N AT IO N A L E
,<kiiOü
BINNENLAND.
Eindelijk had zij rust gevonden!
DINSDAG 22 MEI 1934
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
VOOR VOLKENBOND EN VREDE
KRANSLEGGING BIJ HET STAND
BEELD VAN HUGO DE GROOT
OP IS MEI: VOLKENBONDSDAG.
Te Delft heeft Zaterdag een plechtigheid
plaats gehad, in verband met de viering
\an den lSden Mei, Volkenbondsdag
Goodwill-dag.
Op het stadhuis verzamelden zich des
middags tegen halfdrie een groote kring
leden en genoodigdeii. Onderwijl stroomden
op de vroolijke ionen der muziek van de
corpsen „St. Franciscus", die een rondwan
deling door de straten had gemaakt, en de
Hormoniekapel der Ned. Gist- en Spiritus
fabriek, die op het Marktplein was opge
steld, een groote schare van belangstellen
den samen. De klok van het stadhuis
beierde intusschen vroolijk jubelende klan
ken en wedijverde met de muzikanten om
een feestelijke stemming te wekken.
Burgemeester Van Baren heeft onder
wijl met een kort woord de gasten in de
wethouderskamer het welkom toegeroepen.
Spreker deed uitkomen, dat de menschheid
leeft onder de vigueur van twee geboden:
God liefhebben boven alles en den naaste
lief te hebben als zichzelf. Toegepast op het
werk van den Volkenbond beteekent dit,
dat wij, zeker, nationaal mogen voelen en
pogingen doen tot zelfhandhaving, maar
daarnaast moet ook een erkenning worden
gevonden van de rechten der volken rond
om.
De heer H. C. G. J. v. d. Mand ere,
«eer. van de Vereen, voor Volkenbond en
Vrede te 's-Gravenhage, hoopte, dat de re
stauratie te Delft van Kerk en Stadhuis
een beeld mocht geven van een restauratie
ook van den Volkenbond, om dezen nieuwen
luister bij te zetten.
Hierna begaven allen zich naar buiten.
Op het Marktplein was een groot carré gc-
vormd door het saamgestroomde publiek.
Aan den voet van het standbeeld van Hu-
go Grotius verhief zich een spreekgestoelte
en daaromheen zat de reeds genoemde Har
moniekapel.
Eerste spreker was de heer P. I nt v e 1 d,
voorz. van de Delftsche afd. van Volken
bond en Vrede. Deze heeft met enkele woor
den uiteengezet wat te gebeuren stond en
tevens sprekers en hoorders een welkom
toegeroepen.
Dr. F. M..Wibaut, hierna het spreek
gestoelte beklimmend, deed een somber ge
luid hooren. Op de noodzakelijkheid van
oorlog wordt volgens spr. allerwege gere
kend. Een der oorzaken van deze stemming
ligt voor een deel in den Volkenbond. In-
plaats van samenwerking is een economi
sche oorlog ontstaan.
Gewezen wordt op de vooruitgang der
productie en hoe door rechtmatige verdee
ling de verhouding tusschen de volken kan
verbeteren.
Het zijn geem droomers, die dat als mo
gelijkheid schetsen, 't is thans uitvoerbaar
en bereikbaar. Eerste eisch is daarbij sa
menwerking tusschen de volken. Om daar
toe te geraken is het dat wij op dezen Vol
kenbondsdag eischen: „peen oorlog meer!"
Wie den oorlog wil vermijden, mag niet
tekenen met de mogelijkheid van een on
afwendbare noodzakelijkheid dat ze komt.
Als tweede spreker voerde het woord de
heer Th. F. M. Schaepman, lid der
Tweede Kamer. Deze heeft, handelend over
het werk van Hugo de Groot, gewezen op
den invloed daarvan op het volkenrecht In
zijn boek „De jure belle et pacts", vertaald
en in vele talen herdrukt, wordt uiteenge
zet wat de oorlog is, of die rechtvaardig
Kan zijn en zoo ja, wie gerechtigd is oorlog
te voeren.
Verder wordt er in beschreven de oorlog
ën hoe deze ontstaat, terwijl mede behan
deld wordt de oorlog in zijn wezen. Men
moet bewondering hebben voor den man die
oorlog slechts recht van bestaan gaf als
exeeutiemiddel tegen niet goedwillende
staten.
De 18e en 19e eeuw waren weinig ge
schikt voor toepassing, doch de gedachten
bleven leven. Helaas wordt ook het bekrom
pen egoïsme nog gevonden waartegen Hugo
de Groot zich voortdurend in zijn bock
keert Men proeft uit zijn werken den paci
fist. Mogende ontwikkeling zijner gedachten
zoo besluit spreker, leiden tot navolging.
