m d©Ji WRIGLEY WOENSDAG 20 JUNI 1934 Belasting van de doode hand HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. AG N ES TWEEDE KAMER Voorstanders tot tegenstanders geworden Spelling interpellatie aan den heer Tilanus toegestaan Nieuwe interpellatie-aanvragen. Vergadering van 19 Juni 1934 OVERZICHT De Kanier heeft de heffing van een be lasting naar het vermogen van instellingen van de doode hand in behandeling geno men. Wat zijn „instellingen van de doode hand"? Vele onnoozelen hebben vermoedelijk gemeend, dat die „doode hand" bij de Roomsch-Eatholieken moest worden gezocht. Dat is een vergissing, welke voor een niet gering deel op rekening van het anti-papis- me mag worden gesteld, dat zijn blinde vol gers steeds voorspiegelde dat een belasting ■van de „doode hand" vele millioènen zou kunnen opbrengen. Ingewijden wisten wel beter en hun was het niet onbekend, dat het doode-hand-bezit bij de Katholieken niet het grootst was en een belasting op dit bezit vooral ook Protestantsche kerken en instel lingen zwaar zou treffen. Want als instellingen van de doode hand •worden aangemerkt stichtingen, coöperatie ve en andere ,al dan niet rechtsspersoonlijk- Iheid bezittende vereenigingen. zede'ijke licha men, en alle andere rechtspersonen, met uil- zondering van vennootschappen en vereeni gingen, waarvan het kapi'aal geheel of ten deele in aandeelen is verdeeld. Als zoodanig worden niet beschouwd publiekrechtelijke lichamen, rechtspersonen, ingesteld krach tens wettelijke voorschriften, instellingen van weldadigheid en de Carnegiestichting. De belasting zal worden geheven naar: a. het zuiver vermogen van de binnen het rijk gevestigde instellingen van de doode hand; b. het zuiver vermogen van buiten het Rijk gevestigde instellingen van de doode hand, voor -oorer dat beschouwd kan wor den als in het bijzonder te behooren bij een binnen het Rijk gevestigd niet zelfstandig onderdeel van zoodanige instellingen en voor zoover het niet valt onder art. 9bis der Wet op de Vermogenebelasting 1892. Geen belasting zal zijn verschuldigd, in dien de belaslibare som minder bedraagt dan f 11.000. Bedraagt zij f 11.000 of meer doch minder dan f3 .000, dan is verschuldigd f3 van elke gelieele som \an 1000, waarmee rte belastbare som f 10.000 te boven gaat. Is de belastbare som f30.000 of meer. dan is de belasting 2 van elke geheele som van 1000 De minister verwachtte van dit wetsont werp, dat een deel uitmaakte van het plan tot detkkin? vai. het op ruim 100 millioen gestelde begrootingstekort-1934, een op brengst van f3 millioen. In de Memorie van Toelichting schreef minister Oud o.a., dat vrijstelling is verleend voor kerkgebouwen en andere tot den open baren eeredicnst bestemde zaken en dat bet ontwerp niet beoogt, bepaalde richtingen win geestelijk leven te treffen. De minister ont veinsde zich niet. dat de voorgestelde belas ting hier en daar schadelijke gevolgen zal kunnen hebben, doch i8t hij den huidigeti toestand van 's Rilks financiën de invoering van deze heffing gerechtvaardigd en zelfs noodig is. De belasting dient te worden be schouwd als een equivalent voor de vermo gensbelasting. Alleen de draagkracht ten aanzien van het bezit van vermogen, afge zien van zijn opbrengst, zal door de belas ting worden getroffen. De belasting zal wor den geheven naar het zuiver vermogen der instellingen onder aftrek van schulden. De minister acht den voorgestelden normalen heffingsvoet van twee promille zeer gema tigd te noemen. Opcenten zullen niet worden geheven. Voorzieningsfondsen, vakcentrales, ver eenigingen van bedrijfsgenooten. loges, pen- Bioenfondsen, sociëteiten. reis- en toeristen- vereenigingen en vereenigingen tot het oe houd van natuurmonumenten of dierentui nen. wetenschappelijke genootschappen, ker kelijke gemeenten en kerkvoogdijen, paro chiën. orden en congregaties zullen, indien zij een niet-vrijgesteld vermogen van fll.oou of meer bezitten him bijdrage tot instand houding van den staat hebben te leveren. Niet in aanmerking zullen komen de scnul- den en de baten van buiteniandsche licha men, welke reeds voor de vermogensbelas ting in aanmerking komen. Vennootschap pen onder firma, burgerlijke maatschappijen en naamlooze vennootschappen worden nic. als instellingen in de doode hand beschouwd. Coöperatieve vereenigingen, vallende onder de Recistratievvet van 1917 zullen naar hun zuiver vermogen niet belastingplichtig zijn. Onderlinge of coöperatieve verzekerings maatschappijen zullen de wiskundige reser ve in aftrek mogen brengen. Onder de spaar fondsen vallen ook de voorzi en ings fondsen. Bewaarscholen zijn niet vrijgesteld, evenmin als onderwijzerswoningen.. De inventarissen van zieken- en armenhuizen e.d. worden wèl vrijgesteld. Nieuw was het denkbeeld om de doode hand te belasten niet. Reeds in 1879 is er sprake van geweest. Dus eer er van de S.G.P. of de