zou zyn, wanneer alleen liberalen met
macht en eeve bekleed waren.
Doch het is verre van daar. Liberalen
zijn geen minderwaardige, maar ook
geen.meerwaardige, staatsburgers, liefst
nog wel met een accent. Zij verdienen
achterstelling noch bevoorrechting en
derhalve: wanneer zij door rechtvaar
dige toepassing van staatsrechterlijke
beginselen min of meer het loodje leg
gen, dan brengen zij geen offer, doch
zy doen, al dan niet vrijwillig, afstand
van priveleges, waarop zij recht noch
aanspraak hadden.
Jn de tweede plaats wordt gewezen
op het offer, dat liberalen in de laatste
maanden brengen met betrekking tot
de vrijhandel.
Indien hier waarlijk van een offer
sprake zou zijn en dan op de manier,
als liberalen zulks beschouwen, dan zou
dit slechts bewijzen, dat wij in vroeger
jaren hen niet ten onrechte beschuldigd
hebben, dat zij van het vrijhandels-
beginsel een dogma maakten.
Naar onze opvatting kan een vorm
van handelspolitiek nimmer tot een
dogma verheven worden. Het is een
voudig een kwestie van taktiek en wijs
beleid. Wij zyn voor vrije handel, om
dat wij meenen op deze wijze de belan
gen van ons volk het best te kunnen
dienen. Wanneer echter blijkt, dat vrij
handel eenzijdig vrije invoer wordt,
welke louter nadeelen voor het eigen
volk oplevert, dan houden we niet aan
het „dogma" vast onder de leuze: alles
moge vergaan, als het beginsel maar
gered wordt. Want het beginsel is dan
reeds verloren.
Is afwijking van de lijn van vrijhan
del een offer voor de liberalen, dan
geldt hetzelfde voor vele anti-rev. en
chr.-historische vrijhandelaars, die door
bittere nood gedwongen de weg der ac
tieve handelspolitiek opgaan, omdat de
bescherming der belangen van ons volk
maatregelen vordert.
Het is dan ook eigenlijk geen wonder,
dat nog deze week een roomsch-katho-
liek voorman de regeering er een ver
wijt van maakte, dat zy niet alles heeft
gedaan om de binnenlandsche markt
vrij -te maken voor de binnenlandsche
industrie en slechts slappe protectionis
tische maatregelen heeft genomen.
De regeering heeft, voorzoover wij
weten, geen enkele protectionistische
maatregel genomen in de gewone zin
des woords. De regeering beschermt
slechts de eigen markt, voorzoover
zulks noodzakelijk blijkt.
En dat ook liberale kamerleden daar
aan meewerken, heeft niets met het
brengen van een offer te maken. Elk
kenmerk ontbreekt hier; zoowel het
eerste, dat men van iets, waarop men
vecht heeft, afstand doetals het twee
de, dat men een vrijwillig offer brengt.
Noch van het een, noch van het andere
is hier sprake.
In de derde plaats wijst de liberale
pers naar het offer, dat zij bracht ten
aanzien van de school. Het bizonder
onderwijs verkreeg de financieele ge
lijkstelling; het openbare kwam in het
gedrang.
Dit voorbeeld is wel 't zonderlingste,
waarmee men lean komen en waarmee
men toch elke dag komt. Eenvoudig,
omdat men in de zonderlinge gedach
ten wereld blijft leven, dat het bizonder
onderwijs toch eigenlijk Asschepoetster
had moeten bly'ven en de openbare
school de schoone Prinses, die slechts
op gouden muiltjes mag loopen.
Nu, na zooveel jaren blyken vele
liberalen nog niets, maar dan ook totaal
niets van de pacificatie begrepen te
hebben en het wordt met de dag een
hopeloozer pogen om ze de ware betee-
kenis duidelijk te maken. Blijkbaar zijn
velen van meening: Och, toen we niel
op geld behoefden te kijken, konden er
wel een paar bankbiljetten voor hei
bizonder onderwijs overschieten; doch
nu we zuinig moeten zijn, dienen we
eerst voor het eigen kind, de openbare
school, te zorgen en de kruimkens zyn
dan goed voor het bizondere onderwijs.