Dat kan slechts strekken tot heil der vol
keren cn zal de grootste hulde zijn aan de
zen grooten Nederlander.
Mr. H. B ij 1 e v e 1 d, vervolgens 't woord
verkrijgende, erkende als juist, liet beeld
dat Dr. Wibaut van onzen tijd had gegeven.
Donkere slagschaduwen bedreigen het le
ven en velen zien geen uitweg meer. Naar
veler oordeel dreigt er effectief oorlogsge
vaar, binnen niet langen tijd en dat is be
nauwend en tot wanhoop voerend. Conclu
sie is, dat de hoop, die uitsluitend op men-
schenwerk is gericht, weer een geduchten
knauw heeft gekregen. Er is echter, God zij
dank, een hoop, die andere perspectieven
biedt een hoop die niet beschaamt. Indien
wij het objectieve recht Gods eerbiedigen,
dan mogen wij hopen dat. dit recht nog zijn
verwezelijking kan vinden. Dan erkennen
wij dat boven macht staat het recht.
Onder de middelen neemt de Volkenbond
een plaats in, ondanks fouten in grondslag
en toepassing Met klem wekte spreker op
dit werk te steunen.
Wat doen wij Nederlanders, laten wij dit
werk maar liggen? Voelen wij de plicht
van Godswege zijn licht te doen doorstra
len? Donker is het als wij de realiteit van
het leven zien. Dankbaar mogen wij nog
zijn voor hetgeen God schonk. Hij geeft ons
iets te doen om het recht, dat Zijn recht is,
te bevorderen.
Er ga, zoo eindigt Mr. Bijleveld zijn gloed
vol woord, dezen dag een eed van trouw
op, van vernieuwde en verdubbelde actie
voor dezen arbeid.
Door Mr. B. C. J. Loder, oud-president
van het Hof van Internationale Justitie van
den Volkenbond, is tenslotte de kransleg-
ging verzorgd. Vooraf heeft spreker herin
nerd aan de geboorte van den Volkenbond,
herinnerd aan het onsterfelijk werk van
Hugo de Groot, wat de leidraad is in het
Volkenrecht. Mr. Loder memoreert hoe in!
1920 de 10 juristen, die de grondslag voor
het vredeswerk hebben gelegd, met hoon
werden begroet, doch hoe de kentering is
gekomen. Spreker eindigt met de opmer
king: Hugo de Groot is niet dood, maar hij
leeft, zooals dooden leven in onze herinne
ring en in onzen trouw. Hierna wordt aan
het standbeeld van den grooten vredes-apos
tel een krans gehecht van groene bladeren,
doorvlochten met een paars-blauw en wit
gestreept lint
De plechtigheid, die voortdurend door
toepasselijke muziek van de Harmonieka
pel werd afgewisseld, is tenslotte door den.
heer P. Intveld met een kort slotwoord ge
ëindigd.
OFFICIEELE BERICHTEN
VLIEGDIENST
Bij beschikking van den minister va
Defensie is de officier-vlieger der 2e kl. jl
P. J. Elias, dienende bij het vliegkamp De
Kooy, ter beschikking gestald.
Gedep. Staten van Zuid-Holland stellen
voor tot een bedrag van f 20.000 deel te
men in hel waarborgfonds voor de in 1935,
te Hpemstede te houden intern, voorjaars-
bloementontoonstelling, uitgaande van de
Alg. Vereenjging voor Bloembollencultuur te
Haarlem,
Van den Bondsdaa der Oud-Geref. Jongeling s ver eenigingen in Duitschland qaven wij
voriqe week verslag. Hierboven een toto van de deelnemers aan deze goed geslaagde
samenkomst. Op de voorste rij (X) de Bondsvoorzitter Pastor Mensink, meer links Ds b\
Dresselhuis van Oldeboorn en Ds G. Diemer van Scheemda,
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Wij ontvingen een zeer uitvoerige nota
van liet Zeeuwsch-Vlaamsch Kanalen-i
niité omtrent de urgente behoefte aan v
sterking van het Nederlandsche economi
sche leven in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het volgende mogen wij er aan ontleenen.
In het Oosten en langs de Zuidgrens van
Zeeuwsch-Vlaanderen, aldus de nota, liggen
de gemeenten met de grootste bevolkings
achteruitgang en het grootste vertrekover-
schot, welke zich het meest onredelijk ver
houden tot het aantal geboorten.
