N AT IO N A L E ,<kiiOü BINNENLAND. Eindelijk had zij rust gevonden! DINSDAG 22 MEI 1934 LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam VOOR VOLKENBOND EN VREDE KRANSLEGGING BIJ HET STAND BEELD VAN HUGO DE GROOT OP IS MEI: VOLKENBONDSDAG. Te Delft heeft Zaterdag een plechtigheid plaats gehad, in verband met de viering \an den lSden Mei, Volkenbondsdag Goodwill-dag. Op het stadhuis verzamelden zich des middags tegen halfdrie een groote kring leden en genoodigdeii. Onderwijl stroomden op de vroolijke ionen der muziek van de corpsen „St. Franciscus", die een rondwan deling door de straten had gemaakt, en de Hormoniekapel der Ned. Gist- en Spiritus fabriek, die op het Marktplein was opge steld, een groote schare van belangstellen den samen. De klok van het stadhuis beierde intusschen vroolijk jubelende klan ken en wedijverde met de muzikanten om een feestelijke stemming te wekken. Burgemeester Van Baren heeft onder wijl met een kort woord de gasten in de wethouderskamer het welkom toegeroepen. Spreker deed uitkomen, dat de menschheid leeft onder de vigueur van twee geboden: God liefhebben boven alles en den naaste lief te hebben als zichzelf. Toegepast op het werk van den Volkenbond beteekent dit, dat wij, zeker, nationaal mogen voelen en pogingen doen tot zelfhandhaving, maar daarnaast moet ook een erkenning worden gevonden van de rechten der volken rond om. De heer H. C. G. J. v. d. Mand ere, «eer. van de Vereen, voor Volkenbond en Vrede te 's-Gravenhage, hoopte, dat de re stauratie te Delft van Kerk en Stadhuis een beeld mocht geven van een restauratie ook van den Volkenbond, om dezen nieuwen luister bij te zetten. Hierna begaven allen zich naar buiten. Op het Marktplein was een groot carré gc- vormd door het saamgestroomde publiek. Aan den voet van het standbeeld van Hu- go Grotius verhief zich een spreekgestoelte en daaromheen zat de reeds genoemde Har moniekapel. Eerste spreker was de heer P. I nt v e 1 d, voorz. van de Delftsche afd. van Volken bond en Vrede. Deze heeft met enkele woor den uiteengezet wat te gebeuren stond en tevens sprekers en hoorders een welkom toegeroepen. Dr. F. M..Wibaut, hierna het spreek gestoelte beklimmend, deed een somber ge luid hooren. Op de noodzakelijkheid van oorlog wordt volgens spr. allerwege gere kend. Een der oorzaken van deze stemming ligt voor een deel in den Volkenbond. In- plaats van samenwerking is een economi sche oorlog ontstaan. Gewezen wordt op de vooruitgang der productie en hoe door rechtmatige verdee ling de verhouding tusschen de volken kan verbeteren. Het zijn geem droomers, die dat als mo gelijkheid schetsen, 't is thans uitvoerbaar en bereikbaar. Eerste eisch is daarbij sa menwerking tusschen de volken. Om daar toe te geraken is het dat wij op dezen Vol kenbondsdag eischen: „peen oorlog meer!" Wie den oorlog wil vermijden, mag niet tekenen met de mogelijkheid van een on afwendbare noodzakelijkheid dat ze komt. Als tweede spreker voerde het woord de heer Th. F. M. Schaepman, lid der Tweede Kamer. Deze heeft, handelend over het werk van Hugo de Groot, gewezen op den invloed daarvan op het volkenrecht In zijn boek „De jure belle et pacts", vertaald en in vele talen herdrukt, wordt uiteenge zet wat de oorlog is, of die rechtvaardig Kan zijn en zoo ja, wie gerechtigd is oorlog te voeren. Verder wordt er in beschreven de oorlog ën hoe deze ontstaat, terwijl mede behan deld wordt de oorlog in zijn wezen. Men moet bewondering hebben voor den man die oorlog slechts recht van bestaan gaf als exeeutiemiddel tegen niet goedwillende staten. De 18e en 19e eeuw waren weinig ge schikt voor toepassing, doch de gedachten bleven leven. Helaas wordt ook het bekrom pen