4500 Jongelingen en 1 Minister zeiden:
„Naar Zwolle!"
VRIJDAG 11 MEI 1934
DERDE BLAD PAG. 9
Geslaagde Toogdag van den Geref. Jongelingsbond.
Verdediging van: „Geestelijke Vrijheid".
Ontroerende broedergroet uit Duitschland.
„Hart an den Herzog unser Seligkeit".
„Naar Zwolle!" teekcnde Z.Exc. Mi-
niste de Wilde naar eigen zeggen reeds eind
Decemlber van het vorig jaar in zijn zak
agenda aan achter den datum van 10 Mei
1934.
„Naar Zwolle" dat was ook de leus van
de Gereformeerde jongelingen, die, naar tra
ditie van meer dan een halve eeuw. op den
Hemelvaartsdag naar (hun Bondsdag trok-
Ze kwaineni weer bij duizenden! Reeds
Woensdagmiddag rolden volle langgerekte
treinen het station binnen. Dat waren de a f-
gevaardigden in het volle besef van
hun waardigheid en verantwoordelijkheid
en andere vooraanstaande leden, die voor een
goed deel een gastvrij tehuis vonden bij de
Zwolsche bondsvrienden. Maar op den s-tra-
ienden lentemorgen van gister kiwam toch
pas de ware overstrooming: volgepakte bus
sen, feestelijk met vlaggen getooid, lange
rijen fietsers en berstens volle treinen re
den Zwolle binnen en héél het beeld van
■deze stad, met z'n prachtige singels en stil
le straten werd beheerscht door de jonge
ilingschap, met het bekende „dubbeltje" op
.de rever van de jas.
Pettenklanten van de Friesohe hei, soms
gestoken in een groot lakensch paik (van
wader?) wisselden af met meer steedsche
jongelingen; Spakenburgers in hun wonde
re kleedij van blauw boezemen en roode
das wedijverden wat betreft hun wijde pof
broek met Urkers, die met hun gouden knop
pen en de zwarte muts scheef op één oor ook
[dandy deden. En dat Walcheren ook tegen
woordig was, dat bleek niet uit de jongens,
maar ,uit de meisjes, die bij de jongens hoor
den en die in tegenstelling met hun „ga
lant" de imooie oude dracht met het bloem
potje en het gebloemde „hartje" nog niet
hadden opgegeven.
Onder gejuich werd do stad binnengere-
0en, wamt het heerlijke lenteweer had reeds
gezorgd voor een opperbeste stemming en
die kon nog slechts verbeteren, toen men in
1de Bondsdagstad allerlei oude bekenden
ontmoette en allerlei oude herinneringen
D& hms&radelijke Vergadering.
Nieï ipinder dan 800 vereerd gingen waren
0oor een afgevaardigde of gevolmachtigde
op den Bondsdag vertegenwoordigd. Geen
wonder, dat reeds op Woensdagavond de
Buiteneocieteit geheel gevuld was. Toejui
chingen begroeten het bestuur, staande
Volgt het Bondslied. Dan opent voorzitter
'A. Zijlstra de vergadering met gebed en
spreekt eert openingswoord, kort maar
krachtig,
ZIJLSTRA.
W
Naar de traditie 'der laatste jaren wordt
0e plaats voor den Bondsdag 1935 aan het
bestuur overgelaten, dat zich beraadt over
Middelburg of Rotterdam. Natuurlijk is er
ook een afgevaardigde, die voor zij n neder
zetting pleit: Amersfoort.
Dan komen de tongen pas los de jaar
verslagen. Een heele verlanglijst.: publicatie
van de lijst der vertegenwoordigde vereeni-
gingen op den Bondsdag, spoedige verschij
ning van „Schriftstudie II" alsmede van
het verslag van de z.g. „spoi-tcommissie" die
reeds twee jaar vergadert; de vraag wat et-
met het rapport van de groote-steden"com
missie" gedaan zal worden; wanneer de
schetsen uitkomen van de Dordtsche leerre
gels en als dessert wenschen voor het Geref.
Jongclinggblad.