H.G.S. iets was beginnen te leven. Als men ziah echter aan de uitwerking der ge dacht zette, werd gestuit op zeer groote moei lijkheden er kwam twijfel op aan de doel- treffendibied van zulk een belasting. Ook mi nister Treub is het indertijd ongeveer op de zelfde wijze vergaan. Ook hij was met deze belasting voor den dag gekomen, maar het is op niets uitgeloopen. In later jaren heeft men zich van anti papistische zijde van die belasting-van-de- doode-hand-leus meester gemaakt. Veel meer dan politieke kinderpraat gaf men er niet over ten beste. Dikke woorden en niets andere. Maar nu is er dan weer een concreet voorstel en er zijn zekere gegevens omtrent het bezit in de doode hand. Wie eohtier mee- ncn zou, dat de heer Lingbeek met den heer Kersten van vreugde zouden opsprin gen, heeft het volslagen mis. De heer Ling- beek is omgedraaid als een blad aan een boom. Zijn parlementaire voorganger, de heer Peereboom, heeft nauwelijks een jaar geleden de vergaderzaal der Kamer doen da veren van zijn geroep om deze belasting. Wat zien we nu evenwel gebeuren? Dat de heer Lingbeek een fel tegenstander is en de heer Kersten er alleen voor te vinden is indien deze belasting uitsluitend zou gelden voor Roomseh-KaUiolieke instellingen. Zij beiden en de communisten bestrijden prin cipieel het voorstel van minister Oud; ter wijl de andere fracties ten slotte met het oog op den toestand van 's lands financiën bereid zijn over groote bezwaren heen te stappen en den minister de 3 millioen te geven. De situat:e is nin of meer pikant. Men begrijpt, dat de tot tegenstanders ge worden voorstanders het niet zoo gemakke lijk hadden. Hef minst werd notitie genomen van den lieer Kersten, die er ook weer eens was en hij hield een rede ook. Echter van een in houd, die voor serieus debat niet in aan merking kwam. Zijn anti-grondwettelijke suggestie van een privilegie op het stuk van belastingheffing voor een bepaalde categorie Nederlandsche burgers, werd ten eenenmale geen antwoord waardig gekeurd. En voor het overige had hij het weer over bezuiniging door cumulatie te verhinderen. Het is duide lijk, dat een verbieden van cumulatie van ambten geen besparing van eenige beteeke- nis kan brengen. Men kan er zeker geen argument aan ontleenen om te weigeren mede te werken tot dekking van een be groot ingstekort van meer dan 100 millioen gulden. Bij de begrooting voor 1933 .is de lieer Kerste te dezer zake door minister De Geer op zoo afdoende wijze getuchtigd, dat minister Oud gisteren verklaarde dezen criticus slechts te kunnen, aanraden de be strijding van minister De Geer te herlezen. .Aan het pcuterwerk van den heer Kersten schonk hij dus nie. de minste aandacht meer. De 'heer Lingbeek had' f/hans begrepen, dat belasting van die doode hand een druk zou leggen niiet alleen op kloostergoederen, maar ook op bezit, vain Pr-otestanfRcfhe kerken. Hij is wel laat wijs gpwordmn! Maar dat schonk hem toch niet het recht den minister de besc.hmildiging naar het. hoofd te werpen, dat hij is gekomen met een anti-p rol.es- tanttseh ontwer-p. Dat was te onredelijker, omdat tijdiens liet debat duidelijk .bleek, dat die heer Liugjbeek van den inhoud van het wetsontwerp niet op de hoogte was, som mige dingen ten eenenmale niet begrepen had en dus in allerlei punten van zijn cri- tiek er volkomen naast was. Indien de heer Lingbeek gedacht heeft daardoor zijn eigen politieken omzwaai te kunnen camoufleeren, dan heeft hij zich volkomen •vergist. De heer Schouten en de minister hebben hem op dit punt zoo ter doge op zijn nummer gezet, dat hij de risée was van de gansche Kamer. Met name gold diit de inkomsten uat de pastoralia. Die vallen onder deze wet, om dat zij het karakter vam vermogen hebben. Kerkgebouwen en diaconale fondsen daar entegen zijn vrij. Naar den opzet van het ontwerp was het standpunt van den minister niet onlogisch, hoewel er ongetwijfeld wel bezwaren te for- muleeren zijn. Dat geschiedde van meer dan een zijde, getuige de redevoeringen van de heeren Bakker, Visselier en Schouten. Men begrijpt, dat deze zelfde bezwaren bij de Roomsch-Katliolieken wel w eerklank ge vonden hebben. Want stelt men liet Protes tantsche kerktnhezit vrij, dan vloeien daar- 'init cousekvvenities voort. Die consekvventies gaven den heer Schouten aanleiding tot het formuleeren van een vraag, die in dit ver band van groot belang is. Hij vroeg den Minister wat het voldoen aan de bezwaren tegen het belasten der pastoriegoederen zou kosten en of het dan resteerende wel van zoo grootfjbeteekenis «'as. dat het de moeite waard was om het wetsontwerp, dat nog al wat administi-atie meebrengt, te handhaven. Men begrijpt, dat, wanneer de wet vrijwel waardeloos zou wordien indien aan de be doelde bezwaren zou worden tegemoet ge komen, daarmee meteen aan de idee van een belasting van de doode hand de genade slag zou worden toegebracht. De