egoïsme nog gevonden waartegen Hugo de Groot zich voortdurend in zijn bock keert Men proeft uit zijn werken den paci fist. Mogende ontwikkeling zijner gedachten zoo besluit spreker, leiden tot navolging. Dat kan slechts strekken tot heil der vol keren cn zal de grootste hulde zijn aan de zen grooten Nederlander. Mr. H. B ij 1 e v e 1 d, vervolgens 't woord verkrijgende, erkende als juist, liet beeld dat Dr. Wibaut van onzen tijd had gegeven. Donkere slagschaduwen bedreigen het le ven en velen zien geen uitweg meer. Naar veler oordeel dreigt er effectief oorlogsge vaar, binnen niet langen tijd en dat is be nauwend en tot wanhoop voerend. Conclu sie is, dat de hoop, die uitsluitend op men- schenwerk is gericht, weer een geduchten knauw heeft gekregen. Er is echter, God zij dank, een hoop, die andere perspectieven biedt een hoop die niet beschaamt. Indien wij het objectieve recht Gods eerbiedigen, dan mogen wij hopen dat. dit recht nog zijn verwezelijking kan vinden. Dan erkennen wij dat boven macht staat het recht. Onder de middelen neemt de Volkenbond een plaats in, ondanks fouten in grondslag en toepassing Met klem wekte spreker op dit werk te steunen. Wat doen wij Nederlanders, laten wij dit werk maar liggen? Voelen wij de plicht van Godswege zijn licht te doen doorstra len? Donker is het als wij de realiteit van het leven zien. Dankbaar mogen wij nog zijn voor hetgeen God schonk. Hij geeft ons iets te doen om het recht, dat Zijn recht is, te bevorderen. Er ga, zoo eindigt Mr. Bijleveld zijn gloed vol woord, dezen dag een eed van trouw op, van vernieuwde en verdubbelde actie voor dezen arbeid. Door Mr. B. C. J. Loder, oud-president van het Hof van Internationale Justitie van den Volkenbond, is tenslotte de kransleg- ging verzorgd. Vooraf heeft spreker herin nerd aan de geboorte van den Volkenbond, herinnerd aan het onsterfelijk werk van Hugo de Groot, wat de leidraad is in het Volkenrecht. Mr. Loder memoreert hoe in! 1920 de 10 juristen, die de grondslag voor het vredeswerk hebben gelegd, met hoon werden begroet, doch hoe de kentering is gekomen. Spreker eindigt met de opmer king: Hugo de Groot is niet dood, maar hij leeft, zooals dooden leven in onze herinne ring en in onzen trouw. Hierna wordt aan het standbeeld van den grooten vredes-apos tel een krans gehecht van groene bladeren, doorvlochten met een paars-blauw en wit gestreept lint De plechtigheid, die voortdurend door toepasselijke muziek van de Harmonieka pel werd afgewisseld, is tenslotte door den. heer P. Intveld met een kort slotwoord ge ëindigd. OFFICIEELE BERICHTEN VLIEGDIENST Bij beschikking van den minister va Defensie is de officier-vlieger der 2e kl. jl P. J. Elias, dienende bij het vliegkamp De Kooy, ter beschikking gestald. Gedep. Staten van Zuid-Holland stellen voor tot een bedrag van f 20.000 deel te men in hel waarborgfonds voor de in 1935, te Hpemstede te houden intern, voorjaars- bloementontoonstelling, uitgaande van de Alg. Vereenjging voor Bloembollencultuur te Haarlem, Van den Bondsdaa der Oud-Geref. Jongeling s ver eenigingen in Duitschland qaven wij voriqe week verslag. Hierboven een toto van de deelnemers aan deze goed geslaagde samenkomst. Op de voorste rij (X) de Bondsvoorzitter Pastor Mensink, meer links Ds b\ Dresselhuis van Oldeboorn en Ds G. Diemer van Scheemda, ZEEUWSCH-VLAANDEREN Wij ontvingen een zeer uitvoerige nota van liet Zeeuwsch-Vlaamsch Kanalen-i niité omtrent de urgente behoefte aan v sterking van het Nederlandsche economi sche leven in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het volgende mogen wij er aan ontleenen. In het Oosten en langs de Zuidgrens van Zeeuwsch-Vlaanderen, aldus de nota, liggen de gemeenten