Als secretaris en penningmeester hebben
geantwoord komt het eerste van de twee
Bondsdagvoorstellen aan de orde: dat van
het Bondsbestuur om de mogelijkheid te.
openen een provinciale afdeeling met meer
dan 150 vereenigingen te splitsen. Even
loopt het warm, maar tenslotte wordt by
zitten cn opstaan het voorstel geacht te zijn
aangenomen.
Na uitvoerige bespreking trekt „Pro Rege"
te Vleuten een voorstel inzake de verstrek
king van leidraden in, nadat van bestuurs
zijde de toezegging is gedaan, dat deze zul
len verschijnen, zoolang er vraag naar. is.
Op advies van den accountant W. Rijk-
sen Gzn. te Utrecht wordt de penningmees
ter onder applaus gedechargeerd voor zijn
richtig financieel beleid.
Dr Dijk ging voor in dankzegging.
De korte en tamme vergadering was tij
dig beëindigd, zoodat velen nog een trip
door Zwolle bij avond konden maken.
DE BONDSDAG
De omgeving van de Buitensocieteil zag er
op Donderdagmorgen u:t, alsof er in de ne
gen jaar, die er verloopen zijn sedert den
vorigen Zwolschen Bondsdag, niets was ver
anderd.
Wéér hingen spandoeken, die de vrienden
een welkom toeriepen dwars over de lommer
rijke toegangswegen en op, liet gebouw, wéér
zat het Bondsbestuur op het terras van
„Wientjcs" met kennelijk welgevallen het
optrekken der honderden gade te slaan, wéér
was er als toen zon en vreugde en drukte.
Toch was er wel'verschil: meer dan in
1925 kwamen nu de autobussen in slagor
de de stad binnendaveron, nóg grooter was
de toeloop cn Bondsvoorzitter Zijlstra
is van zwart grijs geworden!
Tegen iialf elf dreunden de Gereformeer
de strijdpsalmen door de geopende deuren
van het hoofdgebouw van den Bondsdag
naar buiten.
Jammer toch. dat het niet eens mogelijk
is héél zoo n machtige schare van om en na
bij do 500U jongeren in één gebouw bijeen
te brengen -
Dat moet een verheffende manifestatie
Wie woet: als volgend jaar de keus op
Rotterdam zou vallen en de Nenijtohal bij
een in te stellen vooronderzoek het gejuich
va een Gereformeerden Jongclings Bonds
dag mocht blijken te kunnen weerstaan, of
hot dan niet. eens kan.
Nu rr.oest nog in vier gebouwen afzonder
lijk vergaderd worden, zoadat ook het Bonds
bestuur uiteenviel.
Voor allen bleef echter de hóófdvergade-
ritig, geleiu rio;r den Bondsvoorzitter, in
de BuHcnsocietnit, p.ij den z,ij-!.\pr.ng stond
de seirctaris. de heer Wimteek tc popelen
op de komst van Zwolle's burgemeester,
den beer Dr J. E. Baron de Vos van Steen
Toen deze was ontvangen snelde hij naar
de Oosterkerk om daar do leiding te nemen.
Voorafgegaan door den voorzitter trok
daarna het grootste gedeelte van het Bonds
bestuur met. de peno .digden, door de zaal
naar het podium, met luid handgeklap en
het Bondslied onI vangen.
De Zwolsche Buiiensocieteit, halfdonker
als ze altijd is, z.ig or in de feestversiering
van veel vlaggedoek en een enkele transpa
rant niet ongezellig uit.
Traditie is ook wat waard en wie oude
Bondsdagfoto's ziet, sal zich precies dezelfde
zaal herinneren, maar toen voor een groot
deel bevolkt door tal van jonge dames met
groote hoeden, met nog grooter struisveeren
op. Nu was het vrouwelijk element wat min
der sterk vertegenwoordigd, maar het was
kleuriger en zat heel gezellig achter op het
buff-.t.
Van traditie sprak ook bet vaandel van
de J.V. te Zwolle, die als Christelijke Jonge-
lingsvereeniging al van 1853 dateert. Al de
ze dingen geven sfeer en die was er ook
toen de voorzitter, de heer A. Zij lstra,
na het gebed begon met zijn openingswoord:
1834—1934.
Spr, stelde voor oogen het nhythme, dat er
in de historie is, het telkens terugkeeren
van dezelfde dingen, bet niets nieuws onder
de zon. waarvan reeds de Prediker getuigde.
