De fraudes aan het abattoir
te Rotterdam
- DINSDAG 29 MEI 1934 TWEEDE BLAD PAG. 7
Laatste Nieuws.
ERKENNING VAN AARDAPPEL
HANDELAREN
MORGEN GELDT NIEUWE REGELING
De Nedcrbndsche Aardappel Centrale brengt
ter kennis van belanghebbenden dat met ir
var. morgen, 30 Mei, de volgende regelingen zulien
gelden voor hen, die als aardappelhandelaar
erkend v/ensdh-en te worden.
Voor erkenning als handelaar in aardappelen
komen behoudens door den Minister te bepalen
uitzonderingen, uitsluitend in aanmerking zij, die:
le. gedurende het jaar 1933 eenige maanden
achtereen, minstens 4, als aardappelhandelaar
werkzaam zijn geweest;
2. het onder 1 vereisdbte ten genoege der Ne-
dcrlandsohe Aardappel Centrale kunnen aantoonten
uit facturen, kwitanties, boeken, zakboekjes en/of
andere bescheiden.
Een aanvrage om erkenning wordt slechts dan
in behandeling genomen indien deze aanvrage
schriftelijk geschiedt onder insluiting van de ihier-
voren onder 2 genoemde bewijsstukken.
Tevens moet deze aanvrage de uitdrukkelijke
verklaring inhouden, dat de aanvrager zich in
geval hij op zijn aanvrage wordt erkend, onvoor
waardelijk aan de statuten en andere reglementen
van de Ned. Aardappel Centrale, alsmede aan alle
een aanzien van aardappelen door de Regeering
gestelde of te stellen regelingen zal onderwerpen.
Mondelinge toelichting van aanvragen wordt
alleen toegestaan indien de aanvrager een schrifte
lijke oproeping daartoe van de N. A. C. heeft ont-
Alle aanvragen, welke niet voldoen aan de hier-
7oren gestelde eisdh'en en welke niet vergezeld zijn
van de noodige duidelijke bewijsstukken, worden
aiet in behandeling genomen.
Ten slote waarschuwt de N.A.C. allen, die een
aardappelhandel aan derden willen overdragen, dat
zulks alleen mogelijk is indien deze derden ten volle
voldoen aan alle vereischten, welke hlervoren ge
steld zijn tot het verkrijgen eener erkenning. Het
zal derhalve noodzakelijk zijn, dat zoowel de over
drager als de nieuwe verkrijger zich te voren over
tuigt of deze derde kans heeft om een erkenning
te ontvangen, wil men het risico ontgaan van
financieele schade.
HET ZWARTE HEM VERBODEN
De Hooge Raad heeft verworpen een cassatie
beroep vao zekeren V. te Utrecht, die voor Hen
Kantonrechter zoowel als door de rechtbanJe al
daar is veroordeeld tot f 1 boete wegens over
reding van het Uniformverbod, n.l. door het
dragjen van een zwart overhemd, zwart boord en
zwarte das onder een colbert.
De Hooge Raad wees reeds eer arrest in een
dergelijke zaak, toen het betrof 'het dragen vao
soode heinden.
SCHOOLNIEUWS
UNIVERSITEIT TE LEIDEN: Geslaagd: Voor
lereldend examen de heer A R Scholten, H(j-
aard (Fr.); Doctoraal examen indisch recht,
hej. S. Soendarl Soewndjipoetro. Leldep; Docto
raal examen geneeskunde, de heeren L J van
Mlerop, Den Haag en E J de Ruyter de Wildt,
Den Haag.
OEGSTGEEST
POSTZEGELVERKOOP CRISIS-COMITE
De verkoop van de crisispostzegels heeft tot op
heden het mooie resultaat opgeleverd, dat 3120 ze
gels van 6 ot. en 1925 zegels van 5 ct. verkocht
lijn, Het crisiscomité heeft hierdicor een bate van
J-233 ontvangen.
All degenen, die hebben medegewerktom den
verkoop te doen slagen, dn de eerste plaats den
heer Westnik, directeur van het postkantoor, en de
dames, d!le zich voor den verkoop in het tentje al
daar beschikbaar stelden, betuigt het comité zijn
hantelijken dank.
Laten degenen, die nog geen zegels kochten, dit
nu doen bij de colleotrices, of door bestelling op
gironummer 188636 (ten name van het crisdsoomité
Oegstgeest). De verkoopsprijs bedraagt 11 en 9
cent, de frankeerwaarde resp. 6 en 5 ct. De zegels
zijn tot 31 Juli verkrijgbaar; zij blijven geldig tot
31 Mei 1935.
PROPAGANDA-AVOND BIJZONDERE
VRIJWILLIGE LANDSTORM
In het Patronaatsgebouw alhier werd gis
teravond een propaganda-avond gehouden
van de B. V. L., afdeeling Oegstgeest. Onder
de aanwezigen merkten wij o. m. op: Mr. P.