met de grootste bevolkings achteruitgang en het grootste vertrekover- schot, welke zich het meest onredelijk ver houden tot het aantal geboorten. Het is de streek, die in de historie door vaarwaters verbonden is geweest met Ber gen op Zoom en Gent Met de verdwijning van de vaarwaters naar Holland, overig Zee land, Brabant en Vlaanderen zijn de steden Hulst en Axel in verval geraakt en in hun verkeersisolement ten opzichte van overig Nederland geraakt. Het gewest is sedertdien niet in staat gebleken aan een zeer beschei den aantal menschen een levensonderhoud te verschaffen en oriënteert zich (bovendien steeds meer op België. Dit blijkt uit het feit, dat 40 procent der grondeigenaren Belgen zijn en dat men sinds korten tijd door de Antwerpsche tun nel van uit het eene deel des lands het an dere het gemakkelijkst bereiken kan via het grondgebied van een vreemde staat. Sedert het ontstaan van het kanaal Gent- Terneuzeh heeft Terneuzen zich in een eeuw tijds van onbeteekenend vestingstadje tot de belangrijkste gemeente van Zeeuwsch- Vlaanderen onwikkeld. Langs het kanaal heeft zich geleidelijk een grootendeels bul ten landsche industrie gevestigd. De Belgische spoorlijn van Terneuzen naar Gent bevorderde het totstandkomen scheepvaartlijnen op Terneuzen, alsook de oprichting van de N.V. Stoomtram Hulst- Walsoorden. Door de tarieven op deze spoorwegen wordt. Terneuzen in zijn economische ontwikkeling belemmerd. Hoezeer in Zeeuwsch-Vlaanderen ook de tramwegen onder buitenlandsche invloed staan blijkt uit de benoeming van den Bel gischen minister Lippens tot president-com missaris van de twee belangrijkste onder nemingen in het gewest. Daarbij komt, dat de algemeene maatre gelen, die de Nederlandsche regeering in de laatste tientallen van jaren nam tegen de ontvolking van het platteland, in Zeeuwsch- Vlaanderen vrijwel zonder resultaat zijn gebleven. De actie van het Zeeuwsch-Vlaamsche kanalen-comité wil daarom streven naar de nationale versterking van het Nederland sche randgebied beneden de Westerschelde. Het comité propageert een groote, gezonde en nationale gedachte. Daarbij wordt het bekende plan-Bongaerts uiteengezet om te komen tot een kanaal SluiskilHulst Graauw met een veerverbinding voor snel verkeer nabij Graauw met de Brabantsche wal, na inpoldering van het ondergeloopen land van Saaftingé. Op deze wijze zou Zeeuwsch-Vlaanderen tot een sprekend be standdeel van het Nederlandsche economi sche leven gemaakt worden, zooals vroeger met Zuid-Limburg is geschied. BESMETTINGSGEVAAR Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp be scherming van leerlingen tegen de gevol gen van besmettelijke ziekten van perso neel aan inrichtingen van onderwijs. Hieraan wordt ontleend, dat men vrij algemeen het streven der regeering toe juichte, om door wettelijke maatregelen leerlingen van onderwijsinrichtingen tegen het gevaar van besmetting met tuberculose door leden van het schoolpersoneel zooveel mogelijk te beschermen. Vele leden achtten evenwel de geboden bescherming onvoldoende. Zij gevoelden het als een ernstige leemte, dat het ontwerp geen maatregelen bevat ter bestrijding van het infectiegevaar door leerlingen onderling. Een aantal leden wilde de werking van de wet nog verder uitbreiden. Zij zouden de hier bedoelde verklaring ook willen eischen van hen, die als leerling wenschen te woiv den toegelaten tot een kweekschool voor onderwijzers. Voorts betreurden vele leden, dat de re geering niet periodieke keuring van perso neel aan onderwijsinrichtingen voorschrijft Aangenomen, dat het aantal personen, op wie het wetsontwerp betrekking heeft, rond 75.000 zou bedragen, meenden enkelen dezer leden, dat de kosten van