Zelfs de naar het heet zoo grillige dames
mode is onderhevig aan den terugkeer van
het oude, zij het in wat veranderde vor
men; meende men, dat bij de komst van den
trein, „die felle salamander", de omnibus
finiaal zou verdwijnen, ze kwam met den
motor terug.
De historie is als een draaimolen en hei"
denscb pessimisme nam als symbool van
het leven de slang, die in z'n staart bijt.
In dit jaar gedenken wij het eeuwfeest
eener reformatie en ook in de reformatie
zit rhythme. reformatie is een blijvend werk,
de roeping tot terugkeer van de gehoor
zaamheid aan God. Het moet blijven naar het
E Voto Dordraceno, de bede op de synode
van 1618 te Dordrecht uitgesproken: „be
waar deze leer onvervalscht tot de weder
komst van Christus op de wolken".
Historisch stelde spr. nu 1834 en 1934 te
genover elkander
Er is veel overeenkomst: toen als nu had
den we een oorlog en revolutionaire woelin
gen achter den rug, toen als nu wilde men
wel restauratie maar geen reformatie, toen
als nu wilde men de ruïnes dichten met het
spinrag van menschelijke rede. Spr. toont
dit aan met een citaat uit „De anti-Christe
lijke 10 geboden" van Bilderdijk. Geen be
keering des harten, geen verootmoediging
wordt gezocht.
In 1934 was de kerk geklonken in dc
boeien van de eenheidskerk.
Wie dacht aan reformatie? Eén staat
één kerk was toen als nu de leus.
Te Ulrum getuigde een man in roerige
tijden van gehoorzaamheid en trouw aan
God. Men zond soldaten, men wierp de af
gescheidenen met vuil, maar zij die hun roe
ping zagen weken niet voor haat en bedrei
gingen.
Door de afscheiding en de verder gaande
reformatie kon ook de jongelingsvereeni-
ging tot bloei komen en als we nu in 1934
zien een krachtig Gereformeerd leven, trouw
aan Woord en belijdenis, dan is dat te dan
ken aan dc gehoorzame terugkeer tot het
geloof der vaderen 'o 1834.
En nu ook thans et land in nood en druk
is na krijg e"n revolutie, nu vestigt heel het
volk den blik op een zoon der afscheiding
en de kinderen der liberalen van 1834 zetten
hun hoop op een anti-revolutionair om de
inzinking der volkskracht te bo-vcn te ko
men en te sturen naar een betere toekomst,
(applaus).
Er is nu als in 1S34 een roepen om een
heid, maar buiten God.
Ook toen zeide mr1 tot ons: gij verscheurt
maar God riep en dat werd vergeten. Eerst
belijden en dan vereenigen! dat is onze roe
ping. Spr. wekte op om zoo te wandelen in
het spoor der reformatie opdat ook m de 'e
gehoorzaamheid de zegen worde verkregen.
Als in antwoord op deze herdenkingsrede
werd gezongen:
„Ons wenkt het beeld der vaad'ren"
Bont allerlei
Na de beëindiging van de openingsrede
kwain er nog een kleine invasie van Bouds
daggangers: 300 Westfriezen, die per bon.
van Enkhuizen waren gekomen hadden de
„Vel van Urk" en dus ook Zwolle tc laat
ontdekt
Toeft zij hun plaatsen hadden ingenomen
sprak de voorzitter een kort herdenkings
woord ter nagedachtenis van I-I.M. de Ko
ningin-Moeder, dat staande werd aange
hoord en getuigde ook van de blijdschap
over het gevierde kroonjaar van H.K.H. Pib
ses Juliana. Onder luid applaus werd d
burgemeester Van Zwolle welkom geheeten
en onder toejuichingen het voorstel aa
nomen om een telegram van trouw te zen
den aan H M. de Koningin. Het Wilhelmus
werd spontaan ingezet.
Een groet van de jonge Calvinistische
zonen van het. vaderland werd gezonden
aan Prinses Juliana; den stichter van den
Bond, Ds. J E. Vonkenberg \vi rd telegra
fisch verzekerd, dat het werk in zijn geest
wordt voortgezet: met applaus dat orkaan-
kraoht kreeg werd de groet van ?.r00 jonge
mannen aan Dr. Colijn begroet.
