De Bondsdag der Gereformeerde Meisjes DINSDAG 22 MEI 1934 DERDE BLAD PAG. 9 Onvergetelijke dag in Zeelands hoofdstad Drie overvolle kerkgebouwen Enorme belangstelling, groote geestdrift Wie Zaterdagnamiddag in de omgeving ivan het deftige Station te Middelburg was, zag al dadelijk dat er iets bizonders aan de hand was. En wie zich op het perron waagde, was getuige van een zeer interes sant schouwspel. Daar kwamen de treinen uit de richting Holland en Brabant binnenrollen. Er heusch geen kleine, want ze waren langge rekt. Nauwelijks stilstaande, zag men de honderden portieren opengaan en honder den, ja duizenden meisjes er uit springen, vol levenslust en vol blijdschap voor de komende gebeurtenissen. Als spoedig bleek dat de organisatie per fect in orde was, om deze meisjesstroom in goede banen te leiden. Dat waren vo< 't meerendeel de afgevaardigden der Ger formeerde Meisjesvereenigingen uit geheel ons land, die de tocht naar het schoone Middelburg ondernomen hadden, om geestelijke versterking ook nog levensblijd schap op te doen. Nu, de stemming zat er goed in. „Sari Marais ,uit die Ou Transvaal", bleek ook de reis mee naar Middelburg te hebben ge maakt! Ze blijkt een goede bekende vai yele bondsvriendinnen te zijn Thans gaat de enorme schare in optoclu naar de Noorderkerk en Hofpleinkerk. waar door een Commissie, bestaande uit de dames M. Littooy, Lena Ludikhuize, B. Geense en L. Ton een keurige vooravond was georganiseerd, een avond, die lang in de herinnering der duizenden meisjes zal blijven. Nadat elke bondsvriendin een dubbeltje heeft geofferd voor een fijne corsage en fleurig uitgevoerd programma, opent de Presidente deze vooravond van den Bonds dag met het doen zingen van Psalm 145::;. „Ik zal, o Heer, Dien ik mijn Koning noem, Den luister van Uw Majesteit en roem, enz. Na gebed spreekt zij de groote schare har telijk toe en hoopt dat God een gezegende Bondsdag moge geven. Alles is in 't werk gesteld, om het allen zoo aangenaam moge lijk te maken. Daar hetzelfde programma van hier ook in de Hofpleinkerk zal wor den uitgevoerd, zal men het vlug afwerken. Het was een fijne gevoelde gedachte, de zen avond te openen met declamatie uit de werken van wijlen Mej. H. S. S. Kuyper, de Bondsmoeder, die in warme herinnering in den Bond zal blijven voortleven. Met stille aandacht werd geluisterd naar de .vertolking van haar werk, waaruit bleek .welken rijken geest Mej. Kuyper bezat. Na deze gevoelvolle inzet, ging meii tot het meer vroolijke over. Een fraai tableau „Typisch Zeeuwsch" deed de Bondsmeisjes uit verre streken zien, dat zij nu in Zee land waren,1 Ook „de Wijk aan Zeesche keukeninventaris" mocht veel bij'val sma ken. Thans werd een half uur pauze gegeven, waarin vele oude kennissen de kennisma king hernieuwden en nieuwe banden g- legd werden. Na het zingen van het Bonds lied zong een dameskoor, onder leirling van den heer T. A. Winter een speciaal Zeeuwsch programma. De liederen „De Lange Jan", „Mooi Zeeland", Eén Zeeland en het Arnemuidsche voetpad, vielen goed in de smaak. Hei ronde putje te Souburg 'Alsnu kreeg men iets specifieks en interes sants te zien, n.l. een voorstelling van au legende van het ronde Putje te Souburg. Beeds eeuwen ligt er ten Oosten van Sou burg een klein vijvertje, omgeven door boo men waarvan de takken laag over het wa ter hangen. Aan deze bron is een legende verbonden. De volksmoncl vertelt, dat er yroeger een geest in die bron huisde. Eens heeft een jonge boerendeerne zich laten verleiden, de voorraad melk, die ze in de stad Middelburg moest verV.oopen, met het heldere water uit de bron te ver- grooten. Zoodoende verkreeg ze geld om een gouden voorhoofdsieraad reeds lang yurig door haar begeerd te bemachtigen. Toen ze het gekocht had, trok zij naar de bron, om zicli met haar schat in het hel dere water te spiegelen. Het gleed van haar hoofd, viel in de bron en weg was haar be- driegelijk verkregen schat. De les, dat nooit echt geluk op oneerlijke manier verkregen wordt. De voorstelling wekte veel bijval. Nadat men samen gezongen had „Lof zij tien Heer, den almachtigen Koning der eere", werd deze buitengewoon goed ge slaagden vooravond gesloten. Thans giiig de stroom naar de Balans, waar een aantal autobussen gereed