Welke offers hebben de liberalen
toch bij de financieele gelijkstelling ge
bracht? Bleef hun school niet nummer
éénmoet de bizondere zich niet rich
ten naar de openbare? Werken alle be
zuinigingen voor de overheidsscholen
niet automatisch voor de bizondere
door?
In beginsel is recht gedaan aan het
bizonder onderwijs; in beginsel, nog
lang niet ten volle in de praktijk. Wat
praat men dan van een offer?
En, vergeet dan niet: vooral in
dagen wordt het zoo overduidelijk, dat
van vrijwilligheid hier heelemaal j
sprake was. Integendeel: het aantal
van hen, die de bizondere school gram
zyn, neemt dagelijks, toe
Op zich zelf behoeft dit ons niet al te
zeer te verontrusten. Maar de achter
grond van deze dingen is veel ernstiger.
Er blijkt uit, dat de oude liberale ge
dachte weer naar de heerschappij
streeft.
In het reeds onlangs door ons geci
teerde nummer van „de Rijkseenheid"
het nationale weekblad, klaagt een
medewerker er ovei-, dat de liberalen
de vrijheidsgrenzen veel te ver hebben
uitgezet. Het gevolg daarvan was, dal
„de liberalen zijn ten onder gebracht
door partijen, die de vryheid bedréi-
gen, maar aan welke vrijheid werd ge
laten om in anti-liberale richting hun
macht te ontwikkelen. De Katholieken,
de orthodoxe Protestanten, de anti-
militaire Christenen
De liberalen gaven anderen dus te
veel vrijheid. Wat had men dan moeten
doen, vraagt deze schrijver.
„Had men de Christelijke overtui
gingen dan moeten onderdrukken?"
En hij antwoordt:
„Dat was zeker onmogelijk of ten min
ste ongepast geweest. Wij allen, of we
liet toegeven of ontkennen, wij allen zijn
doortrokken van Christelijken geest, zelfs
de Joden, ja zelfs de atheïsten en de
meer ontwikkelde niet-Christenen in In-
dië; maar over de bijzonderheden van
het geloof, over de inmenging door de
uiteenloopendo geloofs-stellingen in
gemeenschapsleven van den Staat ont
staan geschillen. Die moesten in de gods
dienstgemeenschappen besloten blijven.
In de Staatsgemeenschap moest alleen
de Christelijke geest, dien allen gemeen
hebben, heérschen en wat de menschen
verdeeld houdt ge.weord worden."
Ziehier het oude, onvervalschte libe
ralisme. Een Christendom boven ge
loofsverdeeldheid; d.w.z. liberale heer
schappij in de staat.
In een ander liberaal blad werd gfr
sproken van „theologische beschouwin
gen, welke tot het fascisme voeren".
Hier in de nationale „Rijkseenheid"
vindt men zulke beschouwingen; ge
huld in het zonderlinge, oud-liberale
kleed.
Men leze het anachronistische citaat
eenige keeren kalm over en men is even
zoovele malen gewaarschuwd tegen het
gevaar, dat ons zou bedreigen, indien
werkelijk de liberale wereldbeschou
wing opnieuw de overhand mocht
krijgen.
BINNENLAND.
0FF1CIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDING
ncie West-aJva).
BURGEMEESTERS
Bij Kon. besluit zün benoemd met 15 Juli t
burgemeester van Ossenisse L. A. G. van E
ck, burgemeester van HengstdUk. en ir
li!! tot burgemeester van Nieuw- en
land G. A Harff.
den referendaris der P.T.T P. W. Gerbers. be-
met de functie van adjunct-directeur van
oostkantoor te 's-Giavenhage op zi|n ver-
ecrvoi ontslag verleend, zulks met dank-
ging voor do door hem aan den Lande
bewezen diensten.