Daarna werden groeten voorgelezen van
don Amerikaanschen bond en van de
Jeugdraad van Mid den-Java. getuigenissen
rati dankbaarheid voor wat de Bond tot
verre wereldstreken deed die n:et nalieten
indruk achter tc laten.
Medegedeeld werd, dat Minister de Wilde
met overweldigende meerderheid was geko
zen tot raadsman van den Bond. Bij de be
noeming vt.or controleur van do Bondsfinan
ciün bleek het te hebben gpspannen! op
den neer Lettinga waren uitgebracht 401
stemmen, op den heer De Buig 399. De heer
van Rijn werd met bijna algemeene stem
men als bestuurslid herkozen
„Waarom A.R beginselen op de J.V.?'
Dit bestuurslid verkreeg nu het woord
om te refereeren over „Waarom A.R. begin
selen op de J.V.? Spr. bracht in (herinnering
Ine van meet af aan in dan Bond werd be
sloten tot behandeling van de a.r. begin
selen op de J.V. W3rd echter vroeger wel
eens de klemtoon gelogd op waarom a.r.
beginselen op de J.V., thans vraagt ten en
keling waarom anti-revolutionaire
beginselen op de J.V.?
Het antwoord vindt men in het Bondssta-
tuut, dat als doel stelt het doen kennen en
belijden van de Gereformeerde beginselen
voor kerk en maatschappij, maar ook voor
den staat.
Dat grijpt terug naar de belijdenis van de
absolute souvereiniteit Gods over alle levens
terrein. Wie een 6ouvereiniteit voorstaat, die
uit het volk voortkomt, is niet Gereformeerd
Als de nationaal-socialist. de staatssouverei-
niteit voorstaat en in zijn program de
derdTukkinijr wil van die beginselen, die de
eenheid der natie aantasten, dan kan een
Gerefonneerde dit streven niet volgen. Wij
buigen alleen voor God, zegt spr. en daarom
wijzen wij de fascistische stroomingen af
als modern heidendom (luid applaus).
Spr. gaat. nji na, waarom de beginselen
van de S.G.P. en de C.D.U. op de J.V. niet
thuis hooien. De anti-revolutionair bindt het
overheidsgezag in zijn begrenzing a a
consciëntie, waaruit vrijheid van godsdienst
voortvloeit, de S.G.P. wil aan de overheid
een macht toekennen, die alleen aan God
toekomt. De C.D.U., die na het Paaschcon*
gres van de s.d.a.p alleen is blijven staan
met haar programeisch van nationale ont
wapening, tast ook het overheidsgezag aan
door het de middelen tot gezagshandhaving
Afwijzing van andere dan anti-revolutio
naire politiek op de J.V. berust niet op wille
keur, maar vloeit voort uit onze beginselen.
De vereenigingen mogen nooit worden
debatingclubs en wie dan ook na een injectie
met het serum onzer beginselen blijft voort
gaan afwijkende leerstellingen te propagee-
ren, zal moeten ervaren, dat we den arbeid
onzer vereenigingen daar niet aan wagen
(applaus).
Moge er al een fascistische poging zijn om
vat op onze jeugd te krijgen, door in de
tegenspoeden van het oogenblik een betere
toekomst voor te spiegelen wie het oog ge
richt houdt op de waardij der geestelijke
goederen, is daar niet vatbaar voor. Spi'.
wekte op naar Gods geboden te leven om
zelf daarvan den zegen te ondervinden en
zegen ook aan land en volk over te
dragen (langdurig applaus).
Als de Voorzitter bij intermezzo als gasten
heeft welkom geheeten mevr. Do Lange en
mej. Van Oversteeg, is het Avoord aan de
debaters, een zevental, die vooral dc vraag
welke positie de Arja naast de J.V. heeft in
te nemen of niet in te nemen in hun schoots
veld hebben genomen.
De referent kon in zijn antwoord consta
teren, dat van de zg. groote invloed van 't
fascistisch element op de gereformeerde jon
gelingen niet veel was gebleken, nu zelfs
niet een debater dit punt zelfs maar had
morgenvergadering werd besloten met
het „Mijn Schilt ende betrouwen".