minister heeft het antiwoord nog niet gegeven. Dat komt bij een der artikelen, waarop n.l. een amendement is ingediend om het kerkenibezit vrij te stellen van be last mg Bij de algemeene beschouwingen heeft minister Oud zich beperkt tot een verdedi ging van den algemoenen opzet van zijn wetsontwerp. Daarbij heeft hij de meeste aandacht geschonken aan de eigenaardige combinatie van bestrijders WijnkoopKer stenLingbeek. Vermoedelijk zijn de heeren i nig op eikaars gezelschap gesteld, maar politiek onverstand en negativisme brengt nu eenmaal meermalen tot zonderlinge com binaties. De figuur, welke zich thans voor doet, is trouwens niet nieuw. Hot is reeds meermalen voorgekomen, dat de heer Kers ten aan de zijde stond der consekwente rc volutionairen. De heer De Visser heeft zulks meermalen tot zijn genoegen geconstateerd. De Kamer heeft zioh na de algemeene beschouwingen nog slechts bezig gehouden met het eerste artikel van het wetsontwerp, dat omschrijft welke Lichamen onder de wet vallen. Enkele pogingen werden gedaan om de vrijstellingen -wit te breiden. De minis ter wees die echter op goede gronden af. Een tweetal amendementen werd reeds in getrokken; enkele andere, van den heer Wijnkoop en den heer Ver voorn, zullen van daag worden verworpen. lij den aanvang der vergadering werd de Spelling-interpellatie van den heer Tilanus toegestaan. Zij zal morgen reeds gehouden wordien. en drietal andere interpellaties werd aan gevraagd. Een er van werd in den loop van den middag weer ingetrokken. Over de hei de andere zal hedön worden beslist. VERSLAG Vaste commissie voor Indische zaken De VOORZITTER benoemde tot leden van de aste commissie voor Indische zaken de hee- en v. d. Bilt. v Dijk, v. Boetaelaer v. Dubbel dam, Feber. Cr&mer. Joekes en v. Kempen. Interpellaties De heer SCHALKER (comm.) vraagt verlof, den minister van Sociule Zaken te ïnterpcllee- ren over de voorgenomen steunverlaging in de vier groote gemeenten; de lieer WIJNKOOP (comm idem den minister van Justitie in zakt de nadere instructies aan politie-autoriteiten betreffende toelating en v»rbltif van vluchte lingen c.a.; de heer MOLLER (r.k.) idem den minister van Onderwijs in zake inhoud en in voering van het compromis in het spelling vraagstuk. (Deze aanvraag werd later weer Ingetrokken). Hierover wordt heden beslist. De Spellingkwestie Aan de orde is het verzoek van den I Tilanua om verlof tot het richten van vra aan den minister van Onderwijs. K. en W. c het standpunt van de Regeering t.o.v. de schr&f wijze der Nederlandsche taal. Deze interpellatie wordt toegestaan en bt puald op morgen. Nadat een tweetal conclusies op verzoek schriften z.h.st. zijn goedgekeurd, komt aan d orde de heffing van een belasting naar het vermogen van instellingen van de doode hand. De heer FLESKENS (r.k.) wees er op. dat dooi- de nieuwe belasting tal van vereenigin zullen worden bemoeilijkt in het vervullen van publieke functies, welke functies nu van zelf op de overheid zullen terugvallen. Heel wa't instellingen van kerkeUiken en niet- kerkoliikcn aard zullen worden belast. Het wetsontwerp staat op breedo basis en is va tijdelijk karakter. In dien zin is het te aai vaarden. lntunschen zün er ook nog wel enkele bi zwaren Betreurd werd da't ook de coöperaties onder de wet zijn gebracht en door den minister niet onder de vrijstellingen zijn opgenomen. Ook is hc-t onbillijk, dat niet vrijgesteld zijn vereeni gingen. die uitsluitend dienen 'tot het doen van nllkeeringen aan Kerken. Het belieft bier in 't algemeen schenkingen, waarvan al een hooge successiebelasting is betaald. Ook had de mi nister verder kunnen gaan om de gebouwen voor huisvesting van leeraren en leerlingen vrü te stellen. De belastingadministratie mag van de krach tens deze wet verkregen gegevens geen ge bruik maken voor het opleggen van aanslagen aan particuliere personen. De heer KERSTEN (s.g.p.) en zijn vrienden zijn het niet eens met het voortdurend opleg gen van nieuwe belastingen. In dit licht is de nu voorgestelde belasting te veroordeelen. Bii voldoende bezuiniging zou dit wetsontwerp niet noodig zijn. Waarom tast de Regeering de milltoenen niet aan. die via de Onderwijswet naar de kloosters vloeien? Er ls geen bezwaar om de goederen van Rome te belasten. Aan de Roomsciic Kerk ko men de rechten niet toe. die toekomen aan de Kerk der reformatie. Nu worden de goederen der Kerk van Christus aangetast- Alleen de ware gereformeerde gezindheid heeft recht op steun en bescherming der overheid. Deze he»(t zich echter aan de Kerk van Christus vergre pen door do bekende Kon. besluiten, die «ren weigert In te trekken De Kerk heeft recht op geldeHiken staats steun: de voorstellen des ministers tasten de Kerk aan en zijn een belasting op het lidmaat schap der Kerk. De Kerken van gereformeer de gezindheid mogen niet belast worden. TenzU deze alsnog