Ned. Christenvrouwen vergaderen DONDERDAG 31 MEI 1934 TWEEDE BLAD PAG. 5 Taak en beginsel onveranderd Woensdag had in gebouw „Tivoli" te Jtrecht, de algemeene vergadering plaats 'an den thans 15 jaar besta an den Ghristen- Hxyuwenbond. Uit alle deelen des lands (er varen ruim 1100 leden aanwezig) was men amen gekomen om het derde lustrum met leze jaarvergadering te vieren. Des morgens oom elif uur opende de Voor- litster van den Bond mevr. M. M. H a v e- aar v. Beek Calkoen de vergadering net gebed en Schriftlezing. De cianwezigen zongen Psalm 136: Vervolgens sprak de voorzitster een wijdingswoord Waaraan wij het volgende ontleenen: Aanvankelijk droeg onze Bond die nu 15 jaren bestaat geen nationaal karakter. Bij het eerste lustrum, te Haarlem ge- louden had een wapenschouw van eenige luizenden Christenvrouwen plaats, doch het oeg alles een te sterk gewestelijk karak- Ook het tweede lustrum, te Amsterdam gevierd bracht volle zalen, doch bijna alle tfdeelingen waren uit 'slands centrum. De lond telde toen 40 afdeelingen, maar de laat- ite 5 jaren is er gewerkt om bet 100 afdee- ingen-plan ten uitvoer te brengen en dit is jelukt. Thans telt de Bond ruim 11000 leden over ongeveer 102 afdeelingen verspreid. Vanwaar nu deze belangstelling? Vanwaar lie groei? Spr. noemt dan enkele factoren die hebben aedegewerkt tot bet sterker worden van den Bond en wijst dan in de eerste plaats op de Activiteit van het bestuur, dat zich steeds rekenschap gegeven heeft van het beginsel hetwelk wordt voorgestaan. Als achter al dat werk niet het beginsel stond, dan waren alle pogingen mislukt. Als de leden gewonnen waren zonder dat te wisten waarvoou*, dan had het niets op- Maar Gode zij dank, hebben velen gezien noodzakelijkheid om in dezen crisistijd positief-christelijke vrouw zich aan te Bluiten bij onzen Bond. Ghrisistijd dan denken wij niet alleen aan de economische, ttaar zeker en vooral aan de geestelijke crisis, het zoo diep gaand verschijnsel van hukligen dag, dat wij als vrouwen hiet genoeg kunnen indenken. Leden van onzen Bond moeten zich reken- Bcbap geven van haar lidmaatschap. De taak is niet veranderd, evenmin het beginsel. De vrouw speelt in de geestelijke crisis een groote rol. Wanneer de vrouw echter ibesetft, dat diep geestelijk leven hetwelk eisch van ootmoed en dienen kent, geleefd moet worden, dan kan de geestelijke crisis geen vat op haar Rebben. Een integreerend bestanddeel van Chris tenvrouw zijn is: zichzelf onwaardiq weten. Wij vrouwen moeten nederiger zijn en minder ons zelf zoeken. Het gaat niet om óns, maar om de eere Gods en het beginsel. Zóó moeten wij vrouw zijn temidden van is volk. Wanneer ook in de afdeelingen van den Bond het: „Ik ben niet waardig" meer ge hoord was, dan zouden er nog veel grooter dingen tot stand zijn gebracht. De wereld ziet ons; de wereld bestrijdt ons. Maar diep besef van eigen onbekwaam heid zal ons steiik maken in het geloof en ons een positie de Christenvrouw waar dig doen innemen. God geve dat de liefde voor ons geloof niet verflauwe en dat de band die ons Chris tenvrouwen van Nederland bindt nog sterker worde. Na de met groote aandacht aangehoorde openingsrede werd gemeenschappelijk Belij denis des geloofs afgelegd, waarna gedongen werd: Eeuwig, onbegrijpelijk Wezen: Vader, Zoon en Heil'ge Geest; Leer imr daag'lijks meer U kénnen, U gelooven allermeest Telegram aan H.M. de Koningin Daarna werd besloten om een telegram van hulde te zenden aan H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana. De aanwezigen hieven het Wilhelmus aan. presidente geëerd De Presidente, mevr. M. M. Havelaar, had vervolgens een bloemenhulde