In de stad
Terwijl vele honderden de stad introkken
om hier en daar en overal neer te strijken,
al of niet na een verfrisschend bad te heb
ben genomen, stelden omvangrijke karava
nen zich op om in drie gebouwen aan te
zitten aan een Bondskoffietafel.
Daar werd „geschranst", maar ook ge
speecht en gezongen, zoodat men in de
Bondsdagsfeer bleef.
Het Groote KeUkplein werd een trefpunt
oor vele Bondsleden, die luisterden naai
de carillonbespeling, die de stadsbeiaardier
:r eere van de vele gasten hield.
DE MIDDAGVERGADERING.
Het hoofdmoment van de verschillende
Bondsdagen van de laatste jaren lag altijd
de middagvergaderingen.
Dan werden de referaten gehouden met
een bespreking dat de vonken er afstoven
et waren steeds hyper-actueele onder
werpen, die aan de orde kwamen: ontwape
ning!, fascisme!
Het leek ditmaal of het minder zou we
den; de titels der referaten waren wat vlak
maar welk een karakteristiek heeft toch
ook deze Zwolsche Bondsdag gekregen m
het fijne, gedegen referaat van Prof. Aalders
et geestige woord van Minister De
Wilde maar vooral ook in het werkelijk
aangrijpende broedenvoord van den jeug
digen Calvinistischen Pastor uit West-
Duit&chland.
Zelden is het Lutherlied gezongen als na
deze toespraak, waarvan helaas een breed
voerig verslag om redenen, die in ave-
rechtsch verlwnd staan met het onderwerp
van Prof. Aalders' referaat, achterwege moet
blijven.
De middagvergadering begon met een
malsche appiausregen: voor Minister Do
Wilde, die als achterkleinzoon van een der
eerste afgescheidenen werd welkom gehee
ten, voor den Alt Reformierten Junglings-
bund, applaus voor een telegrafische groet
van Dr Colijn, applaus voor de brcede
reeks van afgevaardigden, waarvan de voor
zitter op geestige wijze samenvatte wat ze
waarschijnlijk wel zouden willen zeggen en
- ook meteen het antwoord op gaf.
De heer J. Schouten kreeg daarna nog ee
kleine ovatie toen hij pleitte voor de V.IT.
Geestelijke vrijheid.
Spr. wilde niet ingaan op de vele verschil
len. welke er over het begrip „vrijheid" be
staan en gaf als definitie van de geestelijke
vrijheid: de vrijheid van 'levensbeschouwing
en beginsel en van ds verdediging en de
propaganda daarvan. Als Calvinist willen
wij, aldus spr.. direct afstappen van dc men
schelijke bepaling van het begrip vrijheid
en vragen: „Wat zegt de Schrift?"
Prof. Dr. G. CH. AALDERS
Bij dc schepping is de mcnsch bekleed
met tien vrijen wil, ook den wil om het di r
te beteugelen. Als de mensch op het proef
gebod niet gevallen was zou hij zich
voile gecót-iijke vrijheid hebben int
vei heugen. 3!ij koos de vrijheid om los
Gcd te leven, wat geen vrijheid is. zooals
er geen ware vrijheid is om in dwazen waan
als vogel van een toren te springen en te
pletter te vallen, omdat men buiten tie
grenzen ging van de gestelde levenswet.
Die geestelijke doodensprong zou de mensch
niet te boven zijn gekomen, indien Christus
niet door Zijn lijdelijke en dadelijke gehoor
zaamheid een 'nieuwe geestelijke vrijheid
had verworven.
Wie in Hem geestelijk is ingeplant geniet
van die hoogste vrijheid, zooais het Evan
gelie zegt: „Indien U de Zoon heeft vrijge-
maakt_jult ge waarlijk vrij zijn."
Dit wil niet zeggen, dat er in dit leven
nu reeds volstrekte vrijheid in Christus is;
nu immers de macht der zonde nog zno
werkt, dat Paulus zegt gevangen te zin
onder de wet der zonde die in zijn leden is
Evenmin als het zegt, dat er geen enkolf
geestelijke vrijheid zou bestaan onder niet-
Christenen, waaronder immers de gemeeue
gratie werkt.