periodieke twee- jaarlijksche keuring, met inbegrip van die voor de verplaatsing naar de consultatie- ROFFELRIJMEN. Het pakje Er wordt gebeld. Een arme man. De zevende vanmorgen. Hij vraagt mevrouw een oogenblik Voor zijn bizondre zorgen: Hij heeft een goede kans op werk, Maar, in z'n oude kleeren, De beste die hij heeft, durft hij Zich niet te presenteeren. Hij durft het haast niet vragen, maar Misschien mocht er iets hangen Dat men kan missen, en allicht Voldoet aan zijn verlangen... Mevrouw bekijkt den man, en denkt Zooals we telkens denken: Je kunt helaas die menschen niet Teveel vertrouwen schenken. Toch gaat ze, zoekt ze, en ze vindt Een vrij behoorlijk pakje; Ze snuffelt alle zakken na, Tot het horlogezakje, En zegt: „Het is niet veel, maar ja...* De man is diep bewogen, Hij dankt mevrouwtje, zeer beleefd, Met tranen in z'n oogen... Zes weken later. Avond is 't. De bel. Mevrouw naar voren. Daar is „de man", het pakje an, En keurigjes geschoren. „Mevrouw, u kent me wel?" zegt hij Een weinigje verlegen, „Ik kom u es bedanken, want Ik heb dat werk gekregen. Dat dank ik aan het mooie pak Dat u mij hebt geschonken: Ik was weer mènsch in dat costuuml' Z'n blije oogen blonken... Weg is de man. Stil blijft mevrouw Naar een lantaren staren... Ik wist niet, denkt ze, dat er ook Nog zulke menschen waren! (Nadruk verboden.) LEO LENS. bureaux van de te onderzoeken personen en de onderzoekers, het bedrag van f 100.000 per jaar niet zouden overschrijden. Enkele leden stonden afwijzend tegenover de geheele strekking van het wetsontwerp. Hi. moet deze regeering zich hoofdzakelijk bezuiniging tot taak stellen en niet nieuwe onderwerpen gaan regelen, die jaarlijks gel delijke lasten met zich gaan brengen. Ook achtten zij het wetsontwerp overbodig, daar de statistieken duidelijk wijzen op een regel matige, snelle daling van het tuberculose- gevaar. Voorts zagen zij in de ontworpen maatregel een eerste stap naar een onduld bare reglementeering. Verscheiden leden meenden, dat dit wets ontwerp ten onrechte ingrijpt in de privaat rechtelijke betrekkingen tusschen werkge ver en onderwijzer of leeraar. Of een lid van het personeel, dat niet meer in de school mag worden toegelaten, ontslagen zal worden, is een zaak, die hem en zijn werkgever aangaat Ook is het on juist, dén werkgever zonder meer de ver plichting op te leggen, aan een lid van het personeel verlof tot herstel en bezoldiging te geven. Te dezer aanzien zullen eerst regelingen getroffen moeten worden. Bij artikel 10 hadden vele leden er over wegend bezwaar tegen, dat een inrichting van onderwijs zonder vorm van proces en zonder recht van beroep kan worden geslo ten. Zij zouden het beter achten, indien werd bepaald, dat de minister, na het bestuur eener inrichting van onderwijs te hebben gehoord, deze wegens onvoldoende medewer king voorloopig kan doen sluiten, waarna het bestuur der inrichting beroep heeft op de Kroon en deze, gehoord den Raad van State, beslist. Bij artikel 11 vonden vele leden het niet juist, dat in bepaalde gevallen het hoofd of plaatsvervangend hoofd strafbaar wordt gesteld Het gaat hier niet om de toelating van leerlingen, maar onder meer om die van een onderwijzer. De eindbeslissing hier in berust niet bij het hoofd, maar bij het school- en gemeentebestuur. WOENSDAG 23 MEI HUIZEN 1875 M. NED. CHR. RADIO-VEREENIGING 8.008.15 Schriftlezing eti meditatie, S.15—9,30 Morgenconcert. (Gram.muziek). 10.3011.00 Morgendienst door Ds. H. v. d. Elskamp. 11.0012.00 Liederenrecita! door Miep Beuming. sopraan. A. d. vleugel; Bruno 12.0012.15 n.m. Politieberichten. 12.1512.30 n.m. Gramofooomuziek. 