uitgeschakeld worden, zal de heer Kersten zijn stem niet aan het wetsontwerp kunnen geven. De heer LINGBEEK (h.gs.) had als bezwaar dat naar de waarde wordt belast, maar vooral dat de pic-dlkanten. die voora' hun inkomsten uit pastoralia trekken, nu niet a'.leen hun in komstenbelasting betalen, maar bovendien een vermogensbelasting. Diaconie-kapitalen en kerken zijn vrij. maar de kerkelijke bezittingen worden belast. Dat moest de heer Lingbeek afkeuren als toespit sing van godsdienstige tegenstellingen en een ondermijnen van de groote nationa'e Ned. Herv. Kerk. Door ziin belasting vervreemdt de mi nister het volk van kerk cn godsdienst. De Hervormd» Kerk wordt het kind van de reke ning. Senilnaricn zün weer vrij en de salaris sen van de kloosterlingen bliivcn maar stroo men. Schnnde, sehande, driewerf schande, riep de heer Lingbeek ten slotte uit. De heer d. TEMTEL (s.d.) merkte op. dat het vermogen in de doode hand niet bekend, maar vermoedelijk zeer aanzienlijk is. Gege vens er over ztfn er weinig, maar van 1871 tot 1920 Is liet bezit van doode-hand-instellingen met 292 millioen toegenomen. Gevraagd werd of de minister nadere gegevens heeft. Deze belasting hoeft bezwaren. Men behoeft haar niet als crisisbelasting te zien. Het is goed. dat van dit bezit belasting wordt ge heven en dat dit geschiedt door een wetsont werp op breede basis als het onderhavige. Som migen willen dien grondslag aantasten, maar 't gaat niet aan de Katholieke Kerk wel to be lasten en andere niet. Dat ware hoogst on rechtvaardig. Het \>ezlt der Kerk, waarmee winst beoogd wordt, is niet heilig. Het is begripsverwarring, ingegeven door eigen belang, het anders voor te stellen. De heer VERVOORN (plattel.) betoogde, dat het ontwerp teveel vrijstellingen bevat en te eenzijdig drukt op de Herv. Kerk. De lieer BAKKER (c.h.) besprak de vraag of deze nieuwe belasting wel ltan aanvaard met het oog op het noodlgo economisch herstel. Het wetsontwerp is geen gelukkige greep: het brc-ngt betrekkelijk weinig op en de admini stratie er voor is omvangrijk. Velen, die vroe ger krachtig aandrongen op een belasting van de goederen In de doocle hand, zal de opbrengst tegenvallen. De heer Lingbeek, van de zijde var wiens partij herhaaldelijk in dit opzicht krach tige aandrang is geoefend, is zeer teleurgesteld en zul nu tegenstemmen. Het schijnt met de kloostergoederen ook niet alles goud te zijn wat. er blinkt: de berg heeft een muis gebaard. Er wordt nu een greep gedaun naar de goe deren van de Kerk; daarin tast de minister nus. Om 3 millioen binnen te halen moet alles overhoop worden gehaald. Was dat noodig? Bij de bc-handellng van de kwestie der kerkelijke goederen zal de heer Bakker uitmaken of hfi voor of tegen zal stemmen. De heer VISpCHER (a.r.) zou het aangena mer -Min indien dc- Regeering meer uit was op het inkrimpen van de staatsbemoeiing dan op het uitdenken van nieuwe belastingen. Het wetsontwerp is er echter. Het kent wel vrij stellingen, maar zijn die voldoende? Tegen een Grondwetsherziening ter oplossing van de financleele zUde van 't kerkelijk vraag stuk. zou geen bezwaar bestaan, maar nu wordt langs eer. achterdeur de hand uitgestrekt naar fondsen, die dienen moeten om het welzijn der Kerk te bevorderen. Moeten die fondsen ook niet worden vrijgesteld? Behooren dc inkom sten uit hetgeen voor dit doel gegeven is. niet te worden vrijgesteld in het belang var Kerk en haar arbeid in ons volksleven. Zoo lang nog orkesten, muziek en kunst worden gesteund, is het onbillijk om met een ontwerp te komen, dat in diepsten grond is een aantas ten van het werk der Kerk. Tenzü de Kerk wordt vrijgesteld, zal de heer Visscher zijn stem niet aan het ontwerp kunnen geven. De heer WIJNKOOP (comm.) was voor het belasten van alle kapitaal in de doode hand. dat niet büdraagt tot eenige ontwikkeling. De minister vraagt nog veel te weinig. Ergerlijk ls het. dat de Instellingen van de arbeiders extra moetc-n bloeden, terwijl de cumulatie niet wordt aangetast. Ook komt het niet te pas. dat de coöperaties zullen worden belast. Dat klasse wet geving. De heer SCHOUTEN (a.r.) wee-a er op, dat in het verleden pogingen om een aannemelijk, belasting van de goc-deren in de doode hand t' maken, steeds mislukt zijn. Toch bleef men Ir sommige kringen er om vragen en eenvoudige zleien dachten misschien zelfs, dat de millioe- nen door zuo'n belasting zouden toestioomen Ook is deze belasting bepleit met een be roep op de rechtvaardigheid. Het gehouden debat heeft bewezen, dat de twüft-laars van vroeger het gelijk aan hun zijde hadden. Dc heer Lingbeek betichtte nu de Regeering zelfs van weinig mooie dingen, maar liö ve loorhend» met zün rede volkomen hetge. jarenlang vanuit z(in kring ls bepleit en sp_ ciaai ook d'or zün voorganger in de Kamer, de heer Peereboom. Het blijkt nu wel, dat een rechtvaardige be lasting moeilijk is en weinig