G. Briët, lid der Eerste Kamer; kapt. Bou
logne, secretaris der Landstormcommissie,
luit. Karros, secretaris van de afd. Zuid-
Holland W., de heer Rooyaards, voorz. der
afd. Zuid-Holland W., Ds. Thomas, voorzitter
Landstormcommissie Leiden, en de heer
Boddes Hosang, burgemeester van Wou-
brugge. De avond1 werd geopend door een
heraut, voorafgegaan door trompetgeschal,
die in zijn proclamatie het dool en de be-
teekenis van den avond, nl. het bevorderen
van de eendracht in onze natie, uiteenzette.
De Ned. Maagd bevestigt dit door het voor
dragen van: „O Nederland, let op u saeok!"
De officieele opening vond plaats door den
voorzitter der plaatselijke Landstormcom
missie, burgemeester Gerrevinck. Hij roept
alle aanwezigen een hartelijk welkom toe.
Inzonderheid heet 'hij welkom de afgevaar
digden en de militaire autoriteiten. Spreker
zette daarna ook het doel van den avond
en daarmede 't doel van den B.V.L. uiteen,
nl. bet aanwakkeren van de liefde voor ons
Oranjehuis. Hij herinnert aan en waar-
schuwt tegen het telkens wederkeerende ver
schijnsel, dat Oranje alleen in tijden van
nood uitkomst moet brengen, doch in tijden
van weelde vergeten of zelfs veracht wordt.
iITij teekent daarna de personen van wijlen
II. M. de Koningin-Moeder, H. M. de Ko
ningin en H. IC H. Prinses Juliana, die
allen hun krachten hebben gegeven, geven
Nog verschillende belangrijke
getuigen gehoord
In het voortgezet getuigenverhoor léggen
verschillende grossiers nog verklaringen af
over de door hen gegeven fooien.
De grossier S. A. v. W a 1 s e m gaf aan de
keurmeesters 5 als zij na hun tijd bereid
waren de wagens vet te keuren, die dan
aangekomen waren. Do H. had liever vet
dan geld en daarbij was hij wel zoo brutaal
om de mooiste stukken uit de manden
De president tot De H.: Het is fraai.
Aan knevelarij hebt ge u schuldig gemaakt.
Misschien zijn wel mede door de wijze
waarop u, de oudste, gewend was op te tre
den, de jongere keurmeesters de dupe ge
worden.
Getuige W. T e r 1 u i n, hahverker, heeft
in opdracht van De H. wel vleesch ge
bracht naar den oud-directeur dr. Dhont in
Den Haag. Het reisgeld kreeg hij van De H.
Ook wel bracht hij vleesch naar den burge
meester van Schiebroek, den zoon van dr.
Dhont. Eveneens verzond hij in opdracht
van De IT. postpakketten naar Friesland
Getuige is er voorts wel hij geweest, dat Dt
IT. de mooie stukken vet uitzocht uit de
zending van Van Walsem. De IT. nam dat
vet dan niee, nadat getuige het gesmolten
had. Hij had altijd een koffertje bij zich.
Dr. Houthuis: Dat mag nu niet meer.
Aan liet meevoeren van koffertjes is een
eind gemaakt.
Oud-directeur als getuige
Dr. G. J. J. Westhol z, oud-directeur
van het Slachthuis alhier, was in 1905 aan
het Slachthuis werkzaam geweest en was
gedurende zeven jaren directeur. Hij ver
klaart, dat zoo nu en dan do geruchten op
doken, dat er fooien gegeven werden. Ge
tuige heeft daarvan nooit iets gemerkt. Er
werd door de keurmeester nogal wat afge
keurd. en daarom scheen er voor de ge
ruchten weinig grond. Getuige heeft nooit
vleesch gezien, waarover hij zich verwon
derd had dat het door de keurmeesters was
goedgekeurd. Wel heeft hij soms slordighe
en zullen geven tot behoud van het vrije
Nederland. Spr. stelde voor om een telegram
van aanhankelijkheid te zenden aan H. M
de Koningin.
Vondel en Cats treden hierna op, bespre
ken-de de toestanden in de Nederlanden in
hun tijden en in verband daarmede de op
offeringen, die de Oranjes zich hebben ge
troost ten bate van Neerlands zaak.
Als voorbeeld hiervan volgt dan een be
spreking tussohen Lodewijk en Hendrik van
Nassau met Cnristoffel Hertog van Paltz
aan den vooravond van den slag bij Mook,
in welken slag alle drie gesneuveld zijn,
Ontroerend is het een levend schilderij te
van hun moeder, Juliana van Stolberg,
die, onder het zingen van het tweede cou
plet van het Wilhelmus, vereerd wordt met
een krans. De geschiedenis gaat verder, en
we zien de groote mannen uit onze Gouden
Eeuw. Als eerste Michiei Adriaanszoon de
Ruyter, als draaiersjongen en daarna als
groot-admiraal, waarhij de Nederlandsche
Maagd verschijnt en het roemrtjik verleden
an Nederland bezingt. Als een andere groep
an groote mannen verschijnt dan J-an
Steen met Ostade, besloten met een levend
Schilderij van Frederik Hendrik met zijn
gemalin Amalia van Solms.
De pauze wordt hierna afgekondigd.
Na de pauze wordt een uiteenzetting ge
geven van de bete eken is van het instituut
van de B. V. L. door de le luit. Sanders. In
geestdriftige rede vraagt hij de belang
stelling voor het schoone doel der B. V. I*
Het applaus, waardoor deze rede enkele
malen onderbroken werd, getuigde wel van
het enthousiasme, dat ook in onze gemeente
leeft.