ston den, om een groot deel der bezoeksters over de verschillende Zeeuwsche steden en dor pen te verdeelen, daar Middelburg zelve de enorme schare niet bergen kon. En terwijl men onder vroolijk gekout de autobussen zocht die men moest hebben, klengelde bo ven dit vroolijk gedoe het klokkenspel der Lange Jang'' en klonken de kreten „Tot Maandag! Tot ziens!" van alle kanten, DE MOEGEN-SAMENKOMST VAN DEN BONDSDAG Was het. Zaterdag reeds enorm druk in 'de oude Zeeuwsche Bisschopstad, de dag van heden de Bondsdag zou de kroon spannen. Reeds in de verschillende Zeeuw sche plaatsen (als Goes, Vlissingen, Wolfaartsdijk enz.) was het-des Zondags reeds goed te merken, dat ert iets bizonders aan de hand was. Geen wonder! Als er in elke godsdienst oefening zoo'n aantal meisjes mee op komt haar den dienst des Woords, op sommige dorpen 50 tot 80, dan geeft dit aan zulk een godsdienstoefening toch wel een a.nder as pect. Hierdoor hebben velen kunnen genie ten en kunnen zien, hoe het Zeeuwsche kerkelijke, leven zich rustig o'ntwikkelt Naarmate wij Middelburg naderden, werd 'de drukte steeds grooter. Op de Rijksstraat weg die van Bergen op Zoom naar Vlissin gen loopt, is de drukte ongekend groot. Ontelbare autobussen, volgeladen met pas sagiers, kwamen in slagorde de stad bin nen daveren. Toen wij in de Noorderkerk arriveerden, klonken de Vadcrlandsche bedoren door de kerk. De kerk ze've is keurig versierd. Langs de galerijen zijn tapij'ten aange bracht, terwijl op het podium een zee yan bloemen is aangebracht. Werkelijk, Mid delburg heeft eer van haar werk. De orga nisatie was boven allen lof. Onder de aanwezigen merkten wij op Mej. J. IL Kuyper, Mevrouw'van Alkema de, Mevrouw Buesink—Oskam, Burgemee ster Fernhout, Mevrouw Wagner en Mej. A. Ludikhuizen, de directrice van het Zomer huis. Het Bondsvaandel prijkte op het podium. Als de Bondspresidente Mej. Tj; Toren beek met het Bondsbestuur binnenkomt,, davert liet applaus door de kerk. Te half 11 opent de Presidente Mej. Torenbeek de samenkomst, door liet laten zingen van Psalm 13 1, 2, 3 en 6 en las Handelingen 2. Openingswoord Mej. Torenbeek. Van 't hooge Noorden, in 1933, aldus spr., zijn we nu getrokken Mej. Torenbeek 't verre Zuiden. Een hartelijk wel kom in het Zeeland, waarop we trotsch zijn, als we denken aan de zeehelden van vroeger, a< den strijd om h behoud in de aa winst van 't land. De BoncTs vreugde wordt dit jaar ge temperd, omdat er nog rouw is om het heengaan Eere-Presidente, die onzen Bond steeds beschouwde als een nieuwe bladzijde geschiedenis van de ontwikkeling van het Gereformeerde lev Bij dit laatste worden we dit jaar ook be paald door de herdenking van de Afschei ding in 1834. Naast Ds. De Cock stond in dien tijd zijn echtgenoote, Vrouwe Venema, die, nadat zij met haar man de Gerefor meerde beginselen had leeren liefhebben, in staat was veel te lijden, veel spot en veel hoon té verdragen, ja zelfs een steun voor baar man kon zijn; die, tot lioogen ouder dom gekomen, in het jaar 1S86 de Doleantie meemaakte, door haar „een kroon op de Af scheiding" genoemd. Gaarne wek ik allen op, wanneer de ge beurtenissen van 1834 in de vereenigingen behandeld worden, daarover zooveel moge lijk te lezen, opdat duidelijk worde, dat cn de Afscheiding èn de Doleantie in de ver dere ontwikkeling van het Gereformeerde leven, ook door onzen Bond, een Werk Gods Bespreking Jaarverslagen Nauwelijks zijn de klanken van het zoo geestdriftig gezongen Bondslied weggestor ven of Mej. Torenbeek stelt punt -5 van het Morgen program ma aan de orde, de bespre king der Jaarverslagen. Aan het door Mej. M. Jonkhoff, de Bonds secretaresse uitgebracht verslag ontleenen wij, dat de Bond met blijdschap -de toena me van het aantal aangesloten vereenigin gen mocht constateeren. Móesten eenigw vereenigingen, wegens klein ledental worden opgeheven, men kon toch een aanwinst van 42 nieuwe boeken, zoodat .er thans Si3 zijn. Dat in dezen tijd, nu nagenoeg ieder een achteruitgang van zaken moet consta teeren, de Bond zich in groei mag verheu gen, is wel een bewijs, dat de Geref. Meis jes het inzien, hoe ook in den tegenwoor- digen tijd het werk niet mag verslappen. Het moet blijven groeien, niet alleen in de breedte, maar ook in de diepte. In