opbrengt. Bü min der abnormale financleele omstandigheden, zoi misschien worden geadviseerd van deze poglnsr af te 'Jen, omdat de goederen in de doode hand vee. grooter bi Uenls hebben voor ons volks leven dan wel eens is gemeend. De heeren. die vroeger om deze belasting dwongen, toonen, dat ze zich vergist hebben. Maar he'l ontwerp, dat er nu is, is niet los te maken van den e.lgemeenen financieelen toe stand. Bij een matige heffing van tHdeljjlcer aard. willen d atltl-rev. niet afwijzend staan in, oennormaal belastingstelsel past deze be- lasting ovenwei niet •De 'talloozo vrijstellingen waarvoor gepleit wordt, bewllzör. dat aan het bezit ln de doode hand grooter betec-kenis wordt toegekend, dan men vroeger deed. Als de opbrengst van kapitaal in de doode hand. aangewend voor armenzorg, onderwij: volksgezondheid. wordt vrijgesteld, waa. dan ook nie't vrijgesteld de ojvbrengsten. die aangewend worden voor de instandhouding v het godsdienstig leven? ZU. die deze laate-„ vraag stellen, mogen hier geen verwijt maken aan dc Regceiing; zij bedoelt dat niet. Maai men kan toch de vraag stellen of het bezlt.dat strekt in het belang van den openbaren e dienst niet onder de vrijstellingen behoort te worden opgenomen. Gevraagd werd wat dozo vrijstellingen de schatkist zouden kosten en of dan hetvv ontwerp nog wel voldoende waarde voor het financieel dekkingsplan zou behouden. De heer SNEEVLIET (r.s.p.) achtte het wets ontwerp sociaal onrechtvaardig en had ook be zwaren ten aanzien van het belasten der coö peraties. De heer KETELAAR (v.d merkte op. dat het punt der vrijstelling van kerkelijke inkom sten in de commissie voor de belastingen besproken K maar niet tot een punt van spreking met den minister ls geworden. Zü. die nu bczwarei. inbrengen zün in verzuim weest: zü hadden hun bezwaren bü de com sie kunnen brengen. Maar zelfs een lid der commissie, dat nu een amendement heeft gediend, heeft de zaak ir.dertüd niet zoo zw opgc-nomen. Nu worden den minister allerlei vragen gesteld, waarmee hij eigenlek wordt ov ei vallen en woiden amendementen voorge steld. waarvan in het overleg geen sprake geweest. De leden van de commissies van vol. bereiding moeten meer contact houden met hun fracties. De MINISTER VAN FINANCIëN erkende, dat de belastingdruk zeer zwaar is. Maar er wor den geen nieuwe heffingen uitgevonden: slechts komt aan dc orde wat aangekondigd is bp het indienen der mtllloenennota Met vcimindering van uitgaven komen we niet tot een sluitend budge' Het algemeene dekkingsplan der Regeerln£ heeft instemming gevonden en wordt uitge voerd. Op bezuiniging geen gemakkelpk RUBRIEK^ DONDERDAG 21 JUNI HUIZEN 1875 M. K.R.O. 8.00—9.15 Morgenconcert. 11.00— 11.30 Gramofocomuziek 11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje -door Pastoor L. H. Perquin. 12.00—12 15 n.m. Politieberichten. 12.15—1.00 n.m. Het KRO-orkest o.I.v. Ma- rinus van 't Woud. 1.00—1.15 n.m. ..De Bliksemafleider", voor dracht door L. Abor. I.15—2.00 n.m. KRO-orkest. NED. CHR. RADIO VEREENIGING 10.00—10.15 Leger des Heils-kwartiertje. 10.15—10.45 Morgendienst door Ds. P. V. Vliet. 10.45—11.00 Gramofoonmuziek. 2.00—3.00 n.m. Cursus fraaie handwerken. 3.00--3.45 n.m. Orkestmuziek. (Gramo- foonplaten). 4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. A. Luteijn. 5.005.30 n.m. Cursus handenarbeid voor onze jeugd, door H. J. Steinvoort: „De be plakking van het omslag". 5.30—6.30 n.m. Bespeling van het Studio orgel door S. P. Visser. 6.30— 7.00 n.m. Gramofoonplaten. 7.00—7.15 n.m. Politieberichten. 7.157.30 n.m. Gramofoonmuziek. of „Een greep uit het dagelijksch gebeuren". 7.30—8.00 n.m. Weekoverzicht: „Wat er op de wereld gebeurt", door Corn. A. Crayé. 8.00—9.00 n.m. Een uurtje veel gevraagde gramofoonmuziek 9.00— 9.30 n.m. Mr. H. H. Steneker: „Maat schappelijke organisatie". 9.30—11.00 n.m. Het Ams'erdamsche Salon orkest, o.I.v. D. H. Ph. Kiekens. II.0011.30 n.m. Gramofoonplaten. HILVERSUM 301.5 M. A.V.R.O. 8.01 10.00 Gramofoonmuziek. 10.01 10.15 Morgenwijding. 10.15—10.30 Gramofoonmuziek. 10.30—11.00 Pianorecital dooi* Egbert Veen 11.00—11.30 Knipcursus kJpder kleeding door mevr. Ida de Leeuw van RftfS- 21e les 11.30—12.00 Concert door de Alfanaarschc „Collegium Musicum"; vcrccniging voor middclceuwsche muziek op historische in strumenten. Leider: Johan Brands. Mejlewef kenden: J. C. Muller, discantfidel; NL H. Emmerlin, alt-fidel: Jac. Jans.n, alt-quiatOO en lohan Brands, cymbalo. 12.012.15 n.m. Lunchconcert door Kovacs Lajos en zijn orkest. 2.15—2.30 n.m. Gramofoonmuziek. 2 30—3.00 n m. Zangvoordracht door mevr. Anna Stroink. A. d. vleugel: Egbert Veen. 3.00—3.45 n.m. Vervolg-knipcursus door mevr. Ida de Leeuw van Rees. 27e les. 3.45—4.00 Verzorging zender. 4.00—4.30 n.m. Mevr. Antoinette van Dijk spreekt voor zieken en ouden van dagen. 4 30— 5.00 n.m. Gramofoonmuziek. 