Het tableau, dat de groei der B.V.L. toon
de, was eveneens een duidelijke propaganda
voor dit instituut. Voorgesteld werd voorts
de spanning, die heerscht voor het paleis
voor de geboorte van de Prinses, maar
daarna ook de blijdschap als een heraut de
blijde boodschap brengt van de geboorte
eener prinses op 30 April 1909. Doch het uur-
ark der geschiedenis draait voort en in
enkele goedgeslaagde tableaux wordt de dag
vol blijdschap over de jarige prinses.
De voorz., de heer Gerrevink, dankte aan
het einde van de avond alle aanwezigen en
medewerkenden, waaronder de driehoek club,
wier leidster mej. Plaizier een bloemenmand
in ontvangst mocht nemen. De B.V.L. kan op
een uitstékend geslaagde avond terugzien,
RUNSBURG
WERKLOOZEN
Bij den correspondent der arbeidsbemid
deling staan momenteel nog 60 werkloozen
ingeschreven
ZOETERWOUDE
BENZINEDIEFSTAL
Eenige dagen geleden was hij de politie
aangfte gedaan door den heer G. te Leider
dorp dat bij hem waren ontvreemd een
dertigtal benzinebussen en dat hij daarvan
verdacht één der gebroeders de Br., benzine
handelaren. Gisteren is in de benzine-opslag
plaats a.d-. Rijndijk alhier een onderzoek in
gesteld en zijn door de veldwachters eenige
bussen in beslag genomen, die door den heer
G als zijn eigendom waren herkend. Proces
verbaal is tegen de Gebr. de Br. opgemaakt
den gezien en nalatigheden bij de keuring
hierin bestaande, dat sommige organen
niet waren ingesneden, dus dat de keuring
te oppervlakkig was geschied.
Getuige: De H. was bij de keurinR
zeer slordig en voor den dienst was hei
veiliger als hij daar opgeborgen was. Ge
tuige heeft de slordigheid van De IT. wel
eens aan dr. Dhont gerapporteerd. Hij
heeft er zelfs wel eens kwestie met dr.
Dhont om gekregen.
Getuige denkt ook, dat gebrek aan per
soneel mede oorzaak is geweest aan hel
niet invoeren van de levende keuring. Men
moet bedenken, dat het aantal keuringen,
dat toentertijd geschiedde niet zooveel klei
ner was, dan tegenwoordig en thans heeft
men 15 veeartsen.
De president zegt, dat het hem on
begrijpelijk is, dat in dien tijd, toen er toch
nog van ongunstige gemeentelijke finan
ciën niet gesproken kon worden, het geld
niet gevonden had kunnen worden om de
wijzigingen in te voeren, die door de
Vleeschkeuringswet werden geëischt.
Getuige; Dat heb ik ook nooit begre-
G etui ge weet, dat de keurmeesters bij
een zijn geroepen en dat zij gewaarschuwd
zijn geen fooien aan te nemen. Er zijn ook
overal plakkaten opgehangen, waarop ver
meld stond, dat het aannemen van fooien
verboden was.
De president: Dat meen ik toch ook
in de stukken te hebben gelezen, maar de
verdachten spreken dit tegen. Wanneer
zijn die plakkaten dan opgehangen?
Getuige; Die hebben êr gehangen
dert het oogenblik, dat burgemeester Zim
merman het nadrukkelijk verboden had.
Verdachte R. en BI. zeggen die plak
katen nooit te hebben gezien.
Getuige Westholz: Ze hebben er
toch gehangen, o.a. aan de deur van het
keuringslokaal. Die plakkaten verdwenen
wel eens en dan werden er weer nieuwe op
gehangen.
Dr. ITouthuis verklaart die plakkaten
niet te hebben gezien, toen hij zijn intrede
deed als directeur van het slachthuis. Wel
heeft hij exemplaren er van op het kantooi
j gevonden.
Dr Dhont als getuige
Daarna worcit d r Dhont, oud-directeur
van net slachthuis als getuige gehoord.
De President begint het verhoor, door
getuige er op te wijzen, dat de meening in
gang gevonden heelt, dat de verdachten wel
een strafbaar feit hebben gepleegd, maar dat
hun handelingen toch in de hand zijn ge
werkt door de algemeene toestanden, die
zich onder directie van getuige aan het
slachthuis hebben ontwikkeld.
De President brengt getuige onder do
aandacht, dat er bv. in het geheel geen keu
ring .van levend vee plaats had.
Getuige: Daar was aan het slachthuis
weinig gelegenheid voor. Er is over dat na
laten van de invoering van levende keuring
gecorrespondeerd met de inspectie van de
Volksgezondheid. De zaak is ook met haar
besproken en deze inspectie heeft er- zich
ten slotte niet tegen verzet, dat de toestand
bleef, zooals,die was.
De P r e s i d e n Dat was toch niet heel
gelukkig--dat een: stad als Rotterdam zich
op diö manier buiten de wet stelde en kan
het dan niet begrijpelijk worden, dat het
niet verwonderen moet als lagere goden zich
ook allerlei dingen gaan veroorloven?