het afgeloopen jaar kwam in de sa menstelling van het Bestuur weer een ver andering. Mevrouw J. de Wildede Bruyn trad wegens huwelijk uiL Haar plaats werd ingenomen door Mej. Jo de Vries uit Am sterdam. Het Bestuur vergaderde 5 maal te Utrecht. De Secretaresse maakt met waar deering melding van den steun, dien men genoot van de Commissie van Advies. Met e werden de dames Mevrouw G. IL van AlkemadeKwakkelstein en Mevrouw G. Kraan—v. d. Burg zeer voor hun steun ge- aardcerd. De Methodiek-Commissie werkte ook dit jaar in alle stilte door. In overleg met dezt Commissie werd door den heer Joh. Q. Francken, de nieuwe leiddraad voor Gevvij de Geschiedenis begonnen. De Zomerhuis-Commissie bestaande' uit de dames E. M. Klapwijk, C. F. Kok en M. Parmenticr), heeft dit jaar de handen vol gehad. De plannen, ccn eigen Zomerhuis te gaan bouwen, werden ten uitvoer ge bracht. Op een mooi plekje te Wijk aan Zee,, staat het bijna voltooide huis, plaats biedende aan 30 meisjes. Het werd „Huize Hcnriette" genoemd, ter aandenken aan de Bondsmoeder (Mej. II. S. S. Kuyper). Mej. Ludikhuize zal ook, als directrice van dit nieuwe gebouw optreden, wat haar .vol komen is toevertrouwd. Hét vaandel van den Bond deed 2 maa' dienst. De eerste keer op den Bondsdag te Leeuwarden, de tweede keer bij gelegenheid an de grootsche huldiging, gebracht aan H. M. onze Koningin in het Stadion. Teneinde zwakke vereenigingen te steu nen, werd een steunfonds gesticht „het tl. S. S. Kuyperfonds". :t verslag van do Bondspenning- meesteresse Mej. E. H. Klapwijk was in optimistischen toon gesteld. De balans sloot op'31 Dec. 1933 in ontvangst en uit gaaf met f 80.303. De exploitatierekening an het blad „Bouwen en Bewaren" idem met f 39.056.51. Beide jaarverslagen werden onder applaus goedgekeurd. Felicitaties die binnenkwamen Ingekomen zijn brieven van Prof. Hoek stra, Ds. Vonkenberg, Ned. Herv. Meisjes- Bond, Chr. Geref Meisjes Bond en een briei uit Tsjecho Slowakije, uit Solo en vele andere plaatsen. Een daverend applaus klonk bij elke gelukwensch. Aan H. M. de Koningin werd namens dc 22.000 leden een huldetelegram gezonden, eveneens aan Prinses Juliana. Hierop zong de vergadering staande geestdriftig het Wil helmus. Voorts zond men aan den Minister Presi dent Dr. II. Colijn een geestdriftig telegram an trouw, eveneens aan Prof. Hoekstra •oor herstel van zijn ziekte. Namens de Geref. Jong. Bond was Ds. Dijk aanwezig. Namens de Geref. Jeugd Or ganisatie Mej. Diepensloot. „Nederland! Nederland! Erfdeel der Vaderen. Ons door hun trouw en hun godsvrucht. bewaard, enz. Voorstellqp Door het Bondsbestuur: De contribute worde gesteld op 15 ct. per lid, daar 20 et. te zwaar wordt voor velen. Zwolle heeft be zwaar tegen bet verlies van 1000 per jaar Zij dringt er op aan, dat de vereen., dié kunnen betalen, dit zullen doen, en dat dit overschot worde gestort in het H.S.S.K.- fonds. Met groote meerderheid werd het Bondsbestuursvoorstcl aangenomen. Door den kring Arnhem en omstreken werd een voorstel ingediend, om de volgende Bondsdag te A rnhe m te houden. De afge vaardigde van Amsterdam pleit vooi Den Haag. Besloten wordt met overgróote meerderheid Arnhctri te kiezen. Spr. brengt dank voor de uitnoodiging. Het is hem een groot genoegen hier te zijn. Hij is er bijna confuus van, door zooveel meisjes welkom 'te worden gehectcn (gelach). Hij hoopt dat God een gezagenden dag moge. geven. Het is ons een voorrecht dat Middel burg werd gekozen. Spr. wijst de meisjes op de heilige roeping die op de meisjes rust. liet. is een weldadige gewaarwording, dat onze zoo dierbare beginselen worden bele den door een zoo groote schare. Wij zijn hier in één geest en één belijdenis. Ons Vader land zaj hiér de rijke gaven van plukken. Houdt uw beginselen \ast. Namens zijn va der moet spr. de Middelburgsche meisjes even „een knipoogje geven uit zijn naam" (daverend applaus.) U weet toch wat een knipoogje van Ds. Fernhout beteekent? (ge-' lach). Spr. legt dat even uit. Spr. hoopt 'dat do meisjes straks tot waardige leden vari1 Kerk, Staat, en Maatschappij mogen ontwik kelen. Houdt het Calvinistisch beginsel vast (langdurige toejuichingen). Mej. Torenbeek' danks den heer Fernhout voor zijn keurige rede. „Het knipoogje" lis door de vergadering goed begrepen. Breng u die boodschap over", (applaus). Thans neemt Mej. K o k heb woordr - Zij brengt hulde aan Mej. Torenbeek. 