in ontvangst te nemen, als blijk van waardeering der le den voor het feit dat zij tot Presidente was herkozen ex deze benoeming had aanvaard. Mevrouw Felix uit Utrecht sprak hierbij eenige waardeerende woorden. Mevr. Havelaar merkte in haar dankwoord op, dat zij deze hulde niet waard was. De aanwezigen zongen haar daarna toe: „Dat 's Heeren zegen op u daal." Jaarverslag Vervolgens kreeg de secretaresse van den Bond, mevr. v. WijkKouwenhoven uit Gouda, gelegenheid verslag uit te brengen van de huishoudelijke vergadering die aan deze was vooraf gegaan. Jaarverslag en verslag van de penning- meesteresse waren goedgekeurd. De Bond had in het afgeloopen jaar weder veel door leefd doch zich tevens jitgebreid. Iedere af deel ing deed het hare om de Bond tot bloei te brengen. Geestelijke en maatschappelijke belangen werden wederom behartigd. Het hoofdbestuur werkte als altijd met onver moeibare ijver mede; lezingen zijn gehou den, films vertoond, maatschappelijke hulp erd betoond. Het orgaan van den Bond „De Ghristen- virouw" verscheen dit jaar in een nieuw kleed. De totaal-indruk werd veel aantrekke lijker. De verstandhouding tusschen bondsbestuur en leden was ook in het afgeloopen jaar uit stekend. Kortom, een blijmoedige toon steeg o" uit het met zorg samengestelde jaarver slag. De financiën gaven geen reden tot be zorgdheid, hoewel een krachtdadige verzor ging van de „geldlade" immer noodzakelijk is èn voor de bloei van den Bond èn voor de propagandeering. Velschillende voorstellen waren op de huishoudelijke vergadering be handeld. O.a. werd aangenomen een voorstel om bij eventueele officieele gelegenheden, die zich zouden voordoen en waarop de Bond in een „extra fijn gewaad" vertegenwoordigd zal moeten worden, de naam aan te nemen van: „Centraal Verband van Gewestelijke of Provinciale Ghristenvrouwenbonden in Ne derland". Nadat me- rouw van Wijk haar verslag had uitgebracht, dankte de Presidente haar voor de groote toewijding, waarmede dit alles was gedaan, erop wijzende, dat dit verslag groo- tendeels in den nacht aan deze vergadering voorafgaande was gemaakt. Een daverend applaus vertolkte de dank baarheid der aanwezigen voor deze waak- Hierop werden door de Presidente eenige woorden gewijd aan de nagedachtenis van H.M. de Koningin-Moeder. Mevrouw M. J. Breedveldvan den Brink van Wassenaar vertelde daarna een en ander over het propaganda-werk van den Bond en prees de vice-voorzitster Mevrouw A. L. A. Ringeling—Verhoeff uit Amsterdam voor haar groote ijver waarmee zij steeds het propaganda-werk had gedaan. Het 100-afdeelingen-plan is werkelijkheid geworden en thans telt de Bond 102 afdeelingen met ruim 10.500 leden. Spreek ster lichtte een en ander toe met een land kaart c.q. afdeelingen-kaart van groot for maat, zoodat ieder in. de zaal deze „aardrijks kundeles" of liever deze afdeelingsles goed kon volgen. Nadat aaa Mevrouw Ringeling en mevr. Havelaar nog bloemen waren aangeboden, werd deze vergadering die o.m. werd bij gewoond door bet Tweede Kamerlid mej. Frida Katz geschorst tot des middags half drie. MIDDAGVERGADERING Om half drie waren allen weder bijeen en hield Dr. K. D ij k van 's Gravenhage een •ede over: De Christenvrouw in crisistijd Spr. ving zijn rede aan met te herinneren aan den droom van Monica, de moeder van Augustinus. Zij droomde, dat zij op een houten riohtlat stond en een blinkende jon geling haar toeriep: Moeder, waar gij zijt, is ook uw kinid. Toen zij dezen droom aan haar zoon, die toen nog volop de wereld diende, vertelde, trachtte hij er deze uit legging aan te geven, dat zijn moeder zou worden als hij. Maar zij antwoordde: de bode des