Het is de streek, die in de historie door
vaarwaters verbonden is geweest met Ber
gen op Zoom en Gent Met de verdwijning
van de vaarwaters naar Holland, overig Zee
land, Brabant en Vlaanderen zijn de steden
Hulst en Axel in verval geraakt en in hun
verkeersisolement ten opzichte van overig
Nederland geraakt. Het gewest is sedertdien
niet in staat gebleken aan een zeer beschei
den aantal menschen een levensonderhoud
te verschaffen en oriënteert zich (bovendien
steeds meer op België.
Dit blijkt uit het feit, dat 40 procent der
grondeigenaren Belgen zijn en dat men
sinds korten tijd door de Antwerpsche tun
nel van uit het eene deel des lands het an
dere het gemakkelijkst bereiken kan via
het grondgebied van een vreemde staat.
Sedert het ontstaan van het kanaal Gent-
Terneuzeh heeft Terneuzen zich in een eeuw
tijds van onbeteekenend vestingstadje tot
de belangrijkste gemeente van Zeeuwsch-
Vlaanderen onwikkeld. Langs het kanaal
heeft zich geleidelijk een grootendeels bul
ten landsche industrie gevestigd.
De Belgische spoorlijn van Terneuzen naar
Gent bevorderde het totstandkomen
scheepvaartlijnen op Terneuzen, alsook de
oprichting van de N.V. Stoomtram Hulst-
Walsoorden.
Door de tarieven op deze spoorwegen wordt.
Terneuzen in zijn economische ontwikkeling
belemmerd.
Hoezeer in Zeeuwsch-Vlaanderen ook de
tramwegen onder buitenlandsche invloed
staan blijkt uit de benoeming van den Bel
gischen minister Lippens tot president-com
missaris van de twee belangrijkste onder
nemingen in het gewest.
Daarbij komt, dat de algemeene maatre
gelen, die de Nederlandsche regeering in de
laatste tientallen van jaren nam tegen de
ontvolking van het platteland, in Zeeuwsch-
Vlaanderen vrijwel zonder resultaat zijn
gebleven.
De actie van het Zeeuwsch-Vlaamsche
kanalen-comité wil daarom streven naar de
nationale versterking van het Nederland
sche randgebied beneden de Westerschelde.
Het comité propageert een groote, gezonde
en nationale gedachte. Daarbij wordt het
bekende plan-Bongaerts uiteengezet om te
komen tot een kanaal SluiskilHulst
Graauw met een veerverbinding voor snel
verkeer nabij Graauw met de Brabantsche
wal, na inpoldering van het ondergeloopen
land van Saaftingé. Op deze wijze zou
Zeeuwsch-Vlaanderen tot een sprekend be
standdeel van het Nederlandsche economi
sche leven gemaakt worden, zooals vroeger
met Zuid-Limburg is geschied.
BESMETTINGSGEVAAR
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp be
scherming van leerlingen tegen de gevol
gen van besmettelijke ziekten van perso
neel aan inrichtingen van onderwijs.
Hieraan wordt ontleend, dat men vrij
algemeen het streven der regeering toe
juichte, om door wettelijke maatregelen
leerlingen van onderwijsinrichtingen tegen
het gevaar van besmetting met tuberculose
door leden van het schoolpersoneel zooveel
mogelijk te beschermen.
Vele leden achtten evenwel de geboden
bescherming onvoldoende.
Zij gevoelden het als een ernstige leemte,
dat het ontwerp geen maatregelen bevat
ter bestrijding van het infectiegevaar door
leerlingen onderling.
Een aantal leden wilde de werking van
de wet nog verder uitbreiden. Zij zouden de
hier bedoelde verklaring ook willen eischen
van hen, die als leerling wenschen te woiv
den toegelaten tot een kweekschool voor
onderwijzers.
Voorts betreurden vele leden, dat de re
geering niet periodieke keuring van perso
neel aan onderwijsinrichtingen voorschrijft
Aangenomen, dat het aantal personen, op
wie het wetsontwerp betrekking heeft, rond
75.000 zou bedragen, meenden enkelen dezer
leden, dat de kosten van periodieke twee-
jaarlijksche keuring, met inbegrip van die
voor de verplaatsing naar de consultatie-
ROFFELRIJMEN.
Het pakje
Er wordt gebeld. Een arme man.
De zevende vanmorgen.
Hij vraagt mevrouw een oogenblik
Voor zijn bizondre zorgen:
Hij heeft een goede kans op werk,
Maar, in z'n oude kleeren,
De beste die hij heeft, durft hij
Zich niet te presenteeren.
Hij durft het haast niet vragen, maar
Misschien mocht er iets hangen
Dat men kan missen, en allicht
Voldoet aan zijn verlangen...
Mevrouw bekijkt den man, en denkt
Zooals we telkens denken:
Je kunt helaas die menschen niet
Teveel vertrouwen schenken.