11 j.aiir. strijdt ze mede, 5% jaar als Presidente. Nu mej. Torenbeek voor het laatst presideert, wil Spr. haar namens don Bond van Meisjes bedanken. U hebt trouw gearbeid vóór' den Ilcerc. Alles hebt u gedragen, liefde, maar ook critick. Wij prijzen om uw rechtv digheid. Nu roept de Heere u tot een andere levens taak, die ook door u aanvaard wordt. Wij wenschcn uw verloofde hartelijk geluk met zulk een vrouw. Noode staan w ij u af. Dank, voor alles wat ge deed. Wij zullen doorwer ken in uw geest. Wij bieden u hierbij aan liet eerelidmaatschap van den Bond. Ónder daverend applaus reikt zij 't. diploma over. Diep geroerd dankt Mej. Torenbeek voor deze hulde. Haar taak is baar nooit ~te veel geweest. Spr. dankt hartelijk voor het eere- lidmaatschap en, is er erg blijde mee. Zij zal den Bond nooit vergeten. Officieel zal zij in „Bouwen en Bewaren" afscheid nemen.''Spr. heeft veel zegen in den Bond genoten. Ver geef mijn tekortkomingen. God zegene den Bond. (daverend langdurig applaus.) Ook de vroegere Presidente Mevr. Van A 1 k e m a d e spreekt nog een hartelijk af scheidswoord, Een sterkere arm heeft u op- geêischt. Wij danken u nogmaals voor uw leiding, liefde en trouw (applaus). God schen ke u veel geluk in uw huwelijk. Ik wensch u geluk met uw eerelidmaatschap, (applaus) Uitslag verkiezingen. De drie aftredende bestuursleden werden herkozen, nl. de dames B. v d Berg, J Fran cken en N Elgersma. Tot nieuw bestuurslid mej. Hommes uit Assen. In de Redactie werd Mej. Tini Kok herkozen. Tot nieuwe Bonds presidente werd gekozen met 586 stemmen !Mej. M. Parmentieruit Oegstgeest. (Dave rend gejuich). Mej. torenbeek wenscht mej. Parmentier geluk met deze schitterende verkiezing. De Bond vertrouwt u de leiding toe. God heeft u op deze plaats gezet. Wees daarvan over tuigd. God zal u steunen en wij zullen bid den. En Gods zegen zal u ten deel vallen. (Applaus.) Mej. Parmentier zegt dank voor dc eervolle keuze. Zooiets had ik nooit gedacht. Spr. hoopt dat er voor haar gebeden zal worden. In „Bouwen en Bewaren" zal zij terugkomen op een en ander. Namens de Bond van Chr. Meisjes Vereen, spreekt Mevrouw Wagcner een geluk- •pnsch. Zij priist de goede verstandhouding tusschen de twee Bonden en hoopt dat die bestendigd moge blijven. (Applaus.) Na het zingen van het lied „Ach blijf met uw genade" wordt de niorgcnvergadering geschorst tot Z uur. De middagsamenkomsten Reeds om half twee is de Noorderkerk stampvol. Er kon geen speld tusschen. De banken voor li personen, bergden er thans Trouwens hoe zou het ook anders! Er waren circa 3500 meisjes opgekomen! De tijd vóór 2 uur werd gevuld met het zingen an Vadcrlandsche liederen. Paarna heropende mej. Tore nbeek de middagsamenkomst. Gezamenlijk zong men Ps. 06 1 en 2. Zij roept alle aanwezigen, ook de radio-luisteraars een hartelijk wel kom toe. Zij zendt door de radio een harte lijk woord, vooral aan dc zieke leden. Zij •telt thans haar verloofde, de heer A bels te Zutphcn voor. (Daverend applaus). Ook Dr. Dijk wordt hartelijk welkom geheeten. Rede Dr. K. Dijk. Spr. sluit zijn rede aan, aan het feest van Pinksteren. Dit heilsfeit is het feit van rijken zegen, en die zegenrdie in-overvloedige stroomen neerdaalt, komt I ook hierin uit, dat !i ,v|de Geest uitge stort wordt op al len, dat is de ge meenschap, en op een iegelijk, dal zijn de enkelin gen. In het werk van den trooster- is de harmonie van het sociale en het individu- eele, gelijk in hot werk des Vaders en des Zoons deze samenstem- Dr K. Dijk Kt niine ""'li' 8=- vonden wordt. Die pinksterorde eischt God van ons niet alleen in ons kerkelijk-institutair maar ook in ons vereenigingsleven, en ook in onze jeugdbeweging moet de heilige eenheid en wederkeerighèid tusschen gemeenschap persoonlijkheid noodzakelijke levensvi waarde wezen. Bij de vervuiling van deze voorwaarde hebben wij voor beide zijden de Strijd te voeren. Eenerzij ds tegen het ge vaar van de eenzijdigheid voor het sociale, liet objectivisme, waarbij het persoonlijke verwaarloosd wordt, en aan den anderen kant tegen het gevaar van bet individualis me, het subjectivisme, dat aan de gemeen schap onrecht doet, voor beide excessen is in onze gereformeerde jcugdvcreenigingeii nimmer plaats. 