12.30—2.00 n.m. Middagconcert door een Kwintet, o.l.v. Piet v. d. Hurk. 2.002.30 n.m. Symphonie-orkest van Chi cago o.l.v. Frederick Stock, speelt- Sym- phonie no. 1, Schumann. (Gram.muziek). 2.30—3.00 n.m. Praatje voor jeugdige post zegelverzamelaars. „De zegels van Honga rije in verband met de geschiedenis van het land", door Ds. W. A. Dekker. 3.00—3.45 n.m. Populaire bespeling van het studio-orgel door L. Blaauw. 3.454.00 n.m. Verzorging zender. 4.00—5.00 n-m. Concert. Siegfried Bahler, viool. Mej. Bep Bos Janszen. cello. Mevr. Truus Bahler—Rieuwerts, piano. 5.006.00 n.m. Kinderuurtje door J. Koo- man. Zang: mej. M. Evenblij. Pianobegelei ding: mej. G. Koeman. 1. Een praatje voor af. 2. Zingen; God is groot. 3. Vertelling uit den Bijbelc „De Schepping". 4. Zingen: Gij hebt mij liefgehad. 5. Vertelling: „De Ekster". 6. Zingen: Het Wekkertje. 7. Zin gen: Wim's paardjes. 8. Nog een vertelling. 9. Zingen: Vogelvlucht. 6.00—6.30 n.m. Grifformeard Frysk Sél- skip. Declamatie door mevr. F. Postma—i Meinema. Gedichten van A. M. Wybenga: 1. Frijsldn. 2. Pinkster. 3. Mem en Bern. 4. Bitrou dyn leed by minsken net. 5. Siz, wit jim it wird/? 6. De sinne sjongt. 7. Hüs by jountyl. 8. Myn doarpke lyts. 9. Maityd yn FrijslSn. 630—7.00 Onderwijsfonds voor de Binnen- 7.00—±7.15 njn. Politieberichten en pers berichten van het Ned. Chr. Persbureau. ±7.15 —7.30 n.m. Gramofoonmuziek, of „Een greep uit het dagekjksch gebeuren". 7.308.00 nm. Landbouwhalfuurtje. „Melk en melkbehandeling op de boerderij" door R. J. van Lente. 8.00—10.00 n.m. Uitzending voor het Bij belsch Museum. 1. Gramofoonplaat. 2. Rede van Jhr. M. C. T. van Lennep: „Het ont staan van het Bijbelsch Museum". 3. Zang van mevr. Corry Thoolen—van Hoogen- huyze: „Vater im Himmel", aria uit „Judas Maccabaus", Handel. 4. Rede van Prof. Dr. F. M. Th. Böhl: „De beteekenis van de ar cheologie van het Bijbelsch onderzoek" (le deel). 5. Zang: a. Der 131ste Psalm: „Su per flumina Babylonis", Dachstein. b. Die alte schone Sequentia: „Veni Sancte Spiri tus", Comer. 6. Rede van Dr. W. G. Har- renstein: „De roep uit den voorhof". 7. Zang: Psalm 19 en Gezang 152, melodie J, S. Bach. Rede van Prof. Dr. F. M. Th. Böbl (2e gedeelte). 9. Gramofoonplaat. 10. Rede van Ds. J. H. F. Remme: „Van de Ark des Verbonds tot den troon der ge nade". 11. Zang: „Een lied voor mijn Ko ning", naar J- S. Bach. 12. Gramofoonplaat. 13. Rede van Jac. van Voorst: „Hoe de geestelijke waarde bij een rondgang door het Bijbelsch Museum tot uiting komt". 14. Gramofoonplaat. 10.00-10.00 n.m. Var Dias. 10.10—1130 n.m. Gramofoonpla ten. HILVERSUM 301.5 M. VAJÏJL 8.00 Gramofoonmuziek. 9.00 Kleiik-VARA-ensemble o.l.v. Frits Ba- kels. 9.30 Onze keuken door P. J. Kers Jr. VJLRJL 10.15 Uitzending voor de arbeiders In de continubedrijven. „Het Offer", Gustave Gef froy, vertaald en voor te dragen door Ro- lien Numan. Klein-VARA-ensemble o.l.v. Fnts Bakels. 12.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins, 2.00 n.m. Verzorging zender. 2.15 n.m. VARA-knipcursus door mevr. van Blankenvan Kuyk. 3.00 n.m. Voor de kinderen m.m.v. VARA- tooneel o.l.v. Willem van Cappellen; Mein» dert Sonnema, viool; Harry Wiggelaar, piano: Oom Henk, vraaguurtje; voorts: gra mofoonmuziek. De 11-jarige violist Mein dert Sonnema speelt met pianobegeleiding van Harry Wiggelaar. VARA-tooneeli j „Het tooverstafje en Jasper, de Neger", i een kinderhoorspel, door Frank van Duia, 530 n.m. Gramofoonmuziek. 6.00 n.m. Overgang naar den versterkten zender. 6.05 n.m. Gramofoonmuziek. 6.30 n.m. De Flierefluiters o.l.v. Jan van der Horst. 7.00 n.m. Sportuitzending. „De strijd om het wereldkampioenschap schaken. Dr. Al- jechin—Bogoljubow". III. Causerie door Dr, Max Euwe. 7.20 n.m. VARA-Orkest o.l.v. Ernst Ewald j Gebert, m.m.v. Reinier Bresser, cello. 