In hetrekkelijken zin mogen wij spreken
van een geestelijke, vrijheid die er bestaat
voor alle menschen.
Er is nooit dwang om te zondigen, ook
geen natuurnoodwendigheid, de mensch is
geen stok en blok, Christus klaagt over
Jeruzalem: hoe vaak heb ik U geroepen,
maar gij hebt niet gewild.
Het ontzaglijke probleem is nu hoe gees
telijke vrijheid en geestelijke gebondenheid
vereenigd kunnen zijn.
Geestelijke vrijheid is, naar de Schrift uit
wijst, door God gewild.
Heel de Goddelijke openbaring draagt
bestendig een zoodanig karakter, dat (ie
mensch haar kan kennen en ontkennen.
De mogelijkheid tot ontkenning, de moge
lijkheid tot verzet tegen het gezag der
Schrift blijft open.
Dat sluit dwang uit; er imoet geestelijk
vrijheid bestaan: maar de mensch is clan
onk ten volle verantwoordelijk voor de keus
die hij doet.
Geestelijke vrijheid is een groot goed; ook
na 's menschen val is zij gehandhaafd en
in Christus volkomen hersteld. Haar waar
de schuilt in haar monschelijkheid. Geeste
lijke vrijheid hoort heel beslist bij he
mensch zijn; de mensch is gevallen, maar
blijft gevallen mensch. In de geestelijke
vrijheid schuilt een trek van het beeld Go.Is
en ook in den gevallen staat blijft dc
mensch, zij het verminkt, beelddrager Gods.
Daarom is het onze roeping legen de be
knotting van de geestelijke vrijheid door
menschen in verzet te komen. Als God vrij
heid geeft mag de mensch ze niet verkorten.
Geestelijke vrijheid opent ook de gelegen
heid voor de ongehinderde verbreiding van
het evangelie. Niet zoodra treedt inperking
van de- geestelijke vrijheid op of het evan
gelie ondervindt daar schade van, er wor
den hinderpalen opgericht, niet alleen op
het gebied van de kerk, ook van de school
en van de pers en weienschap. Dat ge
schiedt zelfs, waar in naam geestelijke vrb-
heid bestaat, zooals bij ons ten tijde van ae
afscheiding en in den schoolstrijd en in
Frankrijk nog zeer onlangs, toen aan ,JLa
Cause" de uitzending van godsdienstige
lezingen werd verboden, zoodra Radio Paris
in handen van den staat kwam, een verbod
dat door den eersten Protestantschen pre
mier werd opgeheven. Geestelijke vrijheid
kan misbruikt worden.
Huiveringwekkend kan de ontkenning van
Gods almacht zijn.
T*-h willen wc daarom de geestelijke
vrijneid niet prijs geven.
Zoo 'n waardevol goed, door God gegeven
is niet te verwerpen om het misbruik, dat
zondige menschen er van maken.
Er zijn natuurlijk organische beperkingen
In het gezin kan de vader, in de werkplaats
de patroon beteugelend tegen misbruik
optreden.
Ook de overheid kan niet in naam der
geestelijke vrijheid alles gedoogen.
Maar hier zij men voorzichtig!
Wat is onduldbaar? Waar ligt de gren.
Do moeilijkheden zijn op publiek terrein
veel grooter, omdat wel de band in
gezin en tusschen patroon cn arbeider- kan
vvordcit los gemaakt, maar niet met der
De overheid moet de kwaaddoeners beten
gelen, maar zij mag niet alle zonden be
straffen, ze mag geen harte-rechter worc'en
en ook niet alle uitingen struffen.
Recht van meeningsuiting moet cr
voor den anarchist, maar als deze near de
revolver grijpt of ook in zijn woord anderen
daartoe drijft, dan moet de overheid in
grijpen, zelfs als zij geestelijke vrijheid \v:l.
Waar is de grens tusschen wat toelaat
baar is en wat niet?
Spr. weet dat. hij velen oneindig zou vee-
binden, indien hij die kon aangeven, maar
deze grens is niet nauwkeurig vast te stel
len, ze loopt in verschillende tijden ander.*.