1-Iet verband tusschen vereenigingsleven en persoonlijk leven wil spr. zien als een geestelijk verband, en in dat verband is eerst de waarde van de persoonlijkheid voor de organisatie. God bouwt de gemeenschap door de enkelingen; en onze meisjes treden zelf tot haar vereenigingen toe. Zij leggen de handen in die van anderen en vormen de keten der gemeenschap, en daartoe is noodig persoonlijke overgave, gave van ziel jen krachten en ook persoonlijk geloof. Spr. staat wat dit laatste betreft uitvoerig stil bij de vraag of en in hoeverre de eisen -van persoonlijk geestelijk leven voor de le den onzer vereenigingen gesteld mag wor den; hij is van oordeel, dat dit element niet mag ontbreken, omdat onze vereenigingen vormingsinstituten zijn. al moet daarbij in acht genomen worden het karakter van het jonge leven mot al zijn slingering en on evenredigheid met zijn lentestormen en lentetcerheid. Maar ook het zwakke en teere wil God gebruiken om aan Zijn heilig jeugd werk te werken. M ij kunnen nooit genoeg den nadruk leggen op den eisch van per soonlijk geloofsleven, want daardoor bloeit ons vereenigingsleven, L Voorts wijst spr. op de beteekenis van de vereeniging voor ons persoonlijk leven, waarbij hij met name denkt aan de bele ving van c(e belijdenis. Ook voor die bele ving móet ons jeugdwerk vrucht dragen. Wel .staat de intellrctucele vorming op den voorgrond, wel mag van onze vereeniging niet een soort gezelschap gemaakt worden, wel moeten -we waken voor overgeestelij'^e mystiek en ontijdig vertoon van bevinding, maar dat neemt niet weg,- dat door de ver rijking van kenis ook innerlijke -verdieping moet verkregen worden eil onze vereenigin gen hieraan dienstbaar moeten zijn, dat wc in onze heiligmaking en bevinding gesterkt worden en ook leeren voor elkander de deu- .ren des harten te openen. Laten we dat laatste niet vergeten. Gij jib'idt in uw bondslied: hinde Uwe liefde ons tó'ajneri; dan moet van die samenbinding '''ook de vrucht openhaar worden in uw sa- „n'iciijsprekéri als' geróforifieprdé ntei'SJèsJ Eti laat dén'groei en bloei aarf Gód over. Dan zal het zijn een schoone harmonie van ge meenschap en enkeling, van allen en een iegelijk. Spr. eindigde niet enkele woorden aan te halen van mej. Kuyper. de ontslapen ..eerepresidente van den Bond. die onze meis jes altijd die harmonie had voorgehouden. Bespreking Me j. M: Geldermans, uit Schevenin- gen, vindt iets onduidelijks in liet referaat. Spr. pleit er voor om geestelijke bevindingen -w el openlijk op de vereeniging te bespreken. Daar gaat zegen van uit. Mej. Z w ij n e n b u r g, uit Amsterdam, vraagt, boe Dr Dijk er toe komt. om te zeg gen, dat de SDAP de enkelingen tot een num mer maakt. Mej. Verkaik, uit Naarden, vraagt; hoe moeten wij staan tegenover meisjes, die niet kunnen gelooven alles wat in Gods M oord*staat en geen Bijbelonderwerp willen maken. Dr. D ij k antwoordt mej. Zwijnenherg, dat de gemeenschap bij de S.D.A.P. alles is. Persoonlijkheid wordt niet erkend. Mej. Verkaik stolde een practisdhe vraag. Spr. drong er op aan, deze figuren niet af te stooten, maar met liefde te omringen. Elk géval moet op zichzelf beschouwd worden. M'ces voorzichtig. Geef zoo n meisje oen onderwerp op, dat haar past. Met liefde is er veel te winnen. Aan mej. Geldermans antwoordt Dr Dijk, dat hij hierin veel gevaren ?iet. AU hei doordringt leggen de „geestelijk brutalen hun hart telkens weer op tafel". Dc eigen gerechtigheid wordt er door bevorderd. Spr. wil evenwel niet veroordeelcn, dat in een bespreking dit wel eens naar voren komt. Maar voorzichtigheid zij geboden. Nadat de Presidente Dr Dijk bedanikt heeft, werd gelukgewcnsciht namens de Geref. Jongel.. Bond. Hierna zone men het lied door IL S. S. Kuyper gedicht: „Leer mij volgen". Rede Prof. Dr. K. Schlldei Thans trad op Prof. D r Schilder, die met een daverend applaus begroet werd, met het onderwerp: „Twee Priscilla's". Een der mooiste momenten is, dat de Bondsdag op Pinksteren valt. Er wordt op de Pinksterdag geprofeteerd. Spr. zal thans niet profetcercn, maar twee profetessen voor oogenstellen. De eerste Priscilla kent ge wel uit