Getuige Dhont: Herhaaldelijk heb ik aan
gedrongen op verbetering van den toestand
Reeds onder burgemeester Zimmerman heeft
getuige in een verslag de opmerking geuit,
dat aan het slachthuis toestanden heston
den, die de overheid bij particuliere instel
lingen niet zou gedoogen. Getuige heeft toen
te hooren gekregen, dat hii zich niet meer
op een dergelijke wijze mocht uitlaten.
Sedert 1903 heeft getuige plannen gemaakt
voor een reorganisatie, maar hii kon nooit
iets gedaan krijgen. Op een desbetreffend»
vraagt zegt getuige niet te hebben aange-
d-eerd personeel.
De President: Was het u bekend, dat
er fooien gegeven werden?
Getuige heeft dat nooit geweten en hij
heeft een fooienstélsel ook nooit in de hand
gewerkt. Getuige wist. dat de reputatie van
de keurmeesters slecht was. Daarom is hij
ook altijd op zijn qui vive geweest om te zor
gen, dat er niets gebeurde, dat niet door den
heugel kon. Hij heeft wel eens geruchten ver
nomen van fooien en tweemaal heeft hij het
personeel bijeengeroepen, om het te zeggen,
dat corruptie niet kon worden getolereerd
Getuige wijst er echter op, dat hem altijd
maar ge nichten hebben bereikt, nooit is er
iemand geweest, die met een concreet feit. is
gekomen, of die een klacht heeft ingediend
Er is volgens getuige ook geen kwestie
van, dat de keurmeesters de wrakke koeien
maar zelf afhandelden, omdat ze geen vee
arts konden krijgen. Het wqs de functie van
dr. Westholz om de keurmeesters daarbij te
assisteeren en het was zijn eenige functie.
Wel is -het langen tijd zoo geweest, dat er tus
scihen 12 en 2 geen deskundige was, dan al
leen getuige, omdat zijn woonhuis bij 't abat
toir lag. Het is hem nooit opgevallen, dat er
gekeurd-vleesch hing, dat van zoodanige
kwaliteit was, dat getuige er zich over ver
wonderen moest, dat het goedgekeurd was
De P r e s i d e n t: Kan het zoo geweest zijn
dat dit wrakke vee tusschen 12 en 2 uur
werd aan- en weer weggevoerd?
Getuige weet niet, wat er in dien tus-
schentijd is gebeurd
De President: Zijn er nooit klachten
Aan het bureau NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Breestraat 123, Leiden
Hiermede verzoek ik U in te schryven als abonné op
ons blad voor minstens één jaar met gratis toezendine
van de bladen tot 1 Juli a.s.
NAAM ADRES
De aanbrenger(ster)
NAAM
""J Doorhalen wat niet verlangd wordt
gekomen over de IT., dat hij wat slordig .was
in het keuren?
Getuige: Neen.
De President: Wat was dan de aanlei
ding, dat hij een vasten dienst in het keur-
lokaal kreeg?
Getuige: De keuringen zijn zeer ver
moeiend en daarom zijn de lichtere diensten
voor het oudere personeel gefixeerd.
De President: Na uw vertrek van het
slachthuis heeft u nog geregeld vleesch van
het Rotterdamsche abattoir betrokken. Daar
zorgde de H. voor Was dat in hoeveelheden,
flat men daardoor in strijd kwam met de
vervoerbepalingen van de Vleeschkeu
ringswet, doordat het meer dan 5 Kg. was?
Getuige: Ik heb nooit zooveel gehad. Ik
betrok ook niet regelmatig vleesch van het
abattoir.
De President: En heeft u ook nooit ge
weten, dat de H. op min of meer bedenke
lijke wijze aan dit vleesch was gekomen?
Want dit is wel een zeer onaangename kant
aan hot geval.
Getuige heeft dat inderdaad nooit ge
weten. Anders zou hij het vleesch nooit heb
ben willen hebben. Voor getuige is er ook
een zeer onaangename kant aan het geval.
F.r is nl. een inspecteur bij hem geweest, die
beweerde, dat getuige het vleesch nooit be
taalde
Do inspecteur V a 1 k e n wordt hiernaar
ondervraagd. Deze zegt bedoeld te hebben,
dat de H. het aan getuige verzonden vleescn
nooit betaalde.
De rechtbank heeft gisteren voort
gezet de behandeling van de zaak tegen de
acht hulpkeurmeeeters.
De oud-hoofdagent van politie
H. Israels had in 1914, toen hij zich bij
den directeur van het abattoir ever een por
tier habeklaagd, van den directeur verno
men dat het dezen bekend was dat er keur
meesters waren die zich lieten omkoopen.
„En doet u daar dan niets aan" had g
tuige gevraagd. Getuige zegt verder dat hij
van Dr Dhont ook nooit medewerking heeft
gehad bij de opsporing van strafbare feiten
De veehandelaar C. v. Walsem ver
klaarde dat eiken Vrijdag een wagon vet uil
Brussel Aankwam, clie gekeurd werd na
sluitingstijd.