8.00 n.m. Herhaling S.O.S.-berichten, Vaz Dias en Varia. 8.15 nn. Aan den vooravond van Rome. Sportcauserie door Jorinus van den Berg. 835 n.m. VARA-orkest o.l.v. Ernst Ewald Gebert 930 n.m. Brand in „De Jonge Jan". Transformatie-schets in één bedrijf van Her man Heyermans. 10.3010.45 n.m. Gramofoonmuziek. 10.45 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de 11.30 njn. Gramofoonmuziek, 12.00 Sluting. BUITENLAND 3.50 n.m. Daveatry 1500 M.: Concert uit Bournemouth. 9.55 n.m. Symphonie-coo- cert, m.m.v. den pianist Franz Osborn. (Mo zart, Franck, Bridge, Dvorak). 555 n.m. Bratislava 298.8 M.: Variations symphoniques, voor cello en piano, Boëli» 6J0n.m. Bnuwl (Framdi) 4S3.9 Mj „La radiophocie en Europe. En Allemagne". j 730 n.m. München 405.4 M.t „Der Herr I van Malepartus, Reinaert de Vos, voor den j omroep bewerkt. 7.45 n.m. Bratislava 298.8 M.t Concert, (O.m. Vioolconcert van Brahms). 8.22 nun. Warschau 1411 M.: „Manoa"% opera van Massenet. 8.30 nm. Parijs (Poste Parisien) 328.2 M4 ,Xa Belle Hélène", van Offenbach. 8.50 n.m. Koningsbergen 291 Concert met Eva Liebenberg, alt 9.05 n.m. Parijs (Radio) 1648.4 M.i Sym- phonie-concert o.l.v. Dr. Injjhelbrecht. (Beet hoven, Samazeuilh, Liszt en d'Indy). 10.05 n.m. Monte Ceneri 257.1 M.: „Paljas", opera van Leoncavallo. 11.05 nm. Boedapest 549.5 M.: Concert, (Mozart, Schubert en Haydn). 11.20 n.m. Frankfort 251 M.: Tweede piano concert en vierde symphonie van Beethoven 11.20 n.m. Hamburg 331.9 I. Ged. uit „Familie Gozzi", van Wilhelm Kempff. (I. Symphonie „Mathis, der Maler", van Paul Hindemith. MAATREGELEN TEGEN LINTBEBOUWING Gedep. Staten van Zuid-Holland hebben een reglement bij de Prov. Staten aanhangig gemaakt tegen de lintbebouwing langs pro vinciale wegen. De overweging, waarop het voorstel berust is, dat regelen gesteld behooren te worden, waardoor gewaarborgd wordt, dat de op het Provinciaal Wegenplan voorkomende wegen ook in de toekomst aan redelijke eischen van het verkeer zullen blijven voldoen. Met het oog hierop moet het noodzakelijk worden geacht, dat bebouwing onmiddellijk langs vorenbedoelde wegen in het algemeen, be houdens vergunning van Gedep. Staten, ver boden wordt en dat voorts de mogelijkheid geopend wordt om langs de daarvoor in aan I merking komende wegen bebouwing over een breedere strook, behoudens vergunning, tegen te gaan. indien de belangen van heC verkeer dit eischen. POSTZEGELS T.B.C.-BESTRIJDING In den nazomer van dit jaar zullen bijzon- dere postzegels met toeslag worden uitgege ven ten bate van de verpleging van onver mogende tuberculose-lijders. FEUILLETON Naar het Engelsch Keith Walden vroeg niet meer; hij over legde bij zichzelven: Jeanne was dus nog rijk. terwijl hij niet meer behoeftig was. Zou dit een ander „plan" van M.ss de Roseville zijn geweest, om hen tot elkaar te brengen? Op dat oogenblik zou hij onmo gelijk kunnen gezegd hebben, of^ die ge dachte hem (welkom was of niet." Kortl daarna nam hij afscheid van Mr. Richardson. Op het laatst vroeg Keith nog: zou hij soms het adres van Miss Landon kunnen krijgen? Maar dit verzoek weigerde de zaakwaarnemer beleefd; hij was er zeker op voorbereid geweest. Terwijl de trein hem naar Suttonthorpe terugbracht, dacht Kcith weinig aan zijn erfenis, maar veel aan de vrouw, die het hem echter duidelijk had gemaakt, dat zij geen deel wilde hebben in zijn lot Met onbeschrijfelijke teleurstelling besefte hij dus, dat Jeanne hem niet vergeven had cn dat zij wenschte, dat zij in de toekomst .Vreemden zouden blijven. In den herfst hadden de Waldens al hun Intrek genomen op den Hall. Het overgaan was heel gemakkelijk geweest, want Miss de Roseville had alles