den Bijbel: Zij was de vrouw van Aquilla. Zij woonden in' Rome, waar ze uitgejaagd zijn en trokken naar Corinthe. Op dit. moment zendt God ook Pnulus naar Corinthe. Tref fende besturing Gods. Hij komt bij Aquilla terecht. Deze steunde Paulus in zijn taak. Vooral Priscilla leefde mee met Paulus in zijn taak. De Kerk werd er zoodoende ge boren. Het vraagstuk van .Tezus van Naza reth werd actueel in die stad. De arbeid van Priscilla mag groot genoemd worden. Pris cilla was niet bang voor gevaren. Priscilla deed dit niet uit persoonsvereering. Het ging bij haar om de zaak, om dc Kerk. Zij laat Paulus gaan. omdat hij de Kerk van t een ander centrum beter op kon bouwen. Is ze weer in Efeze zijn, komt Paulus weer bij hen. Zij gaf aan Pnulus dat ls aan Christus brood en drank. Priscilla treedt togen Apollos op. Hij leert an haar de lijnen zien \an dc gezonde leer. Priscilla stond op de bres voor de Kerk. Zij heeft een zware taak vervuld. Zij heeft Gods rand vervuld. Zij heeft ingegre pen in het wereldbestuur, dank zij Gods raad. Zij heeft dc Kerk gebouwd. Onze dank in haar is groot. Nu over de andere Priscilla. Deze leefde een eeuw later. De Kerk had baar orde ont vangen en deed haar invloed in de wereld gelden. Een der hoMden was Montanus. Montanus kreeg naast zich Priscilla 11. Deze was bijzonder vrijmoedig. Zij beweerde, dat in hen de Heilige Geest woonde, nl. in Mon tanus en haar. Zij gingen zoover het doopen zoo te regelen, mei de formule: „In den naam des Vaders er des Zoons en van Mon tanus en Priscilla". B'utalcr kan het niet Zii voorspelde Christus' komst. Dus niet meer werken. maar afwachten! Geen huis lioudelijk werk meer, maar op Christus wachten, Die dadelijk zou komen. l)m zou den ze met hen Christus de heerlijkheid in gaan. Zij ging zelfs zoo ver liet huwelijk verachten. IIci was een aanslag op den dienst van God. Een streep halen door Han delingen 2. In naain van het Pinksterfeest vermoordde zij Pinksteren. Het ging in waar beid tegen elke orde. Zij haatte het systeem van Gods geopenbaarde wil. Spr. maakt thans de balans tusschen deze twee op. Priscilla I leeft bij ascese om God te dienen en Zijn M'oord te openbaren. Priscilla II echter, onthouding om ont houding. De lijn voor Pinksteren loopt over Pris cilla I. De tweede kan met haar vingertop pen niet raken aan de eerste. Zij veracht het huwelijk, zooals dit door God is ingesteld. Zvj wacht op Christus, maar haar verwach ting dwingt haar de Kerk los te laten.. Zij komt in een se etc terecht. Zij dweept met een eeuwige zaligheid, doch komt bedro gen uit. Scherp zet spr. in het licht, dat wij in het voetspoor van de eerste Priscilla moeten wandeler:. Dar is dc- weg der Kerk. Lees Openb. 12. Zij leeft bij de Una Sancta. Zij bouwt zonder dat ze het goed. weet, de Kerk op. Priscilla II ziet alleen in Christus komst de Una Sancta. Dit is onkerkelijk en niet in overeenstemming met de Schrift. De lijn over Joel. Handelingen 2, naar deze Kerk, loopt over Priscilla I. Volgt die lijn en ge eaat veilirr. (Daverend applaus). Nadat mej. Torenbeek prof. Schilder bad bedankt zong men gezamenlijk het Bondslied. Voorat zong men de scheidende Presidente Ps. 121 3 toe. Dit was een ont roerend. maar mooi moment. Hierna trad op Ds. Wiersin ga, van Vlissingen. Slotwoord Ds. H. A. Wiersinga. Na hef zingen van het Bondslied werd het slotwoord gesproken door Ds. II. A. M' iersinga, van Vlissingen. Een Fransch spreekwoord zegt: niets triester dan de dag na een feest. Dat i s vaak ook zoo, maar dat komt dan, omdat onze feesten niets in houden, puur- wereldsch zijn. De dag na een feest moet een dag van dank baarheid wezen. Aan de dag na het feest kan men zien wél het feest voor ons geweest Ik noem u een uit do Bij- Ds H. A. Wiersinga bel, die het feest, als het ge weldige voorbij is, blijdschap overhoudt. De kamerling van Candacé, de man uit 't Moo- renland. Op weg van Jeruzalem naar Gaza, als Filippus zich bij hem heeft gevoegd, is i liij' komen té staati in het licht. En dan even' later schijnt dat alles weer voorbij, is Filippus verdwenen, ligt de lange, eenzame woestijnweg voor hem. Toch is cr bij hem nu niet de groote ont nuchtering, is de dag na zijn feest niet ccn trieste dag, maar „hij reisde zijn weg met