Het vlugge keuren was getuige wel een
fooi van 5 waard. Zaterdagsmorgens na:
de keurmeester De H. uit de aangevoerde
manden vet van 3 tot 5 Kg. vet, omdat hij
liever vet dan geld had.
De President: Weet u wat De IT. met
al dat vet deed?
G e t u ige: Neen.
De President: Die wekelijks-ohe hoe
veelheid is tooh te groot voor huiselijk ge
bruik.
Verdachte De H.: We gebruikten veel
meer.
De President: Ja, maar dat koffertje
van u ging ook eiken dag maar mee.
Verdachte De H. zegt nog, dat hij hc-t
vet kreeg omdat hij Zaterdagemorgens vroe
ger kwam om het vet van getuige van Wi
sem te keuren.
Getuige v. Wal s em: Dat is maar een
hoogst enkele maal het geval geweest.
Verd. De H.: Een enkele maal! Eiken
Zaterdagmorgen kwam ik een kwartier
vroeger.
De President: En voor dat kwartier
nam u 5 Kg. vet. Alle schaamtegevoel 6ohijnt
uit u geweken.
iDe Czaar van het Abattoir
Daarop wordt gehoord de oud-opzie h-
ter van hetabattoir M. B. S c h r fi
de r, die inlichtingen geeft, over de toestam
den, zooals ze aa.n het abattoir bestonden in
den tijd, dat Dr Dhont directeur was. Uit
zijn verklaringen bleek dat het pereoneel
van het abattoir door den directeur veelvul
dig voor eigen dieneten werd gebruikt. Al
tijd waren er een paar man bezig aan het
zolder opruimen, zeilboenen, glazen zeemen,
enz. De schilder van het abattoir was onge
veer a.ltijd voor Dr Dhont aan den gang. Een
ander heeft ongeveer drie maanden achter
een gewerkt in den moestuin van Dr Dhont
waar van alles gekweekt werd. 1-Iet blijkt
uit de verklaringen van getuige dat hij het
met Dr Dhont niet al te best kon vinden.
De President: En hoe was het nu met
Dr Westholz?
Getuige: Met Dr Westholz heb ik het
altijd goed kunnen vinden, maar wat had
deze te zeggen? Dr Dhont was de Czaar, die
aan het abattoir alleen te bevelen had.
Het was getuiges indruk, dat Dr Dhont
van de wantoestanden volkomen op de hoog
te was.
De halwerker P. W. Baggerman
verklaarde aangenomen te zijn met vooruit
zicht op verval. Dat verval bedroeg ongeveer
1 A 1.25 per week. Getuige vertelt verder
van een pensenhandel met Bierman, die wel
eens per maand betaalde aan de directeur,
die het ontvangen geld onder de hal werkers
verdeelde.
De grossier A. Broere verklaarde
aan de keurmeesters fooien te hebben gege
ven. Dat was gewoonte.
De President: Was het ook niet, om
dat de keurmeesters wel eens een oogje
dicht deden?
Getuige: Neen. Wel werden soms var
kens met gebroken pooten goedgekeurd, zon
der aansnijding, maar dat gebeurt ook nu
nog.
Do President: Maar u kreeg er de
boodschap bij, dat u moest zorgen dat de
keurmeester er geen last van kreeg.
Getuige zegt op nadere vragen nog, dat
hij in 1933 nog fooien gegeven heeft aan de
verdachten R. BI. en Bo.
De grossier H. Roos heeft er bij Dr
Westholz, die na die ja/ren directeur was
van het abattoir, over geklaagd, dat het
vleesoh dat van buiten de gemeente werd
aangevoerd in het keurlokaal niet werd ge
wogen, doch geschat.
Get. J. A. G r o e n e n d a a 1, halwerker,
is onder Dr. Houdt meermalen gerequireerd
om schoonmaakdiensten te doen in de
dienstwoning van den directeur.
De hal werker P. J. Terpstra heeft
langen tijd in den tuin van Dr. Dhont ge
werkt. Hij heeft daarvoor nooit extra beloo
ning gekregen. Voor verd. De H. heeft ge
tuige wel eens kippen verzorgd, die De H.
op het abottoir hield.
De veearts B .Crezée doet mededee-
lingen van een voorval, dat zich afgespeeld
heeft in den tijd, dat de Dr. Westholz adj.-
directeur van het slachthuis was. Get was
eens door een boer gehaald bij een heel
slechte koe. Op de vraag van den boer, of
get meende dat die koe zou worden goed
gekeurd had get ontkennend geantwoord.
Een paar dagen later had de boer get. ver
teld, dat hij de koe voor f 200 verkocht had
aan iemand in Hillegersberg, dat ze ge
slacht was en goedgekeurd. „Daar moet je
den weg voor weten". Het dier was, naar
de boer verder verteld had, per wagen
naar het slachthuis vervoerd en in een zij
straatje gelost en dat Kollaardt aan den
keurmeester f 10 had betaald.
Getuige heeft daarop het abottoir in-
gelicht en toen hij later Dr. Westholz sprak
had deze hem toegevoegd: Moet je onzo
dienst blameeren? Naar get. meent is deze
zaak niet verder onderzocht.
De hal werk er P. C. Wensyoort
heeft ook wel in de dienstwoning van Dr.