5.00—5.? nm. Halfuur voor grootere kin deren door mevr. Ant van Dijk. 5.30—6.30 n.m. Orgelconcert door Pierre Palla. Solist: Boris Lensky, viool. 6.30—7.00 n.m. Sportoraatje door H. Hol lander. 7.00—7.25 n.m. Overschakeling op den ver sterkten zender. 7 30—8.00 n.m. Pianorecital door Franz Weiss. 8.018.05 n.m. Vaz Dias. 8.05—9.15 n.m. Concert door het Omroep orkest o.I.v. Nico Gerharz. 9.159.30 n.m. Gramofoonmuziek. 9.30—10.30 n.m. Verkorte studio-opvoering van de opera-comique „Le Ca id" (De Kadi) 10.30—11.00 n.m. Gramofoonmuziek. 11.00—11.10 n m. Vaz Dias. 11.10 n.m.—12.15 Kovacs Lajos en zijn or kest. 12.00 Sluiting. BUITENLAND 8.20 n.m. London Reg. 342.1 M.: „The Ca lendar"; een blijspel van Edgar Wallace. 5.20 n.m. Boekarest 212.6 M.s „Manon"t oper van Massenet. 8.20 n.m. Davcntry 1500 M.: „Joy rays"{ een revue. 8.50 n.m. Monte Cen-ri 257.1 M.: ..Carmen'* opera van Bizet. (Gramofoonplaten). 8.50 nm. Straatsburg 349.2 M.: „L'Ivrogne corrigë" of „Le Mar.age du Diable"; blij spel van Gluck. 9.05 n.m. Milaan 368.8 M.: „Linda di Cha- inonix". opera van Donizetti. 9.20 n.m. Stuttgart 522.6 M.: Hans Pfitzncr- concert o.I.v. den tomponist. werk blüft de Regeering bedacht. Worden bezuinigingen voorgesteld, dan komen echter ook steeds bezwaren. Met dc methode-Kersten is op geen stukken na een sluitende begrooting te maken. Hü leze nog maar eens na. wat minister De Geer in 1932 daarover gezegd heeft. De geraamde opbrengst van 3 millioen uit dit wetsontwerp kunnen wt niet missen bij 't vinden van de ruim 100 millioen. die noodig zün om dc begrooting sluitend te maken. De vraag is op wie de nieuwe belasting zal drukken. De behandeling dezer materie is mede nut tig, omdat /-ü toont, wat er aan vastzit: vooral zü. die zicli hadcen ingesteld op een bepaald stuk doode hand kunnen veel leeren. De lieer Lingbeek heeft zeer teleurgesteld: hü had den minister krachtig behooren 'te steu-' nen. Hij is het geweest, die dezen op het idee heeft gebracht dc-ze belasting te ontwerpen. Zün redevoeringen brachten ministers van Fi nanciën het water in den mond. En nu ls het ontwerp er, maar komt de heer Lingbeek met verwijten van anti-protestantschheid. Dat is niet aardig. Hot wetsontwerp Is geen misken ning van den godsdienst, gelijk men buiten de Kamer wel gezegd hoert, Bii de behandeling van dit wetsontwerp be hoort men zloli op brecdc basis te stellen. Ook bii het beoordeelen der vrijstellingen. Ijl liet eerste ontwerp stend geen enkele vrijstelling dan die voor gebouwen voor den openbaren eeredicnst. Aan die gebouwen werd geen waar de toegekend. De heer Lingbeek mag echter de kerkgebouwen voor den openbaren eeredicnst niet gelijkstellen met een1 Stuk welland, dat de Kerk verhuurt. Onjuist Is de bewering van den heer Ling beek, dat alleen de katholieke seminarian zün vrijgesteld: ook de gebouwen voor opleiding van protestantsche geestelijken en zendelingen zijn vrijgesteld. Hü met zün crl'tiek, had beter de stukken moeten lezen. Van wetenschap bü de toepassing van deze wet verkregen, mag geen gebruik worden ge maakt bü het opleggen van belastingaanslagen aan particulieren. De algemeene beschouwingen werden geslo ten. De Artikelen Bü art. 1 verdedigde de heer FLESKENS (r.k.) een amendement om de coöperatieve ver eenigingen op aandeelen niet te beschouwen als instelling van de doode hand. De heer KORTENHORST (r.k.) lichtte een amendement toe om de vrijstelling der belas ting ook toe te staan wanneer een orgaan der verplichte verzekering iets meer dan ..nage noeg uitsluitend" „verplichte" risico's op zich heeft genomen. De heer VERVOORN (plattel.) had een amen dement ingediend, om uit te spreken, dat coöpe ratieve vereenigingen niet zün te beschouwen als instellingen van de doode hand. De lieer WIJNKOOP (comm.) wilde per amendement de verbruikscoöperaties vrijstellen van de belasting en ook dc Rykspostspaarbank cn de arbeidersvakveretnigingen. De heer BIEREMA (lib.) sprak een woord ter aanbeveling van het amendement-Fleskena Idem de heer LBELS (v.d.). De heer SCHOUTEN (a.r.) meende, dat de amendementen-Wijnkoop zonder bezwaar kun nen worden afgewezen. Het amendement-Kor- tenhorst schijnt overbodig, maar het oordeel van den minister werd gevraagd. Het amende- ment-Vervoorn is nog radicaler dan dat van den heer Fleslcens. waartegen wel eenige be zwaren zijn. Gaan we nu om economische be zwaren vrijstellingen maken, dan denke men aan de consekwenties. Gaat het hier om zulke groote sommen? Indien niet. dan is er voor een amendement geen aanleiding. Er zün in stellingen. die beiast worden, maar tegen wel- WRIGLEY'S KAUWGOM in de mond is lekker en CEZONDI ker' belasten nog veel grooter bezwaren kun nen worden ingebracht. De heer VLIEGEN (s.d.) zou stemmen tegen alle voorstellen om de zaak ln te krimpen. Do belasting is te gering om bv. dc vakvereeni- gingen vrü te stellen. Voor f 100.000 bezit be taalt