blijdschap". Omdat 't feest inhoud had, Jezus Chris tus tot inhoud had, daarom was de dag na 't feest: blijdschap. Hoe meer inhoud een feest heeft gehad, hoe meer er van Jezus Christus in is geweest, hoe meer men over houdt. Het einde van een Christelijk feest mèg niet zijn: nu is 't weer voorbij, al dat licht, al die gelegde banden, jammer, weer voor bij. M e moeten overhouden de blijdschap. Straks zijn we allen op den terugweg naar huis. Op dien terugweg zal 't gezien worden wat 't hier vandaag voor u geweest is. Of 't alleen maar wat uitbundige vreug de, wat gcapplaulisccr en goang geweest is, óf dat. ge hier iets ont\angcn hebt, verrijkt zijt geworden. De terugweg hoort er ook hij. Op den terugweg komt hot aan. Als ge dien terug weg reist met blijdschap over alles wat ge hier gehoord cn gezien hebt. dan is het nu niet weej- voorbij, dan werkt het door. Op uw vereenigingen, thuis, in uw leven overal. En dan kunt gij persoonlijk voor deze Bondsdag pas waarlijk met dankgebed ein digen. Nadat, men twee coupletten van Te Deum gezongen had werd deze geestdriftige samen komst gesloten. IN DE ANDERE KERKGEBOUWEN HOFPLEINKERK In de Hofpleinkerk werden de Vergade ringen geleid door dc vice-presidento mej. E. C. V e r s 1 u y s, die de morgen-saincn- konlst op de gebruikelijke wijze opende. Rede Joh. C. Francken. Hierna sprak de heer Joh. C. Francken van Utrecht, over het onderwerp „Waar het hart klopt in ons werk... Het hart klopt as werk als..." Waar het hart klopt in ons werk?... dat is dc vraag naar het centrum va onzen arbeid. Want uit h< hart zijn de uit gangen des vens, ook van de uitgangen van 't leven onzer ver eenigingen. En daan is het hart, do ziel, de centrale gedach te altoos het M'oord van onzen God, dat we bespreken, onderzoeken, zijn consequente toepassing naspeuren om straks in het le ven te mogen staan in de volle wapenrus ting! Het hart klopt in ons werk in de Schrift studie. Spr. zegt dat opzettelijk zoo, omdat we in de groote M.V. niet mogen blijven staan bij Gewijde Geschiedenis; ook al be houden we dien naam, toch moet het ka rakter der behandeling van dit vak ojischui ven naar de idee: Schriftonderzoek. Dat brengt de psychologische gesteldheid van de meisjesziel mee als ze de jaren der kleine M.V. te boven is. Daarvoor is veel studie noodig, daarvoor Ds W. Lindeboom onderzoeken we, biddend om des Gccstes licht, het M'oord en gebruiken dankbaar het werk van Christus' kerk en dat \an zoovele onzer eminente voormannen, in de ontsluiting der Schrift verricht. Hier klopt het hart in ons werk! Zouden onze vereenigingen die plaats aan liet on derzoek der Schrift betwisten, ze zijn ten doodo opgeschreven! Maar liet hart klopt pas echt in ons werk, dat wil zeggen: we zetten er heel onze zu l op, we leggen onze ziel er in. als wc door genade het leven kennen in Jezus Christus! M ant dan pas kunt ge echt U geven nu t heel uw hart aan dit werk, als in U de drang leeft door Gods Geest gewekt, om den I-Ieere te belijden in l:w leven, Zijn Naam eere en glorie toe te brengen door al uw arbeid. Dan klopt het hart in uw werk, ook in uw vereenigingswerk cn ge krijgt het on derzoek der Schrift lief, omdat daar ook klopt het hart van dat werk. Dan geeft ge het boste in U voor het beste, dat cr is en dat eeuwige waarde heeft! 's Middags sprak hier Ds. M'. F. M. L i n- deboom, van Serooskerke .(ML), over het onderwerp; „Blijvende waarden" Spr. wees er op, dat een vergadering als deze voor enkele tientallen van jaren ecu onmogelijkheid zou zijn geweest. Onze meis jes zijn pas in den laatstcn tijd zich bewust ge worden van do noodzakelijkheid van vorming en voorbereiding voor de levens taak, welk ge voelen hoe lan ger hoe meer doorwerkt. Geluk kig zijn ons meis j cs vereenigingen, bij alle overeen komst, die er on- miskentbaar is. geen klcurlooze copie van cit» jongelingsvereeniging geworden, die eigen cachet en karakter missen. De meisjesjaren zijn hoogst belangrijke jaren. Nieb als allo aandacht besteed wordt aan wat verandert of voorbijgaat, maar als daarin gegrepen wordt naar de dingen van blijvende waarde. Wij moeten ons dan niet opsluiten in ccn. huis met blinde muren, zooals vroeger maar al te veel gebeurde; evenmin mogen wij ons zonder meer door onze idealen