Dhont gewerkt.
schilder H. v. Dam deed even
eens wel persoonijlke diensten voor Dr.
Dhont. Een enkele maal heeft hij messen
geslepen
Dr. Dhont opnieuw gehoord.
Vervolgens werd dr. Dhont opnieuw ge
hoord over de verklaringen van de getuige
Schroder, die in 1905 aan het abattoir ge
komen is en dadelijk gehoord had dat er
„gebaskerd" werd en die een rapport over
misstanden aan het abattoir aan dr. Dhont
heeft uitgebracht.
Dr. Dhont zegt wel moeiijkheden ge
had te hebben met Schroder, die zich aan
kwaadspreken over hem had schuldig ge
maakt en die een ongepaste controle uit
oefende op zijn directeur over werkzaam
heden die deze deed als rijksambtenaar n.l.
als plaatsvervangend districtsveearts.
Dr. Dhont herhaalt zijn reeds vroeger af
gelegde verklaring, dat hij nooit geweten
heeft dat er toestanden aan het abattoir
hebben bestaan zooals nu gebleken. Getuige
kon dat ook niet weten, als dat hem niet
werd meegedeeld. Hij kwam den laatsten
tijd niet zooveel meer bij de keuring. Hij
liet dat over aan de andere heeren èn kwam
niet meer zoo direct met de keurmeesters
in aanraking.
De president: Maar die toestanden
betroffen niet alleen de laatste jaren. In
1907 en 1914 en 1916 zijn er ernstige grie
ven te uwer kennis gebracht en men maakt
u er een grief van dat u toen niet een diep
gaande instructie hebt gehouden-om het
kwaad den kop in te drukken.
Getuige ontkent oogluikend te hebben
toegestaan, dat er fooien werden gegeven
Wel wist hij van het bestaan van een sfeer
waarin verkeerde dingen gebeuren, omdat
daarin mcnschen verkeeren die maar al te
graag de wet willen ontduiken. Omdat hij
dat wist, heeft hij meermalen den keur
meesters voorgehouden, dat zij als eerlijke
menschen hun plicht hadden te doen. Hij is
soms wel eens wat te toegeefelijk geweest,
maar hij was dat met nobele bedoelingen
en zeker niet om toestanden in de hand te
werken die niet door den beugel konden.
De president vraagt aan de verdach
ten of zij zich wel herinneren dat dr. Dhont
hen ernstig heeft onderhouden.
Geen der verdachten weet het, behalve
De H.
Getuige dr. Dhont geeft toe, dat er wel
werkzaamheden in den tuin werden ver
richt.
Dr. H o u t h u i s is van oordeel, dat het
voor een keurmeester aan het Rotterdam
sche abattoir onbestaanbaar was eerlijk te
blijven, zoolang het mogelijk was, dieren
binnen te brengen, die niet betaald en
keurd werden. Hoe noodzakelijk het
een levende keuring in tc voeren moge uit
enkele cijfers blijken.
Van 25 Augustus af is de levende keuring
ingevoerd. Tot eind 1933 is voor 448 dieren
een voorwaardelijke vergunning tot slach
ten gegeven en in het loope'nde tijdvak van
1934 aan 874 dieren. Onder die ruim 1300
wrakke dieren zouden zeker 36 gevallen
zonder de levende keuring verdonkere
maand zijn geworden en in 152 gevallen
zou het ontdekken zeer moeilijk zijn ge
weest. want onze slachters zijn ware artis-
ten in het verwijderen van pathologische
afwijkingen. Ten bewijze dat aan het Rot
terdamsche abattoir ook goed vleesch wordt
aangevoerd, zei dr. Houthuis, dat er in den
zelfden tijd 31.000 normale slachtingen heb
ben plaats gehad met 54 afkeuringen, ter
wijl van de 1300 wrakke koeien er 74 wer
den afgekeurd. Wel een bewijs dus, dat de
levende keuring noodzakelijk is.
Ten opzichte van de verdachten S. en BI.
merkte dr. ITouthuis op, dat door hun op
treden bereikt is, dat de frauduleuze slach
tingen in Ouderkerk a. d. IJssel ontdekt
zijn kunnen worden. Van BI. heeft getuige
altijd den indruk gehad, dat hij met groote
plichtsbetrachting zijn werk heeft gedaan
en het is hem onbegrijpelijk dat deze man
voor de verleiding is bezweken. Ook in de
andere keurmeesters heeft getuige na zijn
optreden als directeur niets onregelmatigs
gezien.
Hierna wordt gepauzeerd.
Het requisitoir.
In de middagzitting is het woord aan der
vertegenwoordiger van het O.M., mi*. E'. D.
H. Schutter, voor het nemen van zijn
requisitoir.