precies zoo gelaten Om Kerstmis waren de buren eenigszins bekomen van hun verrassing en de Wal dens zeiven waren nu ook gaan begrijpen dat hun tegenwoordig leven werkelijkheid was en geen droom! En de voorspoed be dierf hen niet: ze bleven even eenvoudig, ofschoon hun opvoeding meebracht, dat zij zich volstrekt niet misplaatst voelden in hun nieuwe omgeving. Lance was naar Oxford en Fulke en Gil waren op King Henry's School. Winnie was naar een goede kostschool gestuurd en voor Lallie was een interne gouvernante aan genomen, een zeer bekwame jonge dame, die ook Esmay kon helpen met haar mu ziek en andere studie, die zij door gebr?k aan tijd wel wat had moeten verwaarloozen. Nog was Keith niet rijk te noemen en hij wist, dat de jongens hem jarenlang zeer veel zouden kosten; dus kon hij het vol strekt niet „over den balk gooien", ofschoon dit ook geenszins zijn aard was. Hij had zelve Suttonthome beheerd tol het. voorjaar en had toen geen moeite ge had, om het te verhuren. Onder degenen, die zich daarvoor aanmeldden, was ook geweest: *Heber Scott. Miss de Rosevil'e had hem zijn ontslag gegeven zonder getuig schrift, kort nadat zij hem al een gedeelte van het beheer van zijn rentmeesterschap had ontnomen door rechtstreeks de zaken van Suttonthorpe met Keith te behandelen Ze had hem laten roepen gedurende den Kersttijd, dien zij op Walden Hnll door bracht, en had hem toen meegedeeld, dat zij een onderzoek had ingesteld naar do beschuldiging, die tegen hem was inge bracht. en die zij bevestigd had bevonden Dit was nu een jaar geleden en Scott had sinds dien niet meer gewerkt, maar was in allerlei slechte gewoonten vervallen, die dan ook wel degelijk haar sporen hadden achtergelaten op zijn uiterlijk, zoodat hij nog slechts een wrak was van hetgeen hij. placht te zijn. Zwijgend had hij de weigering van Keith aangehoord, om hem Suttonthorpe te ver huren en toen hij daarna nog even roerloos bleef staan, vroeg Keith hem, hoe hij er eigenlijk toe gekomen was, om zich hier voor candidaat te stellen. „Je kent mijn opinie, Scott. Had je ooit een ander antwoord verwacht?" „Ja, zeker. Ik dacht, d# je zóó tenminste weer eenigszins had willen goed maken, dat je mij uit mijn betrekking hebt ver jaagd. Want ik weet dat het geheel je schuld is; niemand andera had zoo Iets durven zeggen en Miss de Roseville is nooit meer dezelfde geweest, sinds jij op dien dag met haar gesproken had." „Daar vergis je je toch in! Miss de Rose ville heeft op zichzelve onderzoek gedaan. Door eigen wangedrag heb je de betrekking verloren en dat weet je ook zéér goed!" Scott ontkende dit niet, maar zou het nu nog eens over een anderen boeg wenden. „Nu je zelve Jzoo gelukkig bent. geweest, dacht ik, dat je eerder geneigd zoudt zijn. eens een ander te helpen, die niet zoo voor spoedig was. Ik heb nu in geen jaar iets te doen gehad en mijn vrouw tobt er ook zoo over." Ik wilde, dat ik ie helpen kon, Scott. of liever, dat je hulp waard was. Maat: je drinkt en verspeelt alles. En je vrouw, nu. daar schijn je je anders ook niet. al te veel .van aan te trekken! Er zijn toch neg zooveel kleinere boerderijen dan Sutton thorpe, die je best alleen zoudt kunnen be- heeren. Wil je er daar een van hebben, dan zal ik er je bij helpen, zooveel als ik kan." „Ik ben zelf geen boer" zei Scott verach telijk. „Ik zou niet met mijn handen kun nen werken." „Ik heb jaren lang met de handen ge werkt en ik ben er niets minder op gewor den. Probeer het ook eens. Niets zal ie beter van je slechte gewoonten afhelpen en is gezonder voor het lichaam dan hard werken." „Ik ben niet hier gekomen, om een preek aan te hooren! Was ik dan maar liever weg gebleven! Ik heb Alice wel gezegd, dat hat