Toch heeft, de overheid steeds dc uiterste
voorzichtigheid in acht te nemen. Het is
heel gemakkelijk om na een ergerlijke
uiting van tegenstanders te. zeggen: „Maar
kan de overheid daar nu niets «an doen?'
maar de overheid mag niet naar eigen it
zicht bij elk geval optreden: zij moet regels
stellen, die voor ieder geldig zijn.
Hoe strakker de lijn cot rokken wordt,
hoe grooter het gevaar dat de geestelijke
vrijheid in gevaar wordt gebracht.
Beter, aldus spr., dat een enkele ergerlijke
uitdrukking aan de controle van de over
heid ontsnapt., dan dat de geestelijke vrij
heid wordt beknot waar dat niet behoort
Spr. wil hierbij ook niet buiten beschou
wing laten het gevaar van het afsluiten van
de veiligheidsklep, die er in het vrije woord
schuilt
Er moet niet te veel beteugeling van
ongewenschte uitlatingen komen.
Onze vaderen hebben tegen verkorting
van de geestelijke vrijheid op de bres ge
staan, wij, hun zonen niet ontaard, mogen
dankbaar zijn, dat we in ons gezegend va
derland \0e ceestelijko vrijheid mogen be
zitten en willen dat kostelijk kleinood on
gerept, bewaren.
Liever laten we ook den allerfelsten
tegenstander van die geestelijke vrijheid
profiteeren, misschien meer dan wensche-
lijk is, dan dat we haar zouden verkorten of
moedwillig prijs zouden geven, (davereid
applaus.)
Na deze klare en fijn uitgewerkte rede
was er weer een tusschenspel van telegran
men: gelukwenschen van den Ned. Hot-
Bond van J.V. op G.G. en een hartelijke
aansporing van 'den Bondsstichter om onder
Zijlstra's trouwe en vertrouwde leiding het
betrouwbare spoor, ^goy Kuyper gewez-en te
blijven volgen.
Daarna volgde een weinig beteekenende
bespreking op het referaat van prof.
Aalders.
Toespraak Minister De Wilde
Z.Exc. Minister J. A. de Wilde had een
ovatie in ontvangst te nemen, toen hij het
woord tot de vergadering wilde richten. SDr
maakte bezwaar tegen zijn aankondiging,
speciaal als Minister van Bmnenlandsche
Zaken, want al had hij een ander departe
ment hij zou toch gekomen zijn. „Naai
Zwolle" stond op zijn agenda voor dezen
dag ingevuld (toejuichingen) en hij wee:
dat hij welkom zou zijn geweest ook al was
hij tusschentijds gevallen (langdurige toe
juichingen).
Op geestige wijze zette spr. uiteen, 'det
hij als spreker en referent nooit zoo go 3d
behandeld is geworden als prof. Aalders,
omdat hij altijd veel bestrijders had. Als
Minister had spr. dubbele behoefte om hiet
tegenwoordig le zijn. Een professor neemt
een geval, maar een Minister zit altijd
tusschen de „kwesties", hij krijgt een geval
(vroolijklteid).
Spr. noemt het een groot voorrecht om uit
te gaan van vaste en zekere beginselen.
Of men nu Minister is of achter de ploeg
staat, steeds komt men te staan voor geval
len. welke alleen naar het beginsel opgelost
kunnen worden.
Dat is het schoon© van den Bond, dat deze
de eischen van het Gereformeerd beginsel
doet kennen. Altijd -heeft spr. d i t in den
Jongelingshondsdag aangetrokken, dat deze
is de incarnatie van het gereformeerd begin
sel. Als men vergadert voor V.U. of. Theo!,
School, daar gaat het om iets, maar hier
komt men alleen bijeen om te getuigen van
de liefde voor de Geref. beginselen, om den
gemeenschappelijken band te gevoelen en te
versterken.
Als Minister gevoelt spr. zich ook verwant
aan het beginsel op staatkundig gebied.
Spr. heeft genoten onder het referaat van
Prof. Aalders.
De geestelijke vrijheid is een van de ge'
weldigste problemen waarvoor de wereld
Door Gods genade leven wij in een land
waar die geestelijke vrijheid nog bestaat
(applaus).
Zorgt ,zegt spr. tot het laatste van uw
teven altijd te erkenijien, dat het hoogste
goed, dat clen mensch is gegeven, in 't bezit
van geestelijke vrijheid is gelegen. Een kerel
van beginsel staat voor de vrijheid.