TROONSBESTIJGING VAN DEN
BELGISCHEN KONING
DE MISSIE BIJ H.M. DE KONINGIN
Gisteravond heeft Burggraaf Van
Vyvere, die aan liet hoofd staat van dc
sie, welke namens den Belgischen Koning
aan TI. M. de Koningin de troonsbestijging
van Koning Leopold III komt aankondigen,
ter uitvoering van deze opdracht de volgen
de rede tot IT. M. de Koningin gehouden:
Mevrouw,
Ik heb de eer aan Uwe Majesteit de brie
ven aan te bieden waarbij de Koning, mijn
Doorluchtige Vorst, mij bij Haar accredi
teert als Buitengewoon Ambassadeur mul
bijzondere zending.
Het heeft Uwer Majesteit behaagd recht
streeks in den rouw van de Koninklijke Fa
milie en van het Belgische volk deel te
men door Z.K.H. Mgr. den Prins der Neder
landen te gelasten Haar op de begrafenis
plechtigheden van Koning Albert te verte
genwoordigen. Dit kostbaar blijk der gene
genheid van Uwe Majesteit voor het Ko
ninklijk Huis van België en voor de Belgi
sche Natie heeft mijn Doorluchtige Vorst
ten zeerste ontroerd. De Koning heeft mij
verzocht aan Uwe Majesteit Zijn diepe
kentelijkheid te betuigen.
Sedertdien werd Uwe Majesteit door een
smartelijken rouw getroffen; de Koning en
de Koninklijke Familie werden er pijnlijk
door ontroerd en hebben innig deelgenomen
in de droefheid Uwer Majesteit.
België en Nederland zijn evenzeer
hecht aan hun onafhankelijkheid en hun
vrijheidsgezinde instellingen. In de overzee-
sche landen verrichten zij hetzelfde bescha
vingswerk. Tijdens hun reizen in Neder
landsch-Indië hebben de Koning en de Ko
ningin de gelegenheid gehad het volbrachte
werk naar waarde te schatten en vurig te
bewonderen.
Mijn Doorluchtig Vorst heeft mij gelast
aan Uwe Majesteit Zijn Troonsbestijging
aan te kondigen en heeft mij tevens opg:
dragen U de bevestiging te brengen van
Zijn vurigsten wensch om de goede betrek
kingen die tusschen beide landen bestaan
te behouden en te versterken,
Zijne Majesteit heeft mij verzocht aan
Uwe Majesteit zijn innige wenschen van
geluk en voorspoed voor Haarzelf en Ham-
Volk aan te bieden.
Uwe Majesteit veroorlove mij Haar te zeg
gen, hoezeer ik het als een eer beschouw
bij Haar de tolk der gevoelens van Zijne
Majesteit Koning Leopold TIT te nlogen zijn
Met deze gevoelens bezield leg ik, Me
vrouw, aan de voeten van. Uwer Majesteit
de betuiging van mijn diepsten eerbied,
H. M. de Koningin heeft met de volgende
rede op de woorden van den ambassadeur
geantwoord:
Het is Mij aangenaam uit Uwe handen de
geloofsbrieven te ontvangen, waarbij Zijne.
Majesteit de Koning der Belgen U bij Mij
accrediteert in do hoedanigheid van Zijn
Buitengewoon Ambassadeur in bijzondere
zending.
De keuze van Uwe persoon als Hoofd der
Missie, die hét Zijner Majesteit behaagd
heeft hierheen af te vaardigen, teneinde
Mij aankondiging te doen van Zijne troons
bestijging, is Mij zeer welgevallig geweest
Ik moge U cn de andere leden der zen
ding welkom héeten in Mijn land.
De zoo oprechte deelneming, welke Ik bij
het smartelijk verlies van Mijne onvergete
lijke Moeder, kort na het zoo betreurd ver
scheiden van Koning Albert, van de zijde
van Uwen Doorluchtigen Vorst mocht on
dervinden, welke deelneming zich heeft
kenbaar gemaakt door de aanwezigheid van
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Karei,
Graaf van Vlaanderen, bij de begrafenis
plechtigheid, heeft Mij ten zeerste getroffen.