Toch gaat ze, zoekt ze, en ze vindt
Een vrij behoorlijk pakje;
Ze snuffelt alle zakken na,
Tot het horlogezakje,
En zegt: „Het is niet veel, maar ja...*
De man is diep bewogen,
Hij dankt mevrouwtje, zeer beleefd,
Met tranen in z'n oogen...
Zes weken later. Avond is 't.
De bel. Mevrouw naar voren.
Daar is „de man", het pakje an,
En keurigjes geschoren.
„Mevrouw, u kent me wel?" zegt hij
Een weinigje verlegen,
„Ik kom u es bedanken, want
Ik heb dat werk gekregen.
Dat dank ik aan het mooie pak
Dat u mij hebt geschonken:
Ik was weer mènsch in dat costuuml'
Z'n blije oogen blonken...
Weg is de man. Stil blijft mevrouw
Naar een lantaren staren...
Ik wist niet, denkt ze, dat er ook
Nog zulke menschen waren!
(Nadruk verboden.)
LEO LENS.
bureaux van de te onderzoeken personen en
de onderzoekers, het bedrag van f 100.000
per jaar niet zouden overschrijden.
Enkele leden stonden afwijzend tegenover
de geheele strekking van het wetsontwerp.
Hi. moet deze regeering zich hoofdzakelijk
bezuiniging tot taak stellen en niet nieuwe
onderwerpen gaan regelen, die jaarlijks gel
delijke lasten met zich gaan brengen. Ook
achtten zij het wetsontwerp overbodig, daar
de statistieken duidelijk wijzen op een regel
matige, snelle daling van het tuberculose-
gevaar. Voorts zagen zij in de ontworpen
maatregel een eerste stap naar een onduld
bare reglementeering.
Verscheiden leden meenden, dat dit wets
ontwerp ten onrechte ingrijpt in de privaat
rechtelijke betrekkingen tusschen werkge
ver en onderwijzer of leeraar.
Of een lid van het personeel, dat niet
meer in de school mag worden toegelaten,
ontslagen zal worden, is een zaak, die hem
en zijn werkgever aangaat Ook is het on
juist, dén werkgever zonder meer de ver
plichting op te leggen, aan een lid van het
personeel verlof tot herstel en bezoldiging
te geven.
Te dezer aanzien zullen eerst regelingen
getroffen moeten worden.
Bij artikel 10 hadden vele leden er over
wegend bezwaar tegen, dat een inrichting
van onderwijs zonder vorm van proces en
zonder recht van beroep kan worden geslo
ten. Zij zouden het beter achten, indien werd
bepaald, dat de minister, na het bestuur
eener inrichting van onderwijs te hebben
gehoord, deze wegens onvoldoende medewer
king voorloopig kan doen sluiten, waarna
het bestuur der inrichting beroep heeft op
de Kroon en deze, gehoord den Raad van
State, beslist.
Bij artikel 11 vonden vele leden het niet
juist, dat in bepaalde gevallen het hoofd
of plaatsvervangend hoofd strafbaar wordt
gesteld Het gaat hier niet om de toelating
van leerlingen, maar onder meer om die
van een onderwijzer. De eindbeslissing hier
in berust niet bij het hoofd, maar bij het
school- en gemeentebestuur.
WOENSDAG 23 MEI
HUIZEN 1875 M.
NED. CHR. RADIO-VEREENIGING
8.008.15 Schriftlezing eti meditatie,
S.15—9,30 Morgenconcert. (Gram.muziek).
10.3011.00 Morgendienst door Ds. H. v.
d. Elskamp.
11.0012.00 Liederenrecita! door Miep
Beuming. sopraan. A. d. vleugel; Bruno
12.0012.15 n.m. Politieberichten.
12.1512.30 n.m. Gramofooomuziek.
12.30—2.00 n.m. Middagconcert door een
Kwintet, o.l.v. Piet v. d. Hurk.
2.002.30 n.m. Symphonie-orkest van Chi
cago o.l.v. Frederick Stock, speelt- Sym-
phonie no. 1, Schumann. (Gram.muziek).
2.30—3.00 n.m. Praatje voor jeugdige post
zegelverzamelaars. „De zegels van Honga
rije in verband met de geschiedenis van
het land", door Ds. W. A. Dekker.
3.00—3.45 n.m. Populaire bespeling van het
studio-orgel door L. Blaauw.
3.454.00 n.m. Verzorging zender.
4.00—5.00 n-m. Concert. Siegfried Bahler,
viool. Mej. Bep Bos Janszen. cello. Mevr.
Truus Bahler—Rieuwerts, piano.