hemels heeft tot mij niet gezegd: waaj- hij is, daar zijt gij maar waar gij zijt, daar is hij. Zoor heeft de Christenvrouw in alle tij den en vooral in dezen crisis-tijd het trek kend, lokkend voorbeeld te wezen, zoodat èn onze jeugd in de eerste plaats én ook vele anderen mogen zeggen: waar gij staat, in dat blijde licht, daar ook wij. Spr. gaat vervolgens na waarin de crisis van deze tijden moet gezocht worden. Hij sprak eerst over de stoffelijke noodep, ook met hun contrasten van weelde en levens ruimte eenerzijds en verarming en druk aan den anderen kant, en stond dan stil bij de roeping van de Christenvrouw om in die moeiten haar geloof te belijden en te beleven. Achtereenvolgens teekende spr. de taak van de huismoeder in het doorzorgen ter neergebogen gezin; van de alleenstaande vrouw die het kruis der werkloosheid moet torsen, en ook van die vrouwen, wie dit leed wordt gespaard en aan wie God een bijzonderen arbeid geeft om door haar mee leven in liefde en gebed te helpen dragen en te troosten. Vooral hebben deze vrouwen de roeping om er voor te waken, dat niet door het schrille contrast van leed en el len-de de beproefden en kleinen geërgerd worden. In de tweede plaats handelde Dr. Dijk over de geestelijke crisis, die van meer dan één- zijde kan beschouwd worden, maar die daarom zoo fel is, omdat zij vooral geken merkt wordt door de bandeloosheid. Spr. ging de emancipatie, die losbandigheid op verschillende terreinen na, om bijzonder do aandacht te richten op het religieuse en mo reele leven, en zulks in nauw verband met het gezinsleven. Hij wees op de gevaren van schennis der eenheid in het huwelijk, verkilling der lief de in het gezin, gezinsverwoesting door le- vensvermechaniseering en uithuizigheid, en vooral op het gevaar van losweeking van het Woord des Heeren, dat alleen den scep ter mag voeren. Tegenover dit alles nu heeft de Christen vrouw haar evangelische roeping te ver vullen in woord en daad. Zij kan dait al leen doen in gebondenheid aan het Evan gelie van Christus, en zoowel voor haar religie als haar moraal alleen te vragen wat God gebiedt in Zijn Woord. Spr. stond breeder stil bij de taak van de v-rouw in het gezin; bij de moeilijkheden der opvoeding en legde tenslotte alle nadruk hierop, dat do Christenvrouw het voorbeeld heeft te geven ip overgave en zelfverloochening. Wat onze tijd noodig heeft, zijn priesteressen, die den gang naar het altaar kennen, en die door Gods kracht het lichtend voor beeld voor anderen zijn. Daartoe is de eer ste vereischte persoonlijk geloofsleven, ge dragen door den geest des Heeren, gebon den aan den Christus der Schriften en aan de Schriften van den Christus. Dan zullen onze kinderen, dan zullen de vermoeiden en beladenen tot onze Christenvrouwen zeg gen, naar het voorbeeld van Monica: Waar gij zijt, daar ook wij. De presidente dankte Dr. Dijk voor zijn voortreffelijk woord, dat door de ver gadering met groote belangstelling en in stemming was beluisterd. Slotrede Mevrouw Diepenhorst sprak de slot rede uit (inplaats van mevr. Van Limburg Stirum, die verhinderd was). Spreekster wilde aan bet einde van deze jaarvergade ring verschilpunten en overeen komsten belichten van den Bond van 1919 en 1934. Na het christelijk-sociaal congres van 1919 aldus spr. verscheen de eerste circu laire die de christenvrouwen van Nederland opwekte om zich aaneen te sluiten.Begon- nen werd met 600 leden en na twee jaren waren er reeds 3000. Thans telt de Bond er ruim 10.500. Dat is een groot verschil. Een tweede verschilpunt is het grooter aantal krachten die leidend optreden. Nieuwe leden kunnen thans worden voor gelicht Tobbers