laten lokken cn leiden, maar wij hebben ons welbewust idealen te kiezen, die wanneer wij ze naja gen geen illusies blijken te zijn, maar stu wende krachten er op berekend om gezet te worden in de werkelijkheid. Dan eerst aan vaarden wij te midden van deze veiwarrenda wereld onze dure roeping- on heilige plicht, omdat wij gelooven in den Christus Gods cn ons den ei.renaam van C'ristin moeten waardig maken en waardig toonen. Gelukkig is'het niet zoo, dat de meisjes jaren daardoor hun bekoring verliezen, in tegendeel, zoo beschouwd worden zij tot wat zij zijn. t'.e gewichtigste van het heclc leven. Daardoor immers worden zij van blijvends waarde, als wij van onze jonge jaren af liet Woord van God aanvaa.rden als riehtenoen voor il onze daden. Wereldveranderingen en aardsohe machten kunnen aan Gods M'oord niet raken, omdat mcnschenhanden tot do hemelep niet kunnen reiken, waar Gods Woord is vastgesteld. Dit leven is het schoonst en het rijkst, waardoor loopt de gouden lijn der genade van dc wieg tot aan het graf. M'anncer die gouden lijn reeds in onze jeugd profeteert \an de Gouden Stad, die éénmaal van den hemel al afda len en waarheen wij van deze aardo zullen ojiklimmcn. waarin wij door Jezus Christus onze eeuwige toekomst zullen vinden. Laat dar.rom dj bezieling, die op deze Bondsvergadering werd gevonden niet zijn gelijk een vlinder, die slechts één dag leeft, maar een kracht, die ons, teruggekeerd in het gewore leven, aandrijft tot gostadigen arbeid tot vermeerdering van onze kennis en verdere bpkwaammaking voor <le taak. die ons wacht. Met Gods hulp hebben w ij ons in liet vereenigingsleven te vormen tot men- schen \an diepe en heilige overtuiging, zoo- dat ons leven gedragen wordt en geleid door blijvende waa,-dnn. Dan vergaderen wij ons geen schatten, die mot en roest verteert, maar de schatten die worden opgegraven uit Gods onfeilbaar Woord. Dan kan weerstand worden geboden aan het lieftallig lachen der wereld en het lieftalig lokkon en lonken dn* zonde. Dan is ons beginsel de vreeze des Hoeren, niet als een ornament, maar als het fundament van ons leven. Met een krachtige op\vekki"g: „Houdt, wat gij hebt, opdat nie mand uwe kruone neme", besloot Spr., zijn rede. IN DE OOSTERKERK Jolu C. Francken Toen wij tussch n de middag, deze c schare meisjes, zoo zagen voortbewegen door Middelburgs straten, rees bij ons de gedachte op, wat erg jammer locli, dat liet hier niet mogelijk was, om allen onder één dak te vereenigen. Wat een enorme kracht zou er van zulk één groote manifestatie uitr gaan! Niet dat de geestdrift cr minder om was. Integendeel. Ook in de Oostkerk heerschte groote geestdrift. Wat de entourage betreft, menen wij, dat de Oostkerk bezoeksters, nosr iels voor had den, boven de bezoeksters der andere kerk gebouwen. Zij warep, in een kerk, die reeds eeuwen geprezen wordt, als een der beroemd ste bouwwerken van Nederland. Zij dateert uit 1647. Het binnenwerk van het rond op gaande dalk der kap, is een meesterstuk dor kunst. Aan deze kerk is een zeer eigenaar dige legende verbonden, doch deze hopen wij later te vertellen. In deze kerk werd d< samenkomst geleld door Me.i B. v. d-JBcrg. Hetzelfde program ma werd afgewerkt als in de andere kerken. Als spreker trad hier 's morgens op Ds. II. Torenbeek, van Irseke, niet het onder werp „Volgen". Rede Ds. H. Torenbeek. De eisch van het volgen, aldus spr., ligt ojigesloten in de schepping naar Gods beeld en kan alleen hieruit recht worden ver klaard. Deze schepping houdt in dot wij hebben een persoonlijkheid die wij ontwik kelen moeten, maar tevens een beperkte persoonlijkheid, die nooit de volkomen zelf standigheid bereikt. Uit dit laatste \loe:t voort dc eisch \an bet \olgen. In verband hiermede worden enkele practischo dingen besproken cn gewezen op de voorwaarden en vruchten hiervan. De middagvergadering werd aangevan gen door het zingen van Psalm CG 1 en 2. Rede Ds. J. Ovexduin. Hierna hield Ds. J. O verduin, van Kampen, een rede o\cr het ondeiweij)- Richting cn beweging". Spr. is gevraagd te spreken over het „Te kort in ons persoonlijk geestelijk leven". Pinksteren geelt ons leiding hierin. Immers Pinksteren is liet feest van: Richting cn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9