5.006.00 n.m. Kinderuurtje door J. Koo-
man. Zang: mej. M. Evenblij. Pianobegelei
ding: mej. G. Koeman. 1. Een praatje voor
af. 2. Zingen; God is groot. 3. Vertelling
uit den Bijbelc „De Schepping". 4. Zingen:
Gij hebt mij liefgehad. 5. Vertelling: „De
Ekster". 6. Zingen: Het Wekkertje. 7. Zin
gen: Wim's paardjes. 8. Nog een vertelling.
9. Zingen: Vogelvlucht.
6.00—6.30 n.m. Grifformeard Frysk Sél-
skip. Declamatie door mevr. F. Postma—i
Meinema. Gedichten van A. M. Wybenga:
1. Frijsldn. 2. Pinkster. 3. Mem en Bern. 4.
Bitrou dyn leed by minsken net. 5. Siz, wit
jim it wird/? 6. De sinne sjongt. 7. Hüs by
jountyl. 8. Myn doarpke lyts. 9. Maityd
yn FrijslSn.
630—7.00 Onderwijsfonds voor de Binnen-
7.00—±7.15 njn. Politieberichten en pers
berichten van het Ned. Chr. Persbureau.
±7.15 —7.30 n.m. Gramofoonmuziek, of
„Een greep uit het dagekjksch gebeuren".
7.308.00 nm. Landbouwhalfuurtje. „Melk
en melkbehandeling op de boerderij" door
R. J. van Lente.
8.00—10.00 n.m. Uitzending voor het Bij
belsch Museum. 1. Gramofoonplaat. 2. Rede
van Jhr. M. C. T. van Lennep: „Het ont
staan van het Bijbelsch Museum". 3. Zang
van mevr. Corry Thoolen—van Hoogen-
huyze: „Vater im Himmel", aria uit „Judas
Maccabaus", Handel. 4. Rede van Prof. Dr.
F. M. Th. Böhl: „De beteekenis van de ar
cheologie van het Bijbelsch onderzoek" (le
deel). 5. Zang: a. Der 131ste Psalm: „Su
per flumina Babylonis", Dachstein. b. Die
alte schone Sequentia: „Veni Sancte Spiri
tus", Comer. 6. Rede van Dr. W. G. Har-
renstein: „De roep uit den voorhof". 7.
Zang: Psalm 19 en Gezang 152, melodie J,
S. Bach. Rede van Prof. Dr. F. M. Th.
Böbl (2e gedeelte). 9. Gramofoonplaat. 10.
Rede van Ds. J. H. F. Remme: „Van de
Ark des Verbonds tot den troon der ge
nade". 11. Zang: „Een lied voor mijn Ko
ning", naar J- S. Bach. 12. Gramofoonplaat.
13. Rede van Jac. van Voorst: „Hoe de
geestelijke waarde bij een rondgang door
het Bijbelsch Museum tot uiting komt". 14.
Gramofoonplaat.
10.00-10.00 n.m. Var Dias.
10.10—1130 n.m. Gramofoonpla ten.
HILVERSUM 301.5 M.
VAJÏJL
8.00 Gramofoonmuziek.
9.00 Kleiik-VARA-ensemble o.l.v. Frits Ba-
kels.
9.30 Onze keuken door P. J. Kers Jr.
VJLRJL
10.15 Uitzending voor de arbeiders In de
continubedrijven. „Het Offer", Gustave Gef
froy, vertaald en voor te dragen door Ro-
lien Numan. Klein-VARA-ensemble o.l.v.
Fnts Bakels.
12.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins,
2.00 n.m. Verzorging zender.
2.15 n.m. VARA-knipcursus door mevr.
van Blankenvan Kuyk.
3.00 n.m. Voor de kinderen m.m.v. VARA-
tooneel o.l.v. Willem van Cappellen; Mein»
dert Sonnema, viool; Harry Wiggelaar,
piano: Oom Henk, vraaguurtje; voorts: gra
mofoonmuziek. De 11-jarige violist Mein
dert Sonnema speelt met pianobegeleiding
van Harry Wiggelaar. VARA-tooneeli j
„Het tooverstafje en Jasper, de Neger", i
een kinderhoorspel, door Frank van Duia,
530 n.m. Gramofoonmuziek.
6.00 n.m. Overgang naar den versterkten
zender.
6.05 n.m. Gramofoonmuziek.
6.30 n.m. De Flierefluiters o.l.v. Jan van
der Horst.
7.00 n.m. Sportuitzending. „De strijd om
het wereldkampioenschap schaken. Dr. Al-
jechin—Bogoljubow". III. Causerie door Dr,
Max Euwe.
7.20 n.m. VARA-Orkest o.l.v. Ernst Ewald j
Gebert, m.m.v. Reinier Bresser, cello.