men f 200 belasting. De heer WIJNKOOP (comm.) betoogde, dat de heer Vliegen, die de coöperaties en vakver- eenigingen wil laten belasten, kruipt voor degenen, die aan de overzüdc voor hun belan gen strijden. MINISTER OUD merkte cp. dat men het be ginsel ..doode hand" niet beperken kan naar willekeur en dparom moet weerstand worden geboden aan het pogen om allerlei vrijstellingen te introduceercn. Om die reden zün de amendementen van den heer Wijnkoop niet te aanvaarden. Het amendement-Fleskens wil bepaalde coö peratieve vereenigingen uit het wetsontwerp lichten zonder ze daarna, wat het kapitaals- recht en andere belastingen betreft, in de posi tie van naaml. vennootschappen te brengen* Dat gaat niet. Men kan ook niet den oenen \orm van coöperatie vrijstellen en den anderen niet. De instituten, die ook vrijwillige verzeke ringsrisico's aanvaarden naast verplichte, zün al vrijgesteld, zoodat het amendement-Korten- horst overbodig is De heer FLESKENS (r.k.) begrecn voor een verloren zaak te staan cn trok zün amende ment in. evenals de heer KORTENHORST (r.k) daarna het zijne. De stemming over dc resteerende amende menten werd aangehouden tot hedenmiddag één uur. Half zeven. FEÜILLETON Een verhaal uit 't begin van deze eeuw HOOFDSTUK I. Doorbrekend zonlicht. Zij zat op een laag stoeltje voor de open haard, de kleine voeten op het wollige haardkleedje, het dichtgeslagen boek. dat aij zoo juist had uitgelezen, op den schoot, ia een eenigszins gebogen houding met de ellebogen op de knieën. De gewoonlijk bleeke wangen hoog ge kleurd door de inspanning van het lezen, staarde zij met droomerige blikken in het haardvuur j Gedachteloos volgde zij met de oogen dc kleine, roodtonglge vlammetjes, die knette rend uit de beukenblokjes te voorschijn kwamen, en ving haar oor de zondctlinge, zuchtende geluiden van het brandende hout op. Haar verbeelding tooverde naar. 11 gloeiende kleuren, de beelden van hol zoo even gelezen verhaal voor oogen. Zij zag het schitterende hoffeest, dc rijzige gestalte van den jongen prins en zijn jeug dige gemalin, die hij eindelijk, na iange moeitevolle dagen, de zijne mocht noemen; zij hoorde de welluidende tonen der mu ziek, waarbij de hooge gasten de zaal door wandelden, om hun hulde aan het jenge paar te brengen; zij bemerkte de flikkering der tallooze lichten, de prachtige toiletten, den gloed der edelgesteenten; zij ademde de bedwelmende geuren der bloemen in, die in kwistigen overvloed de zaal versierden. O, dat ook zij eenmaal, slechts éénmaal, zulk een pracht, in werkelijkheid -mocht aanschouwen! Och, ze wist het wel, ze moest eigen,ijk zulke boeken niet lezen, zij, de atme onder wijzeres, die dagelijks voor haar klas moest staan, om de eentonige eerste beginselen m du vaak zoo stompe hersenen barer leer lingen te prenten! Zij moest hc' niet doen, niet, cmdal het boek op zichzelf verkeerd was, Jan zou ze het niet in handen hebben genomen, maar toch, voor haar; het maakte haar on geschikt voor haar arbeid, het riep wenschen en verlangens in haar wakker, die ze niet moest koesteren, het deed haar terugzien cn ze moest vooruit, altijd vooruit zien. Ze leefde temidden van zeer bekrompen omstandigheden, van alledaagscht plichten, van veel, dat tegen haar schoonheidsgevoel indruischte, en zij bezat een in hooge mate ontwikkelden, fijnen kunstzin. Maar dat was niet alles, niet het ergste r.ict het bitterste. Zij was vrouw: in de ware, de volle, reine beteekenis van het woord: zij g" voelde zich zwak en ze smachtte naar pen sterken arm om op te steunen, een feeder hart, om voor haar te voelen, een trouwe liefde, on voor haar te zorgen. F.n dan zag ze in het ver verledene, ach. scheen bet haar maar zoo ver, zoo heel ver toe! die hooge, manlijke gestalte van hem, wiens liefde haar leven eens .zoo rijk had gemaakt- En nu; ach, ze zou die vriendelijke stem niet meer hooren, en zijn liefdevolle zorg zou haar 'niet meer steunen, ze was alleen gelaten, alleen met haar smart, alleen om te strijden, te dragen, te lijden te werken voor het dagelijksch brood, voor zichzelve en haar oude moeder, en op het kleine kerkhof duidde een wit marmeren kruis de plaats aan, waar hamr geliefde rustte. Soms, als ze moede en afgemat van haar dagwerk thuis kwam, versuft en verdrietig door dc inspanuing, die haar kleine leerlin gen haar hadden gekost, greep ze naar een boek om haar gedachten af te leiden en to verstrooien. Dat had ze ook dezen middag gedaan, maar het had haar ellendig gemaakt, en met tranen in de oogen en een gevo'4 van onuitsprekelijk smachtend verlangen nanr haar eigen, verloren geluk, had zij het boek dicht gedaan. Het vuur begon te verdoovea, zij beinprkte het niet: het boek gleed van naar schoo«, zij leunde achterover in haar stoel en met gesloten oogen, de handen krampachtig saamgevouwen, liet zij haar gedachten den vrijen teugel; eenmaal slechts, nog