kunnen worden geholpen. Een derde verschilpunt noemt 9pr. do verandering der vrouwen en der mannen. De mannen zijn thans in hun waardeering voor de vrouwenarbeid sterk- veranderd. Niet altijd zijn zij ridderlijk opgetreden te genover de Christenvrouwen. Vooral in de dagen dat de Bond pas opkwam, moesten de vrouwen vele moeilijkheden van de mannen doorstaan. Do Christenvrouwenbond was vaak het slachtoffer van caricatuur ook in Chr. tij d scli rif ten! Daarin is toch gelukkig yei'andering ge komen. Spr. noemt dam mannen als prof Ba* vinck, Dr. De Visser en Prof. Slotemaker de Bruine, die tot groot en steun geweest zijn (laatstgenoemde is het nog) voor den Bond. Het laatste'verschilpunt ligt deels buiten, deels in den Bond. Dit betreft den toestand van de ongehuwde vrouw. In de dagen der oprichting van den Bond, werden er in feministische kringen beschou* wingen gegeven over het huwelijk die lijn* recht ingingen tegen te christelijke opvat ting. Maar het oordeel der feministische orga* nisaties mocht niet het oordeel der christen vrouwen zijn. Mèt de Roomsch-Katholieka vrouwen werd geprotesteerd (men denkei hierbij ook aan de positie van de ongehuw de moeder in die dagen) en uit deze actio werd de Christen Vrouwen Bond geboren. Ook deze tijd kent feministische propagan deering en denkbeelden over het hu welijk die contra de Christelijke zijn. Maar, en dit is nu het verschil de crisistoe stand van den huidigen dag brengt naafl voren de moeilijkheden waarin de onge huwde vrouw geraakt en houdt op den achtergrond de kwesties van de gehuwde vrouw. Do vraag der moeders: „Wat moe ten onze meisjes worden" is thans nijpende* dan 15 jaar terug. De overeenkomst met den toestand van den Bond van 1919 en 1934 ziet spreek ster ten slotte in: le De liefde voor het Oranjehuis. Deze bleef altijd dezelfde en sterk. 2e. De naleving van het ideaal, nl. dat da Bond bedoelt de vrouw voor te lichten be treffende maatschappelijke en staatkundige vraagstukken, in overeenstemming met den grondslag dat Christus' Koningschap alom moet worden erkend. De 15 jaren hadden gebreken, doch niet tegenstaande de vele tekortkomingen bleef de Bond de vereeniging waarin Ghristenvroii wen elkaar de hand reikten over kerkelijks en politieke muren heen. Vrouwen, ziende op Christus, den nadruk leggende op de gemeenschap met God en altijd aanmanende om den Heer in stilte te zoeken, dót zijn christenvrouwen, dat is de Christen- Vrouwen Bond! Hierna zong men het Bondslied: God heeft ons saam vereenigd Tot Christenvrouwenbond Die steeds in Zijn bescherming De beste leiding vond. Nadat Dr. K. Dijk een dankgebed had uitgesproken, werd deze zeer druk bezochts vergadering gesloten met het zingen van' Gezang 96 1 „Halleluja, Eeuwig dank en eei-el" Links: Fransche oorlogsschepen op manoeuvre aan de Bre- tonsche kust, waar landingsoefeningen ivorden gehouden. Een fotograaf in het tuig van een der Fransche schepen die deelnemen atm de manoeuvres nabij Bretagne. Een fantastische lucht-opname der Niagara-wat&rvalLen. die den loop van het water prachtig weergeeft. In het midden de Amerikaansche waterval, op den achtergrond de hoefijzervormige Canadeesche. Rechts: De auto, waarmede vier Amsterdamsche ver pleegsters onder de gemeente Liempde tegen een boom red,en, waarbij de dames zwa/re verwondingen opliepen. In verband met 't openlucht-concert, dat in 't Olympisch Stadion te Amsterdam zal ivorden gegeven, wordt recht tegenover de overdekte tribune een podium voor het orkest gebouwdi die den gashouder van Harrow 'n kwastje geven, verlaten het werk om even te gaan schaften.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5