8.00 n.m. Herhaling S.O.S.-berichten, Vaz
Dias en Varia.
8.15 nn. Aan den vooravond van Rome.
Sportcauserie door Jorinus van den Berg.
835 n.m. VARA-orkest o.l.v. Ernst Ewald
Gebert
930 n.m. Brand in „De Jonge Jan".
Transformatie-schets in één bedrijf van Her
man Heyermans.
10.3010.45 n.m. Gramofoonmuziek.
10.45 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de
11.30 njn. Gramofoonmuziek,
12.00 Sluting.
BUITENLAND
3.50 n.m. Daveatry 1500 M.: Concert uit
Bournemouth. 9.55 n.m. Symphonie-coo-
cert, m.m.v. den pianist Franz Osborn. (Mo
zart, Franck, Bridge, Dvorak).
555 n.m. Bratislava 298.8 M.: Variations
symphoniques, voor cello en piano, Boëli»
6J0n.m. Bnuwl (Framdi) 4S3.9 Mj „La
radiophocie en Europe. En Allemagne". j
730 n.m. München 405.4 M.t „Der Herr I
van Malepartus, Reinaert de Vos, voor den j
omroep bewerkt.
7.45 n.m. Bratislava 298.8 M.t Concert,
(O.m. Vioolconcert van Brahms).
8.22 nun. Warschau 1411 M.: „Manoa"%
opera van Massenet.
8.30 nm. Parijs (Poste Parisien) 328.2 M4
,Xa Belle Hélène", van Offenbach.
8.50 n.m. Koningsbergen 291 Concert
met Eva Liebenberg, alt
9.05 n.m. Parijs (Radio) 1648.4 M.i Sym-
phonie-concert o.l.v. Dr. Injjhelbrecht. (Beet
hoven, Samazeuilh, Liszt en d'Indy).
10.05 n.m. Monte Ceneri 257.1 M.: „Paljas",
opera van Leoncavallo.
11.05 nm. Boedapest 549.5 M.: Concert,
(Mozart, Schubert en Haydn).
11.20 n.m. Frankfort 251 M.: Tweede piano
concert en vierde symphonie van Beethoven
11.20 n.m. Hamburg 331.9 I. Ged. uit
„Familie Gozzi", van Wilhelm Kempff.
(I. Symphonie „Mathis, der Maler", van
Paul Hindemith.
MAATREGELEN
TEGEN LINTBEBOUWING
Gedep. Staten van Zuid-Holland hebben
een reglement bij de Prov. Staten aanhangig
gemaakt tegen de lintbebouwing langs pro
vinciale wegen.
De overweging, waarop het voorstel berust
is, dat regelen gesteld behooren te worden,
waardoor gewaarborgd wordt, dat de op het
Provinciaal Wegenplan voorkomende wegen
ook in de toekomst aan redelijke eischen
van het verkeer zullen blijven voldoen. Met
het oog hierop moet het noodzakelijk worden
geacht, dat bebouwing onmiddellijk langs
vorenbedoelde wegen in het algemeen, be
houdens vergunning van Gedep. Staten, ver
boden wordt en dat voorts de mogelijkheid
geopend wordt om langs de daarvoor in aan I
merking komende wegen bebouwing over
een breedere strook, behoudens vergunning,
tegen te gaan. indien de belangen van heC
verkeer dit eischen.
POSTZEGELS T.B.C.-BESTRIJDING
In den nazomer van dit jaar zullen bijzon-
dere postzegels met toeslag worden uitgege
ven ten bate van de verpleging van onver
mogende tuberculose-lijders.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
Keith Walden vroeg niet meer; hij over
legde bij zichzelven: Jeanne was dus nog
rijk. terwijl hij niet meer behoeftig was.
Zou dit een ander „plan" van M.ss de
Roseville zijn geweest, om hen tot elkaar te
brengen? Op dat oogenblik zou hij onmo
gelijk kunnen gezegd hebben, of^ die ge
dachte hem (welkom was of niet."
Kortl daarna nam hij afscheid van Mr.
Richardson. Op het laatst vroeg Keith nog:
zou hij soms het adres van Miss Landon
kunnen krijgen? Maar dit verzoek weigerde
de zaakwaarnemer beleefd; hij was er zeker
op voorbereid geweest.
Terwijl de trein hem naar Suttonthorpe
terugbracht, dacht Kcith weinig aan zijn
erfenis, maar veel aan de vrouw, die het
hem echter duidelijk had gemaakt, dat zij
geen deel wilde hebben in zijn lot Met
onbeschrijfelijke teleurstelling besefte hij
dus, dat Jeanne hem niet vergeven had cn
dat zij wenschte, dat zij in de toekomst
.Vreemden zouden blijven.