Waarom kan Colijn zoo optreden? Omdat
hij een beginsel heeft (donderend applaus).
Er zijn er missctiien knapper dan hij, maar
zij kunnen geen leiding geven, omdat ze zelf
geleid worden door de omstandigheden.
Ef is geen artikel, waarmee zóó gesold
wordt als met het begrip vrijheid.
Spr. denkt hv. aan de radio (vroolijkhcid).
Daar heb je de radio, waarnaar wel ecu
millioen menschen tegelijk kuvinen luiste
ren als ze tenminste willenDat is een
machtsinstituut geworden, dat sterk mis
bruikt kan worden en daarom moet de ov.if
heid er zich mee bemoeien. In ons vrijo
vaderland is deze weg gekozen, dat dc vier
hoofdstroomingen op hun beurt zendtijd
hebben verkregen.
Wat willen dc liberalen? Vrijheid, maar
eon vrijheid, die hierin bestaal, dat een
ander zijn mond houdt (instemming).
Men zeide hij de moderne Avro net als in
den schoolstrijd: wij geven ieder het zijne-
Laat de dominees naar de school komen,
zei men vroeger en ook nu heeft rnen geen
bezwaar tegen een uurtje per week de c!u-
minee voor de radio, maar daar kunnen wij
nooit mee meegaan.
Daar is de liberale pers. Die zegt: „Schaf
de Vara af! Dat kan 'k doen, zegt spr. onder
hilariteit, en dan klapt de liberale pers in
de handen... in de stille hoop, d,at later c!e
K.R.O. en de N.C.R.V. ook wel zullen volgen.
Mijn begrip van vrijheid, alclus spr., be
staat niet hieruit, dat ik slechts spreek en
een ander heeft te zwijgen. De S.D.A.P. mag
ook praten. Maar er moeten in de radio re
gelen ïijn, door de overheid te stellen.
Geen politiek in de radio zegt men. Waar
om niet Waarom zou een rede van Schou
ten niet mogen worden uitgezonden? (ap
plaus), Men mag in de radio geen andere
menschen krenken, maar dat doet Schou
ten niet en dat doet Colijn ook niet.
Een thetiöclie uiteenzetting van eigen be
ginsel mag er zijn. Maar geen buitensporig
heden. Spr. herinnert aan de s.d. zwijg-
demonstratie bij den dood van v. d. Lub be.
Dat moest gestraft worden omdat dit geen
politiek was naar den regel van het inere-
stelde reglement. Ieder zou verwachten, dat
de N.R.Ct. de uitgesproken straf nu zou
toejuichen, maar neen, het was heelomaal
misDa's nu liberaal! (vroolijkhcid/.
Spr. heeft zich altijd tot ideaal gestel-I do
geestelijke vrijheid zooveel mogelijk hoog to
houden. Nooit zullen wij, die weten wat ver
volging is, or toe meewerken, dat wij alleen
hot woord zouden hebben en anderen het
zwijgen zou worden opgelegd. Van groote
waardij acht spr. het in zijn taak te weten,
dat er een volk achter hem staat, dat dezelf
de beginselen deelt, mede dank zij deu
Jongelingsbond.
De tijden zijn ernstig en spr. herinnert
zich als de dag van gister, dat Dr. Kuyper
op hot college zeide, dat het feit, dat nieuw
leven was gewekt door het Calvinisme er
op wees, dat moeilijke tijden op komst
Wijkt niet! roept spr. uit.
Er is eerbied voor uw standvastigheid te
gen al wat tegen u opbotst, tegen nu weer
uw verzot tegen de fascistische dwang-
beginselen.
Spr. zelf heeft zich als Minister niet be
hoeven te veranderen; hij kon zich zelf blij
ven, omdat hij dezelfde beginselen nog ziet
en dat spr. in geen enkel opzicht heeft be
hoeven te keeren, dat pleit voor die begin
selen (applaus).
Houdt ook gij, zoo besluit spr., dat begin
sel vast en als gij het vasthoudt, dan zal
God U stellen tot een zegen ook voor ons
MINISTER 1. A. DE WILDE