Terecht hebt Gij gewaagd van den drang
naar onafhankelijkheid en van de vrijheids
liefde, die het Nederlandsche en het Belgi
sche Volk gemeen zijn, alsook van de hooge
taak, die elk der beide landen in zijn over-
zeesche gebieden te vervullen heeft Het
grootsche werk door België in den Congo
verricht, vervult Mij met levendige bewon
dering. Ik heb op hoogen prijs gesteld de
vereerende hulde door Hunne Majesteiten
den Koning en de Koningin bewezen aan
hetgeen in Nederlandsch-Indië is tot stand
gebracht, een hulde die tot uiting kwam in
de herhaling van Hoogst Derzelver bezoek
aan dat gebiedsdeel,
Gezien de vele banden die Mijn volk met
het Belgische verbinden, kan Ik met over
tuiging den wensch van Zijne Majesteit be
amen, de goede betrekkingen, die tusschen
beide landen bestaan, te onderhouden en te
fersterken.
Zeer gevoelig voor de wenschen voor ge
luk en voorspoed, die U en Mij en Mijn
Uw verheven Souverein heeft
aangeboden, moge ik U verzoeken Zijner
Majesteit Mijnen diep gevoelden dank, als
mede Mijne oprechte wenschen voor een
lange en zegenrijke Regecring over te bren
gen.
NED. VARKENSCENTRALE
Bij beschikking- van den minister van Eco-
>mlsche Zaken a. i. Is aan den heer S. van
Zwanenburg te 's-Gravenhage. op diens ver
zoek in verband met ztJn benoeming tot lid,
is commercieel adviseur van het College
Regeeringscommissarlssen. eervol ontslag
Lend als directeur van dc Vereeenlging Ne-
.ndsche Varkenscentralc. gevestigd te
avenhage, onder dankbetuiging voor de in
ictle verrichte werkzaamheden, en is
ging Xe-
ir. W. da
ZEEDIENST
By beschikking van den Minister van Defen
sie z'iin de volgende plaatsingen gelast: met
BU beschikking van den Mini
2 Marine'Krijgsschool.' dén"23 Juni 1934*1
NA HET HEENGAAN VAN
KONINGIN EMMA
HAAR ARBEID VOORTGEZET
„Nog geheel vervuld van het verlies^ dat
het Nederlandsche Volk zoowel in het moe
derland als in de Overzeesche Gewesten ge
leden heeft door het overlijden van de Ko
ningin-Moeder, geven de Koningin en de
Prinses Zich ten volle rekenschap van de
plaats, welke de Koningin-Moeder in het
leven en in het hart van ontelbaar velen
heeft ingenomen en beseffen het groote ge
mis, dat Haar ontslapen voor die velen be-
teekent.
De Koningin wenscht daarom, in dezen
bijgestaan door de Prinses, geheel in den
geest van de Koningin-Moeder al datgene
te doen, wat Haar beschikbare tijd en krach
ten zullen toelaten, ten einde aan allen,
voor wie de Koningin-Moeder Haar mede
leven en warme belangstelling betoond
heeft, dit gemis zooveel in Haar vermogen
ligt, te vergoeden".
In aansluiting met het bovenstaande kan
gemeld worden, dat Hare Majesteit reeds,
wat de Stichtingen „Oranje Nassau's Oord''
en „Koningin Emma Jubileum Fonds" be
treft, geheel in de plaats van Haar Moeder
treedt, terwijl ook het werk van de Com
missie van Weldadigheid van Koningin
Emma te Baarn en te Soest wordt voort
gezet.
De Koningin heeft Prinses Juliana ver
zocht, en bereid gevonden, de leiding hier
van op Zich te nemen, binnen de grenzen
en langs de lijnen die de Koningin-Moeder
Zich had gesteld.
ONDERHOUD MET MINISTER
STEENBERGHE
NOG GEEN BEPAALDE NIEUWE
MAATREGELEN
EEN TIJD VAN HARD WERKEN
Een medewerker van de Msb. vroeg in
'n onderhoud met Minister Steenberghe
onder meer:
„In een deel der liberale pers is er op ge
zinspeeld, dat u door de aanvaarding van
een zetel in het huidige kabinet, uw vroeger
verdedigde beginselen op het ge-giecl van
actieve handelspolitiek zou prijsgegeven
hebben, dat u als het ware uw verleden
zou moeten vergeten. In een deel der ka
tholieke, met name der zuidelijke pers,
daarentegen, wordt uw benoeming toege
juicht als het begin eenér aera van ceif ac
tieve handelspolitiek in een har er .scherp
ste vormen. Het komt. mij voor, dat in bei
de opvattingen overdrijving schuilt en mis
schien wilt u Zich over deze zaak nader
uitlaten?"