niets geven zou, of ik bij je aanklopte, maar zij meende, dat je het misschien zoudt doen om der wille van Miss Landon." Dit zeggende, keerde hij zich om en wilde gaan, maar op gebiedenden toon riep Keith hem terug. „Mijn vrouw was kamenier bij Miss de Roseville en zij hield heel veel van het nichtje, Zuster Jeanne, zooals zij haar noemden, eer zij op den Hall kwam. Ik was nu niet zoozeer op haar gesteld, want zij deed haar best, om Alice tegen mij op te stoken. „Geef hem op", had zij gezegd. „Je zult er nog spijt van hebben, als je mrt hem trouwt, want het is een slecht mensch dit zegt Mr. Walden. Zij hield ook veel van haar en is later heel vriendelijk voor haar geweest, dat moet ik erkennen. Ze heeft haar met Kerstmis haar goed achter- Da gestuurd, anders had Alice het zeker nooi. gekregen, want ik had haar overge haald, om er stilletjes met mij vandoor te gaan, iets dat de oude dame haar ncoit vergeven heeft." „Wat heeft dit alles met mij uit te staan?' „Niet veel! Alice heeft Miss Landon ee schreven, of zij ook soms tusschenbeide wilde komen, dat ik Suttonthorpe kreeg, maar dit weigerde zij. Alice heeft mij al een heelen tijd geleden verteld, dat jullie liefde voor elkaar voelde, maar dit was mij geen nieuws meer: ik had je al gezien, toen zij op Suttonthorpe was. Ze deed toen ham- best, om je te vangen, maar je bent wel zoo verstandig geweest, om haar los te laten, toen je dit goed kreeg." Verschrikt deinsde hij achteruit, want Keith trad op hem toe met gebalde vuisten en vlammende oogen. „Ga!" zei hij heesch, „ellendeling! ééns heb ik je afgerost; moet ik het nu wéér doen?" Scott sloop weg, maar tusschen de tanden mompelde hij: „Ik zal wel met hem afrekenen! Wacht maar! Voor het oogenblik heeft hij tenmin ste wat om over te denken." En dit was ook zoo. Gedurende 'de rest van den dag was zijn „hartzeer", zooals hij dit zolve tot Jeanne had genoemd, weer des te levendiger opgewekt. Hij was nu al acht maanden eigenaar van Walden Hall en gedurende al dien tijd bad hij niets van haar gehoord. Na een slapeloozen nacht ging hij dien volgenden dag Mr Richardson opzoeken op diens kantoor in Londen; echter met geener lei resultaat. „Marianne", zii 'de zaakwaarnemer dien avond tegen zijn lief, goedig vrouwtje, „ik heb vandaag Keith Walden bij mij gehad." „Waarom heb je niet ite luchen ge vraagd? Ik mag hem zoo graag en hij komt maar zoo zelden in Londen!" •■Ik heb hem ook genoodigd, lieve kind. maar hij is zeker met den eenen trein ge komen en met den volgenden weer gegaan. Een heel vergeefsche tocht voor hem'.' „Hoe bedoel je dat, George?" Over het geheel vertelde Mr. Richardson zijn vrouw maar heel weinig van zijn zuken maar van het romantische daarin sprak hij af en toe wel eens met haar. omdat zij daarop zooals hij al meer ondervonden had, een beter blik had dan hij. Keith Walden had een paar maal bij hen gedineerd en zij hadden een weekeind door gebracht op Walden Hall; dus was het wat meer dan een zakenrelatie geworden tus schen beide families. „Hij verzocht jnij, hem het adres te geven van Miss Landon. Hij scheen er zoo zeer op gesteld, dat ik meelij met hem had en het hem zeker had gegeven als ik het maar wist." „Weet je het dan niet?" „Wel neen. hoe zou dat nu kunnen? Ik heb haar niet gezien, sinds ze den laatstcn Juli bij mij op het kantoor is geweest en mij liet beloven, om niet te vertellen, waar zij was. Ik moest zelve haar adres nog weten, zoolang de zaken nog niet afgewikkeld waren; maar zij logeerde toen in een ho'el en heeft wel gezorgd, dat ik sinds dien haar adres niet meer wist. Er is iets geheim zinnigs met die twee." ,Dat heb je toen al gezegd." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8