Het O.M. herinnert aan de bekentenissen
.an zeven der verdachten afgelegd tegen
over den inspecteur van politie Valke, waar
op zij later bij den rechter-commissaris weer
zijn teruggekomen, dat zij op verschillende
punten lium bevoegdheid als keurmeester
hebben overschreden. Het O.M. meent dat
wat deze getuigen in het eerste onderzoek
hebben gezegd, juist is. Uit het getuigenver
hoor is voorts gebleken dat zij daarvoor be
looningen hebben aangenomen, zoodat be
wezen is, -dat deze verdachten op die punten
tegen de gestelde bepalingen hebben gezon
digd. Het O.M. ging in bijzonderheden na in
welke gevallen de verschillende verdachten
een bekentenis hebben afgelegd. De deskun
digen van de verdediging stemmen niet in
alles overeen met dr. van der Slooten, doch
volgens de meening van het O.M. stonden
deze deskundigen niet zoo vrij als Dr. Van
der Slooten, omdat toch wel gebleken is, dat
de deskundigen aan de verdediging .van de
verdachten te veel de vrije hand hebben
gelaten.
Ook ten opzichte van De IT. is het bewi's
geleverd. Uit de verschillende getuigenver
klaringen is wel gebleken dat deze verdachte
allerminst vies was van het aannemen van
fooien. Daarbij heeft men het vaststaande
feit, dat geconstateerd is door getuige Kok,
welke verklaring naar het O.M. uitvoerig
aantoont, overeenkomstig de waarheid moet
worden geacht. Ook uit de verklaringen van
Stedehouder is op te maken dat De H. aan
do knoeierijen heeft meegedaan. Het O.M. zal
echter aan dezen verdachte niet de verduis
tering van do beenderbonnen en van de
zwezerikken kunnen bewijzen; wel echter de
diefstal van het vet. Knevelarij heeft hier
niet plaats gehad. De dwang die De H. op de
betreffende menschen heeft uitgeoefend was
"an dien aard dat zij maar willoos goedvon
den wat De II. deed. Al hebben deze na hei
wegnemen van het vet er in toegestemd dat
De H. dit vet behield, toch is dit een feit
van diefstal'.
Het bewijs acht het O.M. tegenover allo
verdachten geleverd. Komende tot de straf
maat zeide het O.M. vóór de zitting een
andere straf in het hoofd te hebben gehad,
dan hij thans zal eischcn. Het O.M. kan toe
geven dat de toestanden aan het abottoir
niet prima waren, en dat men zeer zeker
door het nalaten van de keuring van het
levende vee, de handelingen van verdachten
in de hand heeft gewerkt. De andere dingen,
die men tegen de leiding van het slachthuis
heeft aangevoerd als het werken in de
dienstwoning en in het tuintje, en den dief
stal van gas, had do verdediging beter ach
terwege kunnen laten. De voorloopige hech
tenis wil het O.M. van de straf aftrekken.
ITet verdedigt het houden van deze verdach
ten in voorloopige hechtenis hetgeen noodig
was om de zaak tot een goed ei ml*; te bron-
gen. Al wil spr verschillende omstandighe
den in aanmerkiiw nemen hij 1 jn toch niet
ver gaan aLs de tegenwoordige directeur
het slachthuis, dat het .voor de verdach
ten bijna onbestaanbaar zou zijn dat zij eer
lijk gebleven zouden zijn.
Het O. M. acht voorts redenen aanwezig
om alle verdachten over één kam te sche-
Over alle verdachten zijn gunstige re-
classeeringsrapporten uitgebracht, doch de
daad is te ernstig voor een voorwaardelijke
De eisch
Het O. M. eischt dan tegen ieder
der verdachten een gevangenisstraf
van zes maanden, na aftrek van voor
arrest.
MEVR. JANSEN-JORDI VOOR HET
HAAGSCH GERECHTSHOF
EEN BRUTAAL STAALTJE VAN VALSCHE
VERKLARING
Het pleidooi van den verdediger
Het Haagsche Gerechtshof behandelde gist
levr. J. H. M. J.—J..
ng, wegens uit-
diie door de Rotterdamse
oordeeld tot IJ jaar ge
tot onmiddellijke gevatis
lokking tot meineed,
lolcklng tot meineed ln do opliohtingszaak
tegen den gewezen inspecteur van de Rotter
damsche Electrische Tram. J. H. S.. die
door zijn superieure positie eenige men
schen. bij dat bedrijf In dienst, onder valache
voorspiegelingen had bewogen tot afgifte van
groote bedragen, o.a. dat 2ij daardoor een
betere positie zouden verkrijgen, hetgeen ech
ter zou zijn geschied op Instigatie van de thans
als verdachte in hooger beroep terecht staande
ital getuigen,
afle;
echtpaar Piel
tgen van val
de bei
hebben bewogen tot hei
•rklaringen, onder eede,
uld te ontlasten.
P. behoorde nl. tot de do<
dupeerden.
Verdachte gaf een uiteenzetting
omstandigheden, en zeide bij Pietersoi
aan huis te zijn gekomen, nadat S. reei
gedetinei
otidei
al: U hebt vlei
icht.
wegens uitlokking van meineed ter zitting is
Getuige J. Ptete-rson, die als getuige 'n
de zaak-S, is gehoord, heeft toen verklaard, dat
hij niet meer wist, dat S. hem eenige voorspie
geling had gedaan. Later heeft hij die verklaring
herroepen en erkend, dat hij zéér wel wist, wat
S. hem had voorgespiegeld. S. was de meerdere
van hem bij de Rott tram en hij had tegenover
get allerlei beloften uitgesproken, waaraan
get. geloof had gehecht. Toen S. In het Huis
van Bewaring zat, is verd. herhaaldelijk bij get.
thuis geweest om hem en zijn echtgenoote te
bewegen de schuld van S. te betwisten. Meer
malen heeft verd. bedragen in geld van get
weten los te krijgen.