Mr. Steenberghe antwoordde:
„Ik kan en wil natuurlijk met geen enkel
-oord iets uitlaten over dc onderhandelin
gen, die tot mijn ministerschap geleid heb
ben, al begrijpt u, dat hierbij verscheidene
gewichtige kwesties terdege zijn besproken.
Ik kan uiteraard ook niet spreken over mijn
program, omdat de plaats voor rechtstreek-
sclie mededeeiingen over de te voeren eco
nomische politiek der Staten-Generaal en
degene, die deze mededeeiingen doet, de
regeering is. niet ééri minister, en zeker niet
de jongste. Maar als mijn persoonlijke opi
nie wil ik u wel mededeelen, dat de com
mentaren. door, laat ik zeggen de twee
uiterste zijden on mijn benoeming gegeven,
op zichzelf onjuist moeten zijn, omdat zij
beide iets vergeten.
De eeno zijde vergeet namelijk, naar het
mij toeschijnt, dat. ik vanzelfsprekend mijn
verleden in gnenen deele verloochenen zal.
De andeVe zijde schijnt echter uit het oog
te verliezen, dat ik er niet de man naar
ben om bepaalde nieuwe maatregelen te
gaan invoeren, zoolang ik geen gelegenheid
heb gehad het geheel der regeeringswerlc-
zaamheden en -bemoeiingen te overzien.
Er worden hier en daar in wel wat ov
dreven mate verwachtingen gekoesterd, die
als het ware inhouden, dat er een algeheelo
conjunctuurverandering zal intreden, nu
een industrieel uit 't Zuiden een regeerings-
zetel gaat bezetten. Hoezeer ik u nogmaals
verzeker, dat. ik het verleden, hetwelk mij
op dezen post gebracht heeft, in geen en
deele ontrouw zal worden, moet ik toch
tegen deze overdrijving van voorstellingen
waarschuwen".
Verder vertelde de minister nog:
„Zaterdag zal ik heëedigd worden en
Maandag heeft de overneming van het de
partement plaats. Zooals ilc u al zei, het zal
een tijd van hard werken worden, maar ik
zie daartegen niet op. De eerste twee maan
den ga ik leven als vrijgezel, hoezeer het
mij ook aan het hart gaat, mijn gezin met,
zeis kinderen vaarwel te moeten zeggen.
Maar deze eerste stoot moet mij een goed
eind op weg brengen en mij in den heelen
warwinkel der huidige departementswerk
zaamheden doen thuis raken. Het bedrijfs
leven ken ik uiteraard in zijn verschillende
geledingen vrij goed, al zal er nog heel wat
nieuws voor mij opduiken. Met de verschil
lende organisaties hen ik in vrij geregeld
contact geweest, doch de landbouw al
kwam ik er natuurlijk als gedelegeerde bij
de verschillende onderhandelingen nogal
eens mee in aanraking zal toch heel wat
studie opeischen.
Want ik ben niet van plan een enkelen
maatregel te nemen, voordat ik aan het
hoofd van het departement het geheele veld
van bedrijfsleven, handel en landbouw vol
ledig heb kunnen overzien".
DE NIEUWE TARIEFWET.
Met grooten spoed heeft het Verbond van
Nederlandsche Werkgevers een uitgave het
licht doen zien, getiteld: „Tariefwet 1934".
De brochure is verkrijgbaar by den boekhan-
e! en bij het Secretariaat van het Verbond
an Nederlandsche Werkgevers, Kneuterdyk S,
Den Haag.
Voornaamste Nieuws.
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
waarbij inbegrepen het Zondagsblad
Biz. I
H.M. heeft op het Loo dc Belgische missie ont-
vangen.
Een onderhoud met de nieuwe minister van
Economische Zaken.
BLz. 2
Von Papen en Goebbels. Een aanval van laatst'
genoemde. De positie van de Rijkswcer.