eenmaal wilde zij zich in het verleden verdiepen en dan Ach. haar geschiedenis was één uil vje De eenige dochter van rijke ouders, h.ad ze h.aar jeucd te middpn van weelde en ge not doorgebracht, onbezorgd als ccn vlinder die van de eene bloem naar de andere fladdert. Vlug en leergierig van aard. had ze zich bijna spelend cn omdat vele van haar school vriendinnetjes dit óók deden, bekwaamd voor het examen voor lager onderwijs en lachend had ze tot haar vader gezegd, dat het toch altijd prettig was om iets te hebben waarmede ze haar eigen brood kon ver dienen. „Ga je gang, mijn kind, maar ge zult het wel niet noodig hebben, denk ik", had deze geantwoord. Hoe trotsch was ze met. haar acte geweest hoe vroolijk was het feest ter liarcr eere ge geven, wat hadden de ouders een piannen gemaakt voor haar intree in de wereld, en zij zelve het toppunt van geluk scheen zij te hebben bereikt, toen zij zich kort daarna verloofde met een jong rechtsgeleer de, die haar jeugdig hart stormenderhand had veroverd en die alles was, wat de liefde volle ouders voor hun kind konden wen schen- Enkel zonneschijn en licht scheen haar het leven toe, een nimmer eindigend feest, oen wereld vol liefde en geluk; helaas, h.ie spoedig waren de wolken gekomen, die haar zon hadden verduisterd! Haar vader was borg gebleven voor een vriend, voor een zeer groote som, zijn zaak ging failliet, juist in een tijd, toen ook hear vaders kantoor moeilijke dagen beleefde, en sleepte hem in zijn val mede. Door zorgen en smart overstelpt, had men on zekeren avond, den nog krachtig'-ii man door een beroerte getroffen op den grond, in ziin kamer uitgestrekt gevonden. Met teedere zore- hadden moeder en doch ter hem vernloegd: daarin trouw ter zijde gestaan door haar verloofde; maar niet= mocht baten, kunst noch liefde konden den gevoelloozen kranke bijbrengen, en woenend stonden de beide vrouwen enkele dagaa later bij het dierbare graf. Bijna onbemiddeld bleven zij achter, diep geschokt en bedroefd door haar treurig ver lies; maar toch was haar hemel niet geheel bewolkt, had zij niet haar Ernst, haar eigen dierbaren verloofde nog behouden? Zijn liefde vergoedde haar verlies, zijn trouwe zorg omringde haar aan alle zij len. Wel moesten moeder en dochter dc sehoone woning verlaten en haar intrek 'nemen in een eenvoudig huisje in do voorstad, wel moest haar huwelijk worden uitgesteld, daar Ernst van zichzelven geen middelen had en zijn praktijk nog gering was; maar toch, zoo heel lang zou het wel 'niet duren, dan zou hij zijn Agnes een gelukkig tehuis teruggeven en nu hadden zij immers elkan der, en door de droefheid te zamen ge dragen, was hun liefde slechts des te sterker en inniger geworden. Toen kwam de dag, dien zij nooit zou vergeten, waarop zij voor het eerst het droge kuchje opmecktc en het vurig blosje op zijn wang. Hoe had ze hem gesmeekt, toch een dokter te raadplegen en voorzichtig te zijn, maar glimlachend had hij haar gezegd: „Wees toch niet zoo dwaas bezorgd, ,vat hindert nu zulk een kleine verkoudheid' Dc dokter zou mij lieusch uitlachen, als ik daarwor bij hem kwam, ik he-.i wezenlijk niet. ziek, je zult zelf zien. dat het over een pnar d.igeu weer heter is." Maar het werd niet beter, integendeel steeds kwellender werd de hoost, speeds grooter het gevoel van loomheid en afmat ting, de weg naar de kleine woning zijner verloofde begon hem lang te vallen, en eindelijk moest hij zijn werk nederieggen, en kon hij het op den arm zijner Agne-» steunend, nog slechts tot het turnde bij zij'i woning brengen, waar hij dan uitgeput op de rieten rustbank neerzonk- Toen had zij gesolliciteerd naar de open gevallen plaats van onderwijzeres aan een lagere school, omdat zij hem met haar gp- ring salaris dan eenige meerdere verkwik king kon bezorgen, en misschien als de zomer kwam, zouden zij zich de weelde kunnen veroorlooven een stil, eenvoudig plekje in de reine, hooge lucht der bergen op te zoeken, wellicht zou dat hein uos kunnen redden! Acli, de liefde gelooit zoo gaarne wat zij wenscht; aan scheiding kon, wilde zij niet denken, zij klemde zich vast aan alles wat slechts een weinig hoop scheen te geven. En Ernst'? Hij vleide zich niet meer met beterschap, hij wist dat hij zou heengaan. Een vriend zijner jeugd, die predikant was in een naburig dorp. had hem meer malen bezocht, en langzamerhand waren hem de oogen opengegaan en had hjj ze leeren richten op de dingen, die bovf-n zijn. Met teedere liefde trachtte hij nu o->k ziin Agnes voor te bereiden op de naderenrlo scheiding; gedurig sprak hij haar van den Heiland, die meer en meer het rustpunt zijner ziel werd; maar het was of zijn woor den langs haar heen gleden, zonder tot haar hart door te dringen, zij klemde zien aan hem vast met al de liefde v°n haar arm hart en altijd nog trachtte zij tg, hopen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8