Get. J. H. Ringeling, echtgenoote van
Pieterson. verklaarde in denzelfdcn zin als haai
man. Verdachte zou o.a. hebben gezegd, dat. in-
zij al het geld, dat zij aan S. hadden geleend,
kwijt zouden zijn.
Verdachte zegt. dat zij nooit is gehoord
over hetgeen P. en zijn vrouw voor de recht
bank hebben verklaard naar haar meening
valsohelijk om zelf uit de doos te blijven.
Mej. P. kende S. als 15 h 20 jaren en had blijk
baar groote i verplichtingen jegens hem, doch
mej. P. heeft niet haar eigen broer. die door
zijn vrouw was verlaten, aan 25 willen hel
pen. Van hetgeen het echtpaar P. verklaart, is,
volgens haar, alles onwaar, ook hetgeen zij voor
de rechtbank hebben gezegd.
De procureur-generaal. Mr J. A. de
Viseer heeft zelden zoo brutaal staaltje van
valsche verklaring meegemaakt. Deze verd. heet
liegen wat zij zelf heeft uitgelokt om onder
De rechtbank heeft r
wkeurig onderzoek
door deze verd. zlj-n misleid, die door haar
lange verhalen en geldzucht vier menschen. t. w.
het echtpaar Pieterson, Rogge en Stella In het
ongeluk heeft gestort. Deze stokersvrouw deed
het met haar verhalen voorkomen, alsof zij van
adellijke familie was. Zij heeft de menschen ge
dreigd, dat zij hun betrekking zouden verliezen,
indien zij niet verklaarden, wat deze verd.
van hen verlangde; (lat haar broer baron was
geworden en wel zijn invloed zou aanwenden,
Spr. acht de door de rechtbank opgelegd»
straf van 11 jaar niet streng genoeg en hij re-
quireert dan ook vernietiging van het vonnis
en veroordee-ling van deze verd. tot een ge-
zaak hebben verklaard, dan is
schuldig. Doch welk u-wii.j i* «l.airvo-»r aan
wezig? Wanneer het Hof uit vrouwen bestond,
dan zou spr. het zich nog wel kunnen inden
ken. maar mannen staan anders tegenover der
gelijke verhalen. Men moet het niet voorstellen
alsof S., die voor 40.000 aan oplichtingen pleeg
de. het onschuldige mannetje is, en dat eigen
lijk alle schuld daarom op rekening van deze
geworden om verklaringen in
het nadeel van mevr. J.J. af te leggen. Hun
belconing zouden zij er wel voor krijgen ln de
uitspraak van de rechtbank, die hen vam mein
eed vrijsprak, beteelcent reeds een mooie beloo
ning. Men wil alle schuld op deze eene verd.
leggen. Wel hebben P. en zijn vrouw onder eede
van de rechtbank geheel anders gesproken, maar
dat zou allemaal meineedlg zijn geweest en in
het geheel geen waarde hebben. Pleiter kan
zich niet voorstellen, dat plotseling alles wat
het echtpaar S. thans verklaart, wel overeen
komstig de waarheid is. Deze menschen zijn
wraakzuchtig geworden en zij leggen er nu nog
maar 'n schepje bovenop om deze verd. er onder
Wanneer het Hof zich losmaakt van al het
geen om deze zaak heen is geborduurd, dan
kan het deze verd. niet tot 3 jaar gevangenis
straf veroordceJen, doch zal hfet de grootst mo
gelijke clementie toepassen.
Verdachte zegt nog dat zij de dupe vaat
EEN KERKDIEF
In September van het vorige jaar werd In het
Gooi een groot aantal kerkdiefstallen gepleegd
Ook tot Amsterdam strekte ztoh blijkbaar het
operatieterrein uit; in den nacht van 22 op 23
September werd een man op heeterdaad betrapt
bij een poging tot inbraak in de St Ritakerk
aan den Buiksloterweg bij het Hagendoornpiein
Thans stond de man in hooger beroep terecht
voor het Gerechtshof te Amsterdam. De recht
bank had hem op 19 Januari veroordeeld tot
twee en een half Jaar gevangenisstraf met af
trek van twee maanden voorarrest.
De procureur-generaal was van meening, dat
tot diefstal ln de St. Rita Kerk i
Eisch vernietiging van het vonnis on verd.'t
veroordeeling wegens poging tot diefstal in d»
St Rita Kerk tot een gevangenisstraf van twe»
De verdediger bepleitte vrijspraak en vroeg
▼erd.'s onmiddellijke invrijheidstelling, welk
verzoek door het Hof werd afgewezen.
Arrest 5 Juni.
INBRAAK IN EEN GOUDSMIDSWINKEL
cere K. en F. De
r gevangenisstraf veroordeeld wegens de in-
bil Begeer. Ook F. heeft reeds een groot
i veTdediigers '.raden op Mr. Worst
n de Jong.
rest 5 Juni,