In den herfst hadden de Waldens al hun
Intrek genomen op den Hall. Het overgaan
was heel gemakkelijk geweest, want Miss
de Roseville had alles precies zoo gelaten
Om Kerstmis waren de buren eenigszins
bekomen van hun verrassing en de Wal
dens zeiven waren nu ook gaan begrijpen
dat hun tegenwoordig leven werkelijkheid
was en geen droom! En de voorspoed be
dierf hen niet: ze bleven even eenvoudig,
ofschoon hun opvoeding meebracht, dat zij
zich volstrekt niet misplaatst voelden in
hun nieuwe omgeving.
Lance was naar Oxford en Fulke en Gil
waren op King Henry's School. Winnie was
naar een goede kostschool gestuurd en voor
Lallie was een interne gouvernante aan
genomen, een zeer bekwame jonge dame,
die ook Esmay kon helpen met haar mu
ziek en andere studie, die zij door gebr?k
aan tijd wel wat had moeten verwaarloozen.
Nog was Keith niet rijk te noemen en hij
wist, dat de jongens hem jarenlang zeer
veel zouden kosten; dus kon hij het vol
strekt niet „over den balk gooien", ofschoon
dit ook geenszins zijn aard was.
Hij had zelve Suttonthome beheerd tol
het. voorjaar en had toen geen moeite ge
had, om het te verhuren. Onder degenen,
die zich daarvoor aanmeldden, was ook
geweest: *Heber Scott. Miss de Rosevil'e
had hem zijn ontslag gegeven zonder getuig
schrift, kort nadat zij hem al een gedeelte
van het beheer van zijn rentmeesterschap
had ontnomen door rechtstreeks de zaken
van Suttonthorpe met Keith te behandelen
Ze had hem laten roepen gedurende den
Kersttijd, dien zij op Walden Hnll door
bracht, en had hem toen meegedeeld, dat
zij een onderzoek had ingesteld naar do
beschuldiging, die tegen hem was inge
bracht. en die zij bevestigd had bevonden
Dit was nu een jaar geleden en Scott had
sinds dien niet meer gewerkt, maar was
in allerlei slechte gewoonten vervallen, die
dan ook wel degelijk haar sporen hadden
achtergelaten op zijn uiterlijk, zoodat hij
nog slechts een wrak was van hetgeen hij.
placht te zijn.
Zwijgend had hij de weigering van Keith
aangehoord, om hem Suttonthorpe te ver
huren en toen hij daarna nog even roerloos
bleef staan, vroeg Keith hem, hoe hij er
eigenlijk toe gekomen was, om zich hier
voor candidaat te stellen.
„Je kent mijn opinie, Scott. Had je ooit
een ander antwoord verwacht?"
„Ja, zeker. Ik dacht, d# je zóó tenminste
weer eenigszins had willen goed maken,
dat je mij uit mijn betrekking hebt ver
jaagd. Want ik weet dat het geheel je
schuld is; niemand andera had zoo Iets
durven zeggen en Miss de Roseville is nooit
meer dezelfde geweest, sinds jij op dien
dag met haar gesproken had."
„Daar vergis je je toch in! Miss de Rose
ville heeft op zichzelve onderzoek gedaan.
Door eigen wangedrag heb je de betrekking
verloren en dat weet je ook zéér goed!"
Scott ontkende dit niet, maar zou het nu
nog eens over een anderen boeg wenden.
„Nu je zelve Jzoo gelukkig bent. geweest,
dacht ik, dat je eerder geneigd zoudt zijn.
eens een ander te helpen, die niet zoo voor
spoedig was. Ik heb nu in geen jaar iets
te doen gehad en mijn vrouw tobt er ook
zoo over."
Ik wilde, dat ik ie helpen kon, Scott.
of liever, dat je hulp waard was. Maat: je
drinkt en verspeelt alles. En je vrouw,
nu. daar schijn je je anders ook niet. al te
veel .van aan te trekken! Er zijn toch neg
zooveel kleinere boerderijen dan Sutton
thorpe, die je best alleen zoudt kunnen be-
heeren. Wil je er daar een van hebben, dan
zal ik er je bij helpen, zooveel als ik kan."
„Ik ben zelf geen boer" zei Scott verach
telijk. „Ik zou niet met mijn handen kun
nen werken."
„Ik heb jaren lang met de handen ge
werkt en ik ben er niets minder op gewor
den. Probeer het ook eens. Niets zal ie beter
van je slechte gewoonten afhelpen en is
gezonder voor het lichaam dan hard
werken."