BLz. 3
Te Utrecht is opgericht op initiatief van de
Calv. Juristen Vereen, en dc Chr. Psychologische
Centrale een Vereen, voor geestelijke Volksge
zondheid.
De Britsche Regeering heeft de afwijzende ant-
woord-nota gepubliceerd op de Duitschc Transfer*
nota van 14 Juni 1934.
Blz. 9
In de Kamer is gister het Spellingdcbat voorf-
Het Zondagsblad van heden bevat o.m.:
Meditatie: „De liefde van Christus".
„Uitvaartlied" vers van Jodocus van
densteyn, met een Aanteekening vai
R.
P,
Van Boeken en Schrijvers: door H. A.
Mulder „Een boek over de droogte van
Zuid-Afrika".
Kort verhaal van Phé Wijnbeek „Zwijgen".
Van bonte dingen „Het menu" door G. K.
A. Nonhebel.
„Een tochtje door Noord Holland" door A,
W. Verhorst.
Dagboek van Pit.
Vervolgverhaal van K. LantermanSj
„Meneer cn Mevrouw Dibbits".
Jeugdrubriek.
Kleuterkrantje.
Transpireerende Voeten,
Handen en Oksels hehandele men met
Purolpoeder. Dit is het meest afdoende
middel. In bussen van 45 en 60 ct.
Alleen bij Apoth. en Drogisten.
DE BELGISCHE MISSIE
H. M. de Koningin heeft aan de ledehf
van de Belgische missie, welke zich giste*
ren ten paleize Het Loo van haar taak ge-
kweten beeft de volgende o derscheidingen:
toegekend: Burgraaf v. d. Vjjvere is be
noemd tot grootkruis in de orde van den
Ned Leeuw, graaf de Brouchove de Bergevck
tot grootofficier in de orde van Oranje
Nassau, senator Godding en kapitein v. d.
Heuvel tot commandeur in de Orde van
Oranje Nassau en de lieeren Mahieu en!
Hallet tot officier in de Oranje Nassauordc.
BEEEDIGING MINISTER STEENBERGHE.
H. M. de Koningin heeft hedenmiddag
ten paleïze Het I.oo den nieuw benoemden
Minister van Economische Zaken Mr. M. IT.
L. Steenbeighe ter beëediging ontvangen.
KONINKLIJKE GIFT
H. M. de Koningin heeft een gift doert
toekomen aan den voorzitter van het plaat
selijk steuncomité te Velddriel, waar een
felle brand elf woningen in de asch legde.
REIZEN IN DUITSCHLAND
Naar wij vernemen kunnen reizigers (lie
zich naar Du-itsohland hegeven, allerlei door
hen meegebrachte betalingsmiddelen bij hun
terugkeer ongehinderd weder over de grens
mee terugbrengen. Wel is het ge wenscht, dat
zij bij het binnenkomen in Duitsohiand aan
gifte doen van de marken en het overige
geld, dat zij bij zich hebben.
Rijksmarken, welke zij eerst in Duitsch-
land, door het wisselen van vreemde devie
zen, in hun bezit kregen, moeten echter we
der voor de terugreis in de oorspronkelijke
deviezen worden omgezet.
Luchtvaart
DE F 36 VOOR HET EERST IN DE LUCHT4
Geheel onverwachts, zonder dat een aan
kondiging was geschied, heeft het nieuwe
vier-motorige Fokkervliegtuig F 36, het
grootste vliegtuig van ons land. dat binnen
kort aan de vloot van de K.L.M. zal worden
toegevoegd, te Amsterdam een proefvlucht
gemaakt.
De bestuurder Meinecke was over het ver
loop van deze eerste vlucht zeer tevreden.
Het toestel had in alle opzichten voldaan.
HOTEL PENSION „DREIJEROORD"
Gr. v. Rechterenweg 12 Telefoon 52046
OOSTERBEEK (hoog)
Het gezellige fam. hotel. Rust ligging bij
bosch. Str. water. Tuin 1 H.A. Zeer goede
-erzorging Prijzen vanaf 4.—
ZAGERIJ EN SCHAVERIJ
NASSAUHAVEN BOEREGAT