„Ik ben niet hier gekomen, om een preek
aan te hooren! Was ik dan maar liever weg
gebleven! Ik heb Alice wel gezegd, dat hat
niets geven zou, of ik bij je aanklopte, maar
zij meende, dat je het misschien zoudt doen
om der wille van Miss Landon."
Dit zeggende, keerde hij zich om en wilde
gaan, maar op gebiedenden toon riep Keith
hem terug.
„Mijn vrouw was kamenier bij Miss de
Roseville en zij hield heel veel van het
nichtje, Zuster Jeanne, zooals zij haar
noemden, eer zij op den Hall kwam. Ik was
nu niet zoozeer op haar gesteld, want zij
deed haar best, om Alice tegen mij op te
stoken. „Geef hem op", had zij gezegd. „Je
zult er nog spijt van hebben, als je mrt
hem trouwt, want het is een slecht mensch
dit zegt Mr. Walden. Zij hield ook veel
van haar en is later heel vriendelijk voor
haar geweest, dat moet ik erkennen. Ze
heeft haar met Kerstmis haar goed achter-
Da gestuurd, anders had Alice het zeker
nooi. gekregen, want ik had haar overge
haald, om er stilletjes met mij vandoor te
gaan, iets dat de oude dame haar ncoit
vergeven heeft."
„Wat heeft dit alles met mij uit te staan?'
„Niet veel! Alice heeft Miss Landon ee
schreven, of zij ook soms tusschenbeide
wilde komen, dat ik Suttonthorpe kreeg,
maar dit weigerde zij. Alice heeft mij al
een heelen tijd geleden verteld, dat jullie
liefde voor elkaar voelde, maar dit was mij
geen nieuws meer: ik had je al gezien, toen
zij op Suttonthorpe was. Ze deed toen ham-
best, om je te vangen, maar je bent wel zoo
verstandig geweest, om haar los te laten,
toen je dit goed kreeg."
Verschrikt deinsde hij achteruit, want
Keith trad op hem toe met gebalde vuisten
en vlammende oogen.
„Ga!" zei hij heesch, „ellendeling!
ééns heb ik je afgerost; moet ik het nu
wéér doen?"
Scott sloop weg, maar tusschen de tanden
mompelde hij:
„Ik zal wel met hem afrekenen! Wacht
maar! Voor het oogenblik heeft hij tenmin
ste wat om over te denken."
En dit was ook zoo. Gedurende 'de rest
van den dag was zijn „hartzeer", zooals
hij dit zolve tot Jeanne had genoemd,
weer des te levendiger opgewekt. Hij was
nu al acht maanden eigenaar van Walden
Hall en gedurende al dien tijd bad hij niets
van haar gehoord.
Na een slapeloozen nacht ging hij dien
volgenden dag Mr Richardson opzoeken op
diens kantoor in Londen; echter met geener
lei resultaat.
„Marianne", zii 'de zaakwaarnemer dien
avond tegen zijn lief, goedig vrouwtje, „ik
heb vandaag Keith Walden bij mij gehad."
„Waarom heb je niet ite luchen ge
vraagd? Ik mag hem zoo graag en hij komt
maar zoo zelden in Londen!"
•■Ik heb hem ook genoodigd, lieve kind.
maar hij is zeker met den eenen trein ge
komen en met den volgenden weer gegaan.
Een heel vergeefsche tocht voor hem'.'
„Hoe bedoel je dat, George?"
Over het geheel vertelde Mr. Richardson
zijn vrouw maar heel weinig van zijn zuken
maar van het romantische daarin sprak hij
af en toe wel eens met haar. omdat zij
daarop zooals hij al meer ondervonden
had, een beter blik had dan hij.
Keith Walden had een paar maal bij hen
gedineerd en zij hadden een weekeind door
gebracht op Walden Hall; dus was het wat
meer dan een zakenrelatie geworden tus
schen beide families.
„Hij verzocht jnij, hem het adres te geven
van Miss Landon. Hij scheen er zoo zeer
op gesteld, dat ik meelij met hem had en
het hem zeker had gegeven als ik het maar
wist."
„Weet je het dan niet?"
„Wel neen. hoe zou dat nu kunnen? Ik
heb haar niet gezien, sinds ze den laatstcn
Juli bij mij op het kantoor is geweest en mij
liet beloven, om niet te vertellen, waar zij
was. Ik moest zelve haar adres nog weten,
zoolang de zaken nog niet afgewikkeld
waren; maar zij logeerde toen in een ho'el
en heeft wel gezorgd, dat ik sinds dien haar
adres niet meer wist. Er is iets geheim
zinnigs met die twee."
,Dat heb je toen al gezegd."
(Wordt vervolgd.)